ALGEMEEN NIEUW8- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUW8CH-VLAANDEREN. EEN DAG RIDDER Eerste Blad. ASPIRIN No. 8782 WOENSDAG 6 JANUARI 1932 72e jaargang. BINNENLAND. FBUILLET0N. BUITENLAND. DE ZWARTE LIEVE VROUW door K. R. G. BROWNE. 38) NA DE AANHOUDING VAN GANDHI. Tegen de gevolgen een verkoudheid e e n i g op de wereld ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1.40 per 3 maanden - Buiten Ter Neuzen fr per post f 1 80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post - Abonnementen voor het buitenland alleen bij voorultbetaling. Ultgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 - TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0.80 Voor elken regel meer f 0,20 Grootere letters en clichAs wor den naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tanef, betwelk op aanvraag verkrrjgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de ultgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. KEGEEING VAN DEN UITVOER NAAK FRANKRIJK. Bij Kon. besluit van 4 Januari is het vol- gende bepaald: Artike! 1. De in dit besluit voorkomende uitdrukking „uitvoer" omvat hetzelfde als daaronder in de wet van 24 December 1931 Staatsblad no. 553, is te verstaan. Artikel 2. 1. Voor den uitvoer naar Frank rijk ktmnen door of vanwege onzen Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid certificaten van oorsprong worden uitgegeven. Ieder cer tificaat wordt verleend voor een bepaalden tfld en voor eene zoodanige hoeveelheid goe- deren als in eene door of vanwege onzen voomoemden Minister voor alien gelijk be- paalde verhouding staat tot de hoeveelheid van gelijksoortige goederen, welke in een voorafgaand tijdvak door den houder van het certificaat naar Frankrijk is uitgevoerd. Dit trjdvak wordt mede door of vanwege onzen voomoemden Minister bepaald. 2. Onze voomoemde Minister is bevoegd voor den uitvoer van bepaalde goederen com- missies in te stellen, belast met het geven van advies in zake de vaststelling van de in het eerste lid bedoelde hoeveelheid, en voor deze oommissies instructies vast te stellen. 3. Het model der certificaten van oor- eprong wordt door onzen voomoemden Minis ter vastgesteld. Artikel 3. 1. Certificaten van oorsprong worden slechts verleend aan hem, die zich ge- durende een door onzen voomoemden Minister vast te stellen voorafgaand tijdvak met den uitvoer van die goederen naar Frankrijk voor eigen rekening heeft beziggehouden. 2. De certificaten zijn geldig gedurende het tijdvak, waarvoor zij zijn verleend. Artikel 4. 1. Hij, die een certificaat van oorsprong wenscht te verkrijgen, dient daar- toe een door hem zelf of door zijn gemachtig- de onderteekende schriftelijke aanvrage in bij onzen voomoemden Minister of, indien onze voomoemde Minister aldus heeft beschikt, aan een door hem aangewezen persoon of aan een commissie, als bedoeld in het tweede lid van artikel 2. 2. Het model der aanvrage wordt door of vanwege onzen voomoemden Minister vast gesteld. Artikel 5. De aanvrage wordt niet in be- handeling genomen, tenziji ten genoegen van hem, bij wien de aanvrage ingevolge artikel 4 moet worden ingediend, het bewijs is ge- leverd, dat de voorwaarde, gesteld in artikel 3, is vervuld. Artikel 6. Ter bestrijding van de kosten, aan het uitgeven van de certificaten verbon- den, wordt bij het verleenen daarvan een door onzen voomoemden Minister bepaald bedrag van ten hoogste 5 pet. van de waarde der goederen in rekening gebracht, waarvoor het certificaat wordt verleend. Artikel 7. Door onzen voomoemden Minis ter wordt ingesteld eene commissie, welke hem van advies dient over geschillen ter zake van de uitvoering van dit besluit. Artikel 8. Dit besluit treedt in werking met ingang van den dag na dien der dag- teekening van de Nederlandsche Staatscou rant, waarin het is geplaatst. Vervolg.) HOOFDSTUK IX. Telefonisch gespcoken. Nu moet het schrijft de N. R. Crt. binnen weinige weken duidelijk worden wat de hoofdrichting zal zijn van de komende ontwikkeling in Britsch-Indie. Het