menschen tegernoet komt, men dan ook ande- ren, als die dat vragen op gelijke wijze zal moeten behandelen, dan moet men over de ge- heele linie dien steun verleenen. De heer COLSEN herhaalt, het voorstel, zooals de heer1 Van Driel het deed, niet te kunnen steunen, wel als deze zijn voorstel wij- zigt om den bijslag persoonlijk toe te kennen aan menschen die niet meer dan 19,50 ver- dienen. •De heer VAN DRIEL geeft te kennen, dat het voorstel door hem alleen wordt gedaan ten behoeve van de menschen die op het adres geteekend hebben; voor dezen is het noodig dat de auto blijft rijden en zij kunnen geen daalder van hun reeds karig weekgeld mis- sen. Om iets voor hen te doen, wil hij zijn voorstel wel wijzigen, en een persoonlijke toe- lage voorstellen. Het gevolg daiarvan zal dan zijn, dat de autobusrit een paar weken vroeger in elkaar valt. Wat de personen betreft, die meer verdienen, die betalen ook meer. Er zou dan kunnen besloten worden de menschen voor wie het geldt 50 cent per week bijslag te geven. De heer DE BARKER: Maar hoe moet het dan gaan met de menschen die hier buiten staan? De heer VAN DRIEL wijst er op, dat dit voorstel alleen betreft de menschen, werk- zaam bij de l'Azote en misschien aan de cokesfabriek, die daar geregeld gaan werken. Vanwege Sas van Gent en Axel wordt, naar hij vernam, voor een autobusdienst van ge- meentewege ook een toelage verleend. De heer DE BARKER wijst er op, dat men ook vakmenschen kan hebben, die zich over verren afstand naar hun werk moeten bege- ven. Die zouden dan ook in dat voorrecht moeten deelen. Overigens gelooft hij, dat de regeling eener bijdrage er voor den ondeme- mer minder op aan koimt, deze zal wel tevre- den zijn, als hij maar aan zijn garant komt. De heer SCHEELE wenscht hierover ook iets te zeggen. Burgemeester en wethouders zijn in de eerste plaats tot hun afwijzend ad- j vies gekomen, met het oog op de zeer zorg- voile tijden, waarvan het gevolg is, dat we zeer zuinig moeten zijn met het uitgeven van de beschikbare gelden. In de tweede plaats, heeft deze kwestie toch ook nog een keerzijde. Er wordt steun gevraagd, om de menschen in de gelegenheid te stellen, zich op een gemak- kelijke wijze te verplaatsen naar hun werk te Sluiskil. Hij zal niet zeggen, dat daarin niet een goede bedoeling ligt, maar moet er toch j op wijzen, dat er tusschen Ter Neuzen en Sluiskil een zeer prachtige weg ligt en men zich daarlangs dus zeer gemakkelijk per fiets kan verplaatsen. Nu zal men misschien zeggen 1 dat niet alien een fiets hebben, maar daar is j in dezen tijd toch gemakkelijk aan te komen. j Hij veronderstelt overigens dat, zoodra het wat verder in 't jaar is er ook niet voldoende j zullen overblijven om den autodienst te onder- houden, aangezien er dan wel veel per fiets zullen gaan. Een bijdrage aan hen die niet I meer dan een bepaald loon verdienen is ook xnoeilijk. Wie zal dat gaan uitmaken? Ten slotte acht hij ook veel waars in hetgeen de heer De Bakker heeft gezegd. Als we hier- mede beginnen, kunnen ook anderen komen. Dan weet men het einde niet. Hij moet daar- om den raad geven: stemt het verzoek af. De heer HAMELINK stemt er mede in, dat een dergelijke steunregeling verstrekkende ge- J volgen zou kunnen hebben. Er zijn menschen die nog wel verder van de kom werken, die men dan ook wel tegernoet zou moeten komen. Hij gelooft, dat de' raad hierop niet moet in- gaan. De VOORZITTER deelt mede, dat burge- meester en wethouders zich op het standpunt hebben gesteld, dat zij iedere uitgaaf, die niet strikt noodig is, moeten nalaten. Er zijn ver schillende dingen van welke men zal zeggen, dat ze goed zijn, maar waarvan nog niet kan gezegd worden, dat ze strikt noodzakelijk zijn De zaak is Ook z66, dat de meeste werk- lieden per fiets naar hun werk gingen. Toen is de autobtisondernemer gekomen en heeft getracht door het laten rijden van een bus er ook een boterham aan te verdienen. Dat is op zichzelf prijzenswaardig, maar* nu moet ten slotte die door hem in het leven geroepen bus- dienst toch niet met gemeentesubsidie in stand worden gehouden. Hij meent, dat men op dezen weg niet moet voortgaan. Het afwijzend voorstel van burgemeester en wethouders wordt aangenomen met 11 