*ioet leggen, had men dan voor het geven van ondersteuming over /4000 kunnen be- schikken. Nu het comite alhier geen onderdeel van het Nationaal Comity is, kan men daar van ook niet de zegenrijke gevolgen verwach ten, die men aanvankelijk mocht verwachten. De raad had vroeger in de gelegenheid behoo ren te zijn zich daarover uit te spreken. Spreker meent, dat het thans weinig nut zal hebben, er over te gaan spreken welke partij of maatschappij de oorzaak is van de crisis en wie de gevolgen daarvan moet helpen dragen. Spreker heeft er jaren lang voor moeten vechten om de werkloozen van de armtoesturen weg te houden, om daardoor te voorkomen, dat er nieuwe armen zouden worden gescha- pen. In het crisis-comitd ziet hij een uitbrei- ding van de armenzorg, om verschillende ver- beteringen in de werkloozenzorg tegen te hou den. Het Nationaal Steuncomite is geboren uit noodweer. In Ter Neuzen is er echter slechts een gewone crisis-commissie gevormd. die niet op steun van het Nationaal Comite kan nekenen. De belangen van de werkloozen worden daardoor benadeeld. Ook de midden- standers, waarvan het in een gemeente als hier voomamelijk moet komen, geven thans ook niet zoo gemakkelijk, zoodat het niet te verwachten is, dat de gelden zoo mild zullen ▼loeien. Het zou toch op den weg gelegen hebben, om, zoo goed als andere jaren, ook thans te besluiten tot het verstrekken eener Kerst- gave over te gaan. Het zou de taak van den raad zijn geweest, daarvoor een bedrag te voteeren. De raad zit nu echter vast aan de bepalingen van den Minister. Spreker onder- echrijft voor het verstrekken eener Kerstgave het standpunt van den Besturenbond en kan «ich met de in het verzoek aangegeven nor- men best vereenigen, zonder met dat verzoek dat betreffende het verstrekken van brand- stoffen te willen vereenzelvigen. Die kwestie kan echter met Kerstdag ook voor elkaar komen. Hij zal gaame zien, dat op het ver- aoek van den Besturenbond wordt ingegaan. De heer DE BARKER wenscht, alvorens over dit onderwerp iets te zeggen aan burge- meester en wethouders de vraag te stellen: „waarom, wijst u dat verzoek af?" De VOORZITTER zal dat straks wel zeg gen. De heer DE BARKER vermeent, dat het van burgemeester en wethouders een politieke etreek is, om dat af te wijzen. Ze zullen gedacht hebben de raad zal dat wel aanne- men, en dan gaan wij uit als bezuinigers. Hij acht burgemeester en wethouders in verzuim, dat ze niet hebben gewacht op de toezegging van den Minister in deze, om dan de regeling uit te voeren zooals het er staat. De heer DE JONGE noemt, zonder tekort te willen doen aan het werk der commissie, en waardeering uitsprekende voor hen, die er zich voor hebben laten vinden, in deze al dergelijk werk uit den booze. Het gevolg er van is, dat een deel der burgerij zijn plicht. doet, doch een ander deel als naar gewoonte het eerste deel voor den last laat zitten en eich onttrekt. Kijkt de lijsten maar eens na. Dan ziet men dat verschillende menschen zich achter allerlei omstandigheden verschuilen. Hij zou het veel beter achten dat voor dit doel de belasting met 5 procent werd ver- hoogd, dan zal ieder er naar draagkracht aan betalen en kreeg men ook een bedrag van eenige beteekenis. Er moet in een tijd ▼an crisis aan hen die daardoor emstig wor den getroffen steun worden verleend, zij die nog gemakkelijk kunnen betalen behooren dat ook te doen. De heer COLS EN verwacht, na al hetgeen brj heeft gehoord, dat het comitd in de kom niet over veel middelen zal kunnen beschik- ken. Hij verwachtte, dat het hier zou gaan als op Sluiskil, en wel alle menschen zouden teekenen. De heer DE JONGE had niet het oog op niet teekenen, doch ook op de bedragen. De heer CODSEN deelt mede, dat ook dit te Sluiskil is meegevallen. Er zijn er, zij' die met lijsten hebben rondgegaan weten dat, altijd die zich achter verschillende dingen verschuilen, maar daarentegen zijn er ook, waarover men zich wegens him bijdrage ver- wondert. Er zijn menschen geweest, bij wie bij meende niet te moeten aangaan, doch die hem hebben nageroepen, om ook op de lijst te teekenen, zoowel onder arbeidersmenschen als onder middenstanders. De commissie te Sluiskil is hoogst tevreden over het verkre- gen resultaat. Er zijn daar ook niet te veel werkloozen. Als het er zoo voor staat, kan hij er zich wel mee vereenigen, dat van