Ter Neuzensche Courant
Derde Blad.
a 60 cent
B1NNENLAND.
3UITEVLAIB
Vrijdag 18 Dec. 1931. No. 8775
PROVINCIALE STATEN VAN
ZEELAND.
niLunjHHna-nufui i un i iuii
VAJN
een Zeeuwsche werf, it.w. de „Schelde" te
gunnen, hetzij door een onderhandsche aan
besteding te houden van gegadigden, die
hun werkplaatsen binnen de grenzen der pro-
vincie hebben. Men rekende op 38.000 aan
werkloonen, d.w.z. voor 80 man gedurende
3 maanden. Een lid verklaarde zich tegen on
derhandsche aanbesteding.
Aan de antwoorden van Ged. Staten in de
afdeelingen ontleenen wtrji, dat een nieuwe
boot f 350.000 zou kosten, dat volgens des-
kimdigen „de Zeeuwsch-Vlaanderen" na de
verbouwing nog wel 15 jaar zal medegaan,
dat Ged. Staten het volste vertrouwen stellen
in de adviezen van bet bureau-Comelissen,
dat het da bedoeling is het resultaat met deze
boot af te wachten alvorens met de ,,Luctor
et Emergo" te beginnen en dat Ged. Staten
alles willen doen om het werk in Zeeland te
houden en de directie van een werf te Ter
Neuzen ook reeds verzocht voor het werk in
aanmerking te mogen komen, doch Ged. Sta
ten moeten ook rekening houden met den
Minister, omdat het Rijk 80 betaalt en dit
wellicht niet zou willen doen bij een verschi!
in prijs, als niet aan den minsten inschrijver
het werk wordt opgedragen.
De heer STAVERMAN wilde geen critiek
uitoefenen op het voorstel. Alleen verzocht
hij het werk te doen uitvoeren in onze pro-
vincie. Het is hem bekend, dat een der
fabrieken bereid is het werk uit te voeren
voor een belangrijk lager bedrag. In dit werk
zit 35.000 werkloon en hieraan is voor 3
maanden voor 100 man werk te vinden. Een
belangrijk bedrag zou worden bespaard ook
als de ,,Luctor et Emergo" gelijk werd ver-
bouwd. De besparing zou zeker f 10.000 be
dragen. Hij drong aan het werk in onze
provincie te doen uitvoeren.
De heer EDELMAN zou alles willen doen
om dit werk in onze provincie te doen uit
voeren. Hij zou het ten zeerste toejuichen
als dit werk werd uitgevoerd in onze belang-
rijke industrieplaats. Hj! herinnert aan het
Fransche spreekwoord dat iiefdadigiheid bij
ons zelve begint.
De heer DE RIDDER drong eveneens aan
het werk in onze povincie te doen uitvoeren.
Hij beval het voorstel van Ged. Staten ten
zeerste aan. In onze machine-industrie worden
moeilijke tijden doorgemaakt en hij hoopt, dat
het werk in onze provincie zal worden
behouden. Hij verzoekt het college van Ged.
Staten hiemede rekening te houden. In Am
sterdam is ook een werk aanbesteed voor een
brug door de gemeente en hiervoor werd ook
de eisch gesteld, dat het te Amsterdam zou
worden uitgevoerd.
Hij gelooft dat een onderhandsche aanbe
steding wel zal meevallen.
Wanneer het Rijk bezwaar maakt om de
80 te betalen als de inschrijving buiten
onze provincie lager mocht zijn, laat dan de
provincie het verschil voor haar rekening
nemen. Hij: drong dus met klem aan, dat de
verschillende werken in onze provincies wor
den uitgevoerd.
De heer DE PAUW wilde een ander geluid
laten hooren. Hij gelooft, dat wij er met den
ombouw niet zullen komen. Hij gaf daarom
Ged. Staten ernstig in overweging of het niet
goedkooper zou zijn een nieuwe boot te laten
bouwen. Men is er niet zeker van dat deze
proef zal slagen. Ged. Staten schrijven Zelf
dat als de tijden gunstiger waren zij met
een voorstel zouden zijn gekomen een geheel
nieuwe boot te laten bouwen. Het bedrag van.
den ombouw is veel te hoog. Het sohip zal
niet aan de behoefte kunnen voldoen. Daar
om gaf hij in overweging dit voorstel nog
even aan te houden tot een volgende verga-
dering en een nader onderzoek in te stellen.
De heer VAN ROMPU zeide, dat de plannen
goed zijn overwogen en dat bij de verbouwing
de boot vele jaren in de behoefte zal kunnen
voorzien. Het is geen weggewcrpen geld,
daar het schip altijld voor reserve-boot ge-
bruikt kan worden.
