ALGEMEEN NIEUW8- F.N ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUW8CH-VLAANDEREN.
EEN DAG RIDDER
Eerste Blad.
ASPIRIN
No. 8782
WOENSDAG 6 JANUARI 1932
72e jaargang.
BINNENLAND.
FBUILLET0N.
BUITENLAND.
DE ZWARTE LIEVE VROUW
door
K. R. G. BROWNE.
38)
NA DE AANHOUDING VAN GANDHI.
Tegen
de gevolgen
een verkoudheid
e e n i g op
de wereld
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1.40 per 3 maanden - Buiten Ter Neuzen
fr per post f 1 80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post -
Abonnementen voor het buitenland alleen bij voorultbetaling.
Ultgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 - TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0.80 Voor elken regel meer f 0,20
Grootere letters en clichAs wor den naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tanef, betwelk op aanvraag
verkrrjgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de ultgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
KEGEEING VAN DEN UITVOER NAAK
FRANKRIJK.
Bij Kon. besluit van 4 Januari is het vol-
gende bepaald:
Artike! 1. De in dit besluit voorkomende
uitdrukking „uitvoer" omvat hetzelfde als
daaronder in de wet van 24 December 1931
Staatsblad no. 553, is te verstaan.
Artikel 2. 1. Voor den uitvoer naar Frank
rijk ktmnen door of vanwege onzen Minister
van Arbeid, Handel en Nijverheid certificaten
van oorsprong worden uitgegeven. Ieder cer
tificaat wordt verleend voor een bepaalden
tfld en voor eene zoodanige hoeveelheid goe-
deren als in eene door of vanwege onzen
voomoemden Minister voor alien gelijk be-
paalde verhouding staat tot de hoeveelheid
van gelijksoortige goederen, welke in een
voorafgaand tijdvak door den houder van het
certificaat naar Frankrijk is uitgevoerd. Dit
trjdvak wordt mede door of vanwege onzen
voomoemden Minister bepaald.
2. Onze voomoemde Minister is bevoegd
voor den uitvoer van bepaalde goederen com-
missies in te stellen, belast met het geven
van advies in zake de vaststelling van de in
het eerste lid bedoelde hoeveelheid, en voor
deze oommissies instructies vast te stellen.
3. Het model der certificaten van oor-
eprong wordt door onzen voomoemden Minis
ter vastgesteld.
Artikel 3. 1. Certificaten van oorsprong
worden slechts verleend aan hem, die zich ge-
durende een door onzen voomoemden Minister
vast te stellen voorafgaand tijdvak met den
uitvoer van die goederen naar Frankrijk voor
eigen rekening heeft beziggehouden.
2. De certificaten zijn geldig gedurende
het tijdvak, waarvoor zij zijn verleend.
Artikel 4. 1. Hij, die een certificaat van
oorsprong wenscht te verkrijgen, dient daar-
toe een door hem zelf of door zijn gemachtig-
de onderteekende schriftelijke aanvrage in bij
onzen voomoemden Minister of, indien onze
voomoemde Minister aldus heeft beschikt, aan
een door hem aangewezen persoon of aan een
commissie, als bedoeld in het tweede lid van
artikel 2.
2. Het model der aanvrage wordt door of
vanwege onzen voomoemden Minister vast
gesteld.
Artikel 5. De aanvrage wordt niet in be-
handeling genomen, tenziji ten genoegen van
hem, bij wien de aanvrage ingevolge artikel
4 moet worden ingediend, het bewijs is ge-
leverd, dat de voorwaarde, gesteld in artikel
3, is vervuld.
Artikel 6. Ter bestrijding van de kosten,
aan het uitgeven van de certificaten verbon-
den, wordt bij het verleenen daarvan een door
onzen voomoemden Minister bepaald bedrag
van ten hoogste 5 pet. van de waarde der
goederen in rekening gebracht, waarvoor het
certificaat wordt verleend.
Artikel 7. Door onzen voomoemden Minis
ter wordt ingesteld eene commissie, welke
hem van advies dient over geschillen ter zake
van de uitvoering van dit besluit.
