Van den Haag ende Hagenaars
fOBMIHGDE BERICHTm
Ruwe Huid PUROL
Ruwe Handen Doos 30 cent.
Ruwe Lippen Bij Apoth. en Drogist.
DE MOORD OP EEN NEDERLA NDSCHR
VROUW TE ANTWERPEN.
ENGELSCHE TRAWLER DOOR
ONTPLOFFING VERNIELD.
aldaar is de heer Van Dalsum niet op de
hoogte.
Hij noemde het gelukkig, dat de Staten het
gubsidie voor de hygiene van het kind hebben
toegestaan.
Door den heer Van Dusseldorp was gespro-
ken over de reserves te Amsterdam. Daar
zijn evenwel reserves gevormd voor sociale
doeleinden, wat hij ten zeerste toejuichte.
Hij kan met Ged. Staten ten opzichte van
het wegenfonds medegaan. Zijin standpunt in
eerste instantie lichtte hij nog nader toe. Eer
overzicht van den schuldenlast der provincie
zag hij gaarne overgelegd.
De heer OVERHOFF verdedigde nog nader
zijn voorstellen betreffende de werkloosheid.
Het nut van het instellen van een provinciale
eommissie werd door hem uitvoerig betoogd.
De praktijk heeft uitgemaakt, dat er naast
de districts-oommissies ook een provinciale
eommissie komt. Een centrale eommissie kan
veel voorbereidend en regelend werk verrich-
ten. Er is spreker op gewezen, dat hij alleen
werken als object voor de bestrijding der
werkloosheid heeft genoemd in Zeeuwsch-
Vlaanderen. Dit waren echter slechts voor-
beelden. Hij had ook objecten kunnen noemen
in andere deelen der provincie. De samen-
stelling wil hij aan Ged. Staten overlaten,
omdat deze het best in staat zijn de leden
daarvoor aan te wijzen. Voor spreker staat
vast, dat wanneer de eommissie er komt, het
werk vanzelf zal komen. De practijk zal dit
wel uitwijizen. Hij is er ook tegen, de gelden
aan de eommissie te verstrekken te bestem-
men voor administratieven rompslomp.
Hij heeft er geen bezwaar tegen, dat voor
de bestrijding der werkloosheid een maximum
crediet van 50.000 wordt verleend.
Met instemming heeft hij vemomen, dat de
ontwatering van Oostelijk Zeeuwsah-Vlaan-
deren ter hand zal worden genomen.
Aan de adviezen van den heer Van Dalsum
hebben wij niets. Die wil terug naar den tijd
der Batavieren, maar met een dergelijk ad-
vies schieten de werkloozen niets op.
Door den heer Moelker is gezegd, dat de
zorg voor de werkloozen aan de gemeente-
besturen behoort, doch spreker wijst er op,
dat de heer Moelker daar destijds zich ook
tegen heeft verklaard. Als hij van standpunt
is veranderd, juicht de heer Overhoff dit toe.
Op een interruptie van den heer Moelker
raadde de heer Overhoff hem aan de notulen
maar eens te lezen.
Aan den heer Van Dusseldorp antwoordde
hij, dat wanneer Ged. Staten op de hoogte
Bjjtn van den toestand der werkloosheid, dan
begrijpt hij heelemaal niet de houding van dit
college ten opzichte van het werkloozen-
vraagstuk. Hrj heeft het gevoelen dat Ged.
Staten tamelijk negatief tegenover het vraag-
stuk staan. Er gaat geen initiatief van het
college uit. Het aangewezen lichaam voor de
gegevens betreffende de werkloozen is het
college van Ged. Staten, dat aan het hoofd
van de provincie staat.
De instelling van een eommissie is noodig
om steun te geven aan Ged. Staten. Het moet
geen groote eommissie worden, doch een
kleine werkcommissie.
De eommissie moet Ged. Staten geen werk
uit de handen nemen, doch de eommissie moet
werk gaan zoeken.
De principe-vraag ten opzichte van de be
strijding der werkloosheid wordt thans ach-
terwege gelaten. Het gaat alleen over de
practische uitwerking en daaronder behoort
het instellen van een eommissie. Met vreugde
heeft hij vemomen dat het principieele be
zwaar van Ged. Staten is vervallen.
De heer VAN DUSSELDORP: Dat is
heelemaal niet gezegd.
De heer OVERHOFF: Dan verandert mijn
vreugde in droefheid.