ge- meentewege voor Ter Neuzen wat gedaan wordt, doch voor Sluiskil is het niet noodig. Er zullen giften verstrekt worden van 4 tot f 5 benevens kolenbonnen waarop ze een hoe- veelheid cokes kunnen krrjigen van de hoeveel- heid die door de cokesfabriek is beschikbaar gesteld, hetgeen hij een van de mooiste gif ten beschouwt. Hij kan zich dus wel vereeni gen met het verstrekken eener Kerstgave. De heer GEELHOEDT merkt op, dat men van gevoelen kan verschillen of het comitd al of niet minder goed is saamgesteld, en de basis al of niet goed is opgesteld, maar de toe stand is nu eenmaal zoo. Hij kan op dit oogenblik geen mededeeling doen omtrent het ingekomen bedrag, aange- zien hij daarvan zelf niet op de hoogte is. Er circuleeren 8 lijsten en daarvan is er nog maar een enkele binnen, waarop van f 200 tot 300 Is geteekend. Van avond komt er een advertentie in de courant, waarbij aan alien meenen voor een gave in aanmerking te komen wordt ver- socht daarvan mededeeling te doen, aan de onder-comitd's, voor brandstoffen, zaken in natura en kleedingstukken. In die comity's sitten menschen van verschillende richting en stand, zoodat verwacht mag worden, dat de verstrekking op de beste wijze geschieden eal, aangezien'die leden van den toestand van de verschillende gezinnen op de hoogte zijn. Het frappeerde spreker daarom den heer Van Driel smalend te hooren zeggen, dat die gif ten toch zouden gaan naar de vrienden en lieve kindertjes. Hij kan niet veronderstellen, dat die commissieleden de giften niet naar behoefte en billijkheid zullen toekennen. Er is voor iedere commissie een bedrag be schikbaar gesteld, dat ze kunnen distribueeren en er zal onderzocht worden wie het't hardst noodig hebben. Hij gelooft, dat op deze wijze ieder in Ter Neuzen, die het noodig heeft, wat sal krijgen. Spreker meent, dat men zich niet blind moet staren op den gewonen toestand der ar- menverzorging. Het betreft thans niet in hoofdzaak de menschen die voortdurend door de kerkelijke of andere armbesturen worden verzorgd, dus niet zij die doorloopend worden bedeeld- Men zal wel moeten toegeven, dat dezen het onder de tegenwoordige levensom- standigheden beter hebben dan een jaar of twee, drie, terug. Maar er zijn ook anderen die nood hebben, menschen waarvan men nooit iets hoort, de stille armen, die men nooit in de rijen der steuntrekkers aantreft, die hun kommer stil dragen. Bovenal kan het comitd er zich op toeleggen dezen op te sporen en. in hun nood de helpende hand te bieden. Hij ver- trouwt dat, wanneer het comitd zal bijeenko- men om over een en ander te beraadslagen, het nog wel zal meevallen. De heer SCHEELE vermeent, dat, in ver- band met het aan de orde zijnde onderwerp, de besprekingen wel wat te veel loopen over het crisis-comitd. Hy meent bovendien, dat het ook wel gepast is, een woord van waar deering uit te spreken, nademaal er menschen te vinden waren die zich bereid hebben ver- klaard daarin zitting te nemen. En indien het vooruitzicht bestaat dat een 1000 tot 1500 zal worden bijeengebracht voor extrasteun, is d/at nog niet zoo onbevredigend. Tot den heer De Bakker zegt hij; naar aan- leiding van diens veronderstelling over het standpunt van burgemeester en wethouders, dat hij dezen beterschap moet toewenschen want indien zijn overtuiging werkelijk is, zoo als hij die udtdrukt, dan ziet het er met zijn geestestoestand bedroevend uit, waar hij bij de leden van het college zoo'n laag standpunt veronderstelt, en zal de heer De Bakker zich eens hebben te herzien. Het standpunt van den heer Van Driel is als altijd dat der S. D. A. P., dat alles moet leven uit de gemeenschap. We beleven wel extra moeilijke tijden en daarom dragen de vertegenwoordigers in deze vergadering des te meer een zware verantwoording tegenover de ingezetenen, en dat hij het particulier initiatief geheel zou willen uitschakelen, komt ten nadeele van de S. D. A. P. De heer Van Driel verwijt aan de steuninstellingen van andere partijen tekortkoming in dat opzicht, maar wanneer de S. D. A. P. zoo'n medege- voel heeft met de arme door de crisis zwaar getroffenen, waarom komt ze dan ook niet voor den dag met een deel harer millioenen, om die menschen te helpen, in plants van die gelden maar steeds op te potten voor het be- vorderen van stakingen De heer VAN DRIEL: Juist, ddarvoor zijn die