Laatste Beriehten,
GEBREK AAN GELD.
EEN BLANK MEISJE DOOR KAFFERS
OPGEVOED.
GEVECHT MET EEN PANTER.
UITSLAG VERKOOPINGEN,
AANBESTEDINGEN, ENZ.
SCHEEPVAARTBEWEGING.
WISSELKOERSEN.
DE „SPAANSCHE GE V AN GENE MAAKT
WEEK SLACHTOFFERS.
De beruchte Internationale oplichtersbende,
die bekend is onder den naam van „Spaan-
sche gevangene" als zoodanig in alle landen
slachtoffers heeft gemaakt en die geruimen
tijd niets meer van zich heeft laten hooren,
overstelpt op het oogenblik het Waalsche
gedeelte van Belgie met brieven.
De laatste dageii richtte hij zich vooral tot
de bewoners van de omgeving van Charleroi
■en het kanton van Beauraing.
Als er iemand na'ief genoeg is om te ant-
woorden, dan wordt hif uitgenoodigd naar
het Zuiden van Frankrijk te komen. Natuur-
lijk moet hij een zeker bedrag aan geld mee-
brengen. Twee bewoners van La Louvidre
lieten zich beetnemen en stortten ieder 57.000
franken. Nadien hebben zij van den Spaan-
schen gevangene natuurlijk niets meer ver-
nomen.
Ter herinnering zij er hier op gewezen, dat
deze manier van opliehten reeds 150 jaar in
practijk wordt bebracht.
ZONDERLINGE RIJKAARD.
Een 19-jarige dienstbode Trude Rudow
heeft voor het Kantongerecht te Berlijn ont-
hullingen gedaan over de vreemdsoortige
huishouding van een rijken Berlijnschen fa-
brikant.
„Toen ik aankwam wees men mij een ka-
mer met badkamer aan, ik kreeg Uitstekend
te eten en werd als een dame behandeld.
Wat mij echter zeer verwonderde, was dat
men mij geen oogenblik alleen liet. Zelfs als
ik stof afnam, was mevrouw of een bediende
er bij.
Spoedig kwam ik aan de beurt een vrijen
dag te hebben, en was ik niet weinig ver-
baasd, toen mevrouw mij met haar Rolls
Royce mede naar de stad nam, waar zij mij
in een eerste klasse restaurant op koffie en
taart trakteerde.
Daama mocht ik kiezen of ik met haar
naar een comedie of een bioscoop wilde gaan.
Het viel mij echter op, dat ik ook nooit al
leen uit mocht gaan, en alhoewel ik een bui-
tengewoon goed leven leidde, vond ik 't toch
zeer geheimzinnig".
Eindelijk ontdekte zij, dat haar patroon
iemand was, die groote sommen gelds in zijn
huis verbprgen hield en des nachts niet ging
slapen. Daarentegen hield hij zich gedurende
den nacht bezig met het tellen van zijn ver
mogen, en was steeds bang, dat men hem zou
overvallen en berooven.
Dit was ook de oorzaak, waarom men haar
nooit alleen liet uit vrees, dat zij met anderen
zou spreken over zijn rijkdom.
De zaak kwam nu voor den rechter en daar
brieven opende, is zij er van door gegaan en
heeft haar patroon aamgeklaagd, daar hij
haar geen maand salaris wilde betalen.
De zaak kwam nu voor den rechter en daar
de gierigaard niet aanwezig was gedurende
de zitting, veroordeelde de rechter hem
Trude Rudow het verlangde bedrag te be
talen.
TELEFOONMANIE VAN EEN VROUW.
Te Londen is het opnieuw tot een rechts-
geding tusschen twee echtelieden geikomen
wegens het fatale feit, dat manlief weigerde
de wintergarderobe van zijn levensgezellin te
betalen, meldt „de Tel." Het ging niet om
een groot bedrag, een honderd vijftig gulden
of daaromtrent, maar de man beriep er zich
op, dat zijn vrouw een eigen inkomen van
omstreeks 600 gulden per jaar had, hetgeen
hij voldoende achtte, om in haar kleeding-
behoeften te kunnen voorzien.
Enfin, de dame in kwestie zag zich haar
eisch ontzegd, o.m. omdat de rechter zeer
klaarblijkelyk een vrijgezel van oordeel
was, dat zij zich inderdaad van 600 gulden
per jaar naar behooren kon kleeden. Den
doorslag gaf in het vonnis echter de over-
weging, dat mr. Bridger, zoo heette de
eischeres, haar man op ontzagwekkende tele-
foonkosten had gejaagd. Tijdens het kruis-
verhoor bleek namelijk, dat mevrouw in zeven
weken tijds niet minder dan 571 maal haar
vriendinnen buiten de stad had opgebeld, zoo-
dat zij vrijwel van den vroegen ochtend tot
den laten avond aan het toestel moet hebben
gehangen. Het gaf den rechter tot de ver-
zuchting aanleiding:
„Tja, de telefoon is een buitengewoon nut-
tig instrument. Onze dames kunnen nu ten
minste ook eens haar mondje roeren, zonder
telkens onderbroken te worden".
