door den gemeenteraad onder goedkeuring der Kroon worden vastgesteld. Hierbij dient echter rekening te worden gehouden met het feit, dat zich omtrent deze aangelegenheid uiteraard nog geen jurisprudentie heeft ont- wikkeld, zoo dat het standpunt van de Kroon, bij de uitoefening van haar goedkeuringsrecht ons niet bekend is. Wij wenschen echter onder uwe aandacht te brengen, dat onder ,,b jzondere omstandig- heden", o.m. worden verstaan omstandig- heden, welke samenhangen met piaatselijke levensgewoont'en, of welke verband houden met het seizoen. Voorts is de gemeenteraad in artikel 9, alinea 3, bevoegd verklaard, om ten hoogste 21 dagen in het jaar aan te wijzen, waarop de bij deze wet voorgeschreven bepalingen omtrent het siuitingsuur, niet zullen gelden, of desgewenscht voor die dagen een later siuitingsuur dan bij deze wet aangegeven, te bepalen. Het kwam ons gewenscht voor, omtrent de toepassing dezer wet het advies in te winnen, van de winkeliersvereeniging „Ter Neuzen Klimop" alhier, in welke vereeniging op een daartoe speciaal uitgeschreven algemeene ver- gadering, de winkelsluitingswet een onder- werp van bespreking heeft uitgemaakt. In deze vergadering is met meerderheid van stemmen besloten voor te stellen om als uitzonderingsbepaling op de winkelsluitings wet vast te stellen, dat de sluiting op alle dagen, waarop deze op 8 uur is vastgesteld, gedurende den zomertijd, ddn uur later te stel len en aizoo te bepalen op 9 uur des namid- dags. Vender wordt voorgesteld, de bijzon- dere bij de wet toegestane dagen (21), met later siuitingsuur, te verdeelen als volgt' a. vijf dagen, gedurende de eventueel te hou den winkelweek (Maandag tot en met Vrij- dag); b. vrjtf dagen gedurende de week van Paschen (Maandag tot en met Vrijdag); c. vijf dagen gedurende de week van Pinksteren (Maandag tot en met Vrijdag); d. de week van kermis drie dagen (Woensdag, Donder- dag en Vrijdag)e. de drie laatste werkdagen van het jaar, voorzoover deze noch, Zondag noch Zaterdag zijn. Waar uw raad echter kortgeleden nog heeft uitgemaakt, dat de jaarlijks te houden kermis gedurende een week moet worden gehand- haafd, hebben wij ons op het standpunt ge- steld, dat gedurende die dagen het siuitings uur niet mag gelden. In afwijking van het verzoek van de winkeliersvereeniging wordt dan ook voorgesteld, de gevraagde uitzonde- ring voor de drie laatste werkdagen van het jaar niet toe te staan, doch daarvoor aan te wij/.en de Maandag, Dinsdag en Zaterdag in de kermisweek. Met de andere genoemde dagen kunnen wij ons vereenigen, terwijl wij ook de billijkheid inzien, dat gedurende den zomertijd het siui tingsuur op 9 uur wordt vastgesteld, aange- siien de toepassing der wettelijke bepaling hier op zou neerkomen, dat practisch de slui ting om 7 uur zou moeten plaats hebben. Velen toch houden met den zomertijd geen rekening. In verband met bovenstaande stellen wij u voor, in uwe eerstvolgende vergadering vast te stellen: a. de volgende VERORDENING tot afwijking van be palingen der winkelsluitingswet 1930 (Staatsblad no. 460), voor de ge- meente Ter Neuzen. Artikel 1. in afwijking van het bepaalde in artikel twee sub b der winkelsluitingswet 1930 (Staatsblad no. 460), geldt het bepaalde in artikel 2 dezer verordening. Artikel 2. De bepaling van artikel 2 sub b der winkel sluitingswet 1930 (Staatsblad no. 460), vindt geen toepassing gedurende het tijdvak, waar- voor, krachtens het bepaalde bij de wet van 23 Maart 1918 (Stbl. no. 165) gewijzigd bj de wet van 22 Maart 1922 (Stbl. no. 130) de wettelijke tijd met een uur is vervroegd. Gedurende genoemd tijdvak zal het echter verboden zijn een winkel voor het publiek ge- opend te houden na 9 uur des namiddags en voor vijf uur des voormiddags. Artikel 3. Deze verordening treedt in werking op den dag, volgende op hare afkondiging. b. het volgende besluit: Dagen waarop de winkelsluitingswet niet geldt. De gemeenteraad van Ter