Pluimvee-mbriek.
gegeven aan tegen werkloosheid verzekerde
arbeiders, omdat deze door het betalen van
een wekelijksche bijdrage toonen zooveel mo
gelijk voor zichzelf te willen zorgen, wat, voor
TX>over dat kan, door de overheid behoort te
word en aangemoedigd;
«tat objecten voor werkverschaffing zijn:
1. de verlegging van de westelijke water-
leiding, beginninde bij de begraafplaats te
Sluiskil, en acbter door bet land gaande, ein-
digende bij de chriatelijke school, lengte 800
a 900 meter, a 100 per strekkenden meter,
in de kosten waarvan waterstaat 75 r/c, rijk
an gemeente te samen 25 bijdragen,
2. bet overhalen van den dijk langs de
Nieuwe Kerkstraat, in de door verlegging
vervallen leiding, waardoor een belangrijke
hoeveelheid bouwgrond zal worden verkregen,
3. aanvulling van aan te koopen water-
poelen en land in de nabijbeid van de stort-
plaats te Sluiskil, waardoor ook aan die zijde
van Sluiskil bouwgrond beschikbaar komt;
dat waar het onder 2 en 3 genoemde, voor-
namelijk grondanbeid is, bet rijk in deze werk
verschaffing zeer waarschijnlijk zal willen
aubsidieeren.
s. Een adres, namens het Bestuur van den
Ter Neuzenschen Besturenbond, waarin ad-
haesie wordt betuigd aan vorenstaand adres.
t. Een adres van de Provinciale Commis-
sle voor Werkloozenzorg, ingesteld van wege
de S.D.A.P. en de Modeme Vakbeweging, die
daarin te kennen geeft, dat op een speciaal
daarvoor gehouden vergadering dat doel is be-
sproken.
De ondersteuning, de werkverschaffing, de
ontwikkeling en de ontspanning voor de werk-
loozen had hare aandacht.
Aangenomen werd de volgende motie:
De provinciale vergadering van bestuurders
van Bestuurdersbonden, Soc. Dem. Raads- en
Statenleden en Vak- en Partijafdeelingen, bij—
eengeroepen door de Federatie van Bestuur
dersbonden in de provincie Zeeland en door
het Gewest Zeeland der S.D.A.P. inzake de
bestrijding der werkloosheid, op Zondag 29
November 1931, te Middel-burg;
gehoord de besprekingen betreffende de hui-
dige economische toestand;
constateerende, dat de omvang der werk
loosheid in Zeeland thans grooter is dan in
1930 om deze tijd en dat in de komende win-
termaanden naar alle verwachting deze werk
loosheid nog meer zal toenemen en langer dan
andere jaren zal duren in verband met de zeer
ongunstige vooruitzichten
van oordeel, dat in verband hiermede buiten-
gewone maatregelen behooren 'te worden ge-
nomen en dat voor alles gezorgd dient te wor
den, dat de door werkloosheid getroffen ar
beiders in staat zullen zijn, hun levenspeil en
arbeidskracht intact te houden;
wan oordeel, dat de Regeering door het ver-
"strekken van ruime financieele steun het de
gemeentebesturen mogelijk dient te maken, de
noodig zijnde maatregelen te treffen, terwij
zij daarnaast die maatregelen dient te nemen,
welke het economische leven versterken;
waardeerende de financieele medewerking,
tot nog toe gegeven en/of toegezegd voor uit-
voer van waterstaatswerken,
acht deze medewerking, gezien de tijdsom-
standigheden, echter onvoldoende;
dringt er ten sterkste op aan, dat de regee
ring zoo spoedig mogelijk over gaat tot
het aanleggen van da Rijksweg Nieuw-
en St. JooslandVlissingen
de bebossching van de duinenreeks van
Vlissingen tot Domburg;
ontwatering van West-Zeeuwsch-Vlaan-
deren, aanleg van het kanaal Sluis
Breskens, en verbetering der Zeewerin-
gen te Breskens;
ontwatering van Oost Zeeuwsch-Vlaan-
deren en de aanleg van kanaal Hulst
Axelsche Sassing;
bevordering van de arbeiderswonmg-
bouw in het industriecentrum van Oost
Z.-Vlaanderen;
■bet bevorderen en aanleggen van een
drinkwatervoorziening in Zeeuwsch-
Vlaanderen;
ontwatering van West- en Oost Zuid-
Beveland; aanleg van de spoorweg Z -
Beveland-Antwerpen over Woensdrecht,
versnelde uitvoering van de bebossching
op Schouwen en Duiveland;
de Provincie in staat te stellen in een
vlugger tempo de secondaire en ter-
tiaire wegen te doen uitvoeren,
de loonen en overige arbeidsvoorwaar-
den, geldende in werkverschaffing, op
peil te brengen, opdat de daarbij teweik
gestelde arbeiders voldoende zullen kun-
nen verdienen, om in het ondeihoud
hunner gezinnen te kunnen voorzien,
de beperkende bepalingen voor tewerk-
stelling bij de werkverschaffing, waar
door slechts een arbeider uit een gezin
bij de werkverschaffing kan worden ge-
plaatst op te heffen;
de gelegenheid te openen opdat ook jon-
gere arbeiders worden tewerkgesteld;
steunregelingen in het leven te roepen
voor de werklooze arbeiders, die niet
bij de werkverschaffing zijn tewerkge
steld;
sterke bevordering van het onderwrjs
aan jeugdige arbeidsters en arbeiders,
die werkloos zijn geworden;
vertrouwt dat de besturen van Partij en
Vakbeweging niets zullen nalaten, wat bevor-
derlijk kan zijn aan een krachtige doorvoering
van bovengenoemde eischen;
gaat over tot de orde van den dag.