Aan de uitspraak zelf deed dit overigens
niet veel af. De heer Bridger hleef deson-
danks verplioht de telefoon rekening te be
talen, die zijn vrouwtje had veroorzaakt en
mevrouw Bridger bleef gehouden, uit haar
inkomen haar kleeren te voldoen, terwijl zij
er toch zoo stellig van overtuigd was, dat
haar gemaal er voor diende op te draaien.
WAAROM HEBBEN WIJ HONGER?
Over het algemeen denkt men, dat het ge-
voel van honger veroorzaakt wordt door een
leege maag. Sinds nauwkeurige onderzoekin-
gen omtrent het verteringsproces gedaan
konden worden, sedert wij met behulp van
Rontgenstralen de werking van de maag
nauwkeurig kunnen waarnemen, weten wij,
dat deze meening onjuist is. Want reeds
twee tot drie uur na een niet al te rijkelijk
ontbijt is de maag leeg, terwijl wij een sen-
satie van honger eerst veel later ondergaan.
Om dit feit nog zekerder te bewijzen zijn kort
geleden proefnemingen gedaan, waarbij de
maag met een soort van brij, die geen voe-
dingswaarde bezit, gevuld werd. Het gevoel
van honger was ondanks het feit, dat de maag
gevuld was, toch waar te nemen. Reeds door
een inspuiting met een voldoende hoeveel-
heid druivensuiker is het gevoel van honger
te verminderen. De druivensuiker geraakt in
het bloed, vanwaar deze voeding door een
zekere samentrekking het gevoel van honger-
bevrijding te voorschijn roept. Met andere
woorden zijn er voldoende voedingsstoffen in
het bloed vooradig, dan blijft het gevoel van
honger weg. Het kan nu zoo verklaart wor
den dat bepaalde bestanddeelen in het bloed
op bijzondelre zenuwcellen een prikkel uit-
oefenen, zoodat het bekende gevoel van
honger of ,,trek" hierdoor veroorzaakt wordt.
OM EEN MILLIOENENERFENIS.
De Weensche correspondent der N. R. C.,
meldt ons de volgende geschiedenis:
Anderhalf jaar ongeveer geleden, is te
New-York de laatste afstammeling gestorven
van een vroeger uit Weenen naar Amerika
getrokken familie, Wendel genaamd, die eerst
in pelterijen gehandeld had en vervolgens
met grondspeculaties een groot vermogen had
vergaard. Het laatste lid van de familie 'let
een vermogen van ongeveer 100 millioen
dollar na.
De Wendels stonden te New- York bekend
als zonderlingen. Ondanks hun groote ver
mogen leefden zij als bedelaars, kleedden zich
volgens een lang vergeten mode en woonden
in een armzalig huis. De laatste mannelijke
telg van het geslacht, John Wendel, leefde
tot aan zijn dood met zijn zes ongetrouwde
zusters, die alleen niet trouwden, opdat geen
vreemde aan het familievermogen zou raken.
De nu pas overleden zuster was zoo zonder-
ling, dat men haar voor geesteskrank hield.
Toen zij dood was, kwamen er uit de heele
wereld gegadigden voor de erfenis opdagen.
Na aftrek van legaten, belastingen enz., ten
bedrage van circa 25 millioen, bleef er nog
75 millioen over. Onder de erfenisjagers be-
vond zich ook een zekere Josef Kuderna, een
kunsthandelaar uit Weenen, die zeide een
rechtstreeksche afstammeling van de Wendels
te zijn. Eenige maanden geleden begaf Ku
derna zich naar New-York, waar hij een ad-
vocatenkantoor met de verdediging van zijn
belangen belastte. De Amerikaansche over-
heid verklaarde, dat hij van de 900 reflectan-
ten de beste kansen had. Kuderna, een man
van 47 jaar, wist, hoewel hij ongunstig be
kend stond en reeds herhaaldelijk met den
strafrechter in aanraking was geweest, een
aantal menschen te Weenen zoozeer van zijn
kans op de erfenis te overtuigen, dat zij hem
groote bedragen voorschoten om deze los te
krijgen.
