ALGEMEEN NIEUWS- EH ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Tweede Blad. FRISO-BAM No. 8801 VRIJDAG 19 FEBRUARI 1932. 72e JAARGANG, BIHNKNLAHD B UITEHLAHD B39 PER Vz POND GEEL30d GROEN 35 ROOD... 40 CjfiHule Cjwdkovpe ZJabak fER NEUZENSCHE COURANT TWEEDE KAMEB. Vergadering van Donderdag. De Kamer neemt na eenig debat een voor- 1 stel van den voorzitter aan om de beraad- i slaging over het wetsontwerp tot tijdel;ij|ke korting van uitkeeringen aan provincies en gemeenten tot a.s. Dinsdag te scborsen, in verband met de indientng van een amende- ment van de heeren Rutgers van Rozenburg en Van Vuuren, dat de leden eerst willen be- studeeren. Het amendement-Van Vuuren-Rutgers van Rozenburg vervangt de korting van 3 pCt. der wedden door een korting van 6 pCt. van de rijksuitkeering (iwat niet zao heel veel verschil rnaakt). Voor gemeenten, die meer dan 40 opcen- ten op de gemeentefondsbelasting heffen, zon- i der dat daarbij progressie wflrdt toegepast, word! de korting tot 3 procent teruggebracht. Voor gemeenten, die meer dan 80 opcenten op de gemeentefondsbelasting heffen, heeft geen korting plaats (in dat geval is er krach- tens de wet geen progressie bij de opcenten). Voor de provincies wordt de korting ge- schrapt. Het verband tussohen korting en salaris- verlaging wordt geheel uit de wet gelicht door het amendement. Aan de orde is de interpellatie van den heer Boon naar aanleiding van de onlangs plaats gevonden publicaties over de voorgeschiede- nis der totstandkoming van het zendtijd- besluit van 15 Mei 1930. De heer Boon (lib.) keurt sterk af, dat de Minister zich een zendtijdbesluit heeft laten dicteeren door K.R.O. en N.C.R.V. Spreker stelt tenslotte verschillende vragen en doet verschillende mededeelingen. Minister Reymer antwoordt zelf te meenen, dat de redactie van den brief van N.C.R.V. 1 en K.R.O.aan spreker gericht, op sommige punten niet gelukkig is. iSpreker heeft in het onderhoud met den heer v. d. Deume, dat daaraan was vooraf- gegaan, hem voorts niet gevraagd om toe- zending van een schema, en natuurlijk heeft spreker hem niet gevraagd in de pers en voor de microfoon achter spreker te gaan staan. Spreker heeft geen zendtijdbesluit van N.C.R.V. en K.R.O. overgenomen en het standpunt, dat aan de verschillende geestelijke stroomingen in ons land recht gedaan moet worden, dateert reeds van het rapport der commissie-Ruys de Beerenbrouck van 1926. Spreker heeft van den Radioraad overge nomen het advies met betrekking tot het al- gemeen programma en de kleine omroep- organisaties. Volstrekt onjuist is, dat spreker zich de verdeeling van den zendtijd door N.C.R.V. en K.R.O. zou hebben laten dicteeren. DE PACHTWETTEN. De sociaal-democratische Tweede Kamer- fractie is, zoo meldt „Het Volk", voomemens zeer binnenkort de door de Eerste Kamer verworpen pachtwetten ongewijzigd in den vorm van initiatiefvoorstellen opnieuw in te dienen. EEN RAADSBSLUIT VERNIETIGD. Biji Kon. besluit is wegens strijd met de wet vemietigd een besluit van den raad der ge meente Ossendrecht, strekkende tot heffing van een bijdrage van 3 van den pensioen- grondslag voor eigen pensioen en een bijdrage van 5(4 van den pensioengrondslag voor weduwen- en weezenpensioenen, welke bij drage beperkt blijft tot een pensioengrondslag van 3000. Dit vemietigende besluit is ge- nomen op grond van de overweging, dat de raad wettelijk onbevoegd was dat besluit te neanen zonder aan vereenigingen