Van den Haag ende Hagenaars fOBMIHGDE BERICHTm Ruwe Huid PUROL Ruwe Handen Doos 30 cent. Ruwe Lippen Bij Apoth. en Drogist. DE MOORD OP EEN NEDERLA NDSCHR VROUW TE ANTWERPEN. ENGELSCHE TRAWLER DOOR ONTPLOFFING VERNIELD. aldaar is de heer Van Dalsum niet op de hoogte. Hij noemde het gelukkig, dat de Staten het gubsidie voor de hygiene van het kind hebben toegestaan. Door den heer Van Dusseldorp was gespro- ken over de reserves te Amsterdam. Daar zijn evenwel reserves gevormd voor sociale doeleinden, wat hij ten zeerste toejuichte. Hij kan met Ged. Staten ten opzichte van het wegenfonds medegaan. Zijin standpunt in eerste instantie lichtte hij nog nader toe. Eer overzicht van den schuldenlast der provincie zag hij gaarne overgelegd. De heer OVERHOFF verdedigde nog nader zijn voorstellen betreffende de werkloosheid. Het nut van het instellen van een provinciale eommissie werd door hem uitvoerig betoogd. De praktijk heeft uitgemaakt, dat er naast de districts-oommissies ook een provinciale eommissie komt. Een centrale eommissie kan veel voorbereidend en regelend werk verrich- ten. Er is spreker op gewezen, dat hij alleen werken als object voor de bestrijding der werkloosheid heeft genoemd in Zeeuwsch- Vlaanderen. Dit waren echter slechts voor- beelden. Hij had ook objecten kunnen noemen in andere deelen der provincie. De samen- stelling wil hij aan Ged. Staten overlaten, omdat deze het best in staat zijn de leden daarvoor aan te wijzen. Voor spreker staat vast, dat wanneer de eommissie er komt, het werk vanzelf zal komen. De practijk zal dit wel uitwijizen. Hij is er ook tegen, de gelden aan de eommissie te verstrekken te bestem- men voor administratieven rompslomp. Hij heeft er geen bezwaar tegen, dat voor de bestrijding der werkloosheid een maximum crediet van 50.000 wordt verleend. Met instemming heeft hij vemomen, dat de ontwatering van Oostelijk Zeeuwsah-Vlaan- deren ter hand zal worden genomen. Aan de adviezen van den heer Van Dalsum hebben wij niets. Die wil terug naar den tijd der Batavieren, maar met een dergelijk ad- vies schieten de werkloozen niets op. Door den heer Moelker is gezegd, dat de zorg voor de werkloozen aan de gemeente- besturen behoort, doch spreker wijst er op, dat de heer Moelker daar destijds zich ook tegen heeft verklaard. Als hij van standpunt is veranderd, juicht de heer Overhoff dit toe. Op een interruptie van den heer Moelker raadde de heer Overhoff hem aan de notulen maar eens te lezen. Aan den heer Van Dusseldorp antwoordde hij, dat wanneer Ged. Staten op de hoogte Bjjtn van den toestand der werkloosheid, dan begrijpt hij heelemaal niet de houding van dit college ten opzichte van het werkloozen- vraagstuk. Hrj heeft het gevoelen dat Ged. Staten tamelijk negatief tegenover het vraag- stuk staan. Er gaat geen initiatief van het college uit. Het aangewezen lichaam voor de gegevens betreffende de werkloozen is het college van Ged. Staten, dat aan het hoofd van de provincie staat. De instelling van een eommissie is noodig om steun te geven aan Ged. Staten. Het moet geen groote eommissie worden, doch een kleine werkcommissie. De eommissie moet Ged. Staten geen werk uit de handen nemen, doch de eommissie moet werk gaan zoeken. De principe-vraag ten opzichte van de be strijding der werkloosheid wordt thans ach- terwege gelaten. Het gaat alleen over de practische uitwerking en daaronder behoort het instellen van een eommissie. Met vreugde heeft hij vemomen dat het principieele be zwaar van Ged. Staten is vervallen. De heer VAN DUSSELDORP: Dat is heelemaal niet gezegd. De heer OVERHOFF: Dan verandert mijn vreugde in droefheid. De heer VAN OVERHOFF verdedigde iaarna nog nader het door hem ingediende voorstel tot het toekennen van een bedrag van 50.000 voor de bestrijding der werkloos heid. Hij wenschte