ALGEMEEN NSEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
EEN DAG RIDDER
Eerste Blad.
52,50
Kajafas.
No. 8810
VRIJDAG 11 MA ART 1932
72e Jaargang.
FEUILLBT0N,
BINNENLA8P.
Burgemeester en Wethouders van WESTDORPE
a. het aanleggen van een Rijwiel-
pad lanys den keiweg, van
de Kom tot de grens der ge-
meente Axel. (.Lengte 2805
meter).
b. het verharden van een Zij-
kantweg aan het zijkanaal te
Passluis met 85 M2 kei-
bestrating.
b. het maken van grondkeerende
muren, waarop eenvoudige
hekwerken zijn aan te brengen.
/Yy; qeid
30 35 40 ct
AJBONNEMKNTSPRIJSBiinen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
per potr 1.80 per 3 maafctden Brj voor uitbetaling fr. per post /6,60 per jaar
voor Belgie en Amerika /2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonnexnenten voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Ultgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTI8NVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel rneer /0,2ft
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bg regelabonnement te gen verminderd tanef, betwelk op aanvraag
verkrggbaar is. Inzending van advertentien liefst 6en dag voor de uitgav©.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJ D AG A VOND.
zullen op Dinsdag 22 Maart 1932, 's namiddags
2'/2 ure, ten gemeentehuize aldaar aanbeste-
den:
Bestek en voorwaarden zijn tegen 0,50 per
stel verkrijgbaar ter secretarie der gemeente
Westdorpe, waar de teekening ter inzage ligt.
Inlichtingen verstrekt de heer J. Hennink,
architect te Sas van Gent, dagelijks van 89
uur des voormiddags.
Inschrijvingsbiljetten worden tot den dag
der besteding ter secretarie ingewacht.
Westdorpe, 4 Maart 1932.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
F. A. HENDRIKSE, Burgemeester.
R. KIEBOOM, Secretarls.
Ziedaar nu de naam van een man die
in de lijdensweken wel heel dikwijls wordt
genoemd, en van wien wij alien weten,
dat hij op den gang van Jezus lijdens-
geschiedenis ook van zeer groote beteeke-
nis is geweest, maar over wien toch maar
zelden opzettelijk en afzonderlijk wordt
gehandeld. Dat is ook wel te begrijpen.
de persoon van den lijdenden Verlosser
staat zoo zeer in het midden van de be-
langstelling, en daar zijn dan nog boven-
dien nog zooveel andere bijzonderheden
in deze aangrijpende historie, die het
volste recht hebben op onze beschouwing
men denke bij voorbeeld alleen maar aan
de geschiedenis van de vgrloochening van
Petrus), dat men meestal bereid is zich
tevreden te stellen met de enkele vermel-
ding van Kajafas' naam.
Nog komt daar iets bij, namelijk dit, dat
wij van Kajafas betrekkelijk weinig af-
weten. Bekend is, dat hij van ongeveer
18 tot ongeveer 36 na Chr. hoogepriester
is geweest, en dat hij het in dit ambt
langer heeft weten uit te houden dan de
meeste zijner voorgangers of opvolgers.
Kajafas moet dus wel een enorm tactvol,
een zeer voorzichtig en slijn man zijn ge
weest, dat hij bij de zoozeer verwikkelde
omstandigheden in die dagen zoo handig
altijd weer het zeil naar den wind heeft
weten te hangen. Bovendien had hij met
door
K. R. G. BROWNE.
63)
Vervolg.)
Wat Jane betreft, Jane zat aan de tafel.
met haar handen in haar school en luister-
de; luisterde, omdat ze met in de rede val-
len toch geen succes had; luisterde eerst
gelaten, daarna gelnteresseerd en ten slot-
te met een zekere ongerustheid naar het-
geen hij te vertellen had, want iemand,
die zwaar in ernst is kan verbazend over-
tuigend zijn. En toen Peter, bij gebrek
aan nog meer argumenten, zweeg om op
adem te komen, bleef zij hem, eveneens
zwijgend, strak zitten aankijken.