Engelsch bestuur tast toe; het wordt nu een kracht- proef. Is een krachtige uitoefening van ge- zag in staat om de groote menigte in Britsch- Indie eerbied in te boezemen voor de uitheem- sche overheid, zooals de aanprijzers van een ,,stevige politiek" voortdurend hebben bepleit, dan moet dit onmiddellijk resultaat nu spoe- dig bljjken. Wij noemen het „onmiddellijk resultaat", omdat daarmede dan nog niet is aangetoond, dat Indie werkelijk voor langeu tijd erdoor gepacificeerd of dat de positie der Engelschen er werkelijk door verbeterd is. Het kan zeer goed blijken, dat krachten tijde- lijk zijn teruggedrongen, die daardoor slechts te emstiger ontploffinsgevaar zullen gaan opleveren. Ht is een hoog spel dat Engeland speelt; blijft een zeer diepgaande moreele uitwerking van het nieuwe beleid uit, dan is een minne- lijke schikking tusschen Engeland en Britsch- Indie nog te moeilijker geworden. Dit lijkt ons de tegenspraak in de politiek die thans in Engeland wordt bepleit, nl. van het voort- gaan met te werken in de richting van zelf- bestuur voor Indie tegelijkertijd met een straffere handhaving van het gezag der Brit- sche overheid in het land zelf. Immers, de verbittering die uit een streng optreden moet voortvloeien maakt een mime mate van zelf- standigheid van Indie tot een grooter gevaar voor de positie van Groot-Britannie in dat werelddeel dan zij zonder die verbittering zou zijn geweest. Het is niet hetzelfde of een federatie tot stand komt met medewerking van Gandhi, dan wel of dezelfde bevoegdheden aan Indie worden overgedragen, terwijl de volgelingen van Gandhi van haat vervuld zijn tegenover den ouden overheerscher. Want wat nu nog mogelijk is tot onderdrukking van anti-Britsche bewegingen zou in een Indische federatie, zooals zij de Ronde-Tafel- Conferentie voor den geest stond, niet meer in dien omvang mogelijk zijn. Dit is niet als critiek bedoeld op het beleid aer Engelschen. Zij staan voor de fatale noodzakelijkheid him gezag te laten gelden. Zij kunnen zich een ingrijpen tegenover de Mohammedanen zooals nu in de bedoeling ligt van de congres-partij, niet laten afdwin- gen. Nadat het plan der federatie voorloopig is gestrand, hoofdzakelijk door de oneenigheid tusschen de Indiers zelf, kan Engeland zich niet tot „Priigelknabe" laten maken voor die mislukking. Wij willen nu niet onderzoeken of de pre- caire toestand, door het fiasco te Londen ont- staan, niet een voorzichtiger behandeling had kunnen vinden, in overeenstemming met de wijze voorzichtigheid, welke in den laatsten tijd tegenover de bewegingen in Indie was be- Het deel van de hedendaagsche man- nelijke jeugd, dat zijn motorfietsen op afbetaling koopt en er vriendinnetjes op nahoudt, die de slanke lijn hoofdzakelijk in haar beenen met vleeschkleurige zijden kousen demonstreeren, schept er blijkbaar een soort vermaak in, om, getooid met een indrukwekkende leeren kap en gehuld in wolken stof. snelheid-records te breken en zoo !s Zaterdags en 's Zondags Moeder Aarde onveilig maken. Daar er geen wet bestaat die zulk soort handelin- gen voorschrijft, moet hieruit de con- clusie getrokken worden, dat genoemde mannetjes en vrouwtjes daarin een soort van vermaak putten, hetgeen niet gezegd kan worden van die anderen, wanaelaars en anderszins, die het ongeluk hebben hen op den weg te ontmoeten. Peter behoorde echter niet tot die rust- verstorende snelheids-maniakken. Hij was geen expert en geen enthousiast motor- rijder, tot dusver was hij nog niet in de klasse: motorrijden met passagier uitge- komen en dus was het de eerste vijf a tien minuten na hun wervelwind-vertrek uit Tagg's Bay een ingespannen oppassen om botsingen te vermijden en een vroeg- tijdig en vervroegd exit voor hun beiden te voorkomen. De oppervlakte van den NOG LAGER DAN LAAG! De bekende kleedermagazijnen Zuivelbrug, 7, GENT (slechts een ingaJig juist aan de brug) geven 10 terug op al de Winterartikels, om het seizoen te eindigen. Vraagt dus 10 fr. per 100 fr. terug na uwen