van ambte- naren op de in het ambtenarenreglement der gemeente geregelde wijze gelegenheid te heb ben gegeven daaromtrent haar gevoelen te doen kennen en daar de raad die gelegenheid niet heeft gegeven, is daarmee gehandeld tegen de ambtenarenwet 1929. DE JAPANSCHE KWESTIE WORDT ERNSTIOER. De spanning tusschen Japan en de andere groote zeemogendheden, welke de gebeurte- nissen in het Verre Oosten hebben teweeg- gebracht, neemt, schrijft de N. R. Crt., op het oogenblik sterk toe, amidat die mogendheden merkbaar tot de overtuiging komen, dat het op deze w,ij,ze niet lang meer kan doorgaan zonder dat groote gevaren ontstaan. De be- langen van Engeland, noch die van Amerika verdragen op den duur, dat Japan nu door de feiten een vrijbrief krijgt om in Oost-Azie te doen wat het wil. Frankrijk kan al even- min eindeloos toezien hoe alles wat er aan Internationale verdragen bestaat, met voeten wordt getreden op hetzelfde oogenblik waarop Frankrijk al zijn heil er in ziet te Geneve te verkrijgen, dat die verdragen een werkelijke basis worden voor de bestaande wereldorde. Het is nog niet zoo heel veel jaren geleden, dat dingen als thans te Shanghai geschieden Engeland of Amerika, zelfs zonider den steun van anderen, tot de uiterste middelen zouden hebben gedreven. Zij zien te Shanghai de onder hun bescherming staande politie door de Japanners ontwapend, hun stedelijke auto- riteiten door de Japansche militaire overheid zonidier omhaal van een gedeelte van him func- ties beroofd. Op Amerikaansche instellingen vallen Japansche luohtbommen. Amerikanen en Engelschen raken gewond en zelfs offi- cieele vertegenwoordigers zijn niet meer veilig wanneer zij in de wiijken komen waar de Japanners nu het gezag voeren. De vestiging wordt zonder schroom door de Japanners als basis gebruikt voor hun opera- ties, ondanks de stellige belofte, dat het niet zou gebeuren. De Japanners zijn gul in het beloven geweest, maar om de vervulling van al die beloften hebben zij zich geen oogenblik bekommerd. Daarom was het zelfs voor toe- schouwers beschamend, dat Sir John Simon de vorige week in de Raadszitting betoogde, dat men nu rustig kon afwachten, omdat de Japanners juist zoo'n beivredigende belofte hadden afgelegd. Deze beloften zijn intus- sohen ook weer ijdel gebleken. Aan de Amerikaansche politiek heeft men in deze geen houvast. Groote woorden, hulp vragen van anderen, vertoon van verlegenheid wisselen daar elkander af. Te Londen echter, waar een traditioneel heleid ten opzichte van het Verre Oosten meespreekt, wordt men in emstige mate ongerust. Het :is duidelijk, dat het kabinet druk heraadslaagt over de ge- beurtenissen in China, dat men het klemmen- de karakter er van steeds sterker gaat voelen. Het kan inderdaad voor Engeland op den duur niet anders dan gevaarlijk zijn als de gematigde elementen te Tokio alien invloed verliezen, doordat de militairen met vol recht kunnen betoogen, dat men hen jaren lang heeft klein gehouden met den boeman der groote mogendheden, zonder dat daartoe reden bestond. Als dezen zeer eerzuchtige militairen het door geen vrees voor anderen gebreidelde gevoelen krijgen, dat niets hun kan beletten om hun begeerten in het Verre Oosten naar hartelust bot te vieren, dan moet er een toestand ontstaan, welke het den groo- ten mogendheden geducht zal doen berouwen de dingen zoo lang op hun beloop te hebben gelaten. Men begint nu te Londen en te Geneve blijkbaar in te