ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. EEN DAG RIDDER Eerste Blad. Charles Dickens. MUNDUS coca No. 8804 VRIJDAG 26 FEBRUARI 1932 72e Jaargang PEUIL1KT0N, BUITEN LA N 1) 57) Daar heb je het weer: Dat zegt nou iedereen ?e cm\*S 30 35 40 ct V f. r ABONNEMENTSPRUS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post f 1 80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan den f 2,60 per 3 maanden fr. per post A.bonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Ultgeef sterFirma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. '25. Ate, ADVERTENTIBN: Van 1 tot 4 regels i 0,80 Voor elken regel meer f 0,20. Grootere letters en clichAs worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement te gen verminderd tanef, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VKIJDAGAVOND. DIENSTPLICHT. Uitspraak inzakc vrijstelling. Vervolg.) IH Burgemeester van TER NEUZEN toresgt ter algemeene kennis, dat aan GERARDUS LXXDOVTCUS VAN ESBROECK, imgesdnevene voor den dienstplicht licbting 1932 uit deze gemeente, met ingang van 16 Uaart 1932 voor een jaar vrijstelling van den dienstplicht is verleend wegens kostwinner- achap. Tegen deze uitspraak kan binnen tien dagen na den dag van deze bekendmaking in be- roep worden gekomen. a. door den ingeschrevene, wien de uit spraak geldt, of door diens wettigen vertegenwoordiger; b. door elk der overige voor deze ge meente voor dezelfde lichting inge- echreven personen of door hunne wet- tige vertegenwoordigers. Het verzoekschrift moet met redenen om- kleed zijn. Het behoeft niet gezegeld te zijn. Het moet worden gericht aan de Koningin, doch worden ingediend bij den burgemeester, ter secretarie dezer gemeente. De burgemeester zorgt voor de door- zending. Ter Neuzen, 26 Februari 1932. De Burgemeester voomoemd, J. HUIZINGA. Zoo geliefd als die man geweest is! Hoe vol spanning werden de blauwe, maandelijksche afleveringen verbeid, die tegenwoordig een rariteit zijn in biblio- theken. In dien tijd, zoo wordt er door een ouden ,,Dickensiaan" verteld, konden zij het op een dag, waarop de post aan- kwam, nauwelijks uithouden om den brievenbesteller thuis af te wachten, die dan nu eindelijk, eindelijk de nieuwe af- levering in zijn tasch droeg. Een heele maand hadden zij daarnaar verlangd; zij hadden gewacht, gehoopt, er over ge- streden en zelfs er over gekibbeld, of Copperfield met Dora zou trouwen of met Agnes, en al dergelijke kwesties en vragen nog meer, en zouden zij dan nu nog wach ten tot de postbode eindelijk bij hen kwam in de koets met zijn slakkengangetje, waardoor dan opeens al die interessante kwesties zouden worden opgelost? Neen, dat konden zij niet, dat ging onmogelijk. En alien dus, de vader net zoo goed als de jongen, liepen telkens, als ,,de' groote dag aanbrak den brievenbesteller wel twee wijken ver te gemoet, eenig en alleen om hun exemplaar wat vroeger in hun bezit door K. R. G. BROWNE. „Tsjk," ergerde zich Sir Walter, over- tuigd als hij was, dat hij er niet op zijn voordeeligst uitzag. Hij drapeerde het overschot van zijn waardigheid losjes om zich heen en trof de toebereidselen tot het voortzetten van zijn reis. Maar op het ooqenblik, dat hij zijn voet op de treeplank zette, zeilde de andere auto de bocht om en hield, met een luid gepiep en geknars van zijn remmen, op een hal- ven meter van „Sir Walter's achterwiel halt. Deze auto was van het merk, dat onzen