Artikel 8. Dit besluit treedt in werking
met ingang van den dag na dien der dag-
teekening van de Nederlandsche Staatscou
rant, waarin het is geplaatst.
Vervolg.)
HOOFDSTUK IX.
Telefonisch gespcoken.
Nu moet het schrijft de N. R. Crt.
binnen weinige weken duidelijk worden wat
de hoofdrichting zal zijn van de komende
ontwikkeling in Britsch-Indie. Het Engelsch
bestuur tast toe; het wordt nu een kracht-
proef. Is een krachtige uitoefening van ge-
zag in staat om de groote menigte in Britsch-
Indie eerbied in te boezemen voor de uitheem-
sche overheid, zooals de aanprijzers van een
,,stevige politiek" voortdurend hebben bepleit,
dan moet dit onmiddellijk resultaat nu spoe-
dig bljjken. Wij noemen het „onmiddellijk
resultaat", omdat daarmede dan nog niet is
aangetoond, dat Indie werkelijk voor langeu
tijd erdoor gepacificeerd of dat de positie der
Engelschen er werkelijk door verbeterd is.
Het kan zeer goed blijken, dat krachten tijde-
lijk zijn teruggedrongen, die daardoor slechts
te emstiger ontploffinsgevaar zullen gaan
opleveren.
Ht is een hoog spel dat Engeland speelt;
blijft een zeer diepgaande moreele uitwerking
van het nieuwe beleid uit, dan is een minne-
lijke schikking tusschen Engeland en Britsch-
Indie nog te moeilijker geworden. Dit lijkt
ons de tegenspraak in de politiek die thans
in Engeland wordt bepleit, nl. van het voort-
gaan met te werken in de richting van zelf-
bestuur voor Indie tegelijkertijd met een
straffere handhaving van het gezag der Brit-
sche overheid in het land zelf. Immers, de
verbittering die uit een streng optreden moet
voortvloeien maakt een mime mate van zelf-
standigheid van Indie tot een grooter gevaar
voor de positie van Groot-Britannie in dat
werelddeel dan zij zonder die verbittering zou
zijn geweest. Het is niet hetzelfde of een
federatie tot stand komt met medewerking
van Gandhi, dan wel of dezelfde bevoegdheden
aan Indie worden overgedragen, terwijl de
volgelingen van Gandhi van haat vervuld
zijn tegenover den ouden overheerscher. Want
wat nu nog mogelijk is tot onderdrukking
van anti-Britsche bewegingen zou in een
Indische federatie, zooals zij de Ronde-Tafel-
Conferentie voor den geest stond, niet meer
in dien omvang mogelijk zijn.
Dit is niet als critiek bedoeld op het beleid
aer Engelschen. Zij staan voor de fatale
noodzakelijkheid him gezag te laten gelden.
Zij kunnen zich een ingrijpen tegenover de
Mohammedanen zooals nu in de bedoeling
ligt van de congres-partij, niet laten afdwin-
gen. Nadat het plan der federatie voorloopig
is gestrand, hoofdzakelijk door de oneenigheid
tusschen de Indiers zelf, kan Engeland zich
niet tot „Priigelknabe" laten maken voor die
mislukking.
Wij willen nu niet onderzoeken of de pre-
caire toestand, door het fiasco te Londen ont-
staan, niet een voorzichtiger behandeling had
kunnen vinden, in overeenstemming met de
wijze voorzichtigheid, welke in den laatsten
tijd tegenover de bewegingen in Indie was be-
Het deel van de hedendaagsche man-
nelijke jeugd, dat zijn motorfietsen op
afbetaling koopt en er vriendinnetjes op
nahoudt, die de slanke lijn hoofdzakelijk
in haar beenen met vleeschkleurige zijden
kousen demonstreeren, schept er blijkbaar
een soort vermaak in, om, getooid met
een indrukwekkende leeren kap en gehuld
in wolken stof. snelheid-records te breken
en zoo !s Zaterdags en 's Zondags
Moeder Aarde onveilig maken. Daar er
geen wet bestaat die zulk soort handelin-
gen voorschrijft, moet hieruit de con-
clusie getrokken worden, dat genoemde
mannetjes en vrouwtjes daarin een soort
van vermaak putten, hetgeen niet gezegd
kan worden van die anderen, wanaelaars
en anderszins, die het ongeluk hebben
hen op den weg te ontmoeten.
