Tar Neu ensche Courant
Tweede Blad.
BINNENLAND.
BUITENLAND*
L A N DB 0U WBEBICHT EN.
Van den Haag endeHagenaars
Maandag 4 Jan. 1932. No. 8781
VAN
BEN TWEEDE GIFT VAN DE KONINGIN.
Naar gemeld wordt heeft de Koningin ten
fcweeden male een gift geschonken aan het
Nationaal Crisis-Comite.
NATIONAAL CRISIS-COMITe.
Het Nationaal Crisis-comity deelt ons mede:
Uit de antwoorden op de circulaire van 1
December aan de burgemeesters verzonden,
blgkt, dat reeds in ongeveer 350 gemeenten
plaatselijke comity's zijn gevormd; slechts in
150 gemeenten blijkt voorloopig geen bijizon-
dere voorziening in den crisisnood noodzake-
ijjk. Van de overige gemeenten ontbreken
nog definitieve gegevens.
Bereids is aan enkele comity's wier werk-
•aamheden reeds vergevorderd bleken en
welke voldoende gegevens verstrekten om te
kunnen beoordeelen of onmiddellijke hulp ge-
vrenscht was, een uitkeering in geld gedaan.
Nadrukkelijk vestigen wij de aandacbt er
op, dat de plaatselijke comity's in de eerste
plaats op door eigen activiteit te verkrijgen
middelen zijn aangewezen; het Nationaal
Crisis-comity kan deze slechts eenigermate
aanvullen.
Bijna alle giften in natura, ter waarde van
140.000 en waarvan het grootste gedeelte
door de gevers voor bepaalde plaatsen be-
srtemd was, zijn reeds gedistribueerd.
Alhoewel dankbaar voor de reeds ontvan-
gen goederen, is het N. C. C. toch teleurge-
•teld over het geringe aantal der gevers. Wij
houden ons warm aanbevolen voor het ont-
vangen van giften in den voim van nieuwe
dekens, levensmiddelen, brandstoffen, lakens
en dergelijike. Den gevers wordt echter ver-
aocht zich eerst met den penningmeester in
verb in ding te willen stellen, aangezien wij
geen goederen kunnen opslaan. Kleine giften
in natura kunnen het best rechtstreeks aan
de plaatselijke comity's worden gezonden.
LOODSGELDEN EN GEMEENTELIJKE
HA VENT ARIEVEN
In haar memorie van antwoord op het voor
loopig verslag der Eerste Kamer over het
wetsontwerp, houdende aanwijzing der mid
delen voor het dienstjaar 1932 deelt de re-
geering mede, dat zij voomemens is een
kleine commissie in te stellen, bestaande uit
vertegenwoordigers van de drie betrokken
departementen, die van arbeid, handel en
nyverheid, van defensie en van financien, de
twee meest belanghebbende groote gemeen
ten en de reederijen, met de opdracht op kor-
tem termijn een onderzoek in te stellen naar
de kwestie der loodsgelden en der gemeen-
teljjjke haventarieven.
AANKOOP VAN STAATSWEGE VAN
WOESTEN GROND.
Naar gemeld wordt, heeft het rijk onder
de gemeenten Leende en Valkenswaard (in
Noord-Brabant) een streek, waar nog
groote uitgestrektheden woesten grond voor-
komen een complex heide ter grootte van
ruim 1200 HA aangekocht. Het terrein dat
gelegen is aan de Zuidzijde van den weg, die
bovenvermelde dorpen verbindt, heeft tot
korten tijd geleden toebehoord aan baron
Gilles de Pyiichy, wonende in Belgie. Het
complex is, naar men meedeelde voor bebos-
sching bestemd, en het zou de bedoeling zijn,
de gronden met behulp van werkloozen te be-
werken.
AFLOSSING DER 6 NEDERL. STAATS-
EEENING 1922 A.
De Minister van Financien deelt mede, dat
op 1 April 1932 zal worden overgegaan tot
aflossing van de 6 Staatsleening 1922 A.
Het Alg. Hbl. vestigt er de aandacht op,
dat niet de aflossing der geheele 6 leening
1922 groot 300 mill, wordt aangekondigd,
doch slechts van de eerste tranche, groot
f 150 mill., waarvan 1 Jan. 1.1. nog uitstond
f 149.587.000.
Daar beide tranches ter beurze dooryyn
leverbaar zijn, zal vermoedelijk wel worden
overgegaan tot noteering van beide tranches
afzonderlijk, daar de obi. der tranche A thans
xuiver het karakter van disconto-papier
hebben.
DB R. T. M. OP GOEIKEE-OVERFLAKKEE.
