BTJRQERLIJKEN STAND.
vol. Zoo'n minister moet afhangen van zijn
ambtenaren en dat is juist het kwade, want
als die er dan niet veel voor gevoelen komt
een en ander niet tot stand. Hij geeft de
voorkeur aan ministers als de heeren Deckers
en Donner, die het niet aan him ambtenaren
moeten vragen.
De heer D. DEES zal aan het voorstel
gaame zijn stem geven, het is hem altijd een
grief geweest, dat landbouw is gevoegd bij
Binnenlandsche Zaken. Een afzonderlijk
ministerie zal we] geld kosten, maar daar
moet men dan maar over heen stappen. Het
is echter wel de vraag, of het verzoek succes
zal hebben.
De VOORZITTER: Wij kunnen het zien in
Duitschland en Frankrijk, waar men een
minister van landbouw heeft, wat daar niet
allemaal voor den landbouw gebeurt. Als
men dat alles wist, zou men verbaasd staan
en in ons land wordt niets gedaan.
Het voorstel wordt verworpen met 6 tegen
4 stemmen.
Voor stemmen de heeren Haak, Van Hoeve,
Bakker en D. Dees; tegen stemmen de heeren
Bulijze, Koopman, A. Dees, Wisse, Maas en
Hamelink.
f. Een schrijven van Burgemeester en
Wethouders der gemeente Graauw en Lan-
gendam, houdende toezending van een af-
schrift van het besluit van den raad dier
gemeente waarbij wordt verzocht de in uit-
zicht gestelde financieele steunregeling voor
de vlascultuur en vlasindustrie voor 1932 ook
te willen toepassen voor de voorraden van
den oogst 1931 met verzoek hieraan adhaesie
te willen betuigen.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
daartoe te besluiten.
De heer BUIJZE wijst er op, dat, als men
eens terugziet op de tarwewet, de daarvoor
van wege de regeering gegeven ondersteuning
voor de arbeiders zeer treurig is geloopen.
Alles laten de landbouwers door de machine
bewerken, en zoo voorziet hij dat bij het ver-
leenen van steun voor de vlasindustrie ook
weer alleen de vlassers zullen zijn geholpen.
De vlascultuur is met steun niet meer te hel-
pen. Hij kan zijn stem aan het voorstel niet
geven, en is tegen het betuigen van adhaesie.
De heer HAAK weet, dat er ontzettend veel
moeite gedaan is om voor het vlas regeerings-
steun te verwerven en hij gelooft, dat men de
moeite om meerderen steun te krijgen, wel
sparen kan, daar het zeer moeilijk gaan zal
om voor den oogst van '30 en '29 nog steun
te krijgen, hij is er niet voor om adhaesie te
betuigen en wil het schrijven voor kennis-
geving aannemen.
De heer MAAS is tegen het voorstel van
Burgemeester en Wethouders, omdat de land
bouwers geen rekening houden met de land-
arbeiders. De landbouwers krijgen steun van
de regeering voor tarwe en voor bieten, om
het loon op peil te houden en om hun men-
schen in het werk te kunnen houden. Maar er
zijn landbouwers, die hun menschen op straat
zetten en zeggen: „dan gaan ze maar om
steun!". Zij zullen daarvan rekening moeten
afleggen. De arbeiders moeten daarvoor de
hitte en de koude van den dag dragen en om
hun brood op te eten beschutting zoeken. Die
landbouwers moeten rekening houden met
Deuternomium 24 vers 14 en 15, waar geschre-
ven staat: „Gij zult den armen daglooner niet
verdrukken, die uit uwe broederen is, of uit
uwe vreemdelingen, die in uw land en in uwe
poorten zijn. Op zijnen dag zult grj zijn loon
geven, en de zon zal daarover niet ondergaan,
want hij is arm, en zijne ziel verlangt/daar-
naar; dat hij tegen u niet roepe tot den Heere,
en zonde in u zij."
Die landbouwers kan spreker niet prijzen,
maar de landbouwers die hun menschen in
het werk houden daarentegen kan hij wel prij
zen. Er zijn landbouwers die 8 tot 11 men
schen in het werk houden. Als alle landbou
wers er zoo over dachten, naar evenredigheid,
dan zouden er in de gerq^ente van Zaamslag
weinig werkloozen zijn. De landbouwers, die
voor een zware pacht of een zware hypotheek
zitten, wil hij er buiten laten. Het is diep treu
rig, dat er zulke landbouwers zijn. Die heeren
brengen verbittering onder de werklooze
menschen.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat ook
Burgemeester en Wethouders het prijzen, dat
er landbouwers zijn die hun menschen aan het
werk houden, maar daartegenover behoeft
men nog geen afkeuring uit te spreken over
hen die dat niet doen, en behoort men zich
eerst af te vragen, of die menschen nog wel
over de middelen beschikken om hunne werk-
lieden als ze die zouden aanhouden nog
te betalen. Men kan er van overtuigd zijn, dat
een groot percentage der landbouwers niet
meer over die middelen beschikt. Er wordt
voorts zoo schrikkelijk opgegeven van den
steun die aan de boeren die aan de landbou
wers is gegeven voor de tarwe en de bieten.