De memorie van toelichting luidt, met be-
trekking tot de punten betreffende Zeeuwsch-
Vlaanderen, of die van algemeene strekking,
als volgt:
3 In verband met de opkomende land-
bouwcul'tuur in West Zeeuwsch-Vlaanderen
(tuinbouwcultuur, bessencultuur) is het nood
zakelijk, dat meer dan tot nu toe aandacht be-
eteed wordt aan een behoorlijke ontwatering
van West-Zeeuwsch-Vlaanderen.
Het is ons niet onbekend, dat deze ontwa
tering moeilijkheden oplevert, in verband met
de ontwatering van het er achter liggende
Belgie, maar naar onze meening moet thans
krachtiger dan ooit deze ontwatering ter hand
worden genomen, omdat het vrijwel uitgeslo-
ten is. dat intensieve cultures, die in West-
Zeeuw'sch-Vlaanderen bestonden bieten, tar-
we- en aardappelcultuur) nog ooit hun oude
hoogte zullen bereiken, zoodat een blijvende
werkloosheid onder de landarbeiders dreigt,
indien niet overgegaan wordt tot andere inten
sieve cultuur (groen'te- en fruitcultuur), waai-
voor West-Zeeuwsch-Vlaanderen zoo bij uit-
stek gunstig ten opzichte van Engeland ge-
legen is.
Hetzelfde wat wij hiervoren betoogden,
geldt voor de ontwatering van Oost-Zeeuwsch-
Vlaanderen.
Wij weten, dat hiervoor reeds geruimen tijd
plannen bestaan en wij meenen, dat, waar de
landbouw thans in een tijdperk van malaise
verkeert, deze werken, dien ten slotte grond-
verbetering beoogen, moeten worden aange-
vat.
Met klem mogen wij ook aandrmgen op ae
aanleg van een kanaal Breskens Sluis.
De aanleg van dit kanaal zal de gelegenheid
openen, om te komen tot een goedkoop vracht-
vervoer van de landbouwproducten uit Z
Vlaanderen. De nieuw geoutilleerde haven van
Breskens mag niet ongebruikt gelaten worden.
De beteekenis van deze haven moge blijken uit
de onderstaande cijfers.
2e.
3e.
4e.
5e.
In 1930 kwamen binnen 15.625 binnen- le.
schepen met een laadvermogen (in tonnen)
van 2.086.000.
Deze beteekenis zal ongetwijfeld nog toene
men indien het kanaal BreskensSluis tot
stand komt.
4. Reeds jaren bestaat een plan voor het
kanaal Hulst—Axel—Sluis, waarvoor door be-
langhebbenden reeds bijdragen werden toege
zegd. Nu ook deze streek, die voornamelijk
van landbouw moet leven, in het gedrang
komt, is het aanleggen van dit kanaal zeer
gewenscht, waardoor het mogelijk zal worden,
in het vervolg de landbouwproducten te ver-
voeren.
Bovendien zal de ontluikende tncotage-m-
dustrie in Hulst en omliggende plaatsen van
dit kanaal voor de aanvoer van grondstoffen
kunnen profiteeren.
5. In Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen is in de
laatste jaren snel industrie tot stand ge-
komen. De arbeiders benoodigd voor deze in-
dustrien koftien van ver afgelegen streken,
omdat geen woningen voor hen beschikbaar
^Het is wenschelijk, de arbeiderswoningbouw
te bevorderen, waarvoor het noodig is, thans
reeds over te gaan tot het bouwrijp maken
der gronden.
Beide objecten zullen de werkgelegenheid
langen tijd verruimen.