Naar Ged. Staten van Z.-Holland in hun
Memorie van Antwoord het afdeelingsverslag
▼an Prov. Staten om de begrooting 1932
mededeelen, hebben zij van den Minister van
Waterstaat bericht ontvangen, dat de Minis
ter in de gegeven omstandigheden niet aan
het vezoek om verschuiving van het tijdstip
▼an ingang der staking van de tramexploi-
tatie op Goeree door de R. T. M. (op 1 Febr.
a.e.) kan voldoen.
NEDERLAND EN BELGIE.
De Belgische minister van buitenlandsche
eaken Hijmans, en dr. Nederbracht, chef van
de afdeeling economische zaken, hebben een
protocol onderteekend, waarbij de Belgische
en de Nederlandsche regeeringen de verbinte-
nis aangaan om ingeval zij maatregelen over
wegen, die tot beperking of prohibitie van den
invoer of in het algemeen tot een belemmering
van den handel tusschen de beide landen kun
nen leiden, deze maatregelen niet toe te pas-
sen op artikelen, die speciaal het andere land
aanbelangen, zonder vooruit met dit land on-
derhandelingen te hebben geopend ten einde
de nadeelen, welke uit deze maatregelen
▼oortvloeien, zooveel mogelijk te ondervangen.
In een officieele mededeeling wordt gezegd,
dat het nieuwe protocol een daad is van soli-
dariteit en wederkeerige welwillendheid. Aan
de onderteekening wordt veel belang gehecht,
in verband met de onlangs door de Neder
landsche Staten-Generaal aan de regeering
verleende machtiging tot tijdelijke beperking
van den invoer van zekere producten. De
Belgische regeering beschikt ingevolge de be-
palmgen der wet van 30 Juni 1931 over een
gelijksoortige volmacht, waarvan zij, naar
men weet, reeds gebruik heeft gemaakt.
DE CONTINGENTEERINGSCOMMISSIE.
De Minister van Arbeid, handel en nijver-
heid heeft de commissies van advies voor de
erisis-invoerwet en uitvoerwet, die op dezelf-
de vvijze zijn samengesteld, gelnstalleerd met
een rede, waarin hij eraan herinnerde, dat de
tnedewerking der commissies wordt gevraagd,
omdat het handelsverkeer over geheel de we-
reld uit zijn gewone beddingen is geraakt
aoodat het onvermijdelijk werd, ter voorko-
ming van de noodlottigste overstroomingen
ons erf van den noodigen afweer te voorzien.
Spoed was vereischt om de crisisinvoerwet na
haar plaatsing in het Staatsblad tot ultvoe-
ring te brengen. En nog meer geidt dit ver-
volgde spreker, voor de crisisuitvoerwet.
Reeds in mijn verlangen om met veel spoed
te kunnen handelen, zijt gij mij zeer ter wille
geweest. Van uw commissie verwacht ik
voorts, zeide Z.E. verder o.m., dat zij haar
arbeid met voorzichtigheid en met kracht zal
vervullen. Wanneer uw commissie gewenscht
zou achten, dat zij, voor bepaalde artikelen,
met deskundigen, dichter staande bij het be
trokken belang, zou worden uitgebreid, welke
dan adviseerende stem zouden hebben, ben ik
bereid dat te overwegen.
Bij uwen arbeid zult gij van omstandigheden
van uiteenloopenden aard u rekenschap geven.
Reeds is uit de behandeling van het ontwerp-
crisisinvoerwet duidelijk, welke omstandig
heden in het algemeen de regeering voor
oogen staan. Daaraan zou wellicht nog toe-
gevoegd kunnen worden een vingerwijziging,
voor de mogelijkheid, welke de wet open laat
om specuiatie in den vorm van overmatigen
invoer juist met het oog op de kans van con-
tingenteerimg, te fnuiken. Immers, uw com
missie kan overwegen mij voor te stellen het
contingent voor een aanvankelijke periode z6o
te verdeelen, dat eerst de speculatieve voor-
raad door importeurs voortijdig opgestapeld
wordt verwerkt, om pas daama het eigen-
lijke contingent voor die importeurs te laten
gelden.
Noch onze landbouw, noch onze industrie
zullen in de contingenteering een orde van
zaken zien, welke ons land meer baat geeft
dan internationaal handelsverkeer. Slechts
om het beperken der onnoemelijke schade
gaat het, welke de stremming van dat ver-
keer, door buitenlandsche maatregelen, ons
land aandoet. Wat daartoe noodig is, zal de
regeering gebruik makend van uw advies, ver-
richiten.
De voorzitter van de commissie, de heer A.
Spanjaard, zeide in zijn antwoord o.m., dat
de commissies ten voile bereid zijn, de zware
taak op haar schouders te nemen en het com
plex van factoren, dat tot een eventueel ad
vies zal leiden, ernstig onder de oogen te zien.
