ALGEMEEN NIEUWS- F.N AQVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
EEN DAG RIDDER
N 8806
WOENSD^G 2 M A ART 1932
72e Jaargang.
BINNENLAND.
FBTTIILKTOS.
DE ZWARTE LIEVE VROUW
PLECHTIGE KOMMUNIE
UZENS
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Bulten Ter Neuzen
fr. per post f 1,80 per 3 maanden BQ voor uitbetaling fr. per post f 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen bij voorultbetaling.
Ultgeefster: Flrma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer /0,20.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tanef, hetwelk op aanvraag
verkrrjgbaar is. Inzending van advertentien liefst e6n dag voor de ultgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJD AG A V OND.
HINDER WET.
Burgemeester en Wetbouders vein TER
NEUZEN brengen ter openbare kennis, dat
ter Gemeente-Secretarie ter inzage ligt een
verzoek met bijlagen van AUGUST VER-
STRAETEN te Ter Neuzen, om vergunning
tot bet opricbten van een bewaar- en tap-
plaats van petroleum en benzine, aan de
Stationsweg, op het perceel kadastraal be-
kend in Sectie M No. 29.
Op Dinsdag 15 Maart a.s„ des namid-
dags drie uur, zal in het Gemeentehuis ge-
legenheid .bestaan om bezwaren tegen de in-
williging van dit verzoek in te brengen en
deze mondeling en schriftelijk toe te lichten.
Zoowel de verzoeker, als zij, die bezwaren
hebben, kunnen gedurende drie dagen, v66r
het bovengenoemde tijdstip, ter Secretarie
der gemeente kennis nemen van de ter zake
ingekomen schrifturen.
De aandacht van belanghebbenden wordt er
op gevestigd, dat volgens de bestaande juris-
prudentie niet tot beroep gerechtigd zijn zij,
die niet overeenkomstig artikel 7 der Hinder-
wet op den bovenbepaalden dag voor bet Ge-
meentebestuur zijn verschenen, teneinde
hunne bezwaren mondeling toe te lichten.
Ter Neuzen, den 1 Maart 1932.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
J. HUTZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
EERSTE KAMER.
De begrooting van arbeid, handel en
nijverheid.
In zijn memorie van antwoord irtzake de
begrooting van arbeid, handel en nijverheid
voor 1932 verklaart de Minister, volgens het
uittreksel in de N. R. Crt., dat de regeering
in 't loonvraagstuk slechts een kant van het
veelzijdig crisisprobleem ziet en dat zij het be-
doelde vraagstuk wenscht te bescbouwen in
het algemeen verband met de andere vraag-
stukken in het bedrijfsleven.
De koopkrachttheorie
moge in het algemeen wel een kern van
waarheid bevatten, in concreto mag daaraan
niet te veel waarde worden toegekend.
De Minister beantwoordt de practische
vraag, of deze theorie moet worden toegepast
in een land met een beperkte binnenlandsche
markt, terwijl de productievoorwaarden, in-
ternationaal sterk uiteenloopen ontkennend.
Nog afgezien van het felt, dat het der regee
ring niet gegeven is, de koopkracht van het
geheele Nederlandsche volk kunstmatig te
verhoogen door salaris- en loonsverhooging,
meent de Minister, dat verhooging van sala-
rissen en loonen, voorzoover de regeering die
in de hand zou hebben, de schrille tegenstel-
lingen, welke thans reeds op het stuk van de
loonen in het bedrijfsleven bestaan, nog zou
verscherpen. Op dit punt zal integendeel
juist een grootere gelijkheid moeten worden
nagestreefd.
De koopkracht van het Nederlandsche volk
worde niet bepaald door het in geld uitge-
drukte bedrag, dat aan de loontrekkenden
wordt uitbetaald, doch zij vloeit voort uit de
totale ruilwaarde van zijn oeconomische pres-
taties.
Verhooging van de koopkracht moet dan
ook naar zijn meening worden nagestreefd
door alle oeconomische krachten tot het
uiterste te spannen en alle kansen te gebrui-
ken. In dien gedachtengang kan
de noozakelijkheld van loonsverlaging
niet worden uitgeschakeld.
