ALGEMEEN NIEUWS- F.N AQVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. EEN DAG RIDDER N 8806 WOENSD^G 2 M A ART 1932 72e Jaargang. BINNENLAND. FBTTIILKTOS. DE ZWARTE LIEVE VROUW PLECHTIGE KOMMUNIE UZENS ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Bulten Ter Neuzen fr. per post f 1,80 per 3 maanden BQ voor uitbetaling fr. per post f 6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor bet buitenland alleen bij voorultbetaling. Ultgeefster: Flrma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer /0,20. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tanef, hetwelk op aanvraag verkrrjgbaar is. Inzending van advertentien liefst e6n dag voor de ultgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJD AG A V OND. HINDER WET. Burgemeester en Wetbouders vein TER NEUZEN brengen ter openbare kennis, dat ter Gemeente-Secretarie ter inzage ligt een verzoek met bijlagen van AUGUST VER- STRAETEN te Ter Neuzen, om vergunning tot bet opricbten van een bewaar- en tap- plaats van petroleum en benzine, aan de Stationsweg, op het perceel kadastraal be- kend in Sectie M No. 29. Op Dinsdag 15 Maart a.s„ des namid- dags drie uur, zal in het Gemeentehuis ge- legenheid .bestaan om bezwaren tegen de in- williging van dit verzoek in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te lichten. Zoowel de verzoeker, als zij, die bezwaren hebben, kunnen gedurende drie dagen, v66r het bovengenoemde tijdstip, ter Secretarie der gemeente kennis nemen van de ter zake ingekomen schrifturen. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat volgens de bestaande juris- prudentie niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig artikel 7 der Hinder- wet op den bovenbepaalden dag voor bet Ge- meentebestuur zijn verschenen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Ter Neuzen, den 1 Maart 1932. Burgemeester en Wethouders voomoemd, J. HUTZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. EERSTE KAMER. De begrooting van arbeid, handel en nijverheid. In zijn memorie van antwoord irtzake de begrooting van arbeid, handel en nijverheid voor 1932 verklaart de Minister, volgens het uittreksel in de N. R. Crt., dat de regeering in 't loonvraagstuk slechts een kant van het veelzijdig crisisprobleem ziet en dat zij het be- doelde vraagstuk wenscht te bescbouwen in het algemeen verband met de andere vraag- stukken in het bedrijfsleven. De koopkrachttheorie moge in het algemeen wel een kern van waarheid bevatten, in concreto mag daaraan niet te veel waarde worden toegekend. De Minister beantwoordt de practische vraag, of deze theorie moet worden toegepast in een land met een beperkte binnenlandsche markt, terwijl de productievoorwaarden, in- ternationaal sterk uiteenloopen ontkennend. Nog afgezien van het felt, dat het der regee ring niet gegeven is, de koopkracht van het geheele Nederlandsche volk kunstmatig te verhoogen door salaris- en loonsverhooging, meent de Minister, dat verhooging van sala- rissen en loonen, voorzoover de regeering die in de hand zou hebben, de schrille tegenstel- lingen, welke thans reeds op het stuk van de loonen in het bedrijfsleven bestaan, nog zou verscherpen. Op dit punt zal integendeel juist een grootere gelijkheid moeten worden nagestreefd. De koopkracht van het Nederlandsche volk worde niet bepaald door het in geld uitge- drukte bedrag, dat aan de loontrekkenden wordt uitbetaald, doch zij vloeit voort uit de totale ruilwaarde van zijn oeconomische pres- taties. Verhooging van de koopkracht moet dan ook naar zijn meening worden nagestreefd door alle oeconomische krachten tot het uiterste te spannen en alle kansen te gebrui- ken. In dien gedachtengang kan de noozakelijkheld van loonsverlaging niet worden uitgeschakeld. Wordt die noodzaak niet aanvaard, dan beteekent dat, dat vele kansen ongehruikt worden gelaten, dat derhalve de oeconomische prestaties beneden het mogelijke blijven en dat de koopkracht der geheele natie wordt door K. R. G. BROWNE. 