zich niet al te druk te maken over de vraag of deze f 50.000 er wel zjjn. Er is hier een noodtoestand en dus moet het geld er maar komen. Hij vergeleek nog eens de uitgaven gedaan ten opzichte van de calamiteuse polders. Men heeft zich toen niets aangetrokken van de financieele consequenties. Spreker wil dit thans evenmin doen. Men stond het vorig jaar aan de top van zijn uitgaven en toch is er bianco crediet gegeven voor de calamiteuse polders. Het geld is toen opgemaakt en nu is er voor de andere crisis-slachtoffers geen geld te vinden. Als de wil er maar is, is het geld wel te vinden. Bij hem gelden geen juri- dische overwegingen, doch moreele overwegin- gen en deze leggen aan de Staten den plicht op de werkloozen te helpen. De conclusie van Ged. Staten komt hierop neer, dat zij niets meer willen doen dan zij gedaan hebben. Hij hoopt dat de Prov. Staten een ander stand punt zullen innemen en de f 50.000 zullen toestaan. De heer VAN DER WART zeide dat er ten opzichte van de werkloozen-bestrijding een etische zijde bestaat en dat wij de helpende hand hebben te bieden aan de werkloozen. Hi; wees nog eens op wat ten deze in de provincie Gelderland geschiedt. Ondanks het betoog van den heer Van Dus seldorp blijft hij aandringen op een eommissie, die Ged. Staten werk uit de handen kan nemen. Deze eommissie kan een inschake- lings-eommissie worden, die de plannen moet overzien voor een aantal jaren en dus een zeer belangrijke taak kan vervullen. Hij1 gaf de S.D.A.P. in overweging het tweede voor stel betreffende de 50.000 in te trekken, en af te wachten welke voorstellen de in te stel- len eommissie zal indienen. De heer KODDE vroeg een overzicht van de provinciale leeningen en rentelooze voor- schotten. Op de salaris-verlagingen wilde hij niet ver- der ingaan en eerst een afwachtende houding aannemen. De financieelen toestand der provincie zag hij niet zoo gunstig in als de heer Onderdijk. Het pessimisme van Ged. Staten is niet onge- grond. De crisis ten opzichte van de ver- mogens en de belastingen begint thans pas door te werken. De opbrengst der belastingen sal belangrijk gaan verminderen en dit ook zijn gevolgen van de opbrengst der opcenten voor de provincie. Hij heeft betreurd dat van zekere zijde wordt aangedrongen op extra-booten op Zon- dag en hoopt dat als een uitspraak van de Staten gevraagd wordt, deze afwijzend zal zijn. Hij is geheel tegen den Zondagsdienst en er bestaat geen verschil tusschen een ge- wonen en een extra-dienst op Zondag. Over het werkloozen-vraagstuk sprekende, kan hij zich vereenigen met de houding van Ged. Staten. Wij moeten voorzichtig zijn de taak van Ged. Staten aan een eommissie over te dragen. Hij verwacht meer met een eom missie in de verschillende deelen der provin cie. Wij moeten werk-objecten vinden in alle deelen der provincie. Wanneer wij indirect de werkloosheid willen -bestrijden staat hij aan de zijde van den heer Overhoff Hij is er echter tegen hiervoor 50.000 b«. hikbaar te stellen. De heer 1 JELKER blijft van gevoelen dat de werkloosheid in de eerste plaats moet ge- steund worden door de gemeenten. Hij is tegen den post van 50.000 voor werkver- schaffing. De heer VOGELAAR repliceert ook nog in het kort. De heer VAN 't HOFF zeide dat de pro vincie de werkloozen moet helpen. Hiji zeide dat de land- en tuinbouw veel lijden door de economisohe crisis en voor deze categorie zal nog meer moeten worden gegeven. Wij krij- gen dat nog al van andere categorieen. Tal van personen lijden armoede door teruggang van effecten en bezittingen. Waar gaan wij naar toe als wjj al deze personen gaan helpen. Als wij 66n categorie gaan steunen, dan moe ten wij tal van anderen eveneens helpen. Wanneer wij de 50.000 gaan geven voor 6<5n categorie, zullen enorme sommen moeten wor den gevoteerd en daarom