Te moeilijker is de taak, aldus spreker, omdat
de crisisperiode, waarin wij thans verkeeren,
van zoo geheel anderen aard is dan die van
haar onmiddellijke voorgangsters. Men moge
al beweren, dat ook deze crisis een direct of
indirect gevolg is van den grooten oorlog, in
wezen zijn de symptomen en de gevolgen niet
te vergelijken met die van de crisis, die wij
tijdens en onmiddellijk na den oorlog doorleef-
den. En al mogen de maatregelen, alom ge-
nomen, en die ook wij nu staan te nemen,
veel uiterlijke overeenkomst vertoonen met de
oorlogscrisismaatregelen, in wezen is er groot
verschil, ook en vooral in psychologischen
aard. Leefde men in en onmiddellijk na den
oorlogstijd in het vaste vertrouwen, dat na de
beeindiging van den grooten strijd door gelei-
delijke opheffing van de noodmaatregelen het
internationale verkeer zich geleidelijk zou her-
stellen, thans, nu men heeft ingezien, dat, be-
houdens enkele jaren van herstel en van min
of meer kunstmatigen opbloei, ons economi
sche stelsel een al te gevoeligen slag heeft on-
dergaan, is de menschheid voor het overgroote
deel in een diep pessimisme verzonken en alle
landen zijn tot een sauve-qui-peut overgesla-
gen, alsof van een herstel van het verkeer
geen sprake meer zou kunnen zijn.
Het moet onze taak zijn, zoodanige maat
regelen aan te bevelen, die ertoe meewerken,
dat pessimisme den kop in te drukken en de
hoop op een nieuwen en beteren tijd te ver-
levendigen. Hebben wij daarbij in de eerste
plaats de nooden van ons eigen land in het
oog te houden, niet mag worden vergeten, dat
blijvende verbetering slechts mogelijk is, wan
neer de volkeren zich meer met elkander ver-
staan, waarvoor de kansen door al te straffe
maatregelen steeds geringer worden.
MENITIE VOOR DIJITSCHLAND
Het Tweede Kamerlid Albarda heeft den
Minister van Binnenlandsclie Zaken en Land
bouw, voorzitter van den raad van Ministers
de volgende vragen gesteld:
1. Heeft de regeering kennis genomen van
het gerucht, onlangs in Frankrijk door den
heer Franklin-Bouillon in een redevoering
verbreid, dat in Nederland 1200 stukken
zwaar geschut zouden zijn vervaardigd, be
stemd voor Duitschland?
2. Heeft de regeering ook kennis genomen
van de door het telegraaf-agentschap Belga,
op gezag van den heer Jean Rey, lid van de
Academie van Wetenschappen te Parijs, over-
gebrachte bewering, volgens welke een mede-
werker van een groot Fransoh bankiershuis
bij zijn verblijf in Nederland zou hebben ver-
nomen, dat hier te lancje ter voldoening aan
Duitsche opdrachten granaten voor zwaar ge
schut worden vervaardigd, voor welke be-
stellingen de betalingen vlot geschieden en
waarvan de Nederlandsche fabrikanten zou
den hebben verklaard, dat hunne ornder-
nemingen haar bestaan voor een belangrijk
deel aan die bestellingen danken?
3. Is de regeering, wegens den grooten
invloed, die zulke geruchten, hoe vaag zij ook
zijn, op de openbare meening kunnen uit-
oefenen, wat vooral biji de nadering van de
Ontwapeningsconferentie van belang kan zijn,
bereid mede te deelen, wat zij omtrent de
juistheid van de in de beide vorige vragen
vermelde geruchten kan verklaren?
4. Indien de geruchten geen waarheid be-
vatten, vindt de regeering dan daarin geen
aanleiding aan de regeering van Frankrijk
ook ongevraagd de noodige inlichtingen te
geven
5. Indien de geruchten geheel of ten deele
op waarheid berusten, wil de regeering dan
mededeelen, waarin die waarheid bestaat, en
welke stappen zij heeft ondemomen of denkt
te ondernemen om zooveel mogelijk te verhin-
deren, dat hier te lande wordt medegewerkt
tot de schending van verdragen, waaraan
andere mogendheden gebonden zijn?
DE ECONOMISCHE TOESTAND DER
WERELD.
In de Woensdagmiddag aangevangen bui-
tengewone zitting van de Kamer van Koop-
handel en Fabrieken voor Amsterdam heeft
de voorzitter, de heer E. Heldring, bij het
einde van het jaar 1931, zooals gebruikelijk
is, een overzicht gegeven van den economi-
schen toestand in de wereld en te onzent.
Zijn zeer uitvoerige beschouwing was dit-
niaal van te meer beteekenis, wijl zij samen-
viel met zijn afscheid van de Kamer.
Zooals te verwachten was, kwam in spre-
kers rede de mineurtoon sterk naar voren.
