Spiervorming QEMBHODK BERICHTEH GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. LN ZIJN SLAAP VERRAST DOOR EEN INBREKER. Woensdagnacht omstreeks twee uur hoorde de heer W. H. van der T., wonen.de aan de Scliie te Schiedam, aan de deur van zijn slaap- kamer eenig geritsel en even later hoorde hij dat de knop van de deur zachtjes werd om- gedraaid. Toen hij het licht aandraaide hoor de hij, iemand hard de trap afloopen. Bij een nader onderzoek bemerkte de heer Van der T., dat de buitendeur open stond, waardoor de dief was verdwenen. In de woning stonden alle kasten en laden open en een groot aantal zilveren voorwerpen lag op de tafel en op den grand. Vermist worden een regenjas, een kinderspaarpot met eenig geld en eenige zil veren voorwerpen. De dief heeft zich toe- gang verschaft door een gat in de buitendeur te boren, waardoor hij met een draad de deur van het dagslot kon krijgen. BRUTALE OVERVAE. Woensdagavond kwart voor zeven belden twee mannen ten huize van den heer J. Brand aan de Heerengracht no. 14 te Leiden aan. De 65-jarige heer B. deed zelf open. De man nen drongen naar binnen, waarna een van hen den heer B. eenige steken met een mes toe- bracht. B. werd vrij emstig gewanld. Hij is naar het Acalemisch Ziekenhuis overgebracht. Na de steken te hebben toegebracht, zijn de mannen weggevlucht. Nader werd gemeld, dat de twee man nen, die den heer B. vijf messteken hebben toegebracht, vermoedelijk op de vlucht zijn geslagen, nadat zij gestoord werden, door de thuiskomst van een buurman met zijn auto. Of een poging tot roof of wraak de oorzaak van den aanval is geweest is moeilijk vast te stellen. De heer B. is eigenaar van verschei- dene huizen. Eenige maanden geleden is bij den heer Brand ingebroken. Indien er zich geen complicates voordoen bij de verwondingen, baart de toestand vein den getroffene geen zorg. INBESLAGNEMING VAN AUTO'S. Om het smokkelen met auto's naar Pruisen te verhinderen, hebben de Duitsche grens- autoriteiten volgens de Tel., besloten, om bij ontdekking van smokkelarij met auto's ook de auto in beslag te nemen, zonder er reke- ning mede te houden, of de auto al of niet eigendom van den smokkelaar is. Tot dusver werd de auto slechts dan in beslag genomen wanneer zij eigendom van den smokkelaar was. Verhuurders of eigenaars van auto's zullen dus wel vooraf dienen op te letten aan wien zij him auto verhuren of in bruikleen afstaan. Het wordt voor hen noodzakelijk om van verdachte personen eerst een waar- borgsom te eischen, daar ze anders bij ont- dekte smokkelarij hun auto kwijt zgn. Quaker beslaat voor 16 °/o ui< profeine, ononlbeerlijk voor de onlwikkeling der spieren en bindweefsels. Boven- dien beval het vetten en mineralen. Quaker is een ,volkomen" voedsel en bovendien bijzonder smakelijk. Spoedeischende vergadering van Donderdag 11 Februari 1932, des namiddags 2 uur. Voorzitter de heer J. Huizinga, burgee meester. Tegenwoordig de heeren: L. J. Geelhoedt, D. Scheele, J. J. de Jager, M. de Jonge, C. A. Verlinde, D. van Aken, A. de Bruijn, P. F. de Bakker, H. J. Colsen, L. J. van Driel, C. van den Bulok, P. van Cadsand, J. Huijssen en N. A. Hamelink. Afwezig de heer J. H. van Doeselaar. De VOORZITTER opent de vergadering; hij deelt mede, dat de heer Van Doeselaar heeft bericht wegens uitstedigheid de verga dering niet te kunnen bijwonen. Aan de orde komt: L Notulen. De notulen der vergadering van 21 Decem ber 1931 worden met algemeene stemmen vastgesteld, zooals ze in druk aan de leden zijn toegezonden. Het vaststellen van de notulen der verga dering van 8 Januari 1.1. wordt aangehouden, aangezien deze nog niet in druk zijn ver- schenen. t. Ingekomen stukken. a. De rekeniag der commissie tot wering van schoolverzuim te Sluiskil over 1931. De ontvangsten hebben bedragen f 166,09, de uit- gaven f 87,40, goed slot f 78,69. Burgemeester en wethouders stellen voor deze goed te keuren. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. b. Het verslag der commissie tot wering van schoolverzuim te Sluiskil, over 1931, waaruit blijkt, dat 11 vergaderingen werden gehouden. Voor de commissie werden opge- roepen 8 personen. De redenen van de ver- zuimen waren van verschillenden aard, zoo als: moeder helpen bij het huiswerk, helpen venten, veldarbeid enz. Een geval was, dat een meisje haar broer geholpen had bij het venten, een ander geval was, dat een meisje dat bij haar grootouders opgevoed werd, thuis gehouden was. Er waren ook verschil- lende gevallen, dat de ouders de kinderen thuisgehouden hadden om moeder bij de huis- houding behulpzaam te zijn. Ook was er een geval dat de ouders in de meening verkeer- den, dat hun kind bij het bereiken van het 13e levensjaar niet meer leerplicbtig was. Alie verzuimen waren van korten duur, daar de ouders, wanneer ze voor de commis sie verschenen waren, hunne kinderen dadelijk weer naar school zonden. Aangenomen voor kennisgeving. c. Het raadsbesluit van 1 October 1931, tot verkoop van grond, aan G. F. P. van der Peijl, voorzien van het bewijs der goedkeuring van gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. d. Het raadsbesluit van 28 Januari 1932, tot het vaststellen eener rekening-courant- overeenkomst met de N.V. Bank voor Neder- landsche gemeenten, voor den gewonen dienst en voor den kapitaaldienst, voorzien van het bewij/s der goedkeuring door gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. e. Het raadsbesluit van 28 Januari 1932, waarbij het gemeentelijk Woningbedrijf wordt verklaart tot gemeentebedrijf, voorzien van het bewijs der goedkeuring door gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. f. Een circulaire van gedeputeerde staten van Zeeland, d.d. 29 Januari 1932, luidende als volgt: Het ligt in onze bedoeling, tijdelijk een wij- ziging te brengen in de regeling der jaarwed- den van burgemeesters, secretarissen en ont- (Ingez. Med A vangers der gemeenten in Zeeland, gelijk die laatstelijk werd vastgesteld bij ons besluit van 12 September 1930 nr 40, 3e afdeeling en goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 25 No vember 1930 nr 26 (Provinciaal blad nr 62 van 1930). Die wijziging zou hierin bestaan, dat met ingang van 1 Maart 1932 en voorloopig voor den tijd van drie jaren op de hier bedoelde jaarwedden een korting zal worden toegepast: a. voor hen, die gehuwd zgn en voor hen, die gehuwd zijn geweest, 2y2 van de eerste /"2000 en 5 van het meerdere der jaarlijk- sche bezoldiging, met uitzondering van het bedrag daarvan, hetwelk aan kindertoelage wordt genoten; b. voor hen, die ongehuwd zijn en nimmer gehuwd zijn geweest, 2% van de eerste f 1000 en 5 van het meerdere der jaarlijk- sche bezoldiging, met uitzondering van het bedrag daarvan, hetwelk aan kindertoelage wordt genoten. Onder jaarlijksche bezoldiging wordt ver- staan het bedrag, dat als bezoldiging werke- lijk wordt genoten op den eersten dag van het jaar, waarover de korting wordt toege past. Het bedrag van de jaarlijksche korting kan tot een geheelen gulden naar beneden worden afgerond in de gevallen, waarbij de korting op meerdere bezoldigingen gezamen- lijk moet worden toegepast, kan de korting per bezoldiging worden vastgesteld op een evenredig deel van het totaal bedrag der kor ting. In geval van verandering in den burger- lijken staat, gaat de hiermede gepaard gaande wijziging in de korting in met den eersten dag van de maand, volgende op die, waarin de verandering plants vindt. Het is evenwel de bedoeling, dat de hier- boven omschreven korting niet zal worden toegepast op de jaarwedden van die titularis- sen, op wie reeds het maximum-verhaal, be- doeld in art. 36, vierde lid, der Pensioenwet 1922, wordt toegepast. Op grond van het bepaalde in de artt. 80, 111 en 114 der Gemeentewet, noodigen wij U uit, het oordeel van den raad omtrent het bovenstaande in te winnen en