Peter behoorde echter niet tot die rust-
verstorende snelheids-maniakken. Hij was
geen expert en geen enthousiast motor-
rijder, tot dusver was hij nog niet in de
klasse: motorrijden met passagier uitge-
komen en dus was het de eerste vijf a tien
minuten na hun wervelwind-vertrek uit
Tagg's Bay een ingespannen oppassen
om botsingen te vermijden en een vroeg-
tijdig en vervroegd exit voor hun beiden
te voorkomen. De oppervlakte van den
NOG LAGER DAN LAAG!
De bekende kleedermagazijnen
Zuivelbrug, 7, GENT (slechts een ingaJig
juist aan de brug) geven 10 terug op al
de Winterartikels, om het seizoen te eindigen.
Vraagt dus 10 fr. per 100 fr. terug na uwen
aankoop.
(Ingez. Med.)
straatweg was bezaaid met gaten, die, wat
hun afmetingen betrof, den indruk wek-
ten, of de weg niet lang geleden door een
vijandelijke colonne met succes onder
vuur genomen was. Jane wist zich alleen
„zittende" te houden door zich met haar
beide armen om Peters lichaam ter hoogte
van zijn middenrif te klemmen en het
manoeuvreeren tusschen de heuvelen en
dalen eischte te veel van Petrs aandacht,
dan dat hij met zijn metgezellin het uit-
zicht had kunnen bewonderen of een ge-
sprek over de onderwerpen van den dag
had kunnen beginnen.
Maar toen ze op deze zenuwschok-
kende manier een kilometer of vijf afge-
legd hadden, verrees voor hen de Mar-
tello-toren en zagen ze vlak daarnaast,
merkwaardig genoeg geheel overeenkom-
stig de voorspellingen van den ouden
zeerob, den ingang van een smalle laan,
die onder een bijna rechten hoek van den
hoofdweg afboog. Met een gevoel van
opluchting want volgens Peter kon
iedere verandering niets dan verbetering
zijn draaide Peter den weg in en zag
voor zich een helling, die, uit de verte
gezien, maar iets minder steil was dan de
zijkant van een gewoon huis.
Gelukkig was Mr. Gibbs zoo verstan-
dig geweest, om bij het koopen van zijn
motor meer op innerlijke eigenschappen
te weten kracht en klim-capaciteiten
dan op uiterlijk schoon te letten en de
motor wierp zich dan ook op zijn taak
met een enthousiasme en moed die Peter
vreugdige bewondering en diepen eerbied
afdwong ondanks het feit, dat een ver-
hoogde druk op zijn middenrif getuigenis
er van aflegde, dat Jane aan het slippen
was. De helling was gelukkig te steil
om het lang uit te houden en na slechts
een paar minuten bereikten ze met een
vaartje van een veertig kilometer den top
en zagen ze den weg recht en vlak voor
hen uit liggen.
tracht. Zeker doet de politieke verandering in
Engeland, al zou, naar hft heette, in het In-
disch beleid alles bij hetcelfde blijven, haar
invloed gevoelen.
Als nieuwe minister voor Indie is een
man opgetreden die tot tie onstuimige radi-
caal-conservatieven hoort, een man van sum-
miere en haastige denkwrjze, die velen van
zijn eigen partijgenootej;'- ,kort geleden nog,
niet een post zouden hebtf t toegedacht welke
zooveel voorzichtige wij&lieid eischt als het
beheer der Indische pofi$ek. Ook de figuur
van Lord Willington is nog niet zoo duidelijk
als ten slotte die van Lord Irving was.