Lichtpunten, zeide spreker, zijn nauwelijks te
ontwaren; zekere mogelijkheden van herstel,
door spreker het vorige jaar genoemd, wer-
den niet vervuld; integendeel, de vicieuse
wisselwerking tusschen steeds toenemend
wantrouwen, zich uitende door credietbeper-
king, en de daling van groothandelsprijzen
schreed voort.
Voor de Europeesche nijverheid ziet spre
ker voorshands geen emstige mededinging
van Rusland, omdat het binnenlandsche af-
zetgebied, dat voor de hand ligt, reusachtige
mogelijkheden laat. In Engeland wordt het
op peil houden van het pond door de ver-
pletterende hoogte der staatsschuld bemoei-
lijkt. Voor een stabilisatie is in elk geval een
definitieve verliohting der oorlogsschulden on-
ontbeerlijk, in de gedeprecieerde valuta bren
gen zij een ondragelijke verplichting tegen-
over Amerika mede.
Na gewezen te hebben op de gevaren van
de deviezenpolitiek en de invoerbeperking,
welke door verschillende landen worden toe-
gepast, wijdde spreker een beschouwing aan
den standaard, daarbij opmerkende, dat men
moet streven naar toestanden, die de weder-
uitbreiding van den gouden standaard moge
lijk maken, een streven, waarin zoowel regee
ringen als centrale banken behooren samen
te werken.
Voor de scheepvaart en voor den scheeps-
bouw zijn de vooruitzichten nooit slechter ge
weest.
In Nederland, zeide spreker, is de binnen
landsche economische toestand zorgelijk, als
gevolg van de ontwikkeling van zaken buiten
de grenzen en de hoogte van onze productie-
en exploitatiekosten. Beschermd door onze
zeer sterke gouapositie en onze credietver-
houding tot het buitenland, behoeven wij ons
over den gulden niet ongerust te maken, op
voorwaarde dat men van alle zijden tot be-
houd van het finamcieele evenwicht in de
volkshuishouding medewerkt.
Wat de betalingsbalans betreft kan de al-
gemeene indruk niet overmatig gunstig zijn,
hoewel geenszins verontrustend.
Na een bespreking van de bodembedrijven,
wees spreker er op, dat onze zeescheepvaart
een verderen, gevaarlijiken slag heeft gekre-
gen door den val van het pond, het vraag-
stuk van de verdere ontwikkeling in het be-
drijf wordt in groote mate door de hoogte
der gages beheerscht. De Rijnvaart heeft ook
zwaar onder de economische crisis te lijden,
de binnenschipperij is allerwege noodlijdend
geworden.
Tenslotte den toestand van Amsterdam be-
sprekende, wees spreker erop, dat deze be-
paald slecht is en zonder vooruitzicht spoedig
beter te worden. De financien der stad kun
nen slechts beveiligd worden langs den weg,
door het hoofd der gemeente aangegeven:
drastische bezuiniging, in belangrijke mate
mogelijk te maken door vermindering van
salarissen en loonen, die het budget veel te
zwaar drukken.
HINDENBURG'S NIEUWJAARS-
WOORDEN.
Oudejaarsavond heeft president von Hin-
denburg voor alle Duitsche zenders zijn
Nieuwjaarsgroet aan het Duitsche volk ge-
bracht. Met een zeldzaam krachtige en voile
stem voor een 80-jarige begon de Rijkspresi-
dent, stipt op het aangekondigde uur:
Duitsche mannen en vrouwen!
Mijn ambt als rijkspresident en het feit dat
ik op mijn leeftijd een betrekkelijk groot
stuk van Duitschland's geschiedenis heb mee-
gemaakt, geven mij het recht een paar woor-
den tot u alien te richten bij het einde van
een jaar van kommer en zorgen, om u te hel-
pen de nooden van het oogenblik te kunnen
dragen. Ik sta hier in het voile bewustzijn
van de schrikkelijke offers die ieder van ons
dit jaar heeft moeten brengen om ons plan te
helpen volvoeren van het overwinnen der
crisis door onze eigen krachten. Maar daarom
verdient het Duitsche volk een woord van
waardeering en diepen dank voor zijn bereid-
willigheid om de lasten die ons opgelegd
zijn te dragen in het bewustzijn van de nood-
zakelijkheid daarvan. Dit wilde ik voorop-
stellen, maar onmidde.ljk als mijn meening
daaraan vastknoopen, dat deze opofferings-
gezindheid ons eveneens het ontwijfelbare
recht geeft om van de andere volkeren te
eischen, dat zij onze lasten niet verzwaren
zullen tot het punt waarop zij volkomen
ondragelijk zouden worden want daardoor
zou onze herleving en gezondmaking opnieuw
in gevaar worden gebracht.