tegen 4 stemmen. Voor stemmen de heeren De Jager, De Jonge, Verlinde, Van Aken, De Bruijn, De Bakker, Van Cadsand, Huijssen, Hamelink, Geelhoedt en Scheele; tegen stemmen de hee ren Colsen, Van Driel, Van den Bulck en Van Doeselaar. i b. Proces-verbaal van de op 15 December 1932 ten kantore van den gemeente-ontvanger gehouden kasopneming, waarbij is gebleken, dat het batig slot over het dienstjaar 1930 bedraagt van den gewonen dienst 35.927,56, van den kapitaaldienst dat de inkom- j sten over den dienst 1931 tot op datum heb ben bedragen 1.077.129,89', te samen 1.113.057,45; j dat het nadeelig slot over het dienstjaar 1930 heeft bedragen van den gewonen dienst J van den kapitaaldienst f 7869,58, en J dat de uitgaven over den dienst 1931 tot op i datum hebben "bedragen f 1.063.126,30, te zamen 1.070.995,88, zoodat in kas moest zijn f 42.061,57, hetgeen overeenkomt met het totaal der in de kas en in het proces-verbaal omschreven waarden. Aangenomen voor kennisgeving. c. Een verzoek van het gemeentebestuur van Graauw en Langendam om adhaesie te willen betuigen aan het volgende door den raad dier gemeente tot den Minister van Bin- nenlandsche Zaken en Landbouw gerichte adres in zake steun aan de vlascultuur en -industrie, luidende als volgt: De raad der gemeente Graauw en Langen- dam; overwegende, dat door den Minister van Bin nenlandsche Zaken en Landbouw voor 1932 een financieele steunregeling voor vlascul tuur en -industrie in uitzicht wordt gesteld; dat deze steun ten zeerste wordt gewaar- deerd, maar momenteel geen hulp biedt aan den landbouwer, noch vlasser en werknemer in die cultuur en industrie werkzaam; dat de nood bij den landbouwer tot de uiterste grenzen is gestegen, waardoor hij financieel niet bij machte is als het ware ook maar eenigen arbeid te doen uitvoeren, waar door de werkloosheid zich steeds verder uit- breidt; dat "nog diverse partijen onafgewerkt vlas in de landbouwschuren zijn opgeslagen; dat het mitsdien alle aanbeveling zou ver dienen, dat de landbouwer van regeerings- wege financieel in staat wordt gesteld dit vlas af te werken, waardoor niet alleen de landbouwer, maar ook de arbeider wordt gesteund, de vlasindustrie wordt bavorderd en de handeldrijvende middenstand gebaat; besluit 1. Z.Exc. den Minister van Binnenlandsche Zaken met alien aandrang doch beleefd te verzoeken om de in den aanhef van dit be sluit genoemde steunregeling ook van toe- passing te verklaren, op de bij de verbouwer3 en handelaren aanwezige voorraden van den oogst 1931; 2. de gemeenteraden in Zeeuwsch- Vlaanderen en de daarvoor in aanmerking komende landbouw- en vlasorganisaties te verzoeken aan dit besluit adhaesie te betui gen. De heer DE JAGER merkt op, vemomen te hebben, dat er een conferentie is gehouden door burgemeester en wethouders met eenige menschen betrokken bij de vlasbewerking. Houdt dat hiermede geen verband? Of is het de bedoeling, dat afzonderlijk te behandelen? De VOORZITTER deelt mede, dat het zijne bedoeling is, aan het eind der ingekomen stukken daarover den raad in te lichten; die zaak staat los van dit adres. Burgemeester en wethouders stellen voor, dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen, niet omdat ze het ook niet zouden wenschen dat van regeerings- wege den gevraagden steun ook voor den j vlasoo-gst 1931 werd verleend, maar omdat ze van oordeel zijn, dat de gemeentebesturen niet te veel met adressen over allerlei zaken bij de Regeering moeten aankomen, en dat het zeker minder dienstig is om met adhaesie- betuigingen te gaan schermen, waaraan uiter- aard ook niet zooveel gewicht wordt gehecht, want, wanneer men op al dergelijke verzoe ken wil ingaan, dient men ook, alvorens een besluit te nemen, zich geheel van de betref- fende zaak op de hoogte te stellen, om te kun nen beoordeelen of er in feite al of niet aan leiding voor het betuigen van adhaesie be- staat. De heer COLSEN had ook iets willen vra gen, doch is na dit antwoord voldoende inge- licht. Met algemeene stemmen wordt overeen- komstig bet voorstel van burgemeester en wethouders besloten. d. Bericht van A. N. Hamelink, B. N. van Dijke, P. W. Crince en G. Dees Jr., dat zij hunne benoeming, respectievelij'k herbenoe- ming tot lid