Hij ontraadde ten sterkste 250.000 meer
uit te geven voor een nieuwe boot. Met den
verbouw van de ,,Ducbor et Emergo" willen
Ged. Staten wachten tot de „Zeeuwseh-Vlaan-
deren" klaar is. Daarom wilde hij op dit ge-
deelte van het verzoek van den heer De Rid-
der niet ingaan. Het plaatsen van motoren
in de Zeeuwsch-Vlaanderen" achtte hij h*et
meest gewenseht, omdat hieraan verschillende
voordeelen zijn verbonden.
De heer MOELKER kon na de toezegging
van den heer Van Rompu dat de „Zeeuwseh-
Vlaanderen" voor 10 jaren in den dienst zal
voorzien, met het voorstel van Ged. Staten
gaame medegaan, vooral voor de werkverrui-
ming in de provincie.
De heer DE RIDDER vroeg of er een onder
handsche aanbesteding zal worden gehouden.
De heer VAN ROMPU kan daaromtrent nog
geen toezegging geven, doch als het eenigs-
zins mogelijk is zal de boot in Zeeland wor
den verbouwd.
Het voorstel werd zonder stemming aange-
nomen.
Verbeterlng aanlegplaats Hansweert.
Ged. Staten stellen, zooals gemeld, voor,
ten behoeve van de verbetering van de aan
legplaats van den Prov. Stoombootdienst te
Hansweert een som van f 26.000 beschikbaar
te stellen.
In de afdeeling werd betreurd, dat de ver
betering maar een tijdelijke voorziening be-
treft, omdat de aanlegplaats vermoedelijk
later naar de Oostzijide van het kanaal wordt
verlegd en daarom werd gevraagd of het niet
mogelijk is, de geheele uitgaaf te besparen
en het vervoer te verleggen naar Hoedekens-
kerke. Een lid van Ged. Staten zeide o.a., dat
het nog wel 5 jaar kan duren voordat de aan
legplaats wordt verlegd en dat nog niet zeker
is of van het Rijk een ponton ter beschikking
kan worden verkregen. Over verplaatsing
van het station te Vlake hoort men thans
zeer weinig meer.
Aangedrongen werd het werk zooveel mo
gelijk door menschen uit Zeeland te laten
verrichten en als er een nieuwe ponton meet
komen, deze in Zeeland te laten maken. In
een afdeeling werd gewezen op het snel aan-
slibben van de aanlegplaats te Hoedekens-
kerke, waardoor het lijkt dat de uitvoering
van werken door den provincialen waterstaat
met minder of meer nonchalance plaats heeft.
Daarom wenscht men te worden ingelicht, op
welke wijze men de onderwerpelijke verbete
ring wenscht tot stand te doen brengen en
binnen welken tijd.
Namens Ged. Staten wordt toegezegd met
den grootsten spoed het werk te doen uitvoe
ren en ontkent, dat met nonchalance wordt
gewerkt door den Prov. waterstaat, over wel
ken tak van dienst het college integendeel
niets dan lof heeft.
Het voorstel werd aangenomen, waarbij de
heer Edelman verzocht ook dit werk in Zee-
land uit te laten voeren, als dit maar eenigs-
zins mogelijk is.
Subsidje autobusdienst.
Het voorstel om 5100 subsidie toe te ken-
nen aan den heer P. Scheele te Ter Neuzen
voor een autobusdienst van Sluiskil over Axel,
Zuiddorpe, Koewacht, St. Jansteen naar Hulst,
vond een lid eener afdeeling niet af en hij zag
gaarne een exploitatierekening ovsrgelegd.
Opgemerkt werd, dat de tarieven in verband
met den benzineprijs niet z'jn gewijzigd, dat
de vorige ondememing zijn exploitatierekening
heeft overgelegd, dat de dienst in een groote
behoefte voorziet en dat het provinciaal sub
sidie ten hoogste 12% van de geschatte
waarde mag bedragen, mits de belangheb-
bende gemeenten eveneens 12% bijdragen.
Aangenomen zonder stemming.
Reservefondp Stoombootdiensten.
Brj de behandeling van het voorstel om ge
durende 5 jaar geen gel den te storten in het
reservefonds van de Prov. Stoombootdiensten
kon in de afdeelingen nog nader worden vast-
gelegd, dat het goed is een termijn te stellen,
dat het fonds niet kan worden gemist (thans
872.000) als kasgeld en dat het fonds thans
groot genoeg is om alle risico's te kunnen
dragen.