De steun voor de tarwe was goed, maar nu
was de opbrengst zoo miniem dat er ook weer
geen winst mee te behalen was, en de steun
voor de bieten was veel te gering. Ook de heer
Maas kan het wel weten, dat hij de tegen-
woordige prijzen het landbouwersbedrijf niet
ineer rendabel is. En wat zijn opmerking be-
treft dat alles met de machine en de zelfbin-
der bewerkt wordt, wat zouden de heeren
Buijze en Maas zelf doen, als zij landbouwer
waren? Wie zal er thans nog aan denken om
zijn graan met den sikkel te laten snijden en
het met den vlegel te dorschen. Dat deed men
nog in de tachtiger en negentiger jaren, doch
toen kostte dat aan loon 60 cent en nu /1,25.
De steun die het vorig jaar voor de bieten
uitgeldofd is, beteekende zoo goed als niets,
dat was een zeer luttel bedrag en het was
misschien nog beter geweest, dat die niet ver-
leend was. De cooperatieve suikerfabriek
heeft 7,50 per 1000 K.G. betaald. De fabriek
van Zevenbergen betaalt niets uit. Wat be-
teekent dan het verleenen van steun? Nu is
het bedrag verdubbeld, doch wanneer de prijs
der suiker niet naar boven gaat, dan zullen
de landbouwers er nog slecht mee uitkomen.
Er komt niets meer in het laadje. Uit de
statistiek is bewezen, dat de opbrengst der
tarwe niet meer is geweest dan 1000 tot 1100
K.G. per Hectare, terwijl het stroo onverkoop-
baar is. Nu was de tarwe het beste artikel
En als dan de uitkomst daarvan z66 slecht
is, kan men wel nagaan, dat het er voor het
geheele bedrijf treurig bijstaat. Er zijn vele
landbouwers die geen pacht kunnen betalen of
geen cent rente van hun geld maken. Het pu-
bliek gelooft dat wel niet, maar het is een
feit, dat de toestand zeer slecht is. 4
De heer BUIJZE merkt op, dat de Voorzit-
t'er vraagt„wat zouden de heeren Buijze en
Mans zelf doen? Hij antwoordt hierop, dat
zij werkmenschen zijn en zich niet in dien toe-
stand kunnen verplaatsen. Er wordt meer en
meer om steun gegaan en dat mag niet. Ook
de landbouwers gaan om steun. Spreker zit
hier als lid van den raad, om den toestand
in het algemeen te bespreken, doch wanneer
men hem vraagt, zich in den toestand van
den werkgever te verplaatsen, dan kan hij dit
niet, evenmin als naar het schijnt de boeren
zich in den toestand van den arbeider kunnen
indenken.
De heer HAAK w!ijst er op, dat de heer
Maas nogal hard van stapel is geloopen. De
steun die aan de tarwe gegeven wordt, laat
voor den landbouwer de kans op een klein
winstje, maar die voor de suikerbieten was
beter niet gegeven geweest. Daarmede zijn
de landbouwers van den kant in de sloot ge-
raakt. De heer Maas kan weten, dat een
Hectare suikerbieten aan den landbouwer
200 kost. Als men nu nagaat, dat betaald
is f 7,50 per 1000 K.G. en dat de opbrengst
13.000 a 14.000 K.G. gemiiddeld is geweest, dan
blijkt daaruit dat er nog 100 bijgeiegd moet
worden en de landbouwer dus vooraeeliger
was geweest indien hij heelemaa! geen bieten
had gezaaid.
Of er landbouwers zijn, die hunne arbeiders
zonder noodzaak op straat zetten kan spre
ker niet beoordeelen, want hij kan niet over
eens anders kas oordeelen. Hij gelooft, dat
als de toestand anders was, dit niet gebeu-
ren zou, want dat doen de werkgevers niet
graag. Ze worden daartoe vermoedelijk ook
nu wel door htm eigen toestand gedrongen.
De heer MAAS geeft te kennen, dat de heer
Haak niet weet wat het wil zeggen werkman
te zijn; spreker werkt reeds van af zijn veer-
tiende jaar. Als de heer Haak het wist, zou
hij wel uit een ander vaatje tappen, Spreker
heeft daarover nog nimmer geklaagd en heeft
gelukkig altijd werk gehad. Maar toch valt
het niet mee, als men van den Maandag tot den
Zaterdag b.v. vlas moet boken. Als de heer
Haak het eens wil ondervinden, wil spreker
hem zijn bookjiamer wel eens leenen. Na die
ondervinding, zou de heer Haak wel uit een
ander vaatje tappen.
De heer HAAK wil gaarne aannemen, dat
het niet meevalt, werkloos te zijn.
De heer MAAS: Maar werkman te zijn
ook niet!
De heer HAAK: Jadan moet ik
zwijgen, daar weet ik niets op te zeggen.