De heer VAN OVERHOFF verdedigde
iaarna nog nader het door hem ingediende
voorstel tot het toekennen van een bedrag
van 50.000 voor de bestrijding der werkloos
heid. Hij wenschte zich niet al te druk te
maken over de vraag of deze f 50.000 er wel
zjjn. Er is hier een noodtoestand en dus moet
het geld er maar komen.
Hij vergeleek nog eens de uitgaven gedaan
ten opzichte van de calamiteuse polders. Men
heeft zich toen niets aangetrokken van de
financieele consequenties. Spreker wil dit
thans evenmin doen. Men stond het vorig
jaar aan de top van zijn uitgaven en toch is
er bianco crediet gegeven voor de calamiteuse
polders. Het geld is toen opgemaakt en nu
is er voor de andere crisis-slachtoffers geen
geld te vinden. Als de wil er maar is, is het
geld wel te vinden. Bij hem gelden geen juri-
dische overwegingen, doch moreele overwegin-
gen en deze leggen aan de Staten den plicht
op de werkloozen te helpen. De conclusie van
Ged. Staten komt hierop neer, dat zij niets
meer willen doen dan zij gedaan hebben. Hij
hoopt dat de Prov. Staten een ander stand
punt zullen innemen en de f 50.000 zullen
toestaan.
De heer VAN DER WART zeide dat er ten
opzichte van de werkloozen-bestrijding een
etische zijde bestaat en dat wij de helpende
hand hebben te bieden aan de werkloozen. Hi;
wees nog eens op wat ten deze in de provincie
Gelderland geschiedt.
Ondanks het betoog van den heer Van Dus
seldorp blijft hij aandringen op een eommissie,
die Ged. Staten werk uit de handen kan
nemen. Deze eommissie kan een inschake-
lings-eommissie worden, die de plannen moet
overzien voor een aantal jaren en dus een
zeer belangrijke taak kan vervullen. Hij1 gaf
de S.D.A.P. in overweging het tweede voor
stel betreffende de 50.000 in te trekken, en
af te wachten welke voorstellen de in te stel-
len eommissie zal indienen.
De heer KODDE vroeg een overzicht van
de provinciale leeningen en rentelooze voor-
schotten.
Op de salaris-verlagingen wilde hij niet ver-
der ingaan en eerst een afwachtende houding
aannemen.
De financieelen toestand der provincie zag
hij niet zoo gunstig in als de heer Onderdijk.
Het pessimisme van Ged. Staten is niet onge-
grond. De crisis ten opzichte van de ver-
mogens en de belastingen begint thans pas
door te werken. De opbrengst der belastingen
sal belangrijk gaan verminderen en dit ook
zijn gevolgen van de opbrengst der opcenten
voor de provincie.
Hij heeft betreurd dat van zekere zijde
wordt aangedrongen op extra-booten op Zon-
dag en hoopt dat als een uitspraak van de
Staten gevraagd wordt, deze afwijzend zal
zijn. Hij is geheel tegen den Zondagsdienst
en er bestaat geen verschil tusschen een ge-
wonen en een extra-dienst op Zondag.
Over het werkloozen-vraagstuk sprekende,
kan hij zich vereenigen met de houding van
Ged. Staten. Wij moeten voorzichtig zijn de
taak van Ged. Staten aan een eommissie over
te dragen. Hij verwacht meer met een eom
missie in de verschillende deelen der provin
cie. Wij moeten werk-objecten vinden in alle
deelen der provincie.
Wanneer wij indirect de werkloosheid willen
-bestrijden staat hij aan de zijde van den heer
Overhoff Hij is er echter tegen hiervoor
50.000 b«. hikbaar te stellen.
De heer 1 JELKER blijft van gevoelen dat
de werkloosheid in de eerste plaats moet ge-
steund worden door de gemeenten. Hij is
tegen den post van 50.000 voor werkver-
schaffing.
De heer VOGELAAR repliceert ook nog in
het kort.
De heer VAN 't HOFF zeide dat de pro
vincie de werkloozen moet helpen. Hiji zeide
dat de land- en tuinbouw veel lijden door de
economisohe crisis en voor deze categorie zal
nog meer moeten worden gegeven. Wij krij-
gen dat nog al van andere categorieen. Tal
van personen lijden armoede door teruggang
van effecten en bezittingen. Waar gaan wij
naar toe als wjj al deze personen gaan helpen.
Als wij 66n categorie gaan steunen, dan moe
ten wij tal van anderen eveneens helpen.
Wanneer wij de 50.000 gaan geven voor 6<5n
categorie, zullen enorme sommen moeten wor
den gevoteerd en daarom is hij beducht voor
den eersten stap, omdat de provincie niet bij
machte is deze sommen te betalen. Hij! zal dus
stemmen tegen het instellen van een eommis
sie en tegen de 50.000 voor de werkver-
schaffing.