ons v66r 18 Fe bruari a.s. met den uitslag Uwer bemoeiingen ten deze in kennis te stellen. Mocht op laatst- genoemden datum geenerlei bericht van Uw college door ons zijn ontvangen, dan zullen wij het er voor houden, dat bij den Raad tegen ons voornemen geen bedenkingen bestaan. Burgemeester en wethouders deelen mede, dat wanneer deze circulaire voor onze ge- meente van toepassing wordt, op de salaris- sen der genoemde functionarissen zal worden gekort resp. 225, 225 en 107,50, in totaal 557,50. Mocht de raad besluiten tot verhaal der maximum pensioensbijdragen (8% der genoemde ambtenaren, dan levert dit een voordeel op van 150 voor ieder, is in totaal 450. De VOORZITTER deelt mede, dat in de ver gadering van burgemeester en wethouders naar voren is getreden het denkbeeld om aan het verlangen van gedeputeerde staten tege- moet te komen door van de 3 hoogste ambte naren der gemeente de voile aftrek van pen- sdoenpremie toe te passen, zijnde 8% De heer VERLINDE vraagt inlichting om trent de door burgemeester en wethouders aangegeven berekening van den pensioen- aftrek, die hem niet duidelijk is. Op uitnoodiging van den VOORZITTER deelt de SECRETARIS mede, dat op het oogenblik wordt ingehouden 3 procent voor eigen en voor weduwenpensioen. Vol gens het voorstel zou worden ingehouden 5% voor weduwen- en 3% van het eigen pensioen, hetgeen voor de betrokken ambte naren, aangezien voor weduwenpensioen tot 3000 betaald wordt, een verschil maakt van 150. De heer COLSEN acht de ontvangst van deze circulaire van gedeputeerde staten iets buitengewoons, Toen ze voomemens waren de jaarwedden dezer titularissen te verhoo- gen. hebben ze ook de gemeenteraden ge hoord, doch, niettegenstaande deze daar in hun overgroote meerderheid tegen waren, zijn ze toch hun gang gegaan, en hebben de jaar wedden hooger vastgesteld. Nu het om vei- laging gaat, willen ze er den gemeenteraad voor spannen. Ze hadden die vraag naar sprekers meening wel achterwege kunnen laten. De VOORZITTER: De kwestie dat gede puteerde staten deze circulaire hebben ge- zonden is, dat ze de gemeenteraden in de ge- legenheid willen stellen, hun advies uit te brengen. De heer HAMELINK: Dat ze toch op zij leggen! De VOORZITTER: Omdat nu eenmaal in de Gemeentewet staat, dat gedeputeerde sta ten de jaarwedden vaststellen, den gemeente raad gehoord. Misschien zouden spreker of de heeren dit artikel uit de Gemeentewet heb ben gelicht, maar het staat er nu eenmaal in en daaraan moeten gedeputeerde staten dus gevolg geven. En al zijn er nu van de 110 gemeenten in de provincie 95 tegen een door hun voorgestelde regeling, dan blijft toch nog steeds het recht bestaan, dat gedeputeerde staten de jaarwedde vaststellen. Dat hooren der gemeenteraden beteekent niet, dat ze er een stemming over houden. De heer VAN AKEN wil de zaak eens van een anderen kant beschouwen en is van oor deel, dat thans blijkt, dat de gemeenteraden den toestand beter hebben bezien dan het ge- deputeerd college. Toen ze het vorig jaar met de nieuwe regeling aankwamen, hebben de* gemeenteraden bijna eenstemmig te ken- nen gegeven, dat het h.i. voor verhooging niet de tijd was. Toch zijn gedeputeerde staten doorgegaan. Nu zien ze in, dat ze met ver laging moeten komen, doch die gaat naar sprekers meening niet ver genoeg. Het is wel duidelijk, dat in de naaste toekomst verschil- lende verminderingen moeten plaats hebben en hij stelt daaram voor te kennen te geven, dat van de eerste /2000 vijf en van het ver- dere tien procent behoort te worden afge- trokken. Hjj weet echter niet, of dit denkbeeld ge- steund wordt. De heer DE JAGER vond, toen dit stuk te zijner kennis kwam, dat dit een eigenaardigen toestand schiep. Toen de regeling de vorige maal door gedeputeerde staten aanhangig werd gemaakt, was daar ook in begrepen een verhooging van de jaarwedde der wethouders die van f 600 op f 1000 kwamen. De verhoo ging van den