Wordt die noodzaak niet aanvaard, dan
beteekent dat, dat vele kansen ongehruikt
worden gelaten, dat derhalve de oeconomische
prestaties beneden het mogelijke blijven en
dat de koopkracht der geheele natie wordt
door
K. R. G. BROWNE.
59) (Vervolg.)
Wel, er zat maar een ding op en dat
eene ding moest met bekwamen spoed ge-
beuren. Hij moest probeeren. haar te
achterhalen en als hij haar had, haar het
meer dan idiote plan uit haar hoofd pra-
ten. Want natuurlijk gelukte het haar,
ongeroutineerde inbreekster als ze was,
nooit om die Constable ongemerkt op d'r
plaats te leggen en er daarna stilletjes
met de Romney vandoor te gaan. En als
ze ontdekt werd dat had Peter haar nu
al wel tien keer gezegd en dat was ook
zijn rotsvaste overtuiging zou ze van
den kant van Sir Walter niet de minste
Cinsideratie ondervinden. Ten koste van
alles, van alles, moest ze achterhaald en
van haar onverantwoordelijke plan afge-
bracht worden. Maar hoe?
Hij keerde zich met een ruk naar den
bejaarden boodschapper om.
,,Hoe ver is 't van hier naar Sand-
haven?"
Sandhaven? Laot's kaike 'n vaif of
zes kilometer zou 'k zegge".
,,Kan ik ergens hier in de buurt mis-
geschaad. Zeker niet het minst ten nadeele
van de geheele groep van loontrekkenden.
Ongctvvijfeld is het arbeidploon niet de
eenige factor
waarmee rekening moet worden gehouden.
Toch is deze factor van groote in sommige
gevailen zelfs van beslissende beteekenis. De
Minister kan dan ook in beginsel niet afwij-
zend staan tegenover verlaging van arbeids-
loonen, in zooverre deze allereerst ten doel
heeft, intemationaal eenigszins meer gelijk
heid der geldloonen te bevorderen, waardoor
de exportkansen grooter worden.
Echter, ndet uitsiuitend langs dezen weg
moet gestreefd worden naar een verhooging
van onze oeconomische prestaties. Ook an
dere middelen moeten worden aangegrepen;
wellicht kan
de nieuwe organisatie en de uitbreiding
van den oecopomischen voorlichtings-
dienst
ten deze aanwijzingen verschaffen.
Intusschen zal de gezondmaking van het
bedrijfsleven alleen kunnen worden bereikt
door samenwerking van alle economische
krachten; de overheid kan daarbij alleen
voorlichtend en gedeeltelijk ook leidend op-
treden.
Daamaast heeft zij een sociale taak te ver-
vullen, o.m. met betrekking tot de zorg voor
werkloozen. De uitkeering van werkloozen
wordt echter bepaald niet alleen door de be-
hoeften der betrokkenen, doch mede door het
draagvermogen der volksgemeenschap.
Arbeid,sduur.
De heerschende crisis verzet zich voorals-
nog tegen uitbreiding van de werkingssfeer
der arbeidswet, omdat daardoor nieuwe lasten
op het( bedrijfsleven zouden worden gelegd.
Het is juist, dat enkele verkeersongevallen
te wijten zijn aan oververmoeidheid van de
chauffeurs. De Minister zal aan deze aan-
gelegenheid zijn bijzondere aandacht schenken.
Omtrent de vervroeging van het uur van
aanvang van den verkoop van versch brood
heeft de Minister het advies gevraagd van den
Hocgen Raad van Arbeid. Dit advies heeft
hem nog niet bereikt..
Arbeidsgeschillenwet.
Nu het optreden van den rjjksbemiddelaar
in het conflict in de textielindustrie in Twente
niet tot oplossing heeft geleid en partijen
niet tot overeenstemming kunnen komen om
trent bemiddeling of arbitrage, is bij de re
geering in overweging of tot het instellen van
een onderzoek (enquete) als bedoeld in par. 4
van hoofdstuk II der arbeidsgeschillenwet
dient te worden overgegaan. Bij een dergelijke
enquete kan krachtens art. 49 der arbeids
geschillenwet overlegging van de boeken der
bij het gesohil betrokken ondememingen
worden gevorderd.