De heer VAN DUSSELDORP antwoordde
den heer Onderdijk, dat Amsterdam zijn
reserves heeft gevormd uit zijn bedrijven en
deze heeft de provincie niet.
Aan den heer Kodde antwoordde hij, dat
een zoo volledig mogelijk overzicht zal wor
den gegeven van de verhouding van de Pzem
ten opzichte van de provincie.
Spreker heeft over het principe van de
provincie ten opzichte van de werkloosheid
niet gesproken. Het principe van Ged. Staten
is niet veranderd, alleen om des tijds wille is
daarover heen gestapt.
De verschillende sprekers worden nog in
het kort door den heer Van Dusseldorp be-
antwoord, waama de vergadering om half 2
werd verdaagd tot half 3.
Zitting van Woensdag 16 December,
des middags half drie.
Aan de orde werd gesteld de stemming
over de motie-Overhoff betreffende het instel
len van een eommissie voor werkverschaffinj.
Deze motie werd verworpen met 28 tegen
12 stemmen.
V66r stemden de socialisten en de heeren
De Ridder, Goossens, Kalle, Sonke, Staver-
man en Van der Wart.
De motie betreffende een crediet van
50.000 voor de werkverschaffing werd ver
worpen met 30 tegen 10 stemmen.
V6or de socialisten en de heeren Staver-
man, Sonke, Goossens en Kalle.
De heer ADRIAANSE kwam na afloop der
stemming ter vergadering.
Hiema werd begonnen met de artikelsge-
wijze behandeling van de begrooting.
Bij den betreffenden post vroeg de heer
Kodde de notulen vroeger te doen verschijnen.
De heer SCHIPPERS zeide bij den post
steiger te Cortgene dat deze steiger niet meer
voldoet voor vrachtauto's.
De heer SONKE meende dat deze kwestie
is op te lossen als de paal ter plaatse werd
afgezaagd.
De heer VAN ROMPU antwoordde, dat er
werk van gemaakt zal worden.
Bij den post prov. stoombootdienst op de
Wester-Schelde vroeg de heer DE PAUW
waarom de vrijkaarten voor het personeel van
de tram zijn ingetrokken. Ook vroeg hij ver-
mindering van het tarief van de autobus te
Ter Neuzen.
Het tarief van deze bus is veel te duur.
De heer KODDE vroeg verbetering van den
vorm van de dienstregeling der prov. booten.
De heer VAN ROMPU zeide dat de vrij
kaarten zijn ingetrokken. De aanvrage werd
zoo groot dat daaraan paal en perk moest
worden gesteld.
Wat de tarieven van de autobus betreft,
moet worden afgewacht wat de resultaten
van dezen dienst zullen zijn.
Een verandering van den vorm van de
dienstregelingen zal worden overwogen.
De heer CATSHOEK wees op het ongeluk-
kige en gevaarlijke vervoer van auto's op den
dienst CatscheveerZierikzee. Er is onvol-
doende ruimte op de prov. boot. Het gerucht
loopt dat Ged. Staten een reserve-boot van
den Wester-Schelde dienst in de vaart willen
brengen. Hij zou gaarne het oordeel van Ged.
Staten vememen.
Een tweede kwestie ten aanzien van dit
traject is het hooge tarief voor het passa-
giersvervoer. Hij heeft het tarief op de Wes
ter-Schelde vergeleken en dan blijkt dat men
van Ter NeuzenVlissingen betalen moet le
klasse 1,40 en 2e klasse 1 en van Catsche
veer naar Zierikzee resp. 1,50 en 1.
Hij vroeg deze tarieven eens ander het nog
te willen zien en deze gelijk te maken met
de Wester-Schelde.
De heer VAN ROMPU zeide, dat de tarie
ven gelijk zijn. Op de Ooster-Schelde moet
steigergeld betaald worden en op de Wester-
Schelde niet.
Hij antwoordde aan den heer Catshoek dat
de boot te klein is voor auto's en zal in over
weging worden genomen de „Noord-Beveland"
te verlengen en de dekcapaciteit te vergroo-
ten. Een nieuwe boot zou te kostbaar zijn.
De heer CATSHOEK zeide dat een 2e
klasse passagier op de Ooster-Schelde dan 20
cent steigergeld betaalt en een le klasse pas
sagier maar 10 cent. Dit klinkt toch wel
vreemd.
De heer VAN ROMPU zeide dat een nader
onderzoek zal worden ingesteld.
