Tar Neu ensche Courant Tweede Blad. BINNENLAND. BUITENLAND* L A N DB 0U WBEBICHT EN. Van den Haag endeHagenaars Maandag 4 Jan. 1932. No. 8781 VAN BEN TWEEDE GIFT VAN DE KONINGIN. Naar gemeld wordt heeft de Koningin ten fcweeden male een gift geschonken aan het Nationaal Crisis-Comite. NATIONAAL CRISIS-COMITe. Het Nationaal Crisis-comity deelt ons mede: Uit de antwoorden op de circulaire van 1 December aan de burgemeesters verzonden, blgkt, dat reeds in ongeveer 350 gemeenten plaatselijke comity's zijn gevormd; slechts in 150 gemeenten blijkt voorloopig geen bijizon- dere voorziening in den crisisnood noodzake- ijjk. Van de overige gemeenten ontbreken nog definitieve gegevens. Bereids is aan enkele comity's wier werk- •aamheden reeds vergevorderd bleken en welke voldoende gegevens verstrekten om te kunnen beoordeelen of onmiddellijke hulp ge- vrenscht was, een uitkeering in geld gedaan. Nadrukkelijk vestigen wij de aandacbt er op, dat de plaatselijke comity's in de eerste plaats op door eigen activiteit te verkrijgen middelen zijn aangewezen; het Nationaal Crisis-comity kan deze slechts eenigermate aanvullen. Bijna alle giften in natura, ter waarde van 140.000 en waarvan het grootste gedeelte door de gevers voor bepaalde plaatsen be- srtemd was, zijn reeds gedistribueerd. Alhoewel dankbaar voor de reeds ontvan- gen goederen, is het N. C. C. toch teleurge- •teld over het geringe aantal der gevers. Wij houden ons warm aanbevolen voor het ont- vangen van giften in den voim van nieuwe dekens, levensmiddelen, brandstoffen, lakens en dergelijike. Den gevers wordt echter ver- aocht zich eerst met den penningmeester in verb in ding te willen stellen, aangezien wij geen goederen kunnen opslaan. Kleine giften in natura kunnen het best rechtstreeks aan de plaatselijke comity's worden gezonden. LOODSGELDEN EN GEMEENTELIJKE HA VENT ARIEVEN In haar memorie van antwoord op het voor loopig verslag der Eerste Kamer over het wetsontwerp, houdende aanwijzing der mid delen voor het dienstjaar 1932 deelt de re- geering mede, dat zij voomemens is een kleine commissie in te stellen, bestaande uit vertegenwoordigers van de drie betrokken departementen, die van arbeid, handel en nyverheid, van defensie en van financien, de twee meest belanghebbende groote gemeen ten en de reederijen, met de opdracht op kor- tem termijn een onderzoek in te stellen naar de kwestie der loodsgelden en der gemeen- teljjjke haventarieven. AANKOOP VAN STAATSWEGE VAN WOESTEN GROND. Naar gemeld wordt, heeft het rijk onder de gemeenten Leende en Valkenswaard (in Noord-Brabant) een streek, waar nog groote uitgestrektheden woesten grond voor- komen een complex heide ter grootte van ruim 1200 HA aangekocht. Het terrein dat gelegen is aan de Zuidzijde van den weg, die bovenvermelde dorpen verbindt, heeft tot korten tijd geleden toebehoord aan baron Gilles de Pyiichy, wonende in Belgie. Het complex is, naar men meedeelde voor bebos- sching bestemd, en het zou de bedoeling zijn, de gronden met behulp van werkloozen te be- werken. AFLOSSING DER 6 NEDERL. STAATS- EEENING 1922 A. De Minister van Financien deelt mede, dat op 1 April 1932 zal worden overgegaan tot aflossing van de 6 Staatsleening 1922 A. Het Alg. Hbl. vestigt er de aandacht op, dat niet de aflossing der geheele 6 leening 1922 groot 300 mill, wordt aangekondigd, doch slechts van de eerste tranche, groot f 150 mill., waarvan 1 Jan. 1.1. nog uitstond f 149.587.000. Daar beide tranches ter beurze dooryyn leverbaar zijn, zal vermoedelijk wel worden overgegaan tot noteering van beide tranches afzonderlijk, daar de obi. der tranche A thans xuiver het karakter van disconto-papier hebben. DB R. T. M. OP GOEIKEE-OVERFLAKKEE. Naar Ged. Staten van Z.