Neuzen, besluit, krachtens het bepaalde bij artikel 9, derde lid, der Winkelsluitingswet 1930 (Staatsblad no. 460), de volgende dagen aan te wijzen, waarop de bij genoemde wet voor geschreven bepalingen omtrent het siui tingsuur niet zullen gelden. a. vanaf Maandag tot en met Vrijdag van de week waarin Paschen valt; b. vanaf Maandag tot en met Vrijdag van de week waarin Pinksteren valt; c. vanaf Maandag tot en met Vrijdag van de jaarlijks te houden winkelweek. d. gedurende de dagen waarop de kermis wordt gehouden. De heer COLSEN vraagt, of burgemeester en wethouders niet bereid zouden zijn, dit voorstel voor deze vergadering terug te nemen. Hij heeft pas Maandag de stukken ontvangen en was niet in de gelegenheid er voldoende kennis van te nemen, omdat hij buiten de gemeente moest. Hij spreekt voorts er zijn verwondering over uit, dat burgemees ter en Wethouders blijkens hun advies wel de winkeliersvereeniging in de kom om advies hebben gevraagd, maar dat zij die van Sluis- kil niet gevraagd hebben. En de belangen van Sluiskil gaan niet met die van de kom paral lel. Dat was iets anders als Sluiskil maar een klein gehuchtje was, maar nu het een groot dorp is geworden, heeft het ook zijn behoeften. Sluiskil heeft er bijivoorbeeld niets aan, als gedurende de winkelweek en de ker misweek de winkels in Ter Neuzen later mogen openblijven, want dan gaat al het volk naar de kom en hebben ze er in Sluiskil niets aan. Dat zou ook nog iets anders zijn, als het volk van Sluiskil in de kom ging winke- len. Dat was vroeger wel het geval, maar nu kan men te Sluiskil ook al alles koopen. Met het oog daarop, zou hij wel eenige wijzi- gingen willen voorstellen, met het oog op de behoeften van Sluiskil, maar had geen ge legenheid om deze reeds voldoende uit te werken. Op grond daarvan vraagt hij uit- stel van behan deling De heer VAN AKEN wenscht over het voorstel in het algemeen iets te zeggen. Hij zal het niet hebben over de zooveel maal 5 dagen dat latere openstelling der winkels wordt voorgesteld,- doch hij spreekt er zijn verwondering over uit, dat wordt voorgesteld om gedurende den zomertijd de winkels tot 9 uur open te houden. Er zijn, zoo betoogt hij, tweeerlei zaken, n.l. zaken die de drukte hebben in het zomerseizoen, terwijl weer anderen het in den winter drukker hebben, terwijl omgekeerd voor de eerste in den win ter een slappe tijd is en voor de tweede in den zomer. Daardoor krijgt men een ongelijk- matige bedeeling. De zaken die het van de zomerdrukte moeten hebben krijgen er een uur bij, maar de zaken met winterdrukte kunnen er niet van profiteeren. Hij zou het daarom billijker achten, dat het geheele jaar door de winkels tot half 9 open konden blij- ven. Kan dit niet verkregen worden, dan zou hij er de voorkeur aan geven, dat dan zoowel in den zomer als in den winter om 8 uur ge- sloten werd. Dan staan alien gelljlk. De heer VAN CADSAND verklaart, dat, zooals de regeling hier voor hem ligt, hij er tegen zal moeten stemmen, omdat de drie laatste dagen van het jaar zijn overgebracht naar de kermisweek. De VOORZITTER merkt op, dat men wel goed onderscheiden moet; het -voorstel is tweeledig, n.l. een verordening waarbij wordt bepaald dat zal worden afgeweken van de Winkelsluitingswet, en in de tweede plaats over een besluit waarbij de dagen waarop die niet geldt worden vastgelegd. In dat laatste wordt alleen bepaald, waar de 21 dagen, waarop volgens de wet vergunning tot later openblijven verleend wordt, naar toe moeten. De heer VERLINDE deelt naar .aanleiding van het bezwaar van den heer Van Cadsand mede, dat hij voornemens is een amendement voor te stellen op het besluit, om van de week voor Paschen de eerst 2 dagen en van de week voor Pinksteren den eersten dag af te nemen en die dan te verplaatsen naar de 3 laatste dagen van het jaar, hetgeen meer in het belang der winkeliers is. De heer VAN CADSAND kan zich dan bij het voorstel-Verlinde aansluiten. De VOORZITTER