6 Nog steeds ligt het plan voor de water-
voorziening klaar voor Zeeuwsch-Vlaanderen,
hetgeen tot pu toe afstuitte op de onwil van
enkele gemeentebesturen.
Meer dan ooit is het thans noodzakelijk over
■te gaan totidfe uivoering van dit werk, waar
door niet alleen werkverruiming plaats vmdt,
maar bovendien de beiwoonbaarheid van het
platteland sterk wordt bevorderd.
10. Dit punt behoeft naar onze meening
geen toelichting.
Het is voor onze geheele maatschappij van
buitengewoon veel belang, dat het levenspeil
en de arbeiderskracht van onze arbeiders-
klasse op peil wordt gehouden omdat, indien
hier een sterke achteruitgang zou worden ge-
constateerd, dit zou beteekenen, dat, indien
straks het productieproces dezer arbeiders
weer opvraagt deze lichamelijk niet meer in
staat zouden zijn, met hun oude intensiviteit
aan dit proces deel te nemen.
11. De bepaling, dat slechts edn arbeider
bij de werkverschaffing uit den gezin mag
worden tewerkgesteld, beteekent, dat in de
groote gezinnen een te gering bedrag binnen-
komt, om in het onderhoud van het gezin te
voorzien.
12. De bepaling, dat jonge arbeiders met
bij de werkverschaffing mogen worden tewerk
gesteld, beteekent, dat deze arbeiders aan alle
ellende van de werkloosheid worden prijs ge-
4e.
5e.
geven.
13. Indien het niet mogelijk is alle werk
le.
2e.
3e.
4e.
fee.
6e.
7e.
8e.
9e.
lOe.
lie.
12e.
13e.
14e.
looze arbeiders te plaatsen bij de werkver
schaffing, moet voor deze arbeiders en ook
voor eventueele perioden, dat geen arbeid kan
worden verricht, een steunregeling in het
leven worden geroepen.
Door den Minister van Binnenlandsche Za-
ken is bij de interpellatie van Van den Tem-
pel op een desbetreffende vraag geantwoord:
Ik moge opmerken, dat de Regeering niet
kan dwingen. Met besprekingen en overleg is
intusschen wel iets gedaan te krijgen. Indien
men mij deze zoogenaamde achterlijke ge-
meenten noemt, ben ik gaarne bereid, in deze
door een bespreking en overleg te zien, of
niet iets in de goede richting is te verkrijgen.
Uit dit antwoord van den Minister blijkt
dus wel ten zeerste, dat ook de Regeering op
het standpunt staat, dat een steunregeling
als aanvulling op de werkverruiming en werk-
verschaffingswerken noodzakelijk is en dat
drang op deze gemeentebesturen niet alleen
geoorloofd, maar ook zeer dringend is.
Van de zijde van het Gewest Zeeland, van
onze Raads- en Statenleden en van de federa-
tie van Bestuurdersbonden en ons werk-
comite, moet hierop bij voortduring aange-
drongen worden, opdat deze regelingen in de
betrokken gemeenten tot stand komen.
Door onze vakbeweging in de Provincie Zee-
land moet hiervoor een groote activiteit wor
den ontplooid, waarop ik nog nader terug
kom.
14 Het is van het allergrootste belang, dat
zeer veel aandacht wordt geschonken aan de
opleiding en de verhooging van de vakbe-
kwaamheid van onze jeugdige arbeiders.
Daartoe moeten, waar noodig, cursussen
worden ingericht, ook voor plattelandsarbei-
ders, opdat deze straks in de nieuwe cultures,
die ongetwijfeld zullen ontsta/an, een emplooi
zullen kunnen vinden.
De adressen letters r, s en t worden gesteld
in handen van burgemeester en wethouders
om bericht en raad.
u. Een schrijven van den gemeente-bouw-
meester, die er daarin op wijst, dat het ver-
keer langs den oprit tusschen de De Feijter-
straat en den Baandijk te Ter Neuzen en
terug gevaarlijk is, omdat het vrije zicht wordt
belemmerd door een houten bergplaatsje van
L. I. van den Akker, wonende aan den Baan
dijk no. 1.
Het komt. hem noodzakelijk voor, dat maat
regelen worden genomen om te voorkomen
dat daardoor ongelukken ontstaan. Op de bij
het schrijven overgelegde teekening is de toe-
stand ter plaatse aangegeven.
De beste oplossing zou zijn om een gedeelte
van de houten bergplaats over eene lengte
van pl.m. 3,5 M. af te breken. Genoemde Van
den Akker is genegen om een stukje grond
ter oppervlakte van ongeveer 15 M2, waarop
ook genoemd gedeelte van het bergplaatsje
staat, aan de gemeente te verkoopen voor den
eenheidsprijs van 10 per M2.