De heer KODDE wil voor goed ophouden
met het storten van gelden in het reserve
fonds en hij wilde dus den termijn van 5 jaren
in het voorstel schrappen.
De heer VAN ROMPU wil het reservefonds
behouden, omdat dit soms dringend noodig
kan zijn. Hij wil alleen voor 5 jaren met het
storten van gelden ophouden. Als wij verder
zijn dan kunnen wtj: zien wat dan noodig is.
Andere tijden, andere zeden. Het is beter het
reservefonds voor 5 jaren te laten staan.
De heer KODDE vond het veel eenvoudiger
den termijn van 5 jaren te schrappen. Als het
noodig is kan het reservefonds later toch weer
in het leven worden geroepen.
De heer OVERHOFF zeide, dat dp heer
Kodde gevraagd heeft of de rente van het
fonds in het fonds werd gestort of dat deze
kwam in den gewonen dienst. Hij zou van
Ged. Staten daarom willen vememen wat er
met de rente van het fonds gebeurt.
De heer VAN ROMPU zeide dat deze rente
kornt in den gewonen dienst.
Het voorstel werd daarna aangenomen.
Werkplaats te Vlissingen.
Het volgende voorstel was dat om 5600
besohikbaar te stellen voor verbouw en uit-
breiding van de werkplaats der Prov. stoom
bootdiensten te Vlissingen. Men achtte, met
waardeering van het stelsel om de werkzaam-
heden aan de booten zooveel mogelijk zelf te
doen verrichten, het gevraagde bedrag zeer
hoog en de gegeven toelichting niet voldoende.
Gevraagd werd of het Rijk 80 in de kosten
zal bijdragen. Van de zijde van Ged. Staten
werd geantwoord, dat de uitbreiding noodig
is, omdat men nu grootere booten heeft, dat
het bedrag een raming is, die bij aanbesteding
nog kan medevalien en dat ook machines
moeten worden aangeschaft; dat het Rijk
80 betaalt; dat de kosten op de exploitatie
1931 zullen drukken.
Aan hun antwoord op het algemeen ver
sing voegen Ged. Staten een gespecificeerde
opgave der kosten toe.
De heer EDELMAN stelde de vraag of in
de f 5600 de kosten voor de machines zitten.
De heer VAN ROMPU zeide dat de machi
nes er niet in begrepen zijn.
Hiema werd het voorstel goedgekeurd.
Begrooting 1932.
De begrooting 1932 heeft in alle afdeelin
gen tot zulk een uitgebreide discussie aan-
leiding gegeven dat het algemeen verslag niet
minder dan 21 compres gedrukte foliovellen
bevat en w'iji ons daarom er van willen ont-
houden daarop diep in te gaan, temeer waar
veel er van bij de discussie in de openbare
vergadering toch weer naar voren zal komen.
Aan. het eveneens uitvoerig antwoord van
Ged. Staten ontleenen wij, dat men over-
zaken van bestuursbeleid volkomen ter goe-
der trouw, geheel tegenovergestelde opvattin-
gen kan zijn toegedaan, zonder dat de moge-
lijkheid om tot overeenstemming te komen
bestaat, aangezien die opvattingen steunen
op subjectieve inziohten, die eerst in meer of
minder nabije toekomst kunnen worden be-
vestigd of weerlegd. Ged. Staten kunnen niet
toegeven, dat zij de toekomst te donker heb
ben voorgesteld, al zou het hun natuurlijk
aangenaam zijn, indien zij door de feiten in
het ongelijk mochten worden gesteld. Als
daardoor een paniekstemming is verwekt,
waarvan Ged. Staten echter niets gebleken
is, dan is dit omdat zrj, die er in verkeeren,
zich geen voldoende rekenschap hebben ge
geven van de gevolgen van een maatschap-
peliijke ramp, die niet slechts een enkel be-
drijf of den land, doch vrijwel alle bedrijven
over de geheele wereld heeft getroffen. Dat
Ged. Staten ook nu nog niet met verlaging
der jaarwedden komen, is o.a. een gevolg van
het willen afwachten, wat het lot zal zijn van
het wetsontwerp tot tijdelijke mindering van
het bedrag der uitkeeringen aan provincies
en gemeenten. De aanneming van een tweetal
hiema te noemen voorstellen inzake de werk-
loosheidsbestrijding moeten Ged. Staten ten
zeerste ontraden. Zij blijven principled op het
standpunt staan, dat dit niet op den weg der
provincie ligt en als dit wel zoo was, dan zou
een bedrag van f 50.000 allerminst toereikend
blijken om ook maar eenigszins aan de be
doeling van de voorstellers tegemoet te kun
nen komen. Een commissie, als bedoeld in het
tweede voorstel, zou een taak opvatten, die
reeds aan anderen is opgedragen en zoodoen-
de zou slechts een nieuw rad in het bestaande
raderwerk worden ingevoegd.