bestemd! De heer SCHEELE vervolgt, dat daaruit blijkt, dat de partij van den heer Van Driel in dit opzicht niets doet, doch het aan ande ren overlaat. En dan weet spreker ook wel, wat zich bij de verschillende diaconien af- speelt. De heer Van Driel stelt de R.K. diaco- nie buiten schot, maar richt vooral zijn pijlen op die der Ned. Hervormden. Maar ook da&r is het niet zoo florissant, omdat er wel een groote massa te boek staat als daartoe te be hooren, maar velen zich van de Hervormde kerk niets aantrekken. De heer Von Driel mag zich in dat opzicht zelf wel eens herzien. Want hij behoort daar toch ook toe? De heer VAN DRIEL antwoordt ontken nend. De heer SCHEELE: Vroeger toch wel? De heer VAN DRIEL: Niet meer sinds ik er mede gebroken heb. De heer SCHEELE: Zoo doet een groot deel der tot die kerkelijke gemeenschap behooren- de bevolking, tot schade der diaconale kas. De heer VAN DRIEL: Wij betalen 80 cent per week contributie voor onze werkloozen- kas. De heer SCHEELE meent, dat het beter was, dat de heer Van Driel een studie maakte van de diaconie der Gereformeerde kerk eer hij daarover spreekt, want deze doet volledig hetgeen zij meent te moeten doen, en zij is nog best in staat aan hare behoeftigen zelf den noodigen bijst.and te geven. Die menschen willen nog graag barmhartigheid bewijzen, naar het woord van Christus. Wij hebben in dat opzicht hier alien een roeping te vervul- len. De menschen tot die kerkelijke gemeen schap behoorende geven graag op lijsten voor steun aan hunne eigen behoeftigen, maar geven bovendien ook nog op andere voor dat doel circuleerende lijsten, omdat zij van oor- deel zijn, dat de menschen uit hunne ellende moeten worden verlost. Het particulier initiatief moet in dezen voorgaan en men moet niet principieel vooropstellen dat in deze de hulp van de maatschappij moet komen, De toestanden en de ellende die we ondergaan is een gevolg van de zonde en we zijn tegen over elkaar verplicht het daaruit voort- komende leed te verzachten, doch we moeten daarvoor niet in de eerste plaats een beroep doen op de overheidskas. De heer VERLINDE moet zijn afkeuring uitspreken over de wijze waarop de heer Van Driel zich hier over de steunbeweging heeft uitgesproken, hetgeen naar te vreezen is, zeer ten nadeele van de inzameling op de ljjsten zal strekken. De heer SCHEELE: Dat is ook zijn doel! De heer VERLINDE: Dat moet van na- deeligen invloed zijn. De heer VAN DRIEL verklaart zich ten deze te stellen op het standpunt der S.D.A.P. en helt dan misschien wel over naar den linkschen vleugel, als zijnde behept met revo- lutionnaire gevoelens. Hij hoopt dan ook, dat de bestaande maatschappelijke vorm nog dezen winter in elkaar valt! Hij is bereid de geheele chaos, die daarvan het gevolg zijn te aanvaarden, want hij en zijn makkers hebben toch reeds alles verloren. De heer SCHEELE: Ga dan naar Rusland! De heer VAN DRIEL: Daar zijn wij hee- lemaal niet gezien. De kapitalisten zijn in Rusland beter gezien dan wij, want die haalt men er binnen, maar onzen mannen zitten er in de gevangenis. Door den heer Scheele is er de zonde bij- gehaald. Toen de Schepper de wereld heeft geschapen, was alles in orde. Maar toen de arbeiders uit het Paradijs waren verdreven is het voor hen misgeloopen. Toen heeft men personen gekregen die handiger waren dan anderen en zich van het deel van hun soort- genooten ook een deel wisten toe te eigenen en op die wijze ontstonden kapitalisten en arbeiders. Als de slechte toestand het gevolg zou zijn van den zondeval in het Paradijs, dan bewijst dit nog niet dat de gevolgen van de crisis in hun voile zwaarte in hoofdzaak op de arbeidersklasse zou moeten neerkomen. De kapitalisten hebben de tegenwoordige maatschappij in het leven geroepen, met al de gevolgen. In plaats van gevolg te geven aan het bevel van den Schepper, dat men de wereld zou gaan bebouwen met spade en hou- weel, deed then dat met bajonetten en kanon- nen. Zijn die kapitalisten zonder zonde? D stelt ons zegt spreker den heer Scheele verantwoordelijk voor den tegenwoordigen toestand, doch het komt omdat uw wereld is uitgeleefd. Wij zijn hier door de kiezers ge- bracht, om onder de tegenwoordige omstan digheden ook onze meening te zeggen, en wanneer we dan iets zeggen ten nadeele van het crisis-comitd, dan bestaat daarvoor alle reden, omdat wel blijkt, dat