beroeps-humoristen meer stof voor hun qeestigheden gegeven heeft dan iets an ders ter wereld, en bevatte twee personen, te weten een welgesteld en solide uitziend exemplaar van de sterkere sexe en een oudachtig heertje met een geitebaardje. Bij het zien van Sir Walter's auto, die den weg competent versperde, rees laatstge- noemde half uit ziin zitplaats overeind en riep met een schelle, hooge kijfstem: „He daar! zet die... wagen van je rechtMoet het heele verkeer vertikke 't is Sir Walter Sir Walter onderging een schok van verbazing, keerde zich om, keek, en too- verde een niet bepaald overtuigenden wel- komstqlimlach te voorschijn. „Aha Mr. Hopper, als ik 't wel heb. Goede morgen. Merkwaardig, dat we el- kaar hier ahem moeten ontmoeten En Mr.... Mr. Gibbs, is 't niet.? Juist, dat heb ik goed. Ik wist niet, dat u ahem elkaar kende." te hebben. En reeds op den terugweg begonnen zij dan met lezen, de een keek bij den ander in, soms over zijn schouders zelfs, en anderen lazen voor met luider stem; het waren alleen de allerkalmsten en allernuchtersten, die met groote pas- sen vooruitliepen om de buit zoo gauw mogelijk bij vrouw en kinderen te bren- gen. Zweig vertelt in zijn mooie stuk over Dickens, dat op die manier ieder dorp en elke stad in Engeland, ja heel dat rijk, ja zelfs het heele rijk tot in zijn verste overzeesche bezittingen met Charles Dickens heeft meegeleefd. En die liefde is niet verkoeld, neen, zij is altijd even sterk en even innig gebleven. Nooit is er in de negentiende eeuw ergens zoo'n innige verhouding geweest tusschen een schrijver en zijn volk. Van de eerste af- levering van de Pick-wick-papers" wer den er 400 exemplaren gedrukt, maar van de vijftiende al 40.000; met zoo'n macht als van een lawine stroomde zijn roem neer. En naar alle kanten werden Dickens' boeken verspreid; er zijn mil- lioenen boeken van hem in omloop, in allerlei formaat, en in allerlei uitvoering: dikke en dunne, groote en kleine, heel goedkoope en kostbaar gei'llustreerde. Er schijnt zelfs een luxe-editie van te be- staan, alleen bestemd voor millionnairs en dikke O.W. ers. En er is opgemerkt, dat wanneer de liefde voor dezen auteur niet meer toenam, dat alleen daaruit moet worden verklaard, dat Dickens reeds aan- stonds stormenderhand de harten had veroverd. Dickens heeft niet alleen geschreven voor de menschen, hij is ook uit lezen gegaan, en groot dat de belangstelling toen was! En ook in Amerika stroomde men er heen om hem te zien en te hooren, Alle zalen waren te klein, er moest ein delijk te Brooklyn een groote kerk wor den genomen, en toen heeft Dickens daar den kansel beklommen. Zijn dood bracht een algemeene ontsteltenis en droefheid te weeg, en hij werd in de Abdij van Westminster bijgezet tusschen Shakes peare en Fielding. Nog heden ten dage kan men daar bloemen en kransen vin- den; deze liefde is niet verwelkt! Zweig heeft er terecht, .meenen wii, op gewezen, dat een zoo enorm en op- zienbarend succes alleen kan worden ver klaard uit het samentreffen van twee factoren, die anders bijna altijd als water en viiur tegenover elkander staan: het traditioneele en het geniale. Een genie en zijn tijd zijn overigens twee aparte werelden, die nooit samenkomen. Maar Dickens' romans waren volkomen identiek met de smaak van het Engeland zijner dagen; zijn werk was als 't ware de vleeschwording van de heele Engelsche traditie. Het kan ook nog anders worden gezegd, men kan het ook zoo uitdrukken: dat Dickens de poezie heeft ontdekt van het proza'ische. Dickens heeft een soort heiligenschijn Mr. Gibbs fronste geergerd zijn wenk- brauwen, keek verschrikt en lichtelijk on- tevreden, maar gaf op die opmerking geen antwoord. Mr. Hopper toonde zich beter tegen dergelijk soort situaties opgewassen; hij lachte luid kakelend op en knikte nadruk- kelijk eenige malen achtereen. ,,0, jaal jaren Mr. Gibbs en ik zijn ouwe kennissen van mekaar. We maken samen een reisje hier in de buurt. 