is hij beducht voor den eersten stap, omdat de provincie niet bij machte is deze sommen te betalen. Hij! zal dus stemmen tegen het instellen van een eommis sie en tegen de 50.000 voor de werkver- schaffing. De heer VAN DUSSELDORP antwoordde den heer Onderdijk, dat Amsterdam zijn reserves heeft gevormd uit zijn bedrijven en deze heeft de provincie niet. Aan den heer Kodde antwoordde hij, dat een zoo volledig mogelijk overzicht zal wor den gegeven van de verhouding van de Pzem ten opzichte van de provincie. Spreker heeft over het principe van de provincie ten opzichte van de werkloosheid niet gesproken. Het principe van Ged. Staten is niet veranderd, alleen om des tijds wille is daarover heen gestapt. De verschillende sprekers worden nog in het kort door den heer Van Dusseldorp be- antwoord, waama de vergadering om half 2 werd verdaagd tot half 3. Zitting van Woensdag 16 December, des middags half drie. Aan de orde werd gesteld de stemming over de motie-Overhoff betreffende het instel len van een eommissie voor werkverschaffinj. Deze motie werd verworpen met 28 tegen 12 stemmen. V66r stemden de socialisten en de heeren De Ridder, Goossens, Kalle, Sonke, Staver- man en Van der Wart. De motie betreffende een crediet van 50.000 voor de werkverschaffing werd ver worpen met 30 tegen 10 stemmen. V6or de socialisten en de heeren Staver- man, Sonke, Goossens en Kalle. De heer ADRIAANSE kwam na afloop der stemming ter vergadering. Hiema werd begonnen met de artikelsge- wijze behandeling van de begrooting. Bij den betreffenden post vroeg de heer Kodde de notulen vroeger te doen verschijnen. De heer SCHIPPERS zeide bij den post steiger te Cortgene dat deze steiger niet meer voldoet voor vrachtauto's. De heer SONKE meende dat deze kwestie is op te lossen als de paal ter plaatse werd afgezaagd. De heer VAN ROMPU antwoordde, dat er werk van gemaakt zal worden. Bij den post prov. stoombootdienst op de Wester-Schelde vroeg de heer DE PAUW waarom de vrijkaarten voor het personeel van de tram zijn ingetrokken. Ook vroeg hij ver- mindering van het tarief van de autobus te Ter Neuzen. Het tarief van deze bus is veel te duur. De heer KODDE vroeg verbetering van den vorm van de dienstregeling der prov. booten. De heer VAN ROMPU zeide dat de vrij kaarten zijn ingetrokken. De aanvrage werd zoo groot dat daaraan paal en perk moest worden gesteld. Wat de tarieven van de autobus betreft, moet worden afgewacht wat de resultaten van dezen dienst zullen zijn. Een verandering van den vorm van de dienstregelingen zal worden overwogen. De heer CATSHOEK wees op het ongeluk- kige en gevaarlijke vervoer van auto's op den dienst CatscheveerZierikzee. Er is onvol- doende ruimte op de prov. boot. Het gerucht loopt dat Ged. Staten een reserve-boot van den Wester-Schelde dienst in de vaart willen brengen. Hij zou gaarne het oordeel van Ged. Staten vememen. Een tweede kwestie ten aanzien van dit traject is het hooge tarief voor het passa- giersvervoer. Hij heeft het tarief op de Wes ter-Schelde vergeleken en dan blijkt dat men van Ter NeuzenVlissingen betalen moet le klasse 1,40 en 2e klasse 1 en van Catsche veer naar Zierikzee resp. 1,50 en 1. Hij vroeg deze tarieven eens ander het nog te willen zien en deze gelijk te maken met de Wester-Schelde. De heer VAN ROMPU zeide, dat de tarie ven gelijk zijn. Op de Ooster-Schelde moet steigergeld betaald worden en op de Wester- Schelde niet. Hij antwoordde aan den heer Catshoek dat de boot te klein is voor auto's en zal in over weging worden genomen de „Noord-Beveland" te verlengen en de dekcapaciteit te vergroo- ten. Een nieuwe boot zou te kostbaar zijn. De heer CATSHOEK zeide dat een 2e klasse passagier op de Ooster-Schelde dan 20 cent steigergeld betaalt en een le klasse pas sagier maar 10 cent. Dit klinkt toch wel vreemd. De