Een nader antwoord van den minister van
waterstaat over de lijn VlissingenNeuzen
is ook nu nog niet ontvangen en inmiddels
hebben Ged. Staten hun onderzoek naar het-
geen zal dienen te geschieden, indien de
minister het eenmaal ingenomen standpunt
handhaaft, vocrtgezet.
De bovenbedoelde voorstellen, ingediend
door de S.D.A.P.-fractie, zijn die: 1°. om
f 50.000 ter beschikking van Ged. Staten te
stellen, ten einde daarvan te bekostigen
extra-uitkeeringen bij uitvoering van werken,
die onmiddellijk kunnen worden ter hand ge-
nomen, hetzij in samenwerking met polder- en
waterschapsbesburen of gemeenten of het rijk
en voor zoover dit van de rijksregeering af-
hangt, er bij de regeering op aan te dringen,
dat werken zoo spoedig mogelijk in uitvoe
ring worden gebracht met ruime hulp van re-
geeringswege; 2°. vooropstellende, dat bij de
bestrijding van de werkloosheid de provincie
een aanvullende, maar daarom niet minder
gewichtige, taak heeft te vervullen, van oor-
deel, dat deze taak vooral dient gericht te
Z:ja op werkverruiming en werkverschaffing,
Ged. Staten te verzoeken onverwijld een com
missie in te stellen, die tot taak heeft zoo
spoedig mogelijk om te zien naar werkobjec-
ten van grooten omvang, alsmede naar de al
of niet uitvoerbaarheid daarvan, en welke
werken in samenwerking met gemeenten,
complexen van gemeenten in de betrokken
streek, polder- en waterschapsbesturen en
rijk, kunnen worden uitgevoerd, daarvan aan
Ged. Staten rapport uit te brengen en voor
stellen te dien opzichte te doen omtrent den
vorm van samenwerking waardoor deze wer
ken tot uitvoering kunnen worden gebracht.
De heer ONDERDIJK opende de algemeene
besehouwingen. Hij bespfrak de verkiezing
van Ged. Staten, waarbij de kleine partijen
werden genegeerd. Bij de verkiezing wordt
niet op bekwaamheid, doch op de politieke
richting gelet. Wanneer de drie rechtsche
partijen uitsluitend leden van him partij
hadden gekozen zou men dit kunnen verkla-
ren, doch men heeft dit standpunt laten
varen. Nu de heer Van der Weijde bedankt
heeft staat men voor een nieuw geval. De
S.D.A.P. kwam met een zetel meer in de Sta
ten, hoewel de demoeratische partijen stem-
men hebben verloren. De Vifjheidsbond heeft
Middagvergadering van Dinsdag 15 December.
Verbouwing stoomschip „Zeenwsch-
Viaapderen".
Tegem het voorstel om voor het verlengen
en verbreeden van het stoomschip „Zeeuwsch-
Vlaanderen" en het vervangen van de stoom-
machine-installatie door een Dieselmotor-
installatie f 140.000 beschikbaar te stellen, war
den in alle afdeelingen bezwaren ingebracht.
Zoo vreesde men, dat het schip, dat in 1916
voor 120.000 is gebouwd, 't niet meer waard
is er 140.000 aan te verbouwen en vroeg of
dit bedrag wel toereikend zal zijn, gezien het
feit, dat het bedrag, aangevraagd voor de nu
op de helling staande boot te weinig blijkt te
zijn. Men vroeg ook naar den prijs van een
nieuwe boot, die in capaciteit de Zeeuwsch-
Vlaanderen", zooals die zou worden na de
verbouwing, zal evenaren. Een lid zou de
„Luetor et Emergo" tsgelij'k willen verbouwen.
Men vroeg ook nog of Ged. Staten zich nog
door andere dan door het bureau Comelissen
liebben doen voorlichten en algemeen drong
men aan op pogingen het werk in Zeeland
te houden, hetzij door het reeds dadelijk aan
voor het Nieuwjaarsnummer dat Vrij-
dagmorgen in plaats van Vrijdag-
avond zal verschijnen en in de kom dezer
gemeente huis aan huis wordt bezorgd,
worden weder geplaatst
Voor Nieuwjaarswenschen grooter dan
20 regels, zal 60 cent meer worden ge-
rekena voor elke 20 regels of gedeelte
daarvan.
De inzendingen kunnen geschieden tot
uiterlijk Donderdag 31 dezer, des voor-
middags 10 uur.