zien, dat mien de grens van deze gevaren bedenkelijk begint te naderen. Alles waarm.ee men in Japan de militaire kaste in toom heeft gehouden, moet nu in de oogen van die kaste gebleken z'jn niet te bestaan. Het eenige waarschuwende ver- schijnsel, dat wij tot nu toe hebben kunnen waamemen, is een gebrek aan militair succes tegen weliswaar talrijke, maar daarvoor dan ook oneindig veel slechter uitgeruste Chi- neesche troepen. Een bewijs voor de veranderende houding van de groote mogendheden is de nota, die de president van den Raad van den Volkenbond, uit naam van de commissie van twaalf tot Japan heeft verricht. Het stuk mag heleefd en welmeenend van toon zijn, het noemt nu de dingen tegelijkertijd met nog niet toegepaste duidelijkheid bij hun waren naam. Het wordt ook niet meer, om Jpan te ontzien, voor den vorm aan China toegezonden. Uit de grootere activiteit van Japan te Geneve, dat nu niet meer de dingen langs zijn breeden rug laat afglijden, maar met alle formeele middelen tracht de door China ge- vraagde Assemblee te beletten, of die zoolang mogelijk uitgesteld te krijgen, blijkt duidelijk, dat men ook te Tokio gaat beseffen, dat de zaak emstiger wordt. Dit is volkomen ver- klaarbaar. Nadat de Raad eindelijk aJlen schroom heeft laten varen en tot Japan heeft gezegd, dat dit op een ongeoorloofde wijze optreedt, is een voortzetting van de fatalis- tische methode niet meer goed mogelijk. Zoo lang men formeel de houding van Japan nog niet als onwettig had erkend, maar op het standpunt stand, dat er niets bewezen was zoolang het onderzoek hangende was, kon men zich aan daden onttrekken. Nu niet meer. Wij vermoeden, dat de toenemende inzich- ten te Londen van het onhoudbare van den toestand aan deze verandering niet vreemd is. De buitenlandsohe vestiging vult zich steeds meer met Japansche troepen, die de vestiging niet kunnen ontberen als uitgangs- punt voor operaties, willen zij hun als onwet tig erkend doel bereiken. Eln geland en Ame rika protesteeren tevergeefs. Daamaast nemen de incidenten toe en worden steeds meer onaraaglijke excessen van Japanners binnen de vestiging. Als het zoo doorgaat, wat zal dan de Japansche militairen er van kunnen weerhouden de vestiging geheel en al onder Japansch gezag te brengen? Men heeft, wij zeiden het reeds vroeger, te Geneve het gevoel gekregen met een zeer verwaarloosd ziektegeval te doen te hebben. Het tijdstip voor behandeling kan niet lang meer worden uitgesteld, wil men het niet levensgevaarlijk zien worden. TER NEUZEN, 19 Februari 1932. VOLKSONDERWIJS. Plaatselijk Comite van Actie Ontwerp-Terpstra) De voorzitter, de heer J. van der PeQl, opent de druk bezochte vergadering; de zaal van den heer De Vrieze was goed bezet. In het openingswoord doet de heer Van der Peijl uit- komen, waarom de groote vereeniging Volks- onderwijs zich moet keeren tegen de bedrei- ging welke ligt opgesloten ook voor het bijzonder onderwijs in het wetsontwerp- Terpistra. De ziel dier beweging, voorzitter van het landelijk comito, is de heer Klaas de Vries, hoofdhestuurslid van de meer dan 60 duizend leden tellende vereeniging „Volks- onderwijs". Dankbaar mogen wij zijn, dat deze gevierde spreker thans hier optreedt. Gister sprak hij in Heerenveen, vandaag (17 Februari) hier, morgen zal hij het doen in Amsterdam, overmorgen in Nieuw-Buinen. In onze eigen omgeving blijkt genoegzaam, hoe het gaat met de toepassing der z.g. paci- ficatie; aangetoond