In ieder geval ziet het emaar uit, dat de
,,nationale verkiezingen" aanzienlijk meer in
vloed hebben verschaft aan de elementen in
de ,,nationale partijen", die een ander beleid
ten opzichte van 't Indisch probleem wensch-
ten dan in de laatste jar in officieel in Enge
land was aanvaard.
Is het zoo dan heeft de toestand in Indie
zelf ook weer zeer daartoe bijgedragen. De
terreur, die in moordaanslagen bestond, was
een zware beproeving voor het Britsch ge-
duld. En het is niet onmogelijk, dat de bij-
zonder onzinnige politieke moord, door een
paar overspannen schooifneisjes begaan, een
maat heeft doen overlook-in die reeds tot den
rand was gevuld. Wie zich herinnert welke
gevoelens onpolitieke aanslagen op Euro-
peesche geemployeerden ter Oostkust van
Sumatra in de Europeesche maatschappij in
Oost-Indie uitlokten, kan zich levendig voor-
stellen welke stemming er nu heerschen
moet in de Engelsche gemeenschap in Britsch-
Indie, in het bijzonder onder zich vogelvrij
voelende ambtenaren.
Dit alies bij elkaar heeft tengevolge gehad
dat het geduld van het Engelsch bewind
eindelijk gebarsten is. Of dit onder de om-
standigheden waarin Engeland tegenwoordig
verkeert, wijsheid is, moet nog blijken. Men-
schelijk begrijpelijk is het zeer zeker. Alleen
kan men opmerken, dat wie een taak moet
volbrengen als het Engelsch opperbestuur in
Britsch-Indie, gepantserd moet zijn tegen
eigen emoties.
Gandhi is nu gevangen gezet, zooals
andere leiders van de congres-partij. Hij
heeft het zelf voelen aankomen, en wij be-
twijfelen of dit voorgevoel niet gepaard ging
met een gevoel van mo -lie onbehagelijkheid.
Gandhi heeft zich totnogtoe vooral een leider
betoond in het negatieve. Men zou met
alle waardeering voor zijn persoon en zijn type
zijn hart kunnen vasthouden bij de ge-
dachte, dat hij: de leiding zou hebben in een
nieuw, zelfstandig Indie, dat zou moeten wor
den opgebouwd volgens de modeme behoef-
ten aan welvaart, die nu in Indie door een
actief en allerminst tot oeconomisch ascetisme
geneigd gedeelte van de bevolking zoo sterk
worden gevoeld, en volgens modeme begrip-
pen van rechtvaardigheid die geen maat
schappij in haar constructie kan missen, zoo-
dra zij er in voldoende mate kennis mee
heeft gemaakt. Hetzelfde zelfbewustzijn dat
Indie ertoe heeft gebracht met zooveel kracht
zijn zelfstandigheid te eischen, maakt op den
duur misstanden ondragelijk, waaraan
Gandhi, naar reeds gebleken is, niet in staat
is een einde te maken. Wij denken hierbij in
de eerste plaats aan de „untouchables".
Gandhi was in een tragische positie geraakt
en de tragiek van zijn positie was nog ver-
scherpt dopr het nieuwe beleid der Britsche
overheid, dat zijn invloed als vermaner tot
vreedzaamheid verzwakken moest.
Hij! wist er niets anders tegenover dan den
„Zoo, nu kunnen we opschieten", zei
Peter verheuad en niet bepaald over-
eenkomstig de werkelijkheid, zooals een
halve minuut later bleek.
Hij zette meer vaart, of eigenlijk, hij
verrichte de manipulaties, waarvan meer
vaart het gevolg geweest had moeten zijn,
maar zonder veel resultaat. De motor
had blijkbaar bitter weinig lust om zich
te haasten. Hij kuchte een paar maal
verontschuldigend, aarzelde even, kuchte
weer iets nadrukkelijker, aarzelde weer
en langer, zuchtte vermoeid, liep nog een
eindje verder door en maakte op zijn ge-
mak en met een sierlijken ronden draai
halt.
Jane steeg verheugd en dankbaar af,
wreef de kramp uit haar armen en keek
Peter aan met een blik, waarin bezorgd-
heid met vermaak streed.