deelt mede, dat het voor stel om de winkels gedurende den zomertijd een uur later open te houden, komt uit den boezem der winkeliers, en dat dit op grond van de hier bestaande levensgebruiken te mo- tiveeren is. De Winkelsluitingswet is reeds geruimen tijd geleden aangenomen en kan bij de winke liers van voldoende bekendheid worden ge- acht. Ook dat de in werkingtreding aan- staande is, Burgemeester en wethouders hebben steeds in afwachting geleefd, of be- langhebbenden hunne belangen in deze aan hun college zouden bekendmaken. Dat bleef echter uit en zjj zelf hadden geen aanleiding een voorstel te doen. Hier zou dus de wet zonder meer in werking zijn getreden. Nu kregen zij echter een schrijven, waarin gevraagd werd, of van wege den raad geen afwijkingsregeling te wachten is. Daar zij zelf niet wisten in welke richting men behoorde te gaan, om de belanghebbenden te dienen, heb ben burgemeester en wethouders toen ge- meerid advies te moeten vragen aan de Win keliersvereeniging Klimop", waarin de mid- denstanders voor het grootste deel zijn geor- ganiseerd. Deze hebben toen gezegd: laat ons 's zomers een uur langer open blijven. Vandaar het voorstel. Of het goedgekeurd zal worden is een andere vraag. De heer VAN AKEN: Als het niet wordt goedgekeurd, vindt ik dat nog beter. De VOORZITTER heeft, indien het voorstel van den heer Colsen gesteund wordt, geen bezwaar de behandeling uit te stellen. De heeren HAMELINK en VERLINDE vragen of door dat uitstel de zaak niet in ge- vaar komt. De VOORZITTER antwoordt ontkennend. Verschillende leden ondersteunen het voor stel van den heer Colsen. De heer COLSEN wil er toch nog wat van zeggen. De VOORZITTER meent, dat hij zulks nu wel achterwege kan laten. De heer COLSEN houdt echter aan, en acht het niet juist, dat geen andere organisaties om advies is gevraagd. In Goes is wel dege- lijk ook aan de slagersbond advies gevraagd en de slagers hebben weer andere belangen dan de winkeliers. En de Slagersbond is dan nog wel de oudste. De VOORZITTER: We hebben ons ge- wend tot de jongste; het was niet een gebrek aan eerbied voor de oudste, maar we hebben den ouderdom graag willen laten rusten. Met algemeene stemmen wordt tot aanhou- ding van het voorstel besloten. 7. Verlengen steunregeling. Burgemeester en wethouders stellen voor, de steunregeling voor werkloozen te verlengen tot 1 September 1932. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 8. Beschikbaar stellen van gelden uit de gemeentekas voor aanschaffing van een nieuwe kachel enz. voor een bijzon- dere school. Door het bestuur van de Ned. Hervormde school, Vereeniging voor Christelijk Volks- onderwijs te Ter Neuzen, wordt wegens aan- bouw van een nieuw lokaal en uitbreiding van het aantal leerlingen gevraagd gelden be schikbaar te willen stellen voor het aanschaf- fen van een nieuwe kachel, gordijnen en leer- middelen. Burgemeester en wethouders stellen naar aanleiding daarvan voor, het volgende besluit te nemen: De gemeenteraad van Ter Neuzen, gezien een op 23 December 1931 ingekomen verzoek van de Vereeniging voor Christelijk Volksonderwijs te Ter Neuzen, om ingevolge artikel 72 der lager onderwijswet 1920 gelden beschikbaar te willen stellen voor de aanschaf fing van een nieuwe kachel, 1 stel gordijnen en nieuwe leermiddelen; overwegende, dat de daarvoor benoodigde gelden door de gemeente moeten worden ver- goed; dat is voldaan aan. het bepaalde bij artikel 77, eerste lid der lager onderwijswet 1920; besluit zijne medewerking te verleenen. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 9. Vaststelling rekening-courant-overeen- komsten met de N.V. Bank voor Ne- derlandsche gemeenten. Burgemeester en wethouders deelen aan den gemeenteraad het volgende mede: Bij schrijven van 8 Januari 1932 deelt de N.V. Bank voor Nederlandsche gemeen ten ons mede, dat de praktijk haar tot de overtuiging heeft geleid dat het niet wen- schelijk is den crediet voor de gewone 6n voor de buitengewone uitgaven in een stilzwrjgend doorloopende rekening-courant-overeenkomst te handhaven. Beide soorten van uitgaven zijn beschouwd in verband met het crediet geheel verschillend. De gewone uitgaven zijn elk jaar ongeveer gelijk aan die van het vorige, zoodat daarvoor een onveranderlijk crediet, stilzwijgend van jaar tot jaar doorloopend is aangewezen. In een nader met de bonk gevoerde corres- pondentie is overeengekomen dat voor onze gemeente voor de gewone uitgaven het cre diet op f 45.000 kan worden bepaald. Voor de buitengewone uitgaven wenscht de Bank in November van elk jaar, voor het vol- gend jaar het bedrag van het crediet voor dat jaar te zien geregeld. Voor 1932 k/an voor de buitengewone uit gaven het crediet eveneens op f 45.000 worden bepaald. N.l. rioleering stadsgedeelte f 41.000 rioleering Axelschestraat en Kerkhoflaan 4.000 Totaal f 45.000 Daar behalve de hierboven vermelde wijzi- gingen de overeenkomsten gelijkluidend zijn aan de in Augustus 1.1. gesloten overeenkomst, meenen wij dat vemere toelichting niet noodig is en stellen U voor de bij de stukken in ont- werp gevoegde raadsbesluiten te nemen. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten: 10. Verhooging subsidie voor tuiiibouw- Oiidervvijs. Ten behoeve van het tuinbouwonderwijs is schrijven burgemeester en wethouders op de gemeentebegrooting voor 1932 een be drag gevoteerd van f 50. Blijkens ontvangen schrijven van den Rijkstuinbouwconsulent te Goes is deze bijdrage te klein geweest voor het cunsusjaar 1930/1931, terwijl hetzelfde het gevtal zal zijn voor het nieuwe cursusjaar 1931/1932. Over eerstgenoemd jaar bedroegen de uit gaven waarvoor subsidie werd verleend 63,44, voor laatstgenoemd jaar zijn ze geraamd op f 117,30. Waar de cursus reeds een jaar gehouden is, achten wij termen aanwezig, teneinde de aan- gevangen cursus regelmatig te laten eindigen, voor 1932 de bijdrage te verhoogen met een bedrag van 50, zoodat deze wordt 100. Wij wenschen daarbij echter dit voorbehoud te stellen, dat de verhooging alleen voor 1932 zal gelden, zoodat daarop bij eventueele aan- vang van een nieuwe cursus voor 1932/1933 geen aanspraak kan worden geruaakt. De heer DE BAKKER vraagt, of de cursis- ten dan zelf dat meerdere bedrag niet konden foijpassen. De VOORZITTER antwoordt, dat die ge- dachtengang ook bij burgemeester en wethou ders heeft voorgezeten. Bij onderzoek bleek echter, dat het een voortgezptten cursus is, waarvoor de voorwaarden eenmaal waren vastgesteld. Wanneer straks bij de volgende begrooting een aanvraag komt voor een nieu- wen cursus, dan zal hiermede zeker rekening worden gehouden. Het voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. 11. Wijziging gemeentebegrooting voor 1931. Burgemeester en wethouders, stellen voor het navolgende besluit te nemen: De raad der gemeente Ter Neuzen besluit de begrooting der inkomsten en uitgaven voor het dienstjaar 1931 te wijzigen als volgt: onder de inkomsten te vermeerderen de volgende posten: terugbetaling door de woningbouwvereeni- ging „Werkmansbelang" der annu'iteit over aan haar ten behoeve van den bouw van ar- beiderswoningen -verleende voorschotten /2900; marktgelden 21,50; opbrengst van den verkoop van oude materialen 1900; ver- goeding van het rijk a krachtens art. 56 der L. O. wet 1920 /1650; belasting naar het inkomen 5582,53; totale vermeerdering der inkomsten 12.054,03; onder de uitgaven te vermeerderen de vol gende posten: tijdelijke geldleening ter voorziening in de behoefte aan kasgeld 44.800; achterstallige uitgaven f 2190; bevolkingsregisters en huis- nummering 10; kleeding en uitrusting der politiedienaars /200; bureaubehoeften /50; kosten van telefoon en telegraaf en radio telef. en telegr. berichtgeving /30; kosten van dag-, week- en maandbladen 40; bewaring van gearresteerden f 75; bijdrage aan de cen- trale gemeente in de kosten van den keu- ringsdienst ingevolge de