van het Burgerlijk Armbestuur aannemen. Aangenomen voor kennisgeving. e. Bericht van P. J. Stins, te Rijswijk, dat zij hare benoeming tot onderwijzeres aan de openbare lagere school C aanneemt. Aangenomen voor kennisgeving. f. Kennisgeving van Th. L. A. van de Bilt te Sluiskil, dat hij zijne herbenoeming tot lid van de commissie van toezicht op het lager onderwijs voor Sluiskil en Driewegen niet aanneemt. Aangenomen voor kennisgeving. g. Het raadsbesluit van 21 December 1931, tot het aangaan eener kasgeldleening ad f 20.000 met de gemeente Ierseke, voorzien van het bewijs der goedkeuring door gedepu- teerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. h. Het raadsbesluit van 29 October 1931, tot wijziging der' gemeentebegrooting voor 1931, voorzien van het bewijs der goedkeuring door gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. i. Het raadsbesluit van 21 December 1931, tot wijziging van het percentage der aan te gane geldleening ad 107.700, voorzien van het bewijs der goedkeuring door gedeputeer de staten. Aangenomen voor kennisgeving. j. Het raadsbesluit van 21 December 1931, tot aankoop van een perceeltje grond van Aug. Verstraeten, voorzien van het bewijs der goedkeuring door gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. k. Het raadsbesluit van 21 December 1931, tot verkoop van een perceel grond aan L. de Bruijne, voorzien van het bewijs der goed keuring door gedeputeerde staten. Aangenomen voor kennisgeving. 1. Een missive van gedeputeerde staten van Zeeland, d.d. 23 December 1931, waarbij wordt bericht, dat zij hunne beschikking op de gemeentebegrooting voor 1932 hebben verdaagd tot 1 April a.s., en het gemeente bestuur wordt gemachtigd, om te beschikken over de op die begrooting voor gewone uit gaven gebrachte sommen en te innen de op die begrooting geraamde inkomsten, voor zoover die ook op de begrooting voor het loopende jaar voorkomen. Aangenomen voor kennisgeving. m. Een schrijven van F. Dieleman, waar bij deze bericht ontslag te nemen als voor- zitter en tevens als lid van het Burgerlijk Armbestuur. Aangenomen voor kennisgeving. n. Een adres van den Ter Neuzenschen Bestuurdersbond, die daarin te kennen geeft: dat onder de bouwvakarbeiders groote werkloosheid heerscht; dat deze arbeiders niet vallen onder de steunregeling, zooals deze door den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, d.d. 7 Januari 1931 is vastgesteld, aangezien er in het bouwbedrijlf geen sprake van crisis- werkloosheid zou zijn; dat het aantal werkloozen onder deze groe- pen grooter is dan ooit, niet alleen omdat er thans minder werken worden uitgevoerd, maar ook omdat reeds in uitvoering zijnde werken worden stopgezet als gevolg van de omstandigheid dat geen bouwcredieten wor den verleend. Reden waarom adressant den raad ver- zoekt, er bij de Regeering op aan te dringen, dat de bouwvakarbeiders alsnog onder de crisis-werkloozen worden gerangschikt. Burgemester en wethouders stellen voor dit adres voor kennisgeving aan te nemen, in verband met het feit, dat door den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw nog zeer onlangs op gelijk door hen ingediend ver zoek afwijzend is beschikt, en in verband met het feit, dat de bouwvakarbeiders in deze gemeente met de crisis-werkloozen worden gelijk gesteld. De heer VAN DRIEL zou toch aan het col lege willen opdragen, den Minister nogmaals te willen verzoeken om de bouwvakarbeiders als crisiswerkloozen te Willen beschouwen. Het is hem bekend, dat men in een andere gemeente in dit opzieht al wat bereikt heeft, en als men het verkrijgt is het toch in het voordeel der gemeente. Hij erkent dankbaar, dat de werklooze bouwvakarbeiders gelijk worden gesteund als de anderen, die onder de crisisregeling vallen, maar dat geschiedt nu toch geheel voor rekening der gemeente, ter- wijl daarvoor, als ze ook als crisis-werkloozen beschouwd worden, 45 voor rekening van het Rijk komt. Het is hem ook bekend, dat daaromtrent aan het Departement iets gaan- de is. En dat is ook niet te verwonderen. Het percentage werklooze bouwvakarbeiders dat aanvankelijk 32 bedroeg, is thans reeds gestegen tot 40 procent, hetgeen hooger is dan dat der werklooze transportarbeiders. Dat is