burgemeester en den secretaris maakte ongeveer 6 van hun jaarwedde uit, doch die der wethouders 65 Nu verwon- dert het aan spreker ten zeerste, dat de aan- dacht van het college ook niet is uitgegaan naar de jaarwedden der wethouders. Aange zien ze in de verhooging begrepen waren, zou den ze ook in de verlaging moeten deelen Naar zijn meening zouden de leden van het dagelijksch besbuur ook voor verlaging in aan- merking moeten komen; het percentage laat hij daar. Hij merkt voorts op, dat de strekking van den maatregel is, om de belasting betalende bevolking zooveel mogelijk te ontlasten van den tegenwoordigen druk. Hij meent, dat er nog een mogelijkheid is om dit op een andere manier tot een belangrijk bedrag te doen. Hij wijst er op, dat 60.000 voor buitengewoon werk zijn genomen uit de gewone middelen. Men zou voor die werken alsnog een leening kunnen aangaan en dat bedrag gebruiken voor het dekken van de tegenwoordige crisis- uitgaven. Er is niets onbillijks in, dat het nageslacht, dat van die werken zal profitee- ren, daarvan ook nog een deel helpt betalen. Hij becijfert dat men, indien een leening kon gesloten worden tegen 5 of 5% in 30 jaren af te lossen daarmede jaarlijks de be- grooting in den aanvang met 5500 zou be- zwaren, welk bedrag dan in de plaats zou komen van de groote bedragen die nu op de begrooting moeten gebracht worden. Ook de uitkeering voor werkloozen zou z.i. op andere wijze kunnen gefinancierd worden. Dat zal naar hij verwacht dit jaar een f 50.000 beloopen, hij hoopt, dat het minder zal zijn, maar als men in plaats van dat direct te dekken uit de loopende begrooting daarvoor een leening op korten termijn, over enkele jaren verdeeld, sloot, zou zulks de directe lasten ook sterk verminderen, en terug te brengen zijn tot een 7000 k f 8000 's jaars, als dit ten minste zou goedgekeurd worden. Wanneer men dien weg niet volgt, kan het niet uitblijven, dat het volgende jaar het aan tal opcenten zal moeten behouden blijven en dat er misschien ook nog wel opcenten op de personeele belasting en vermogensbelasting zullen moeten gelegd worden. Hij acht de tegenwoorflige dekking dier uitgaven schade- lijk. We leven onder buitengewone omstan- digheden en dan is het ook geoorloofd buiten gewone middelen te -baat te nemen. Hij weet wel, dat het tegenwoordig niet ge- makkelijk is om geld te leenen, en dat de be- zitters vasthoudend zijn, maar als hij het in deze vergadering aan de orde te stellen geld- leeningsvoorstel goed begrijpt, is er van de leening van 107.000 bereids 48.000 gevon- den, zoodat er dan toch verder pogingen voor het sluiten eener nadere geldleening zouden kunnen worden aangewend. Bovendien bestaat dan toch ook nog de kans, dat gemeenten die in moeilijkheden zitten door tusschen- komst van het rijk geld beschikbaar kunnen krijgen. Misschien hebben burgemeester en wethouders de zaak nog niet op die wijze be- keken, maar hij meent, dat zijn denkbeeld toch wel overweging verdient. De heer GEELHOEDT deelt naar aanlei- ding der woorden van den heer De Jager mede, dat het zoowel de aandacht van hem als van zijn collega, den heer Scheele, getrok- ken heeft, dat de wethouders niet bij de door ffedeputeerde staten voorgestelde regeling zijn betrokken. Hij weet niet, of de raad deze er in zal wenschen te betrekken, doch hij kan ook namens zijn collega verklaren dat zij tegen een verlaging met 10 geen bezwaar zouden hebben. De heer VAN CADSAND kan zich met het eerste deel der woorden van den heer De Jager vereenigen; hij vraagt zich ook af, waarom de wethouders er niet bij betrokken zijn. De heer VAN DRIED kan kort zijn; het was, in verband met den korten termijn waar- op deze vergadering is uitgeschreven geluk- kig, dat zijn fractie juist een gewone vergade ring hield. Bij de behandeling van het kor- tingswetje in de Eerste Kamer hebben alle partijgenooten gelukkig tegen gestemd, hij kan wel verklaren dat zijn