Een andere, minder afdoende, oplossing is,
om voorloopig twee- waarschuwingsborden
met aanwijzing „gevaarlijke bocht" aan de
einden van den oprit te plaatsen.
D4t schrijven wordt gesteld in handen van
burgemeester en wethouders om bericht en
raad.
v. De VOORZITTER deelt mede, dat de
heer Aug. Verstraeten, die door aankoop
eigenaar is geworden van het waohtlokaal
van de conducteurs der spoorwegmaatschapp'j1
GentTer Neuzen aan den Stationsweg. be
reid is bevonden het buiten de aangrenzende
perceelen uitstekende deel van dit gebouwtje
af te breken en de voorgevel op te trekken in
de rooilijn van de andere gebouwen, en dan
de daardoor vrij komende grond (ongeveer
tien vierkante meter) aan de gemeente te
verkoopen voor f 200,
Burgemeester en wethouders achten het in
het belang van het voetverkeer in den
Stationsweg dat de gemeente de beschikking
over dat strookje grond verkrijgt, aangezien
het buiten de ter plaatse vastgestelde rooi
lijn is gelegen. In verband met de noodzake-
lijkheid tot het afbreken en weder opbouwer
van den voorgevel komt hen de gevraagde
koopprijs billijk voor, waarom zij voorstellen
te besluiten:
Aan te koopen van Augs. Verstraeten te
Ter Neuzen in onbezwaarden eigendom een
perceeltje gemeentegrond ter oppervlakte van
ongeveer tien vierkante meter (10 M2.), of
zooveel meer of minder als later bij do
kadastrale opmeting blijken zal, gelegen aan
den Stationsweg, op de bijbehoorende teeke-
I ning in roode kleur aangegeven, voor den
pr "s van twee honderd gulden 200, en
I onder de volgende voorwaarden:
de verkooper moet het op het betrokken i 3e
perceeltje staande gedeelte van het ge-
bouw laten afbreken en den nieuwen
voorgevel laten bouwen binnen de ter
plaatse vastgestelde rooilijn;
dat de gemeente komt in het bezit en op
het gebruik van haar gekochte onmiddel-
lijik na de onderteekening der op te maken
akte;
de betaling zal plaats hebben wanneer
de nieuwe voorgevel binnen de vast
gestelde rooilijn zal zijn gebouwd;
de grondlasten en alle andere belastingen,
lasten en sohuldplichtigheden van het ge
kochte geheven wordende of later te
heffen zijn voor rekening van de ge
meente vanaf den 1 Januari 1932;
alle rechten en kosten op den verkoop
en koop en op de levering van het ge
kochte vallende zijn voor rekening van de
gemeente.
De beer VAN DRIEL verklaart met dit
voorstel niet accoord te gaan, aangezien naar
zijn meening de raad bij het koopen van de
strookjes grond in de De Jongestraat op een
dwaalspoor is gebracht. Als hij toen alles
van te voren geweten had, zou hij daarin ook
niet hebben meegestemd. Men loopt daar
nog steeds gevaar de beenen te worden afge-
reden, er is nu f 11.000 voor uitgegeven zon-
der dat het in orde was.
De heer VERLINDE noemt dat een andere
kwestie.
De heer HAMELINK is het er niet over
eens, dat hier de noodzakelijkheid bestaat tot I
het doen dezer uitgaaf, daar tooh niet kan
gezegd worden, dat hier zoo'n slechte gele
genheid voor passage bestaat. De weg is daar
nog breed genoeg.
De heer SCHEELE wijst er op, dat dit het
eenige gebouwtje is dat daar zoo vooruit-
steekt. Er is nu gelegenheid om dat terug
te dringen tot in de rooilijn, zonder bezwa-
rende uitgaven. Die gelegenheid behoort nu
te worden aangegrepen, anders beloopt men
de kans dat men, het later wegens toenemen-
de drukte bij het station noodzakelijk ach-
tende, er wel 1000 of 2000 voor moet
geven.
De heer HAMELINK meent, dat daar
nimmer een druk voetverkeer komen zal.
De heer SCHEELE noemt dat letterzifterij.
De heer VAN DRIEL geeft te kennen, dat
hij zich het vervangen van het station anders
denkt, en wil dat brengen bij Van den Acker;
dan kan ter plaatse heel den troep ver
vallen.
De VOORZITTER verklaart, dat men zich
geen illusies moet scheppen, dat het station
aan den Baandijk zal komen.
Het voorstel wordt aangenomen met 10
tegen 4 stemmen.