Eenigen tijd geleden seinde echter de advo-
katenfirma te New-York naar Weenen of de
overlijdensapte van Maria Kuderna, geboren
Wendel, in 1824 te Weenen overleden, ook in
de registers was ingeschreven. Spoedig daar-
na kwam mr. Rowler, het hoofd van de advo-
catenfirma, zelf te Weenen en bracht de acte
van overlijden, die Kuderna te New-York
overgelegd had, mede. Bij een nauwkeurig
onderzoek, bleek toen, dat het stuk een han-
dige vervalsching was. Kuderna had zich
papier en inkt weten te verschaffen, zooals
die een eeuw geleden gebruikt werden en had
ook het schrift uit dien tijd op schitterende
wijze nagebootst. Hij had echter het ongeluk
het stuk te voorzien van een zegel, in een
vorm, die pas in 1836 in gebruik is genomen,
terwijl hij bovendien een handteekening onder
het stuk geplaatst had van iemand die nooit
ambtenaar bij den burgerlijken stand was ge
weest. Ook had hij zich vergist in de vermel-
ding van het bureau van afgifte, zoodat het
bedrog duidelijk vaststond. Kuderna vermoed-
de niets. Sinds zjjn terugkeer uit New-York
was hij een vaste gast op het Amerikaansche
consulaat, waar hij telkens stukken moest
laten legaliseeren. Hij werd op straat ge-
arresteerd en bij een huiszoeking vond men
allerlei oud actenpapier, oude inkt, pennen,
zegels, enz. Na eerst alles geloochend te
hebben moest hij tenslotte zijn bedrog beken-
nen. Hij had bij den een of anderen hande-
laar in oud papier een partijtje afgedankt
papier van het stadhuis op den kop weten te
tikken. Het had hem maanden van studie ge-
kost om een akte te maken, die althans op
het eerste gezicht een echten indruk maakte.
Kudema's geldschieters zetten lange gezich-
ten, want zij zien natuurlijk van hun voor-
schot niets terug. De andere 899 gegadigden
naar de 75 millioen daarentegen zullen wel
juichen, dat zij van hun gevaarlijksten con
current ontslagen zjjn.
EEN PSEUDO-ONDEROFFICIER.
De Brusselsche politie heeft, naar „Het
Laatste Nieuws" meldt, een zekeren Antoine
Fabry aangehouden uit Hasselt, die zich uit-
gaf voor onderofficier van de grenadiers,
waarvan hij trouwens ook de uniform droeg.
Fabry ging op stoutmoedige wijze te werk,
begaf zich naar een kazeme en vertelde, dat
hij een Nederlandsch onderofficier was die
den trein had gemist. Hij ging dadelijk naar
een kamer van onderofficieren en vroeg of er
mogelijkheid was den nacht door te brengen.
Fabry nam den maar een bed in beslag. Zoo
kwam hij in de grenadierskazeme te Brussel,
waar hij 's anderen daags verdween met een
uniform en nog andere voorwerpen.
De man werd echter spoedig gepakt. Hij
verklaarde nog steeds, dat hij een Neder
landsch onderofficier was, uit Amsterdam.
Maar toen hij zag, dat zijn vingerafdrukken
naar Amsterdam en Den Haag zouden ge-
stuurd worden, bekende hij dat hij een Belg
was en uit een regiment te Hasselt was
gedeserteerd.
EEN 27-JARIG BIGAMIST.
Te Londen heeft Donderdag een 27-jange
chauffeur terecht gestaan wegens bigamie.
Bij de eene vrouw, met wie hij in 1925 was
gehuwd, heeft hij vier, bij de andere, die hij
kort daama had leeren kennen, heeft hij drie
kinderen. De eerste drie dagen van de week
placht hij bij zijn eerste, de rest bij de
andere vrouw door te brengen. In 1929 heb
ben de vrouwen resp. in Februari en Maart,
in 1930 achtereenvolgens in Juni en Augustus
een kind gekregen. De vrouwen kennen
elkaar en volgens de tweede wist de eerste
sinds 1929, dat de man haar getrouwd had.
Zij de tweede voegde er aan toe, dat zij
nog altijd van hem hield en bij hem wilde
blijven.
De chauffeur zelf verklaarde, dat hij zijn
eerste vrouw alles eerlijk had opgebiecht.
Zij was heelemaal niet ontdaan, vervolgde hij,
en zorgde dat ik schoenen te repareeren kreeg
om wat extra's te verdienen. Nu ik zonder
werk ben, heeft zij mij aangeklaagd.
De rechter, zijn vonnis opschortend, merkte
op, dat als hij den man naar de gevangends
stuurde, er niemand zou zijn om voor de
beide vrouwen en de kinderen te zorgen.
OVERVAL OP EEN JUWELIERSZAAK.
Te Lichtenberg hebben roovers, die per auto
waren gekomen, Donderdagmorgen een over-
val gepleegd op de juwelierszaak van Hussel-
man. De daders sloegen de winkelruit in,
bedreigden den eigenaar met hun pistolen en
stalen voor 10.000 Mark ringen met briljan-
ten. Daama sprongen zij in de wachtende
auto, waarvan de bestuurder den motor had
laten loopen. Op het luide geroep van den
juwelier kwamen weliswaar eenige voorbij-
gangers af, die de dieven achtervolgden, doch
zij konden hen niet inhalen.
De roovers zijn ontkomen.
Uit Boedapest schrijft men aan de N. R. Ct.:
Een medewerker van „Az Est", die wegens
het rij den zonder lantaam tot een kleine
geldboete was veroordeeld, berioht ons van
zijn waamemingen aan het hoofdcommissa-
riaat van politie te Boedapest, alwaar hij het
verschuldigd bedrag moest storten.