-Holland in hun Memorie van Antwoord het afdeelingsverslag ▼an Prov. Staten om de begrooting 1932 mededeelen, hebben zij van den Minister van Waterstaat bericht ontvangen, dat de Minis ter in de gegeven omstandigheden niet aan het vezoek om verschuiving van het tijdstip ▼an ingang der staking van de tramexploi- tatie op Goeree door de R. T. M. (op 1 Febr. a.e.) kan voldoen. NEDERLAND EN BELGIE. De Belgische minister van buitenlandsche eaken Hijmans, en dr. Nederbracht, chef van de afdeeling economische zaken, hebben een protocol onderteekend, waarbij de Belgische en de Nederlandsche regeeringen de verbinte- nis aangaan om ingeval zij maatregelen over wegen, die tot beperking of prohibitie van den invoer of in het algemeen tot een belemmering van den handel tusschen de beide landen kun nen leiden, deze maatregelen niet toe te pas- sen op artikelen, die speciaal het andere land aanbelangen, zonder vooruit met dit land on- derhandelingen te hebben geopend ten einde de nadeelen, welke uit deze maatregelen ▼oortvloeien, zooveel mogelijk te ondervangen. In een officieele mededeeling wordt gezegd, dat het nieuwe protocol een daad is van soli- dariteit en wederkeerige welwillendheid. Aan de onderteekening wordt veel belang gehecht, in verband met de onlangs door de Neder landsche Staten-Generaal aan de regeering verleende machtiging tot tijdelijke beperking van den invoer van zekere producten. De Belgische regeering beschikt ingevolge de be- palmgen der wet van 30 Juni 1931 over een gelijksoortige volmacht, waarvan zij, naar men weet, reeds gebruik heeft gemaakt. DE CONTINGENTEERINGSCOMMISSIE. De Minister van Arbeid, handel en nijver- heid heeft de commissies van advies voor de erisis-invoerwet en uitvoerwet, die op dezelf- de vvijze zijn samengesteld, gelnstalleerd met een rede, waarin hij eraan herinnerde, dat de tnedewerking der commissies wordt gevraagd, omdat het handelsverkeer over geheel de we- reld uit zijn gewone beddingen is geraakt aoodat het onvermijdelijk werd, ter voorko- ming van de noodlottigste overstroomingen ons erf van den noodigen afweer te voorzien. Spoed was vereischt om de crisisinvoerwet na haar plaatsing in het Staatsblad tot ultvoe- ring te brengen. En nog meer geidt dit ver- volgde spreker, voor de crisisuitvoerwet. Reeds in mijn verlangen om met veel spoed te kunnen handelen, zijt gij mij zeer ter wille geweest. Van uw commissie verwacht ik voorts, zeide Z.E. verder o.m., dat zij haar arbeid met voorzichtigheid en met kracht zal vervullen. Wanneer uw commissie gewenscht zou achten, dat zij, voor bepaalde artikelen, met deskundigen, dichter staande bij het be trokken belang, zou worden uitgebreid, welke dan adviseerende stem zouden hebben, ben ik bereid dat te overwegen. Bij uwen arbeid zult gij van omstandigheden van uiteenloopenden aard u rekenschap geven. Reeds is uit de behandeling van het ontwerp- crisisinvoerwet duidelijk, welke omstandig heden in het algemeen de regeering voor oogen staan. Daaraan zou wellicht nog toe- gevoegd kunnen worden een vingerwijziging, voor de mogelijkheid, welke de wet open laat om specuiatie in den vorm van overmatigen invoer juist met het oog op de kans van con- tingenteerimg, te fnuiken. Immers, uw com missie kan overwegen mij voor te stellen het contingent voor een aanvankelijke periode z6o te verdeelen, dat eerst de speculatieve voor- raad door importeurs voortijdig opgestapeld wordt verwerkt, om pas daama het eigen- lijke contingent voor die importeurs te laten gelden. Noch onze landbouw, noch onze industrie zullen in de contingenteering een orde van zaken zien, welke ons land meer baat geeft dan internationaal handelsverkeer. Slechts om het beperken der onnoemelijke schade gaat het, welke de stremming van dat ver- keer, door buitenlandsche maatregelen, ons land aandoet. Wat daartoe noodig is, zal de regeering gebruik makend van uw advies, ver- richiten. De voorzitter van de commissie, de heer A. Spanjaard, zeide in zijn antwoord o.m., dat de commissies ten voile bereid zijn, de zware taak op haar schouders te nemen en het com plex van factoren, dat tot een eventueel ad vies zal leiden, ernstig onder de oogen te zien. Te moeilijker is de taak, aldus spreker, omdat de crisisperiode, waarin wij thans verkeeren, van zoo geheel anderen aard is dan die van haar onmiddellijke voorgangsters. Men moge al beweren, dat ook deze crisis een direct of