Ma ken I Sproefen komen vroeg in &mi Sis!fen de hoesi i oS<I IS HI M fi M OS Dam- en Schaakrubriek. BUITBULAND. m mm. het voorjaar, koop tijdig een pot Spruiol. Bij alle Drogisten. i mi m HH i fe MIJN HARDT'5 SA LM IA K-TA B LETT EN Doozen 20 en 30 ct. Bij Apoth. en Drogisten (Ingez. Med.) Vergadering van Donderdag. Bii de voortgezette behandeling van de be- gro )ting van Arbeid, Handel en Nijverheid zcgt Minister Versehuur overweging toe van de wenschen betreffende administratiebezui- niging bij de Rjj ksve rzek e r ingsbankde water- zniverinig in Zuid-Limburg en de zorg voor kinderen van in de Veenkolonien op het land werkende vrouwen. Spreker meent, dat bet publiek veel in het belang van Nederlandsche musici kan doen door geen dwazen voorkeur te geven voor hi wat uit het buitenland komt. Spreker maakt dan eenige opmerkingen over den woning- bouw in verband met de taak der woning- bouwvereenigingen en gemeentebesturen. Spreker erkent de koopkracht van hooge loonen tot het punt waarop deze tot werk- loosheid leiden. Vraagstukken als het juiste loonpeil moeten worden bezien uit een oog- punt van productiekracht en concurrentie- mogelijkheid. Het algemeene loonniveau zal moeten dalen, doch dit is niet hetzelfde als een daling van individueele loonen. Alle eco nomische krachten behooren samen te'werken om ons bedrij'fsleven weer gezond te maken. Hiema wordt gerepliceerd. De Minister dupliceert. De Arbeidsbegroo- ting- wordt z. h. st. goedgekeurd. Aan de orde is dan de begrooting van Financien 1932. De heer De Gijselaar (c.-h.) bepleit een beter systeem van heffing van belasting naar het inkomen. De heer Mendels (s.-d.) bepleit een belas ting op goederen in de doode hand. Hij wenscht een statistiek van het kapitaal van stichtingen, kloosters e.d. De heer Moltmaker (s.-d.) bespreekt de in- richting van het belastinggebouwencomplex aan de Drift te Utrecht. Hij wil verbetering daarvan. Minister De Geer bestrijdt de opvatting van den heer De Gijselaar. Spreker wijst verder op de moeilijkheid tot ondervanging van ontduiking bij belasting op goederen in de doode hand. Een verbetering, als door den heer Moltmaker bedoeld, zal nader onder de oogen worden gezien. Na re- en dupliek van den heer De Gijse laar wordt het begrootingshoofdstuk goed gekeurd. TWEEDE KAMEK. Vergadering van Woensdag. De interpellatie-Wijnkoop over eenige zaken van buitenlandsche politiek met betrek- king tot Shanghai wordt toegestaan; ze zal op een nader te bepalen dag gehouden worden. Voortgezet wordt de behandeling van het wetsontwerp tot verhooging van enkele accijnzen en tot heffing van een invoerrecht op zuidvruchten. Het amendement-Ter Laan (invoerrecht op zuidvruchten vervalt) wordt verworpen met 53 tegen 28 stemmen. Het amendement-Ter Laan (verhooging van den suikeracctjns vervalt) wordt verwor pen met 58 tegen 22 stemmen. Het amendement-Bierema (verhooging van den wijnaccijns vervalt) wordt verworpen met 73 tegen 7 stemmen. De heer Ter Laan (s.d.) trekt in zjjn amen- dement op artikel 9 om den sigarettenaccijns niet te verhoogen. Artikel 9 (verhooging van den sigaretten accijns) wordt aahgenomen met 60 tegen 21 stemmen. Het ontwerp wordt aangenomen met 60 tegen 21 stemmen. Hierna wordt voortgezet de behandeling van de Indische begrooting. De heer Kortenhorst (r.k.) bestrijdt den