Voor stemmen de heeren Geelhoedt,
Scheele, De Jonge, Verlinde, Van Aken, De
Bruijn, De Bakker, Colsen, Van Cadsand en
Huijssen; tegen stemmen de heeren Hamelink,
Van Driel, Van den Bulck en Van Doeselaar.
n wethouders deelen
6e.
7e.
8e.
de kooper komt in het bezit en op het
gebruik van zijn gekochte onmiddellij'k
na de onderteekening der op te maken
akte;
de grondlasten en alle andere belastin
gen, lasten en schuldplichtigheden van
het verkochte geheven wordende of later
te heffen zijn voor rekening van den
kooper vanaf den 1 Januari 1332;
de kooper is verplicht binnen drie maan-
den na den dag waarop door gedeputeer-
de staten van Zeeland de vereischte
goedkeuring aan dit besluit is verleend,
eene koopakte te doen opmaken en te
onderteekenen;
alle rechten en kosten op den verkoop
en koop en op de levering van het ver
kochte vallende zijn voor rekening van
den kooper;
het gekochte moet worden bestemd voor
den bouw van vijf woningen met boven
woon- en slaapvertrekken en moet be-
bouwd zijn binnen twee jaar nadat de
akte van koop en verkoop is ondertee-
kend; in deze woningen mogen geene
inrichtingen worden aangebracht bedoeld
in de drankwet, hinderwet en veiligheids-
wet;
wanneer het perceel niet bebouwd is
binnen twee jaar na de onderteekening
der akte, vervalt de grond weer aan de
gemeente, zonder dat deze verplicht is
het gestort bedrag geheel of gedeeltelijk
terug te betalen en moet de kooper
bovendien de kosten betalen voor da
weder ten name stelling van de gemeente.
De heer HAMELINK vraagt of het niet
w. Burgemeester
het volgende mede:
Door bemiddeling van de provinciale griffie
zrm wij in de gelegenheid gesteld met de ge
meente Ierseke een kasgeldleening te plaat
sen van 20.000 voor een tijdvak van zes
maanden tegen een rentevergoeding van
3y2 enkel onder deze voorwaarue, dat wan
neer de gemeente Ierseke voor afloop van dit
tijdperk de gelden opvraagt in verband met
haar kaspositie en de gemeente Ter Neuzen
de leening niet aflost, het rentepercentage
tot 5 wordt verhoogd, teneinde Ierseke
schadeloos te stellen voor door haar te be
talen hoogere rente.
Daar het wegens de ongunstige geldmarkt
thans niet wel mogelijk is een vasi.e leening
te plaatsen is het voor de financiering van ae
kapitaalsuitgaven noodzakelijk, dat wij deze
tijdelijke leening sluiten.
Het is ons met dit bedrag mogelijk aan onze
gewone verplichtingen te voldoen.
Wij stellen U daarom voor het navolgende
besluit te nemen.
De gemeenteraad van Ter Neuzen,
besluit:
met de gemeente Ierseke aan te gaan een
geldleening groot 20.000 voor den tijd van
zes maanden tegen een rentevergoeding van
31/2 welk rentepercentage tot 5 wordt
verhoogd, indien het leeningsbedrag in ver
band met de kaspositie van de gemeente
Ierseke vroeger wordt opgevraagd.
De rente dezer leening wordt gevonden uit
de gewone inkomsten der gemeente, de aflos-
sing uit de kapitaalsinkomsten.
De VOORZITTER deelt nog mede, dat het
niet kan gelukken de leening van 107.000 te
plaatsen voor een rente van 4y2 doch dat er
wel vooruitzicht is, dat dit voor 5 zal kun
nen gesohieden. Hij vraagt den raad machti-
ging de rente te verhoogen tot 5
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
Een missive van het gemeentebestuur
Wehl, waarbij, met verzoek daaraan
adhaesie te willen betuigen, wordt toegezon-
den een besluit van den raad dier gemeente,
waarbiji een verzoek werd gericht tot de
Kroon, om over te gaan tot instelling van een
Ministerie van Landbouw.
Aangenomen voor kennisgeving.
3. verkoop van gemeentegrond.
Naar aanleiding van een verzoek van L. de
Bruijne, 'om aan hem te verkoopen het perceel
bouwgrond, gelegen aan de Scheldekade tus
schen de woning van den heer P, M. Maat,
en het onbebouwd gedeelte van de Provincie
Zeeland, stellen burgemeester en wethouders
voor, het volgende besluit te nemen:
x.