fractie tegen alle kor- tingen stemmen zal. De heer SCHEELE is van oordeel, dat er, al hebben gedeputeerde staten nooit naar de gemeenteraden geluisterd, toch wel aanleiding is, om hen de meening die bestaat kenbaar te maken. In verband met de groote vermin- dering die de prjjzen der eerste levensbehoef- ten hebben ondergaan, en die wel op 15 is te stellen, is er niet3 tegen, dat, bij den groo- ten nood die in de maatschappij bestaat, ook de ambtenaren een offertje brengen. Het of fer dat door gedeputeerde staten geeischt wordt, is beslist te klein; bij spreker leeft het idde van den heer Van Aken, dat het ge- wenscht is nog iets verder te gaan. Hij kan zich vereenigen met een voorstel om aan gede puteerde staten te berichten, dat naar de mee ning van den raad de jaarwedden tot 2000 met 5 en de bedragen daar boven met 10 behooren te worden verminderd. Wat de kwestie der pensioenstorting be- treft, spreker herinnert dat door hem vroeger bij de begrooting is voorgesteld, omdat gede puteerde staten niet naar den gemeenteraad hadden willen hooren, van die hoogste ambte naren de voile pensioenspremie-verhaal toe te passen. Dit werd van uit den raad bestreden en ook van achter de groene tafel werd het voorgesteld, alsof daarin iets persoonlijks lag, hetgeen echter allerminst het geval was. Het was alleen de bedoeling om gebruik te maken van het eenige recht dat de raad nog had. De raad heeft echter geweigerd daarop in te gaan, onder aanvoering van het motief, dat die korting dan ook op de andere ambtenaren zou worden toegepast. Dat was het groote bezwaar. De fractie van den heer Van Driel was er ook tegen, omdat deze het beginsel van vrij-pensioen huldigen. Wat de door den heer De Jager aangesne- den kwestie betreft, dit is een andere. Die bepaalt zich niet tot de tractementsverlaging, doch brengt de discussie op een ander terrein, nj. dat de 60.000 die voor bestrating zijn uitgegeven uit gewone middelen alsnog kun nen worden geleend, en ook om een leening te sluiten voor bestriding der uitgaven voor steun aan werkloozen en daarvoor een leening aan te gaan op korten termijn, b.v. 5 jaar. Naar spreker meent, bestaan daartegen groote bezwaren. Het is toch de vraag hoe lang deze moeilijke tijden zullen duren. En als we nu voor die uitgaven gingen leenen en de begroo ting met de rente en aflossing bezwaarden en op dien weg voortgingen zou het niet lang meer duren of de gemeente zat voor jaren vast met een niet te torschen last en zouden gedeputeerde staten komen met de boodschap: heeren, tot hiertoe en niet verder! Vooral de uitgaven voor werkloozensteun behooren uit de gewone middelen te worden geput. Indien men daarvoor in opvolgende jaren zou leenen, ging men het financieele bankroet tegemoet. Indien men zich tot de regeering zou gaan wenden om voor de ge meente in de bocht te springen, zou deze haar aan banden leggen. Men moet trachten zijn eigen zaken te kunnen blijven doen. Er meet bezuinigd worden op alle posten; ook de amb tenaren moeten een offer brengen. De heer VAN CADSAND vestigt er de aan dacht op, gezegd te hebben, dat hij zich met het eerste deel der woorden van den heer De Jager kan aansluiten. Met het overige deel is hjj het niet eens. De heer DE JAGER merkt op, dat op het door hem a#ngeroerde punt blijkt van een verschil van zienswijze; dat is altijd zoo ge weest. Wanneer hij bepleit voor de bestrating te leenen, doet hij dat uit overweging dat er geen bezwaar tegen kan zijn, dat het nage slacht, dat er ook genot van heeft, in de las- ten deelt. En wanneer de andere, de crisis- uitgaven, die toch ook als buitengewone uit gaven kunnen beschouwd worden, ook uit de gewone middelen moeten gevonden worden, kan het niet uitblijven, dat de belastingen nog zullen moeten worden verhoogd. De heer VERLINDE acht deze kwestie nog- al gemakkelijk. Zoover als men gedeputeer de staten heeft leeren kennen, weet men, dat dit college toch