„En nu", begon Peter heesch, na een
paar oogenblikken welverdiende rust, ,,be-
grijp je nu, wat ik bedoel
„Vijf seconden stilte. Dan...
,,Nee!" zei Jane koppig.
De teleurgestelde reaenaar gebaarde
wanhopig met zijn armen.
„Wel heb ik van m'n leHij brak
zijn uitroep middenin af; de uitdrukking
van zijn gezicht veranderde opeens. „Ver-
duiveld", zei hij, ,,waarom heb ik daar
niet eerder aan gedachtMeteen deed
hij twee vlugge stappen in voorwaartsche
richting, bukte zich, draaide zich om en
was bij de deur, voor Jane Craig begreep,
wat hij in zijn schild voerde. Toen ze
ademloos van den schrik, tien tellen later,
de veranda opkwam, zat hij allang op
Toby's fiets en trapte, met de Romney
op zijn stuur, of zijn leven ervan afhing,
het grasveld over. Jane was blijkbaar niet
een groote moeilijkheid te kampen: zijn
schoonvader, die voor hem hoogepriester
was (van 6 tot 15 na Chr.), was niet
alleen blijven leven, nadat hij afgezet was,
doch deze bleef met een niet geringen
aanhang zijn invloed uitoefenen, zoodat
Kajafas dezen listigen Annas niet alleen
had te ontzien, maar hij hem bovendien
ook nog naast zich dulden moest.
Zelf was Kajafas niet iemand, die zich
wilde laten leiden, en toch: de hoogepries-
terlijke zetel was niet zoo vast en stevig
als door buitenstaanders misschien werd
vermoed. Er was altiid een breede schare
van liefhebber.s, die gereed stonden om
als het maar even kon zich naar voren
te dringen om dan ook eens, al was het
maar voor een kort poosje, hoogepriester
te mogen zijn; en daarnaast was er tege-
lijkertijd een groep van mannen, die vroe-
ger het ambt reeds hadden bekleed, en
die het natuurlijk nog maar moeilijk kon-
den zetten, dat zij nu den voorzitters-zetel
niet meer innamen. De vroegere voorzit-
ters van den Joodschen raad (ex-hooge-
priesters) verloren met de waardigheid
niet ook den naam. Zij bleven dien dra-
gen en behielden allerlei voorrechten, die
vroeger aan dat ambt voor hen verbonden
waren geweest. Zij hielden .zitting in het
Sanhedrin. en genoten nog steeds het ge-
zag en behielden gedeeltelijk den invloed,
hun vroeger geschonken. Altijd bleef im-
mers nog de mogelijkheid, dat zoo iemand
(als met Ananel of Joazar geschied was)
nog eens tot het hoogepriesterschap ge-
roepen zou worden, of als zij dat niet
meer voor zichzelf hoopten dan had
den zij toch anderen, voor wie zij ijverden
en die zij later op het gestoelte der eere
hoopten te brengen. Dus was er een groot
,,hoogepriesterlijk geslacht", dat Kajafas
naast zich zag.
Bovendien had Kajafas nog met een
moeilijkheid te rekenen en te kampen, en
dat was deze, dat er in den Joodschen
Raad verscheiden partijen waren, die
elkander absoluut niet konden zetten. Wij
alien gebruiken de namen „overpriesters".
„Schriftgeleerden", Farizeen" vrij slor-
dig door elkaar heen. Doch dit waren
alien afzonderlijke groepen, die sterk van
elkander afweken, en die alien een aparte
kleur en bijzondere eigenaardigheden
hadden.
Er is onzes inziens zeer terecht opge-
merkt, dat de overpriesters in het begin
van de Evangelie-geschiedenis niet voor-
komen. Terwijl de Farizeen en Schrift-
geleerden, de mannen, die ijveren voor de
wet, en aan wie de zorg voor het volk
Gods was toevertrouwd, zorgvuldig iedere
daad van Jezus gadesloegen en op elk
woord van Hem letten, schijnen die over
priesters (althans aanvankelijk) zich vol-
strekt niet om Jezus te hebben bekom-
merd. Hun houding was in den aanvang
eer vriendelijk dan vijandig. Sommigen
hebben gemeend, dat deze overpriesters
geen woord aan Jezus zouden hebben ver-
spild, omdat zij Zijn zaak toch van den
aanvang af een verloren zaak achtten.