De heer EDELMAN vroeg wanneer de af-
sluitboomen aan de ponton te Breskens wor
den weggenomen, daarvan dadelijk kennis zal
worden gegeven.
Er dient voor gezorgd te worden dat er
geen ongelukken zullen voorkomen. De noo-
dige voorzorgsmaatregelen moeten genomen
worden.
De heer VAN ROMPU zeide dat de afsluit-
boom het eigendom is van het rjjk en niet
van de provincie. Van een defect wordt on-
middelliijk kennis gegeven aan den waterstaat,
dan zijn wij er af.
De heer EDELMAN meende dat wij er niet
van af zijn met kennis geven, anders zouden
wij nu geen procedure behoeven te voeren.
De heer VAN ROMPU zeide, dat de pro
vincie geen schuld treft. Nu wij echter wor
den aangevallen, moeten wij een procedure
voeren.
Bij het crediet voor de paardenfokkerij zeide
de heer ONDERDIJK, dat er verschil van
meening bestaat of deze subsidie wel goed
besteed is. Hij verzocht aan Ged. Staten mee
te deelen hoe deze subsidie precies besteed
wordt.
De heer DE MILLIANO verdedigde dezen
post en hij toonde de noodzakelijkheid daar
van aan.
Het aantal paarden was in 1930 nog 30.000
hooger dan in 1904, niettegenstaande sinds
dien tijd het aantal vrachtauto's zeer aanzien-
lijk is toegenomen. Het paard heeft in Neder-
land nog niet afgedaan.
(Ingez. Med.)
De paardenfokkers hebben met groote
moeilijkheden te kampen en deze subsidie zal
daarom zeker niet mogen worden verminderd.
De heer ONDERDIJK heeft niet op vermin-
dering van de subsidie aangedrongen. Hij
heeft op een onderzoek aangedrongen. Er is
niet alles gedaan om de fokkerij vooruit te
brengen.
De heer DE MILLIANO verdedigt nog
nader de subsidie voor de paardenfokkerij.
De heer DIELEMAN zeide dat Ged. Staten
aan den wensch van den heer Onderdijk zul
len voldoen en een nader onderzoek instellen.
Bij artikel 7, subsidie Groene Kruis, vroeg
de heer Goossens subsidie voor het Wit Gele
Kruis.
De heer VAN DE PUTTE zeide dat dit ver-
zoek in de a.s. zomerzitting zal worden be-
handeld.
Bij het artikel geldleening aan de Pzem,
zeide de heer KODDE dat op Zondag con-
trole-werkzaamheden worden. verricht. Het
heeft hem gespeten dat hij dit heeft moeten
constateeren. Dergelijke werkzaamheden be
hoeven niet te gebeuren op den dag des
Heeren. Hij hoopt dat de raad van toezicht
op de Pzem dit voor het vervolg zal weten
te voorkomen.
Ook besprak hij de tarieven van de Pzem.
De kosten zijn te hocg, vooral nu de petro-
leumprijzen zoo laag zijn. De prijzen van den
stroom dienen dus verlaagd te worden.
Hiema werden de inkomsten behandeld.
waarover geen discussies werden gevoerd.
De geheele begrooting werd zonder hoofde-
lijke stemming aangenomen.
De begrooting werd vastgesteld op een be
drag van 8.648.769,61 en het onvoorzien op
f 42.504,63.
Wijziging begrooting 1930.
Bij de behandeling van de wijziging der be-
gooting 1930, merkten Ged. Staten naar aan-
leiding van gemaakte opmerkingen, op, dat
het volkomen begrijpelijk is, dat de voorstel
len tot wijziging der begrootingen voor de
leden der Staten niet dadelijk geheel duidelijk
zijn. Deze wijzigingen hangen samen met het
standpunt, dat Ged. Staten uiteenzetten in de
nota tot anbieding van de begrooting 1932,
ten aanzien van de provinciale bijdrage in het
wegenfonds, de reserve der provinciale stoom-
bootdiensten en de terugbetaling door de N.V.
Pzem van de aflossingen der leeningen, ge-
sloten ten behoeve van de kapitaalverstrek-
kingen aan die maatschappij. De gewijzigde
opvattingen te dezer zake zijn van invloed ge-
weest op het onderhavige voorstel en dat tot
wijziging der begrooting voor 1931. Juist
daardoor zijn deze wijzigingen van grooter be-
lang dan voorheen wel het geval was.
Aangenomen zonder stemming.
Wijziging begrooting 1931.