,,Wat is het dezen keer?" vroeg ze.
Peter heesch den motor op den bok,
onderzocht het geval vluchtig, mompelde
iets binnensmonds en gaf, kort maar
krachtig, ten antwoord:
„Geen benzine".
Een heele minuut lang bleef het stil;
dan begon Jane te lachen.
Tegen den tijd, dat wii klaar zijn".
zei ze, „liqt het heele lana bezaaid met
onze afgedankte voertuigen. Enfin, niets
aan te doen. Maar wat nu?"
Peter wreef zich langs zijn kin en
staarde naar een plek, ongeveer een kilo
meter verder den weg op, waar zich
boven een groep donkergroene boomeri
en steenrood dak verhief. Die plek wees
hij Jane met zijn duim aan.
,,Daar hebben we een huis en waar een
huis is, zijn allicht menschen. Misschien
dat ze ons benzine kunnen leenen. Je
kunt nooit wetenook al vindt de
Voorzienigheid het blijkbaar niet noodig
dat we thuis komen".
„Hm", zei Jane bedachtzaam. „Ja, dat
kunnen we probeeren. Maar haast is er
onderkoning een gesprek voor te stellen
waarvan a priori niets te verwachten was
omdat Gandhi geen constructieve- denkbeel-
den in dat gesprek kon meebrengen. Zijn
tweede voorstel tot een gesprek had, naar
hij zelf aankondigde, ten doel middelen te be-
spreken ter voorkoming van een nieuwe be-
weging van ongehoorzaamheid. Op de basis
van een dergelijk dreigement te onderhande-
len lag niet meer in den stijl van het jongste
beleid van den onderkoning.
En had Gandhi nog de macht om iets te
beletten? Zocht hij niet, als wanhoopspoging
in' overleg met den onderkoning het onheil
nog te bezweren, waar hem duidelijk was dat
hij in eigen kamp de storm, dien hij zag op-
steken, niet kon stuiten?
Gandhi kondigde van zijn kant aan het
prediken van lijdelijik verzet, het vreedzaam
plegen van onwettige daden. Het was weer
het tragische en ook onmogelijke ih zijn
positie, dat overduidelrjk was hoe het daar
mede moest gaan; dat deze beweging niet het
geweldlooze karakter kon behouden, dat
Gandhi eraan wenschte te geven.
Het prediken van het verzet binnen men-
schelijk verantwoordelijke vormen moest on-
vermijdelijk een beweging ontketenen, die niet
binnen de aangewezen oevers blijven kon.
Verre van dien.
Deze onvermijdelijkheid heeft stellig de
arrestatie van Gandhi bewerkt,
Was die arrestatie nu reeds onvermijdeJijk
en daarom wijs? Bij het weinige dat wij
weten is het moeilijk, in welke richting ook,
anders dan een twijfelend oordeel uit te spre-
ken. Die arrestatie kan op een sein lijken
voor het begin van een groot conflict. Wij
t.oeschouwers wachten in groote spanning af
hoe de dingen zich verder ontwikkelen.
Men vorme zich echter nog niet de voor-
stelling, dat nu iets onherstelbaars is gebeurd.
Wij alien weten, dat bij politieke verzoenin-
gen na fellen strijd, verbittering soms merk
waardig snel kan verdampen. Veel belang-
rijker dan door daden gewekte haat is in de
politieke betrekkingen tusschen volken het
karakter der gevonden oplossing. Daarom
moeten wij ook weer waarschuwen voor over-
schatting van de nu acuut verscherpte vijand-
sc.hap.
VREEDZAAM MANTSJOERIJE
Kalm zijn schrijft de N. R. Crt. de
Japanners hun weg gegaan; ondanks alle
protesten van den Rand van den Volkenbond
en ondanks waarschuwingen van Washing
ton. En kalm is de bevelhebber van de Chi-
neesche troepen met zijn mannen uit Tsjints-
jou weggegaan, ondanks het verlangen van
Nanking, tot hem gericht, om de stad tot zijn
laatsten bloeddroppel te verdedigen.