Sociale verzekering.
Het had in het voomemen van den Minister
gelegen om de materieele herziening der on-
derscheidene verzekeringswetten vooraf te
doen gaan aan een meer formeele herziening
der sociale verzekering. Door de hevige
maatschappelrjke stormen is uitvoering van
dit voomemen onmogelijk geworden zoodat
ten hoogste eenige bescheiden verbeteringen,
m de ouderdbmsverzekering zullen kunnen
worden aangebracht. Daarmede is de meer
formeele herziening der verzekering op den
voorgrond gekomen. De Minister stelt zich
DE GEKENDE KLEEDERMAGAZIJNEN
Zuivelbrug 7, Gent (slechts den ingang, juist
aan .de brug), staan dit jaar terug aan de
spits met mooie keus aan voordeelige prijzen!
HEEREN- EN KINDERKLEEDEREN.
5 aan d,e kroostrjjke gezinnen.
(Ingez. Med.)
schien het een of ander krijgen, dat me
er naartoe brengt, een auto, of paard,
of n fiets, ofeen kameel des-
noods".
De Sussexsche inboorling krabde zich
in z'n witte baardje.
,,Nei". gaf hij langzaam antwoord.
,,'Ier in de buurt ben der geen kameels,
zoover k weet. Moar doar gunder op de
„Vier Ei'ken" dar woont Mr. Brachett,
miskien da-die je wel 'n poard of n fies
wil leenen. En n eindje den weg af woont
Dr. Bunting die heb 'n oto. Anders
woont d'r niemand hier dicht in de buurt,
zoover 'k weet".
De voorstellen Brachett en Bunting
werden niet enthousiast ontvangen.
,,Nee besliste Peter, ,,die heeren zal
ik vanmorgen maar niet meer lastig val-
len. Wat is de weg naar Sandhaven?
Misschien kan ik met den een of ander
een eindje meerijden, of kan ik ergens
doorsteken?"
De man met het merkwaardig-kleine
petje knikte nadrukkelijk en kwam opeens
los.
,,Jaa, ge ken doorsteke. Dan mo-je zoa
goan: Deze weg af to'-je kompt an waar
het huusje van vrouw Peabody estoan
heb veur 't afgebroke wier, dan rechts af
en 't pad deur de wai van boer Tingly
langs, to-je kompt woar ze de nieuwe
kark goan bouwe, as ze de cente derveur
hebbe, dan weer rechtsaf to'-je kompt
waar de eendevaiver wier, veur-datte
dicht-egooid wier en dan langs 't pad
voor, thans deze formeele herziening aan te
vatten. Daarbij zal o.m. aan de orde komen
de wensehelijkheid om de uitvoering der On-
gevallenwet 1921 in overeenstemming te
brengen met die der land- en tuinbouwon-
gevallenwet 1922 alsmede de betrekking tus-
schen ongevailenverzeker. ng en ziekteverze-
kering.
Invoering van Staatspensioen kan niet
worden overwogen.
Werkloosheidpverzekering.
De regeering is bereid te overwegen, of het
mogelijk is te bereiken, dat de werkloozen-
kassen het jaar 1933 niet geheel zonder mid
delen ingaan.
Met onderzoek van de grondslagen voor een
wettelijke regeling der werkloosheidsverzeke-
ring houdt de Minister zich bezig. Naar
's Ministers meening kan het plan-Keesing
den toets der critiek niet doorstaan.
Het werken van buitenlandsche arbeiders
heeft een interdepartementale commissie on-
derzocht. De regeering overweegt het rap
port van die commissie.
Het vraagstuk van een Industriebank zal
de Minister nader ter hand nemen als het
wetsontwerp tot instelling van een Econo-
mischen Raad wet zal zijn geworden.