men, met al de pogingen in die richting, den toestand niet heeft kunnen opheffen. De heer SCHEELE: Dat kan de S.D.A.P. ook niet. De heer VAN DRIEL: Wij hebben in het verloop der tijden bewezen daaraan te willen meewerken, door het voteeren van belastin- gen, terwijl de heer Scheele aan den zuinigen kant is. Maar toch geniet de heer Scheele daar thans van. Indien onze fractie daaraan het vorig jaar niet haar stem had gegeven, zou de heer Scheele thans zijn beheer niet hebben kunnen aanvangen met een overschot van 40 000, omdat wij zijn voorganger in de gelegenheid hebben gesteld wat op te potten, en waardoor we hebben helpen doen hetgeen ook Jozef in Egypte deed, trachten te zorgen voor de magere jaren. Ik moet, b'j alle ver- schil van zienswijze, voor dat vooruitziend beheer hulde brengen aan den voorganger van den heer Scheele, den heer De Jager. Maar nu heeft de heer Scheele van het crisis-comitd een kapstok gemaakt, om de door ons gevraagde Kerstgave aan op te han- gen, terwijl wel te voorzien is, dat het comite niet de noodige middelen bijeen zal krijgen om in den nood de noodige hulp te brengen. Daarom doe ik nogmaals een beroep op den gemeenteraad het gevraagde offer te brengen uit de gemeenschapskas. Het is wel al laat, we zijn dicht bij de Kerstdagen, doch indien de voorzitter zich telografisch tot den Minis ter wendt, kan er nog tijdig een beschikking van dien beiwindsman zijn. Het is aan mij be- kend, dat daarvoor aan het Departement een regeling is getroffen. Mjj is een geval bekend van Vlissingen, dat men Dinsdagavonds de vraag deed en 's Woensdags reeds het goede woord had en de 25 van de gewone uitkee- ring kon uitreiken, met een bijdrage van den Minister. Als de voorzitter den secr-etaris op- draagt nog hedenavond zoo'n telegram te schrijven, dan kan het nog tijdig in orde komen. Ik wil nogmaals met klem aandringen tot het verstrekken van de Kerstgave volgens de door de arbeidersorganiSaties gevraagde regeling, ten koste van de gemeente. Er zijn toch in Ter Neuzen nog kapitalisten genoeg, om dat bedrag door de gemeente te laten dra gen en de arme menschen in onze gemeente hebben het hard noodig. De heer DE BAKKER merkt naar aanlei- ding der woorden van den heer Scheele aan zijn adres op, dat hij een vraag aan burge meester en wethouders had gesteld en dat deze het antwoord z'.jn schuldig gebleven. Dat hij dus een conclusie trok, was de schuld van het college zelf. En wat de aanval zelf betreft, och, de heer Scheele heeft in de vergadering van 29 October nog zelf gezegd, dat men zoo in de besprekingen wel eens wat mee krijgt, maar dat men dat zoo nauw niet moet nemen, want dat men op den duur een gladden rug krijgt, waar het ook weer gemakkelijk van* glijdt. Z66 denkt spreker er nu ook over. De VOORZITTER acht het thans behandelde een zaak van groot belang. Alvorens deze te bespreken meent hij echter een paar zaken recht te moeten zetten die er zijn bijgehaald, doch waaromtrent de opvatting niet juist is. In de eerste plaats de stelling van den heer Hamelink, dat burgemeester en wethouders de vergadering tot heden zouden hebben uit- gesteld, om de zaak in de door hen gewenschte richting te krijgen. De vorige raadszitting had plaats 29 October. Er bestond daama wel het voomemen nog een vergadering te hou den, doch er waren geen werkzaamheden van beteekenis. Toen burgemeester en wethouders op 13 November bijeenkwamen, was er nog niets. Burgemeester en wethouders waren toen wel in voonbereiding voor de benoeming eener onderwijzeres aan school C in een open- komende plaats, toen ook 13 November binnen- kwam het schrijven van de Besturenbond. De heer HAMELINK: Dat dateert eerst van 30 November! De VOORZITTER: Juist, ik vergiste mij in den datum, doch dat maakt het voor mijn betoog nog gunstiger. Nu moet men wel in het oog houden, dat men niet alleen in Ter Neuzen voor de ver- zorgiifg van werkloozen heeft te zorgen, maar dat dit een vraagstuk is, dat geheel Neder- land bezig houdt. En daaromtrent heerscht nog verwarring in de regelingen. De heer Van Driel beweert wel, dat, alp thans een besluit genomen wordt en dit van- avond teiegrafisch meegedeeld aan den Minis ter we morgen reeds antwoord kunnen heb ben, maar dat zegt hij op grond van een cir- culaire die blijkbaar wel aan den heer Van Driel, maar niet aan burgemeester en wet houders