Dat is de geSchiedenis van de bezetting van
Tsjintsjou door de Japansche troepen.
Japan heeft nu heel Zuid-Mantsjoerije be-
zet. Wat de Japanners betreft kan daar nu
een einde komen aan de actie. Mansjoerije
is voor China geworden wat „buitenst" Mon
golia reeds lang voor China was: Japanners
en Russen erkennen beiden in theorie de sou-
vereiniteit van China over die landen. Maar
in werkelijkheid hebben zij er regeeringen
neergezet die doen wat hun beschermers wen-
schen.
Wat Mantsjoerije betreft is het nu nog al
leen van belang wat er in het Noorden ge-
schieden zal. Daar staan nog de Chineesche
troepen van generaal Ma. Het zou voor de
hand liggen dat de Japanners ook daar schoon
schip maakten. Wellicht zal voor hen echter
niet bij en ik ben langzamerhand aan het
eind van mijn krachten. Laten we eerst
wat rusten
Ze liep naar den kant van den weg en
ging met de rol in het malsche, mosgroene
gras zitten. Peter besteedde nog een
halve minuut aan het aandachtig bekijken
van het steenroode dak; dan kwam hij
langzaam naar haar toe en liet zich naast
haar neer.
„Ik ben benieuwd", begon hij verlan-
end, „of we ooit nog wat te eten zullen
rijgen. Ik ben heelemaal leeg van-
binnen".
„Kom, niet zoo neerslachtig!" zei Jane
bemoedigend. ,,Tenslotte hebben we het
schilderij terug en dat is in dit geval de
hoofdzaak". Onder het praten door
streelde en beklopte ze de rol liefkoozend
en daarna begon ze, voorzichtig, het
bruine papier los te wikkelen.
Maar Peter liet zich niet zoo makkelijk
troosten. Hij had honger en als je honger
had, had je niets aan een Ouden Meester.
Als hij op dat oogenblik de keuze gehad
had tusschen een worst je en een Rem
brandt, was de Rembrandt eraan gegaan.
,,Als we maar een ons spek hadden",
overdacht hij, ,,dan konden we spek en
eieren krijgen, als we tenminste de eieren
hadden". Hij zuchtte, een lange, holle
zucht. ,,Je moet het niet erg vinden, als
ik straks aan mijn schoenen begin. Ze
zeggen, dat leer heel voedz
Hij werd in de rede gevallen door een
uitroep van Jane, een uitroep, waarin zoo
veel opstandigheid en zooveel wanhoop
doorklonk, dat hij zijn honger vergat en
zich met een ruk omdraaide om te zien,
wat er aan de hand was. Hij zag, dat ze
het bruine pakpapier had losgewonden
de linnen kern had uitgerold en nu met
een uitdrukking in haar oogen, of ze iets
verschrikkelijks zag, naar het schilderij
zat te kijken.
„Wat is er?" vroeg hij verbaasd.
Let op den oranje band en het Bayerkruis. Prijs75cts.
(Ingez. Med.)
zwaar wegen het feit dat daar de Russische
zone ligt. Op zich zelf hebben de Japanners
geen reden om bevreesd te zijn voor een Rus
sische tegenactie. Dat zij die niet vreezen
hebben zij tro'uwens reeds getoond, toen zij
Tsitsihar innamen. Dezer dagen heeft Kerens-
ki, die zich tegenwoordig te Parijs bevindt, in
een interview erop gewezen dat er voor Sta
lin slechts 6en mogelijkheid bestaat; onder
alle omstandigheden een oorlog te vermijden.
Maar geheel onverschillig kan de stemming
te Moskou toch niet zijn voor de Japanners.
Stel eens dat Amerika werkelijk emstig ging
probeeren druk uit te oefenen op Tokio; dan
werd het voor Japan van groot belang niet
een Rusland als buurman te hebben dat bereid
zou zijn zich bij een groote actie aan te slui-
ten. Of Japan dus zijn actie in Mantsjoerije
in het Noorden gaat voortzetten is iets, dat
wij moeten afwachten.