De heer KOOPMAN betoogt, dat de steenen
op straat den bestaanden nood voelen, door
het verleenen van steun, blijft de werkman
voor den hongerdood ggspaard, ze hebben te
eten, en zoo is het met de boeren ook, die eten
ook nog. Maar toch moet men niet denken,
dat die vrij zijn van zorgen, en men kan ge-
rust aannemen dat er verscheidene zijn die
niet weten hoe ze de eindjes aan elkaar zul
len knoopen, die voortdurend in zorg zitten
door verschillende dreigbrieven, sommaties en
wat dies meer zij. Hij denkt, dat er zeer veel
werkgevers zijn, die hun werklieden graag
zouden houden, als ze maar konden, evengoed
als dat er zullen Zijn die hun volk op straat
hebben gezet, hoewel het nog niet noodig was.
Door steun te geven wordt toqh de kas van
den landbouwer sterker gemaakt en is deze
ook in de gelegenheid meer te laten werken.
Hrj zou daarom zeggen: laat ons hier nog aan
meewerken.
De VOORZITTER: Wij hebben gemeend
het verzoek te moeten ondersteunen, omdat
we het verleenen van den steun in het alge
meen belang achten, zoowel van den werk
gever als van den werknemer. Men kan ge-
rust gelooven, dat er nog veel boeren zijn, die
er erger voorzitten dan de armste werkman.
De steun, die aan den landbouwer gegeven
wordt, beteekent voor hem zoo goed als niets,
dat beoogt alleen hem in de gelegenheid te
stellen zijn bedrijf gaande te houden, alzoo ten
bate der werknemers, doch de risico op het
bedrijf blijft voor hem. Wat beteekent een
toeslag van 50 voor een hectare vlas? Laat
ons daarom nog helpen wat geholpen kan
worden.
Over dit voorstel staken de stemmen met
5 tegen 5.
Voor stemmen de heeren Koopman, Van
Hoeve, Bakker, D. Dees en Hamelink; tegen
stemmen de heeren Buijze, Haak, A. Dees,
Wisse en Maas.
g. Een adres van de Provincial e Commis-
sie voor werkloozenzorg, ingesteld vanwege
de S.D.A.P. en de Modeme Vakbeweging die
daarin te kennen geeft, dat op een 3peeiaa!
daarvoor gghouden vergadering dat doel is
besproken.
De ondersteuning, de werkverschaffing, de
ontwikkeling en de ontspanning voor de werk
loozen had hare aandacht.
Aangenomen werd de volgende motie:
De provinciale vergadering van bestuurders
van Bestuurdersbonden, Soc. Dem. Raads- en
Statenleden en Vak- en Partijafdeelingen, bij-
eengeroepen door de Federatie van Bestuur
dersbonden in de provincie Zeeland en door
het Gewest Zeeland der S.D.A.P. inzake de
bestrijding der werkloosheid, op Zondag 29
November 1931, te Middelburg;
gehoord de besprekingen betreffende de hui-
dige economische toestand;
constateerende, dat de omvang der werk
loosheid in Zeeland thans grooter is dan in
1930 om deze tijd en dat in de komende win-
termaanden naar alle verwachting deze werk
loosheid nog meer zal toenemen en langer dan
andere jaren zal duren in verband met de zeer
ongunstige vooruitzichten
van oordeel, dat in verband hiermede buiten-
gewone maatregelen behooren te worden ge-
nomen en dat voor alles gezorgd dient te wor
den, dat de door werkloosheid getroffen ar
beiders-in staat zullen zijn, htm levenspeil en
arbeidskracht intact te houden:
van oordeel, dat de Regeering door het ver-
strekken van ruime financieele steun het de
gemeentebesturen mogelijk dient te maken, de
noodig zijnde maatregelen te treffen, terwijl
zij daamaast die maatregelen dient te nemen,
welke het economische leven versterken;
waardeerende de financieele medewerking,
tot nog toe gegeven en/of toegezegd voor uit-
voer van waterstaatswerken;
acht deze medewerking, gezien de tijdsom-
standigheden, echter onvoldoende;
dringt er ten sterkste op aan, dat de regee
ring zoo spoedig mogelijk over gaat tot:
le. het aanleggen van de Rijksweg Nieuw-
en St. JooslandVlissingen;
2e. de bebossching van de duinenreeks van
Vlissingen tot Domburg;
3e. ontwatering van West-Zeeuwsch-Vlaan-
deren, aanleg van het kanaal Sluis
Breskens, en verbetering der Zeewerin-
gen te Breskens;
4e. ontwatering van Oost Zeeuwsch-Vlaan-
deren en de aanleg van kanaal Hulst
Axelsche Sassing;
5e. bevordering van de arbeiderswoning-
bouw in het industriecentrum van Oost
Z.-Vlaanderen;
6e. het bevorderen en aanleggen van een
drinkwatervoorziening in Zeeuwsch-
Vlaanderen;
7e. ontwatering van West- en Oost Zuid-
Beveland; aanleg van de spoorweg Z.-
I^eveland-Antwerpen over Woensdrecht;
8e. versnelde uitvoering van de bebossching
op Schouwen en Duiveland;
9e. de Provincie in staat te stellen in een
vlugger tempo de secondaire en ter-
tiaire wegen te doen uitvoeren;
lOe. de loonen en overige arbeidsvoorwaar-
den, geldende in werkverschaffing, op
peil te brengen, opdat de daarbij tewerk
gestelde arbeiders voldoende zullen kun
nen verdienen, om in het onderhoud
hunner gezinnen te kunnen voorzien;
lie. de beperkende bepalingen voor tewerk-
stelling bij de werkverschaffing, waar-
door slechts ddn arbeider uit ddn gezin
bij de werkverschaffing kan worden ge-
plaatst op te heffen;
12e. de gelegenheid te openen opdat ook jon-
gere arbeiders worden tewerkgesteld;
13e. steunregelingen in bet leven te roepen
voor de werklooze arbeiders, die niet
bij de werkverschaffing zijn tewerkge
steld;
14e. sterke bevordering van het onderwijs
aan jeugdige arbeidsters en arbeiders,
die werkloos zijn geworden;
vertrouwt dat de besturen van Partij en
Vakbeweging niets zullen nalaten, wat bevor-
derlijk kan zijn aan krachtige doorvoering
van bovengenoemde eischen;
gaat over tot de orde van den dag.