indirect gevolg is van den grooten oorlog, in wezen zijn de symptomen en de gevolgen niet te vergelijken met die van de crisis, die wij tijdens en onmiddellijk na den oorlog doorleef- den. En al mogen de maatregelen, alom ge- nomen, en die ook wij nu staan te nemen, veel uiterlijke overeenkomst vertoonen met de oorlogscrisismaatregelen, in wezen is er groot verschil, ook en vooral in psychologischen aard. Leefde men in en onmiddellijk na den oorlogstijd in het vaste vertrouwen, dat na de beeindiging van den grooten strijd door gelei- delijke opheffing van de noodmaatregelen het internationale verkeer zich geleidelijk zou her- stellen, thans, nu men heeft ingezien, dat, be- houdens enkele jaren van herstel en van min of meer kunstmatigen opbloei, ons economi sche stelsel een al te gevoeligen slag heeft on- dergaan, is de menschheid voor het overgroote deel in een diep pessimisme verzonken en alle landen zijn tot een sauve-qui-peut overgesla- gen, alsof van een herstel van het verkeer geen sprake meer zou kunnen zijn. Het moet onze taak zijn, zoodanige maat regelen aan te bevelen, die ertoe meewerken, dat pessimisme den kop in te drukken en de hoop op een nieuwen en beteren tijd te ver- levendigen. Hebben wij daarbij in de eerste plaats de nooden van ons eigen land in het oog te houden, niet mag worden vergeten, dat blijvende verbetering slechts mogelijk is, wan neer de volkeren zich meer met elkander ver- staan, waarvoor de kansen door al te straffe maatregelen steeds geringer worden. MENITIE VOOR DIJITSCHLAND Het Tweede Kamerlid Albarda heeft den Minister van Binnenlandsclie Zaken en Land bouw, voorzitter van den raad van Ministers de volgende vragen gesteld: 1. Heeft de regeering kennis genomen van het gerucht, onlangs in Frankrijk door den heer Franklin-Bouillon in een redevoering verbreid, dat in Nederland 1200 stukken zwaar geschut zouden zijn vervaardigd, be stemd voor Duitschland? 2. Heeft de regeering ook kennis genomen van de door het telegraaf-agentschap Belga, op gezag van den heer Jean Rey, lid van de Academie van Wetenschappen te Parijs, over- gebrachte bewering, volgens welke een mede- werker van een groot Fransoh bankiershuis bij zijn verblijf in Nederland zou hebben ver- nomen, dat hier te lancje ter voldoening aan Duitsche opdrachten granaten voor zwaar ge schut worden vervaardigd, voor welke be- stellingen de betalingen vlot geschieden en waarvan de Nederlandsche fabrikanten zou den hebben verklaard, dat hunne ornder- nemingen haar bestaan voor een belangrijk deel aan die bestellingen danken? 3. Is de regeering, wegens den grooten invloed, die zulke geruchten, hoe vaag zij ook zijn, op de openbare meening kunnen uit- oefenen, wat vooral biji de nadering van de Ontwapeningsconferentie van belang kan zijn, bereid mede te deelen, wat zij omtrent de juistheid van de in de beide vorige vragen vermelde geruchten kan verklaren? 4. Indien de geruchten geen waarheid be- vatten, vindt de regeering dan daarin geen aanleiding aan de regeering van Frankrijk ook ongevraagd de noodige inlichtingen te geven 5. Indien de geruchten geheel of ten deele op waarheid berusten, wil de regeering dan mededeelen, waarin die waarheid bestaat, en welke stappen zij heeft ondemomen of denkt te ondernemen om zooveel mogelijk te verhin- deren, dat hier te lande wordt medegewerkt tot de schending van verdragen, waaraan andere mogendheden gebonden zijn? DE ECONOMISCHE TOESTAND DER WERELD. In de Woensdagmiddag aangevangen bui- tengewone zitting van de Kamer van Koop- handel en Fabrieken voor Amsterdam heeft de voorzitter, de heer E. Heldring, bij het einde van het jaar 1931, zooals gebruikelijk is, een overzicht gegeven van den economi- schen toestand in de wereld en te onzent. Zijn zeer uitvoerige beschouwing was dit- niaal van te meer beteekenis, wijl zij samen- viel met zijn afscheid van de Kamer. Zooals te verwachten was, kwam in spre- kers rede de mineurtoon sterk naar voren. Lichtpunten, zeide spreker, zijn nauwelijks te ontwaren; zekere mogelijkheden van herstel, door spreker het