't Is uitstekend weertje voor een auto- tocht, vindt u ook niet. O ja, wat ik zeggen wouIk wou een dezer dagen juist bij u aankomen om nog is over die Constable te spreken. Misschien, als ik wat hooger-op kom, kunnen we het toch wel eens worden." Sir Walter lachte, een holle, vreugde- looze lach. Een paar oogenblikken te voren zou hij voor niets ter wereld een gesprek met een collega-automobilist be gonnen zijn, maar hij behoorde niet tot de menschen, die ervan houden om hun pro- blemen in eigen boezem te verwerken, en de aanbljk van de twee bekende en be- langstellende gezichten herinnerde hem eraan, dat elk beetje deelneming, hoe klein ook, beter is dan in het geheel geen deelneming. ,.U bent te laat, mr. Hopper. De Con stable is gisteravond gestolen." De twee inzittenden van het Fordje ont- vingen deze mededeeling met alle teeke- nen van groote verbazinq en ontsteltenis. „Gestolen!" riep Mr. Hopper uit. „Dat meent u toch nietHoe is het mogelijk Dat zoo iets bestaan kan Maar u weet toch zckcr wel, wie de dader is Sir Walter's descretie-uit-ondervinding legde het af tegen zijn bijna kinderlijke behoefte aan medegevoel. Hij ginq naar het Fordje toe, bracht zijn gczicht tot vlak bij het portier en liet zijn gezicht tot vlak bij het portier en liet zijn stem tot een gefluister dalen. „Tusschen ons gezegd en gezwegen geloof ik, dat het schil- derij... ahem... gestolen is door een jong- gevlochten om de eenvoudige dingen en de simpele menschen. Hij heeft zijn helden en hun lotgevallen gezocht in de nauwe straten van de voorsteden, waar andere dichters a hteloos aan voorbij- gingen. Die zochten hun helden in de aristocratische salons, en die waren uit op het buitengewone en bizarre. Dickens daarentegen schaamde zich er niet voor om een heel eenvoudigen daglooner te maken tot een held. Hij had dan ook een heel merkwaardig enihousiasme voor het gewone, ja zelfs voor het banale, voor de eenvoudige dingen van alledag. Al die schijnbaar waardelooze dingen verzamel- de hij, en hij poetste ze een beetje op, zoodat zij begonnen te schitteren en te glimmen. Zelfs werd het bij Dickens zoo. dat hij alleen het gewone liefhad. Wat boven het middelmatige uit ging, was hem antipathiek; hij hield alleen van het gewone, en het scheen wel alsof hij het land had aan alles wat rijk was of hoog. Rijke en voorname menschen zijn in zijn boeken bijna altijd schelmen en schurken. Hij moest niets van ze hebben. Hij had er als kind ook te veel van ge- zien, als hij zijn vader opzocht in de ge- vangenis, waar deze in gijzeling zat. Dickens heeft een heel moeilijke 'jeugd gehad, hij zelf heeft honger gekend en ontbering en koude geleden in de vroege morgens in de straten van Engelands hoofdstad. En niemand had toen een hand naar hem uitgestokfcn, de deftige rijtuigen waren hem voorb^jgereden, en nergens was een deur voor hem open- gegaan. De eenigen, vaniwie hij iets goeds ondervonden