aankoop. (Ingez. Med.) straatweg was bezaaid met gaten, die, wat hun afmetingen betrof, den indruk wek- ten, of de weg niet lang geleden door een vijandelijke colonne met succes onder vuur genomen was. Jane wist zich alleen „zittende" te houden door zich met haar beide armen om Peters lichaam ter hoogte van zijn middenrif te klemmen en het manoeuvreeren tusschen de heuvelen en dalen eischte te veel van Petrs aandacht, dan dat hij met zijn metgezellin het uit- zicht had kunnen bewonderen of een ge- sprek over de onderwerpen van den dag had kunnen beginnen. Maar toen ze op deze zenuwschok- kende manier een kilometer of vijf afge- legd hadden, verrees voor hen de Mar- tello-toren en zagen ze vlak daarnaast, merkwaardig genoeg geheel overeenkom- stig de voorspellingen van den ouden zeerob, den ingang van een smalle laan, die onder een bijna rechten hoek van den hoofdweg afboog. Met een gevoel van opluchting want volgens Peter kon iedere verandering niets dan verbetering zijn draaide Peter den weg in en zag voor zich een helling, die, uit de verte gezien, maar iets minder steil was dan de zijkant van een gewoon huis. Gelukkig was Mr. Gibbs zoo verstan- dig geweest, om bij het koopen van zijn motor meer op innerlijke eigenschappen te weten kracht en klim-capaciteiten dan op uiterlijk schoon te letten en de motor wierp zich dan ook op zijn taak met een enthousiasme en moed die Peter vreugdige bewondering en diepen eerbied afdwong ondanks het feit, dat een ver- hoogde druk op zijn middenrif getuigenis er van aflegde, dat Jane aan het slippen was. De helling was gelukkig te steil om het lang uit te houden en na slechts een paar minuten bereikten ze met een vaartje van een veertig kilometer den top en zagen ze den weg recht en vlak voor hen uit liggen. tracht. Zeker doet de politieke verandering in Engeland, al zou, naar hft heette, in het In- disch beleid alles bij hetcelfde blijven, haar invloed gevoelen. Als nieuwe minister voor Indie is een man opgetreden die tot tie onstuimige radi- caal-conservatieven hoort, een man van sum- miere en haastige denkwrjze, die velen van zijn eigen partijgenootej;'- ,kort geleden nog, niet een post zouden hebtf t toegedacht welke zooveel voorzichtige wij&lieid eischt als het beheer der Indische pofi$ek. Ook de figuur van Lord Willington is nog niet zoo duidelijk als ten slotte die van Lord Irving was. In ieder geval ziet het emaar uit, dat de ,,nationale verkiezingen" aanzienlijk meer in vloed hebben verschaft aan de elementen in de ,,nationale partijen", die een ander beleid ten opzichte van 't Indisch probleem wensch- ten dan in de laatste jar in officieel in Enge land was aanvaard. Is het zoo dan heeft de toestand in Indie zelf ook weer zeer daartoe bijgedragen. De terreur, die in moordaanslagen bestond, was een zware beproeving voor het Britsch ge- duld. En het is niet onmogelijk, dat de bij- zonder onzinnige politieke moord, door een paar overspannen schooifneisjes begaan, een maat heeft doen overlook-in die reeds tot den rand was gevuld. Wie zich herinnert welke gevoelens onpolitieke aanslagen op Euro- peesche geemployeerden ter Oostkust van Sumatra in de Europeesche maatschappij in Oost-Indie uitlokten, kan zich levendig voor- stellen welke stemming er nu heerschen moet in de Engelsche gemeenschap in Britsch- Indie, in het bijzonder onder zich vogelvrij voelende ambtenaren. Dit alies bij elkaar heeft tengevolge gehad dat het geduld van het Engelsch bewind eindelijk gebarsten is. Of dit onder de om- standigheden waarin Engeland tegenwoordig verkeert, wijsheid is, moet nog blijken. Men- schelijk begrijpelijk is het zeer zeker. Alleen kan men opmerken, dat wie een taak moet volbrengen als het Engelsch opperbestuur in Britsch-Indie, gepantserd moet zijn tegen eigen emoties. Gandhi is nu gevangen gezet, zooals andere leiders van de congres-partij. Hij heeft het zelf voelen aankomen, en wij be- twijfelen of dit voorgevoel niet gepaard ging met een gevoel van mo -lie onbehagelijkheid. Gandhi heeft zich totnogtoe