heer VAN ROMPU zeide dat een nader onderzoek zal worden ingesteld. De heer EDELMAN vroeg wanneer de af- sluitboomen aan de ponton te Breskens wor den weggenomen, daarvan dadelijk kennis zal worden gegeven. Er dient voor gezorgd te worden dat er geen ongelukken zullen voorkomen. De noo- dige voorzorgsmaatregelen moeten genomen worden. De heer VAN ROMPU zeide dat de afsluit- boom het eigendom is van het rjjk en niet van de provincie. Van een defect wordt on- middelliijk kennis gegeven aan den waterstaat, dan zijn wij er af. De heer EDELMAN meende dat wij er niet van af zijn met kennis geven, anders zouden wij nu geen procedure behoeven te voeren. De heer VAN ROMPU zeide, dat de pro vincie geen schuld treft. Nu wij echter wor den aangevallen, moeten wij een procedure voeren. Bij het crediet voor de paardenfokkerij zeide de heer ONDERDIJK, dat er verschil van meening bestaat of deze subsidie wel goed besteed is. Hij verzocht aan Ged. Staten mee te deelen hoe deze subsidie precies besteed wordt. De heer DE MILLIANO verdedigde dezen post en hij toonde de noodzakelijkheid daar van aan. Het aantal paarden was in 1930 nog 30.000 hooger dan in 1904, niettegenstaande sinds dien tijd het aantal vrachtauto's zeer aanzien- lijk is toegenomen. Het paard heeft in Neder- land nog niet afgedaan. (Ingez. Med.) De paardenfokkers hebben met groote moeilijkheden te kampen en deze subsidie zal daarom zeker niet mogen worden verminderd. De heer ONDERDIJK heeft niet op vermin- dering van de subsidie aangedrongen. Hij heeft op een onderzoek aangedrongen. Er is niet alles gedaan om de fokkerij vooruit te brengen. De heer DE MILLIANO verdedigt nog nader de subsidie voor de paardenfokkerij. De heer DIELEMAN zeide dat Ged. Staten aan den wensch van den heer Onderdijk zul len voldoen en een nader onderzoek instellen. Bij artikel 7, subsidie Groene Kruis, vroeg de heer Goossens subsidie voor het Wit Gele Kruis. De heer VAN DE PUTTE zeide dat dit ver- zoek in de a.s. zomerzitting zal worden be- handeld. Bij het artikel geldleening aan de Pzem, zeide de heer KODDE dat op Zondag con- trole-werkzaamheden worden. verricht. Het heeft hem gespeten dat hij dit heeft moeten constateeren. Dergelijke werkzaamheden be hoeven niet te gebeuren op den dag des Heeren. Hij hoopt dat de raad van toezicht op de Pzem dit voor het vervolg zal weten te voorkomen. Ook besprak hij de tarieven van de Pzem. De kosten zijn te hocg, vooral nu de petro- leumprijzen zoo laag zijn. De prijzen van den stroom dienen dus verlaagd te worden. Hiema werden de inkomsten behandeld. waarover geen discussies werden gevoerd. De geheele begrooting werd zonder hoofde- lijke stemming aangenomen. De begrooting werd vastgesteld op een be drag van 8.648.769,61 en het onvoorzien op f 42.504,63. Wijziging begrooting 1930. Bij de behandeling van de wijziging der be- gooting 1930, merkten Ged. Staten naar aan- leiding van gemaakte opmerkingen, op, dat het volkomen begrijpelijk is, dat de voorstel len tot wijziging der begrootingen voor de leden der Staten niet dadelijk geheel duidelijk zijn. Deze wijzigingen hangen samen met het standpunt, dat Ged. Staten uiteenzetten in de nota tot anbieding van de begrooting 1932, ten aanzien van de provinciale bijdrage in het wegenfonds, de reserve der provinciale stoom- bootdiensten en de terugbetaling door de N.V. Pzem van de aflossingen der leeningen, ge- sloten ten behoeve van de kapitaalverstrek- kingen aan die maatschappij. De gewijzigde opvattingen te dezer zake zijn van invloed ge- weest op het onderhavige voorstel en dat tot wijziging der begrooting voor 1931. Juist daardoor zijn deze wijzigingen van grooter be- lang dan voorheen wel het geval was. Aangenomen zonder stemming. Wijziging begrooting 1931. Bij het voorstel tot wijziging der begroo ting 1931, werd