Warenwet /35; an- nuiteiten aan het rijk verschuldigd terzake van ontvangen voorschotten in het belang van de verbetering der volkshuisvesting 3200; schrijf- en bureaubehoeften /"25; onderhoud van straten en pleinen 1000; onderhoud van wandelplaatsen en plantsoenen 200; kosten van havens, vaarten, kaaimuren enz. /150; premien ingevolge de ziektewet f 450)bij- dragen voor eigen en weduwen- en weezen- pensioen, ingevolge art. 36 der Pensioenwet 1922 /60; teruggaaf wegens te veel betaalde gelden bij aankoop van oude materialen 355; subsidie aan de winkeliersvereeniging „Klim- op" 21,50; kosten van zegels /350; terug gaaf van rechten of belastingen 5; jaarwed- den en wedden van onderwijzers 1650; kos ten van onderzoek van sollicitantem en ver- goeding van reiskosten 35; uitkeering aan gemeenten ingevolge art. 86 der L. O. wet 1920 5; rente van waarborgsommen gestort door besturen van bijlzondere scholen 10; kosten terzake van verzekering, pensionnee- ring van ambtenaren en bedienden 12,40; subsidievoorschotten van lager nijverheids- onderwijs /130; subsidies aan armbesturen: a. burgerlijk armbestuur 9000; subsidies aan werkloozenkassen 1800; restitutie van te veel ontvangen bijdragen ex-artikel 38, 3e lid der Woningwet 15,13; totale vermeerdering der uitgaven 21.104,03; onder de uitgaven te verminderen de vol gende posten: reisgeld voor passanten en overige uitgaven der politie f 150; uitkeering werkloozensteun 4500; kosten vallende op werkverruiming f 1400; uitkeering aan het rijk van het aan- deel in de kwade posten wegens de directe belastingen 3000; totale vermindering der uitgaven 9050; aflossing van tijdelijk ter voorziening in de behoeften aan kasgeld opgenomen gela f 44.800. De heer DE JAGER vermeent, dat uit deze begrootingswijziging blijkt, dat de inkomsten- belasting nog f 10.000 meer heeft opgebracht dan geraamd was. De VOORZITTER antwoordt bevestigend. De heer DE JAGER: Dat is dan een boffer. De VOORZITTER: Het is een bewijs, dat het verschillende menschen nog welgaat. Het voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. 12. Wijziging begrooting burgerlijk arm bestuur voor 1931. Door het burgerlijk armbestuur is ingezon- den: a. een suppletoire begrooting voor den dienst 1931, strekkende om onder de ontvang- sten de subsidie der gemeente te verhoogen met f 9000 en onder de uitgaven den post „werkloozenzorg" eveneens te verhoogen met f 9000; b. een wijziging der begrooting voor den dienst 1931, strekkende om den post „werk- loozenzorg" te verhoogen met 948,44, en te verminderen de posten „bestedingskosten" f 60, „bedeeling gealimenteerden" 500, „be- grafeniskosten" 184,25 en „onvoorziene uit gaven" 204,19. Burgemeester en wethouders stellen voor, daaraan goedkeuring te verleenen. Met algemegne stemmen wordt aldus be sloten. 13. Benoemen van een lid der Commissie van toezieht op het lager onderwijs voor Sluiskil-Driewegen. Ter voorziening in de vacature in de com missie van toezieht op het lager onderwijs voor Sluiskil-Driewegen, ontstaan door het niet aannemen der benoeming door den heer Th. L. A. van de Bilt worden door de commis sie ter benqeming aanbevolen de heeren H. J. Colsen en E. Graefschepe. De VOORZITTER noodigt de heeren Huijs- sen en Hamelink uit, mat hem het stembureau te vormen. Benoemd wordt de heer Colsen met 10 stem- men; op den heer Graefschepe zijn 4 stemmen uitgebracht; een briefje is bianco. 