bekend is. Het gaat nog wonderlijk, met het zenden van circulaires. Spreker heeft eenigen tjjd geleden nog een vergadering mee- gemaakt, met vertegenwoordigers van ver schillende gemeenten, in Den Haag, waar over de verzorgmg der werkloozen werd gesproken, en waar de klacht aigemeen is, dat de ge meenten zoo in het onzekere worden gelaten, en dat er geen vaste lijnen zijn. Zoo zijn er thans nog vele gemeenten, die geen beslis- sing hebben gehad, welk percentage zij voor verzorging der werkloozen zullen vergoed krijgen. Toen kiwamen de berichten in de wereld over de stichting van het comite- Citters en hebben burgemeester en wethou ders gemeend, voorloopig die zaak te moeten afwachten. Zij hadden wel de verwachting, dat het verzoek zou komen tot het stichten van plaatselijke comitd's. Maar ook toen kreeg men nog geen vastheid, want vanwege dat comitd verschenen binnen 14 dagen twee circulaires, die elkaar geheel tegenspraken. In de eerste stond, dat het comitd zou helpen, wanneer ook de gemeente zou helpen. Indien de gemeente echter toch moest helpen, dan behoefden we dat comitd ook niet in het leven te roepen. Later is gebleken dat er nog een circulaire aan de gemeenten was ver- zonden, doch slechts aan sen 100-tal, en dat er zelfs onder de grootere gemeenten waren, die van die circulaire geen- kennis droegen. De heer VAN DRIEL: Maar de circulaire van 17 December is toch bekend? De VOORZITTER: Geduld, laat mij nu ook eens uitspreken. Er is van den Minister van Binnenlandsche Zaken en Lanabouw een cir culaire uitgegaan, waarin werd gewaar- schuwd, dat geen steunuitkeeringen mochten worden gedaan, indien niet werd voldaan aan verschillende door hem vastgestelde regelen en waardoor zelfs het Burgerlijk Armbestuur niet vrij is in zijn bewegingen. Daarmede moest dus rekeuing worden gehouden, wil men voor de gemeente de subsidie in de uitkeering aan werkloozen niet verliezen, en vanwege het comite-Citters is bericht ingekomen dat dit we] wilde steunen, mits de gemeente ook een bedrag beschikbaar stelde, en waardoor dan 20 cent per inwoner als steunbedrag zou kunnen worden verkregen. Men zat hier dus tusschen de voorschriften van den Minister en den aandrang die onge- twijfeld uit den raad kon verwacht worden. Men moest toen uit twee kwaden kiezen en besloot te trachten een crisis-comity op te nchten, om op die wfcze aan den nood van de menschen die daarvoor in aanmerking; zouden komen tegemoet te komen. Na beraad werd toen besloten niet terstond een comite op te richten, dat een afdeeling zou zijn van het comite-Citters; want het lag toch voor de hand, dat men dan moreel ver plicht zou zijn de bedragen die werden inge- zameld, ook aan dat comite af te dragen? Daarentegen zou men dan van dat comite slechts een uitkeering krijgen, indien ook de gemeente een bijdrage gaf! Op dat tijdstip was nog niet bekend de nu meegedeelde rege ling, dat door de plaatseljjke comite's slec-hts 10 van hare middelen behoeven te worden afgedragen. We hebben dus getracht een comite op te richten met het doel voor de Kerstdagen in de eerste plaats iets te kun nen doen voor de menschen in onze eigen ge meente en achten dat de meest practischen gang van zaken. En toen is ook reeds reke- ning gehouden met de wenken van den Minister. Toen de commissie zou worden ge vormd, is getracht deze zoo veelzijdig moge- lijk saam te stellen en zijn om daarin zitting te nemen uitgenoodigd, zoowel werkgevers als werknemers, leden van armbesturen enz. en toen we op de vingers werden getikt, als zouden van een bepaalde categorie te weinig menschen bij de commissie betrokken z'tm is daarin ook nog voorzien, en voldoende aan- getoond, dat er in geen enkel opzicht eenige onaangenaamheid daarbij voorzat. Ondertusschen waren toen de verzoeken van de organisaties ingekomen en werd be sloten een raadszitting te beleggen, teneinde een beslissing daarover te verkrijgen, en zou de daarvoor aangewezen dag zijn geweest de 20ste December, de vorige week Donderdag, doch in verband met de zitting der Provinciale staten, die in die week gehouden werd en waarbij ook de wethouder, de heer Geelhoedt betrokken is, is die vergadering tot heden uitgestel-d en ik hoop, dat dit in verband met den dag ook geen bezwaar is geworden voor den heer Van den Bulck. Maar burgemeester en wethouders wilden nu in elk geval