de oorzaak, dat er aan het Departe ment hierover een kentering in de heerschen- de meening is gekomen. Laat men het beproeven, het kost niets, letterlijk niets en laat men toch trachten, voor de gemeente zooveel mogelijk terug te krijgen. De heer VERLINDE merkt op, dat het wel heel mooi zou zijn, als men dat gedaan kon krijgen, maar hij gelooft, dat het toch niet raadzaam is het te vragen, nu we juist bezig zijn om te trachten in het algemeen een hoo- gere bijdrage te krijgen. De steunuitkeering aan de bouwvakarbeiders loopt thans juist niet hoog en hij acht het daarom beter de vraag niet te doen, teneinde de andere poging niet te belemmeren. De VOORZITTER wijst er op, dat de heer Van Driel z,a erkentelijkheid betuigde voor de wijize waarop de bouwvakarbeiders reeds worden gesteund. Hij gelooft dat het nu voor het oogenblik raadzaam is, op die kwestie niet door te gaan. Burgemeester en wethouders hebben er steeds de aandacht op gevestigd. En wanneer ze nu konden aantoonen, dat er werkloosheid is onder de bouwvakarbeiders omdat hier niet gebouwd wordt, dan zouden zij wellicht reeds uit eigen beweging nader bij den Minister hebben aangeklopt. Maar wan neer van wege den Minister een onderzoek werd ingesteld, zou juist blijk&n, dat hier juist redelij'k veel bouwwerken worden uitge voerd, al zijn dan de omstandigheden daarbij zoodanig, dat er weinig Ter Neuzensche bouwvakarbeiders bij aan 't werk zijn. We kunnen dat feit betreuren, maar moeten dat nu eenmaal aanvaarden. Bovendien zijn de uitkeeringen aan de bouwvakarbeiders niet groot. In de week van 5 December van het vorig jaar werd er van de f 1300 39 uitgekeerd aan bouwvak arbeiders, 12 December 53,50, 19 Decem ber 62,04, 26 December f 66,50, 2 Januari 9,90, 4 Januari f 27,53, 16 Januari 10,50. Dat de uitkeeringen thans zoo laag zijn spruit voort uit de reglementaire uitkeering die de betrokkenen uit hun werkloozenkassen krijgen. Wanneer die 42 dagen om zijn, zul len we weer eens zien hoe het loopen zal, en wanneer dan blijken mocht, dat er inderdaad iets zou moeten geschieden, dan zijn burge meester en wethouders paraat om dat ook te doen. Overigens is het juist, wat de heer Verlinde mededeelde; burgemeester en wet houders hebben een poging gedaan om van dv steunuitkeeringen op verschillehde gronden in verband met den toestand der gemeente van wege het rijk 80 vergoed te krijgen en al zal dit cijfer wellicht niet verkregen wor den, zoo heeft hij toch goede hoop op een ruimere vergoeding. Hij meent, dat de raad voorloopig dankbaar kan zijn met de tot nu toe verkregen resultaten, doch dat men het nu voorloopig eens moet afwachten. De heer SCHEELE wil, naar aanleiding der bemerking van den voorzitter, dat hier met de bouwerij een betrekkelijke drukte heerscht, doch dat er zoo weinig plaatselijke bouwvakarbeiders bij betrokken zijn, toch eens wijzen op den emst van den tijd. Hij meent, dat het meer dan tijd wordt, dat men eens tot overeenstemming kAmt en eens tracht voor gelijke loonen te werken als in de omgeving. Hij meent, dat men goed zal doen niet zoo op z'n vollen eisch te blijven staan, waarvan het gevolg is, dat men van buiten goedkoopere werkkrachten neemt. Men dient zich emstig die vraag voor oogen te ieggen, want indien het zou blijiven zooals het nu is, zou het wel eens kunnen voorkomen, dat het van wege de gemeente niet vol te houden is, om de werklooze bouwvakarbeiders te blijven steunen op gelijken voet als zulks thans ge schiedt. Het voorstel van burgemeester en wethou ders wordt met algemeene stemmen aange nomen. o. Een kennisgeving van I. van de Sande, dat de herbenoeming tot lid van de commissie van toezicht op het lager onderwijs door hem gaarne wordt aangenomen. Aangenomen voor kennisgeving. p. Burgemeester en Wethouders stellen voor te besluiten te rekenen vanaf 15 April 1931 af, aan te wijzen als takken van dienst, bedoeld in artikel 252 der Gemeentewet: a. het gemeentelijk woningbedrijf. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. q. Een missive van den Commissaris der Koningin in Zeeland, d.d. 21 Januari 1932, waarbij deze spoedheidshalve doet toekomen eeh van het bewijs der Koninklijke goedkeu ring voorzien besluit van den'raad dezer ge meente, d.d. 29 October 1931, betreffende heffing van schoolgeld voor het gewoon lager en voor het uitgebreid lager onderwijs, welke goedkeuring geldt tot 1 Januari 1933. Aangenomen voor kennisgeving. r. Een schrijven van het plaatselijk Crisis- Comity waarin dit bericht pogingen aan te wenden tot aansluiting bij het Nationaal Crisis-Comity in Den Haag. Ih verband hiermede verzoekt het den raad uit de gemeentekas gelden beschikbaar te stellen tot een zoodanig bedrag als door het Nationaal Crisis-Comite gegeven zal worden. De VOORZITTER vraagt den heer Geel hoedt, voorzitter van het comity in de kom, of hjj dit schrijven nader wil toelichten. De heer GEELHOEDT, die wegens onge- steldheid der vergadering van het comity niet heeft bijgewoond, weet er weinig meer van, alsdat besloten werd dit schrijven te verzen- den. Er zijn reeds vroeger stemmen opge- gaan, die aansluiting aan het Nationaal Crisis-Comite wenschelrjk achten. De plaat selijke comity's zijn nu bezig om te trachten zich daarbij aan te sluiten. Daarvoor worden echter bijizondere voorwaarden gesteld. Ge tracht wordt, die te vememen. Dit is alles wat hij er voor het oogenblik van weet. De VOORZITTER deelt nader mede, dat door hem met het Nationaal Crisis-Comity is gecorrespondeerd, naar aanleiding der bonnen van de Firma De Gruyter. Uit Den Haag werd toen bericht, dat het plaatselijk comity dan behoorde aan te sluiten bij het Nationaal Comity, doch dat uit iedere gemeente slechts yyn comity kon aansluiten, terwijl bleek, dat er hier 2 waren. Dit laatste behoeft geen mogelijkheid te zijn, want dan kon men uit elk plaatselijk comity vertegenwoordigers der werkgevers, werknemers en armbesturen aan- wijzen om als centraal comity voor de geheele gemeente op te treden. Voor de kom zijn de vertegenwoordigers reeds aangewezen en a.s. Maandag zal dat gebeuren te Sluiskil. Hoe dat nu verder gegaan is weet spreker niet, maar hangende de onderhandelingen werden reeds 500 bonnen ontvangen, terwijl nu dezer dagen nog een schrijven inkwam of het comity voor Ter Neuzen ook 500 bonnen wenschte te ontvangen. Voor die samenwerking is echter ook noo dig, dat de gemeenteraad besluit bij' even- tueelen steun van het Nationaal Comity een evengroot bedrag uit de gemeentekas te willen beschikbaar stellen. De bedoeling zou dan zijn, in de' eerste plaats om met het gewone werk door te gaan, in de tweede plaats om op de hoogte te komen van den nood van menschen, die niet op de gewone wijze gesteund worden en te trachten ook voor hen wat te doen, en in de derde plaats Voor zoover daarvoor aanlei ding zal zijn te komen met gedocumenteerde voorstellen voor steunverleening. De heer VAN CADSAND vraagt of het juist is, dat dan 10 van het bedrag dat is opgehaald in die van het Nationaal Comity moet gestort worden. De VOORZITTER vermoedit, dat ze in Den Haag zelfs wel bereid zrjn, dat niet te vor- deren. De toestand is zoo, dat het comity te Sluiskil zijn gelden reeds gebruikt heeft; dat te Ter Neuzen had daarvoor nog een be drag gereserveerd. Hij denkt echter daarvan wel geheel vrijstelling te zullen krijgen. De heer VAN CADSAND: Moet dat be drag, indien ze het vorderen, uit de gemeente kas komen? De VOORZITTER:" Dat in geen geval, indien gelden uit de gemeentekas zullen be schikbaar gesteld worden, geschiedt zulks voor een bepaald doel. De raad geeft met algemeene stemmen te kennen bereid te zijn tot de gevraagde mede- werking. s. De VOORZITTER deelt mede, dat hij nu nog een kwestie wenscht te bespreken, n.l. of de gemeenteraad geneigd zou zijn een toeslag te verleenen op loon voor vlasbewer king, zooals dit reeds in verschillende andere gemeenten geschiedt. De kwestie is n.l. dat er in den loop van het vorig jaar een organisatie van ylasfabrikan- ten is tot stand gekomen, die, in verband met de zeer ongunstigen toestand der vlasnijver- heid heeft getracht steun van de regeering te verkrijgen in den vorm van toeslag op het loon, om met het oog op het belang van werk- verruiming het bedrijf in stand te kunnen hou den, iets waarvan het belang ook reeds te voren door de commissie tot werkverruiming in Zeeuwsch-Vlaanderen is bepleit. Die pogin gen hebben in zooverre succes gehad, dat door de Regeering voor