14. Omvraag. a. De heer VAN DOESELAAR vraagt, of kan meegedeeld worden, hoever burgemeester en wethouders al zijn gevorderd met de plan- nen voor het bouwen eener nieuwe openbare school te Sluiskil. De VOORZITTER deelt mede, dat burge meester en wethouders al in 3 hunner verga- deringen over dit onderwerp hebben gehan- deld en inderdaad voornemens zijn, daarmede voort te varen voor zoover de omstandigheden dat zullen mogelijk maken. Zij hebben de aandacht gevestigd op 3 terreinen. Omtrent de kosten van alle zijn zij nog niet op de hoogte. Zoodra dit het geval is, zullen zij daarvan kennis geven aan de commissie van bijstand, aan den inspecteur, en zal de raad daarna kans krijgen zich over het terrein uit te spreken. Als dit voor elkaar is kan door het maken van het ontwerp en het houden der aanbesteding den bouw worden voorbe- reid. b. De heer DE BAKKER bepleit de wen- schelijkhaid om in de Nieuwstraat aan den kant der boomen een fietspad te maken. Hij zou dan ook willen besluiten tot het oprui- men van die boomen, waarvan hij een oud- landbouwer al eens heeft hooren zeggen: dat is nu geen natuurschoon, maar dat is natuur- leelijk! Aan den westelijken kant is het fiets pad breed genoeg, dat zou nog wel iets smal ler kunnen. En als men dan aan den ooste- lijken kant een granietkei weg nam en die aan den anderen kant legde, zou men daar een fietspad van voldoende breedte kunnen krijgen. De rij ijzeren palen, die men daa. reeds is begonnen te zetten, zou men dan kunnen doortrekken. Deze verandering zou dan niet veel geld behoeven te kosten. Bur gemeester en wethouders kunnen er eens over nadenken, haast heeft spreker er niet mee. c. De heer DE BAKKER vraagt, of burge meester en wethouders er ook eens over zou den willen nadenken, of het gemakshalve niet goQd zou zijn, over hot achter en voor- dek der oude beerschuit een nieuw dek te laten maken. In het midden is het nog goed. De kosten daarvan kunnen niet groot zijn, en dan kon men die oude schuit te Sluis kil stationneeren voor het bergen van de daar verzamelde beer. Dan had men echter daar met kleine kosten ook gerief. De VOORZITTER: Kunnen we dddrover ook nadenken? De heer COLSEN: Dan mogen burgemees ter en wethouders wel eens uitrekenen wat de kosten daarvan zullen zijn, want men raakt de verzamelde beer daar nu gemakkelijk kwijt op het land, en hij gelooft, dat het heel wat meer zou kosten, als men die eerst in de schuit moet verzamelen om ze later van de hand te zetten. De VOORZITTER: De heer De Bakker wil ons in elk geval laten nadenken. De heer DE BAKKER: Als het er z66 mede gelegen is, laat het dan maar weg. d. De heer DE BAKKER wijst op den slechten toestand van de beschoeiing aan de gemeentehnven. Als men die behouden wil, zal het noodig zijn die te versterken, anders gaat ze de haven in. Is het niet mogelijk daar die oude keien en brikken, die langs de Grenulaan liggen daar ter versterking neer te storten. Dan zijn die rattennesten daar ook opgeruimd. De heer HAMELINK: Breng die anders maar bij ons. e. De heer DE BAKKER spreekt de wen- schelijkheid uit, dat de prijs van het gas en de electrische stroom eens naar beneden gin- gen. Alle prijzen dalen, van dit was het ook gewenscht. Is daaraan niets te doen? f. De heer DE BAKKER wijst er op, dat in het belang van de veiligheid van het ver- keer van de De Feijiterstraat naar den Baan- dijk een stukje grond van Van Ackeren is gekocht en van dat huisje van den heer Ver- straeten aan den Stationsweg. Dat is alles in orde. Hij zou het echter noodig achten, dat men de aandacht ook eens wijdde aan het straatje naast Bakker Moerman, aan de Wal- straat, en dat ter voorkoming van ongeluk- ken eens in rechte lijn legde naar den oprit naast notaris Van der Veen en de straat naar de Boerenleenbank. Er gaat daar veel ver- keer langs. Dat kan nu nog zonder bezwa- rende kosten gebeuren, maar niet meer als men aan die straat gaat bouwen. Hij zou hierop veel prijs stellen. En hiermede is verklaart hij zijn programma uit. g. De heer VAN CADSAND herinnert, in een vorige vergadering te hebben gevraagd, naar het aanbrengen van een lantaam aan de Oostzijde van het kanaal te Sluiskil, Noor- delijk gedeelte. Daaraan is nog geen gevolg gegeven. Door den heer Colsen is gevraagd naar het aanbrengen van een lantaam aan de kolen-silo en die is wel aangebracht: Hij zou graag willen weten, of burgemeester en wethouders van oordeel zijta, dat de door hem gevraagde lantaam niet noodig is, dan wel