59) (Vervolg.) Wel, er zat maar een ding op en dat eene ding moest met bekwamen spoed ge- beuren. Hij moest probeeren. haar te achterhalen en als hij haar had, haar het meer dan idiote plan uit haar hoofd pra- ten. Want natuurlijk gelukte het haar, ongeroutineerde inbreekster als ze was, nooit om die Constable ongemerkt op d'r plaats te leggen en er daarna stilletjes met de Romney vandoor te gaan. En als ze ontdekt werd dat had Peter haar nu al wel tien keer gezegd en dat was ook zijn rotsvaste overtuiging zou ze van den kant van Sir Walter niet de minste Cinsideratie ondervinden. Ten koste van alles, van alles, moest ze achterhaald en van haar onverantwoordelijke plan afge- bracht worden. Maar hoe? Hij keerde zich met een ruk naar den bejaarden boodschapper om. ,,Hoe ver is 't van hier naar Sand- haven?" Sandhaven? Laot's kaike 'n vaif of zes kilometer zou 'k zegge". ,,Kan ik ergens hier in de buurt mis- geschaad. Zeker niet het minst ten nadeele van de geheele groep van loontrekkenden. Ongctvvijfeld is het arbeidploon niet de eenige factor waarmee rekening moet worden gehouden. Toch is deze factor van groote in sommige gevailen zelfs van beslissende beteekenis. De Minister kan dan ook in beginsel niet afwij- zend staan tegenover verlaging van arbeids- loonen, in zooverre deze allereerst ten doel heeft, intemationaal eenigszins meer gelijk heid der geldloonen te bevorderen, waardoor de exportkansen grooter worden. Echter, ndet uitsiuitend langs dezen weg moet gestreefd worden naar een verhooging van onze oeconomische prestaties. Ook an dere middelen moeten worden aangegrepen; wellicht kan de nieuwe organisatie en de uitbreiding van den oecopomischen voorlichtings- dienst ten deze aanwijzingen verschaffen. Intusschen zal de gezondmaking van het bedrijfsleven alleen kunnen worden bereikt door samenwerking van alle economische krachten; de overheid kan daarbij alleen voorlichtend en gedeeltelijk ook leidend op- treden. Daamaast heeft zij een sociale taak te ver- vullen, o.m. met betrekking tot de zorg voor werkloozen. De uitkeering van werkloozen wordt echter bepaald niet alleen door de be- hoeften der betrokkenen, doch mede door het draagvermogen der volksgemeenschap. Arbeid,sduur. De heerschende crisis verzet zich voorals- nog tegen uitbreiding van de werkingssfeer der arbeidswet, omdat daardoor nieuwe lasten op het( bedrijfsleven zouden worden gelegd. Het is juist, dat enkele verkeersongevallen te wijten zijn aan oververmoeidheid van de chauffeurs. De Minister zal aan deze aan- gelegenheid zijn bijzondere aandacht schenken. Omtrent de vervroeging van het uur van aanvang van den verkoop van versch brood heeft de Minister het advies gevraagd van den Hocgen Raad van Arbeid. Dit advies heeft hem nog niet bereikt.. Arbeidsgeschillenwet. Nu het optreden van den rjjksbemiddelaar in het conflict in de textielindustrie in Twente niet tot oplossing heeft geleid en partijen niet tot overeenstemming kunnen komen om trent bemiddeling of arbitrage, is bij de re geering in overweging of tot het instellen van een onderzoek (enquete) als bedoeld in par. 4 van hoofdstuk II der arbeidsgeschillenwet dient te worden overgegaan. Bij een dergelijke enquete kan krachtens art. 49 der arbeids geschillenwet overlegging van de boeken der bij het gesohil betrokken ondememingen worden gevorderd. Sociale verzekering. Het had in het voomemen van den Minister gelegen om de materieele herziening der on- derscheidene verzekeringswetten vooraf te doen gaan aan een meer formeele herziening der sociale verzekering. Door de hevige maatschappelrjke stormen is uitvoering van dit voomemen onmogelijk geworden zoodat ten hoogste eenige bescheiden verbeteringen, m de ouderdbmsverzekering zullen kunnen worden aangebracht. Daarmede is de meer formeele herziening der verzekering op den voorgrond gekomen. De Minister stelt zich DE GEKENDE KLEEDERMAGAZIJNEN Zuivelbrug 7, Gent (slechts den ingang, juist aan .de brug), staan dit jaar terug aan de spits met mooie keus aan voordeelige prijzen! HEEREN- EN KINDERKLEEDEREN. 