heer Cramer, waar deze betoogde, dat een nauwere oeconomische aaneensluiting van Indie en Nederland niet in het belang van de inlandsche bevolking zou zijn. Spreker betoogt, dat het stelsel van meest- begunstiging meer en meer plaats maakt voor dat van preferentie. Wij moeten dien weg volgen om passiviteit van onze betalings- balans en daarmee het gevaar voor inflatie te voorkomen. De Minister stelde een con- structief plan vast. Spreker acht het na den val van de Japan- DAMMEN. CCXLVIII. Voor beginners. Van verschillende zijden bereikte ons het verzoek, af en toe eens iets voor de minder sterke spelers te plaatsen. Wij willen daaraan gaarne voldoen en beginnen in deze rubriek daarom het openingsspel onder de loupe te nemen. Binnen eenige weken stellen we ons voor een begin te maken met een oplossers- wedstrijd voor de minder gevorderden. Wei zal ieder zijn oplossingen kunnen inzenden, maar de te plaatsen problemen zullen over 't geheel vrij eenvoudig zijn en daardoor juist van belang voor het practische spel. We beginnen nu met de oude en beproefde Hollandsche opening. Uit de aanvangspositie spelen we aldus: Wit. Zwart. sche yen van belang, dat de Nederlandsche Industrie niet van de markt in Indie ver- dwijnt. Hier is ook bet gevaar voor een monopolie aanwezig. Vergadering van Donderdag. Voortgezet wordt de behandeling van de Indische begrooting. De heer Van Poll (r.k.) verzoekt bij de salariskorting rekening te houden met de grootte van het gezin. Voorts acht spreker een degressie- en bijslagregeling mogelijk. De heer Wijnkoop (comm.) betoogt, dat in Indie een pure afbraakpolitiek wordt gevolgd. HET NATIONAAL CRISIS-COMITe. Het secretariaat van het Nationaal Crisis- Comite deelt mede: In de week van 29 Febr. tot en met 5 Maart hebben de dagbladen ingezameld een bedrag van f 985,52, waardoor het totaal steeg tot f 151,602. In geld werd uitgekeerd f 13.607 in de afgeloopen week, en in totaal f 99.922. Daar- naast staan uitkeeringen uit het regeerings- subsidie voor extra-hulp aan werkloozen, n.l. in de vorige week 3051,20 en in totaal f 156.937. Het Nationaal Crisis-Comite heeft in totaal uitgedeeld 3293 deikens, waarvan in de afge loopen week 395 stuks. EEN RIJN. SCHELDEVERBINDING. Naar aanleiding van de door de Nederland sche regeering wederom gevoerde onderhan- delingen om tot een oplossing te komen van het Scheldevraagstuk en een Rijn-Schelde- verbinding is 'n request aan den ministerraad gezonden, onderteekend door de heeren: J. Brautigam, Mr. F. J. Brevet, H. Diemer, E. J. H. M. Driebeek, N. Eyken Sluyters, R. Grans- berg, Jhr. H. A. Graswinckel, Mr. H. Hae- ringen, W. H. Hadig, J. Hudig, A. Kievit, C. van Lede, I. B. J. Rattd, A. Ryers, W. Ruys Bzn., J. van der Sluis en W. Strijbis Pzn., waarin wordt gezegd, dat zij van oordeel zijn, dat het ten zeerste gewenscht is de betrek- kingen met Belgie op vriendschappelijke en voor beide landen bevredigende wijze te regelen; dat onze Regeering aan de billijke verlangens van Belgie voor verbetering der bestaande waterwegen behoort tegemoet te komen; dat echter de weg om de goede ver- standhouding met onzen nabuurstaat te ves- tigen en in stand te houden, niet mag leiden tot het toestaan van concessies, die de levens- belangen van ons land emstig zouden scha- den; dat het totstandkomen van dit kanaal, waardoor