Wij zijn ontwapend, maar ons recht op
veiligheid is daardoor niet minder geworden
dan van ieder ander volk en onze stem zal op
de a.s. ontwapeningsconferentie niet minder
luide klinken.
Onwillekeurig gaan op een oogenblik als dit
en na een jaar als wij zoo juist beleefd en
doorgeworsteld hebben mijn gedachten terug
naar Tannenberg
(Op dit oogenblik werd de rede van den
president moedwillig gestoord door een ster-
ken zender, die, ook in het Duitsch, eenige
zinnen in den ether gooide.)
De president vervolgde:
Toen (bij Tannenberg) evenals nu was onze
toestand zoo, dat ook de dapperste onder ons
zich aarzelend afvroeg wat het einde zou zijn
van een zoo hachelijk uitziende ondememing.
Maar de ingewortelde liefde voor ons vader-
land en het vaste vertrouwen in zijn leiders
vormden de banden die het geheele leger toen
bezielden en het einde was een groote over-
winning in ons voordeel.
Ook nu weer beleven wij zulk een critiek
uur en ook nu moet het geheele volk in eens-
gezindheid de handen ineenslaan om, wat ook
de toekomst brengen zal, wat ook het nood-
lot voor ons beschikt heeft, in onwankelbaar
vertrouwen pal te blijven staan.
God, de Heer, heeft ook vroeger stormen
over ons gezonden en wij hebben niet gewan-
keld, ook ditmaal zal Hij ons in het einde
niet verlaten. Dat is mijn heilige overtuiging
en in dit vaste vertrouwen roep ik u alien
uit het diepst van mijn hart en ziel een geluk-
kig en gezegend nieuwjaar toe".
Na afloop van de rede die precies 6 minuten
geduurd heeft, is zij voor de talrijke Ameri-
kaansche luisteraars in het Engelsch vertaald
en deze vertaling is zonder storing overge-
komen. De omroeper die nu aan het woord
was, deelde in zijn inleiding nog mee, dat de
president sprak van zijn studeerkamer uit in
de Wilhemstrasse en dat in de anti-chambre
slechts de portretten hingen van Gustav
Stresemann en Hindenburgs voonganger, pre
sident Ebert.
Volgens het persbureau V. D. is de storing
begonnen met de aankondiging: „Achtung,
Achtung, Deutschland steht im Zeichen von
Rot-Front".
Men mag dus schrijft de N. R. Crt.,
veilig aannemen, dat de storing van commu-
nistische zijde is begaan.
DE „ONGEHOORZAAMHEID" EN DE
BOYCOT OPNIEUW AFGEKONDIGD.
Het uitvoerend comity van het Al. Indisch
Nationaal Congres te Bombay heeft besloten,
opnieuw over te gaan tot de campagne van
burgerlijke ongehoorzaamheid, het weigeren
van belasting- en pachtbetalen en boycot van
Britsche goederen en personen.
Terstond na afloop van de zitting, waarin
dit besluit genomen werd heeft Gandhi den
Onderkoning, Lord Willingdon, een ultima
tum gezonden, waarin hij hem mededeeling
doet van het Congres-besluit en hem nog-
maals om een onderhoud - verzoekt, met de
mededeeling, dat het Congres bereid is te
wachten met het afkondigen van de onge-
hoorzaamheids-campagne tot het onderhoud
heeft plaats gevonden.
In antwoord op dit ultimatum heeft de On
derkoning Gandhi medegedeeld, dat hij in
principe tot het onderhoud bereid is, doch
dat daarbij de jongste, door de regeering ge
nomen anti-terreurmaatregelen niet in be
spreking kunnen komen. Gandhi heeft hier-
op geantwoord, dat hij het schrijven van den
Onderkoning onbevredigend acht en het be-
schouwt als een afwijzing van zijn voorstel.
Hi} herhaalt zijn verzoek om een onderhoud
zonder bepaalde voorwaarden.
In wel-ingelichte kringen te Bombay ver
wacht men dezer dagen de afkondiging van
n anti-terreurverordening, die o.a. de arres-
tatie van tal van Congres-leiders, misschien
ook van Gandhi, zal inhouden.
In een vergadering heeft Gandhi verklaard,
dat hem misschien nog slechts enkele dagen
van vrijheid te wachten stonden.
Het Congres zal waarschijnlijk een resolutie
aannemen, waarin alle groote mogendheden
worden opgeroepen om haar aandacht te
wij den aan de gebeurtenissen in Indie en
eventueel ten gunste van Indie in te grijpen.
Het Al-Indische Congres heeft Vrijdag-
avond een resolutie aangenoman, waarin de
vrije volken der wereld worden uitgenoodigd
regeeringsvertegenwoordigers naar Indie te
zenden om de vorderingen van de Indische
beweging te bestudeeren en wanneer zij van
de juistheid van de door het Congres aan-
gewende middelen tot bereiking van het na-
tionale doel overtuigd zijn, de Indische be
weging een nog grootere en actiever steun
te verleenen dan tot dusver.