vooral een leider betoond in het negatieve. Men zou met alle waardeering voor zijn persoon en zijn type zijn hart kunnen vasthouden bij de ge- dachte, dat hij: de leiding zou hebben in een nieuw, zelfstandig Indie, dat zou moeten wor den opgebouwd volgens de modeme behoef- ten aan welvaart, die nu in Indie door een actief en allerminst tot oeconomisch ascetisme geneigd gedeelte van de bevolking zoo sterk worden gevoeld, en volgens modeme begrip- pen van rechtvaardigheid die geen maat schappij in haar constructie kan missen, zoo- dra zij er in voldoende mate kennis mee heeft gemaakt. Hetzelfde zelfbewustzijn dat Indie ertoe heeft gebracht met zooveel kracht zijn zelfstandigheid te eischen, maakt op den duur misstanden ondragelijk, waaraan Gandhi, naar reeds gebleken is, niet in staat is een einde te maken. Wij denken hierbij in de eerste plaats aan de „untouchables". Gandhi was in een tragische positie geraakt en de tragiek van zijn positie was nog ver- scherpt dopr het nieuwe beleid der Britsche overheid, dat zijn invloed als vermaner tot vreedzaamheid verzwakken moest. Hij! wist er niets anders tegenover dan den „Zoo, nu kunnen we opschieten", zei Peter verheuad en niet bepaald over- eenkomstig de werkelijkheid, zooals een halve minuut later bleek. Hij zette meer vaart, of eigenlijk, hij verrichte de manipulaties, waarvan meer vaart het gevolg geweest had moeten zijn, maar zonder veel resultaat. De motor had blijkbaar bitter weinig lust om zich te haasten. Hij kuchte een paar maal verontschuldigend, aarzelde even, kuchte weer iets nadrukkelijker, aarzelde weer en langer, zuchtte vermoeid, liep nog een eindje verder door en maakte op zijn ge- mak en met een sierlijken ronden draai halt. Jane steeg verheugd en dankbaar af, wreef de kramp uit haar armen en keek Peter aan met een blik, waarin bezorgd- heid met vermaak streed. ,,Wat is het dezen keer?" vroeg ze. Peter heesch den motor op den bok, onderzocht het geval vluchtig, mompelde iets binnensmonds en gaf, kort maar krachtig, ten antwoord: „Geen benzine". Een heele minuut lang bleef het stil; dan begon Jane te lachen. Tegen den tijd, dat wii klaar zijn". zei ze, „liqt het heele lana bezaaid met onze afgedankte voertuigen. Enfin, niets aan te doen. Maar wat nu?" Peter wreef zich langs zijn kin en staarde naar een plek, ongeveer een kilo meter verder den weg op, waar zich boven een groep donkergroene boomeri en steenrood dak verhief. Die plek wees hij Jane met zijn duim aan. ,,Daar hebben we een huis en waar een huis is, zijn allicht menschen. Misschien dat ze ons benzine kunnen leenen. Je kunt nooit wetenook al vindt de Voorzienigheid het blijkbaar niet noodig dat we thuis komen". „Hm", zei Jane bedachtzaam. „Ja, dat kunnen we probeeren. Maar haast is er onderkoning een gesprek voor te stellen waarvan a priori niets te verwachten was omdat Gandhi geen constructieve- denkbeel- den in dat gesprek kon meebrengen. Zijn tweede voorstel tot een gesprek had, naar hij zelf aankondigde, ten doel middelen te be- spreken ter voorkoming van een nieuwe be- weging van ongehoorzaamheid. Op de basis van een dergelijk dreigement te onderhande- len lag niet meer in den stijl van het jongste beleid van den onderkoning. En had Gandhi nog de macht om iets te beletten? Zocht hij niet, als wanhoopspoging in' overleg met den onderkoning het onheil nog te bezweren, waar hem duidelijk was dat hij in eigen kamp de storm, dien hij zag op- steken, niet kon stuiten? Gandhi kondigde van zijn kant aan het prediken van lijdelijik verzet, het vreedzaam plegen van onwettige daden. Het was weer het tragische en ook onmogelijke ih zijn positie, dat overduidelrjk was hoe het daar mede moest gaan; dat deze beweging niet het geweldlooze karakter kon behouden, dat Gandhi eraan wenschte te geven. Het prediken van het verzet binnen men- schelijk verantwoordelijke vormen moest on- vermijdelijk een beweging ontketenen, die niet binnen de aangewezen oevers blijven kon. Verre van dien. Deze onvermijdelijkheid heeft stellig de