de haven van Antwerpen practisch zou komen te behooren tot het stroomgebied van den Rijn, een onberekenbare schade zou toebrengen aan onze nationale havens en dientengevolge aan de welvaart van ons ge- heele land; dat een vermindering van de wel vaart niet alleen de uitvoering en toepassing der sociale wetten in gevaar zou brengen, doch tevens een verlaging van het levenspeil van het Nederlandsche volk ten gevoige zou hebben; dat van Nederland dit offer niet ge- vergd mag worden en dat Belgie niet op recht van gronden .van ons kan eischen, een dergelijke kunstmatige bevoordeeling van zijn haven, die toch door haar natuurlijke ligging en achterland reeds in zooveel gunstiger positie is dan de Nederlandsche havens; dat daarom een zoodanig kanaal geheel en al in Strijd zou zijn met het belang van ons land en dat geen overwegingen van Internationale politiek kunnen opwegen tegen de ontzaglijke nadeelen, die dit kanaal voor ons land zou medebrengen. De adressanten verzoeken den Minister met den meesten aandrang bij de onderhandelingen met Belgie met het bovenstaande ten voile rekening te houden en onder geen beding er in toestemmen, dat een zoodanig kanaal door ons grondgebied gegraven zou worden. REGELING ARTSENIJBEREIDKUNST. Bij het onderzoek door een bijzondere com missie uit de Tweede Kamer van het wetsont werp: Regelen betreffende de uitoefening van de artsenijbereidkunst, bleek in den boezem dier commissie verschil van gevoelen te be- staan over de vraag hoever de regeering met haar regeling behoort te gaan. Naar de meening van de meerderheid der commissie is het niet gewenscht de geheele op dit gebied bestaande regeling aan een zoover gaande herziening te onderwerpen als in het ontwerp geschiedt. Er zijn eenige desiderata, maar het beperkte doel maakt een algeheele omwenteling in den bestaanden toestand en de toekenning van een monopolie aan den apotheker allerminst noodzakelijk. 9. 42X31 9X20 10. 4742 4—9 11. 41—37 10—14 12. 4641 510 Waama het verder aan de spelers blijft overgelaten hoe zij het spel zullen voortzetten. Dit is vaak een kwestie van opvatting. Wij zouden hier vermoedelijk 2722 en 31X22 spelen. Echter ook 5044 en 4034 en op dit moment ook 3126 zijn goede zetten. Voor midden- en eindspel kunnen we aanraden de partijen, welke regelmatig in deze rubrieken verschrjnen, nauwlettend na te spelen. 1. 33—28 18—23 Dit is veel sterker dan 1822. 2. 3933 12—18 3. 44—39 7—12 4. 31—27 Men spele hier vooral nooit 3126. Een der grondregels van het damspel is: Ontwikkel Uw spel naar het centrum. 4. 20—24 5. 34—30 17—21 6. 37—31 14—20 Hier is een der karakteristieke standen uit de Hollandsche partij ontstaan. Deze positie bevat zoowel voor Wit als voor Zwart voet- angels en klemmen. Wit kan hier niet 3126 spelen, omdat zwart dan door 24—29 enz. een schijf wint, onverschillig hoe wit slaat. Wit kan ook afwachten door hier 5044 te spe len. Begaat zwart nu de onvoorzichtigheid om 2025 te spelen, dan is het wit, die een schijf wint en wel door 2722, enz., waarbij het weer volmaakt gelijk is hoe zwart slaat. Immers is 2217 met 28X26 niet te voor- komeh. Deze stand komt zeer dikwijls voor en de aangegeven gevaren dient men alzoo grondig te kennen. Wit doet het beste, als 7e zet te spelen: 7. 30—25 21—26 8. 