De Minister wijst erop, dat de begrootings-
post voor de tuberculose-bestrijding onge-
wijzigd is gebleven. Piaatselijke vereenigin-
gen hebben door vermindering der bijdragen
van particulieren met moeilijkheden te kam-
pen.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
Besloten wordt, Vrijdag, tegekjk met de
Indische begrooting, te behandelen het wets
ontwerp inzake de bestuurshervorming in
Nederlandsch-lndie..
Hierna interpelleert de beer Weitkamp
(c.-h.) over den noodtoestand in den land-
bouw.
Spreker betoogt, dat vele bedrijven thans
(net verlies werken. Dit is speciaal het geval
met het gemengde bedrijf, waar zelfs de on-
kosten niet meer kunnen worden goedge-
maakt.
Interpellant vraagt voorts, of de Minister
maatregelen wil treffen; om een eenigszins
loonenden melkprjis te ver;-njgen; om, tot be-
houd van de Engelsche markt voor Neder
landsche bacon, ten bate van den varkens-
export een uitvoerpremie toe te kennen, en
om den invoer van buitenlandsche rogge te
beperken en verplicht te stellen 25 pCt. rogge-
bloem in het brood te bakken.
Ook vraagt hij het gebruik van Neder
landsche gerst door bierbrouwerijen verplicht
te stellen en de oprichting van een suppletie-
fonds voor het betalen van de sociale verzeke
ring. Spreker wenscht nog verlaging van de
spoorvrachten, uitbetaling van den steun aan
kool-verbouwers, en vermindering van rente
en aflossing voor hen, die met rijksgeld een
landbouwbedrijf op woesten grond hebben in-
gericht.
Minister Ruys de Beerenbrouck antwoordt,
dat verscheidene onderwerpen, door interpel
lant aangevoerd, een punt van onderzoek uit-
maken. Spreker is dienaangaande rapporten
wachtend. Over de kwestie van den melk-
prijs kan hij nog geen afdoend antwoord
geven. Inzake de spoorwegtarieven is ook
nog een onderzoek gaande; het rapport der
commissie-de Vries zal nog deze maand ver-
schijnen.
DE NEDERLANDSCH-BELGISCHE
ONDERHANDELINGEN.
In de laatste dagen geven geruchten om
trent de Nederlandseh-Belgische onderhande-
lingen weer ruimschoots aanleiding tot com-
mentaren in de pers, terwijl de gemeenteraad
van Rotterdam zich daaromtrent in een motie
tegenover de Regeering uitsprak. Men
koestert daar groote vrees, dat een gesloten
kanaal van af de Antwerpsche dokken, in
verbinding met het Hollandsch Diep, hetgeen
als een groot nadeel voor Rotterdam wordt
veur je uut to'-fe kompt waar de galleg
estoan het, veur datte ze de gallege af-
schafte en dan weer rechts af en ben bi-je
zoa op de Sandhave weg. Da scheelt je
omtrent wel drie kilometer, zou ik zegge".
,,Neem me niet kwalijkzei Peter,
,,maar wil u dat nog eens opzeggen
langzaam bedoel ik. Ik ben s Zondags
nooit erg vlug van begrip". En toen z'n
verzoek ingewilligd was: ,,Dank u wel.
Nu vind ik het vast. Goeien morgen".
Hij knikte den patriarch toe, keerde zich
op zijn hakken om en aanvaardde zijn
zooveelsten wandeltocht.
Die wandeltocht bleek een verkapte
cross-country te zijn. Onder andere om-
standigheden zou hij misschien van de
frissche koele morgenlucht, de gezonde
lichaamsbeweging en de prachtige ver-
gezichten genoten hebben, maar nu was
dit niet het geval. Hij voelde zich ver-
moeid, hongerig en geestelijk in den put.
Het waanzinnige avontuur was niet on-
vermakeliik geweest, zoolang Jane in de
buurt was, want in het gezelschap van
een aardig meisje kan een jongmensch
veel hebben. Maar nu ze hem zoo wree-
delijk verlaten had was de humor van de
situatie vervluchtigd en leek het onder-
maansche hem een droevig tranendal.