zijn gang gaat. Het is vech- ten tegen de bierkaai. Ware dit niet het ge val, dan zou hij misschien ook voor een af- wijkend voorstel te vinden zijn, maar het helpt toch niet. Indien men daarop invloed zou wil len uitoefenen zou men dit op een anderen tijd moeten doen, n.l. in den tijd van de verkiezin- gen voor de provinciale staten en voor het gedeputeerd college. Het is nu wel een mooi gebaar om te zitten pleiten voor een grootere verlaging der tractementen en critiek uit te oefenen op de handelingen van gedeputeerde staten, maar ook niet meer dan een gebaar, want van de heeren, die dat bezwaar hier naar voren brengen, is toch geen poging uit gegaan om een lid van gedeputeerde staten, die aldus handelt, vervangen te krijgen. Spreker zal in dit geval stemmen voor het voorstel dat de verste strekking heeft. Een voorstel dat nog verder gaat, zal niet slagen. De heer SCHEELE geeft den heer De Jager toe, dat de gemeente wegens de huidige las- ten, voor groote moeilijkheden zal komen te staan. Daaram moet elk middel dat tot be- zuiniging aanleiding geeft worden aangegre- pen. Tot den heer Verlinde zegt hij, dat deze ook tegen zijn voorstel tot verhaal van 8V2 pensioenpremie heeft gestemd. Hetgeen spre ker daarover zeide was geenszins met de be doeling daaruit politieke winst te slaan. De heer VERLINDE: Ik heb voor het voorstel tot afwijzing der jaarweddeverhoo- gingen gestemd. De heer SCHEELE: Spreker heeft de vaste overtuiging, dat indien de salariskorting op resp. 5 en 10 werd gesteld, de betrokken ambtenaren nog geen reden van klagen zou den hebben. De heer VERLINDE verduidelijkt hetgeen hij zooeven zeide, door er op te wijzen, dat, wanneer men hier zulke ernstige bezwaren inibrengt tegen handelingen van gedeputeerde staten, men ook niet zijn hulp moet verleenen dat zulke leden nog in dat college terugkee- ren. Wanneer men dat tdch doet, moet het geen hier gezegd wordt alleen als een mooi gebaar beschouwd worden. De heer SCHEELE acht het jammer, dat de heer Verlinde hier de politiek inbrengt en den indruk tracht te vestigen alsof dat bedoelde lid met het besluit voor de verhooging heeft ingestemd. De heer Verlinde zou dat eens bij dat lid moeten onderzoeken en dan misschien wel tot een andere conclusie komen. De heer HAMELINK geeft te kennen, dat de ontvangst van deze circulaire hem niet heeft verwonderd, het is een gevolg van het wetje dat nog te wachten is. Dat de verhoo- gingen, die gedeputeerde staten het vorig jaar hebben doorgedreven, zooveel stof heb ben doen opwaaien, spraot voornamelijk daar uit voort, dat ze er op een slechten tijd mee gekomen waren, nl. toen de malaise reeds voor iedereen duidelijk zichtbaar op komst was. En waar nu het te verwachten wetje verlaging over de geheele linie beoogt, spreekt het van zelf dat gedeputeerde staten burge meesters, secretarissen en ontvangers, welker jaarwedden door hen worden vastgesteld, niet kunnen laten passeeren. Ze loopen nu alleen op de wet vooruit. Wanneer deze titularissen op de voorgestelde wijze verlagen, zijn ze nog beter dan te voren, de verhooging die ze in 1931 gekregen hebben, wordt daarmede nog niet te niet gedaan. En aangezien ook de lagere ambtenaren vermoedelijk wel een veer zullen moeten laten, acht spreker het voor stel van gedeputeerde staten niet onbillijk en zal hij daaraan zijn stem kunnen geven. De heer DE BAKKER gevoelt er ook voor, om iets hooger te gaan, nl. 5 voor de eerste en 10 voor de tweede korting en dan heb ben die ambtenaren toch nog een voordeel, aangezien die korting niet wordt toegepast op de kindertoelage. Aan den dag van van- dasg is de -levensstandaard stukken naar be neden. Het is voor hen nog z66 geen slag, ze komen him vroeger inkomen nog niet nabij. De VOORZITTER zal de salariskwestie bui- ten beschouwing laten en het oordeel daar over overlaten aan de toekomst. Wel wenscht hij enkele naar vorengekomen stellingen te bespreken. En