Bovendien waren zij de mannen van de
de eenige, die zich onder bijzondere om
standigheden; zelf recht kon verschaf-
fen.
Toen hij den voet van de helling be-
reikt had en moeizaam trappend de be-
stijging begon, verkeerde hij in een gees-
testoestand, waarin hij niets deed, dan
zich oer-verbaasd afvragen, hoe hij zoo
dom had kunnen zijn om zooveel tijd met
noodeloos argumenteeren te vermorsen.
Het was bepaald noodig voor het wel-
slagen van zijn plan om voor Sir Walter
de Old Hall te bereiken, maar de kans,
dat hem dit gelukken zou, was door zijn
plotselijken aanval van welsprekendheid
uiterst gering te noemen. Maar daar hij
met berouw-hebben niets kon winnen,
beet hij zijn tanden op elkaar en spurtte
den steilen heuvel op met een snelheid,
die goede getuigenis en van de kracht
van zijn wil en van die van zijn kuiten
aflegde.
Nu zijn er allicht cynici onder de lezers.
die op dit oogenblik zitten te denken, dat
Peter, door de moeite en inspanning die
hij zich getroostte voor een meisje, die hij
nog geen vierentwintig uur geleden voor
het eerst gezien had, eigenlijk niet veel
anders deed, dan getuigenis afleggen van
karaktereigenschappen, die we beleefd-
heidshalve sentimentaliteit en overdreven
gedienstigheid zullen noemen. Het is
waar, dat het tegenwoordige geslacht met
een gerust geweten ieder individu zijn
eigen boontjes laat doppen en onder ge-
wone omstandigheden was Peter geen
steek altrui'stischer dan de rest. Maar
toevalligerwijs waren dit geen gewone
omstandigheden, ook al wist Peter, die
gedurende het laatste etmaal geen tijd
gehad had om aan gevoelsontleding te
doen, dat zelf nog niet. Weliswaar had
hij vierentwintig uur geleden nog niet ge
weten, dat Jane bestond, maar gedurende
stad, de manner op-en-top van Jeruzalem
en van den tempel, en zoolang als de
Heiland dus in Galilea hoofdzakelijk ver-
blijf hield of in het Overjordaansche. was
Hij voor hen veilig en lieten zij Hem met
rust, omdat Hij ook hen met rust liet. De
Farizeen zijn dus zoo kunnen wij het
zeggen de menschen, die Jezus ge
durende heel Zijn leven hebben bemoei-
lijkt en tegengesproken, de overpries
ters echter, onder aanvoering van de Sad-
duceers Kajafas en Annas, zijn de man
nen, die pas aan het eind van Jezus' leven,
Hem hebben gezocht en ter dood ge-
bracht.
En nu moeten wij om het beeld nog
iets duidelijker en vollediger te maken
ook nog opmerken, dat de Sadduceen (de
partii van Annas en Kajafas) op de hand
waren van de Romeinen. Zij waren de
partii van de listige en officieele staat-
kunde. Zij werden al meer „bedienaars
van den goasdienst' zij waren dan na
tuurlijk de mannen van den tempel tegen-
over de Schriftgeleerden: de lieden van
de Synagoge en van de school. Het
ideaal van de priesters was een priester-
regeering: het ideaal van hun tegenstan-
ders was een Godsregeering, hoezeer ook
misverstaan en ontaard. Dus zagen man
nen als Kajafas en Annas en al die ande
ren in de Romeinen ook geen vijanden.
Hun macht kon onder de Romeinsche
ovefheersching wel voortgaan, ongehin-
derd. Maar daarnaast mogen wij ook niet
uit het oog verliezen, hoe op den duur de
houding van de Sadduceen tegenover
Jezus scherper werd en de houding der
Farizeen wat minder scherp.