Het Congres heeft verder een aantal reso-
luties aangenomen, waarin het plan voor de
ongehoorzaamheiids-campagne nauwkeurig
wordt vastgesteld. In de verschillende pro-
vincies en districten zullen speciaal daartoe
aangewezen dictators de te nemen maat
regelen controleeren.
De eigendommen van het Congres zijn naar
een veiliger plaats gebracht.
De Onderkoning is per vliegtuig uit Cal
cutta naar Delhi teruggekeerd.
Het uitvoerend comity van het Al-Indisch
Congres heeft een tweede motie aangenomen,
waarin een beroep wordt gedaan op alle
kooplieden in buitenlandsche weefstoffen, om
hun handel stop te zetten en waarin het volk
wordt aangespcord, het gebruik van alle be-
laste artikelen zooveel mogelijk te beperken
en zoo weinig mogelijk gebruik te maken van
spoorwegen, posterijen, telegrafie en derge-
lijke staatsdiensten.
BESPUITING VAN BESSENSTRUIKEN
MET CARBOLINEUM.
De Plantenziektenkundige Dienst te Wage-
ningen schrijft:
In verband met het veelvuldig optreden
van „spint" in kruisbessen-struiken in het af-
geloopen jaar wordt aan alle kruisbessentelers
den raad gegeven, hun kruisbessenstruiken
v65r het midden van Februari te bespuiten
met een 7(4 pet. carbolineumoplossing. Tegen
het spint (een aantasting door mijten, waar-
door het blad een grauwe tint krijgt en de
groei van struik en bessen zeer benadeeld
wordt) is deze bespuiting, mits zij zorgvuldig
wordt uitgevoerd en dus alle takjes voldoende
worden bevochtigd, een afdoend bestrijdings-
middel. De in zwarte besse- en aalbessestrui-
ken zoo veelvuldig optredende en vaak zoo
schadelijke bladluizen worden ook met een
7'/2 pet. earbolineum-oplossing afdoende be-
streden. Voor het verkrijgen van een goeden
oogst is deze bespuiting noodzakelijk te ach
ten. Bespuiting van bessestruiken moet in het
algemeen omstreeks het midden van Februari
beeindigd zijn.
Nadere inlichtingen worden gaarne verstrekt
door den Plantenziektenkundigen Dienst te
Wageningen en door de bij dezen Dienst werk-
zame ambtenaren.
BESPUITING VAN BOOMHVVEEKERIJ-
GEVVASSEN MET CARBOLINEUM.
In verband met de steeds toenemende
eischen omtrent afwezigheid van parasieten,
die door de plantenziektenkundige diensten in
andere landen gesteld worden aan de aldaar
in te voeren boomkweekerijplanten, raadt de
Plantenziektenkundige Dienst te Wageningen
alle boomkweekers ten emstigste aan, alle
daarvoor in aanmerking komende boomen en
heesters op hun kweekerijen grondig te be
spuiten met een 7(4 pet. earbolineum-oplos
sing. Ook voor den binnenlandschen handel is
deze bespuiting zeer wenschelijk te achten.
Nauwkeurige gegevens over de te bestrijden
parasieten en de uitvoering van de bespuiting
zijn opgenomen in mededeeling no. 33 van den
Plantenziektenkundigen Dienst te Wagenin
gen: Sproeien en Sproeiers.
Verkeersproblemen. De eerste
Haagsche verkeersagent
Mislukte experimenten. De
ongevallen-reeks. Den Haag
in schemering.
We zitten hier in Den Haag al sinds ver-
scheidene jaren met vele diverse verkeers
problemen in onze maag ondanks het feit,
dat begin April van dit jaar de Residential
verkeerspolitie reeds tien jaar in leven was.
En toch kan men sbellig niet zeggen dat
de troep mannen, die onder leiding van hoofd-
inspecteur Snethlage bijgenaamd „de grijze
verkeersgeneraal"op den weg de noodige
verkeersbeschaving moet verbreiden, stil °-e-
zeten heeft.
Een goede tien jaar geleden muntte het
Haagsche verkeers-leven uit door een gemoe-
delijk-landelijken eenvoud. Toen in de laat-
ste dagen van Maart des jaars 1921 de eer
ste Residentiale verkeersagent viel te bewon-
deren, wekte dat nog in hooge mate de vroo-
lijkheid op van velen, die van grootestadsbe-
grippen geen ziertje verstand hadden. Die
eerste verkeersregelaar werd aangegaapt door
het Haagsche publiek, als stond daar een
neger uit Centraal-Afrika met zijn knots te
zwaaien! Want deze eerste paladijnen voor
safety-first" waren uitgerust met een glim-
menden, witgelakten stok, waarmee zij drei-
gtende, en door Jiet rijdende publiek van des-
tijds grootendeels onbegrepen bewegingen
maakten naar verschillende kanten.