Terwijl hij op het bewijs van ontvangst
wachtte, kwam een net gekleed jongmensch
hinnen, dat wegens rustverstoring en twee
andere kleine overtredingen tot totaal 7 pengo
(plm. 3 gulden) boete subs. 3 dagen gevan-
genis was veroordeeld. Op de vraag van den
ambtenaar antwoordde hjj dat hij miet zou
betalen. ,,Dus u vraagt opnieuw uitstel?"
„Neen, mijnheer, ik ben gekomen om de straf
uit te zitten". De ambtenaar probeerde den
jongen man duidelijk te maken, dat hij
wegens twee overtredingen op het hoofd-
commissariaat mocht zitten, doch dat dit voor
zijn derde straf onmogelijk was, en hij daar-
voor reeds naar de gevangenis moest worden
overgebracht. De jonge man verklaarde dit
alles te weten. De ambtenaar begon zenuw-
achtig te worden. „Maar in 's hemelsnaam,
daarheen kunt u slechts met den boevenwagen
worden gebracht, men zal uw haar afknippen,
uwe kleeren wegnemen, u krijgt een bad, uw
kleeren worden ontsmet! Dat alles kunnen
wij toch niet met iemand van uw stand doen!"
(De man was afgestudeerd aan de landbouw-
hoogeschool.) De jonge man antwoordde zeer
wel te weten wat hem te wachten stond,
doch aangezien hij thans niet over 7 pengo
beschikte en hij waarschijnlijk ook later niet
in staat zou zijn te betalen, omdat hij geen
hoop had eenige betrekking te vinden en hij
ten laste van zijn zieke vader was, waar hij
de keuze had, of zijn jas te verkoopen om de
7 pengo te kunnen betalen of naar de eel te
wandelen, gaf hij tenslotte de voorkeur aan
dit laatste. Zijn haar zou wel opnieuw
groeien, merkte hij met een bitter lachje op,
en verdween met den hem wegbrengenden
agent.
Na dit intermezzo vertelde de beleefde
ambtenaar van verschillende gelijksoortige
cel-aspiranten, die alien wegens gebrek aan
geld de boete niet konden betalen, o.a. van
een ouden heer, een gepensioneerd hoofd-
ambtenaar van een ministerie, die tot 5 pengo
boete was veroordeeld, omdat hij van de
rijdende tram was gesprongen. Zelfs een
dame, een romanschrijfster, (50 pengo, om
dat haar hondje een voorbijganger had ge-
beten) had zich tot uitzitten van de straf
gemeld, doch de dienstdoende commissaris
was zoo beleefd geweest haar op het hoofd-
commissariaat schrijfwerk te geven, zoodat
zij haar eendaagsche straf niet „uitzitten"
doch „afwerken" moest, wat zij zeer tot te-
vredenheid van den commissaris, volbracht.
GROOTE BRAND IN EEN DIEREN-
MAGAZIJN.
Zaterdagnacht werd te Hamburg de brand-
weer gealarmeerd voor een brand in de op-
slagplaats van een groothandel in dieren,
Toen de brandweer arriveerde, stond een
groot aantal kooien reeds in lichter laaie en
vele dieren waren reeds dood. Het brus-
schingswerk moest geruimen tijd onderbroken
worden, daar plotseling van alle kanten slan-
gen te voorschijn kwamen, die probeerden
aanvallen op de brandweerlieden te doen. Het
waren voornamelijk zeer gevaarlijke ratel-
slangen, die uit het door het vuur aangetast
terrarium waren ontsnapt. Eerst nadat de
slangen gedood waren, kon het blusschings-
werk worden voortgezet.
De schade is vrij groot. De dierengroot-
handel verzond dieren naar dierentuinen, ker-
missen enz. De brand is waarschijnlijk ont-
staan door het omvallen van een petroleum-
lamp, waarmee het slangenterrarium op tem-
peratuur werd gehouden.
DR. SALABAN ALS VALSCHE MUNTER.
De valsche munter, dr. Salaban, die een in
aanzien staand Berlijnsch rechtsgeleerde was,
heeft bekend zich aan valsche munterij te
hebben schuldig gemaakt. Onder den naam
BlUcher had hij bij verschillende firma's
stempelpersen gekocht. Te Hamburg was hij
enkele jaren geleden met de politie in aanra
king gekomen wegens poging tot oplichting.
Salaban en zijn vrouw, die bij het uitgeven
der valsche munten hielp, zijn Zaterdag in
verzekerde bewaring gesteld.
Over de ontdekking van zijn misdrijf en zijn
arrestatie geven de Duitsche bladen nog de
volgende bijzonderheden. Een fruithandelaar,
die in het westen van Berlijn op verschillende
marktpleinen zijn waren verkocht, had opge-
merkt dat hij geregeld valsche tweemarkstuk-
ken in handen kreeg. Voorziohtig ging hij
na wie van zijn klanten hem deze in betaling
gaf en spoedig was hij zeker van zijn zaak.