vorige jaar genoemd, wer- den niet vervuld; integendeel, de vicieuse wisselwerking tusschen steeds toenemend wantrouwen, zich uitende door credietbeper- king, en de daling van groothandelsprijzen schreed voort. Voor de Europeesche nijverheid ziet spre ker voorshands geen emstige mededinging van Rusland, omdat het binnenlandsche af- zetgebied, dat voor de hand ligt, reusachtige mogelijkheden laat. In Engeland wordt het op peil houden van het pond door de ver- pletterende hoogte der staatsschuld bemoei- lijkt. Voor een stabilisatie is in elk geval een definitieve verliohting der oorlogsschulden on- ontbeerlijk, in de gedeprecieerde valuta bren gen zij een ondragelijke verplichting tegen- over Amerika mede. Na gewezen te hebben op de gevaren van de deviezenpolitiek en de invoerbeperking, welke door verschillende landen worden toe- gepast, wijdde spreker een beschouwing aan den standaard, daarbij opmerkende, dat men moet streven naar toestanden, die de weder- uitbreiding van den gouden standaard moge lijk maken, een streven, waarin zoowel regee ringen als centrale banken behooren samen te werken. Voor de scheepvaart en voor den scheeps- bouw zijn de vooruitzichten nooit slechter ge weest. In Nederland, zeide spreker, is de binnen landsche economische toestand zorgelijk, als gevolg van de ontwikkeling van zaken buiten de grenzen en de hoogte van onze productie- en exploitatiekosten. Beschermd door onze zeer sterke gouapositie en onze credietver- houding tot het buitenland, behoeven wij ons over den gulden niet ongerust te maken, op voorwaarde dat men van alle zijden tot be- houd van het finamcieele evenwicht in de volkshuishouding medewerkt. Wat de betalingsbalans betreft kan de al- gemeene indruk niet overmatig gunstig zijn, hoewel geenszins verontrustend. Na een bespreking van de bodembedrijven, wees spreker er op, dat onze zeescheepvaart een verderen, gevaarlijiken slag heeft gekre- gen door den val van het pond, het vraag- stuk van de verdere ontwikkeling in het be- drijf wordt in groote mate door de hoogte der gages beheerscht. De Rijnvaart heeft ook zwaar onder de economische crisis te lijden, de binnenschipperij is allerwege noodlijdend geworden. Tenslotte den toestand van Amsterdam be- sprekende, wees spreker erop, dat deze be- paald slecht is en zonder vooruitzicht spoedig beter te worden. De financien der stad kun nen slechts beveiligd worden langs den weg, door het hoofd der gemeente aangegeven: drastische bezuiniging, in belangrijke mate mogelijk te maken door vermindering van salarissen en loonen, die het budget veel te zwaar drukken. HINDENBURG'S NIEUWJAARS- WOORDEN. Oudejaarsavond heeft president von Hin- denburg voor alle Duitsche zenders zijn Nieuwjaarsgroet aan het Duitsche volk ge- bracht. Met een zeldzaam krachtige en voile stem voor een 80-jarige begon de Rijkspresi- dent, stipt op het aangekondigde uur: Duitsche mannen en vrouwen! Mijn ambt als rijkspresident en het feit dat ik op mijn leeftijd een betrekkelijk groot stuk van Duitschland's geschiedenis heb mee- gemaakt, geven mij het recht een paar woor- den tot u alien te richten bij het einde van een jaar van kommer en zorgen, om u te hel- pen de nooden van het oogenblik te kunnen dragen. Ik sta hier in het voile bewustzijn van de schrikkelijke offers die ieder van ons dit jaar heeft moeten brengen om ons plan te helpen volvoeren van het overwinnen der crisis door onze eigen krachten. Maar daarom verdient het Duitsche volk een woord van waardeering en diepen dank voor zijn bereid- willigheid om de lasten die ons opgelegd zijn te dragen in het bewustzijn van de nood- zakelijkheid daarvan. Dit wilde ik voorop- stellen, maar onmidde.ljk als mijn meening daaraan vastknoopen, dat deze opofferings- gezindheid ons eveneens het ontwijfelbare recht geeft om van de andere volkeren te eischen, dat zij onze lasten niet verzwaren zullen tot het punt waarop zij volkomen ondragelijk zouden worden want daardoor zou onze herleving en gezondmaking opnieuw in gevaar worden gebracht. Wij zijn ontwapend, maar ons recht op