arrestatie van Gandhi bewerkt, Was die arrestatie nu reeds onvermijdeJijk en daarom wijs? Bij het weinige dat wij weten is het moeilijk, in welke richting ook, anders dan een twijfelend oordeel uit te spre- ken. Die arrestatie kan op een sein lijken voor het begin van een groot conflict. Wij t.oeschouwers wachten in groote spanning af hoe de dingen zich verder ontwikkelen. Men vorme zich echter nog niet de voor- stelling, dat nu iets onherstelbaars is gebeurd. Wij alien weten, dat bij politieke verzoenin- gen na fellen strijd, verbittering soms merk waardig snel kan verdampen. Veel belang- rijker dan door daden gewekte haat is in de politieke betrekkingen tusschen volken het karakter der gevonden oplossing. Daarom moeten wij ook weer waarschuwen voor over- schatting van de nu acuut verscherpte vijand- sc.hap. VREEDZAAM MANTSJOERIJE Kalm zijn schrijft de N. R. Crt. de Japanners hun weg gegaan; ondanks alle protesten van den Rand van den Volkenbond en ondanks waarschuwingen van Washing ton. En kalm is de bevelhebber van de Chi- neesche troepen met zijn mannen uit Tsjints- jou weggegaan, ondanks het verlangen van Nanking, tot hem gericht, om de stad tot zijn laatsten bloeddroppel te verdedigen. Dat is de geSchiedenis van de bezetting van Tsjintsjou door de Japansche troepen. Japan heeft nu heel Zuid-Mantsjoerije be- zet. Wat de Japanners betreft kan daar nu een einde komen aan de actie. Mansjoerije is voor China geworden wat „buitenst" Mon golia reeds lang voor China was: Japanners en Russen erkennen beiden in theorie de sou- vereiniteit van China over die landen. Maar in werkelijkheid hebben zij er regeeringen neergezet die doen wat hun beschermers wen- schen. Wat Mantsjoerije betreft is het nu nog al leen van belang wat er in het Noorden ge- schieden zal. Daar staan nog de Chineesche troepen van generaal Ma. Het zou voor de hand liggen dat de Japanners ook daar schoon schip maakten. Wellicht zal voor hen echter niet bij en ik ben langzamerhand aan het eind van mijn krachten. Laten we eerst wat rusten Ze liep naar den kant van den weg en ging met de rol in het malsche, mosgroene gras zitten. Peter besteedde nog een halve minuut aan het aandachtig bekijken van het steenroode dak; dan kwam hij langzaam naar haar toe en liet zich naast haar neer. „Ik ben benieuwd", begon hij verlan- end, „of we ooit nog wat te eten zullen rijgen. Ik ben heelemaal leeg van- binnen". „Kom, niet zoo neerslachtig!" zei Jane bemoedigend. ,,Tenslotte hebben we het schilderij terug en dat is in dit geval de hoofdzaak". Onder het praten door streelde en beklopte ze de rol liefkoozend en daarna begon ze, voorzichtig, het bruine papier los te wikkelen. Maar Peter liet zich niet zoo makkelijk troosten. Hij had honger en als je honger had, had je niets aan een Ouden Meester. Als hij op dat oogenblik de keuze gehad had tusschen een worst je en een Rem brandt, was de Rembrandt eraan gegaan. ,,Als we maar een ons spek hadden", overdacht hij, ,,dan konden we spek en eieren krijgen, als we tenminste de eieren hadden". Hij zuchtte, een lange, holle zucht. ,,Je moet het niet erg vinden, als ik straks aan mijn schoenen begin. Ze zeggen, dat leer heel voedz Hij werd in de rede gevallen door een uitroep van Jane, een uitroep, waarin zoo veel opstandigheid en zooveel wanhoop doorklonk, dat hij zijn honger vergat en zich met een ruk omdraaide om te zien, wat er aan de hand was. Hij zag, dat ze het bruine pakpapier had losgewonden de linnen kern had uitgerold en nu met een uitdrukking in haar oogen, of ze iets verschrikkelijks zag, naar het schilderij zat te kijken. „Wat is er?" vroeg hij verbaasd. Let op den oranje band en het Bayerkruis. Prijs75cts. (Ingez. Med.) zwaar wegen het feit dat daar de Russische zone ligt. Op zich zelf hebben de Japanners geen reden om bevreesd te zijn voor een Rus sische tegenactie. Dat zij die niet vreezen hebben zij tro'uwens reeds getoond, toen zij Tsitsihar innamen. Dezer dagen heeft Kerens- ki, die zich tegenwoordig te Parijs bevindt, in