van
De gemeenteraad van Ter Neuzen,
Gezien een op 7 November 1931 ingekomen
verzoek van L. de Bruijne te Ter Neuzen, om
aankoop van een perceel gemeentegrond, ter
oppervlakte van ongeveer 785 M-., gelegen
aan de Scheldekade, op de bijbehoorende
teekening in roode kleur aangegeven,-
besluit:
Aan L. de Bruijne te Ter Neuzen te ver
koopen een perceel gemeentegrond ter opper
vlakte van ongeveer zeven honderd vijf en
tachtig vierkante meter (785 M2.), of zooveel
meer of minder als later bij kadastrale op
meting blijken zal, gelegen aan de Schelde
kade, op de bijbehoorende teekening in roode
kleur aangegeven, voor den prijs van tien
gulden (/10) per vierkante meter en onder
de volgende voorwaarden:
de kooper moet de koopsom voor de
onderteekening der op te maken akte
voldoen ten kantore van den gemeente-
ontvanger;
de kooper aanvaardt zijn gekochte in den
staat waarin het zich den dag van de
onderteekening der op te maken akte zal
bevinden geheel voetstoots en alzoo met
alle vo-or- en nadeelige rechten, bekende
en onbekende gebreken, erfdienstbaar-
he-den, buurlasten en alle andere gevolgen
welke er toe mochten behooren:
le.
2e.
gewenscht zou zijn, den termijn waar binnen
de grond moet bebouwd zijn terug te bren
gen tot 1 jaar, omdat anders de kans bestaat,
dat de grond op speculatie wordt gekocht,
Het betreft hier niet een eigen bouwer.
De VOORZITTER ontraadt, om, nu het
laatste stuk grond wordt verkocht, nog wijzi-
ging in de voorwaarden te brengen. Er be
staat toch ervaring, dat de aanvrager op den
door hem gekochten grond huizen bouwt.
De heer HAMELINK meent, dat het toch
te lang duurt, als ze 2 jaar mogen wachten.
De heer DE BAKKER vraagt, of het niet
gewenscht was een strook grond naast he,,
terrein van de provincie vrij te houden, voor
de automobielen.
De VOORZITTER noemt dat overbodig
aangezien daarvoor op een andere wijize za1
gezorgd worden.
4. Wijziging bouwverordening.
Burgemeester en wethouders schrijven het
volgende
De in uwe vergadering van den 29 October
ji. vastgestelde wijziging der bouwverorde
ning wordt ons door gedeputeerde staten
teruggezonden, met verzoek daarin alsnog de
voorziening te regelen in het geval dat ons
college niet binnen den in artikel 5 der
bouwverordening vastgestelde termijn een
besluit inzake eene aangevraagde bouwver-
gunning zou hebben genomen.
Gevolg gevende aan dit verzoek stellen wij
U voor tot intrekking van Uw besluit van den
29 October 1931, 'no. 2396 en tot vaststelling
van het volgende besluit:
De gemeenteraad van Ter Neuzen,
Gelet op het advies van de Gezondheids-
commissie alhier d.d. 29 October 1931, no. 113,
besluit:
De verordening op het bouwen, sloopen enz.
in de gemeente Ter Neuzen, vastgesteld in
de openbare vergadering van den gemeente
raad van 26 Januari 1911, gewijzigd in die van
4 April 1918, 31 Augustus 1926, 2 Mei 1929,
20 Juni 1929, 28 November 1926, 26 Februari
1931 te wijzigen als volgt:
De artikelen 71, 72, 73 en 74 te lezen als
volgt:
Artikel 71.
Van de besluiten van burgemeester en wet
houders als bedoeld in artikel zes, zesde lio
der Woningwet kan de aanvrager der ver-
gunning binnen 30 dagen, nadat hem van het
besluit is kennis gegeven bij den gemeente
raad in beroep komen.
Gelijke voorziening is toegelaten, mede
binnen 30 dagen indien burgemeester en wet
houders niet binnen den in artikel 5 dezer
verordening be-doelden termijn een besluit
hebben genomen.
Wanneer voorziening wordt gevraagd, we-
o-ens het overschrijden van den gestelden
termi'n, voor eene beslissing gesteld, wordl
de termijn van 30 dagen, bedoeld in het vonge
lid geacht te zijn ingegaan op den derden
dag na den datum, waarop uiterlijk eene be
slissing had moeten zijn genomen.
Artikel 72.
Van de besluiten van burgemeester en wet
houders, waarbij zij, krachtens deze verorde
ning nadere eischen met betrekking tot ge
bouwen, enz. vaststellen, kan degene aan wien
de eischen zijn gesteld, binnen 30 dagen, nadat
hem van het besluit is kennis gegeven, bij
den gemeenteraad in beroep komen.
Artikel 73.
Het beroep in de vorige artikelen bedoeld
wordt ingesteld door een aan den gemeente
raad te richten verzoekschrift.
Artikel 74.
De gemeenteraad neemt binnen een maand
na het instellen van het beroep eene beslis
sing, doch kan deze eenmaal v66r den trjd
van ddn maand verdagen.