Maar hij vermorste geen moment met ijdel
zelfbeklag, dat was nu eenmaal zijn ge-
woonte niet: hij had maar een doel, de
vluchtelinge achterhalen en haar tegen
haar eigen impulsiviteit in bescherming
nemen een nobel plan, dat door de niet
beschouwd, in de overeenkomst reeds is of zou
worden vastgelegd. Ook in Noord-Brabant
spreekt men zich steeds tegenover zoo'n ge
sloten kanaal uit, doch wenscht dit wel van
Bath naar Dintelsas in open verbinding met
de Wester-Schelde.
De N. R. Crt. bevatte j.l. Vrijdag het vol-
gende bericht:
Naar wij tot onze ontsteltenis in verband
met de reeds vermelde geruchten vememen,
zijn inderdaad eenige weken geleden verschil-
lende afzonderlijke overeenkomsten tusschen
Nederland en Belgie betreffende de Schelde-
Rijnverbinding, de Maas-kwestie enz. door de
Nederlandsche onderhandelaars onder leiding
van dr. Colijn en door de Belgische onder
handelaars geparafeerd en liggen deze docu-
menten thans ter onderteekening van de beide
regeeringen op de ministeries van buiten
landsche zaken te 's Gravenhage en Brussel.
Wat de Schelde-Rijnverbinding betreft,
wordt van Belgische zijde medegedeeld, dat
het plan van Konijnenburg inhoudt, wat dan
een gesloten kanaal DintelsasAntwerpen
moet beteekenen met een sluis in de buurt
van Bath voor de verbinding van Bergen op
Zoom met Zeeuwsch-Vlaanderen, derhalve een
pseudo Moerdijk-kanaal. In Belgie geeft men
voor, op deze oplossing geen grooten prijs te
stellen en zeker te zijn nog meer te zullen
verkrijgen, indien zij opnieuw verworpen zou
worden
Dit zal niet anders zijn dan een opzette-
lijke verkleininlg van het door Belgie bereikte
resultaat, om het Belgische succes te sluieren.
Ook werd gezegd, dat de tusschen de onder
handelaars der beide regeeringen verkregen
overeenstemming aan een termijn gebonden
was, zoodat wanneer v66r het eipde van den
zomer het accoord tusschen de beide landen
niet in kannen en kruiken zou zijn, Belgie
aan de overeenkomsten niet meer gebonden
zou zijn.
Daarop zijn in verschillende bladen meer of
minder ver gaande dementies verschenen, die
overigens nog alles te raden lieten.
Het ..Dagblad voor Noord-Brabant" stelde
vast, dat die klaarblrjkelijk van het Departe-
ment van Buitenlandsche zaken afkomstig
waren. Het is daarom nog eens bij goed in-
gelichte persoonlijkheden op kondschap uitge-
gaan en het resultaat daarvan is, dat het blad
thans vaststelt. dat de tegenspraken mislei-
dend zijn en dat het onwaar is, dat de kern
van ons bericht ongegrond zou zijn.. Het blad
schrijft dan verder:
..Minister Beelaerts van Blokland heeft wel
degelijk toezeggingen aan Belgie gedaan be
treffende een de grens kruisend kanaal, dat de
kenmerken heeft van een nieuw ,,Moerdijk"-
kanaal. Hij had die toezeggingen reeds v66r
onze onthullingen van September j.l. gedaan
en heeft dan ook de Staten-Generaal beslist
met een kluitje in het riet gestuurd, toen hij
in het najaar verklaarde dat niets zou wor
den „vastgelegd" alvorens het provinciaal be-
stuur van Noord-Brabant om advies zou zijn
gevraagd.
Aan het provinciaal bestuur van Noord-
Brabant is dan ook slechts advies gevraagd
voor zoover dit advies binnen de perken der
aan Belgie gedane toezeggingen bleef. En tot
die toezeggingen behoort het voor Brabant,
voor geheel Nederland en voor den vrede in
West-Europa zoo noodlottige zijkanaal naar
de Belgische grens en dus naar de dokken
van Antwerpen, dat aan het kanaal van Din
telsas naar Bath zou worden gevoegd.