vooral aanmerking gemaakt op de overschrijding van het bedrag voor aan- schaffing van de motorveerboot voor den dienst HansweertWalsoorden met 85.000 en dit gewoon bij een wijziging der begroo ting. Het besluit tot het verstrekken van een crediet had moeten worden gewijzigd. Er was voldoende tijd voor deze zitting een voorstel daartoe te doen en Ged. Staten zijn dan ook buiten him boekje gegaan. Zcowel in de afdeelingen als in hun ant- woord op het algemeen verslag, zeggen Ged. Staten dat er nog belangrijke verbeteringen zijn aangebracht, dat biji de onderhandsche inschrijving ,,de Schelde" een der laagste was en haar met instemming van den regeering3- commissaris het werk is gegund. De hoogere kosten spruiten o.a. voort uit de electrische aandrijving der machines. Wellicht was het regelmatiger geweest de Staten in een en an der te kennen, maar dit zou den bouw nog meer vertraagd hebben. De heer ONDERDIJK zeide dat bij eenvou- dige wijziging van begrooting groote sommen worden uitgegeven. Waar blijft op deze wijze het budgetreoht der Prov. Staten. Het crediet is met 85.000 overschreden en hij gaf in overweging aan Ged. Staten dat de Prov. Staten over zulk een overschrijding van den post kunnen mede spreken. De heer KODDE sloot zich bij den heer On derdijk aan. Hiji vroeg ook nog inlichtingen over eenige posten. De wijziging der begrooting werd daarna goedgekeurd. Opcenten Rijksbelastingen. Bij het voorstel inzake vaststelling der op centen op de vermogens- en de inkomsten- belasting, vroeg een lid in een der afdeelingen of er voor Ged. Staten in dezen tijd geen aan- leiding bestaat, om vermindering van het ge- tal opcenten op de hoofdsom der grondbe- lasting voor te stellen. Aangenomen. De heer ADRIAANSE vroeg inlichtingen aan Ged. Staten waarom aan den heer Dek- ker, ambtenaar bjj den prov. waterstaat te Tholen geweigerd is het wethouderschap te Tholen waar te nemen. Hij is door het antwoord van Ged. Staten niet bevredigd, vooral omdat de hoofdinge- nieur geen bezwaar had de ontheffing te ver- leenen. Ged. Staten hebben ondanks dit ad- vies de ontheffing niet verleend. Ook aan een machinist van den prov. stoombootdienst te Vlissingen is geen onthef fing verleend het raadslidmaatschap te Vlis singen waar te nemen. Ged. Staten hebben zich met een Jantje van Leiden van deze kwesties afgemaakt. Ged. Staten hebben niet genoeg eerbied voor de Prov. Staten, waaraan zij verantwoordelijk zijn. Het waamemen van het ambt van wethou- der te Tholen door een provinciaal ambtenaar kan toch geen moeilijkheden opleveren. Het antwoord van Ged. Staten heeft hem teleurgesteld. De heer DIELEMAN zeide dat Ged. Staten wel referentie hebben voor het college van de Prov. Staten. De bewoordingen van het antwoord van Ged. Staten geven de bedoeling uitdrukkelijk weer. De ambtenaren van' den prov. water-' staat hebben heel veel werk en daarom is het bezwaarlijk ontheffing te verleenen. Ged. Staten verschillen van meening met den heer Adriaanse ten opzichte van de waar- neming van deze functie. Tegen het raads lidmaatschap van den heer Dekker is geen bezwaar, wel tegen het wethoudersschap. Hiema werd de vergadering te 4 uur door den Commissaris der Koningin in naam der Koningin gesloten. VergeetachtigheidEen, rare geschiedenis. Trieste mop In stille zij-straat. Mooie daad! Tot een der vele kwalen, waaraan de menschheid lijdt, behoort ongetwijfeld de ver geetachtigheid. Men behoeft niet tot de pessi- misten, de pruttelaars en knorrepotten te be- hooren om van meening te zijn, dat algeheele genezing op dit punt wel uitgesloten mag wor den geacht. Het is onmogelijk dat iemand in z'n leven niet eens wat vergeten heeft, in ab- stractie dingen heeft nagelaten, die hij niet mocht veronachtzamen. En er is geen der menschelijke gebreken, waarover in 't alge