Bij het voorstel tot wijziging der begroo
ting 1931, werd vooral aanmerking gemaakt
op de overschrijding van het bedrag voor aan-
schaffing van de motorveerboot voor den
dienst HansweertWalsoorden met 85.000
en dit gewoon bij een wijziging der begroo
ting. Het besluit tot het verstrekken van een
crediet had moeten worden gewijzigd. Er was
voldoende tijd voor deze zitting een voorstel
daartoe te doen en Ged. Staten zijn dan ook
buiten him boekje gegaan.
Zcowel in de afdeelingen als in hun ant-
woord op het algemeen verslag, zeggen Ged.
Staten dat er nog belangrijke verbeteringen
zijn aangebracht, dat biji de onderhandsche
inschrijving ,,de Schelde" een der laagste was
en haar met instemming van den regeering3-
commissaris het werk is gegund. De hoogere
kosten spruiten o.a. voort uit de electrische
aandrijving der machines. Wellicht was het
regelmatiger geweest de Staten in een en an
der te kennen, maar dit zou den bouw nog
meer vertraagd hebben.
De heer ONDERDIJK zeide dat bij eenvou-
dige wijziging van begrooting groote sommen
worden uitgegeven.
Waar blijft op deze wijze het budgetreoht
der Prov. Staten. Het crediet is met 85.000
overschreden en hij gaf in overweging aan
Ged. Staten dat de Prov. Staten over zulk
een overschrijding van den post kunnen mede
spreken.
De heer KODDE sloot zich bij den heer On
derdijk aan. Hiji vroeg ook nog inlichtingen
over eenige posten.
De wijziging der begrooting werd daarna
goedgekeurd.
Opcenten Rijksbelastingen.
Bij het voorstel inzake vaststelling der op
centen op de vermogens- en de inkomsten-
belasting, vroeg een lid in een der afdeelingen
of er voor Ged. Staten in dezen tijd geen aan-
leiding bestaat, om vermindering van het ge-
tal opcenten op de hoofdsom der grondbe-
lasting voor te stellen.
Aangenomen.
De heer ADRIAANSE vroeg inlichtingen
aan Ged. Staten waarom aan den heer Dek-
ker, ambtenaar bjj den prov. waterstaat te
Tholen geweigerd is het wethouderschap te
Tholen waar te nemen.
Hij is door het antwoord van Ged. Staten
niet bevredigd, vooral omdat de hoofdinge-
nieur geen bezwaar had de ontheffing te ver-
leenen. Ged. Staten hebben ondanks dit ad-
vies de ontheffing niet verleend.
Ook aan een machinist van den prov.
stoombootdienst te Vlissingen is geen onthef
fing verleend het raadslidmaatschap te Vlis
singen waar te nemen.
Ged. Staten hebben zich met een Jantje van
Leiden van deze kwesties afgemaakt. Ged.
Staten hebben niet genoeg eerbied voor de
Prov. Staten, waaraan zij verantwoordelijk
zijn.
Het waamemen van het ambt van wethou-
der te Tholen door een provinciaal ambtenaar
kan toch geen moeilijkheden opleveren.
Het antwoord van Ged. Staten heeft hem
teleurgesteld.
De heer DIELEMAN zeide dat Ged. Staten
wel referentie hebben voor het college van
de Prov. Staten.
De bewoordingen van het antwoord van
Ged. Staten geven de bedoeling uitdrukkelijk
weer. De ambtenaren van' den prov. water-'
staat hebben heel veel werk en daarom is het
bezwaarlijk ontheffing te verleenen.
Ged. Staten verschillen van meening met
den heer Adriaanse ten opzichte van de waar-
neming van deze functie. Tegen het raads
lidmaatschap van den heer Dekker is geen
bezwaar, wel tegen het wethoudersschap.
Hiema werd de vergadering te 4 uur door
den Commissaris der Koningin in naam der
Koningin gesloten.
VergeetachtigheidEen, rare
geschiedenis. Trieste mop
In stille zij-straat. Mooie
daad!
Tot een der vele kwalen, waaraan de
menschheid lijdt, behoort ongetwijfeld de ver
geetachtigheid. Men behoeft niet tot de pessi-
misten, de pruttelaars en knorrepotten te be-
hooren om van meening te zijn, dat algeheele
genezing op dit punt wel uitgesloten mag wor
den geacht. Het is onmogelijk dat iemand in
z'n leven niet eens wat vergeten heeft, in ab-
stractie dingen heeft nagelaten, die hij niet
mocht veronachtzamen. En er is geen der
menschelijke gebreken, waarover in 't alge
meen z6<5 mild en vergoelijkend wordt geoor-
deeld als over de vergeetachtigheid. Zou een
professor eigemlijk wel ooit beroemd worden
als hij, in 't dagelijksch leven, blijk gaf van
een „ijzeren geheugen" en een accuratesse bij
het nakomen van beloften, die niets te wen-
schen overlaat?Hebben we in de laatste
jaren niet gehoord van het „vergeten school-
kind" spoedig gevolgd door een „vergeten
schooljuffrouw", en „vergeten militair", een
vergeten schoonmama" enerom ge-
lachen?