of ze het hebben vergeten. De heer VAN DOESELAAR kan hetzelfde vragen, over de door hem gevraagde lantaarn in den Piers3enpolderstraat. Over de straat zelf zal hij maar niet spreken, de heeren zelf weten wel hoe slecht die er uit ziet. Er is echter nog geen lantaam gekomen. De VOORZITTER kan hierop antwoorden, dat burgemeester en wethouders, in verband^ met de groote aanvraag om lantaarns, in ver band met den toestand der geldmiddelen zijn begonnen met te voorzien in het allernood- zakelijkste. En nu zullen wel alien het er over eens zijn, dat die daar aan de kolen-silo het meest noodig was. Het was nu echter de kwestie wie dat doen zou. De eerste opgaaf van de P.Z.E.M. was zeer hoog. Toen hebben burgemeester en wet houders zich gewend tot de Cokesfabriek. Deze deed ook een opgaaf en die zou veel goedkooper zijn gekomen. Nu was het echter de kwestie, dat de Cokesfabriek daarvoor geen stroom aan ons mocht leveren, in ver band met de conce^sie der P.Z.E.M. Nu zou dat bezwaar misschien toch ook nog wel te overbruggen zijn geweest, doch inmiddels kwam er een goedkoopere aanbieding van de P.Z.E.M. aan wie het geblelten was, dat van af het gebied van Axel die lantaarn goed kooper kon bedienen. Toen is die straatlamp aangebracht. En wat de heer De Bakker betreft, die is daar straks nog te bescheiden geweest, want die had ook nog een lamp aan de Ach- terstraat op zijn programma, die ook nog niet is aangebracht. Burgemeester en wet houders hebben daamaar een onderzoek in- gesteld en achten die daar ook bepaald noo dig, die komt er dus. h. De heer HUIJSSEN herinnert in de maand October al te hebben gevraagd, om de weg over den Koedijk eens op te knappen. Hij meent, dat het, nu er zooveel werkloozen zijn, toch wel de tijd zou zi;n om dat eens te doen. De VOORZITTER deelt mede dat in de vergadering van burgemeester en wethouders de vraag is overwogen of het niet mogelijik is met kleine kosten het wegdek op dien dijk te verbreeden. Ze zouden daarvoor gebruik willen maken van de oude straatkeien die langs de Grenulaan liggen opgeslagen en zou den alsdan die rattennesten nuttig in den grond willen steken. Indien echter blijken mocht, dat er daarvoor geen geld genoeg op de begrooting staat, dan zullen burgemeester en wethouders den weg wat laten bijwerken, opdat de kantsteenen er niet meer zoo hoog bovenuit steken. Daarvoor heeft men dan echter een paar menschen noodig en nu gevoelen de heeren toch wel, dat, ajs de raad die moet gaan be noemen De heer DE JONGE acht den voorzitter nu om een praatje verlegen. De VOORZITTER: In elk geval, de Koe dijk komt in orde. i. De heer VERLINDE vraagt, wat bur gemeester en wethouders voornemens zijn met de rioolbuizen, die daar ook reeds zoo gerui men tijd hinderlijk langs de Grenulaan ge legen hebben. De VOORZITTER: Nu we weten, dat we die niet meer noodig hebben voor de rioleering in de Roeiersgang, zullen ze worden vervoerd naar de bergplaats bij de garage aan school C. De heer VERLINDE gelooft, dat jnen ze voordeeliger kon verkoopen. Op deze wijze zal men ten slotte meer dan de waarde aan vervoerkosten moeten betalen. De VOORZITTERWe kunnen ze beter gebruiken. h. De heer DE BRUIJN geeft te kennen, dat hij wenschelijk zou achten een padje van de kachelfabriek naar de Tramstraat. Er is een voetpadje gevormd, waarvan gebruik ge- maakt wordt, terwijl het eigenlijk niet mag. Hij zou ook gaame vernemen, of het voor- nemen bestaat in de Axelsche straat ter van- vanging van de thans gerooide, andere boo men te ptanten, en meent, dat een wensche- lijke verbetering van den weg naar den onder- weg bij Van de Walle, van af de Schutters- hofweg zou kunnen gemaakt worden, als men een stukje grond van waterstaat kon krijgen. Vervolgens beveelt hij aan het in orde hou den van de aardenweg langs den onderkant der Scheldekade en het dagelijiks opruimen van den rommel die daarop geworpen wordt. Die weg behoort te worden onderhouden, op dat