5 aan d,e kroostrjjke gezinnen. (Ingez. Med.) schien het een of ander krijgen, dat me er naartoe brengt, een auto, of paard, of n fiets, ofeen kameel des- noods". De Sussexsche inboorling krabde zich in z'n witte baardje. ,,Nei". gaf hij langzaam antwoord. ,,'Ier in de buurt ben der geen kameels, zoover k weet. Moar doar gunder op de „Vier Ei'ken" dar woont Mr. Brachett, miskien da-die je wel 'n poard of n fies wil leenen. En n eindje den weg af woont Dr. Bunting die heb 'n oto. Anders woont d'r niemand hier dicht in de buurt, zoover 'k weet". De voorstellen Brachett en Bunting werden niet enthousiast ontvangen. ,,Nee besliste Peter, ,,die heeren zal ik vanmorgen maar niet meer lastig val- len. Wat is de weg naar Sandhaven? Misschien kan ik met den een of ander een eindje meerijden, of kan ik ergens doorsteken?" De man met het merkwaardig-kleine petje knikte nadrukkelijk en kwam opeens los. ,,Jaa, ge ken doorsteke. Dan mo-je zoa goan: Deze weg af to'-je kompt an waar het huusje van vrouw Peabody estoan heb veur 't afgebroke wier, dan rechts af en 't pad deur de wai van boer Tingly langs, to-je kompt woar ze de nieuwe kark goan bouwe, as ze de cente derveur hebbe, dan weer rechtsaf to'-je kompt waar de eendevaiver wier, veur-datte dicht-egooid wier en dan langs 't pad voor, thans deze formeele herziening aan te vatten. Daarbij zal o.m. aan de orde komen de wensehelijkheid om de uitvoering der On- gevallenwet 1921 in overeenstemming te brengen met die der land- en tuinbouwon- gevallenwet 1922 alsmede de betrekking tus- schen ongevailenverzeker. ng en ziekteverze- kering. Invoering van Staatspensioen kan niet worden overwogen. Werkloosheidpverzekering. De regeering is bereid te overwegen, of het mogelijk is te bereiken, dat de werkloozen- kassen het jaar 1933 niet geheel zonder mid delen ingaan. Met onderzoek van de grondslagen voor een wettelijke regeling der werkloosheidsverzeke- ring houdt de Minister zich bezig. Naar 's Ministers meening kan het plan-Keesing den toets der critiek niet doorstaan. Het werken van buitenlandsche arbeiders heeft een interdepartementale commissie on- derzocht. De regeering overweegt het rap port van die commissie. Het vraagstuk van een Industriebank zal de Minister nader ter hand nemen als het wetsontwerp tot instelling van een Econo- mischen Raad wet zal zijn geworden. De Minister wijst erop, dat de begrootings- post voor de tuberculose-bestrijding onge- wijzigd is gebleven. Piaatselijke vereenigin- gen hebben door vermindering der bijdragen van particulieren met moeilijkheden te kam- pen. TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. Besloten wordt, Vrijdag, tegekjk met de Indische begrooting, te behandelen het wets ontwerp inzake de bestuurshervorming in Nederlandsch-lndie.. Hierna interpelleert de beer Weitkamp (c.-h.) over den noodtoestand in den land- bouw. Spreker betoogt, dat vele bedrijven thans (net verlies werken. Dit is speciaal het geval met het gemengde bedrijf, waar zelfs de on- kosten niet meer kunnen worden goedge- maakt. Interpellant vraagt voorts, of de Minister maatregelen wil treffen; om een eenigszins loonenden melkprjis te ver;-njgen; om, tot be- houd van de Engelsche markt voor Neder landsche bacon, ten bate van den varkens- export een uitvoerpremie toe te kennen, en om den invoer van buitenlandsche rogge te beperken en verplicht te stellen 25 pCt. rogge- bloem in het brood te bakken. Ook vraagt hij het gebruik van Neder landsche gerst door bierbrouwerijen verplicht te stellen en de oprichting van een suppletie- fonds voor het betalen van de sociale verzeke ring. Spreker wenscht nog verlaging van de spoorvrachten, uitbetaling van den steun aan kool-verbouwers, en vermindering van rente en aflossing voor hen, die met rijksgeld een landbouwbedrijf op woesten grond hebben in- gericht. Minister Ruys de Beerenbrouck antwoordt, dat verscheidene onderwerpen, door interpel lant aangevoerd, een punt van onderzoek uit- maken. Spreker is dienaangaande rapporten wachtend. Over de kwestie van den