ALGEMEEN HIEUWS- F.N APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
EEN DAG RIDDER
FRISO
MAI
Eerste Blad.
GELDLEENING
No. 8772
VRIJDAG li DECEMBER 1931
71 e Jaargang.
BINNEHLAND.
P K PI LI. ST OS,
gemeente Ter Neuzen.
een geldieening groot 107.700,-
30)
DRA15mA'VANVALKEriBURG'S*
*5 A, nLEV£RTRAM
LEEUWARDEN
GEEL 30 Ct.
GROEN 35Cf.
ROOD 40Ct.
jM
wM
UZENSCHE CO U RANT
ABONNEMENTSPRUS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
CJitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 15.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement te gen verminderd tariefhetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst 6en dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND,
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN trachten te plaatsen, krachtens
raadsbesluit van 29 October 1931, goedgekeurd
door Gedeputeerde Staten 20 November 1931,
tegen een rentevergoeding van ten hoogste
4% af te lossen in 30 jaar met een jaar-
ijjksche aflossing van minstens f 3590.
De leening zal worden geplaatst op eenvou-
dige schuldbekentenis, geheel of in gedeelten,
tot bedragen van minstens 1000.
Inschrijvingen op deze leening worden inge-
wacht voor 29 December a.s. ter gemeente-
secretarie en ten kantore van den gemeente-
ontvanger. Nadere inlichtingen zijn ten ge-
meentehuize te verkrijgen.
Ter Neuzen, den 7 December 1931.
Burgemeester en Wethouders van Ter Neuzen,
J. HUTZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
De motie-De Boer (steunregeling voor bin-
nenschippers) wordt verworpen met 55 tegen
25 stemmen.
Voortgezet wordt de behandeling van de
begrooting van arbeid, handel en nijverheid,
afdeeling volksgezondheid.
De heer v. d. Bergh (s.-d.) acht het juist
nu noodig, de financieele paragraaf der Wo-
ningwet krachtig toe te passen. Spreker cri-
tiseert het standpunt van den Minister ten
aanzien van de uitvoering der Woningwet, dat
hij extreem individualistisch noemt, vooral ten
aanzien van de onbewoonbaarverklaring en
waarvoor na 28 jaren practijk plotseling een
nieuwe instantie is opgetreden.
Terwille van de rechtszekerheid meent spre
ker, dat die zoo niet kan blijven.
De heer De Wilde (a.-r.) pleat voor
steun aan het waterleidingbedrijf te Tholen.
Mej. Westerman (lib.) wenscht betere
bescherming van het verpleegstersdiploma
en insigne.
Mevrouw Bakker-Nort (v.-d.) pleit
voor tegemoetkoming in de bevoegdheid van
tandtechnici.
De heer Ter La an (s.-d.) dringt aan op
bevordering van den woningbouw door de
Overheid en de bouwvereenigingen.
De heer Beumer (a.-r.) wenscht, dat de
gemeente Den Haag artikel 31 van het melk-
besluit (ten gunste van de melkslijters, die
and ere waren verkoopen) loyaal zal toepas-
sen.
DE BENZINEBELASTING.
In de memorie van antwoord op het voor-
loopig verslag betreffende het wetsontwerp
tot tijdeiijke heffing van een bijzonder invoer-
recht op benzine, zegt de Minister van Finan-
eien, naar aanleiding van de opmerking om-
trent de in het tweede lid van artikel 1 ge-
regelde vrijstelling van het bijzonder invoer-
recht voor benzine, die als grondstof bij1 de
werkzaamheden in fabrieken en trafieken
door
K. R. G. BROWNE.
Vervolg.)
Nu moet uit het bovenstaande niet de
conHuisie getrokken worden, dat aan dit
krij jsraad-met-zichzelf houden van Peter
lafhartigheidsmotieven ten grondslag
lagen. Het woord lafheid kwam in zijn dic-
tionnaire niet voor. Maar het gewoonlijk
zoo kalme en gladde oppervlak van zijn
humeur was lichtelijk gerimpeld, gedeel-
telijk door honger hij had sinds den
vorigen avond niets gegeten en de sport,
die ze dien nacht beoefend hadden werkte
als stimulant op een eetlust, die toch al
niet gering was en gedeeltelijk door de
nadeelen aan zijn momenteele benarde
positie verbonden. Ze konden toch niet
van eeuwigheid tot amen in het hotel
heen en weer blijven trekken; nu al hoorde
hij in de verte geluiden, die er op wezen
dat een aantal onwillige golfers pogingen
deden, om van hun legerstede te verrijzen.