de be noeming eener onderwijzeres nog in dit jaar doen geschieden. Met betrekking tot de steunregeling gaat het in de goede richting. Het loopt in Ter Neuzen wel niet zoo goed als in Sluiskil, maar men mag niettemin voorzien, dat ook hier wel in de behoeften zal kunnen worden voor zien. Door den heer Van Driel is1 nog een be langrijke kwestie aangehaald, waarin ik het in geenen deele met hem eens ben. Ik wil niet beweren, dat de verzorging al geheel in orde is, doch dat ligt aan de eigenaardige rnanier, waarop wij worden ingelicht. De heer Van Driel is echter een verwijt gaan maken aan de partieuliere liefdadigheid en wil deze op zij schuiven. Hij beweert dat het werk- loos zijn zonder meer recht geeft op een bij drage uit de algemeene kas en dat is niet juist. Dat is daarom niet juist, omdat er ook naast de categorie werkloozen ook nog an deren zijn, die evenzeer in noodtoestand ver- keeren, en dat mag ook niet uit het oog wor den verloren. Ik wil dus volstrekt niet beweren, dat de overheid de belangen van de werkloozen moet verwaarloozen, maar sta op het standpunt dat alledn het feit van het werkloos zijn nog geen recht heeft op een uitkeering uit de openbare kas. De heer DE JONGE wil nader opmerken, dat hij het werk dat degenen doen, die zich bereid hebben verklaard toe te treden tot het crisis-comite alhier ten voile waardeert, doch dat hij het in principe niet eens is om de noodige voorziening op deze wijze te vinden, aangezien er een groote categorie der inge zetenen is die steeds achterblijft dien arbeid naar vermogen te steunen; wanneer men in het aigemeen voldoende gaf, werd het iets anders. De heer VAN DRIEL geeft te kennen, de tamelijk lange uiteenzetting van den voor zitter te hebben verwacht, maar niet dat hij zijne categorie als rechteloos zou beschou- wen, dat hij de stelling zou verdedigen dat deze geen levensrecht zou bezitten. De VOORZITTER: Neen, neen, neen! De heer VAN DRIEL beschouwt het, dat de voorzitter de stelling verdedigt van den overvloed van enkelen, tegenover het gebrek van velen, en kan niet inzien, dat zijn cate gorie, die de grootste massa uitmaakt, zich dat zou moeten laten welgevallen. De wereld heeft zich zoodanig gerationaliseerd, dat er van alles voldoende is, en ook is de wasdom er. Er is volop eten, drinken en kleeding. Naar sprekers inzicht is er in de wereld een tegenstelling van de gele intemationale, het geld, en dan heeft men ook de zwarte inter- nationale, de Roomsch-Katholieken, waar- tegen dan opkomt de denkbeelden van de partij van spreker, die daarop zijn gebaseerd, dat ieder in zijn ondenhoud moet kunnen voorzien. Hij zou wenschen dat niemand steun noodig had, hij acht steun op zichzelf uit den booze. Maar wanneer er een breede massa is die werken wil voor zijn onderhoud, doch dit niet kan, omdat er bij de tegen woordige samenstelling der maatschappij geen werk voor hen is, dan het de plicht voor die maatschappij is, om voor die werkloozen te zorgen en als de heeren het niet willen. als zij niet wenschen in te gaan op de gedane verzoeken, dan zal de fractie van spreker daartegen in verzet komen. Spreker weet ook wel, dat, indien vandaag het besluit zou ge nomen worden, het geld dan daarom nog niet terstond kan worden uitgekeerd, maar hij verwijst naar de circulaire van 17 December l.L, waaruit blijkt, dat op korten tijd een ministerieele beslissing omtrent te verleenen steun kan worden verkregen. Hij kan maar niet begrijpen, dat burgemeester en wethou ders daar niets van weten, daar hij daarover ook nog nader contact heeft gehad. Hij doet een dringend beroep op burge meester en wethouders om hun voorstel in te trekken en dat van zijn organisatie over te nemen. De heer HAMELINK gelooft niet, dat men in afkeurenden zin over het werk der crisis- commissie moet spreken, maar hij acht in deze burgemeester en wethouders in verzuim, en moet dus tegen de in deze gegeven leiding opkomen. Door de verschillende gegevens die omtrent de werkwijze van het nationaal crisis-comite werden gepubliceerd in de couranten, kwam het publiek op de hoogte en kwam dit ook ter kennis van de raadsleden. terwijl burge meester en wethouders de officieele medeaee lingen kregen. Telkens en telkens bleek ech ter, dat om tot uitvoering van een of anderen maatregel over te gaan, de gemeente zou moe ten bijspringen en daarvoor