Nu dan de Heiland aan het eind van
Zijn leven vooral Jeruzalem kiest als het
middelpunt van Zijn werkzaamheid en
prediking, komt de Heer juist in botsing
met de priesterpartij. Hij tastte den tem
pel aan, hun tempel. Hij behoorde in het
geheel niet tot hur kring en stand, hij
was niet van priesterlijke afkomst wat
Johannes nog wel was Hij toonde al
bizonder weinig achting voor hun ritueel
en verordeningen, en Zijn onvoorzichtig
woord over den tempel wordt nu voor den
dag gehaald en tegen Jezus gebruikt. Er
bleek wel, dat er een beslissing moest
vallen, nu de menschen van alle kanten
naar Jeruzalem waren saamgestroomd. De
zaak werd ernstig besproken in den Jood
schen Raad, en overpriesters en Farizeen,
hoezeer anders verdeeld en gescheiden,
gingen thans samen. ,,Wat zullen wij
doen zeiden zij. Dat ,,deze mensch
vele teekenen doet, wie kan het ontken-
nen Maar zij kunnen Hem niet laten
EEN PRACHT FIETS I
Verkrijgbaar in iederen goeden rijwielhandel.
Fabrikante: Firma GEBRS. KAAN, Middelburg.
(Ingez. Med.)
hun korte maar veelbewogen kennisma-
king had hij haar leeren kennen of ze van
hun prilste jeugd af met elkaar waren
opgegroeid en met het verloopen der uren
begon het meer en meer tot hem door te
dringen, dat ze tot de categorie meisjes
behoorde, waarvan vele jongelingen
droomen, maar die slechtst enkele uitver-
korenen aanschouwen. Hij had haar
echter aanschouwd en daar hij zeer zeker
niet van plan was, om haar weer uit zijn
leven te laten verdwijnen, beschouwde hij
het als zijn plicht, zijn duren plicht om
haar lasten te helpen dragen en haar
tegen gevaren en alle verdere onaange-
name gewaarwordingen te beschermen.
En hij was er zeker van tenzij het hem
lukte om de Romney ongemerkt het schil-
derijenzaaltje weer binnen te smokkelen
dat ze binnenkort zeer onaangename
gewaarwordingen te verduren zou krijgen.
Alles, wat hij in de huiskamer van
„Sonnehoeck" gezegd had, had hij dan
ook gemeend. Hij bezat genoeg men-
schenkennis om Sir Bellerby te zien voor
wat de man was: een aan zelfoverschat-
ting lijdende nul, gehuld in een ontoerei-
kend gewaad van gewichtig-doenerij.
Het Battersmith'sche Kamerlid kon mo-
gelijk, wanneer 't hem convenieerde, zeer
beminnelijk en goedhartig zijn, maar dat
hij een lastige en onscrupuleus vijand
was, als zijn waardigheid of zijn angst-
wekkend opgezwollen gevoel van eigen-
waarde in het gedrang kwam, stond in
Peters' gedachten als een paal boven
water. Hij zou Jane het leven zuur kun
nen maken, als ze haar dwaas plan door-
zette en dus moest dit doorzetten verhin-
derd worden, ten koste van alles, zelfs
ten koste van Peter's zenuwen, als dat
noodig was. Later, als deze ongelooflijke
geschiedenis achter den rug was, had hij
cijd te over om uit te rusten en zijn krach-
begaan. Indien zij Hem alzoo laten ge-
worden, dan zullen zij alien in Hem ge-
looven, en de Romeinen zullen komen, en
wegnemen beide hun plaats en hun volk
Nu hebben zij tot hun geluk een man als
Kajafas aan hun hoofd, een man, die
dadelijk weet, wat er gebeuren moet, en
die volkomen den toestand overziet. Hij
zegt tot den Raad: „Gij verstaat niets.
en gij overlegt niet, dat het ons nut is, dat
een mensch sterve voor het volk, en het
geheele volk niet verloren gaVan dat
oogenblik af staat het vosor hen vast, dat
Jezus zal worden gedood. Kajafas heeft
hen alien in de hand. Hij weet, wat hij
wil. En straks al heel spoedig staat
Jezus voor hem: de hoogepriester voor den
hoogepriester.