De memorie van toelichting luidt, met be-
trekking tot de punten betreffende Zeeuwsch-
Vlaanderen, of die van algemeene strekking,
als volgt:
3. In verband met de opkomende land-
bouwcultuur in West Zeeuwsch-Vlaanderen
tufcibouwcultuur, bessencultuur) is het nood-
zakelijk, dat meer dan tot nu toe aandacht be-
steed wordt aan een behoorlijke ontwatering
van West-Zeeuwsch-Vlaanderen.
Het is ons niet onbekend, dat deze ontwa
tering moeilijkheden oplevert, in verband met
de ontwatering van het er achter liggende
Belgie, maar naar onze meening moet thans
krachtiger dan ooit deze ontwatering ter hand
worden genomen, omdat het vrijwel uitgeslo-
ten is, dat intensieve cultures, die in West-
Zeeuwsch-Vlaanderen bestonden (bieten, tar<
■ve- en aardappelcultuur) nog ooit him oude
hoogte zullen bereiken, zoodat een blijvende
werkloosheid onder de landarbeiders dreigt
indien niet overgegaan wordt tot andere inten
sieve cultuur (groente- en fruitcultuur), waar-
ivyx West-Zeeuwsch-Vlaander»-- zoo bii "it-
stek gunstig ten opzichte van Engeland ge-
legen is.
Hetzelfde wat wij hiervoren betoogden,
geldt voor de ontwatering van Oost-Zeeuwsch-
Vlaanderen.
Wij weten, dat hiervoor reeds geruimen tijd
plannen bestaan en wij meenden, dat, waar de
landbouw thans in een tijdperk van malaise
veraeert, deze werken, dien ten slotte grond-
verbetering beoogen, moeten worden aange-
vat.
Met klem mogen wij ook aandringen op de
aanleg van een kanaal BreskensSluis.
De aanleg van dit kanaal zal de gelegenheid
openen, om te komen tot een goedkoop vracht-
vervoer van de landbouwproducten uit Z.-
Vlaanderen. De nieuw geoutilleerde haven van
Breskens mag niet ongebruikt gelaten worden.
De beteekenis van deze haven moge blijken uit
de onderstaande cijfers.
In 1930 kwamen binnen 15.625 binnen-
schepen met een laadvermogen, in tonnen)
van 2.086.000.
Deze beteekenis zal ongetwijfeld nog toene
men indien het kanaal BreskensSluis tot
stand komt.
4. Reeds jaren bestaat een plan voor Iw*
aanaal HulstAxelSluis, waarvoor door be-
langhebbenden reeds bijdragen werden toege
zegd. Nu ook deze streek, die voomamelijk
van landbouw moet leven, in het gedrang
komt, is het aanleggen van dit kanaal zeer
gewenscht, waardoor het mogelijk zal worden,
in het vervolg de landbouwproducten te ver-
voeren.
Bovendien zal de ontluikende tricotage-in-
dustrie in Hulst en omliggende plaatsen van
dit kanaal voor de aanvoer van grondstoffen
kunnen profiteeren.
5. In Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen is in de
laatste jaren snel industrie tot stand ge-
komen. De arbeiders benoodigd voor deze in-
dustrieen, komen van ver afgelegen streken,
omdat geen woningen voor hen beschikbaar
zijn.
Het is wenschelijk, de arbeiderswoningbouw
te bevorderen, waarvoor het noodig is, thans
reeds over te gaan tot het bouwrijp maken
der gronden.
Beide objecten zullen de werkgelegenheid
langen tijd verruimen.
6. Nog steeds ligt het plan voor de water-
voorziening klaar voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
hetgeen tot nu toe afstuitte op de onwil van
enkele gemeentebesturen.
Meer dan ooit is het thans noodzakelijk over
te gaan tot de'uitvoering van dit werk, waar
door niet alleen werkverruiming plaats vindt,
maar bovendien de bewoonbaarheid van het
platteland sterk wordt bevorderd.
10. Dit punt behoeft naar onze meening
geen toelichting.
Het is voor onze geheele maatschappij van
buitengewoon veel belang, dat het levenspeil
en de arbeiderskracht van onze arbeiders-
klasse op peil wordt gehouden omdat, indien
hier een sterke achteruitgang zou worden ge-
constateerd, dit zou beteekenen, dat, indien
straks het productieproees dezer arbeiders
weer opvraagt deze lichamelijk niet meer in
staat zouden zijn, met hun oude intensiviteit
aan dit proces deel te nemen.