25X14 26X37 Het ontwerp zoowel als de Memonie van Toe- lichting wekken den indruk, dat bij! deze her ziening als uitgangspunt is genomen de nood- zakelijkheid van economische bescherming van den apothekersstand, hetgeen thans wordt voorgesteld kan moeilijk anders worden ge zien dan als een kunstmatige bescherming van de belangen van een der bij de genees- middelenvoorziening betrokken groepen. Dit is een onjuiste grondslag. De regeering heeft zich alleen af te vragen of het belang der volksgezondheid wijzigingen noodzakelijk maalkt, en zoo ja, welke. Bovendien zrjn er emstige bezwaren van practischen aard aan de voorgestelde regeling verbonden. De be volking, welke geneesmiddelen behoeft, wordt geheel overgeleverd aan het goedvinden van 6 a, 700 apothekers, die zich practisch elke prijsafspraak kunnen veroorlooven. Voorts worden eenige duizenden drogisten in hun bestaan belemmerd. Voor het platteland is deze herziening niet minder dan gevaarlijk. Om de hier weergegeven redenen meent de meerderheid der commissie den Minister in overweging te moeten geven het ontwerp terug te nemen. Tegenover deze opvatting stelde de minder- heid der commissie haar zienswijze, dat een bevredigende toestand op het gebied der ge- neesmiddelenvoorziening alleen door het ma ken van een geheel nieuwe wettelijke regeling kan worden bereikt. Allereerst dient een einde te worden gemaakt aan de bestaande practijk dat allerlei geneesmiddelen, waaron- der allerminst onschuldige, bij! drogisten ver- krijgbaar zijn. Ook de regeling, welke thans bestaat ten opzichte van de apotheekhoudende genecskundigen eischt wijziging. Ten aan- zien van de speciality's dient een afdoende regeling te worden getroffen. Wel he.eft een groep van belanghebbenden bij den handel in verpakte geneesmiddelen in samenwerking met de Ned. Dagbladpers een controlecom- missie in het leven geroepen, welke tot taak heeft te bevorderen dat ergerlijke en schade- lijke reclame voor patentgeneesmiddelen uit de adverteqtiekolommen der dagbladen wordt geweerd, doch in de practijk is deze controle onvoldoende gebleken. Naar de meening dezer leden is geen sprake van een monopolie, dat het ontwerp aan den apotheker zou geven. Verscheidene leden der commissie achtten het onjuist, dat het ontwerp zooveel ter regeling aan de Kroon overlaat. UIT HET SLOP. Men schrijft ons: Reeds bijna twee en een half jaar heeft de wereldcrisis nu reeds voortgeduurd. D.w.z. gerekend vanaf het oogenblik, dat zij zich begon te openbaren door een trageren gfng van zaken in het bedrjjfsleven en een scherpe koersdaling van de waardepapieren. In wer- kelij'kheid hadden zich reeds lang v66r Sep tember 1929 teekenen voorgedaan, dat zich een groote verandering begon te voltrekken in de prijsverhoudingen van tal van belangrijke goederen en producten. Toen men nog niet dacht aan een wereldcrisis, sloegen reeds verschillende producenten-groepen met groote bezorgdheid de prijsdaling van hun artikelen gade, en zoo zag met name de landbouw zijn inkomsten jaar op jaar verminderen door het ongunstige prrjsverloop. Het is nu wel voor ieder duidelijk gewor- den, dat wij definitief naar een lager niveau zijn gegaan, en dat de groote prijsdaling, die zich sedert 1927 heeft ontwikkeld, de tweede phase is van het liquidatie-proces der inflatie, waartoe de oorlog moest leiden. De eenige mogelijkheid van een herstel