Met nadruk is ons te kennen gegeven,, dat
het oogenschijnlijk breede gebaar, waarmede
beloofd is, dat eerst het oordeel van het pro
vinciaal bestuur van Noord-Brabant zou wor
den gevraagd alvorens over de toekomst van
Brabant zou worden beslist, feitelijk'maar een
ijdel gebaar is geweest. Alleen op het stuk
van het peil en het gebalte van het water in
het kanaal-vak Dintelsas-Bath is met het
Brabantseh verlangen rekening gehouden.
Voor de mogelijkheid eener open zeehaven
aan den Brabantschen wal is hoegenaamd
niet gezorgd.
bepaald duidelijke weg-aanwijzingen van
den patriarch echter in het water dreigde
te vallen.
Maar na minstens vier uur werkeloos
toekijken besloot het Toeval een handje
mee te helpen. De toestand was dan ook
wel penibel; zelf een ervaren ontdekkings-
reiziger zou er bezwaar tegen gehad
hebben om met behulp van Jandteekens",
die opgehouden hadden te bestaan of nog
met bestaan begingen moesten, zich een
weg te banen door een onbekende land-
streek, en Peter was geen ontdekkings-
reiziger. Tot wijlen het huisje van vrouw
Peabody te herkennen aan een grooten
berg rommel, in hoofdzaak vuilnis en puin
vond hij den weg gemakkelijk genoeg.
maar daarna werd het een dwalen door
een reeks verlaten velden, zoo nu en dan
in gezelschap van een losloopende koe.
Maar de Schikgodinnen, die oordeelen,
dat de maat van z'n lijden vol was, trok-
ken zich zijn lot aan en voerden zijn on-
'ekere schreden langs den weg, dien ze
gaan moesten. Met het gevolg, dat een
gevoel van trots over zijn merkwaardig
vermogen om zich te orienteeren z'n boe-
zem doortrilde toen hij na een heele poos
loopen, door een opening in de haag, on-
verwacht op den hoofdweg kwam en daar
een wegwijzer ontdekte, die met een arm,
waarop ..Sandhaven 2 K.M." stond, aan-
moedigend naar het oosten wees. Met het
gevoel van een ouden verweerden zeerob,
die na jaren rondzwalken in zuidelijke
zeeen, de blanke krijtrotsen van Albion
Verzekerd is ons ook, dat dr. Colijn, de
Nederlandsche onderhandelaar, reeds eenigen
tijd levendig betreurt, dat hij zich heeft laten
vinden voor onderhandelingen op de basis van
het nieuwe kanaal van Antwerpen af door de
Westerschelde naar het Hollandsch Diep.
Eveneens is ons verzekerd, dat van Neder
landsche zijde luchthartig over de bezwaren
tegen een pseudo Moerdijkkanaal is gedacht,
omdat men de verwachting koestert, dat
Belgie, wegens zijn treurigen financieelen
toestand, toch niet tot de uitvoering van het
plan zal kimnen komen.
Afgezien van de omstandigheid, dat het
ernstigen staatslieden niet past, aan een
vreemde mogendheid een werk toe te staan,
op grond van de kansberekening dat het toch
niet tot stand zal kunnen komen, is daarbij
wel al te weinig aan Frankrijk, dat met ge-
noegen desnoods een paar milliarden aan
Belgie leent om zijn veiligheidspolitiek tot
aan den Rijn in het Noorden uit te strekken.
Gelukkig is onze regeering nog niet ge
bonden
En wanneer de thans bereikte overeen
stemming tusschen de Nederlandsche en de
Belgische onderhandelaars niet dozen zomer
door de regeeringen van 's-Gravenhage en
Brussel bekrachtigd is, vervallen zelfs de
voorloopige overeenkomsten. Want de Bel
gische minister van buitenlandsche zaken, de
heer Paul Hijmans, die het doet voorkomen
alsof Belgie eigenlijk veel te toescbietelijk is,
heeft het tactisch geacht zijn Nederlandschen
collega een spoedige capitulatie op te dringen.