11. De bepaling, dat slechts een arbeider
bij de werkverschaffing uit een gezin mag
worden tewerkgesteld, beteekent, dat in de
groote gezinnen een te gering bedrag bjnnen-
komt, om in het onderhoud van het gezin te
voorzien.
12. De bepaling, dat jonge arbeiders niet
bij de werkverschaffing mogen worden tewerk
gesteld, beteekent, dat deze arbeiders aan alle
ellende van de werkloosheid worden prijs ge
geven.
13. Indien het niet mogelijk is alle werk
looze arbeiders te plaatsen bij de werkver
schaffing, moet voor deze arbeiders en ook
voor eventueele perioden, dat geen arbeid kan
worden verricht een steunregeling in het
leven worden geroepen.
Door den Minister van Binnenlands6he Za
ken is bij de interpellatie van Van den Tem-
pel op een desbetreffende vraag geantwoord:
„Ik moge opmerken, dat de Regeering niet
kan dwingen. Met besprekingen en overleg is
intusschen wel iets gedaan te krijgen. Indien
men mij deze zoogenaamde achterlijke ge-
meenten noemt, ben ik gaarne bereid, in deze
door een bespreking en overleg te zien, of
niet iets in de goede-richting is te verkrijgen."
Uit dit antwoord van den Minister blijkt
dus wel ten zeerste, dat ook de Regeering op
het standpunt staat, dat een steunregeling
als aanvulling op de werkverruiming en werk-
verschaffingswerken noodzakelijk is en dat
drang op deze gemeentebesturen niet alleen
geoorloofd, maar ook zeer dringend is.
Van de zijde van het Gewest Zeeland, van
onze Raads- en Statenleden en van de federa
tie van Bestuurdersbonden en ons werk-
comitd, moet hierop bij voortduring aange-
drongen worden, opdat deze regelingen in de
betrokken gemeenten tot stand komen.
Door onze vakbeweging in de Provincie Zee-
land moet hiervoor een groote activiteit wor
den ontplooid, waarop ik nog nader terug
kom.
14. Het is van het allergrootste belang, dat
zeer veel aandacht wordt geschonken aan de
opleiding en de verhooging van de vakbe-
kwaamheid van onze jeugdige arbeiders.
Daartoe moeten, waar noodig, cursussen
worden ingericht, ook voor plattelandsarbei-
ders, opdat deze straks in de nieuwe cultures,
die ongetwijfeld zullen ontstaan, een emplooi
zullen kunnen vinden.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
deze motie aan te nemen voor kennisgeving.
De heer BUIJZE vraagt, wat Burgemeester
en Wethouders hiervan denken. De heeren
openen met dit stuk een groot vooruitzicht
en hij zou gaarne zien, dat dit in behandeling
kwam. Mogelijk dat er verschillende werkloo
zen bij die werkverschaffing te werk gesteld
zouden kunnen worden. Reeds jaren lang be
staat er een plan voor een kanaal naar Axel
en Hulst, hetgeen een groot voordeel voor het
vervoer zou wezen. Hij gelooft, dat het wel
van belang is, die eens onder het oog te
nemen. Als het voor kennisgeving wordt aan
genomen is het zonder meer weg.
De heer MAAS sluit zich hierbij aan.
De heer HAMELINK ziet in die plannen ook
eenig uitzicht en meent, dat men die niet
naast zich moet neerleggen; men moet ze
eens nagaan en als er iets inzit, Sat opzoeken.
De heer KOOPMAN heeft die stukken ook
bestudeerd; er staat veel op, maar er kan niets
van komen. Hij had graag gewild, dat de hee
ren die op het stuk willen ingaan, nu ook
eens voorstellen hadden gedaan, waarvan de
raad kon zeggen: daar gaan we op in. Er
staan wel veel aanlokkelijke zaken op, maar...
er staat niet bij waar men de financien daar
voor vandaan moet halen. Toch acht hij het
hard, om het zoo maar voor kennisgeving aan
te nemen. Hij zou dat willen doen, onder dank-
betuiging aan de opstellers voor het gelever-
de werk, want dat is toch een werk van stu-
die geweest. Aan wegenaanleg kan deze ge
meente niets doen, evenmin aan aanleg der
waterleiding en de ontwatering is een kwes-
tie voor den minister en de polders. Er is
echter van het stuk veel studie gemaakt.
De heer HAMELINK merkt op, dat de heer
Koopman van hen voorstellen heeft verwacht
en wijst dan op punt 11. Hij kan zich daarbij
geheel aansluiten. Wanneer men een groot
gezin heeft, met groote jongens, dan vindt hij
het hard, dat er van dat gezin bij de werk
verschaffing maar een te werk gesteld mag
worden. Wanneer de raad dddrin eens ver-
andering kon brengen, was dat althans iets.
De VOORZITTER deelt mede dat Burge
meester en Wethouders deze stukken breed-
voerig hebben besproken. Verschillende van
die plannen zijn reeds aanhangig gemaakt in
een tijd dat men over veel kapitaal kon be
schikken. De hooge oomes van rijk en pro
vincie hebben het echter toen niet aangepakt.