dan acht hij het niet juist, wanneer men spreekt van een zoo groote daling van den levensstandaard. Hij heeft on- langs ook kennis genomen van een tamelijk uitgebreid staatje van verschillende artikelen, waarvan voor een bepaalde eenheid de prijs die van v66r den oorlog bijna benaderde. Maar het is hem daarbiji ook opgevallen, dat die lijst slechts enkele artikelen van dagelijks gebruik bevatte. En nu moge misschien in een plaats als Rotterdam het leven goedkoo- per zijn geworden, maar hier in Ter Neuzen merken we daarvan nog niet veel, het leven hier of in Rotterdam verschilt zeker nog wel 35 In Rotterdam koopt men b.v. de aard- appelen voor 6 en 7 cent per kilogram, terwjjl we daarvoor hier nog een dubbeltje moeten betalen (Protesten van verschillende leden.) De heer VAN CADSAND: Als je dat er voor betalen wilt! Bovendien behoort de voor zitter toch niet tot de categorie van inge- zetenen, die elken dag hun voorraad aard- appelen moeten koopen, die kan dat toch ook wel anders oplossen. De heer DE BAKKER: Ik wed dat de heer Huijssen er u graag een paar honderd zakken tegen 4 cent per kilogram zal leveren! De VOORZITTER vervolgt, dat het met den verkoop van varkensvleesch hetzelfde is, hier koopt men op verre na niet, zooals in Rotter dam voor een gulden 10 pond spek. Dergeltfke verschillen zijn er meer. Hij wil toegevem, dat de prijzen iets naar beneden zijn, maar voor onze ambtenaren is dat nog niet van zoo'n beteekenls, en hij acht het niet redeljjk, dat men op grond daarvan tot verlaging van jaarwedden wil komen. Een andere vraag is of we nu werkeljjk al een noodtoestand hebben. In 1926 was het erjfer der gemeentelijke inkomstenbelasttng alhier 1,65, voor het loopende jaar komt de fondsbelasting overeen met 1,25, zoodat we op het oogenblik nog 40 beneden 1926 zgn, terwijl het schoolgeld is verlaagd en ook de personeele belasting voor velen met een derde verlaagd is. De heer HAMELINK: Dat is door een her- schatting weer wel anders uitgekomem De VOORZITTER: We leven nu echter in een sfeer dat het naar beneden brengen der salarissen een algemeene leuze is geworden, dat werkt als een dommekracht en is nu een maal niet tegen te houden. Maar overigens zal toch niemand met redelijken grand kun nen beweren dat, wanneer op een begrooting van 400.000 zooals we hier hebben, /450 bespaard wordt op de jaarwedden der hoofd- ambtenaren het wel en wee der gemeente daarvan afhangt en dat de gemeente daar mede gebaat is? De heer COLSEN merkt op, dat de raad m zijn geheel opkwam tegen de voorstelling van den voorzitter over de aardappelmarkt, maar hij moet, namens de slagers opkomea tegen de voorstelling van de vleeschprijzen hier of in Rotterdani. Als men daar eerste kwaliteit vleesch wil koopen, is dat duurder dan hier. Zeker, men heeft in Rotterdam zaken waar men wel goedkooper vleesch kan krijgen De heer VERLINDE: Die sneden daar zeker lapjes uit de koppen? De heer COLSEN vervolgt, dat men mis schien wel eens heeft gehoord van gestoomd vleesch! Dat zulk vleesch minder gesprijad staat dan in Ter Neuzen wil hij aannemen. Maar de voorzitter gaat viermaal daags voor- bij een slagerij en als hij dan wil opletten, zal hij kunnen zien, dat daar ook vleesch van 80 tot 60 cent per kilogram verkrijgbaar is, en dat kan men gerust koopen, dat is geen ge stoomd vleesch. Spreker hoopt daaram, dat de voorzitter die woorden zal intrekken, want als dit in de krant komt, maakt dat een verkeerden indruk. Het is wel erg ge makkelijk om zoo iets te zeggen, maar hij zou in dit geval den voorzitter moeten zeggen: schoenmaker, blijf bij je leest. Bemoeit u niet met slagers en kruideniers. Dat van Rotter dam is glad abuis. De VOORZITTER wenscht thans te laten stemmen en meent dat het denkbeeld van burgemeester en wethouders van de versite strekking is. De heer VAN DRIEL acht zrjn voorstel van de verste strekking, doch aangezien hij slechts met z'n tweeen