veiligheid is daardoor niet minder geworden dan van ieder ander volk en onze stem zal op de a.s. ontwapeningsconferentie niet minder luide klinken. Onwillekeurig gaan op een oogenblik als dit en na een jaar als wij zoo juist beleefd en doorgeworsteld hebben mijn gedachten terug naar Tannenberg (Op dit oogenblik werd de rede van den president moedwillig gestoord door een ster- ken zender, die, ook in het Duitsch, eenige zinnen in den ether gooide.) De president vervolgde: Toen (bij Tannenberg) evenals nu was onze toestand zoo, dat ook de dapperste onder ons zich aarzelend afvroeg wat het einde zou zijn van een zoo hachelijk uitziende ondememing. Maar de ingewortelde liefde voor ons vader- land en het vaste vertrouwen in zijn leiders vormden de banden die het geheele leger toen bezielden en het einde was een groote over- winning in ons voordeel. Ook nu weer beleven wij zulk een critiek uur en ook nu moet het geheele volk in eens- gezindheid de handen ineenslaan om, wat ook de toekomst brengen zal, wat ook het nood- lot voor ons beschikt heeft, in onwankelbaar vertrouwen pal te blijven staan. God, de Heer, heeft ook vroeger stormen over ons gezonden en wij hebben niet gewan- keld, ook ditmaal zal Hij ons in het einde niet verlaten. Dat is mijn heilige overtuiging en in dit vaste vertrouwen roep ik u alien uit het diepst van mijn hart en ziel een geluk- kig en gezegend nieuwjaar toe". Na afloop van de rede die precies 6 minuten geduurd heeft, is zij voor de talrijke Ameri- kaansche luisteraars in het Engelsch vertaald en deze vertaling is zonder storing overge- komen. De omroeper die nu aan het woord was, deelde in zijn inleiding nog mee, dat de president sprak van zijn studeerkamer uit in de Wilhemstrasse en dat in de anti-chambre slechts de portretten hingen van Gustav Stresemann en Hindenburgs voonganger, pre sident Ebert. Volgens het persbureau V. D. is de storing begonnen met de aankondiging: „Achtung, Achtung, Deutschland steht im Zeichen von Rot-Front". Men mag dus schrijft de N. R. Crt., veilig aannemen, dat de storing van commu- nistische zijde is begaan. DE „ONGEHOORZAAMHEID" EN DE BOYCOT OPNIEUW AFGEKONDIGD. Het uitvoerend comity van het Al. Indisch Nationaal Congres te Bombay heeft besloten, opnieuw over te gaan tot de campagne van burgerlijke ongehoorzaamheid, het weigeren van belasting- en pachtbetalen en boycot van Britsche goederen en personen. Terstond na afloop van de zitting, waarin dit besluit genomen werd heeft Gandhi den Onderkoning, Lord Willingdon, een ultima tum gezonden, waarin hij hem mededeeling doet van het Congres-besluit en hem nog- maals om een onderhoud - verzoekt, met de mededeeling, dat het Congres bereid is te wachten met het afkondigen van de onge- hoorzaamheids-campagne tot het onderhoud heeft plaats gevonden. In antwoord op dit ultimatum heeft de On derkoning Gandhi medegedeeld, dat hij in principe tot het onderhoud bereid is, doch dat daarbij de jongste, door de regeering ge nomen anti-terreurmaatregelen niet in be spreking kunnen komen. Gandhi heeft hier- op geantwoord, dat hij het schrijven van den Onderkoning onbevredigend acht en het be- schouwt als een afwijzing van zijn voorstel. Hi} herhaalt zijn verzoek om een onderhoud zonder bepaalde voorwaarden. In wel-ingelichte kringen te Bombay ver wacht men dezer dagen de afkondiging van n anti-terreurverordening, die o.a. de arres- tatie van tal van Congres-leiders, misschien ook van Gandhi, zal inhouden. In een vergadering heeft Gandhi verklaard, dat hem misschien nog slechts enkele dagen van vrijheid te wachten stonden. Het Congres zal waarschijnlijk een resolutie aannemen, waarin alle groote mogendheden worden opgeroepen om haar aandacht te wij den aan de gebeurtenissen in Indie en eventueel ten gunste van Indie in te grijpen. Het Al-Indische Congres heeft Vrijdag- avond een resolutie aangenoman, waarin de vrije volken der wereld worden uitgenoodigd regeeringsvertegenwoordigers naar Indie te zenden om de vorderingen van de Indische beweging te bestudeeren en wanneer zij van de juistheid