melk- prijs kan hij nog geen afdoend antwoord geven. Inzake de spoorwegtarieven is ook nog een onderzoek gaande; het rapport der commissie-de Vries zal nog deze maand ver- schijnen. DE NEDERLANDSCH-BELGISCHE ONDERHANDELINGEN. In de laatste dagen geven geruchten om trent de Nederlandseh-Belgische onderhande- lingen weer ruimschoots aanleiding tot com- mentaren in de pers, terwijl de gemeenteraad van Rotterdam zich daaromtrent in een motie tegenover de Regeering uitsprak. Men koestert daar groote vrees, dat een gesloten kanaal van af de Antwerpsche dokken, in verbinding met het Hollandsch Diep, hetgeen als een groot nadeel voor Rotterdam wordt veur je uut to'-fe kompt waar de galleg estoan het, veur datte ze de gallege af- schafte en dan weer rechts af en ben bi-je zoa op de Sandhave weg. Da scheelt je omtrent wel drie kilometer, zou ik zegge". ,,Neem me niet kwalijkzei Peter, ,,maar wil u dat nog eens opzeggen langzaam bedoel ik. Ik ben s Zondags nooit erg vlug van begrip". En toen z'n verzoek ingewilligd was: ,,Dank u wel. Nu vind ik het vast. Goeien morgen". Hij knikte den patriarch toe, keerde zich op zijn hakken om en aanvaardde zijn zooveelsten wandeltocht. Die wandeltocht bleek een verkapte cross-country te zijn. Onder andere om- standigheden zou hij misschien van de frissche koele morgenlucht, de gezonde lichaamsbeweging en de prachtige ver- gezichten genoten hebben, maar nu was dit niet het geval. Hij voelde zich ver- moeid, hongerig en geestelijk in den put. Het waanzinnige avontuur was niet on- vermakeliik geweest, zoolang Jane in de buurt was, want in het gezelschap van een aardig meisje kan een jongmensch veel hebben. Maar nu ze hem zoo wree- delijk verlaten had was de humor van de situatie vervluchtigd en leek het onder- maansche hem een droevig tranendal. Maar hij vermorste geen moment met ijdel zelfbeklag, dat was nu eenmaal zijn ge- woonte niet: hij had maar een doel, de vluchtelinge achterhalen en haar tegen haar eigen impulsiviteit in bescherming nemen een nobel plan, dat door de niet beschouwd, in de overeenkomst reeds is of zou worden vastgelegd. Ook in Noord-Brabant spreekt men zich steeds tegenover zoo'n ge sloten kanaal uit, doch wenscht dit wel van Bath naar Dintelsas in open verbinding met de Wester-Schelde. De N. R. Crt. bevatte j.l. Vrijdag het vol- gende bericht: Naar wij tot onze ontsteltenis in verband met de reeds vermelde geruchten vememen, zijn inderdaad eenige weken geleden verschil- lende afzonderlijke overeenkomsten tusschen Nederland en Belgie betreffende de Schelde- Rijnverbinding, de Maas-kwestie enz. door de Nederlandsche onderhandelaars onder leiding van dr. Colijn en door de Belgische onder handelaars geparafeerd en liggen deze docu- menten thans ter onderteekening van de beide regeeringen op de ministeries van buiten landsche zaken te 's Gravenhage en Brussel. Wat de Schelde-Rijnverbinding betreft, wordt van Belgische zijde medegedeeld, dat het plan van Konijnenburg inhoudt, wat dan een gesloten kanaal DintelsasAntwerpen moet beteekenen met een sluis in de buurt van Bath voor de verbinding van Bergen op Zoom met Zeeuwsch-Vlaanderen, derhalve een pseudo Moerdijk-kanaal. In Belgie geeft men voor, op deze oplossing geen grooten prijs te stellen en zeker te zijn nog meer te zullen verkrijgen, indien zij opnieuw verworpen zou worden Dit zal niet anders zijn dan een opzette- lijke verkleininlg van het door Belgie bereikte resultaat, om het Belgische succes te sluieren. Ook werd gezegd, dat de tusschen de onder handelaars der beide regeeringen verkregen overeenstemming aan een termijn gebonden was, zoodat wanneer v66r het eipde van den zomer het accoord tusschen de beide landen niet in kannen en kruiken zou zijn, Belgie aan de overeenkomsten niet meer gebonden zou zijn. Daarop zijn in verschillende bladen meer of minder ver gaande dementies verschenen, die overigens nog alles te raden lieten. Het ..Dagblad voor Noord-Brabant" stelde vast, dat die klaarblrjkelijk van het Departe- ment van Buitenlandsche