had, waren de kleine luyden geweest. Heel het burgerbestaan met zijn huis- raad laat hij voor ons leven in zijn boeken, en honderden menschen heeft hij daar voor ons laten leven. Hoe rijk zijn deze romans! En hoe knap en waar heeft Dickens dat alles gezien! Men heeft hem een „visueel genie' gfenoemd. Niets was of bleef voor dit oog verborgen, niets werd vergeten, hij scheen alles zich te herinneren! En hierin is iets typisch Engelsch. Men kan het geen psychologic noemen, het was veeleer een knap op- merken en onderkennen van zichtbare dingen. En dan had Dickens een onleschbaar verlangen naar tragiek, maar hier juist vond hij zijn grenzen; want dit ging boven hem uit, en hierbij bereikte hij niet zijn ideaal. Hoeveel gevaren Dickens ook op elkaar mag stapelen, een echte angst komt er bij zijn lezers toch niet. Men ziet hier nooit algronden als bij andere schrijvers, waarbij men duizelt en dreigt te vallen. Men weet ook vooruit, dat Dickens zijn lezers toch nooit laat neerstorten; hij lijkt een beetje op dien dominee, van wien we eens hoorden zeggen: hij kan zijn hoor- ders soms wel diep in de put brengen, maar aan het eind van zijn preek wijst hij mensch, dien mijn zoon in goed vertrou- wen meegebracht en aan zijn moeder en mij voorgesteld heeft. Een zekere Cardi nal. U kent hem, als ik me niet vergis, Mr. Gibbs." Deze mededeeling had een alleszins be- vredigende uitwerking. Mr. Gibbs sprong van zijn zitplaats op alsof een wesp hem gestoken had, zijn mond zakte open en hij wierp zijn metgezel een angstigen blik toe. Mr. Hopper was eveneens uitermate verbaasd, maar hij liet het niet zoo duide- lijk blijken. ..Cardinal," overdacht Mr. Gibbs ner- veus. ,,Wat... dat jongmensch, dat op het bal champetre was, met zoo'n knap roodhariq meisje Sir Walter knikte gepast-ernstig. ,,Met Miss Craig, ja. 't Spijt me, dat ik het moet zeggen, maar alles wijst erop. dat zij z'n ahem medeplichtige ge weest is... Ik zeg dit natuurlijk in ver- trouwen," voegde hij er haastig aan toe. ,,Alle menschen riep Mr. Gibbs quasi-verbaasd, maar in zijn hart gewel- dig opgelucht, uit. ,,Miss Craig en Caidi- nal WelWelWelHoe bent u daar achter gekomen Sir Walter deelde hem dit uitvoerig mee, want het bloote vertellen van moei- lijkheden geeft meer troost, dan iemand oppervlakkig wel zou denken. Maar uit een soort van schaamte verzweeg hij zijn verblijf in de garage en een soort van trots deed hem aan het einde, eraan toe- voegen: ,,Maar ik ben er zeker van, dat de politie hen op de hielen zit en dat ik voor vanavond de Constable weer terug heb." ..Sjonge Sjonge zei Mr. Hopper. „Wat een film! 't Is gewoonweg niet te gelooven 't Idee, dat die vent hier ergens in de buurt losloopt en al dagen losgeloo- pen heeft en dat wij niet eens met een revolver gewapend zijn. Voor u is het bliksems hard. Sir Wa'ter. Ik hoop van narte. dat u uw schilderij gauw terug krijgt." hun toch altijd weer de ladder, waarlangs zij er weer uit kunnen komen. Er is altijd nog weer medelijden, dat uitkomst brengt, of gerechtigheid, die overwint. En zoo zou men dan ook kunnen zeggen, dat Dickens niet heroiek was, doch slechts sentimenteel. Daarom zijn ook Dickens kinder- en jeugdfiguren de sterkste en beste. Er zou een heele lijst hier van kunnen worden gegeven. Altijd weer vertelt hij van deze verlaten, verschrikte, droomerige, en helaas zelden begrepen en vaak verwaar- loosde en gemartelde kinders. En er ligt