meen z6<5 mild en vergoelijkend wordt geoor- deeld als over de vergeetachtigheid. Zou een professor eigemlijk wel ooit beroemd worden als hij, in 't dagelijksch leven, blijk gaf van een „ijzeren geheugen" en een accuratesse bij het nakomen van beloften, die niets te wen- schen overlaat?Hebben we in de laatste jaren niet gehoord van het „vergeten school- kind" spoedig gevolgd door een „vergeten schooljuffrouw", en „vergeten militair", een vergeten schoonmama" enerom ge- lachen? Zult u het den Fiscus vergeven als hij u 't volgend jaar ,,vergeet"een aanslag te zenden? Immers: van ganscher harte! We zijn 't er dus over eens dat iemand, die vergeetachtig is, overigens de beste man of vrouw ter wereld kan zijn. Kort geleden is hier in Den Haag een nieuw staaltje van ver- geetaohtigheid vertoond en in verband daar- mee is een inderdaad emstig verzuim ge- pleegd. Het heele geval kan worden gekarak- teriseerd door te spreken van: het vergeten lijk. Men heeft inderdaad „eenvoudig vergeten" een man, die in behoeftige omstandigheden verkeerde en eenzaam gestorven is, te be- graven! Wel is het stoffelijk overschot door den Ge- meentelijken Geneeskundigen Dienst naar het lijkenhuisje op de Algemeene Begraafplaats alhier vervoerd, maar verder... heeft men er niet meer aan gedacht. Totdatveertien dagen later, het in verregaanden staat van ontbinding verkeeren- de lijk in genoemd huisje werd opgemerkt. Nu werd ijlings tot begraven overgegaan. Maar: dit muisje had een staartje. Een heei- eigenaardig staartje! Het liberale Raadslid Polak zorgde voor een zeer groote lengte daarvan. Bij de Be- grootingsdebatten in den Raad bracht hij de kwestie van het vergeten lijk ter sprake. De vraag werd gesteld of de medicus, die den dood constateerde, verzuim pleegde toen hij geen doodsbewijs afgaf. De burgemeester oordeelde van wel. Doch de heer Polak sprak over deze ..vergeetachtigheid" als iets heel natuurlijks. Trouwens: daar ging 't bij hem in hoofd- zaak niet om! Hij wilde de leiding van onzen Gem.-Geneesk. Dienst „in het zonnetje zet- ten". Dadr zocht hij o.a. de schuld van het gebeurde. En hij heeft „een boekje open gedaan"! Waren wij, Residentialen, in de geruste ver- onderstelling, dat althans onze eigen Over- heidsbedrijven en -diensten, tot in de per- fectie werkten en daar geen aanleiding tot heftige klachten was te vinden, de heer Polak (en eveneens „Het Vaderland" uit de Parkstraat!) heeft alle moeite gedaan oro ons ook uit den droom te helpen. Als men dit Raadslid gelooven kan, heer- schen bij genoemden dienst toestanden; die alle perken te buiten gaan. De heer Polak gaf b.v. het volgende beeld van den directeur: Deze zegt: l'etat e'est moi, heeft als zinspreuk: verdeel en heersch en heeft een pathologische samen- werking met den administrateur, die toch zeer emstige fouten heeft gemaakt, maar door dik en dun gesauveerd wordt. Er is geen enkel contact tusschen den directeur en diens ondergeschikten; wat hij den dokters te zeggen heeft doet hij schrif- telijk. Hij voelt zich een buitengewoon-gewich- tig man, wat overbodige extra-kosten ver- oorzaakt. Hij! toont weinig belangstelling voor het werk, controleert nooit, komt nooit in de wijken, geeft verkeerde leiding. De medici klagen dat de directeur hen steeds afvalt bij oproep over spoedopnamen. Bij dezen dienst is niets te gek. Dat hij nog goed loopt komt door de toewijding van het personeel. De heer Polak knoopte aan deze beschou- wingen de meest-frappante staaltjes van willekeur en ordeloosheid vast. Het eigen- aardige van het geval is, dat de betrokken wethouder, mr. De Vries, in zijn antwoord- rede den directeur prees als een zeer ver- dienstelijk hoofdambtenaar; verklaarde dat men in Den Haag hoogst tevreden kan zijn over den Geneeskundigen Dienst. Hij wees eenvoudig elke aandacht Af! Overigens wenschte hij in 't openbaar niet in te gaan op de klachten van den heer Polak. 