De artikelen 75 en 76 vervallen.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
5. Beschikbaarstelling van gelden aan het
R.K. schoolbestuur te Ter Neuzen voor
nieuwe kachels.
Burgemeester en wethouders stellen voor,
het volgende besluit te nemen:
De gemeenteraad van Ter Neuzen,
Gezien een op 23 November 1931 inge
komen verzoek van het Roomsch-Katholiek
Kerkbestuur der parochie „6t. Willebrord" te
Ter Neuzen om ingevolge artikel 72 der Lager
Onderwijswet 1920 gelden beschikbaar te wil
len stellen voor de aanschaffing van nieuwe
schoolkachels, n.l. twee in de school voor uit-
gebreid lager ondeywijs en drie in de school
voor gewoon lager onderwijs;
overwegende, dat de thans aanwezige
kachels in zoodanige toestand verkeeren dat
reparatie niet meer mogelijk is, zoodat tot
vernieuwing moet worden overgegaan;
dat is voldaan aan het bepaalde bij artikel
77 eerste lid der lager onderwijswet 1920,
besluit:
zijne medewerking te verleenen.
De VOORZITTER deelt mede, dat dit voor
stel strekt tot verbetering van een reeds aan
genomen besluit, ingevolge een verbeterde
Vragen, deze rubriek betreffende,
aunnen door de abonne's worden
gezonden aan Dr. Te Hennepe,
Diergaardesingel 96a. Rotterdam.
Postzegel van 6 cent voor ant
woord in sluiten en blad vermelden.
OVER DEN SMAAK DER EIEREN EN
WATERIG EI WIT.
Deze week werd mij een vraag of liever
een aantal vragen gesteld, die van zonder
groot belang zijn inzake de kenms van eieren
en die thans, nu men meer op de kwaliteit.
der eieren gaat letten, in allerlei landen d«
wereld de aandacht trekken.
De brief luidde als volgt: „Een aantal kip-
pen van het bedrijf legt eieren die z6dr klei*
van formaat zijn en die wanneer ze gekooW
worden wel een vaste dooier vormen, doch
waarvan het eiwit niet of zeer onvolkomeB
wil stollen. Ook de smaak der elfenl'net
aangenaam. Het zijn Barnevelder hennen,
maar zij leggen eieren ter groote van de eerst
gelegde eieren van jonge Leghorns. Verio-
den jaar kwam het voor en dit jaar is het
weer precies hetzelfde. Het zijn een achttien
hennen die verleden jaar gekocht zijn. ue
andere hennen op het bedrijf leggen eieren
waarvan het eiwit bij koken volkomen nor-
maal stelt en die ook goed van smaak zijn.
De hennen zijn goed gezond en mboi van lriemt
Ik heb aan de voeding gedacht, die bestaa
uit maismeel, tarwemeel, mais en tame als
korrelvoer en verder wat de dieren in de weide
en op het erf en het bouwland vinden. Ver
leden jaar werd geen mais gevoerd en geen
maismeel, daar ik verband zocht tusschen de
mais en te groote vetafzettmg en het on ver-
mogen van het eiwit tot stollen.
Hier hebben we feitelijk in 6dn brief dne
hoofdvragen: le kleine eieren; 2e onstolbaar
eiwit, 3e minder goed smaken der eieren.
Over elk dezer onderdeelen zou een sene
artikelen te schrijven zijn, doch daar kunnen
we niet aan denken, omtrent de kleine eieren
zee ik in het kort slechts dit:
Het kan een voedingsfout zi)n doch is
meestal een fok-fout. Bij de fokkerjj te veel
letten op het aantal eieren en te wemig op
de maat der eieren leidt spoedig tot een veel
te hoog gehalte aan kleine eieren. Een on-
aangenaam en zeer duidelijk voorbeeld hier-
van werd gedurende twee jaren in Engeland
aanvraag.
Hat voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
(Wordt vervolgd.)
op een intemationale legwedstrijd gedemon-
streerd door een inzending Hollandsche Wit
Leghorns. Deze kippen sioegen een droevig
fiauur, niet omdat ze te weinig legden, mte-
gendeel ze legden veel, doch allemaal haast
ondermaatsche eieren.
Het leggen van kleine eieren kan dus, als
men niet goed oppast, bij het fokken snel in
een stam kippen ip hooge mate voorkomen
en daar helpt geen goed voeren meer aan.
Ook kan het voorkomen dat men jonge die
ren te veel op den leg forceert en ze dan aan
den leg gaan voor ze feitelijk goed uitgegroeid
ziin. Hierdoor bederft men de hennen voor
den verderen leg en blijft de maat der eieren
bii de in hun groei belemmerde dieren te klem.