veel waars in de opmerking, die wij lazen, dat Dickens juist omderwille van de kinderen ook zooveel heeft gehouden van zwakzinnigen en geesteskranken. Zij zijn voor hem als de kinderen gebleven of geworden. Als men tenslotte nog een groot en mooi ding van Dickens kan zeggen, dan is het dit, dat hij veel warmte, en veel zon heeft gebracht. Men mag bij boeken als de zijne toch ook wel eens vragen (al doet men dat dan misschien niet in de eerste plaats): wat zij op de menigte voor in- vloed hebben gehad. Dan zal men van Dickens kunnen zeggen wat men van maar heel weinig andere schrijvers, al- thans in die mate kan getuigen: dat hij de vreugde in deze wereid heeft vermeer- derd. Er zijn er heel wat geweest, die het lachen haast verleerd hadden, maar die er nu toch weer toe kwamen. En ook buiten de kleinen-burgerkring waren de gevolgen groot: rijke menschen hebben onder invloed van Dickens' boeken groote stichtingen gevestigd. Zelfs heeft iemand beweerd, dat na het verschijnen van de Oliver Twist" de kleine en groote^ bedelaars op straat meer aalmoe- zen kregen. En wat nog veel belang- rijker was de regeering verbeterde de armhuizen en ging de scholen strenger controleeren. In Engeland is onder Dickens' invloed het medelijden en de welwillendheid sterker geworden, en het lot van vele armen en ongelukkigen werd verzacht. Dickens wordt niet vergeten, al wordt hij minder gelezen. De wereld-van-nu is, ondanks alle jool en vermaak, wel een diep sombere en tragische. Men kan moeilijk anders dan met grooten wee- moed naar zoo'n figuur zien, die zooveel vreugde en geluk rondom zich heeft verspreid. EEN PRACHT FIETSI (Ingez. JVled.) ,,Dank u wel," zei Sir Walter met een diepen zucht. „Ja, het is nogal een op- pleizierige gedachte, dat men twee men- eten en drinken gegeven heeft... Maar ik moet weg. Om twaalf uur heb ik een af- schen van dat soort gehuisvest en te n dri spraak. Tot ziens, heeren." ,,Tot ziens. Sir Walter," zei de million- nair deelnemend. ,,Geef ze er maar flink van langs, als u ze pakt." Maar toen de wagen van Sir Walter om de bocht in den weg verdwenen was, gleed zijn pose van welopgevoede deel neming als water langs een vette opper- vlakte van hem af. Hij keerde zich naar zijn satelliet om en keek hem met glinste- rende oogen aan. ,,En wat heb jij nu te zeggen Wie is die meneer met zijn religieuzen naam die Cardinal 7" ,,'t Dikke jongmensch, waar ik het al honderd keer over gehad heb," gaf Mr. Gibbs quasi-verontwaardigd ten ant woord. ,,Die ezel, die t villatje van me overgenomen heeft. Dezelfde, die u op dat vlot gezet heeft. Ik had 'em van die beschrijving van u niet herkend en op den motor ook niet, maar toch moet die het geweest zijn. Alleen begrijp ik niet," ging Mr. Gibbs met een nadenkend hoofd- schudden voort, ,,hoe die er bij betrokken komtt Wordt mij langzamerhand te geleerd, als u 't mij vraagt". Hij sprak met veel gevoel, want hij had dien morgen geleden, diep geleden. Eerst had hij Mr. Hopper van het vlot moeten redden: daarna had hij Mr. Hopper, die alle schuld van het gebeurde op zijn hel per gooide, moeten kalmeeren en troosten, hetgeen op zichzelf al een geweldige prestatie was. En vervolgens had hij Mr. Hopper bij zijn jacht op de schuldigen be- hulpzaam moeten zijn en dat jachtmaken in een aftandsch Fordje was een kar- weitje gebleken, dat zijn ergsten vijand niet toewenschte. Om nog te zwijgen van het feit. dat die jacht al