't Is een hoogst-zonderling geval een zeer onverkwik- kelyke geschiedenis. Men ziet waartoe de in zoo vele gevallen vergoelijkte vergeetachtig heid leiden kan! Wat hier in den Raad gebeurt is, geeft een weinig verkwikkend beeld te aanschou- wen. De ..buitenwacht" denkt er natuurlijk het hare van! Waarom de wethouder be- zwaren maakte om de kwestie, nu zij een- maal aan 't rollen was gebracht, verder in 't openbaar af te wikkelen begrijpen velen niet. Dit is dunkt me de juiste methode om voet te geven aan geruchten en „on dits", die immers voor bestrijding heel wat minder vatbaar zijn dan openlijke aanvallen in een publiek college. Dat men het geval van het ..vergeten lijk" en alles wat daaraan vast zit als afgedaan kan beschouwen, zou ik niet gaarne willen bewaren. Misschien ben ik binnenkort in de gelegenheid u daaromtrent nader eenig treffend nieuws te melden. In den laatsten tijd doet hier in Den Haag een „mop" de ronde, die een ondergrond heeft van trieste werkeljjkheid. „Weet ge", vraagt men u, waarom de gevangenis-wagens waarin de „verdachten" vervoerd worden zftn verbouwd verruimd en vooral hooger gemaakt?" Natuurlijk peinst ge maakt een vaag ge- baar van niet-weten Omdat" knijigt ge te hooren „omdat er tegenwoordig zoovele heeren met hooge hoeden in vervoerd moeten worden!" Nogmaals: 't is de Sinistere „waarheid". W6er zijn we opgeschrikt enkele dagen nA den roofoverval" door een opzien- barende gebeurtenis. Veertig duizend gulden verduisterd door den kassier van een groote bankinstelling hier ter stede. W<§<5r een man van positie, van standing naar omlaag ge- stort, diep, grondeloos 't Is vreeselijk. De figuren van het echte „vlakte-leven" zullen grinnikend schokschouderen, mees- muilend gewagen van de luidjes uit ,,d« groote wereld", die zich zoo verre boven hen verheven voelen... Jawel, geef ze de ruimte... Daarbij zijn de pogingen van insluipers en ladelichters maar „lapwerk" vergeleken Ik heb dezer dagen met twijfelachtig genoe- gen kunnen smaken, met zoo'n straatschui- mertje in contact te komen. Ik liep in een stille zij-straat en hoorde plotseling achter m| zacht-schuifelende voetstappen. Toen lk even omkeek, dook een gestalte naast mij op. 't Was een sjofele kerel, den pet-klep diep tn de oogen gedrukt. Op fluistertoon vroeg hij: ,,E6n minuutje, meneer!" Veel lust had ik niet in een discours met den kerel. Toch bleef ik even staan. Hij dook met zijn hand in zijn zijzak van zjjn jas, haalde er iets uit. Hij bracht zijn hoofd dichter bij het mijh« en met schorre stem praatte hij: „Ik ver- trouw u, meneerAls u me verraadt, bea ik er bjjMaar ik moet welThul« een vrouwkinderenZe hebbe* honger meneerKijk, hier heb ik een gouden ring met dliamant'k heb 'm go- stolen, dat wil ik weten!Ik moet eten hebben!U kan 'm van me koopen Zeg maar voor hoeveel Ik wist niet hoe snel ik mjj uit de voeten moest maken. Dat de kerel er op uit was om menschen, die niet terugdeinzen voor een handeltje waar 'n luchtje aan is, beet te nemen, stond vast. De ring was natuurl'ijik valsch! Zoo worden de manieren, waarop men ten huidigen dage tracht aan geld te komen, al- nieuwer, geraffineerder, misdadiger ook. De schaduw-zijden des levens komen la deze dagen wel zeer scherp uit! Gelukkig blijft de zon-kant ons ondanks alles toch trouw. Ook in het Haagsche leven blijkt dat. Kort geleden zijn de Residentialen verblijd met den aankoop, door de Gemeente, van dri# natuurrijke buitenplaatsen onder de gemeente Rijswijk (welhaast Haagsch territoir? n.l. Overvoorde, Steenvoorde en de Voorde. De bedoeling is om, als straks de stadsuitbrel- ding zich ook tot deze streken heeft uitge- strekt, de steenmassa's der huizen hier zullen verrijzen, den bewoners dier