van het verbroken evenwifcht is dan ook een aan- passing van loonen en kleinhandelsprijzen aan de gewijzigde verhoudingen. De theorie, dat handhaving van de be staande hooge loonen koopkracht schept en de gangmaker kan worden voor een econo- misch herstel, heeft zulk een fiasco geleden, dat het nauwelijks noodig is, op de onhoud- baarheid dezer stelling te wijzen. Slechts door loonsverlaging en verminde ring der andere productiekosten kan een toe- neming van werkloosheid worden voorkomen. De Amerikaansche spoorwegmaatschap- pijen waren wegens den achteruitgang van het vervoer aan den rand van den afgrond gebracht. Teneinde de te hooge exploitatie- kosten te drukken, moesten zij een belangrijk aantal arbeiders ontslaan. Tenslotte werd door de werknemers een loonsverlaging aan- vaard, omdat door de spoorwegen kon worden toegezegd, dat dan een groot deel van het ontslagen personeel weer in dienst kon wor den gesteld. Op deze wijze blijft de koop kracht van het geheele personeel op peil, en kan de werkgelegenheid worden uitgebreid en gestabiliseerd. Het moderne openingsspel. 1. 32—28 18—23 2. 33—29 Wit kan als 2e zet niet 3732 spelen we gens zwart 2329 (wit 33X24); 20X29 (34X23) en 1722 met twee schijven winst. Wel kan 3832, maar de tekstzet 3329 is beter. 2. 23X32 3. 37X28 19—24 Men spele hier vooral geen 1218 wegens wit 28—23 en 29—24. 4. 39—33 1419 5. 41—37 20—25 6. 29X20 25X14 7. 44—39 12—18 8. 50—44 7—12 9. 4641 1—7 10. 37—32 18—23 Hier beter dan 1923. 11. 41—37 17—21 12. 31—27 12—18 13. 34—30 7—12 14. 30—25 15—20 15. 40—34 20—24 Natuurlijk zijn er nog tal van zijwegen mo gelijk, maar daarover later. Hoofdzaak is thans een idee te geven van spelopbouw. 4 Fransche opening. 1. 34—30 17—21 Tegenwoordig speelt men hier meestal 2025, hetgeen ook beter is. 2. 30—25 21—26 3. 40—34 11—17 4. 34—30 17—21 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 33—28 28X19 25X14 32—28 37X28 41X32 46—41 39—33 44—39 36—31 31—26 26X17 42—37 19—23 14X23 10X19 23X32 36X27 18—23 12—18 7—12 5—10 1—7 15—20 12X21 20—25? Hier is 2024 best. We hebben het spel met opzet z66 ontwikkeld, dat er een mooie damzet voor wit ontstaat. Het is een bekende typezet, die echter voor ongeoefende spelers niet zonder verrassing zal zijn. Zie diagram. ZWART 1 2 3 4 5 36 WIT 47 .48 49 Na 2025 van zwart neemt wit als volgt dam: 18. 30—24 19. 28X19!! 20. 39—34 21. 32X1 dam 19X30 13X24 30—28 10—15 Ook in ons land staat men voor dezelfde vragen, en in vele gevallen zal men slechts de keus hebben tusschen loonsverlaging met indiensthouding van het personeel en ont- slag. Verlaging van de productiekosten, dus ook van de loonen, zal het eenige middel zjn om de zaak gaande te kunnen houden. Want op het oogenblik gaat het voor Nederland vooral om behoud van werkgelegenheid; op uitbreiding bestaat in de naaste toekomst nog weinig kans. Een krampachtig vasthouden aan de gel- dende loonen zal tot resultaat hebben, dat een steeds kleiner wordend aantal van deze loo nen profiteert. De overigen moeten worden verwezen naar de publieke kassen, die toch reeds zoo zwaar worden getroffen. Wij komen dus niet uit het slop door een inperking van den arbeidstijd (met hand- having van het geldende loon) of door vast te houden aan de hooge nominate loonen. Want de hoofdoorzaak van deze crisis is niet ge- legen in de