den oogst 1932 een steun regeling is voorgesteld en door de Tweede Kamer aangenomen. Men heeft dus ingezien, dat steun aan de vlasindustrie is te beschou wen als een algemeen belang. Er is echter nog vlas van vorige oogsten, dat zou kunnen afgewerkt worden. Nu is de heer L. de Feij- ter bij burgemeester en wethouders gekomen met de mededeeling dat hij nog een partij ruw vlas zitten heeft en dit zou willen laten afwerken, hetgeen hij echter in verband met de prijzen van den vezel niet kan zonder een bijslag op het loon. De vraag was dus of de gemeenteraad van Ter Neuzen, evenals ver schillende andere gemeenten ook bereid zou zijn een toeslag op het loon te geven, indien die vlasbewerking kan beschouwd worden als werkwerschaffing, d.w.z. indien dat geschiedt door menschen die anders werkloos zouden zijn. Burgemeester en wethouders hebben zich over die zaak beraden, en zijn van oordeel, dat alleen bijslag op het loon zou kunnen worden gegeven voor het verwerken van vlas tot lint, d.w.z. voor het zwingelen, maar niet voor het boken. Indien men ook voor het laatste bijslag op het loon zou geven, dan zouden ook de landbouwers om steun komen aanklop- pen; zij zouden dan echter hun vlas gemakke- lijker dan thans naar Belgie kunnen verkoo- pen, zoodat de daaraan verleende steun dan ten slotte niet ten goede zou komen van de Nederlandsche vlasindustrie. Voorts konden burgemeester en wethouders over deze zaak niet op eigen houtje oordee- len. Zij hebben daarom de 3 vlasfabrikanten in deze gemeente, die daarvoor h.i. in aan merking konden komen, ter conferentie ge vraagd en met hen de zaak besproken. Daarin bleek, dat de 3 betrokkenen het roerend on- eens waren. Burgemeester en wethouders hebben toen begrepen, dat ze aan de fabri- kanten iets moestan aanbieden, want het geen de heeren vroegen, daarop kon niet wor den ingegaan, ajangezien het dan te duur werd, en als het bedrag te hoog is, krijgt de ge meente voor dezen vorm van steun ook geen subsidie van de gemeente. Burgemeester en wethouders hebben zich hieromtrent in ver- binding gesteld met den heer Stevens, rijks- landbouwconsulent voor Zeeland, die met de voorbereiding van deze regelingen is belast, en deze gaf te kennen dat, indien de gemeente er toe overgaat, 40 steun kon toegezegd worden en de helft daarvan wordt vergoed door het Rijk. Dat wil dus zeggen dat, indien er 6 loon betaald wordt, de Staat en de ge meente daarin ieder 1,20 zullen dragen. Op grond van een en ander hebben burge meester en wethouders gemeend te moeten voorstellen de gevraagde hulp te bieden; kan het dan niet doorgaan, dan ligt dit toch niet aan hun college. Zij meenen dus dat die hulp alleen kan ver leend worden voor vlas dat tot lint bewerkt wordt en indien het geschiedt door menschen die op de steunlijst voorkomen. De gemeente heeft er belang bij, dat werklooze menschen aan het werk gezet worden. Dit wil nu niet zeggen dat er maar menschen klakkeloos van de lijst moeten genomen worden, doch dit geldt uitsluitend voor hen, die voor dit vak bekwaam zijn. Er zou dan 40 toeslag wor den betaald op een loon dat in maximum 15 zou mogen bedragen voor een werkweek van 48 tot 54 uur. Aanvankelijk werd aan burge meester en wethouders te kennen gegeven, dat volgens de regeling van den Minister het loon niet hooger zou mogen zijn dan f 12, maar dit achtte burgemeester en wethouders toch zeker te laag, want het werk in het vlasbe- drijf is toch zwaarder dan landbouwwerk, tenminste het werk in de fabriek. Zietdaar de gedachtengang, die by burge meester en wethouders heeft voorgezeten. De heer SCHEELE voegt hieraan toe, dat van de 40 toeslag 20 door de gemeente en 20 door het rijk zal worden betaald. De VOORZITTER zegt verder, dat de fa- brikanten een hoogere berekening hadden dan burgemeester en wethouders, maar hij meent dat, indien de raad op dit voorstel ingaat, de fabrikanten elkaar wel zullen vinden; in dit opzieht kennen we nu eenmaal onze pappen- heimers. Het komt aan burgemeester en wet houders op grond van de gemaakte bereke- ningen voor, dat het wel te doen is. Het zal nu goed zijn, de zaken te onder- scheiden. Het zal dus eerst gaan over het ver werken van vlas tot lint, dan kan straks over het boken