Men kan veilig aannemen, dat de taak van
den eersten Haagschen verkeersagent een
uiterst-ondankbare is geweest, een ,,honde-
baantje". Men beschouwde hem als- een on-
duldbare dwingeland, waaraan een goed Hof-
stedeling zich toch zeker niets gelegen moest
laten liggen!
Wie zich niet nijdig maakte om de „bruta-
liteit" van den man, die op de tallooze ver-
keersovertredingen „aanmerking" durfde
maken, zag hier een bron van vermaak. Zijn
wijs- en zwaaibewegingen wekten den lach-
lust op der te hoop geloopen menigte. Doch
kwam een weggebruiker in conflict met de
begrippen omtrent verkeerstucht en -orde,
dan werd van agentje 't alleruiterste gevor-
derd aan kracht om zijn prestige te hand-
haven. Eerst langzaam drong het besef tot
de ingezetenen'door dat men in den nieuwen
verkeers-regelaar had te zien een man, die
daar werkte en al zijn best deed geheel in
't belang van... het publiek.
Dat onze verkeerspolitie in de afgeloopen
jaren altijd even gelukkig is geweest met ex
perimenten, proeven-nemen, kan ook niet wor
den gezegd. Er zijn tallooze proeven geno
men met allerlei middelen en systeempjes,
doch 't liep meestal op niets uit. Veel spot-
tend geschrijf heeft ongetwijfeld wijlen de eer
ste en eenige Haagsche ,,verkeerskwal" uitge-
lokt. Het was een groen-glazen pot, met een
lichtje erin, die op den hoek van de Laan
Copes en de Koninginnegracht midden op den
rijweg werd neergeplant, om het auto-verkeer
te noodzaken, een flinke bocht be maken.
Geregeld om den anderen dag gingen de
wielen van een of anderen zwaren vracht-
automobiel over de groenliohtende ,,kwal"
heen en meldden de avondbladen trouw het
nieuwste nieuws, dat kwal numero zooveel
weer gesneuveld was op het veld van eer...
Met de koppigheid van zeker bekend dier bleef
onze verkeerspolitie nieuwe kwallen produ-
ceeren, doch ik vermoed dat opzet aan het
geval niet vreeimd was, want met verontrus-
tende regelmaat werd het glazen wonder in
puin gereden... Een tijd lang heeft men de
Hagenaars tureluursch gemaakt met een
,,kleurig" verkeerssysteem op de Laan van
Meerdervoort, waardoor 't den weggebruikers
in den meest-letterlijken zin van het woord
,,groen en geel" voor de oogen werd. Op een
ingewikkeld kruispunt een knooppimt van
eventjes acht wegen! had men een licht-
signalen-systeem in toepassing gebracht, waar
niet minder dan drie kleuren bij te pas kwa-
men: rood, geel en groen!
De beteekenis van rood en groen is wel al
gemeen bekend. Werd een rood glaasje ver-
licht, dan beteekende dat natuurlijk: stop,
een groenvrij, maar het gele.
Daar heeft men de meest-curieuze dingen
mee beleefd! Als dan na rood geel verscheen
dacht iedereen dat zulks „vrrj" beteekende,
maar dat scheen niet in de bedoeling van het
systeem te schuilen. Men moest wachten op
groen". Niemand heeft begrepen welke rol
dat geel ooit werd toegedacht. 't Is dan ook
oorzaak geweest van heftige disputen tus
schen den armen verkeersagent, die de seinen
moest bedienen en bet getreiterde publiek,
dat 't nu terecht vertikte om zich te laten
ringelooren. Ten slotte werd het systeem ver-
eenvoudigd. Thans doet men het alleen met
rood en groen.
En dat gaat natuurlijk „gesmeerd!" Den
Haag heeft voorts zijn „verkeersraadsels".
Een klein voorbeeld: Bij 't begin eener straat
ziet men een paar van de bekende roode
waarschuwingsborden boven elkaar aange-
bracht. Wie zich aan een of ander modem
vervoermiddel heeft toevertrouwd is zeker
verplicht, van hetgeen op die borden staat
vermeld kennis te nemen. Gesteld, u is
motorrijder en wilt bedoelde straat inrijden.
Gij raadpleegt dus de borden. Op nummero
een staat dan: ,,Verboden voor motorrijtuigen,
behalve tweewielers", en op nummero twee:
„Verboden voor rijwielen en motor-tweewie-
lers!"...
Ik weet niet of de Residentie het monopo-
lie bezit van dit fraai's maar 'n feit is dat
men hier te doen heeft met een allerzotste
vertooning, zeer schadelijk voor het prestige
onzer stedelijke verkeersregelaars.