Ter Neuzen, 21 December 1931.
Firma P. J. VAN DE SANDE.
ARBEIDSBEMIDDELINGSWET 1930.
Naar het Corr. Bur. vemeemt zal de Ar-
beidsbemiddelingswet 1930 op 1 Jan. a.s. in
working treden.
REGELING DER KERSTGAVEN AAN
WERKLOOZEN.
De Minister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw heeft ten behoeve der ondersteunde
werkloozen een regeling getroffen waardoor
aij op verzoek van het bestuur der gemeente
hunner inwoning, een Kerstgave kunnen ont
vangen, die 25 zal bedragen van de uit-
keering welke zij in de Kerstweek (20 tot 26
December) zullen ontvangen.
Omtrent de uitkeering der Kerstgave aan
degenen die steun ontvangen uit een werk-
loozenkas, heeft de Minister van Binnenland-
eche Zaken de beslissing overgelaten aan zijn
ambtgenoot van Arbeid. Naar wij vememen
heeft Minister Verschuur op desbetreffende
aanvragen van de gemeentebesturen reeds
geantwoord, dat er bij hem geen bezwaar be-
stond tegen een extra-uitkeering, mits elk
geval op de gebruikelijke wijze nauwkeurig
door de daartoe ingestelde instantie werd
onderzocht. Ten aanzien der Kerstgaven is
deze eisch evenwel niet gesteld; alleen heeft
de Minister den wensch te kennen gegeven,
dat de extra-bijdrage het bedrag van 25
der gewone uitkeering niet zal overschrijden.
Van Rijkswege wordt evenwel geen geldelijke
bjjdrage voor die Kerstgave verstrekt.
De werkloozen, die bij de werkverschaffing
te werk zijn gesteld, kunnen uit den aard der
zaak voor deze Kerstgave niet in aanmerking
komen; hun zal wegens loonderving voor de
Kerstdagen en den Nieuwjaarsdag een uitkee
ring worden gedaan. (Tel.).
CRISIS IN DE STEENINDUSTRIE.
In principe is Zaterdag te Amhem beslo-
ten tot een drastische produetiebeperking in
het giootste gedeelte der Nederlandsche steen-
industrie, welk. tot gevolg zal hebben, dat het
meerendeel der ^rootste fabrieken in het be
gin van het pieuwe jaar zal worden stop-
gelegd.
Met betrekking tot de reeds gemelde pro
duetiebeperking in de steenindustrie vemeemt
het Hbld. nader, dat het Vrijdag te Amhem
genomen besluit tot gevolg zal hebben, dat
het meerendeel der fabrieken na 1 Januari
a.s. wordt stilgel'egd. De groep Noord-Brabant
heeft nog geen beslissing genomen, doch zal
gen eener mobilisatie, die reeds opgetreden
zijn, niet ongedaan worden gemaakt.
Ten einde aan de bedenkingen, dikwijls
tegen het dekbeeld van een wijziging van
artikel 187 aangevoerd, zooveel mogelijk tege
moet te komen, stelt de heer Albarda c.s.
voor, dat de behandeling van een mobilisatie-
voorstel zal plaats hebben in de vereenigde
vergadering der Staten-Generaal. In het
Reglement van Orde voor de vereenigde ver
gadering is de wijze, waarop deze een wets
ontwerp heeft te behandelen, geheel en al ge-
regeld. Overigens heeft de ervaring, bij het
begin van den grooten wereldoorlog hier te
lande opgedaan, voldoende bewezen, dat in
ernstige omstandigheden gewichtige beslis-
singen ook door de Staten-Generaal in zeer
korten tijd kunnen worden genomen.
BERLIJN DRINKT MINDER BIER.
Volgens schattingen was het gebruik van
bier door de Berlijners in den laatsten tijd
sterk teruggeloopen. Dit is door de statistiek
volkomen bevestigd. In 1930 is de consumptie
vergeleken met 1929 met 15 verminderd.
In 1929 werden er nog 4.850.000 hectoliter uit-
geschonken. In 1930 was dit 700.000 hectoliter
minder. Dit jaar zal de achteruitgang nog
veel grooter zijn en de e6n millioen hectoliter
ver overschrijden, zoodat dan ongeveer de helft
wordt gedronken van het kwantum in 1929.
AMERIKA OP ZIJN SMALST.