productie van een absoluut te veel (de menschelijke behoefte is onbeperkt) maar in de onmcgelijkheid om de geproduceerde goederen kwijt te raken. Levert de in- dustrieele arbeider aan de gemeenschap goe deren af, die te duur zijn in verhouding tot de prij-zen voor grondstoffen en voedings- producten, dan worden die goederen niet meer gekocht. Alles wat de artikelen alleen maar duurder maakt en dus tot inkrimping van de nog overgebleven productie moet leiden, kan ons niet uit het moeras helpen, dntegendeel, daardoor zouden wij economisch nog verder achteruitgaan. Slechts sterke verlaging van de productie kosten (loonen en sociale lasten) en verdere aan passing van de kleinhandelsprijzen (ook huren en pachten) kunnen de wederopleving van de welvaart hier en elders op de wereld bevorderen! „HET DUITSCHE VOLK MOET HINDENBURG KIEZEN". Tijdens een groote verkiezingsrede heeft de rijkskanselier Bruning het volk aangespoord von Hindenburg te kiezen. De naam Hinden- burg is het symbool van eenheid en kracht. Wanneer men beweert, zei Bruning, dat men met de parlementaire verlenging van den ambtsduur alleen het systeem-Bruning heeft willen redden, is dat een brutaliteit. In den zomer van 1930 heeft Hugenberg de mogelijk heid gehad de regeering te steunen en daar- mede automatisch deze of een andere regee ring naar rechts te doen zwenken. Deze mo gelijkheid heeft Hugenberg niet gebruikt. Ik heb, vervolgde Bruning, niet alleen den rijkspresident herhaaldelijk mijn ontslag aan- geboden, maar ik heb mij, al thans in mijn kwaliteit van rijkskanselier, heelemaal niet meer met de onderhandelingen bemoeid. Ik heb' gedaan alsof mijn regeering heele maal niet bestond, teneinde een duidelijke situatie te scheppen. Er is gebleken, dat de beide partijen der nationale oppositie het over geen enkel probleem eens konden worden, noch over den persoon van den rijkspresident, noch over den rijkskanselier, noch over den rijksweerminister, en evenmin over den mi nister van binnenlandsche zaken. Bij de gedachtenwisseling tusschen Stahl- helrn en nationaal-socialistische partij worden deze zaken steeds met een openhartigheid en met een taal behandeld, waartoe ik per- soonlijk niet in staat zou zijn. Vervolgens wees Bruning op de houding van de rechter- zijde, zoolang deze aan de regeering was. In 1925 hebben de Duitsch-nationalen zich op bevel van Hugenberg uit de verantwoordelijk- heid teruggetrokken. Bruning keerde zich daarna tegen de na tionaal-socialistische partij, die, naar het schijnt, de nationale gezindheid voor zich alleen heeft opgeeischt. Wanneer de brief van Hitler aan den rijkspresident eerst wordt. me- degedeeld aan de buitenlandsche pers, waar blijft dan de nationale gezindheid! Anderhalf jaar heb ik geen hard woord tegen de nationaal-socialisten gebruikt, ten einde het volk in dezen moeilijken tijd niet te scheiden, maar met alle mogelijke midde- len tot eensgezindheid te brengen." Tenslotte trok Bruning een vergelijking tusschen George Washington en Rijkspresi dent von Hindenburg en gaf uiting aan de hoop dat de erkenning en de waardeering van Hindenburg niet zoo lang op zich zouden laten wachten als bij Washington, maar dat reeds de 13e Maart de beslissing zou bren. gen. Dat is mijn vaste overtuiging. Ik kan op grond van mijn waarnemingen zeggen Het Duitsche volk moet Hindenburg kiezen. Het moet zichzelf redden, moet zorgen voor de vastheid, naar binnen en naar buiten, voor SCHAKEN. Eenige „openingsaardigheidjes", die niet algemeen bekend zijn. Wit. Zwart. 