van de door het Congres aan- gewende middelen tot bereiking van het na- tionale doel overtuigd zijn, de Indische be weging een nog grootere en actiever steun te verleenen dan tot dusver. Het Congres heeft verder een aantal reso- luties aangenomen, waarin het plan voor de ongehoorzaamheiids-campagne nauwkeurig wordt vastgesteld. In de verschillende pro- vincies en districten zullen speciaal daartoe aangewezen dictators de te nemen maat regelen controleeren. De eigendommen van het Congres zijn naar een veiliger plaats gebracht. De Onderkoning is per vliegtuig uit Cal cutta naar Delhi teruggekeerd. Het uitvoerend comity van het Al-Indisch Congres heeft een tweede motie aangenomen, waarin een beroep wordt gedaan op alle kooplieden in buitenlandsche weefstoffen, om hun handel stop te zetten en waarin het volk wordt aangespcord, het gebruik van alle be- laste artikelen zooveel mogelijk te beperken en zoo weinig mogelijk gebruik te maken van spoorwegen, posterijen, telegrafie en derge- lijke staatsdiensten. BESPUITING VAN BESSENSTRUIKEN MET CARBOLINEUM. De Plantenziektenkundige Dienst te Wage- ningen schrijft: In verband met het veelvuldig optreden van „spint" in kruisbessen-struiken in het af- geloopen jaar wordt aan alle kruisbessentelers den raad gegeven, hun kruisbessenstruiken v65r het midden van Februari te bespuiten met een 7(4 pet. carbolineumoplossing. Tegen het spint (een aantasting door mijten, waar- door het blad een grauwe tint krijgt en de groei van struik en bessen zeer benadeeld wordt) is deze bespuiting, mits zij zorgvuldig wordt uitgevoerd en dus alle takjes voldoende worden bevochtigd, een afdoend bestrijdings- middel. De in zwarte besse- en aalbessestrui- ken zoo veelvuldig optredende en vaak zoo schadelijke bladluizen worden ook met een 7'/2 pet. earbolineum-oplossing afdoende be- streden. Voor het verkrijgen van een goeden oogst is deze bespuiting noodzakelijk te ach ten. Bespuiting van bessestruiken moet in het algemeen omstreeks het midden van Februari beeindigd zijn. Nadere inlichtingen worden gaarne verstrekt door den Plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen en door de bij dezen Dienst werk- zame ambtenaren. BESPUITING VAN BOOMHVVEEKERIJ- GEVVASSEN MET CARBOLINEUM. In verband met de steeds toenemende eischen omtrent afwezigheid van parasieten, die door de plantenziektenkundige diensten in andere landen gesteld worden aan de aldaar in te voeren boomkweekerijplanten, raadt de Plantenziektenkundige Dienst te Wageningen alle boomkweekers ten emstigste aan, alle daarvoor in aanmerking komende boomen en heesters op hun kweekerijen grondig te be spuiten met een 7(4 pet. earbolineum-oplos sing. Ook voor den binnenlandschen handel is deze bespuiting zeer wenschelijk te achten. Nauwkeurige gegevens over de te bestrijden parasieten en de uitvoering van de bespuiting zijn opgenomen in mededeeling no. 33 van den Plantenziektenkundigen Dienst te Wagenin gen: Sproeien en Sproeiers. Verkeersproblemen. De eerste Haagsche verkeersagent Mislukte experimenten. De ongevallen-reeks. Den Haag in schemering. We zitten hier in Den Haag al sinds ver- scheidene jaren met vele diverse verkeers problemen in onze maag ondanks het feit, dat begin April van dit jaar de Residential verkeerspolitie reeds tien jaar in leven was. En toch kan men sbellig niet zeggen dat de troep mannen, die onder leiding van hoofd- inspecteur Snethlage bijgenaamd „de grijze verkeersgeneraal"op den weg de noodige verkeersbeschaving moet verbreiden, stil °-e- zeten heeft. Een goede tien jaar geleden muntte het Haagsche verkeers-leven uit door een gemoe- delijk-landelijken eenvoud. Toen in de laat- ste dagen van Maart des jaars 1921 de eer ste Residentiale verkeersagent viel te bewon- deren, wekte dat nog in hooge mate de vroo- lijkheid op van velen, die van grootestadsbe- grippen geen ziertje verstand hadden. Die eerste verkeersregelaar werd aangegaapt door het Haagsche publiek, als stond daar een neger uit Centraal-Afrika met zijn knots te zwaaien! Want deze eerste paladijnen voor