Een tamelijk groote gezette vrouw kocht bij
hem een sinaasappel en betaalde met een
valsch twee-markstuk. Hij zag, dat zij daar-
op naar een grooten slanken man ging.
De koopman waarschuwde de „Falschgeld-
zentralstelle" en eenige beambten versche-
nen op de verschillende wekelijksche markten.
Daar het signalement zeer duidelijk was,
kostte het geen moeite de vrouw en den man
te herkennen. Beiden waren zeer eenvoudig
gekleed en maakten den indruk, alsof zij het
niet breed hadden en slechts het goedkoopste
konden koopen.
Zij deden of zij elkaar niet kenden; zij ston
den elk ajan een andere zijde van de markt.
De vrouw ging de stalletjes langs en deed
kleine inkoopen; dan ging zij naar den man
toe, die haar wat valsch geld gaf. Op een
dag konden de beambten vaststellen, dat zij
39 valsche twee-markstukken in betaling had
gegeven. Zij verlieten ieder afzonderlijk de
markt om eenige straten verder weer samen
te gaan. Al dien tijd werden zij gevolgd door
rechercheurs. Na vijf minuten bestegen zij
een elegante limousine en reden weg. Het
nummer van den wagen werd genoteerd en
bij onderzoek bleek, dat deze toebehoorde aan
dr. C. Salaban, die in de Potsdammerstrasse
een villa bewoonde.
Om volkomen zekerheid te hebben, waren
op den volgenden marktdag de rechercheurs
weer aanwezig; het echtpaar verscheen weer
en deed inkoopen. Nadat de vrouw zeven
valsche muntstukken had uitgegeven, werd zij
gearresteerd; op hetzelfde oogenblik werd ook
de man gepakt. Zij waren echter van elkaars
arrestatie niet op de hoogte. Ieder afzonder
lijk werden zij naar hetzelfde politiebureau
gevoerd en daar verhoord.
De vrouw ontkende het uitgeven van valsch
geld; op den man werden 59 valsche twee-
markstukken gevonden, welke hij zeide van
een onbekende in betaling te hebben gekregen.
Bij de huiszoeking in de villa werd in den
kelder de werkplaats ontdekt. In den gewonen
kelder stond aan de eene zijde een boeken-
kast van 2 M. hoogte en 1% M. diepte, waar-
op boeken stonden.
Toen deze kast verwijderd werd, ontdekte
de politie een geheime deur. Deze deur gaf
toegang tot een ruimte, waarin slechts een
bed stond. Het bed werd terzijde geschoven
en daarachter werd allerlei materiaal gevon
den voor het maken van valsche munten.
Thans was geen ontkennen meer mogelijk.
Salabans personeel bestond uit drie bedien-
den, die 's avonds weggingen. Niemand kon
hen bij hun werk bespieden. Iedereen dacht,
dat zij een volkomen normaal en behoorlijk
leven leidden. Als motief voor deze valsche
munterij op groote schaal wordt geldzucht
aangenomen.
VUURGEVECHTEN AAN DE GRENS.
Nadat aanvankelijk de smokkelarij aan de
Nederlandsch-Duitsche grens, door de ver-
scherpte Duitsche douanemaatregelen, eenigs-
zins geluwd was, begint de sluikhandel thans
weder een opleving te vertoonen, en verbit-
terder dan ooit is de strijid tusschen de Duit
sche douanebeambten en de Nederlandsche en
Duitsche smokkelaars, zoo meldt de „Tel."
uit Nijmegen. Een strijd, die nu met ver-
seherpte middelen wordt gevoerd. Schietpar-
tijen waren ook vroeger aan de orde van den
dag, doch de smokkelaars haalden hun schou-
ders er over op. Zij wisten, dat de Duitsche
kommiezen toch zelden of nooit treffers af-
aonden. Dat as anders geworden. Het blijft
nu niet bij waarschuwingsschoten en aanvan
kelijk schrok dat de smokkelaars af.
Nu is de sluikhandel, zooals gezegd, weder
levendiger dan ooit te voren. Ook door de
smokkelaars wordt thans van vuurwapenen
gebruik gemaakt. Zoo is bijvoorbeeld Woens-
dagnacht aan de grens bij Goch een vuurge-
vecht tusschen Duitsche kommiezen en smok
kelaars geleverd. De douane-beambten waren
op een bende smokkelaars, bestaande uit on
geveer twaalf man, gestuit, die na het aan-
roepen door de kommiezen de vlucht namen.
Over weilanden en door struikgewas ging
het in de richting van de Nederlandsche grens,
diie de meeste smokkelaars wisten te berei-
ken. Twee van hen werden echter gevat,
terwijl de kommiezen een hoeveelheid smok-
kelwaar, die smokkelaars op hun vlucht had
den weggeworpen, wisten buit te maken. Op
114 pond tabak en 50 pond koffie kon men de
hand leggen.