1. e2—e4 e7e5 2. Pgl—f3 f 7f 6 3. Pf3Xe5 f6Xe5? 4. Ddlh5f Ke8e7 Het eenige, daar op g6 zou volgen TXe5 met verlies van Th8. 5. Th5Xe5f Ke7—f7 Lfl—c4f Kf7—g6 De5f5f Kg6—h6 d2^-d3t g7g5 (of h2h4 En Zwart is verloren. Bijv. op Kh5 volgt hXgu mat; op Kg7 volgt Df7f (Kh6) en hXg5 mat, enz. 6. 7. 8. 9. Wit. Zwart. 1. e2e4 e7e5 2. Pgl—f3 Pb8c6 3. Lfl—c4 Pig8f6 4. Pbl—c3 d7d6? Verliest een pion. 5. Pf3—g5 d6d5 Gedwongen. Er dreigde PX17. 6. e4Xd5 Pf6Xd5? Het eenige. Neemt de dam af. 22. 1—40 2—7 23. 40X1 8—12 24. 1X20 25X14 en met twee schijven achterstand kan zwart dan op- geven. Dit is de beslissende fout. Noodig was hier Pc6a5. 7. Pg5Xf7 Ke8Xf7 8. Lc4Xd5t Met pionwinst. Nu moet Zwart nog zeer voorzichtig zijn. Bijv. op: 8. Kf7—e8 Vervolgt Wit met 9. Ddl—h5t Op Ke7 of g7g6 volgt mat in twee zetten door Df7 en Pe4! 10. Ld5Xc6f b7Xc6 11. Dh5Xe5f Dd8e7 Anders gaat Th8 verloren. 12. De5Xe7f1 Lf8Xe7 en Wit is twee pionnen voor. Dezelfde pionwinst kan ontstaan in een Spaansche opening. e7e5 Pb8—c6 a7a6 b7—b5 Eerst moet Pf6 en Le7 1. e2e4 2. Pgl—f3 3. Lfl—b5 4. Lb5—a4 Dit is te vroeg. geschieden. 5. La4—b3 6. Pbl—c3 7. Pf3g5! Pot 90 ct., Tube 50 ct., Zeep 60 ct. (Ingez. Med.) de eerstvolgende jaren, dan zullen wij uit den nood in het binnenland en uit den strijd om de vrijheid naar buiten overwinnend te voorschijn treden. DUITSCHLAND EN POLEN. Op het oogenblik z\jn, schrijft de N. R. Crt., te Warschau onderhandelingen gaande over een handelsverdrag tusschen Polen en Duitschland. Het is de zooveelste poging om de economische betrekkingen tusschen deze twee staten, die zoo weinig welgezinde buren zijn, een dragelijk karakter te geven. Reeds meermalen zijn dergelijke pogingen onderao- men, maar verder dan tot voorloopige en tij- delijke regelingen heeft men het niet gebracht. In Maart 1930 scheen men eindelijk over- eenstemming te hebben bereikt over een bruikbaren grondslag voor verdere betrekkin gen, doch toen liet de politieke toestand in Polen niet toe dat de overeenkomst geratifi- ceerd werd. In Duitschland waren toen de moeilijkheden hiervoor minder groot. Berlijn scheen te wil len afwachten waartoe Warschau zou beslui- ten. Toen na een jaar de Polen het verdrag hadden geratificeerd bleek intusschen door de bekende verschuiving in den Duitschen Rijks- dag de ratificatie onmogelijk geworden. Het behoeft geen betoog, dat de jongste ontwikkeling in Duitschlands handelsbeleid, waaronder ook betere buren van Duitschland geleden hebben, Polen bijzonder getroffen heeft. Anarchie in de betrekkingen versterk- ten voor Polen de uitwerking van de extreme protectie. De Polen voelden zich sterk achter- uitgezet door de behandeling van hun boter, varkens en kolen. Hun invoer naar Duitsch land verminderde in 1931 tot de helft van die van 1930. Zij besloten tot maatregelen van weerwraak. Die waren trouwens vanzelf reeds in werking getreden, want de achteruitgang van den Duitschen invoer in Polen stond niet veel ten achter bij de vermindering van den handel in omgekeerde richting. De Poolsche handel mijdt zooveel mogelijk het koopen van Duitsche nijverheidsproducten. Het algemeen