Met 317 tegen 100 stemmen heeft, schrijft
de N. R. Crt., het Amerikaansche Huis van
Afgevaardigden het moratorium van Hoover
goedgekeurd. Dat was te verwachten, ja, vrij
wel onvermijdelijk. Daarnaast echter heeft het
Huis een amendement aangenomen, dat de
commissie voor financien daarbij had voor
gesteld, en dat het heele besluit een ontmoedi-
gend en voor Amerika zelf een weinig hart-
verheffend karakter geeft. Het Congres, zoo
heet het daarin, is principieel ertegen gekant
dat eenige schuld van een vreemd land aan de
Vereenigde Staten geschrapt of verminderd
wordt; ook mag de ratificatie van het mora
torium van Hoover volstrekt niet worden op-
gevat als een uiting van een tegenovergestelde
politiek noch als een aanduiding van de moge-
lijkheid, dat op eenig tijdstip een tegenoverge-
steld beleid in welwillende overweging zou
kunnen worden genomen.
Dit amendement is in zijn bewoordingen
politiek weinig zakelijk; het zegt dingen die
men elders in een motie zou zeggen of
niet zou zeggen. Men meende blijkbaar niet
uitdrukkelijk genoeg te kunnen wezen in zijn
weigering van iedere verlichting der oorlogs-
schulden; een overschot van energie spuit uit
naar de toekomst! Het Huis legt bij voorbaat
beslag op de meening van volgende Huizen.
Het eenige bemoedigende in het heele geval is
eigenlijk het overdadige in deze verzekerin-
gen; vrouwenkenners leeren ons twijfelen aan
al te uitvoerige „neen's". En wij zoeken ver-
geefs naar een klank van mannelijke soberheid
in de breedvoerige verklaring van het Ameri
kaansche parlement.
Maar voor Hoover is zij in ieder geval dui-
delijk. De president zal nu niet meer aan
verdere stappen tot regeling der schulden
durven denken. Het eenige dat men nu nog
uit de Vereenigde Staten kan hopen is een
verlenging van het bestaande moratorium. Op
het oogenblik lijkt het nog verre van zeker
dat het Amerikaansche parlement daartoe te
vinden zal zijn. Men moet rekening houden
met de politieke gezichtskring' van een groot
gedeelte der Amerikaansche afgevaardigden.
1UWV CU1UU1 UUU1 UCUl Ulli UCH
last van de schadeloosstelling te verlichten;
niet op verzoek van de onmiddellijke schulde-
naars van Amerika maar op verzoek van
Duitschland. Men zou zeggen dat het verband
niet duidelijker kon worden erkend. Daarom
moest Amerika een der eerste belanghebben-
den zijn bij hetgeen er op de komende herstel-
conferentie besproken zal worden; maar Ame
rika trekt zich weer terug in zijn oude schulp,
die bestaat in het bewuste zelfbedrag dat her-
stel en intergeallieerde schulden niets met
elkaar te maken hebben. Het weigert deel-
neming, maar kan toch weer niet alle be-
moeiing opgeven. Het zal dus een ,,waame-
mer" ter conferentie zenden! Dat is het top-
punt van sehuwe halfhartigheid.
Terwijl het bovenstaande geschiedt, gaat te
Bazel de commissie voor het plan Young ver
der met haar ,,studie". Intusschen blijkt steeds
duidelijker ook in Frankrijk het besef niet
meer „taboe", dat op zijn hoogst nog het ,,on-
beschermde" derde van de Young-annuiteiten
in de toekomst voor betaling in aanmerking
zal komen. De financiers wikken wikken
met inderdaad deskundige nauwkeurigheid
en intusschen maakt de binnenlandsche poli
tieke toestand in Duitschland zich op om te
beschikken. Wij willen op de conclusies van
Bazel en wat er verder op volgen zal, niet
vooruitloopen. Men krijgt den indruk dat zelfs
Frankrijk nu bereid is, een bijzonder steile
trede toe te staan bij de trapsgewijze likwida-
tie van de financieele gevolgen van Versailles.
Of de ontwikkeling echter nog geleidelijkheid
gedoogt
Dat is op het oogenblik nog niet met zeker-
heid uit te maken, al lijkt het ook nog zoo
waarschijnlijk dat de toestand in Europa
weldra een definitieve oplossing zal afdwin-
gen. Dit is in ieder geval reeds duidelijk, dat
in ons werelddeel zelf zij ziende schijnen te
worden, die totnogtoe de oogen stijf gesloten
hielden, hetzij omdat zij ze niet wilden of niet
durfden openen.
Het Amerikaansche Congres echter knrjpt
nog de handen krampachtig vast om de schuld-
bekentenissen, blijkbaar van meening niets te
kunnen verliezen als men maar niet loslaat.