wordt dit voor den Hei- kant (St. Jansteen), voor den Gr. Huijssens- polder (Zaamslag), voor Groenendijk en Lamswaarde), (Hontenisse), enz. Het zijn niet enkel de gemeenteraden, waarover wij te klagen hebben; dikwijls blijken hoogere auto- riteiten, Gedep. Staten, geen hooger standpunt in te nemen. Wij doen een krachtig beroep op alle eerlijke tegenstanders om ons te steunen in onzen strijd tegen verderen achter- uitgang en tegen corruptie. De heer Kl. de Vries, thans aan het woord komende, dankt allereerst voor het vriendelijk inleidend woord van den voorzitter. Niet on- gaame is hij naar Zeeuwsch-Vlaanderen ge- komen, dat nog niet zoo'n afgelegen oord is; alleen zijn de bootkosten VlissingenTer Neuzen veel te hoog. De heer De Vries zegt, dat het er om gaat eerlijk strijd te voeren. Als in het geheele land, ook hier, comity's ge- vormd worden, dan is dat zonder politieke tint. Wij hebben niet na te gaan, wat de Bijz. school aan ons misdoet, wij moeten trachten ons te beschermen tegen den aanslag, die ons, en die ook het bijzonder onderwijs, dreigt. In 1920 is de Pacificatie gekomen. Deze bracht als regel, dat dezelfde onkosten van de leerlingen der openb. scholen ook zouden komen ten goede van de leerlingen der bijz. scholen. Onze tienduizenden leden van V. O. hebben er het zegel aan gehecht; ze erkenden het recht van bestaan der bijz. scholen. Wij meenen dat de openbare school kan zijn de school voor alien. Zijn er menschen in Nederland, die dat ge voelen niet deelen, dan willen en mogen wij hunne eerlijk gemeende bezwaren niets in den weg leggen. Wij zeggen: Geen soheiding tusschen kinde- ren en kinderen. Die soheiding brengt de eenheid, de welvaart van one volk in gevaar. Wij achten de openbare schaol de beste, ook volgens het Boek der Boeken (zie Math. 25). Wij achten het hoogste in de samenleving de Christelijke liefde en zien het karakter van de openbare school daarin gelegen, dat zij er toe wil opvoeden. Wie daartegen ernstige, kerkelijke bezwaren hebben, moeten vrij zijn hun eigen scholen te bouwen. Wie ons bestrij- den, moeten dat op eerlijke wijze doen. Even eerlijk als onze groote voorman Dr. Bos, voor- stander van de openbare school, maar wakker strijder voor het geheele onderwijs. Niemand had kunnen denken, dat het gaan zou zooals nu. Ver de perken te buiten! On- vrede is er in stad en land' duurte van het onderwijs. In plaats van de gehoopte 8 mil- lioen bezuiniging zijn er 20 millioen onkosten meer gekomen voor de gemeenten. Als padde- stoelen verrezen de schooltjes uit den grond, er zijn er nu al van 34 verschillende richtin- gen. Men zou kunnen zeggen ook zingen ,,Wie zal dat betalen?" Nergens in 't buitenland vindt men zooiets, dat verschil in de politiek of in den godsdienst leidt tot verschil, - tot scheiding onder de kinders. Aan spreker was een onderzoek opgedragen in Beieren. Hij vroeg er in een dorp van 2300 inwoners naar de school. Er was er maar een, flink, achtklassig, naar den eisch inge- richt voor alle kinderen van 7 tot 15 jaar. Piekfijn, gedragen door alien! Vier weken later in Friesland in een dorpje naar de school vragend, trof hij er vijf aan; een zesde was in aanbouw. Zooveel kerkelijke gelooven, zooveel scho len. Zoo js de toestand in ons land. De Volksvertegenwoordiging ondervroeg de Regeering. Toen is gekomen de Staatscom- missie Rutgers, die 7 voorstanders telde van het Bijzonder, 5 van het Openbaar onderwijs. Die commissie had tot taak na te gaan of niet eene minder kostbare toepassing der Pacificatie kon worden gegeven zonder dat er voorstellen gedaan werden, die de vitale belangen van het onderwijs konden raken. Vier jaar ruim is er gewerkt. Toen kwam het rapport Rutgers. In Mei 1931 bracht V. O. in Utrecht een krachtig protest er tegen uit. En met recht. Geheel in strijd met de vitale belangen zouden er een 2600 onderwijs- krachten op wachtgeld komen. 