In het vermoeden dat wellicht nog meer
weggeworpen smokkelwaar in de weilanden
te vinden zou zijn, gingen de beambten ver
volgens het gebied afzoeken. Plotseling weer-
klonken schoten. Het bleek, dat de zoo juist
ontsnapte smokkelaars het vuur op de kom
miezen geopend hadden. Geen der beambten
werd echter getroffen. Het onderzoek in deze
zjaak is nog in vollen gang. Van Duitsche
zijide wordt namelijk beweerd, dat Nederland
sche smokkelaars van Nederlandsch gebied af
hebben geschoten. Hieromtrent schijnt ech
ter niets vast te staan.
Dat de smokkelaars dikwijls om zeer ge-
ringe hoeveelheden smokkelwaar hun leven
op het spel zetten, is dezer dagen gebleken.
In den loop van Zondag namelijk werd op on
geveer 6en kilometer van de grens op Duitscb
gebied een wielrijder door de Duitsche
douanen aangeroepen. De man voldeed niet
aan het haltgeroep, doch maakte rechtsom-
keert naar de Nederlandsche grens. Een
sohot weerklonk. De smokkelaar, blijkbaar
in de vaste overtuiging, dat toch niet raak
zou worden geschoten, -reed door. Een tweede
schot volgde, dat thans echter doel trof.
Zwaar gewond wist het slachtoffer nog een
der smokkelketen op Nederlandsch gebied,
waar de smokkelaars hun waar inslaan, te
bereiken. Dexman, een 33-jarige Duitscher.i
bleek te zijn getroffen door een schot in den
rug, terwijl de kogel door den buik het
lichaam weer verlaten had. Gedrenkt in het
bloed, vond men rond zijn middel gebonden
een hoeveelheid koffie in zakjes tot een ge-
wicht van wellicht drie of vier pond. Waar
schijnlijk is de man, uit vrees, dat het nieuwi
rijwiel, dat hij bereed, in beslag zou worden
genomen, op de vlucht geslagen. Het kostte
hem het leven, want in het ziekenhuis te
Goch, waamaar hij vanuit de keet werd over
gebracht, is hij aan zijn verwondingen over
leden.
Een verpleegster, werkzaam aan het kin-
derziekenhuis te Ficksburg, zag onlangs, toen
zij op huisbezoek was, een blank meisje van
ongeveer 15 jaar bij een gezin als dienst-
meisje werkzaam. Zij was gekleed als een kaf-
fervrouw en liep op bloote voeten. De ver
pleegster nam het meisje mee naar de kliniek,
waar het werd onderzocht. Het onderzoek
wees uit dat het meisje een blanke was, doch
onder de kaffers was opgegroeid. Zij kent
geen andere taal dan het Sesoetoe. Vermoede-
lijk is het meisje een doohter van een Engel-
schen vader en een Hollandsche moeder. Als
kind werd zij in Noordelijk Besoetoeland aan
Indische handelaars verkocht. Zij groeide op
met de kinderen van het district. Het meisje
vertelde eenigen tijd geleden in het huwelijk
te zijn getreden met een Indier, van wien zij
evenwel was weggeloopen. Ook had een min-
derjarig Basoeto-hoofd haar een huwelijks-
voorstel gedaan, waarop het meisje naar
Ficksburg was gevlucht en een betrekking
als dienstbode had gezooht. Het meisje is
thans door de zorgen van de stedelijke over-
heid in een gestioht geplaatst, teneinde haar
een betere opvoeding te geven.
WILSKRACHT VAN DOOFSTOM
MEISJE.
Dat groote wilskracht alles kan overwin-
nen, heeft de 28jarige mile. Lavaud bewezen,
die doofstom werd geboren en nu met haar
studie zoo ver is gevorderd, dat zij den doc-
torsgraad in de letteren zal behalen. Haar
vader was eveneens doctor in de letteren en
van hem erfde zij den aanleg, doch het was
een voortdurende handicap, dat zrj niet kon
spreken en evenmin hooren. Lezen kon zij
echter en het meisje verslond het eene boek
na het andere en kon ook den inhoud verwer-
ken. Door voortdurende oefening slaagde zij
erin bijna normaal te spreken en als er lang-
zaam wordt gesproken, kan zij door van de
lippen te lezen, een gesprek volgen.
Mile. Lavaud heeft een merkwaardig onder-
werp voor haar dissertatie gekozen, namelijk
het leven en werken van Marie Leneru. Deze
dame werd op veertienjarigen leeftijd doof
stom, doch verwierf groote bekendheid door
het schrijven van tooneelstukken, die nog
steeds op het repertoire van de Comedie Fran-
Qaise voorkomen. Zij overleed in 1918 en liet
haar memoires na, waaruit mile. Lavaud de
geestkracht putte, om haar studie voort te
zetten en te beeindigen.
VOORZICIITIGHEID GEBODEN.