Zult u het den Fiscus vergeven als hij u
't volgend jaar ,,vergeet"een aanslag te
zenden? Immers: van ganscher harte!
We zijn 't er dus over eens dat iemand, die
vergeetachtig is, overigens de beste man of
vrouw ter wereld kan zijn. Kort geleden is
hier in Den Haag een nieuw staaltje van ver-
geetaohtigheid vertoond en in verband daar-
mee is een inderdaad emstig verzuim ge-
pleegd. Het heele geval kan worden gekarak-
teriseerd door te spreken van: het vergeten
lijk.
Men heeft inderdaad „eenvoudig vergeten"
een man, die in behoeftige omstandigheden
verkeerde en eenzaam gestorven is, te be-
graven!
Wel is het stoffelijk overschot door den Ge-
meentelijken Geneeskundigen Dienst naar het
lijkenhuisje op de Algemeene Begraafplaats
alhier vervoerd, maar verder... heeft men er
niet meer aan gedacht.
Totdatveertien dagen later, het in
verregaanden staat van ontbinding verkeeren-
de lijk in genoemd huisje werd opgemerkt.
Nu werd ijlings tot begraven overgegaan.
Maar: dit muisje had een staartje. Een heei-
eigenaardig staartje!
Het liberale Raadslid Polak zorgde voor
een zeer groote lengte daarvan. Bij de Be-
grootingsdebatten in den Raad bracht hij
de kwestie van het vergeten lijk ter sprake.
De vraag werd gesteld of de medicus, die den
dood constateerde, verzuim pleegde toen hij
geen doodsbewijs afgaf. De burgemeester
oordeelde van wel. Doch de heer Polak sprak
over deze ..vergeetachtigheid" als iets heel
natuurlijks.
Trouwens: daar ging 't bij hem in hoofd-
zaak niet om! Hij wilde de leiding van onzen
Gem.-Geneesk. Dienst „in het zonnetje zet-
ten". Dadr zocht hij o.a. de schuld van het
gebeurde.
En hij heeft „een boekje open gedaan"!
Waren wij, Residentialen, in de geruste ver-
onderstelling, dat althans onze eigen Over-
heidsbedrijven en -diensten, tot in de per-
fectie werkten en daar geen aanleiding tot
heftige klachten was te vinden, de heer
Polak (en eveneens „Het Vaderland" uit de
Parkstraat!) heeft alle moeite gedaan oro
ons ook uit den droom te helpen.
Als men dit Raadslid gelooven kan, heer-
schen bij genoemden dienst toestanden; die
alle perken te buiten gaan.
De heer Polak gaf b.v. het volgende
beeld van den directeur: Deze zegt: l'etat
e'est moi, heeft als zinspreuk: verdeel en
heersch en heeft een pathologische samen-
werking met den administrateur, die toch
zeer emstige fouten heeft gemaakt, maar
door dik en dun gesauveerd wordt.
Er is geen enkel contact tusschen den
directeur en diens ondergeschikten; wat hij
den dokters te zeggen heeft doet hij schrif-
telijk.
Hij voelt zich een buitengewoon-gewich-
tig man, wat overbodige extra-kosten ver-
oorzaakt. Hij! toont weinig belangstelling
voor het werk, controleert nooit, komt nooit
in de wijken, geeft verkeerde leiding. De
medici klagen dat de directeur hen steeds
afvalt bij oproep over spoedopnamen.
Bij dezen dienst is niets te gek. Dat hij
nog goed loopt komt door de toewijding van
het personeel.
De heer Polak knoopte aan deze beschou-
wingen de meest-frappante staaltjes van
willekeur en ordeloosheid vast. Het eigen-
aardige van het geval is, dat de betrokken
wethouder, mr. De Vries, in zijn antwoord-
rede den directeur prees als een zeer ver-
dienstelijk hoofdambtenaar; verklaarde dat
men in Den Haag hoogst tevreden kan zijn
over den Geneeskundigen Dienst. Hij wees
eenvoudig elke aandacht Af! Overigens
wenschte hij in 't openbaar niet in te gaan
op de klachten van den heer Polak. 't Is een
hoogst-zonderling geval een zeer onverkwik-
kelyke geschiedenis. Men ziet waartoe de in
zoo vele gevallen vergoelijkte vergeetachtig
heid leiden kan!