de schippers, als het noodig is, daarvan des nachts ook zonder bezwaar gebruik kun nen maken. Dan zou hij ook aan burgemeester en wet houders willen opdragen aan het rijk te vra gen het bouwen van een loods voor het ber gen van stukgoederen, langs de nieuw ge- maakte kade, aan de voor en aan de achter- zijde voorzien van spoorrails, en dat deze aan de gemeente in exploitatie zou worden ge geven, opdat iedereen daarvan gebruik zou kunnen maken en het niet zou voorkomen, dat de handel, uit gebrek aan plaats te Vlissmgen een onderkomen moet zoeken. De VOORZITTER: Nu ben ik er uit! De heer DE BRUIJN: Ja, en ik kom er pas in! De VOORZITTER: Ja, dat is te bemerken, want als u er' langer in waart, dan zoudt u weten, dat, voor wat wel de belangrijkste kwestie die u aanroert, die der haven, betreft, daarop steeds alle aandacht is gevestigd en dat zoowel de Kamer van Koophandel als het gemeentebestuur daarvoor steeds op de bres staan, indien er iets gedaan kan worden. Het is nog zeer kort geleden, dat is gepleit voor het verleenen eener concessie voor het ver- krijgen van plaatsruimte. De heer De Bruijn moet echter nog leeren, dat men in deze maar niet terstond alles krijgt wat men wenscht en dat men zijn geduld moet gebruiken. Overigens moet hij zich geen illusies schep- pen, dat de gemeente eventueel zoo iets in exploitatie zou krijgen. Indien dat aan iemand gegeven wordt, zou dat volgens bestaande overeenkomst aan de spoorwegmaatschappjj geschieden. U kunt er echter zeker van zijn: dat hler- voor steeds gewaakt en zoo noodig gewerkt wordt. De heer DE BRUIJN vraagt: En in Vlis- singen dan? Daar krijgt de gemeente toch de haven en de daar gebouwde loodsen? De VOORZITTER gelooft, dat het verstan- diger is, hierop niet in te gaan. Alleen be veelt hij wel aan, Vlissingen hierbij buiten beschouwing te laten. De heer DE BRUIJN zou ook nog het ter rein tusschen de tramrails aan den Noord- kant van den Oostelijken kanaalarm bestraat willen zien. De VOORZITTER: Dat is terrein van den nikswaterstaat. De heer DE BRUIJNIk zou het <)ok aan den ingenieur van den rijkswaterstaat willen vragen. De VOORZITTER meent, dat het wel dui- delijk moet zijn, uit verschillende andere symptomen, dat een dergelijk verzoek thans op een ongelegen tijldstip zou komen. Aangezien geen der leden hierna het woord vraagt, doet hij den heer H. Zonnevijlle, den oud-gemeentebode, die in het stadhuis aan wezig is, uitnoodigen ter vergadering te komen, waaraan deze voldoet. De VOORZITTER herinnert, dat het in de laatste zitting van het vorig jaar vrij laat ge worden was en verschillende heeren gepres- seerd waren heen te gaan. Hij heeft geen ge volg kunnen geven aan z(jn voornemen, om in tegenwoordigheid van den gemeenteraad een woord te spreken tot den heer H. Zonnevijlle, aan wie op zijn verzoek met 31 December des vorigen jaars ontslag was verleend en die ai zoo na 29 jaren den dienst der gemeente heeft verlaten. Hij brengt hem dank voor de wjjze waarop hij gedurende die jaren zr/n krachten en tijd aan de gemeente heeft ge- wijd en brengt hem ook namens den gemeen teraad, met wie hij als bode ook voortdurend in aanraking kwam dank voor het werk dat hij hier in het belang der gemeente heeft hel- pen verrichten. Hij hoopt, dat, nu de tijd van rust voor hem is aangebroken, hij daarvan met zijh vrouw en verdere familie nog een reeks van jaren zal mogen genieten. De heer ZONNEVIJLLE dankt den voorzit ter voor de gesproken woorden en den raad voor de daarmede betuigde instemming. Hij hoopt dat het den voorzitter en de leden van den gemeenteraad moge gegeven zijn hier nog vele jaren te werken en dit zal mogen strek- ker tot heil der geftieente. (Applaus.) De VOORZITTER schorst de openbare ver gadering, die overgaat in een zitting met ge sloten deuren. Na het weder openbaar worden der verga dering wordt deze door den VOORZITTER definitief gesloten.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 8