Zoo ziet men dat de term „onfeilbaar" op
hen moeilijk van toepassing kan worden ge
bracht. De Hagenaars zijn dan ook vol-
strekt niet ten voile tevreden over de ver-
keers-toestanden in de stad. Hoewel 't lang
zaam in de goede richting gaat. Een groot
gebrek is nog, dat de gewone agenten", die
dus niet behooren tot de monnetjes van hoofd-
inspecteur Snethlage, over 't algemeen zich
bitter weinig aan het verkeer gelegen laten
liggen Een fietser, die zich bij avond per
ongeluk zonder licht voortbeweegt zal onge
twijfeld door zoo'n wijk-agent ,,gegrepen"
worden, maar toezicht op het behoorlijk' na-
leven van de verkeersvoorschriften wat be
treft snelheid. rechtshouden, voorrang-verlee-
neu, houdt hij niet. In den Raad is daarover
geklaagd en 't schijnt, dat daarin nu spoe
dig verandering zal komen.
t Heeft dan ook niet zoo heel velen ver-
baasd dat het cijfer der verkeersongevallen in
Den Haag nog steeds stijgende blijft. Men
spreekt dit jaar van een record! Het „Vad."
publiceerde cijfers, die aantoonen dat in de
eerste negen maanden van 1931 niet minder
dan 2702 ongevallen hebben plaats gevonden,
veroorzaakt door 't verkeer! Drie jaar ge
leden was het cijfer: 2164. Nu kan men ge-
rust een niet onbelangrijk gedeelte dier on
gevallen-reeks toeschrijven aan de op vele
plaatsen in onze stad treurige straatverlich-
ting. Er zijn Hagenaars, die in ernst spreken
als zij hun stad eeniger mate durven verge
lijken met Parijs, de Ville Lumidre. Hoe zij
den euvelen moed daartoe vinden is mij een
volkomen raadsel. Met echt-Hollandsche zui-
nigheid heeft men in en op onze vele straten
pleinen en lanen spaarzame lichtpuntjes ge-
plant, die bij avond nog juist in staat zijn, de
„ergste duistemis" te verdrijven.
Onze binnenstad maakt natuurlijk een uit-
zondering. Daar zorgen de vele winkels wel
voor 'n zee van licht. Maar in de buitenwij-
ken daalt bij avond op de arme Hofstedelin-
gen neer een trieste schemering, die vaak
,,unheimisch" aandoet. Eenige dagen geleden
is op een van onze oudste hoofdverkeers-
wegen met Scheveningen de Oude Scheve-
ningsche weg, in vroeger eeuwen „Zeestraat"
genaamd een buitenlander enkele uren na
zonsondergang aangevallen en neergeslagen
en, na uitgeplunderd te zijn, in een langs den
weg staand boschje geworpen, waar hij een
poos later gevonden werd in bewusteloozen
toestand. Van de struikroovers is nog geen
spoor ontdekt.
Dergelijke dingen zijn mogelijk, omdat men
zelfs belangrijke verkeerswegen, en de on
middellijke omgeving daarvan, op de meest-
schriele wijze verlicht. Na tallooze klachten
gaat men er eindeljk toe over, gevaarlijke
kruispunten 's avonds behoorlijk overzichtelijk
te maken door het plaatsen van sterke, hoog-
geplaatste lichtbronnen.
Jarenlang heeft men 't niet noodig geoor-
deeld een vooral 's zomers buitengewoon-
druk bereden weg, die de verbinding vorrnt
tusschen Westelijk-Den Haag en het jongste
troetelkindje der Residentie", genaamd Kijk-
duin, eenvoudigte verlichten! Als had
men te doen met een onbekend zandweggeitje
in de buurt van 'n vergeten dorp, moest men
hier maar zien in 't dohker voort te komen.
Verblindende autolichten deden telkens fiet-
sers tuimelen, die van schrik den weg kwijt
raakten en naast den straatweg in het zand
een onverwachte duikeling maakten. Toch
werd aan verlichting niet gedacht, welk ver-
zuim stellig de hooge goedkeuring wegdroeg
van de vele jonge Hagenaars en Hagenaar-
sters, die hier onbespied vele zoete woorde-
kens fluisterden, zoo nu en dan opgeschrikt
door het felle schijnsel van een stellig expres-
selijk op hen gerichten auto-schijnwerper, die
leelijk geheimpjes kon doen verklappen
Als men hier met kracht den strijd tegen
de verkeersongevallen wil aanbinden, dan
dient men allereerst de straatverlichting
grondig te herzien. Allereerst in 't belang
van den veiligheid, waar ook: om 't Haagje
bij-avond wat gezelliger, levendiger te maken!
EIBER.