Wat hier in den Raad gebeurt is, geeft
een weinig verkwikkend beeld te aanschou-
wen. De ..buitenwacht" denkt er natuurlijk
het hare van! Waarom de wethouder be-
zwaren maakte om de kwestie, nu zij een-
maal aan 't rollen was gebracht, verder in
't openbaar af te wikkelen begrijpen velen
niet. Dit is dunkt me de juiste methode
om voet te geven aan geruchten en „on dits",
die immers voor bestrijding heel wat minder
vatbaar zijn dan openlijke aanvallen in een
publiek college.
Dat men het geval van het ..vergeten lijk"
en alles wat daaraan vast zit als afgedaan
kan beschouwen, zou ik niet gaarne willen
bewaren. Misschien ben ik binnenkort in
de gelegenheid u daaromtrent nader eenig
treffend nieuws te melden.
In den laatsten tijd doet hier in Den Haag
een „mop" de ronde, die een ondergrond heeft
van trieste werkeljjkheid.
„Weet ge", vraagt men u, waarom de
gevangenis-wagens waarin de „verdachten"
vervoerd worden zftn verbouwd verruimd en
vooral hooger gemaakt?"
Natuurlijk peinst ge maakt een vaag ge-
baar van niet-weten
Omdat" knijigt ge te hooren „omdat
er tegenwoordig zoovele heeren met hooge
hoeden in vervoerd moeten worden!"
Nogmaals: 't is de Sinistere „waarheid".
W6er zijn we opgeschrikt enkele dagen
nA den roofoverval" door een opzien-
barende gebeurtenis. Veertig duizend gulden
verduisterd door den kassier van een groote
bankinstelling hier ter stede. W<§<5r een man
van positie, van standing naar omlaag ge-
stort, diep, grondeloos
't Is vreeselijk.
De figuren van het echte „vlakte-leven"
zullen grinnikend schokschouderen, mees-
muilend gewagen van de luidjes uit ,,d«
groote wereld", die zich zoo verre boven hen
verheven voelen... Jawel, geef ze de ruimte...
Daarbij zijn de pogingen van insluipers en
ladelichters maar „lapwerk" vergeleken
Ik heb dezer dagen met twijfelachtig genoe-
gen kunnen smaken, met zoo'n straatschui-
mertje in contact te komen. Ik liep in een
stille zij-straat en hoorde plotseling achter m|
zacht-schuifelende voetstappen. Toen lk
even omkeek, dook een gestalte naast mij op.
't Was een sjofele kerel, den pet-klep diep tn
de oogen gedrukt. Op fluistertoon vroeg hij:
,,E6n minuutje, meneer!" Veel lust had ik niet
in een discours met den kerel. Toch bleef
ik even staan.
Hij dook met zijn hand in zijn zijzak van
zjjn jas, haalde er iets uit.
Hij bracht zijn hoofd dichter bij het mijh«
en met schorre stem praatte hij: „Ik ver-
trouw u, meneerAls u me verraadt, bea
ik er bjjMaar ik moet welThul«
een vrouwkinderenZe hebbe*
honger meneerKijk, hier heb ik een
gouden ring met dliamant'k heb 'm go-
stolen, dat wil ik weten!Ik moet eten
hebben!U kan 'm van me koopen
Zeg maar voor hoeveel
Ik wist niet hoe snel ik mjj uit de voeten
moest maken. Dat de kerel er op uit was
om menschen, die niet terugdeinzen voor
een handeltje waar 'n luchtje aan is, beet
te nemen, stond vast. De ring was natuurl'ijik
valsch!
Zoo worden de manieren, waarop men ten
huidigen dage tracht aan geld te komen, al-
nieuwer, geraffineerder, misdadiger ook.
De schaduw-zijden des levens komen la
deze dagen wel zeer scherp uit!
Gelukkig blijft de zon-kant ons ondanks
alles toch trouw. Ook in het Haagsche
leven blijkt dat.
Kort geleden zijn de Residentialen verblijd
met den aankoop, door de Gemeente, van dri#
natuurrijke buitenplaatsen onder de gemeente
Rijswijk (welhaast Haagsch territoir?
n.l. Overvoorde, Steenvoorde en de Voorde.
De bedoeling is om, als straks de stadsuitbrel-
ding zich ook tot deze streken heeft uitge-
strekt, de steenmassa's der huizen hier zullen
verrijzen, den bewoners dier buurten de sug-
gestie te schenken van zalig buiten-zijn, ale
ztji zich slechts enkele honderden meters wil
len verplaatsen om de tot stadsparken geme-
tamorfoseerde buitengoederen te betreden.