verschijnsel dat de staten elkaar kortzichtige maatregelen met alle macht betaald zetten, deed zich met bijzondere kracht tusschen Polen en Duitschland voor. De resultaten zijn voor beide partijen zoo pijnlijk, dat men nu toch weer aan het pra- ten is geraakt om daar verandering in te bren gen. Het is niet waarschijnlijk dat deze be- sprekingen veel opleveren. Men zal blij mogen zijn, als het gelukt eenige van de ernstigste misverstanden op te ruimen. Ware dq betrekkingen tusschen Duitschland en Polens teeds moeilijk, zij zijn het in bijzon dere mate in de tegenwoordige politieke om- standigheden in Duitschland. Het is niet mo gelijk daar sterke gevoelens en economische overwegingen gescheiden te houden. Polen heeft jarenlang geen gelegenheid verzuimd om de Duitschers nationaal te prikkelen en tegenover Duitschland de kracht van zijn politieke positie uit te spelen. Wij zouden niet gaarne beweren, dat de Duitschers in dit op- zicht onschuldige lammeren zijn, maar zeker is, dat vele verstandige Poolsche politici een ander geluid tegenover Duitschers en Duitsch voelenden verlangd zouden hebben. Duitsch land heeft zich economisch steeds de sterkste in de onderlinge betrekkingen gevoeld en op dat punt heeft Polen in hevige mate de ge zindheid van Duitschland te voelen gekregen. Hoezeer deze houding Duitschland zelf ook schaadde, het scheen er dat voor over te heb ben, omdat het Polen toch nog pijnlijker trof. Alle pogingen om politiek en economisch de betrekkingen te verbeteren, hebben op den duur een teleurstellend resultaat opgeleverd. Het is niet waarschijnlijk dat de nieuwe on derhandelingen daaraan thans nog veel zul len kunnen veranderen; wat op het oogenblik tusschen staten met normale betrekkingen heel moeilijk is, moet tusschen Polen en Duitschland wel extra groote moeilijkheden opleveren. Bovendien is de politieke constel- latie in Duitschland thans bijzonder ongun- stig voor maatregelen ter verbetering der verstandhouding met Polen. Het is echter denkbaar dat bij deze besprekingen het plan van een Donaufederatie niet geheel zonder in- vloed is op de Duitsche politiek. Een dergelijke federatie is voor Duitschland slechts onschul- dig, als het er zelf in nauwe betrekking mede staat en de weg daartoe zal moeten worden geeffend door een verbetering der betrekkin gen met Polen. Pg8—f6 d7—d6?|? d6d5 (of 8 e4Xd5 9. Pg5Xf7 10. Lb3Xd5t Na Ke8 zou nu zelfs Pc6 verloren gaan. Pf6Xd5? Ke8Xf7 dat Dan een foefje in het damegambiet, zeer vaak voorkomt. 1. d2d4 d7d5 2. c2c4 e7—e6 3. Phic3 Pg8—f6 4. Lclg5 Pb8d7 Schijnbaar gaat nu pion d5 verloren, omdat Pf6 „gepend" staat. 5. c4Xd5 e6Xd5 6. Pc3Xd5? Pf6Xd5! En Wit neemt onverwijld de zwarte dame, waarna hij zich al gewonnen denkt. 7. Lg5Xd8 Maar nu volgt de „apotheose". 7. Lf8—b4f Wit moet er zijn dame wel voorzetten. 8. Ddld2 Lb4Xd2f 9. KelXd2 Ke8Xd8 en zwart heeft een stuk gewonnen. Ten slotte iets uit de Colle-opening. 1. d2—d4, d7—d5. 2. Pgl—f3, Pg8—f6. 3. e2—e3, e7—e6. 4. Lfl—d3, c7—c5. 5. c2—c3, c5c4. 6. Ld3—c2, Pb8—c6? 7. Pbl—d2. Lf8—d6. 8. 0—0, 0—0. 9. e3—e4, d5Xe4. 10. Pd2Xe4, Pf6Xe4. 11. Lc2Xe4, Tf8—e8. Zie nu diagram. a o c d e i g h Er kan nu volgen: 12. Le4Xh7f, Kg8Xb7. 13. Pf3—g5f, Kh7— g8. 14. Ddlh5, gevolgd door mat op Df7 (na Kf8) of op Dh7 en h8.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 2