En als hij ontdekt werd, wat moest hij
zeggen? Peter beschikte over een behoor-
lijke dosis sang-froid, maar de gedachte,
dat er een oogenblik kon komen waarop
hij, met den strengen gerant of n nieuws-
gierigen golfgast tegenover zich, een ver-
klaring over zichzelf jaquet, rafelige
troek, sloffen, ongeschoren kin en al
zou moeten geven, maakte dat zijn haren
achter bij zijn hals telkens overeind gingen
staan. Hij hoopte, o, hij hoopte dat Jane
wat voort zcu maken
wordt gebezigd, dat de tweede zin van alinea
2 van art. 1 alleen de strekking heeft om de
vrijstelling van art. 18 van de Tariefwet ten
aanzien van het bijzondere invoerrecht op ben
zine uit te strekken tot gebruik van benzine
als grondstof. Aangezien gebruik van
benzine, als grondstof practisch alleen voor-
komt en voorkomen kan in de industrie (b.v.
in verffabrieken), is de uitbreiding beperkt
tot het gebruik vein benzine in fabrieken en
trafieken. Van achterstelling van landbouw,
tuinbouw of veeteelt is hier derhalve geen
sprake.
De Regeering acht een spoedige beteeke-
nende stijging van den benzineprijs niet waar-
schijnlijk. Het nemen van bijzondere maat-
regelen om een stijging van den prijs tegen
te gaan, ten einde langs dien weg een goed
object te behouden door belastingheffing, ligt,
naar het de Regeering voorkomt, niet op haar
weg.
Met het oog op het belangrijke prijsver-
schil tusschen benzol en benzine, bestaat er
voorshands geen gevaar voor een vermenging
op groote schaal van benzine met benzol.
Mocht in de toekomst dit gevaar gaan drei-
gen, dan zou ook benzol aan een bijzondere
belasting kunnen worden onderworpen.
DE UITKEERING AAN GEMEENTEN EN
PRO VINCIeN.
Verschenen is een tweede nota van wijzi-
gingen van het wetsontwerp inzake tijdeiijke
korting op de uitkeeringen aan gemeenten
en provincien. De wijzigingen beoogen van
beiderlei lichamen den datum van ingang der
korting te stellen op 1 Mei, inplaats van dat
de korting van de gemeenten op 1 Mei en
voor de provincien op 1 Januari zou ingaan.
HET VERDRAG VAN OSLO.
In de Memorie van Antwoord op het Voor-
loopig Verslag (A.B. 26 Nov. jj.) over het
wetsontwerp tot goedkeuring van het verdrag
van Oslo tot economische toenadering, ver-
klaart de Regeering, dat reeds, nu de contrac-
teerende partijen het verdrag onverplicht toe-
passen, in afwachting van de ratificatie, de
eenvoudige bepalingen z66 worden toegepast,
dat daartegen in het algemeen geen beden-
king behoeft te bestaan en ook uniformiteit
niet ontbreekt. Ook naar de meening van de
Regeering is de economische positie van Bel
gie en van Nederland van dien aard, dat een
intensief wederzijidsch handelsverkeer moge-
lijk is en, nu onze uitvoer in andere richting
steeds meer wordt bemoeilijkt, behoort te
worden bevorderd. De economische samen-
werking tusschen Nederland en Belgie heeft
de voile aandacht van de Regeering, zooals
blijkt uit het feit, dat over een nieuw handels-
verdrag met Belgie onderhandelingen worden
gevoerd.
De Regeering is het eens met de leden vol-
gens wie de samenwerking tusschen de vijf
staten niet mag leiden tot wederzijdsche voor-
keursrechten, welke niet zouden gelden voor
de Staten, die buiten dit verdrag staan.
Het komt er op aan, dat de meestbegunsti-
gingsclausule ongerept blijft. Ook Engeland
heeft, voor zooveel kan worden nagegaan,
niet het voomemen om van een strikte toe-
passing der clausule af te wijken.
VOEDSELGEBREK IN INDIe.
Vragen van Kanierlid Wijnkoop.