Kajafas heeft stellig den schijn voor
zich. Hij staat daar in het voile besef van
zijn waardigheid. De buitenkant is bijzon-
der goed verzorgd. Bovendien is er van
partijs'chap thans ook niets te bespeuren.
De stemming is dit keer eenparig. Die
enkelen, die niet bewilligen, motiveeren
hun stem met geen enkel woord. Jezus
wordt met algemeene stemmen ter dood
veroordeeld. Kajafas heeft een paar
goede uren, het is zijn nac'ht, het is zijn
zege. Intusschen is er van den priester,
van den hoogepriester, in Kajafas wel
niets meer te bespeuren. Hij is voorzitter,
leider, woordvoerder geworden. Hij
regeert, bestuurt, verhoort, regelt. Maar
van een priester of hoogepriester is er
niets meer aan hem. Offeren wij mer-
ken er niets van Kajafas offert op, hij
offert een ander op, hij hakt door, zet
door, forceert. Hij weet Jezus een ver-
klaring af te dwingen, en hij weet gedaan
te krijgen, dat alien het een godsiastering
achten. Een priester, die niet altijd hooge
priester is, is echter geen priester.
Zien wij tegenover dezen hoogepriester
nu Jezus. Hoe is Hij hoogepriester! Hij
heeft een diep en groot medelijden. Hij
offert, altijd en geheel. Jezus tracht geen
oogenblik te ontkomen. Hij offert zich
zelf. volkomen. Zoo werd een overden-
king in beschouwing van Kajafas toch als
vanzelf nog weer een beschouwing van
Jezus Christus, den hoogepriester. Een
hoogepriester, die volkomen kan zalig
maken alien, die door Hem tot God gaan.
alzoo Hij altijd leeft om voor hen te bid
den. Is het wonder, dat de schrijver van
den Hebreer-brief van Jezus gezegd heeft:
,,Wij hebben geen hoogepriester, die niet
kan medelijden hebben met onze zwak-
heden, maar die in alle dingen gelijk, als
wij is verzocht geweest, doch zonder
zonde."
EERSTE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
Aan de orde is de begrooting van Arbeid,
Handel en Nijverheid.
De beer Heerkens Thyssen (,r.k.) brengt
hulde aan den Minister voor diens voort-
ten terug te winnen. Hij was ontegen-
zeggelijk moe, maar aan het eind van zijn
krachten was hij nog niet. Hij had vroe
ger, in dienst der Vreugde, menigen
nacht wakende doorgebracht en nog
nooit was hij den volgenden dag tegen
den middag gesuccombeerd.
In dezen ridderlijken geestestoestand
bereikte hij den top van den heuvel en
begon moedig aan zijn zooveelste spurt.
Het dorp was verbaasd en verheugd
hem zoo spoedig weer terug te zien en
van die gevoelens legde het getuigenis
af, door eerbiedig ruim baan voor hem te
maken. Peter schoot als een prop uit een
proppenschieter door de twee hagen
Sandhavenaars door, reed na een kort
tijdsverloop, gedurende hetwelk hij den
afstand tusschen het dorp en de buiten-
plaats aflegde, met een snelheid, die de
bewonderende goedkeuring van een prof-
wielrenner weggedragen zou hebben,
onder een hoek van vijf en veertig graden
het hek van de Old Hall in en snorde de
oprijlaan op.
Bij zijn aankomst onder aan het terras
constateerde hij, tot zijn groote tevreden-
heid, dat het huis er nog even vredig en
verlaten uitzag als een half uur te voren.
Er was niemand te zien en niets wees er
op, dat Sir Walter bereids teruggekomen
was. Met een zucht van verlichting
plantte Peter zijn fiets tegen het terras-
muurtje en sprong met zijn kostbaren last
onder zijn linkerarm geklemd, met twee
treden tegelijk het trapje op. De voordeur
stond open en toen hij ongerust en ang-
stig op den drempel bleef staan om de
kust te verkennen, hoorde hij alleen een
vaag stemmengegons, dat van achter He
met groen haar bekleede deur, die het
woonhuis met de dienstbodenafdeeling
verbond, vandaan kwam; overigens was
alles stil. Met den overdreven voorzich-
VOOP
per'/2 pond.