't Zou 5 millioen besparing geven. Tenminste in de toekomst. Want vooreerst moest het wacht geld van die som af. De Minister had de Commissie moeten be- danken en laten gaan. Maar neen, hij nam het over, spreekt zelfs van 3000 onderwijizers. Hij wil voor elke 45 kiniders een leerkracht. Gevolg zal zijn, dat op tal van scholen een leerkracht wordt afgedankt. Opvoeding zal niet best gaan bij de veelzijdigheid der kin deren naar aard en aanleg. Hoogstens kan men de orde handhaven. Minister Deckers is vrijgeviger met z'n instructeurs voor het leger dan Minister Terpstra met z'n onder- wijzers voor de jeugd. Zouden die twee maar niet eens van portefeuille moeten verwisselen In eene klasse met 45 kinders kan men elk kind al niet meer geven wat het toekomt. Erger is het, als men krijgt e&i leerkracht voor 45 kinders over 2, 3 of meer klassen. Nog erger zal het zijn in de praktijk, omdat alles berekend wordt naar het gemiddeld aantal van het voorafgaande jaar, zoodat er klassen zullen komen van boven de 45. Vroe ger hebben wij het gezien, toen het cijfer 48 gold. Geconstateerd werden toen 19 klassen met 49 tot 50, 54 met 5155, 18 met 5660, 3 met 6165, 3 met 7175 leerlingen. Bij doorvoering der 45-schaal zullen in Slochteren (Groningen) met 18 openbare en bijzondere scholen, 18 leerkrachten moeten verdwijnen. Voor Ommen zal de vermindering van leerkrachten 40 bedragen. Het bijzonder onderwijs is zich blijkbaar bewust van het dreigemde gevaar. De Kath. courant „De Morgen", geeft het volgende lijstje: 29 tweemansscholen worden 1 mans; 143 driemans- 2 mans; 189 viermans- 3 mans; 178 vijfmans- 4 mans; 130 zesmans- 5 mans; 87 zevenmans- 6 mans; totaal 756 R.K. scho len, die met 1 leerkracht achteruitgaan. Men bedenke voorts, dat vele gemeenten op kosten zullen komen door verbouwing door te klein wordende lokalen, en dat schade voor 't onderwijs te wachten staat door het bij el- kaar plaatsen van groepen kinders van ver schillende ontwikkeling. In Duitschland, na den oorlog, klonk het: „Wij zfc'in arm geworden; wij gaan dus scholen bouwen". Bij ons heerscht een andere geest. Men schuift een deel van den Rijkslast af op de gemeenten die nu al zuchten onder den druk. Amsterdam, als het niet teveel verandering wil brengen in den bestaanden toestand zal aan boventallige leerkrachten 1,200.000 gulden hebben te betalen, Haarlem 4 h 5 ton. En waar moet het been met de kweek- scholen, waar nu 11785 menschen in opleiding zijn? De bezuiniging zou brengen 5,2 millioen, maar dan pas na 10 jaar. Volgens onze be- rekening zal ze slechts 1 millioen bedragen, gezien de wachtgelders. Wij zouden het wil len zoeken in betere toepassing der Pacifi catie. Nu heerscht er vaak een stelsel van drang en dwang. Volksonderwijs moest al tot af- weer een Fonds stichten tegen kerkelijken dwang bij armoede. Een paar treffende staaltjes worden meegedeeld, die te vermeer- deren zouden zijn met tal van gevallen in het Orgaan vermeld. Op het voetspoor der staatscommissie wil de Minister de ouiderverklaringen afschaffen. Het zal dan voldoende zijn, wanneer eenig schoolbestuur zegt 40 kinderen te garandee- ren; dan heeft de gemeemteraad aan den eisch te voldoe^ en mee te werken. Zoo komt men tot toestanden als te Hau- lerwijk, plaats beneden de 2500 inwoners met 3 openbare 3Cholen en 2 voor Chr.