gesproken worden. De heer VAN CADSAND geeft als zijn mee ning te kennen, dat er in ons land heel weinig met vlasbewerking te bereiken is, men kan hier voor wat de bewerking betreft niet con- curreeren met onze Zuiderburen en dat is wel een bezwaar. Er zijh er onder onze menschen maar zeer weinigen die het vlas volledig kunnen afwer ken. Van meer belang zou spreker achten wanneer toeslag werd gegeven voor het boken. De VOORZITTER zou daarover straks wil len laten spreken. De heer VAN CADSAND wilde er alleen maar op wijzen, dat, wanneer vlas gebookt wordt, dit toch ook werkverruiming betee- kent,'en het er dan overigens toch minder op aankomt, of dat naar Belgie zou worden verkocht. Hij zal dit dan laten rusten, doch verklaart, dat zijn grootste argument tegen de voorgestelde regeling is, dat wij bewerking van het vlas niet tegen Belgie kunnen con- curreeren. Dat is tijdens den oorlog geble ken en dat zal nog wel blijken. De heer VERLINDE betoogt, dat dit be zwaar niet tegen de voorgestelde regeling kan opgaan. De gemeente zoekt te bezuim- gen op hare uitgaven voor steunuitkeering, en wanneer dit kan bereikt worden door menschen die nu gesteund worden aan het werk te krijgen met een bepaalden toeslag, behoort die gelegenheid te worden aangegre- pen. De voorwaarden zullen natuurlijk z66 behooren te zijn, dat het de gemeente van de zorg van eenige werkloozen af helpt. Het moet b.v. niet z66 gaan, dat de betrokken patroons eerst hun vast personeel ontslaan om de menschen werkloos te maken en ze dan met steun van de gemeente weer in dienst te nemen. Wanneer zich een gelegenheid voor wqrkverruiming voordoet, behoort die te worden aangegrepen. De zorg voor het resultaat der ondememirig behoort aan de fabrikanten, die moeten dat zelf beoordeelen, dat valt buiten den gemeenteraad. De heer VAN AKEN staat op het stand punt, dat het door den heer Van Cadsand geopperde bezwaar niet aan den raad staat te beoordeelen. Het is er om te doen den steun te verminderen. De uitkomsten van het bedrijf is een risico voor heeren fabrikan ten. Hij acht het een gelukkig verschijnsel, nog niet alleen, dat de steunuitkeering er door vermindert, maar dat er werkloozen weer aan het werk kunnen. Hij hoopt, dat de fabrikanten het eens zullen worden. Een proef in dezen kost toch geen geld. De heer HUIJSSEN geeft te kennen, dat het hem vrijwel koud laat, wat er besloten wordt, aangezien het niets meer is als een gebaar naar buiten, en niets zal opleveren. Hij is het ten voile eens met zijn buurman, dat onze vlassers toch niet tegen onze Zui derburen op kunnen; daartegen valt niet te concurreeren. De heer DE JAGER vraagt, of ook kan meegedeeld worden hoe groot het aantal werklieaen is dat op deze wijze zal kunnen worden te werk gesteld en hoe lang dat zal duren. Overigens wijst hij er op, dat, wan neer er vlasfabrikanten zijn die thans per soneel in dienst hebben voor ander werk, en zij bij het in werking stellen der fabriek him vast personeel bij het bewerken van vlas ge- bruiken, zij dan toch weer anderen moeten aannemen voor het werk dat thans gedaan wordt en dit dus in elk geval aanleiding geeft tot vermindering der werkloozen. De heer VERLINDE merkt op, dat op een en ander ook controle is uit te oefenen. Naar schatting zouden misschien 20 tot 40 men schen aan het werk kunnen worden gezet, maar voor hoe langen tijd, daaromtrent is niets te zeggen. De heer COLSEN is van oordeel, dat men nu de grens moet wegdenken, De menschen kunnen hier evengoed zwingelen, maar de omstandigheid is, dat ze het daar goedkooper doen, omdat het daggeld kleiner is. Spreker komt veel op Koewacht. Daar draaien ze volop en. men heeft daar aan spreker ver- zekerd, dat een opkooper te kennen heeft gegeven, dat men daar het vlas evengoed kan bewerken als in Stekene. Maar het daggeld is daar ook kleiner dan in Ter Neuzen. Maar daar kunnen ze met die 40 toeslag op het loon concurreeren tegen de Belgische vlas sers. Dat is aan spreker verklaard en iemand uit Axel heeft hem ook verzekerd, dat ze hier het vlas evengoed kunnen verwerken, als in Belgie. Bovendien: ze geraken het toch ook kwijt? En dat is bewijs genoeg. Het gaat hier tenslotte over werkgelegenheid, en dat staat daar dus