een interview erop gewezen dat er voor Sta lin slechts 6en mogelijkheid bestaat; onder alle omstandigheden een oorlog te vermijden. Maar geheel onverschillig kan de stemming te Moskou toch niet zijn voor de Japanners. Stel eens dat Amerika werkelijk emstig ging probeeren druk uit te oefenen op Tokio; dan werd het voor Japan van groot belang niet een Rusland als buurman te hebben dat bereid zou zijn zich bij een groote actie aan te slui- ten. Of Japan dus zijn actie in Mantsjoerije in het Noorden gaat voortzetten is iets, dat wij moeten afwachten. De bezetting van Tsjintsjou is uiterst kalm in zijn werk gegaan. De Japanners hebben gewacht tot de laatste Chineesche soldaat uit de streek vertrokken was. Daarna zijn zij binnen gerukt, vergezeld van met vlaggen zwaaiende Chineesche parlementairen. Te voren hadden zij nog uit vliegtuigen strooi- biljetten geworpen om de bevolking gerust te stellen. Het Is immers in China traditie dat men bij het bezetten van een stad de soldaten b^j wijze van betaling van achterstallige soldij wat plundering toestaat. Op dat punt is China tegenwoordig bezig onze 17de eeuwsche gebruiken te boven te komen. De Japanners nu hebben de Tsjintsjouers blijkbaar met succes aan het verstand gebracht dat zij aver dit stadium reeds lang heen zijn. De Japanners hebben in de bezette stad nu natuurlijk een nieuwe, inschikkelijke Chinee sche regeering ingesteld volgens hun methode van ,,de wet verzetten". Deze regeering schijnt onmiddellijk optimistisehe proclama- ties te hebben uitgevaardigd. Zij hoopt meer voor de welvaart te kunnen doen, nu een groot Chineesch leger niet meer uit de gewes- telijke financien hoeft te worden onderhouden, (Zoo is het immers in China, de troepen leven op het land, heffen zelfs hun eigen belastin- gen). Ook het vraagstuk der bandieten vormt, volgens de nieuwe regeering, geen moeilijkheid meer, daar zij na het vertrek der troepen van Tsjang Sjoe liang toch iets van gewapende macht moet hebben, en zij daar nu de bandieten voor kan aanwerven. Dit is geen ironische opmerking van ons, maar slechts een weergeven van de meening der nieuwe regeering te Tsjintsjou. Zij heeft oog voor de zegeningen der werkverschaffing van overheidswege. Intusschen is nu het gezag van Tsjang Sjoe liang uit heel Zuid-Mantsjoerije verwijderd Daarmede is de band tusschen Nanking en ,.'t Is het verkeerde!" gaf Jane, met half gesmoorde stem ten "antwoord. Peter keek over haar schouder, kreeg een lichten schok van verbazing en Eloot zachtjes tusschen zijn tanden. Hij hao absoluut geen verstand van schilderijen. maar zelf was het duidelijk. dat dit niet de bewuste Romney was. Het was geen portret, niets dan wat boomen en een weitje en een groot stuk lucht. Het schil derij dat naast de Romney had gehangen de Constable als hij zich niet vergiste. ,,'t Verkeerde!" herhaalde Jane heesch- fluisterend. Ze zag heel bleek en haar handen, die het schilderij uitgerold hiel- den, trilden zoo, dat de boomen en het weitje en de lucht meededen. Ze had het uiterlijk van iemand, die onverwacht een hevigen, ontzenuwden schok gekregen heeft. Peter constateerde dit met verbazing, want hij kon zich niet begrijpen, waarom ze zich die vergissing zoo aantrok. Het was waar, dat bij hun jacht maken steeds de gedachte; t gaat om een Romney, voorgezeten had, maar wat kwam het er ten slotte op aan, welke schilderij Mr. Gibbs zoo brutaalweg meegenomen had. Hij had er een meegenomen, dat was de hoofdzaak en dat schilderij hadden zij nu weer bemachtigd. Daar ging het volgens Peter om; of het schilderij in quaestie nu een Romney of een Constable was deed weinig ter zake. „Wat kan je dat nu schelen?" vroeg hij. „Dat komt er toch niets op aan, wel? Volgens mij is dit zelfs nog beter als ik me goed herinner heeft Sir Walter nog meer voor de Constable dan voor de Romney betaald". Jane maakte, even, een hopelooze be weging met haar handen. ,,Maar begrijp je 't dan niet? Ik dacht. dat de Romney was". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 1