safety-first" waren uitgerust met een glim- menden, witgelakten stok, waarmee zij drei- gtende, en door Jiet rijdende publiek van des- tijds grootendeels onbegrepen bewegingen maakten naar verschillende kanten. Men kan veilig aannemen, dat de taak van den eersten Haagschen verkeersagent een uiterst-ondankbare is geweest, een ,,honde- baantje". Men beschouwde hem als- een on- duldbare dwingeland, waaraan een goed Hof- stedeling zich toch zeker niets gelegen moest laten liggen! Wie zich niet nijdig maakte om de „bruta- liteit" van den man, die op de tallooze ver- keersovertredingen „aanmerking" durfde maken, zag hier een bron van vermaak. Zijn wijs- en zwaaibewegingen wekten den lach- lust op der te hoop geloopen menigte. Doch kwam een weggebruiker in conflict met de begrippen omtrent verkeerstucht en -orde, dan werd van agentje 't alleruiterste gevor- derd aan kracht om zijn prestige te hand- haven. Eerst langzaam drong het besef tot de ingezetenen'door dat men in den nieuwen verkeers-regelaar had te zien een man, die daar werkte en al zijn best deed geheel in 't belang van... het publiek. Dat onze verkeerspolitie in de afgeloopen jaren altijd even gelukkig is geweest met ex perimenten, proeven-nemen, kan ook niet wor den gezegd. Er zijn tallooze proeven geno men met allerlei middelen en systeempjes, doch 't liep meestal op niets uit. Veel spot- tend geschrijf heeft ongetwijfeld wijlen de eer ste en eenige Haagsche ,,verkeerskwal" uitge- lokt. Het was een groen-glazen pot, met een lichtje erin, die op den hoek van de Laan Copes en de Koninginnegracht midden op den rijweg werd neergeplant, om het auto-verkeer te noodzaken, een flinke bocht be maken. Geregeld om den anderen dag gingen de wielen van een of anderen zwaren vracht- automobiel over de groenliohtende ,,kwal" heen en meldden de avondbladen trouw het nieuwste nieuws, dat kwal numero zooveel weer gesneuveld was op het veld van eer... Met de koppigheid van zeker bekend dier bleef onze verkeerspolitie nieuwe kwallen produ- ceeren, doch ik vermoed dat opzet aan het geval niet vreeimd was, want met verontrus- tende regelmaat werd het glazen wonder in puin gereden... Een tijd lang heeft men de Hagenaars tureluursch gemaakt met een ,,kleurig" verkeerssysteem op de Laan van Meerdervoort, waardoor 't den weggebruikers in den meest-letterlijken zin van het woord ,,groen en geel" voor de oogen werd. Op een ingewikkeld kruispunt een knooppimt van eventjes acht wegen! had men een licht- signalen-systeem in toepassing gebracht, waar niet minder dan drie kleuren bij te pas kwa- men: rood, geel en groen! De beteekenis van rood en groen is wel al gemeen bekend. Werd een rood glaasje ver- licht, dan beteekende dat natuurlijk: stop, een groenvrij, maar het gele. Daar heeft men de meest-curieuze dingen mee beleefd! Als dan na rood geel verscheen dacht iedereen dat zulks „vrrj" beteekende, maar dat scheen niet in de bedoeling van het systeem te schuilen. Men moest wachten op groen". Niemand heeft begrepen welke rol dat geel ooit werd toegedacht. 't Is dan ook oorzaak geweest van heftige disputen tus schen den armen verkeersagent, die de seinen moest bedienen en bet getreiterde publiek, dat 't nu terecht vertikte om zich te laten ringelooren. Ten slotte werd het systeem ver- eenvoudigd. Thans doet men het alleen met rood en groen. En dat gaat natuurlijk „gesmeerd!" Den Haag heeft voorts zijn „verkeersraadsels". Een klein voorbeeld: Bij 't begin eener straat ziet men een paar van de bekende roode waarschuwingsborden boven elkaar aange- bracht. Wie zich aan een of ander modem vervoermiddel heeft toevertrouwd is zeker verplicht, van hetgeen op die borden staat vermeld kennis te nemen. Gesteld, u is motorrijder en wilt bedoelde straat inrijden. Gij raadpleegt dus de borden. Op nummero een staat dan: ,,Verboden voor motorrijtuigen, behalve tweewielers", en op nummero twee: „Verboden voor rijwielen en motor-tweewie- lers!"