zaken afkomstig waren. Het is daarom nog eens bij goed in- gelichte persoonlijkheden op kondschap uitge- gaan en het resultaat daarvan is, dat het blad thans vaststelt. dat de tegenspraken mislei- dend zijn en dat het onwaar is, dat de kern van ons bericht ongegrond zou zijn.. Het blad schrijft dan verder: ..Minister Beelaerts van Blokland heeft wel degelijk toezeggingen aan Belgie gedaan be treffende een de grens kruisend kanaal, dat de kenmerken heeft van een nieuw ,,Moerdijk"- kanaal. Hij had die toezeggingen reeds v66r onze onthullingen van September j.l. gedaan en heeft dan ook de Staten-Generaal beslist met een kluitje in het riet gestuurd, toen hij in het najaar verklaarde dat niets zou wor den „vastgelegd" alvorens het provinciaal be- stuur van Noord-Brabant om advies zou zijn gevraagd. Aan het provinciaal bestuur van Noord- Brabant is dan ook slechts advies gevraagd voor zoover dit advies binnen de perken der aan Belgie gedane toezeggingen bleef. En tot die toezeggingen behoort het voor Brabant, voor geheel Nederland en voor den vrede in West-Europa zoo noodlottige zijkanaal naar de Belgische grens en dus naar de dokken van Antwerpen, dat aan het kanaal van Din telsas naar Bath zou worden gevoegd. Met nadruk is ons te kennen gegeven,, dat het oogenschijnlijk breede gebaar, waarmede beloofd is, dat eerst het oordeel van het pro vinciaal bestuur van Noord-Brabant zou wor den gevraagd alvorens over de toekomst van Brabant zou worden beslist, feitelijk'maar een ijdel gebaar is geweest. Alleen op het stuk van het peil en het gebalte van het water in het kanaal-vak Dintelsas-Bath is met het Brabantseh verlangen rekening gehouden. Voor de mogelijkheid eener open zeehaven aan den Brabantschen wal is hoegenaamd niet gezorgd. bepaald duidelijke weg-aanwijzingen van den patriarch echter in het water dreigde te vallen. Maar na minstens vier uur werkeloos toekijken besloot het Toeval een handje mee te helpen. De toestand was dan ook wel penibel; zelf een ervaren ontdekkings- reiziger zou er bezwaar tegen gehad hebben om met behulp van Jandteekens", die opgehouden hadden te bestaan of nog met bestaan begingen moesten, zich een weg te banen door een onbekende land- streek, en Peter was geen ontdekkings- reiziger. Tot wijlen het huisje van vrouw Peabody te herkennen aan een grooten berg rommel, in hoofdzaak vuilnis en puin vond hij den weg gemakkelijk genoeg. maar daarna werd het een dwalen door een reeks verlaten velden, zoo nu en dan in gezelschap van een losloopende koe. Maar de Schikgodinnen, die oordeelen, dat de maat van z'n lijden vol was, trok- ken zich zijn lot aan en voerden zijn on- 'ekere schreden langs den weg, dien ze gaan moesten. Met het gevolg, dat een gevoel van trots over zijn merkwaardig vermogen om zich te orienteeren z'n boe- zem doortrilde toen hij na een heele poos loopen, door een opening in de haag, on- verwacht op den hoofdweg kwam en daar een wegwijzer ontdekte, die met een arm, waarop ..Sandhaven 2 K.M." stond, aan- moedigend naar het oosten wees. Met het gevoel van een ouden verweerden zeerob, die na jaren rondzwalken in zuidelijke zeeen, de blanke krijtrotsen van Albion Verzekerd is ons ook, dat dr. Colijn, de Nederlandsche onderhandelaar, reeds eenigen tijd levendig betreurt, dat hij zich heeft laten vinden voor onderhandelingen op de basis van het nieuwe kanaal van Antwerpen af door de Westerschelde naar het Hollandsch Diep. Eveneens is ons verzekerd, dat van Neder landsche zijde luchthartig over de bezwaren tegen een pseudo Moerdijkkanaal is gedacht, omdat men de verwachting koestert, dat Belgie, wegens zijn treurigen financieelen toestand, toch niet tot de uitvoering van het plan zal kimnen komen. Afgezien van de omstandigheid, dat het ernstigen staatslieden niet past, aan een vreemde mogendheid een werk toe te staan, op grond van de kansberekening dat het toch niet tot stand zal kunnen komen, is daarbij wel al te weinig aan Frankrijk, dat met ge- noegen desnoods een paar milliarden aan Belgie leent om zijn