moet de gemeen- iteraad fondsen beschikbaar stellen. Burge meester en wethouders hadden dus niet het recht die kwestie onder zich te houden en zij hadden tijdig den raad moeten bijeenroepen, om te vernemen wat deze wenschte te doen en dan hadden burgemeester en wethouders ook niet de verantwoording gekregen die thans op hen rust, dat men in deze gemeente verstoken is van de bijdrage van hat nationaal com itd. Mogelijk dat bij het vroeger uitschrijven eener vergadering aan het licht zou zijn ge- komen een verschil van meening tusschen den raad en het college maar waar het noodig was dat de gemeente moest bijspringen ware dan toch een uitspraak verkregen, en was het college de verantwoordelijkheid kwijt geweest. Wanneer er zoo'n belangrijke circulaire bij burgemeester en wethouders inkomt, ligt het op den weg den gemeenteraad daarover te raadplegen, maar niet met het uitschrijven eener vergadering te wachten tot men toeval- ligerwijze een onderwijzeres moet benoemen. Deze zaak toch is von veel meer gewicht, want de zorgen voor de werkloozen strekken thans veel verder. De voorzitter had het be leggen eener vergadering niet mogen uitstel- len, opdat den raad behoorlijk tijd van beraad en voorbereiding zou overgebleven zijn, de tijd is nu veel te kort en telkens en telkens wordt men voor een fait a compli gesteld, waardoor de rechten van den gemeenteraad worden be- kort. Spreker weet niet hoe zijn medeleden hier tegenover staan, maar hij blijft er bjj, dat men zulke belangrijke zaken niet zoo lang mag aanhouden. Dat gaat zeker niet in deze dagen, nu we een maatschappelijke crisis doorleven zooals men die vroeger nooit heeft gekend, en als men dan den stroom maar laat vloeien, zon der de maatregelen te nemen die kunnen lei- den tot verzachting in den nood van velen, mist men het recht om tot anderen verwijten te richten, indien deze zich als slachtoffers van dien toestand wellicht tot een felle critiek laten verleiden, en dat de heer Van Driel daar op wat heet van stal is geloopen. Het gaat er thans niet over te beraadslagen hoe de maatschappij zal blijven voortbestaan. maar men dient er zich rekenschap van te geven, dat duizenden menschen niet in de ge legenheid zijn zich een bestaan te verwerven, en daartegen moeten voorzieningen worden getroffen. En nu ligt op den weg van burgemeester en wethouders om circulaires die betreffende dat onderwerp door haar worden ontvangen en waarbij volgens de berichten in de pers groote groepen ingezetenen belang hebben, zoolang onder zich te houden. Waarom houdt men zich toch niet aan de bepaling van het reglement van orde om den derden Donderdag van iedere maand te ver- gaderen Door zoolang te wachten worden de agenda's overvoerd en gaan zeer dikwijls voorstellen onder den tamer door, waaraan wel wat meer aandacht behoorde te kunnen worden gewijd. De raad heeft thans al niet veel meer te zeg gen, doch door die rnanier van handelen wordt op het bestaande recht ook nog veel beknoL De VOORZITTER vermeent, dat er nu al lang genoeg over ,,die circulaire" is gepraat en deelt mede, dat de door den heer Van Driel bedoelde circulaire van 17 December 11 niet door burgemeester en wethouders is ontvan gen. Die schijnt wel bekend te zijn bii het Nederlandsch Vakverbond, maar burgemees ter en wethouders weten daar niets van en kunnen het ook niet weten aangezien die niet aan de gemeentebesturen is verzonden. Spre ker kan daaromtrent wel een vermoeden mee- deelen. Naar het schijnt hebben de vorige week de groote vakcerutrales vergaderd, hij gelooft op Dinsdag, en zijn toen's Woensd'ags- morgens aan het Departement geweest. Zij hebben daar blijkbaar toestemming gekregen voor een bijslag op kolenbons. Er schijnen toen reeds circulaires die deze regeling be- helsden te hebben klaargelegen, welke naar de vakbonden zijn verzonden en daarom kan de heer Van Driel Donderdag in het bezit ge weest zijn van die circulaire, die echter "bij burgemeester en wethouders niet bekend is. Bij burgemeester en wethouders is alleen bekend, dat de gemeente Amhem een weige- rend antwoord heeft ontvangen op haar ver zoek om machtiging voor het verstrekken van een extra-gave, en verwezen werd naar het Comitd-Citters. Maar de regeling waar de heer Van Driel het over had is bij het ge- meentebestuur van den Minister nog niet ontvangen. Er moet geld op