Deze aankoop mag worden gehuldigd als een
zeer wijze en tevens zeer mooie daad van onze
Aedilen, waarvoor ook het nageslacht terecht
heel dankbaar zal zijn. EIBER.
VAN EEN TREIN GESPRONGEN.
Donderdag sprong nabij Borsselen een te
Goes wonende conducteur der N. S., J. Zwerts-
loo, bij het rangeeren van een trein en kwam
daarbij zoodanig te vallen, dat de dood spoe
dig intrad.
AFPERSING.
Een winkelier in de Kalverstraat te Amster
dam kreeg, volgens het Hbl. bezoek van twee
mannen, die van hem honderd gulden eischten.
Zij uitten allerlei bedreigingen en zeiden lee-
lijke dingen van den winkelier te zullen rond-
strooien, als hjj het geld niet gaf. Daar die
dingen onwaar waren, stoorde de winkelier er
zich niet aan. De mannen dreigden daarna
met een mes, maar het succes van hun optre-
den was niet groot. Het eenige, dat zij bereik-
ten was, dat de politie hen inrekende. Z%
zullen ter beschikking van de justitie worden
gesteld.
AUTO DOOR EEN SPOORWEG-
AFSLUITING GEREDEN.
Donderdagavond omstreeks half negen Is
een auto, waarin een drietal Delftsche studen-
ten waren gezeten, in voile vaart aan de Mo-
lenstraat te Ede door de spoorwegafsluiting
gereden. De hosting was zoo hevig, dat de af-
sluithekken werden versplinterd en de auto
op de rails terecht kwam. De locomotief van
een naderenden goederentrein greep den wa-
gen en duwde dezen voort. Doch de machinist
slaagde erin spoedig den trein tot stilstand te
brengen. Wonder boven wonder kwamen de
drie jongelui ongedeerd uit den vernielden
auto te voorschijn. Met den trein van 10 uur
konden zij naar Delft terugkeeren. De rest
van den auto werd per kraanwagen wegge-
sleept.
AAN GEHOUDEN.
In verband met den aanslag op den beredeo
inspecteur, den heer van der Wilt op den
Goudschen Singel heeft de politie te Rotter
dam ze3 mannen aangehouden, die voorlooplg
in arrest zijn gesteld.
's Avonds zijn zij na verhoor weer op vrije
voeten gesteld.
BLOEDVERGIFTIGING.
De 17jarige mej. M. V. te Ulvenhout krabcte
een puistje in haar gezicht open waardoor
bloedvergiftiging ontstond.
HET WRAK VAN EEN OUDE TJALR.
Bij het uitvoeren van graafwerken in den
Wieringermeerpolder is het wrak gevonden
van een schip, waarschrjnlijk een tjalk. In het
vaartuig vond men eenige potjes, waarop het
jaartal 1589 staat.
Men is er in geslaagd de beide moordenaar*
van den geheimzinnigen moord op ten Neder-
landsche vrouw, de weduwe Derks-van Ulft,
van de Handschoenenmarkt te Antwerpen, op
te sporen en te arresteeren.
Het zijn twee Roemenen, de 21jarige Dlmi-
trescu en de 29jarige Alex Manescu. De eerste
werd te Brussel, de tweede te Rouaan aange
houden.
Dimitrescu heeft volledig bekend, doch bo-
weert dat alleen Manescu den moord heeft
gepleegd. Men verwacht, dat Manescu spoe
dig door de Fransche justitie zal worden uit-
geleverd.
De Engelsche trawler „Birdleness" is Vrt>-
dag nabij Thorshevn op de Faroer ten gevolge
van een ontploffing geheel vemield. Men
vreest, dat de geheele bemanning, bestaande
uit vijftien koppen, om het leven is gekomen.
De oorzaak van de ramp is onbekend, doch
men vermoedt, dat een der ketels is ontploft.
De stoomtrawler was op 6 December jl. uit
Hull vertrokken.
DE ONTSNAPTE PINGUINS.
De twee pinguins, die uit een dierentuin in
Surrey ontsnapten, zijn teruggevonden op den
hoofdweg van Esher naar Epsom, waar zjj
zich plotseling in het lichtschijnsel van voor-
bijrijdende auto's vertoonden. Een passeerend
motorfietser stopte ze in twee zakken en
bracht ze terug naar den dierentuin, waar ze
zich te goed deden aan een uit vele haringen
bestaanden maaltrjd.