Shylockjes? Ach neen, politici van boven aan-
geduid type, bezield door een bepaalde vrees
voor hun kiezers en een onbepaalde vrees vflor
den vreemdeling, tegenover wien, naar zij
meenen, die schuldbekentenissen hun macht
geven.
NOOD MAAKT ONREDELIJK.
De jongste Duitsche noodverordening tast,
schrijft de N. R. Crt., ons bestaande oecono-
mische sbelsel allerhevigst aan. Van particu-
lier beschikkingsrecht over bezit blijft be-
trekkelijk weinig over. De ordonnantie komt
in plaats van de wet van vraag en aanbod.
Een ambtenaar, met dictatoriale macht voor
zien, bepaalt prij'zen, tarieven, enz. Men krijgt
nu reeds den indruk, dat die ambtenaar voor-
zichtig voor zich uittastend en allerminst op
losse gonden te werk gaat. Maar hij kan niet
alles over2ien, en bij zijn tasten loopt hij vele
kansen om mis te tasten.
Wij willen hiermede geen critiek uitoefenen
op de maatregelen der Duitsche regeering.
Het Duitsche oeconomische leven verkeert in
een volstrekt abnormalen toestand. Een
herstel van alle vrijheid die bij ons oecono-
misch stelsel behoort, zou onmiddellijk groote
rampen tengevolge hebben, waartoe in de
eerste plaats een instorting zou behooren van
alle crediet en van alle solventie, die nu nog
slechts door bevriezing tegen algeheele ont-
binding worden beschermd.
Het is onvermjjdelijk, dat men in Duitsch-
voor geen nieuwe overeenkomst moet worden
gesloten. De huurders hebben eindelijk een
sterk overwicht gekregen; en de eigenaars
zien moeilijke tijden tegemoet, ondanks het
feit dat ook hun hypotheekrente door de
noodverordening wordt verlaagd.
Zoo zullen er meer gebieden zijn waarop
het werkelijk effect der bepalingen, moeiliijk
te overzien als het is, onverwacht groote
schokken zal te weeg brengen. En weinig
Duitsche burgers zullen er zijn die niet op de
een of andere manier door die schokken wor
den getroffen. Het is menschelijk, dat. men
slechts de lastem, en niet de individueele voor
deelen naar voren schuift die de nieuwe be
palingen meebrengen. De noodverordening
kan daarom slechts de ontevredenheid tegen
de regeering doen toenemen.
De Duitsch-nationale rijksdagfractie heeft
haar gevoelens reeds geuit over het ongeziene
en ongehoorde ,,ingrijpen in de rechten, over-
eenkomsten en de persoonlijke vrijheid van
den individueelen staatsburger". Wij begrij-
pen dit; en nog te eer bij een oonservatieve
partvj, die steviged dan eenige andere groep
aan het oude behoort vast te houden. De
Duitsch-nationalen hebben echter heel wat
recht van spreken verloren door hun lang-
durig samenwerken met, en door hun in de
hand werken van de nationaal-socialistische
beweging. Deze zou genoemde rechtem, over-
eenkomsten enz. nog heel veel minder ontzien
dan het bewind van Briining. Dat weet men
uit hun program. De vriendschap der Duitsch-
nationalen moet den nationaal-socialisten
echter zeer ten goede zijn gekomen, daar zij
tegenover tallooze behoudend gezinde Duit-
schers een soort legitimatie was van de in
werkelijkheid revolutionaire beweging, waar
him gevoelens hen nu heendrevem. In den
laasten tijd schijnt die vriendschap zeer be-
koeld. Maar wij vreezen, dat deze verande-
ring niet vroeg genoeg is gekomen om nog
paedagogisch nut van beteekenis te hebben.
Nog minder recht van spreken hebben de
nationaal-socialisten, als zij zich tegen de
noodverordening verzetten met redeneeringen,
die zij zelf, eenmaal aan het bewind gekomen,
van geen politieken tegenstander zullen dul-
den. In de ,,Biirgerschaft" van Hamburg
is nu met groote meerderheid een motie aan
genomen, waarin de Senaat de Vrije Stad
wordt verzocht bij de rijksregeering aan te
dringen op een onverwijlde intrekking van de
jongste noodverordening. In de groote meer
derheid voor de motie vindt de nieuwe radicale
samenstelling van het stadsparlement haar
uitdrukking. Dit verzet, dat voomamelijk op
nationaal-socialisten en oommunisten steunt,
herinnert aan het geklaag dezer groepen om
dat men hen beperkt in het misbruik van vrij-
heden, die zij zelf vastbesloten zijn af te
schaffen zoodra zij de baas worden.