Ook Burgemeester en Wethouders moeten
toejuichten, dat de opstellers van het stuk
hierop weer eens de aandacht hebben geves-
tigd, maar Gedeputeerde Staten zien evenmin
als de gemeenten kans om er iets van tot
stand te brengen. Men is over het kanaal reeds
jaren en jaren bezig, over verbetering van de
ontwatering was men al bezig toen spreker
nog een kleine jongen was, die is niet in orde,
maar het eenige dat tot verbetering gedaan
is, was het maken van nog een uitlaatjoker
in den Oostbeer te Ter Neuzen, in de jaren
1911 of 1912. De afwatering deugt op verre na
niet, maar er is geen geld voor verbetering.
We zullen alle zeilen moeten bijzetten, om de
zaken gaande te houden. Groote gemeenten
staan al onder curateele van de regeering,
laat ons toch voorkomen dat het met Zaam
slag zoover komt. Er zijn nu al veel zaken,
waarin Gedeputeerde Staten en niet het ge-
meentebestuur beslist, maar als de gemeente
onder toezicht staat. kan men het gemeente-
bestuur en den raad wel geheel opdoeken.
De heer BUIJZE meent, dat men toch kon
trachten het in goede banen te leiden, dan
blijkt, dat de leden van den raad ambitie er
voor toonen.
De VOORZITTER meent, dat de heer Buijze
toch wel moet overtuigd zijn, dat alle de ge-
noemde werken zijn, die van de regeering of
de provincie moeten uitgaan. De gemeenten
kunnen daar niets aan of toe doen.
Met algemeene stemmen wordt overeen-
komstig het voorstel van Burgemeester en
Wethouders besloten.
(Wordt vervolgd.)
BOSCHKAPELLE.
Geboorten. 6 Jan. Bemardus Eduardus, z.
van Alexander Apolonia van der Walle en
van Wilhelmina van der. Veeken. 8 Jan.
Alfred Eduardus, z. van Triphon Josephus
van der Veeken en van Maria Cornelia de
Waal. 10 Jan. Mathilda Cornelia Apolonia,
d. van Leo Ferdinandus Hermans en van Flo-
rentina Pieters. 22 Jan. Alice Maria Sera-
phina, d. van Petrus Cerilus Mangnus en van
Anna Alice Maria van Pottelberghe.
Overlijden. 23 Jan. Maria Mathilda de
Rijk, oud 8 m., d. van Petrus en van Maria
Paulina Gelderland. 26 Jan. Maria van Den-
deren, oud 81 j., wed. van Petrus Kool.
GRAAUW.
Huwelijks-aangiften. 14 Jan. Gustave
Hulshout, oud 24 j., jm. en Irma Maria
Vanacker, oud 21 j., jd.
Huweljks-voltrekkingen. 5 Jan. Alphon-
sus Neeve, oud 48 j.., jm. en Anna Catharina
van Hove, oud 35 j., wed. 5 Jan. Theophilus
Eduardus de Deijn, oud 28 j., jm. en Julia
Catharina Boerjan, oud 27 j., jd. 27 Jan.
Gustave Hulshout, oud 24 j., jm. en Irma
Maria Vanacker, oud 21 j., jd.
Geboorten. 11 Jan. Joseph Marie, z. van
Theophile de Bot en van Martha Cornelia
Bisschop. 13 Jan. George Petrus, z. van Jo
hannes Franciescus de Rooij en van Elisa
Petronella d.'Hont. 13 Jan. Josephus, z. van
Jacobus Alorjsius Peersman en van Albertina
Maas. 17 Jan. Achele Julia, d. van Josephus
de Block en van Maria Adorina Dankaart. 27
Jan. Johannes Franciscus, z. van Joseph
Antonius Maria Weemaes en van Maria Jo
hanna Kindt.
Overlijden. 17 Jan. Emelie Maria, d. van
Adrianus Rens en van Elisabeth Verlinden,
HONTENISSE.
Huwelijks-aangiften. 14 Jan. Willem Mahu,
oud 28 j., jm. en Martha Paulina Buijsrogge,
oud 29 j., jd. Alouisius Stephanus Boone (van
Graauw), oud 26 j., jm. en Martha Maria
Louisa de Backer, oud 24 j., jd. 15 Jan.
Isedorus d'Olieslagers (van Hulst), oud 35 j.,
jm. en Elisa Angelina van Kerkhoven, oud
32 j., jd.
Huwelijks-voltrekkingen. 8 Jan. Leonard
Jacobus Julien Moorthamer, oud 27 j., jm. en
Paulina Maria Collet, oud 23 j., jd. Petrus
Johannes Baart, oud 25 j., jm. en Mathilda
van Geersdaeie, oud 25 j., jd. Josephus Petrus
Augustinus Vink, oud 28 j., jm. en Emma
Maria van Stevendaal, oud 21 j., jd. Joseph
Gustaaf Theodoor van Dorsselaer (van
St. Jansteen), oud 21 j., jm. en Louisa Wil
helmina Blommaert, oud 25 j., jd. 29 Jan.