veiligheidspolitiek tot aan den Rijn in het Noorden uit te strekken. Gelukkig is onze regeering nog niet ge bonden En wanneer de thans bereikte overeen stemming tusschen de Nederlandsche en de Belgische onderhandelaars niet dozen zomer door de regeeringen van 's-Gravenhage en Brussel bekrachtigd is, vervallen zelfs de voorloopige overeenkomsten. Want de Bel gische minister van buitenlandsche zaken, de heer Paul Hijmans, die het doet voorkomen alsof Belgie eigenlijk veel te toescbietelijk is, heeft het tactisch geacht zijn Nederlandschen collega een spoedige capitulatie op te dringen. Er bestaat dus nog een goede kans om het drejgende onheil te bezweren en om het Nederlandsch altematief: het kanaal Dintel sasBath, uitmondend in een open vak der Westerschelde aan den Brabantschen wal en door Nederland zelf bekostigd, tot werkelijk- heid te maken. Mits de openbare meening in Nederland voortgaat op te komen voor het behoud van de essentieele belangen der natie, die te- vens vereischten zijn voor het behoud van den vrede in West-Europa". De gemeenteraad van Rotterdam nam Maanaag een motie aan, waarin gesteld wordt dat de Raad, kennis genomen hebben- de van de stappen door B.. en W. inzake de onderhandelingen met Belgie bij de regeering gedaan; van oordeel, dat het gewenscht is de betrekkingen met Belgie op vriendschappelijke wijze te regelen; van oordeel echter, dat het scheppen van een nieuwe verbinding tusschen den Rijn en de Schelde van zeer grooten invloed zou zijn op het Rijnverkeer van Rotterdam, en der halve en levensbelang dezer stad zou raken, en dat bepaaldelijk de werkloosheid in de haven van Rotterdam daarvoor een blijvend karakter zou krijgen, waardoor het stads- bestuur voor onoplosbare moeilijkheden zou komen te staan; als zijn verwachting uitspreekt dat de jVederlandsche regeering, als hehbende te be vorderen de Nederlandsche welvaart, waar- van de Nederlandsche zeehavens een der meest waardevolle bronnen vormen, bij de onderhandelingen met Belgie ten voile reke- ming zal houden met de levensbelangen dezer stad en geen nieuwe verplichtingen voor ons land zal aanvaarden, waardoor het verkeer wan onze zeehavens naar buitenlandsche ha vens zal worden overgebracht en de welvaart dezer laatste derhalve slechts zou worden bevorderd ten koste van de Nederlandsche havens. Deze motie zal ter kennis van de regeering worden gebracht. CONTINGENTEERING VAN BROOD. Op de schriftelijke vragen van het Tweede Kamerlid Hermans: 1. Heeft de Minister, na zijne verklaring in de Tweede Kamer op 2 December 1931 „dat het brood een der eerste artikelen is' waarvan men moet nagaan of het niet voor- door den mist ziet opduiken, haalde hij verhcht adem en keerde zich met zijn qe- zicht naar het oosten. Als het hem ge lukte even voor of kort na Jane Old Hall te bereiken, was alles nog niet verloren. Hij haalde voor den tweeden keer diep adem en schoot in looppas den weg af. In de archieven van het Oriel College Oxford, staat vermeld. dat een zekere^P Q. Cardinal, op een tijdstip, nog niet lang geleden, de vijftienhonderd meter in vier minuter, en drie en veertig seconden af- gelegd heeft, een prestatie, waarmee hij lauweren, veel lauweren oogstte. Maar dit roemrijke feit, hoe geweldig ook, had dien moed en wilskracht vereischt, die dezelfde Mr. Cardinal dien ochtend in Sussex ten toon spreidde. Want bij de vorige ge- legenheid was hij door en door getraind en behoorlijk gekleed geweest, terwijl hij nu, lichamelijk, in buitengewoon Slechte conditie was en een tenue droeg of hij uit een circus weggeloopen was. Toen had den de toejuichingen van een enthousiaste menigte hem tot een zich tot het uiterste geven aangespoord; nu had hij slechts zijn ongerustheid over Jane, die zijn moeden voeten kracht om voort te gaan moest geven. En daarom was het hem en als man en als athleet als een groote ver- dienste aan te rekenen, dat hij nu liep, zooals hij nog nooit geloopen had en stel lig ook nooit meer loopen zou. (Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 1