-nat. onider- wijs, waar nu nog een Herv. school komt. Vroeger konden ouders niet deelnemen aan de totstandkoming van meer dan £6n bijzon dere school. Nu kan dat wel; de Minister houdt zich blijkbaar overtuigd dat men van meening kan veranderen. Heel sterke staaltjes worden aangehaald. In Oostdam (N.-H.) was aanvraag ge komen voor 41 kinders. Per slot bleven er 3 over. Te Apeldoom was aanvraag voor 202 kin ders op de lijst, onder opmerking, dat edn school al met 52 leerlingen overbevolkt was. Er daagden op 70 leerlingen, waaronder 10 van die 52. Te Bergen (N.-H.) was in 1926 aanvraag voor 63 kinders; 52 zouden zeker komen. Er verschenen ten slotte 33 kinders. Drie jaar later waren er nog maar 42. Telkens blijkt ook, dat groei der eene school uitioopt op afbraak eener andere. Speciaal geldit dat voor het openbaar onder wijs. Er zijn nu 1287 e&i- en tweemansschooltjes. Daarvan komen er ruim 800 voor 't openbaar, een goede 400 voor het bijzonder onderwijs. In 1920 waren er goed een millioen kinders op de scholen. In 1924 waren er 33000 meer. Berekend op 160 per school, zou dat 200 nieuwe scholen eischen. Gebouwd zijn er 1137. In 1926 waren er 1000 kinderen minder dan in 1925. Toch zijn er tot 15 November 143 scholen bijgebouwd. Ridderkerk met een 15000 inwoners heeft eene nieuwe (Kersten)- school gesticht naast de Kuyperschool. Er zijn nu 4 openbare scholen, 6 scholen met den Bijbel, 1 lagere Geref. school, 1 nutsschool. Te Broek onder Akkerwoude had men ge- dacht, dat de le onderwijzer Hovias hoofd zou worden van de school. Dit gebeurde niet, om dat hij wel naar de Chr. Geref. Kerk gaat, maar er geen belijdend lid van is. Een deel der ouders stiehtte toen voor hem eene nieuwe school. In een Groningsch dorpje zijn er 3 eenmans- scholen gekomen voor 1 openbare. De Regeering had moeten voorzien. Volks onderwijs heeft dat wel gedaan en meermalen gewaarschuwd. Wij doen niet aan politiek, maar de politiek doet wel aan V. O. Felle uitspraken van Ds. Barabas en van Ds. Pierson worden aangehaald als bewijs. Wij volgen hen niet op dien weg; wij gaan niet in tegen hun beginsel en hebben gerbied voor anderer meening. Maar wij komen op tegen de toepassing van het beginsel. Wij kunnen niet dulden, dat een handteekening 2 maal of meer mag tellen. De gemeente Beilen is arm geworden door den scholenbouw; voor het opknappen der openbare school is geen geld. Koevorden moet meewerken aan den bouw eener bijzondere school van 51.000. Het heeft het geld niet, en vroeg daarom hulp aan de regeering. Wij zeggen: ,,Geen geld voor scholenbouw dan voor 3 lokalen". Qok het aantal U.L.O.-scholen is te groot; uitbreiding kan en moet worden tegengegaan. Wij willen geen aanranding der Pacificatie, maar een gezonde regeling. Niet meer de be- slissing te veel aan den Onderwijsraad. Er kunnen voor aangrenzende gemeenten ge- meenschappelijke scholen komen, waardoor redelijker wijze in de behoefte wordt voorzien. Wij willen verbetering, geen verslechtering van de openbare school. Wij willen ons uiten door het gansche land. Wat is er gedaan ten opzichte van de in 1920 beloofde betere opleiding der