Isedorus d'Olieslagers (van Hulst), oud 35 j.,
jm. en Elisa Angelina van Kerkhoven, oud
32 j., jd. Alouisius Stephanus Boone (van
Graauw), oud 26 j., jm. en Martha Maria
Louisa de Backer, oud 24 j., jd.
Geboorten. 1 Jan. Theresia Louisa Isabella,
d. van Alph. P. d'Hont en van Joh. Cath. van
den Bosch. 3 Jan. Willy Julianus Flori-
mond, d. van Al. Fr. Menu en van Maria de
Waal. 4 Jan. Maria Anna, d. van Jos. Pau-
wels en van Clem. M. Hoop. 7 Jan. George
Johannes Emelia, d. van Alb. P. M. Joossen
en van M. C. van Damme. 9 Jan. Petrus
Wilhelmus Marie, z. van Rich. A. Lampo en
van Wilh. Al. van Rijn. 10 Jan. Maria The
resia, d. van Petrus Aug. Pauwels en van
Wilh. E. Pauwels. 14 Jan. Anna Rosalia,
d. van Ed. A. Cornelissens en van M. A. van
Steene. 15 Jan. Paula Emelia, d. van Prud.
van Itegem en M. C. Theenaart. Maria. Pau
lina Magdalena, d. van Theod. C. van Laere
en van M. R. Verdurmen. 16 Jan. Susanna
Jacomina, d. van Willem M. van Dixhftom e*
van J. M. Vinke. 17 Jan. Anny, d. van Al
van Denderen en van M. W. Theenaart.
Overlijden. 3 Jan. Apolonia Weij, oud #4
j., wed. van Jan Franoies Verschuren. 5 Jan-
Maria Coieta Theresia van Jole, oud 50 j.,
echtg. van Alphonsus Hoefe^zers. 6 Jan.
Johannes Francies Bun, oud 32 j., echtg. van
Rosalia Paulina van Deursen. 8 Jan. Floren
ce Josephine Schillemans, oud 26 j., d. van
Petrus en van Stephanie van Linden. 12 Jan.
Maria Sophia Theresia Verdurmen, oud 5 m.,
d. van Petrus en van Rozalia Beck. 13 Jan.
Francies Ivens, oud 93 j., weduwn. van Anna
Catharina Vermorken. 27 Jan. Maria Loui
sa Pieters, oud 68 j., d. van Adriaan en van
Rozalia Steijaert. 29 Jan. Leonie Johanna
d'Hont (overl. te Hulst), oud 40 j., echtg. van
Petrus Comelis Alouisius de Schrijver.
KOEWACHT.
Huwelijks-aangiften. 5 Jan. Antonius Joan
nes Bours (van Ter Neuzen), oud 23 j., jm.
en Delina Marchella Clemence Vervaet, oud
21 j., jd. 23 Jan. Edmondus Maria Francisca
van der Sijpt, oud 22 j., jm. en Maria de
Witte, oud 25 j., jd.
Huwelijks-voltrekkingen. 7 Jan. Arthur
Petrus Armanaus Segers (van Antwerpen),
oud 27 j., jm. en Alma Maria Catharina de
Potter, oud 28 j., jd. 20 Jan. Josephus Jo
hannes de Rechter (van Hulst), oud 25 j., jm.
en Josephina Maria Louisa van Acker, oud 21
j., jd. 27 Jan. Antonius Bours, oud 23 j., jm.
en Delina Marchella Clemence Vervaet, oud
21 j., jd.
Geboorten. 14 Jan. Camiel, z. van Carolus
Alouisius Ferket en van Maria Josephina
Meijs. 18 Jan. Maria Josephina, d. van
Hector Domien de Caluwe en van Octavia
Ludovica Michielsens. 20 Jan. Roger August
Marie, d. van Leon Augustien Petrus Baert
en van Irma Augusta van Damme. Roger
Camiel, z. van Honore Marice Vlijminck en
van Elsa Leonia Louisa de Schepper. 23 Jan.
Antonius Andre Marie, d. van Henricus
Aloijsius van Vooren en van Emma Maria
Coieta Poppe. 25 Jan. Paula Maria, d. van
August van der Vloet en van Clemence de
Vos. 1 Febr. Willy Emiel, z. van August
Marie Raes en van Josephina Leonia Buijs.
Overlijden. 14 Jan. Stephina Vermast, oud
84 j., echtg. van Modestus van Nieulande.
18 Jan. Hendrik Pieter Helmstrijd, oud 23 j.,
z. van Pieter en van Jannetje Verbeek. 20
Jan. Petrus Martens, oud 70 j., z. van Char
les Louis Martens en van Anna Maria Sturte-
wagen. 30 Jan. Theophilus Joannes Poppe,
oud 61 j., z. van Gustavus Donatus en van
Melania de Mette.
OVERSLAG.
Huwelijks-aangiften. 12 Jan. Rene ran
Hoecke, oud 24 j., jm. en Irma de Coninck,
oud 21 j., jd.
SINT JANSTEEN.