minstens drie uur geduurd had. Op hun omzwervin- 562 per 72 pond. Ingez. Wed,) -'njjr -ma#t— GASMASKERS VOOR ALLE BEWONEKS VAN FRANKRIJK. Voor 't geval Parijs ooit door vijandelrjke vliegtuigen of artillerie zal worden gebombar-' deerd, heeft een vrijwillig korps, bestaande uit reserve-officieren, zich ter baschikking ge- steld van de autoriteiten, cum bij de verdedi- ging behulpzaam te zijn. Officieren, die zich uit het leger hebben teruggetrokken, hebben hun plaats reeds aangewezen gekregen en deze strijdkracht kan als een op zichzelf staand corps onmiddellijk onder controle van het leger worden gesteld. Er zijn bestellingen geplaatst voor millioe- nen gasmaskers en deze zullen dienen als be- schermingsmiddel bij eventueele aanvallen. De maskers zijn in de magazijnen voor de bur- gerbevolking te koop. WEDERINVOERING VAN DEN DOODSTRAF IN OOSTENRIJK? Dezer dagen heeft in een politieke vergade- ring de Bondskanselier dr. Buresch gesproken over den doodstraf. De geheele Oostenrrjksche bevolking was, zeide hij, gedurende de laat- ste dagen onder den indruk van gruwelijke mi9daden. Het is daarom te begrijpen, dat in het geheele land stemmen opgaan om den doodstraf weer in te voeren. Buresch herin nerde er aan, dat om dezelfde reden ook de nestor van de Duitsche strafreohtleeraren prof, dr. Kahl zijn standpunt inzake den doodstraf heeft herzien. Wie een moord pleegt, wie met voorbedachte rade een mensch het leven be- rooft, heeft zelf het recht op zijn leven ver- speeld. Om justitieele dwalingen te voor- komen, zal de doodstraf alleen in absoluut vaststoande gevallen moeten worden toege- past, dus alleen dan wanneer een dwaling uit- gesloten is en wanneer de misdadiger volko men toerekenbaar moet worden geacht. Bo- gen hadden ze de verlaten motorfiets ge- vonden, maar van de twee berijders was geen ^spoor te ontdekken geweest. En nu had Sir Walter met zijn idiote bewerin- gen, de zaak nog ingewikkelder ge- maakt Mr. Hopper deelde de bange voorge- voelens van zijn tochtgenoot en helper niet. „Geleerd!' herhaalde hij op scherpen toon. ..Gebruik je verstand, man! 't Is zoo een uitstekende oplossing snap je dat niet? Ik weet niet, wat die Cardinal in zijn schild voert, maar op deze manier krijgt hij en dat meisje de schuld voor wat jij gedaan hebt en natuurlijk is de kans groot, dat ze binnen een paar uur inge- rekend worden, want zoo onbenullig als die ezels het ingepikt hebben! En dan krijgt die pedante vlerk zijn schilderij terug en t eenige wat jij dan te doen hebt is: nog eens probeeren om die vijfhonderd pond te verdienen, want dat heb je tot dusver nog niet gedaan". Mr. Gibbs gaapte hem aan. „Als u er zoo over denkt", argumen- teerde hij dan flauwtjes. ,,ofschoon ik moet zeggen ..Natuurlijk denk ik er zoo over", zei Mr. Hopper kortaf. „Als ik iets wil heb ben, dan krijg ik, of jij, 't ook. Ik betaal voor resultaten, niet voor vergissingen. Ik heb je toch gezegd, nietwaar, datje je geld kreeg, als ik het schilderij had. En ik heb t niet, nietwaar?" ,,Maar u heeft 't wel gehad, en ,,Ik heb t gehad, dat is zoo, maar je hebt het mij afhandig laten maken. Wie zijn schuld is het, dat dat meisje je ge zien heeft en je gevolgd heeft en je in dat hotel ter verantwoording heeft kun nen roepen? De mijne toch niet, wel? Als je denkt. dat ik je voor je vergissingen betaal, Gibbs, dan sla je de plank glad mis, hoor!" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 1