onderwrj- zers? Spreker zegt, dat het mjsschien moei- lijker is te luisteren dan te spreken. Hij zal thans ophouden. Na eene korte pauze zal gelegenheid gege ven worden tot vragen en opmerkingen, even- tueel tot debat. Groot applaus! Na de pauze leest de vergaderings-Voorzit- ter eene motie voor: ,,De vergadering, belegd door het Plaatse lijk Comito van Actie tegen het wets-ontwerp Terpstra, gehouden te Ter Neuzen op 17 Februari 1932, gehoord de besprekingen, overwegende dat het wetsontwerp inbreuk maakt op de pacificatie, ten nadeele van het openbaar on derwijs, dat het, in flagranten strijd met de op- dracht aan de Staatiscommissie-Rutgers, be- zuinigingen voorstelt, die de vitale belangen, zoowel van het bijzonder als het openbaar on derwijs dit met name door een onderwgs- en opvoedkundig oogpunt niet genoeg te ver- oordeelen opvoeren van het aantal leerlingen per leerkracht ten zeerste benadeelen, dat het geen bepalingen inhoudt, die in overeenstemming met genoemde opdracht, aan de financieele gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs eene minder kostbare toepassing geven; integendeel, dat het wets ontwerp oorzaak zal zijn van eene zeer ten nadeele van Rijks- als gemeentelijke finan- cien voortgezette stichting van bijzondere scholen en schooltjes, dat het uit de wet wegneemt eene als nood- zakelijk voorgenomeh verbeterde onderwijzers- opleiding en daarin bepalingen opneemt, die aan de beteekenis van den onderwijzer als opvoedkundige leerkracht ten zeerste afbreuk doen, van oordeel, dat aan de financieele gelijk stelling eene minder kostbare toepassing kan worden gegeven, waarbij bovendien de belan gen van het onderwijs zullen worden gediend, door o.a. a. bij de aanvrage tot oprichting van eene bijzondere school niet meer mee te tellen de kinderen, die reeds eene bijzondere school bezoeken, b. geen medewerklng te verleenen tot op richting van bijzondere scholen met min der dan drie leerkrachten, c. de concentratie van U.L.O.-scholen te bevorderen, verklaart zich homogeen met de door het Comito van Actie tegen het wetsontwerp Terpstra" ingestelde actie, vertrouwt, dat het deze actie onverzwakt zal voortzetten, teneinde de Volksvertegen- PERHPO. (Ingez. Med.) woordiging te overtuigen van de noodzaak van het aanbrengen van de door het Comito voorgestane verbeteringen en besluit deze motie ter kennis te brengen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en de pers. De vergadering sloot zich geheel bij deze motie aan. Zonder meer besprekingen werd ze met algemeene stemmen aangenomen. De heer Kl. de Vries constateert met ge- noegen, dat hij weer eens voor eene voile zaal heeft kunnen getuigen van ons groot begin sel. Hij vindt het iets goods en moois, dat er bij alle verscheidenheid zooveel eenheid blijkt ten opzichte der openbare school. Men kan die met recht noemen de Christelijke bij uit- nemendheid, die tracht op te voeden naar het beginsel ,,Hebt elkander lief!" Eenmaal zal die taak der openbare school weer opleven, zal er weer zijn een school voor alle kinderen. Laat deze goed blijven, des- noods beter worden. Dank voor de betoonde instemming! Daverend applaus! De heer Van der Peijl betuigt namens hot Plaatselijk Comito een woord van diepgevoel- den dank voor dezen schoonen avond aan den begaafden spreker. Hij hoopt, dat dierus uit- spraak, getuigende van diep geloof en voile vertrouwen, niet alleen ons aller idee zal zijn en blijven, maar dat ze zal