Huwelijks-aangiften. 4 Jan. Francies An
tonius Verstraeten, oud 25 j., jm. en Adriana
Janssens, oud 21 j., jd. 14 Jan. Joseph Cle
mence Pluijm, oud 25 j., jm. en Emelia Maria
De Letter, oud 20 j., jd. 22 Jan. Emile Domi-
nicus van Gassen, oud 28 j., jm. en Irma An-
tonia Thoen, oud 21 j., jd.
Huwelijks-voltrekkingen. 5 Jan. Theophile
van Looij, oud 33 j., jm. en Mathilda Maria
van Bunder, oud 30 j., jd. 22 Jan. Rend
Augusta Sturtewagen, oud 25 j., jm. en Leo
nia Maria Boeckling, oud 21 j., jd. 29 Jan.
Francies Antonius Verstraeten, oud 25 j., jm.
en Adriana Janssens, oud 21 j., jd. Joseph
Clemence Pluijm, oud 25 j., jm. en Emelia
Maria De Letter, oud 20 j., jd.
Geboorten. 3 Jan. Josepha Maria Leonie,
d. van Gustaaf Oonstantinus de Deckere en
van Marie Mathilde Vereecken. 16 Jan.
Gemma Augusta, d. van Desire Carolus Wee
maes en van Leonia Maria de Schepper. 19
Jan. Agnes Leonie, d. van Theophilus Dan-
ckaert en van Emma Maria de Caluwd. 21
Jan. Josephus Franciscus, z. van Franciscus
Theophilus Allefs en van Coieta Petronella
Everaard. 23 Jan. Elfirda Maria, d. van
Joseph Bemaerd en van Johanna Maria van
Bunder.
Overlijden. 12 Jan. Pietemella Rosier, oud
70 j., wed. van Dominicus Strooband. 17 Jan.
Josephus Franciscus Herwegh, oud 70 j.,
echtg. van Mathildis de Boeij. 22 Jan. Ma
thilda van Acker, oud 89 j., wed. van Fran
ciscus Xaverius de Rechter. 25 Jan. Petrus
Martinet, oud 82 j., weduwn. van Paulina
Verschelden.
VVESTDORPE.
Huwelijks-aangiften. 14 Jan. Alphonsius
Theodoras de Vrieze, oud 21 j., jm. en Elodie
Maria Kindt, oud 23 j., jd. 28 Jan. Emeric
Alberic Joseph Daelman, oud 49 j., jm. en
Alice Julie Prudenel Spuesens, oud 33 j., jd.
Geboorten. 2 Jan. Josd Antoine, z. van
Alfred Camilus de Vrieze en van Celina Do
rothea Kaas. 11 Jan. Ria Margaretha, d.
van Alfred Constantinus Thomas en van
Alina Maria van Vooren.
Overlijden. 8 Jan. Eduardus Lammens,
oud 73 j., echtg. van Rosalia van Goethem. 14
Jan. Norbertus Weijman, oud 96 j., weduwn.
van Viergenie Steppel. 24 Jan. Maria
D'haene (overl. te Ter Neuzen), oud 64 j.,
echtg. van Johannes Leonardus Goethals. 30
Jan. Johanna Francisca Vervaet, oud 76 j.,
d. van Eugenius en van Pietemella Scheppers.
IJZENDIJKE.
Huwelijks-aangiften. 8 Jan. Rene Louis
Marie D'Hert, oud 26 j., jm. en Celina Maria
Dellaert, oud 26 j., jd. Pieter Bruggeman, oud
25 j., jm. en Johanna Susanna Versprille, oud
21 j., jd.
Huwelijks-voltrekkingen. 28 Jan. Pieter
Bruggeman, oud 25 j., jm. en Johanna Suzan
na Versprille, oud 21 j., jd.
Geboorten. 26 Jan. Johanna, d. van Ge-
rardus Netten en van Johanna Catharina van
Poppel (van Gorinchem). 25 Jan. Maurice
Leon, z. van J. M. Th. van Poucke 'en van M.
A. Th. H. Maron. 27 Jan. Willy Petrus, z.
van Aloijsius Kouijzer en van Leonie M.
Apers. 28 Jan. Johannes, z. van Eugenie
Victor Dellaert en van Carolina Loura Hoeck.
Overlijden. 16 Jan. Nathalie Regalie Du-
sarduijn, oud 72 j., wed. van Gustavus Fran
ciscus Daens. 26 Jan. Amelia Maria de
Greve, oud 77 j., wed. van Petrus van Waes.
ZAAMSLAG.
Geboorten. 7 Jan. Eva Willemina, d. van
Evert Oomelis Steendijk en van Elisabeth
Dieleman. 26 Jan. Jacob, z. van Johan
Adriaan Wisse en van Suzanna Maria Stof-
fels.
Overlijden. 1 Jan. Cornelia de Braal, oud
92 j., wed. van Adriaan Willemsen. 2 Jan.
Wilhelmina Pietemella Andriessen, oud 87 j.,
wed. van Pieter Duijvestein. 7 Jan. Alexan
der van Fraeijenhove, oud 81 j., weduwn. van
Neeltje Bakker. 9 Jan. Jacobus Hamelink,
oud 77 j., weduwn. van Neeltje Goossen. Een
als levenloos aangegeven kind van het vrouw.
geslacht van Francois de Koeijer en van
Catharina Cornelia Verpoorte.