Een vrouw van 39 jaar uit Bedfordshire
was in een ziekenhuis opgenomen voor een
operatic. Haar dokter en de ehirurg hielden
een consult bij haar bed. De vrouw vertelde
later haar man dat de ehirurg gezegd had:
,,Dat is een groote operatie", en dat de dok
ter geantwoord had: ,,Ja en wij zijn erg bang
dat haar hart het niet zal uithouden". Dit had
de vrouw, die voordien moedig de operatie
tegemoet zag, bevreesd gemaakt, zij is aan die
operatie bezweken en de man verklaarde voor
den lijkschouwer er van overtuigd te zijn, dat
zij meer kans had gehad er door te komen als
zij dit gesprek niet gehoord had. Volgens de
doktoren had de patiente het gesprek ver-
keerd verstaan. De ehirurg had gezegd: ,,Ik
denk dat zij die groote operatie kan door-
staan", en de dokter had geantwoord: „Ik heb
er met den specialiteit voor hartziekten over
gesproken en die denkt dat haar hart het
wel zal uithouden".
De lijkschouwer gaf een verklaring van dood
ten gevolge van ongelukkige omstandigheden
en merkte op dat het ongelukkig was ge
weest dat de vrouw het gesprek had kunnen
hooren. De operatie was volkomen naar be
hooren uitgevoerd.
EEN FRISSCHE THUISKOMST.
De eigenaar van een villa in de Berlijnsche
wijk Dahlem kwam Zondagavond met eenige
vrienden naar huis en wilde met hen een
avondmaal gebruiken. Tot zijn groote verba-
zing en ontsteltenis kwam hier voorloopig
niets van, want toen men binnenkwam
stroomde hem het water tegemoet. Het bleek
dat tijdens zijn afwezigheid een dief was bin-
nengedrongen, die op de dienstbodenkamer
een koperen kraan had afgebroken. Gedurende
6 uren had het water gestroomd, waardoor de
geheele villa onderliep. De brandweer had 2
uur noodig om althans de ergste schade te
verminderen.
Charles E. Martem, ambtenaar bij de hout-
vesterij der Corolitz Hills in den staat
Washington, had eenigen tijd geleden een ge-
vaarlijk avontuur met een panter, waarbij hij
geheel op zijn hand en verstand aangewezen
was.
In de omgeving van een houthakkerskamp
stond hij plotseling, geheel ongewapend voor
een reusachtigen panter. Met de oogen op
het monster gericht, liep hij zoo snel mogelijk
achteruit en de panter volgde hem vlug, zoo
dat de afstand tusschen hen voortdurend
kleiner werd. Het dier was al spoedig zoo
dicht bij, dat de man ieder oogenblik den
noodlottigen sprong verwachten kon. Hij
trapte er met den voet naar, terwijl hij voort
durend achterwaarts ging, tot hij tenslotte
bij een rots kwam, waar hij met 6en sprong
boven op kwam.
De panter sloeg de voorpooten op de rots,
maar Mattem gaf hem een flinken stoot, zoo
dat het beest terugviel. Nu sprong hij vlug
naar beneden, naar een plaats waar hij stee-
nen had zien liggen. Hij gooide nu met
steenen naar het langzaam aansluipende roof-
dier en toen dit nog ongeveer 2 M. verwijderd
was, slingerde hij het met alle geweld een
grooten steen tegen den kop, en deze raakte
juist den bek, die gedeeltelijk open was.
Hierdoor was het beest blijkbaar zoo ge-
schrokken, dat de man gauw een tweeden
steen wegslingerde, die evenwel zijn doel
miste.
Dit ongeval had den man bijna het leven
gekost, want nu maakte de panter zich ge-
reed voor den sprong, maar met alle macht
slingerde Mattem zijn laatsten steen, die den
panter juist tusschen de oogen trof. Het dier
viel verdoofd terug en kroop daarna door het
struikgewas naar een boschje, waarin het
zich verborg. Mattem ijlde nu naar het kamp
en keerde met twee mannen tot den panter
temg, die doodgeschoten werd, toen hij zich
gereed maakte voor den sprong.
BRUSSEL. Het Bureau van de Nederland
sche Kamer van Koophandel en Eabrieken in
Belgie te Brussel heeft een commissie be-
noemd, waarvan voorzitter is de heer J. B.
Vink en secretaris de heer W. Reigersberg,
ter bestudeering van een nauwere economi-
sche samenwerking tusschen Nederland en
Belgie.
Te dien einde zal door de Nederlandsche
Kamers van Koophandel in Belgie een refe
rendum worden gehouden onder alle Neder
landsche en Belgische Kamers van Koophan
del en onder alle nijverheidsinstellingen.
LYON. In den afgeloopen nacht is nabij
Monte Limard een ernstig auto-ongeluk ge-
beurd met de auto van den heer Dr. Sprenger
van Eijk, die deelneemt aan de sterrit naar
Monte Carlo.
De auto, van het merk Graham, stond stil,
daar men een kleine bandenreparatie moest
verrichten, toen in groote vaart een andere
auto kwam aangerend, die de auto van Dr.
Sprenger van Eijk aanreed.