uitgedragen wor den naar buiten. Zoo zal eene schoone toe komst worden bereikt. Op ons alien rust de taak daartoe mee te werken. Wij moeten trachten de eenheid te bespoe- digen, de zwarte en" moeilijke tijden te doen wijken. Vurig dank aan spreker. Dank ook aan de vergadering voor het aandachtig ge- hoor en de blijkbare instemming. Niet het minst dank aan de velen, die van buiten ge komen zijn om van dezen avond te genieten. Krachtige instemming van de hoogst vol- dane bezoekers! CHR. WINTERLEZING. Gisteravond hield de vereeniging voor Chr. winterlezingen alhier in de Geref. Kerk haar laatste lezing in dit seizoen. Er waren weer niet veel plaatsen onbezet. De bijeenkomst werd geopend met het zin gen van Ps. 147 6 en voorlezing van Marc. 9 1429, waama de voorzitter, de heer J. C. Jansen, voorging in gebed en den spreker met een kort woord inleidde. Deze, Ds. Lindehoom, van Serooskerke, behandelde daama het on- derwerp: ,,Machtoloosheid en Krachtsont- plooiing van het Christendom". In zijne inleiding sohetste spreker op tref fende wijze den ontredderden toestand van Europa en Nederland op moreel en godsdien- stig gebied. Hij herinnerde aan den trjd dat zulks anders was, toen de Bedehuizen op Zon- dagen vol waren. Toen waren rijken en armen aanwezig. In bijna geen huis ontbrak Gods Woord. Die tiijd aldus spreker is onher- roepelijk voorbij. Maar de oordeelen Gods, die thans over de wereld gaan, roepen ons tot terugkeer en hiervam is bitter weinig te be- speuren. Vruchteloos zoekt men naar een geest van verootmoediging. De wereld is thans vol van ,,sterren" en ,.kampioenen". Die worden verheerlijkt, terwijl de Almachtige God wordt gehoond. Als voorbeeld noemt hij, hetgeen in onze provinciale hoofdstad dezer dagen werd uitgeroepen: ,,Jezus neemt geen zondaars aan". Hiema behandelde spreker in den breede de gebleken machtoloosheid van het Christen dom om te doen hetgeen waartoe het geroe- pen is. Ook hier heeft men met de apostelen bij den maanzieken jongeling moeten zeggen: „Wij hebben niet gekunneh". En wanneer spreker dan manmoedig hoort zeggen: ,,In God zullen wij kloeke daden doen", dan keurt hij dat niet af, maar dan wil hjVj, ook resul- taten zien. Ook de grooten der aarde, die het zelf in eigen kracht \frillen doen, moeten tot de slotsom komen: ,,wij kunnen niet". De z.g. heilstaat blijkt een fiasco. Alleen in den weg des gebeds zullen de teekenen der tijden worden verstaan. Waarom, vraagt spreker zijn de leiids- lieden van Europa a.h.w. met verblindheid geslagen? Waarom zucht Nederland onder den huddigen crisistoestand En zijn ant- woord is: het ongeloof is de onzalige bron waaruit de machtoloosheid voortkomt. Chris- tus de Heere als Koning, ook van de aarde, dat is de voorwaarde om te komen tot krachtsontplooiing, dat is het doel waamaar het Christendom streven moet. Spreker komt dan tot deze conclusie Alleen verootmoediging en vemedering voor God kan de wereld nog redden van moreelen en financieelen totalen ondergang. Laten wij vasten en bidden. Het vasten bestaat in het sluiten der vensters naar de zijdie der wereld en bidden bewerkt het openstooten der ven sters naar de zijde van God. Met het zingen van Ps. 85 3 en dankgebed werd deze bijeenkomst gesloten. POST EN TELEGRAFIE. Benoemd tot adjunct-commies bij den P. en T.-dienst de kantoorbediende le klasse J. A. Weijnen van het P. en T.-kantoor te Ter Neuzen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 5