... Ik weet niet of de Residentie het monopo- lie bezit van dit fraai's maar 'n feit is dat men hier te doen heeft met een allerzotste vertooning, zeer schadelijk voor het prestige onzer stedelijke verkeersregelaars. Zoo ziet men dat de term „onfeilbaar" op hen moeilijk van toepassing kan worden ge bracht. De Hagenaars zijn dan ook vol- strekt niet ten voile tevreden over de ver- keers-toestanden in de stad. Hoewel 't lang zaam in de goede richting gaat. Een groot gebrek is nog, dat de gewone agenten", die dus niet behooren tot de monnetjes van hoofd- inspecteur Snethlage, over 't algemeen zich bitter weinig aan het verkeer gelegen laten liggen Een fietser, die zich bij avond per ongeluk zonder licht voortbeweegt zal onge twijfeld door zoo'n wijk-agent ,,gegrepen" worden, maar toezicht op het behoorlijk' na- leven van de verkeersvoorschriften wat be treft snelheid. rechtshouden, voorrang-verlee- neu, houdt hij niet. In den Raad is daarover geklaagd en 't schijnt, dat daarin nu spoe dig verandering zal komen. t Heeft dan ook niet zoo heel velen ver- baasd dat het cijfer der verkeersongevallen in Den Haag nog steeds stijgende blijft. Men spreekt dit jaar van een record! Het „Vad." publiceerde cijfers, die aantoonen dat in de eerste negen maanden van 1931 niet minder dan 2702 ongevallen hebben plaats gevonden, veroorzaakt door 't verkeer! Drie jaar ge leden was het cijfer: 2164. Nu kan men ge- rust een niet onbelangrijk gedeelte dier on gevallen-reeks toeschrijven aan de op vele plaatsen in onze stad treurige straatverlich- ting. Er zijn Hagenaars, die in ernst spreken als zij hun stad eeniger mate durven verge lijken met Parijs, de Ville Lumidre. Hoe zij den euvelen moed daartoe vinden is mij een volkomen raadsel. Met echt-Hollandsche zui- nigheid heeft men in en op onze vele straten pleinen en lanen spaarzame lichtpuntjes ge- plant, die bij avond nog juist in staat zijn, de „ergste duistemis" te verdrijven. Onze binnenstad maakt natuurlijk een uit- zondering. Daar zorgen de vele winkels wel voor 'n zee van licht. Maar in de buitenwij- ken daalt bij avond op de arme Hofstedelin- gen neer een trieste schemering, die vaak ,,unheimisch" aandoet. Eenige dagen geleden is op een van onze oudste hoofdverkeers- wegen met Scheveningen de Oude Scheve- ningsche weg, in vroeger eeuwen „Zeestraat" genaamd een buitenlander enkele uren na zonsondergang aangevallen en neergeslagen en, na uitgeplunderd te zijn, in een langs den weg staand boschje geworpen, waar hij een poos later gevonden werd in bewusteloozen toestand. Van de struikroovers is nog geen spoor ontdekt. Dergelijke dingen zijn mogelijk, omdat men zelfs belangrijke verkeerswegen, en de on middellijke omgeving daarvan, op de meest- schriele wijze verlicht. Na tallooze klachten gaat men er eindeljk toe over, gevaarlijke kruispunten 's avonds behoorlijk overzichtelijk te maken door het plaatsen van sterke, hoog- geplaatste lichtbronnen. Jarenlang heeft men 't niet noodig geoor- deeld een vooral 's zomers buitengewoon- druk bereden weg, die de verbinding vorrnt tusschen Westelijk-Den Haag en het jongste troetelkindje der Residentie", genaamd Kijk- duin, eenvoudigte verlichten! Als had men te doen met een onbekend zandweggeitje in de buurt van 'n vergeten dorp, moest men hier maar zien in 't dohker voort te komen. Verblindende autolichten deden telkens fiet- sers tuimelen, die van schrik den weg kwijt raakten en naast den straatweg in het zand een onverwachte duikeling maakten. Toch werd aan verlichting niet gedacht, welk ver- zuim stellig de hooge goedkeuring wegdroeg van de vele jonge Hagenaars en Hagenaar- sters, die hier onbespied vele zoete woorde- kens fluisterden, zoo nu en dan opgeschrikt door het felle schijnsel van een stellig expres- selijk op hen gerichten auto-schijnwerper, die leelijk geheimpjes kon doen verklappen Als men hier met kracht den strijd tegen de verkeersongevallen wil aanbinden, dan dient men allereerst de straatverlichting grondig te herzien. Allereerst in 't belang van den veiligheid, waar ook: om 't Haagje bij-avond wat gezelliger, levendiger te maken! EIBER.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1932 | | pagina 5