tafel komen! Spreker vindt het ook zeer moeilijk. Hij ge- voelt ook den grooten nood, waarin velen verkeeren, maar er is nog een leemte, er be staat nog geen regeling volgens dewelke officieel gewerkt kan worden. Wij worden tegenwoordig beheerscht door de besturen van de groote vakeentrales, maar behooren te zorgen, dat we niet in den hoek geduwd worden. Het is hier thans geen poll- tiekdebat, maar anders zou spreker we] eens met hen willen praten. De heer VAN DEN BULCK: Voor het geven van een cursus? De VOORZITTER: Dat hoort hier niet thuis, maar ik ben bereid te praten en we worden heele goede vrienden. De heer VAN DEN BULCK zal dan een debatavond beleggen. De heer VAN DRIEL wenscht nu nog toe te lichten, dat de regeling in de adressen ge- noemd, zou kunnen worden uitgevoerd, onder goedkeuring van den Minister, en dat dan daarop ook de 45 bijslag zou kunnen wor den verkregen. Indien de Minister daartoe geen toestemming zou willen verleenen, dan zou toch nog kunnen gegeven worden de extra-uitkeering tot 25 van het steun bedrag, waartegen hij volgens bekende ge gevens geen bezwaar heeft. Hij had gedacht, dat burgemeester en wethouders daartoe al- thans wel bereid zouden zijn geweest. De VOORZITTER vraagt, of de heer Van Driel het nu wel verstandig vindt nog met andere voorstellen te komen. Zooals de zaak nu is geregeld, bestaat het vooruitzioht, dat al uw menschen aanstaanden Dinsdag wat krijgen zullen. Later kan gezien worden of nieuwe voorstellen kunnen gedaan worden. En bovendien, al zoudt u thans een ander voorstel doen en de raad dit aannemen, dan heeft de gemeente nog geen geld om een uit keering te doen. De heer VAN DRIEL spreekt de hoop uit, dat de raad niet zal ingaan op het voorstel van burgemeester en wethouders om op de verzoeken afwijzend te beschikken, uit over tuiging dat de steun moet verstrekt worden van wege rijk en gemeente. De VOORZITTER merkt op, dat de men schen die het noodig hebben nu toch wat krijgen. De heer COLSEN had verwacht, dat de heer Van Driel na die toezegging een milder standpunt zou hebben ingenomen. De heer VAN DRIEL Als het crisis-comit6 dan. tooh wat geven wil, geven ze het er maar bij. Het voorstel tot afwijzing van het adres van de Besturenbond e.a. in zake het ver strekken eener Kerstgave wordt aangenorruen met 8 tegen 6 stemmen. Voor stemmen de heeren Geelhoedt, Scheele, De Jonge, Verlinde, Van Akeil, De Bruijne, Van Cadsand en Huijssen; tegen stemmen de heeren Hamelink, De Bakker, Colsen, Van Driel, Van den Bulck en Van Doeselaar. De VOORZITTER vraagt, of de beslissing op de verzoeken betreffende het verstrekken van kolenbons zullen worden aangehouden, in afwachting van nadere mededeelingen van den Minister. De heer SCHEELE is voor afdoening, an ders zit men daar de volgende vergadering weer mee. Het voorstel tot afwijzing van de verzoeken wordt aangenomen met 8 tegen 6 stemmen. Voor stemmen de heeren Geelhoedt, Scheele, De Jonge, Verlinde, Van Aken, De Bruijne, Van Cadsand en Huijssen; tegen stemmen de heeren Hamelink, De Bakker, Colsen, Van Driel, Van den Bulck en Van Doeselaar. r. Een adres van het bestuur van den Chrlstelijken Besturenbond te Ter Neuzen, waarbij al de Christelijke vakorganisaties te dezer plaatse zijn aangesloten, dat daarin te kennen geeft: dat de werkloosheid in de gemeente Ter Neuzen, meer nog dan in andere gemeenten van Zeeuwsch-Vlaanderen, een vrij grooten omvang heeft aangenomen, hetgeen verklaard moet worden uit het feit, dat het havenbedrjjf zoo goed als stil ligt, terwijl daarbij en dien- tengevolge vele losse arbeiders geen werk kunnen vinden; dat deze werkloosheid naar zich laat voor zien, in den aanstaanden winter nog veel groo- ter afmetingen zal aannemen, daar de econo- mische crisis toch in haar felheid blijft woe- den, zoodat spoedige verbetering niet ver wacht kan worden; dat het hen wil voorkomen, dat, voor zoo- ver dit op den weg der overheid ligt, en haar dit mogelijk is, door deze overheid maatregelen dienen te worden genomen, teneinde in de ge volgen die deze werkloosheid heeft, te voor zien; dat daarbij werkverschaffing op den voor- grond dient te worden gesteld; waarom hij er bij den raad op aandringt, zoo spoedig mogelijk tot werkverschaffing over te gaan; dat bij werkverschaffing de voorkeur worde

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 7