buiten, maar spreker maakt er zich geen zorg over, dat ze het hier niet zouden kunnen, ze kennen het vak evengoed als de menschen in Stekene. De heer SCHEELE wijst er op, dat men de zaak moet beschouwen zooals die is opgezet. Burgemeester en wethouders waren het over den te verleenen toeslag niet eens en een der belanghebbende fabrikanten beweerde, "dat hij er nog niet uit komen kon met de voile 100 procent toeslag op 't loon, terwijl de andere er wat milder over dacht. De heer Van Cad sand moge nu overigens zeggen dat ze het hier niet zoo goed kunnen, maar dat staat daar buiten. Het gaat er over of we 10, 15 of 20 menschen aan 't werk kunnen krijgen. En dci,ar heeft de gemeenteraad belang bij. Als dit soms personen betreft die reeds werk hadden, dan zullen toch weer werkloozen het werk van die personen kunnen voortzetten. Op de eene fabriek werkt nu niemand en de andere fabrikant heeft een man of drie aan het werk. Als hij die laat vlassen, dan moet hij voor dat werk buiten de fabriek anderen nemen. De heer De Jager vraagt, hoe lang dat zal duren, daarvan valt niets te zeggen. Dat hangt er van af hoe lang ze door gaan en hoeveel voorraad ze hebben van den oogst 1931, omdat voor het vlas van 1932 een andere steunregeling is vastgesteld. Het be drag dat nu wordt toegezegd zou uitkomen op pl.m. f 25 voor het bewerken van 100 tot 150 K.G. vlas. De kosten komen dan voor de helft voor de gemeente en voor de helft voor het rijk. Laat deze heeren dat nu eens probeeren. Hij deelt nog mede, dat in St. Jansteen 50 toeslag wordt verleend. De heer DE BAKKER wijst er op, dat men hiermede op glad ijs staat. Hij vindt het goed, dat burgemeester en wethouders met dit voorstel zijn gekomen, maar vraagt, of er, als men zich voor dien steun gaat verbinden, ook controle zal kunnen worden uitgeoefend. De heer VERLINDE drukt zijn spijt uit. dat hier juist van landbouwerszijde een blaam wordt geworpen op de vlasindustrie en op de kimst van het verwerken van vlas. De toe stand is toch geheel anders. Het moge vroeger zoo geweest zijn, maar tijdens den oorlog heeft men er zich van op de hoogte gesteld en heeft men het zoover gestuurd, dat het een feit is, dat verschillende partijen hier afgezwingeld vlas zijn verkocht als Belgisch vlas, als vlas van de Leye. Hij zou trouwens niet weten, waarom iemand hier dat vak niet evengoed zou kunnen leeren als in Belgie. De heer VAN CADSAND is tot die uit- spraak gekomen, omdat het hem bekend is, dat indertijd een vlasfabrikant in zijn fabriek yyn persoon uit Belgie liet komen om aan het hoofd van het bedrijf te staan. Wanneer de heeren echter die steunregeling noodig en nuttig oordeelen, zal hij er zijn stem niet aan onthouden. De heer VAN DRIEL geeft te kennen ge- dacht te hebben, dat zijn fractie hierover zou kunnen zwijgen, maar nu wordt het wel iets moeilijker. Hij hoort daar spreken over 50 werkuren per week, 15 loon en 40 toe slag en dan moet hiji zich toch gaan afvragen, of, wanneer voor zoo'n bedrijf feitelijk wegens de waarde van het product maar f 9 betaald kan worden, of dan zoo'n tak van industrie nog wel het recht van bestaan heeft. Als er iets kan gedaan worden om de werkloosheid, die ook in het landbouwbedrijf bestaat, te verlichten, is zijn fractie wel genegen daaraan mede te werken, maar er is een grens aan de omstandigheden waaronder dit zal kunnen ge schieden. Indien het havenbedrijf kon ge steund worden met een toeslag van 40 op het loon, vermoedt hij dat voor het bedrijf van de Firma Van Cantfort wel 1000 H.A. met hout zouden kunnen worden bezet. Hij zou zich toch na het gehoorde nog wel eens goed willen beraden. De heer HAMELINK is van oordeel, dat dit buiten de zaak gaat. We streven er naar de werkloosheid in te krimpen door werkver- schaffmg en als we dan anders niet hebben dan moeten we dit middel aangrijpen. Dat beteekent volstrekt niet het in standhouden eener industrie, doch menschen in de gelegen heid stellen te werken, en al zou dit nog iets meer kosten dan den steun aan werkloozen dan is het toch zeer zeker beter voor de men schen wanneer ze werken, dan wanneer ze werkloos rondloopen. Hij gelooft, dat deze proef moet worden genomen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 6