Er bestaat dus nog een goede kans om het
drejgende onheil te bezweren en om het
Nederlandsch altematief: het kanaal Dintel
sasBath, uitmondend in een open vak der
Westerschelde aan den Brabantschen wal en
door Nederland zelf bekostigd, tot werkelijk-
heid te maken.
Mits de openbare meening in Nederland
voortgaat op te komen voor het behoud van
de essentieele belangen der natie, die te-
vens vereischten zijn voor het behoud van den
vrede in West-Europa".
De gemeenteraad van Rotterdam nam
Maanaag een motie aan, waarin gesteld
wordt dat de Raad, kennis genomen hebben-
de van de stappen door B.. en W. inzake de
onderhandelingen met Belgie bij de regeering
gedaan;
van oordeel, dat het gewenscht is de
betrekkingen met Belgie op vriendschappelijke
wijze te regelen;
van oordeel echter, dat het scheppen van
een nieuwe verbinding tusschen den Rijn en
de Schelde van zeer grooten invloed zou zijn
op het Rijnverkeer van Rotterdam, en der
halve en levensbelang dezer stad zou raken,
en dat bepaaldelijk de werkloosheid in de
haven van Rotterdam daarvoor een blijvend
karakter zou krijgen, waardoor het stads-
bestuur voor onoplosbare moeilijkheden zou
komen te staan;
als zijn verwachting uitspreekt dat de
jVederlandsche regeering, als hehbende te be
vorderen de Nederlandsche welvaart, waar-
van de Nederlandsche zeehavens een der
meest waardevolle bronnen vormen, bij de
onderhandelingen met Belgie ten voile reke-
ming zal houden met de levensbelangen dezer
stad en geen nieuwe verplichtingen voor ons
land zal aanvaarden, waardoor het verkeer
wan onze zeehavens naar buitenlandsche ha
vens zal worden overgebracht en de welvaart
dezer laatste derhalve slechts zou worden
bevorderd ten koste van de Nederlandsche
havens.
Deze motie zal ter kennis van de regeering
worden gebracht.
CONTINGENTEERING VAN BROOD.
Op de schriftelijke vragen van het Tweede
Kamerlid Hermans:
1. Heeft de Minister, na zijne verklaring
in de Tweede Kamer op 2 December 1931
„dat het brood een der eerste artikelen is'
waarvan men moet nagaan of het niet voor-
door den mist ziet opduiken, haalde hij
verhcht adem en keerde zich met zijn qe-
zicht naar het oosten. Als het hem ge
lukte even voor of kort na Jane Old Hall
te bereiken, was alles nog niet verloren.
Hij haalde voor den tweeden keer diep
adem en schoot in looppas den weg af.
In de archieven van het Oriel College
Oxford, staat vermeld. dat een zekere^P
Q. Cardinal, op een tijdstip, nog niet lang
geleden, de vijftienhonderd meter in vier
minuter, en drie en veertig seconden af-
gelegd heeft, een prestatie, waarmee hij
lauweren, veel lauweren oogstte. Maar dit
roemrijke feit, hoe geweldig ook, had dien
moed en wilskracht vereischt, die dezelfde
Mr. Cardinal dien ochtend in Sussex ten
toon spreidde. Want bij de vorige ge-
legenheid was hij door en door getraind
en behoorlijk gekleed geweest, terwijl hij
nu, lichamelijk, in buitengewoon Slechte
conditie was en een tenue droeg of hij uit
een circus weggeloopen was. Toen had
den de toejuichingen van een enthousiaste
menigte hem tot een zich tot het uiterste
geven aangespoord; nu had hij slechts zijn
ongerustheid over Jane, die zijn moeden
voeten kracht om voort te gaan moest
geven. En daarom was het hem en als
man en als athleet als een groote ver-
dienste aan te rekenen, dat hij nu liep,
zooals hij nog nooit geloopen had en stel
lig ook nooit meer loopen zou.
(Wordt vervolgd.