(Ingez. Med.)
varendheid. H(j bepleit versobering van ad-
ministratiekosten bij de Rijksverzekerings-
bank.
De heer Gelderman (lib.) hoopt, dat de
Minister een algemeene daling van het prij-
zenniveau zal bevorderen om de concurrentie-
mogelijkheid voor de Industrie te vergrooten.
De heer Serrarens (r.k.) verdedigt de koop-
kracht-theorie, welke z.i. haar bewijs vindt
in de geweldige productiestijigmg en produc-
tie-mogelijkheden. Het is hem een raadsel,
hoe een intemationale loondaling den afzet
van producten zou kunnen bevorderen. Spre-
ker wijst op de resultaten bij: Ford, Filene en
Bata. De regeering late zich niet voor het
wagentje der algemeene loonsverlaging span-
nen.
De heer Wibaut (s.d.) vraagt, of bouw-
credieten ook aan de gemeenten en woning-
bouwvereenigingen zullen worden verleend.
De heer Danz (s.d.) bestrijdt de opvatting,
als zou verlaging van loonen de koopkracht
kunnen bevorderen. Vdorts bepleit hij ver-
betering van steun aan werkloozenkassen, die
door langdurige crisis in moeilijkheden zijn
geraakt.
Voorts dient z.i. de beperking van den
arbeidsduur alle bedrijven te omvatten.
De heer Ter Haar (c.-h.) meent, dat moet
worden voorkomen, dat de gemeentebesturen
door grondmonopolie den particulieren wo-
ningbouw belemmeren.
De heer Koster (lib.) juicht het toe, dat de
verlaging van de productiekosten zal worden
bevorderd. Hij bestrijdt protectionistische-
maatregelen en te sterke contingenteering,
die de concurrentie-mogelijkheid van onze
Industrie verzwakt.
Een loonpeil, dat uitgaat boven de loonen
in de omringende landen, kan op den duur niet
worde gehandhaafd.
De beer Jansen (r.ik.) bepleit de bespoedi-
ging van maatregelen in bet belang van de'
waterverversching in Zuid-Limburg, o.a. door
zuivering van de Geleenbeek.
Mevrouw PostbuisSmit (s.d.) wenscbt
maatregelen in het belang van de arbeiders-
kinderen in de veenkolonien.
tigen gang van iemand, die op eieren
loopt sloop hij de hal door. En onder het
loopen zond zijn hart den wensch op, dat
Toby, die de ongelukkige gewoonte had,
altijd op te duiken daar waar ze hem
konden missen als kiespijn, niet opeens
ergens vandaan te voorschijn zou schie-
ten en hem om uitleg van zijn zonderlinge
handelwijze zou vragen.
De tocht door de hal werd zonder on-
gelukken volbracht. Maar op hetzelfde
oogenblik, dat hij zijn hand naar den
deurknop uitstak, vingen zijn waakzame
ooren een geluid op, dat hem bleek deed
worden onder zijn baard van een dag;
het zachte geronk van een auto, die de op
rijlaan op kwam rijden. Hij hoorde hem,
onder een luid protest-geknerp van het
grint, op het miniatuur-voorplein om-
draaienhij hoorde de geluiden die
stilhouden beteekenen; hij hoorde zware,
gewichtig klinkende voetstappen het ter-
rastrapje opkomen. De Afgevaardigde
voor battersmith was op zijn nest neer-
gestreken.
„Verroest, zei Peter met overtui-
ging. Hij draaide vlug den deurknop om.
sprong het zaaltje binnen en deed de deur
zoo zacht mogeiijk achter zich dicht. Zijn
plan was, om de Romney ergens tegen
een tafeltje of zoo neer te zetten en door
de deur aan den anderen kant weer te
verdwijnen, voor Sir Walter, als een man-
lijke Niobe, op de plaats waar hij zijn
groote verlies geleden had, kwam treuren,
Als extra voorzorg probeerde hij nog,
om de deur naar de hal op slot te doen,
maar dat lukte hem niet, omdat dit maar
van een kant, van buiten af, mogeiijk
was.
(Wordt vervolgd.)