buurten de sug- gestie te schenken van zalig buiten-zijn, ale ztji zich slechts enkele honderden meters wil len verplaatsen om de tot stadsparken geme- tamorfoseerde buitengoederen te betreden. Deze aankoop mag worden gehuldigd als een zeer wijze en tevens zeer mooie daad van onze Aedilen, waarvoor ook het nageslacht terecht heel dankbaar zal zijn. EIBER. VAN EEN TREIN GESPRONGEN. Donderdag sprong nabij Borsselen een te Goes wonende conducteur der N. S., J. Zwerts- loo, bij het rangeeren van een trein en kwam daarbij zoodanig te vallen, dat de dood spoe dig intrad. AFPERSING. Een winkelier in de Kalverstraat te Amster dam kreeg, volgens het Hbl. bezoek van twee mannen, die van hem honderd gulden eischten. Zij uitten allerlei bedreigingen en zeiden lee- lijke dingen van den winkelier te zullen rond- strooien, als hjj het geld niet gaf. Daar die dingen onwaar waren, stoorde de winkelier er zich niet aan. De mannen dreigden daarna met een mes, maar het succes van hun optre- den was niet groot. Het eenige, dat zij bereik- ten was, dat de politie hen inrekende. Z% zullen ter beschikking van de justitie worden gesteld. AUTO DOOR EEN SPOORWEG- AFSLUITING GEREDEN. Donderdagavond omstreeks half negen Is een auto, waarin een drietal Delftsche studen- ten waren gezeten, in voile vaart aan de Mo- lenstraat te Ede door de spoorwegafsluiting gereden. De hosting was zoo hevig, dat de af- sluithekken werden versplinterd en de auto op de rails terecht kwam. De locomotief van een naderenden goederentrein greep den wa- gen en duwde dezen voort. Doch de machinist slaagde erin spoedig den trein tot stilstand te brengen. Wonder boven wonder kwamen de drie jongelui ongedeerd uit den vernielden auto te voorschijn. Met den trein van 10 uur konden zij naar Delft terugkeeren. De rest van den auto werd per kraanwagen wegge- sleept. AAN GEHOUDEN. In verband met den aanslag op den beredeo inspecteur, den heer van der Wilt op den Goudschen Singel heeft de politie te Rotter dam ze3 mannen aangehouden, die voorlooplg in arrest zijn gesteld. 's Avonds zijn zij na verhoor weer op vrije voeten gesteld. BLOEDVERGIFTIGING. De 17jarige mej. M. V. te Ulvenhout krabcte een puistje in haar gezicht open waardoor bloedvergiftiging ontstond. HET WRAK VAN EEN OUDE TJALR. Bij het uitvoeren van graafwerken in den Wieringermeerpolder is het wrak gevonden van een schip, waarschrjnlijk een tjalk. In het vaartuig vond men eenige potjes, waarop het jaartal 1589 staat. Men is er in geslaagd de beide moordenaar* van den geheimzinnigen moord op ten Neder- landsche vrouw, de weduwe Derks-van Ulft, van de Handschoenenmarkt te Antwerpen, op te sporen en te arresteeren. Het zijn twee Roemenen, de 21jarige Dlmi- trescu en de 29jarige Alex Manescu. De eerste werd te Brussel, de tweede te Rouaan aange houden. Dimitrescu heeft volledig bekend, doch bo- weert dat alleen Manescu den moord heeft gepleegd. Men verwacht, dat Manescu spoe dig door de Fransche justitie zal worden uit- geleverd. De Engelsche trawler „Birdleness" is Vrt>- dag nabij Thorshevn op de Faroer ten gevolge van een ontploffing geheel vemield. Men vreest, dat de geheele bemanning, bestaande uit vijftien koppen, om het leven is gekomen. De oorzaak van de ramp is onbekend, doch men vermoedt, dat een der ketels is ontploft. De stoomtrawler was op 6 December jl. uit Hull vertrokken. DE ONTSNAPTE PINGUINS. De twee pinguins, die uit een dierentuin in Surrey ontsnapten, zijn teruggevonden op den hoofdweg van Esher naar Epsom, waar zjj zich plotseling in het lichtschijnsel van voor- bijrijdende auto's vertoonden. Een passeerend motorfietser stopte ze in twee zakken en bracht ze terug naar den dierentuin, waar ze zich te goed deden aan een uit vele haringen bestaanden maaltrjd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 6