Bii Barnevelders is het leggen van kleine
eieren al een heel leelijk gebrek, daar dit juist
dieren zijn die om hun mooi groot en brum
ei het meest gewaardeerd worden, evenals de
Welsummers. Bij beide rassen komt men
licht tot de fout dat men ze gaat fokken op
veel eieren en dan verliest men de kwaliteit
der eieren te veel uit het oog.
Nu geef ik toe dat in het geval van den
briefschrijver de voeding wel erg karig is.
Mais en tarwe alleen is voor een kip met
voldoende als zij tenminste buiten niet veel
wormen, insecten enz. kan vinden. In het
voorjaar en den zomer gaat dat op de boeren-
bedrijven nog wel en daarin ligt ook een van
de redenen waarom deze vorm van kippen-
houderij nog wel loonend kan zijn als een
hoenderpark reeds lang vastloopt. Maar m
den winter is het dierlijk leven buiten gering
en krijgt dus de kip te weinig eiwithoudend
voer. Ik zou dus in dit geval beginnen met
eiwitrijk meelvoer bij te voeren in den wm-
f a p"
Nu de tweede vraag: De smaak der eieren.
Hier wordt de zaak moeilijker, want erg veeJ
is daaromtrent niet met zekerheid bekend
Men zegt wel eens over den smaak valt met
te twisten en dat is bij eieren heel sterk het
aeval Ik heb menschen rustig eendeneieren
zien eten van eenden die met visch gevoerd
waren, zelf walg ik er van en verschillende
menschen die dergelijke eieren bij ongelmt
aten, hebben in weken geen eieren meer kun
nen eten.
In Engeland vemam ik dat er in de mijn-
werkersdistricten veel van deze visch-eenden-
eieren gegeten worden (met spek gebakken)
en dat deze mijnwerkers deze eieren lekkerder
vinden dan die van eenden welke geen visch-
voedering krijgen. Er zijn menschen die hee-
lemaal geen eendeneieren lusten al voert men
de eenden precies als de kippen en anderen
vinden zulke eieren juist heel lekker. Het
eendenei is sterk verschillend in samenstei-
ling met het kippenei en deze afwijkende vast-
heid en vetheid in den mond heeft invloed op
het smaakgevoel.
Dus in het algemeen is het idee „smaak van
een ei" sterk afhangend van den beoordeelaar.
Toch is er over den smaak der eieren wel wat
te zeggen. Het eiwit zelf heeft weinig smaak,
de dooier bevat in hoofdzaak de smaak- en
reukstoffen en bepaalt den smaak. Een zacht
gekookt ei smaakt anders dan een hard go-
kookt el- en de vraag is dus bij welke hard-
heid men het beoordeelt. In Engeland en
trouwens elders ook wel zegt men, dat bruine
eieren fijner smaken en ruiken dan witte
eieren en zelfs wordt er vaak beweerd, dat de
eieren van de Veluwe fijner smaken aan die
van hetzelfde soort kippen uit andere provin-
cies Ik proef dat verschil absoluut niet, maar
geef toe dat de een een beter fijnproever is
dan de ander en dat er ook heel veel suggestie
bii in het spel kan zijn.
Over het algemeen weet men ook dat het
voer invloed heeft op den smaak. Ik besprak
dat zoo juist al met visch-eieren, doch er zijn
meer stoffen bekend die invloed op den smaak
hebben. t
Bij proeven in Duitschland omtrent den in-
vloed van groenvoeder op den smaak der
eieren bleek dat klaver, lucerne, salade en
koolsoorten geen invloed hadden. Suikerbie-
ten gaven een licht onaangename smaak en
knollen hadden een zeer onaangename invloed.
De versche eieren roken als bedorven hoewel
ze er best uitzagen. Van venkel, anijs, brand-
netels en roode peper zegt men dat de eieren
een goede smaak zouden krijgen en van uien
krijgt men oneetbare eieren. Dit bleek b$j
proeven in Amerika, waar men een aantal
kippen fijngehakt uienloof voerde. Men gaf
per kip maar eeti paar gram per dag. De
eerste twee weken ging het goed, toen kre-
gen de eieren een lichte uiensmaak en na
enkele dagen waren ze finaal oneetbaar. Toen
men de uien wegliet werden de eieren na een
week weer normaal van smaak.
Meer interessant is het echter dat bepaalde
hennen in sommige tijden van het jaar on
eetbare eieren leggen. Hier heeft dus niet
het voer de schuld, doch de hen zelf. Ilier-
over een volgende keer, waarbij we tevens de
belangrijke kwestie van het waterige eiwit
zullen gaan beschouwen.
Dr. TE HENNEPE.