Steeds meer dringen de omstandigheden de
regeering van Briining in een richting, die de
radicalen van rechts en links veel consequen-
ter beweren te zullen inslaan als zij daartoe
de gelegenheid krijgen. Voorloopig echter pro-
testeeren zij tegen het beleid der regeering.
De steeds gevoeliger in zijn bestaan getrof
fen burger hoort hun protesten en voelt zich
te meer gedrongen hun zijn steun te verlee-
nen. Het regeeringsbeleid treft hem pijnlijk,
dus vallen de protesten bij hem in goede
aarde. En daarom zullen steeds meer Duit-
schers stemmen voor de nazi's, wier erkende
voomemen het is, zoodra zij een kans krijgen,
den burger nog heel anders aan te pakken
en in zijn beschikkingsrecht te beperken!
Maar zoover denkt men niet; voorloopig is
de daarachter vermelde adressen:
Rijwielbelastingmerk in dtui, L. A. F. le
Mat, Lange Kerkstraat 68.
Bankbiljet, Van de Bruele, Noordstr. 45.
Kinderportemonnaie met inhoud, J. v. Dron-
gelen, Kerkhoflaan 1.
Damesbont, E. Willems, Cokesfabriek,
Sluiskil.
EEN PROPAGANDA VOOR THEE.
Van wege de vereeniging voor de Thee-
cultuur in Ned. Indie is een propagandatocht
georganiseerd voor bevordering van thee-
gebruik, waarbij men in de eerste plaats, voor
zoover die mocht ontbreken, de kunst van
thee-zetten traoht brj te brengen. Die pro
paganda is" in dit gewest aangevangen in
Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen en de vorige
week was men tot Ter Neuzen gevorderd, Met
medewerking der onderwijsautoriteiten is in
een tweetal scholen reeds gedemonstreerd.
De kinderen worden vergast op een geurig
kopje thee, terwijl hun een en ander over de
theecultuur wordt meegedeeld. Zij krijgen ook
als reclame een proefje thee mee voor moeder,
terwijl zij voorts ook een opstel mogen maken
over de thee en de cultuur enz., waarbij voor
de beste opstellen prijzen worden uitgeloofd.
Deze week wordt de demonstratie in de scho
len alhier voortgezet.
LU CHTVAARTCOMITe VOOR
OOSTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
J.l. Zaterdag vergaderden op initiatief van
de heeren Huizinga, Hoefnagels, Blok en Truf-
fino, resp. burgemeester van Ter Neuzen, Sas
van Gent, Axel en Hulst in het „Hotel des
Pays-Bas" te Ter Neuzen een aantal belang-
stellenden, ter overweging van de mogelijkheid
van aansluiting van Oostel. Zeeuwsch-Vlaan
deren met een luchtvaartlijn naar het centrum
des lands.
In die vergadering werd door den heer J.
E. van den Broek, secretaris van het lucht-
vaartcomite op Schouwen een uiteenzetting
gegeven van hetgeen voor het inrichten van
een vliegveld, het eerste noodige om in een
luchtvaartlijn te worden opgenomen, noodig
is. Hij deelde daaromtrent een en ander mede
uit de ervaringen daaromtrent op Schouwen.
Uit zijn mededeelingen bleek voorts, dat de
K. L. M. reeds in onderhandeling is voor uit
breiding van de luchtlijn Schouwen naar Vlis
singen en Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen,
terwijl van andere zijde ook de aandacht was
gevestigd op Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen,
aangezien met het oog op de afstanden den
vliegveld voor Zeeuwsch-Vlaanderen niet vol
doende werd geacht.
Hij deed uitkomen dat vliegen feitelrjk
duur is, d.w.z., dat de kosten voor het inrich
ten van een vliegterrein zeer hoog kunnen
loopen, doch dat daarbij een groote rol speelt
de verkrijging van het terrein en de gesteld-
heid van den bodem, terwijl de K. L. M. voor
het opnemen van een vliegveld in hare lucht-
lijnen in den regel ook een garantiebedrag
vraagt. Voor Schouwen is ten slotte die ver-
plichting niet gevraagd en het opmerkelijke
is, dat deze lijn vrijwel de eenige is die zichzelf
bedruipt. In den regel is daar in het zomer-
seizoen gevlogen tusschen Rotterdam en
Schouwen op Zaterdag en Maandag. Ook
memoreerde de heer Van den Broeck de te Zie-
rikzee gehouden vergadering van den Zeeuw-
sohen Bakkersbond, bij welke gelegenheid een
300 deelnemers aan die vergadering een toch-
tje in de lucht hebben gemaakt.
Er werden door de aanwezigen nog ver
schillende vragen gesteld, die door den inlei-
der werden beantwoord.