De bezetting van Tsjintsjou is uiterst kalm
in zijn werk gegaan. De Japanners hebben
gewacht tot de laatste Chineesche soldaat uit
de streek vertrokken was. Daarna zijn zij
binnen gerukt, vergezeld van met vlaggen
zwaaiende Chineesche parlementairen. Te
voren hadden zij nog uit vliegtuigen strooi-
biljetten geworpen om de bevolking gerust te
stellen. Het Is immers in China traditie dat
men bij het bezetten van een stad de soldaten
b^j wijze van betaling van achterstallige soldij
wat plundering toestaat. Op dat punt is
China tegenwoordig bezig onze 17de eeuwsche
gebruiken te boven te komen. De Japanners
nu hebben de Tsjintsjouers blijkbaar met
succes aan het verstand gebracht dat zij
aver dit stadium reeds lang heen zijn.
De Japanners hebben in de bezette stad nu
natuurlijk een nieuwe, inschikkelijke Chinee
sche regeering ingesteld volgens hun methode
van ,,de wet verzetten". Deze regeering
schijnt onmiddellijk optimistisehe proclama-
ties te hebben uitgevaardigd. Zij hoopt meer
voor de welvaart te kunnen doen, nu een
groot Chineesch leger niet meer uit de gewes-
telijke financien hoeft te worden onderhouden,
(Zoo is het immers in China, de troepen leven
op het land, heffen zelfs hun eigen belastin-
gen). Ook het vraagstuk der bandieten
vormt, volgens de nieuwe regeering, geen
moeilijkheid meer, daar zij na het vertrek
der troepen van Tsjang Sjoe liang toch iets
van gewapende macht moet hebben, en zij
daar nu de bandieten voor kan aanwerven.
Dit is geen ironische opmerking van ons, maar
slechts een weergeven van de meening der
nieuwe regeering te Tsjintsjou. Zij heeft oog
voor de zegeningen der werkverschaffing van
overheidswege.
Intusschen is nu het gezag van Tsjang Sjoe
liang uit heel Zuid-Mantsjoerije verwijderd
Daarmede is de band tusschen Nanking en
,.'t Is het verkeerde!" gaf Jane, met
half gesmoorde stem ten "antwoord.
Peter keek over haar schouder, kreeg
een lichten schok van verbazing en Eloot
zachtjes tusschen zijn tanden. Hij hao
absoluut geen verstand van schilderijen.
maar zelf was het duidelijk. dat dit niet
de bewuste Romney was. Het was geen
portret, niets dan wat boomen en een
weitje en een groot stuk lucht. Het schil
derij dat naast de Romney had gehangen
de Constable als hij zich niet vergiste.
,,'t Verkeerde!" herhaalde Jane heesch-
fluisterend. Ze zag heel bleek en haar
handen, die het schilderij uitgerold hiel-
den, trilden zoo, dat de boomen en het
weitje en de lucht meededen. Ze had het
uiterlijk van iemand, die onverwacht een
hevigen, ontzenuwden schok gekregen
heeft.
Peter constateerde dit met verbazing,
want hij kon zich niet begrijpen, waarom
ze zich die vergissing zoo aantrok. Het
was waar, dat bij hun jacht maken steeds
de gedachte; t gaat om een Romney,
voorgezeten had, maar wat kwam het er
ten slotte op aan, welke schilderij Mr.
Gibbs zoo brutaalweg meegenomen had.
Hij had er een meegenomen, dat was de
hoofdzaak en dat schilderij hadden zij nu
weer bemachtigd. Daar ging het volgens
Peter om; of het schilderij in quaestie
nu een Romney of een Constable was
deed weinig ter zake.
„Wat kan je dat nu schelen?" vroeg
hij. „Dat komt er toch niets op aan, wel?
Volgens mij is dit zelfs nog beter als
ik me goed herinner heeft Sir Walter
nog meer voor de Constable dan voor de
Romney betaald".
Jane maakte, even, een hopelooze be
weging met haar handen.
,,Maar begrijp je 't dan niet? Ik dacht.
dat de Romney was".
(Wordt vervolgd.)