tegenwoordig is, kan dat voorstel niet voldoende worden gesteund om voor behandeling in aanmerking te komen, tenzij een der andere heeren dat doen wil. De heer COLSEN heeft geen bezwaar dat voorstel te steunen, hem is ook wel eens voor een voorstel van die zijde steun verleend, maar hij zal er tegen stemmen. De heer VAN DRIEL bedoelt niet zoo- danigen steun, want die beteekent voor het lot van zrjn voorstel niets, dan laat kg bet zakken. De heer GEELHOEDT wijst er op, dat er verschillende denkbeelden zijn geuiL Wat die van het voorstel van gedeputeerde staten af- wijkende denkbeelden betreft, acht hjj dat deze toch geen kans van slagen hebben, dat zal zijn vecbten tegen de bierkaai. Hij meent, dat het 't voordeeligste is te besluiten tot het verhalen van de voile 8% der pensioena- premie en daaraan behoeven gedeputeerde staten geen goedkeuring te verleenen, dan heeft de raad met gedeputeerde staten niets te maken. Voor het oogenblik is dat voor de gemeente iets minder voordeelig, maar op den den duur wel. De korting van pensioenpremie blijift geldig, terwijl we na 3 jaar weer op de oude jaarwedderegeling terugkomen. De heer HAMELINK: Dht zit nog! De heer GEELHOEDTDe voile premie- aftrek blijft altijd gelden. De heer DE JAGER acht het een bezwaar, dat er geen officieel voorstel van burgemees ter en wethouders is; dat had hg graag ge- zien. De heer SCHEELE merkt op, dat het niet mogelgk was tot een voorstel te komen, om dat de voorzitter, als zijnde er bg betrokken, meende zich er niet mede te moeten bemoeien. De heer Geelhoedt kwam met zijn denkbeeld van korting der voile pensioenpremie en spre ker gevoelde voor een regeling in den zin door den heer Van Aken voorgesteld, 5 en 10 korting. Hij meent dat dit voorstel van de verste strekking is en dus het eerst in aan merking zal moeten komen voor stemming. Tegen het voorstel van den heer Geelhoedt heeft hij bezwaar, omdat dit door den raad al eens is verworpen, onder aanvoering van het motief dat men vreesde dat die regeling dan voor alle ambtenaren zou volgen. De heer HAMELINK is ook bang voor den nasleep van een dergelijk besluit en vreest, dat. dit dan voor alle ambtenaren zal volgen. De VOORZITTER meent, dat, als men ieta doen wil, er aanleiding kan zijn voor het vast stellen van 8 aftrek voor pensioenpremie zonder meer; dat blijft op den duur voor de gemeentekas een voordeel, terwgl de ver laging van gedeputeerde staten voor 3 jaar geldt. De heer HAMELINK: Maar ook de premie- korting lean weer gewijzigd worden. De VOORZITTER sprak in den gedachten- gang van den heer Geelhoedt. De heer VAN CADSAND: Had de raad bfl de begrooting mijn voorstel aangenomen, dan. stonden we nu buiten deze geschiedenis. De VOORZITTER: Toen hebben de leden van verschillende zij den zich daartegen ver- zet, omdat het gold een aftrek over de ge heele linie. De heer SCHEELE kan uit de notulen aan- toonen, dat hg indertgd heeft voorgesteld juist van deze titularissen den vollen aftrek voor premie te vorderen, doch dat men daar tegen in sterke bewoordingen is opgekomen. De heer VERLINDE acht deze voorstelling van zaken toch niet juist. De raad is des- tijds sterk opgekomen tegen de verhoogingen, die gedeputeerde staten hebben doorgevoerd, maar er bestond bij de meerderheid van den raad bezwaar, om, toen men het niet had kunnen winnen, langs een omweg tegen die regeling op te komen, ook omdat verwacht werd, dat men dan zou kpmen met zoo'n rege ling voor de geheele linie. De vraag is nu, of, wanneer de raad er nu toe over zou gaan om 8% premie af te trekken, er wegens de regeeringsvoo'rstellen later nog meer zal af- gaan. De heer HAMELINK: Van d,eze ambtena ren niet. De heer VERLINDE: Dan kan ik mij met het voorstel daartoe vereenigen. De heer HUIJSSEN: Als we nu besluiten om 8% premie te verhalen, blgven de jaar wedden ongewgjZigd, maar als die regeling

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 2