Twee van de vier inzittenden, n.l. de heeren
Jhr. Loten van Doelenschoten uit Lage Vuur-
sche en F. Rodrigro, directeur van Lesken's
autohandel te Utrecht, werden zwaar gewond.
In het ziekenhuis is later de heer Jhr. Loten
van Doelenschoten overleden.
HOHK.
Dinsdag werd door notaris Callenfels van
Ter Neuzen ten verzoeke van de erven van
wijlen den heer P. Riemens alhier, geveild een
woonhuis met schuurtje en erf, groot 76 cen-
tiaren, staande in het Oud-Vlissingen alhier.
Kooper werd de heer Com. Vermeulen-van
Wijck voor de som van 1125.
MIDDELBURG.
Door den Hoofdingenieur-Directeur van den
Rijkswaterstaat te Middelburg werd heden
aanbesteed het uitvoeren van baggerwerk in
het Nederlandsch gedeelte van het kanaal van
Ter Neuzen en in de West- en Oostbuiten-
haven te Ter Neuzen.
Hiervoor werd ingeschreven door:
N.V. Aannemersbedrijf F. Looyen te Go-
rinchem voor het kanaal voor 59 cent en de
havens voor 12,9 cent per M3;
N.V. Bagger Mij v/h A. Hofman te Haarlem
voor 40 en 11,5 cent;
Firma Blankenvoort Kalis te Den Haag
voor 38,6 en 12,7 cent.
Nijmeegsche Bagger- en Aannemers Mij
voor 36,3 en 11,6 cent.
Ed. van Noordenne te Sliedrecht voor 32,8
en 11 cent;
N.V. Bagger Mij Holland te Hardinxveld
voor 32,4 en 10,9 cent;
N.V. Bagger Mij Bos Kalis te Sliedrecht
voor 30 en 11 cent;
Firma De Vries v. d. Bosch te Den Haag
voor 29,9 en 14,8 cent.
Voor Ter Neuzen: 18 Jan. Eng. s.s.
SHEAFFIELD, 1682, kolen, New-Castle.
Van Ter Neuzen: 19 Jan. Eng. s.s. SHEAF
FIELD, 1682, ledig, New-Castle.
Voor Sluiskil: 18 Jan. Duitsch s.s. KEP
LER, 592, ledig, Antwerpen.
Van Sluiskil: 19 Jan. Eng. s.s. LUIM-
NECK, 443, gem., Hamburg.
Voor Gent: 18 Jan. Eng. s.s. BRIGHT-
SIDE, 189, pekkolen, Londen; Eng. s.s. AYRE-
SOME, 414, kolen, Goole; Eng. s.s. FAX-
FLEET, 420, kolen, Goole; Belg. s.s. MAR-
NIX, 146, kunstmest, Sables d'Olonne; Eng.
s.s. RYE, 427, stukg., Goole; Eng. s.s. CHEL-
WOOD, 1543, kolen, New-Castle; Eng. s.s.
PORTHMEOR, 188, ledig, Londen; Eng. s.s.
BUSHWOOD, 1297, kolen, New-Castle; Belg.
s.s. MARCEL, 841, ledig, Bremen.
19 Jan. Noorsch s.s. GARNES, 888 pyriet,
Thamshavn; Eng. s.s. PANDION, 999, stukg.,
Manchester; Zweedsch s.s. STENSTURE, 513,
ledig, Londen; Eng. s.s. FREIGHTER, 106,
ledig, Hull; Belg. s.s. YVONNE, 385, ledig,
Brugge; Zweedsch s.s. HELIOS, 924, pyriet,
Huelva.
Van Gent: 18 Jan. Eng. s.s. TEESWOOD,
416, ijzer, Middlesbrough; Eng. s.s. DONA
FLORA, 292, ijzer, Middlesbrough; Eng. s.s.
DATjEWOOD, 1561, ledig, New-Castle; Eng.
s.s. GOOLE, 147, aardappelen, Hull; Fransch
s.s. SAINT CHAMOND, 1069, ledig, New-
Castle; Eng. s.s. EILIANUS, 332, stukg.,
Londen.
19 Jan. Eng. s.s. YEWGLEN, 274, aard
appelen, Hull; Eng. s.s. MALRIX, 354, aard
appelen, Hull; Eng. s.s. ZELPHA, 165, aard
appelen, Londen; Eng. s.s. FAXFLEET, 420,
ledig, Goole; Eng. s.s. AYRESOME, 414,
aardappelen, New-Castle; Eng. s.s. CHEL-
WOOD, 1543, ledig, New-Castle; Nederl. m.s.
FLYING NORSEMAN, 196, stukg., Kilrush;
Eng. s.s. BRIGHTSIDE, 189, led., Antwerpen.
Amsterdam, 20 Jan. 1932.
Vreemd Bankpapier.
Bieden Laten
Londen 8,50 8,60
Duitsch 58,50 59,
Fransch 9,70 9,80
Belgisch 6,90 6,95