Het Tweede Kamerlid Wijnkoop heeft den
Minister van Kolonien de volgende vragen
gesteld:
Welke direete maatregelen denkt de Regee-
Maar toen zijn trouw op zijn post blij
ven een poos geduurd had een poos,
die hem zes weken toeleek, maar die in
werkelijkheid nog geen zes minuten ge-
weest was werd zijn behoefte om iets
te doen, om te handelen, hem te machtig.
Hij sloop op zijn teenen van achter de
kast vandaan, ging naar de deur van
nummer 30 en legde zijn oor tegen het
sleutelgat. Maar de deur was zoo solide
geconstrueerd, dat hij het gesprek, dat
aan den- anderen kant gevoerd werd, als
een soort van vreedzaam gemurmel
hoorde. Hij ging op zijn hurken zitten en
tuurde door het sleutelgat, maar de sleutel
sloot de opening af en dus was er niets
te zien. Mopperend richtte hij zich uit
zijn onwaardige houding op en op het-
zelfde oogenblik hoorde hij voetstappen
aankomen. Pittige, vlugge voetstappen,
die de maat markeerden voor een wellui-
dend gezoem; het bewijs dat iemand,
vroolijk neuriend, de gang afkwam
Als Peter niet ontdekt wilde worden,
had hij geen oogenblik te verliezen, en hij
verloor dan ook geen oogenblik, zefs geen
tiende part ervan. Met een krampachtigen
sprong stond hij achter de kast en drukte
zich tegen den muur... Maar hij begreep
dat dat slechts uitstel van executie was.
De man, die eraan kwam, moest de kast
voorbij en op het oogenblik, dat hij het
deed, moest hij hem, Peter zien. Het kou-
de zweet brak hem uit; hij zocht met
koortsachtige haast, maar tevergeefs, naar
een niet al te gekke opmerking, waarmee
hij het gesprek, dat dan onvermijdelijk
volgen zou, kon openen.
Maar.de neuriende hotel-gast kwam de
kast niet voorbij. Met lichtelijk knikkende
knieen hoorde Peter de voetstappen nader-
bij komen, hoorde ze den hoek omkomen,
hoorde ze beangstigend luid worden.
ring te nemen tegen het hand over hand toe-
nemend voedselgebrek in Indie, speciaal op
Java, vooral op het moment mede ten gevolge
van den voortdurend verder om zich heen
grij.penden volgen: ondergeteekende
oorlog van Japan in Mantsjoerije, waardoor
de invoer van rijst in Indie snel vermindert?
Is de Regeering van plan, zonder verwijl
over te gaan tot de snelle uitvoering van de
zoo hoog noodige irrigatie-werken en tot het
direct nemen van de andere maatregelen, die
eenerzijds de rijst-productie kunnen vervroe-
gen en vermeerderen, anderzijds den rijst-prijs
binnen het bereik der arme boeren en arbei-
ders kunnen brengen?
DE RAMP VAN DE OOIEVAAR.
Het Tweede Kamerlid Van Braambeek
heeft den Minister van Waterstaat gevraagd
of de Minister mede wil deelen op welke wijze
de nagelaten betrekkingen van de zoo ramp-
spoedig om het leven gekomen leden der be-
manning van het vliegtuig De Ooievaar door
de K. L. M. in de geldelijke gevolgen van dit
ongeluk worden tegemoet gekomen en hoe
zulks geschiedt in geval van blijtvende invali-
diteit ten gevolge van zulke ongelukken of
bij blijvende onbekwaamheid den dienst te
verrichten, die om andere redenen is ont-
staan?
Acht de Minister de bestaande regeling
die daaromtrent getroffen is, voldoende bij een
gevaarlijk bedrijf als de vliegdienst is?
De post van De Ooievaar zal, voor zoover
deze vervoerd kan worden, worden medege-
nomen door het volgende postvliegtuig De
Valk, die deze dubbele post zonder bezwaar
kan medenemen.
Tot dusver is nog niet bekend in welke
conditie de mail verkeert van De Ooievaar.
DE NIEUWE DRANKWET AANGENOMEN.
De N.V. Haagsche Drukkerij en Uitgevers-
maatschappij te 's-Gravenhage zond ons ter
bespreking toe haar nieuwe uitgave „De
Nieuwe Drankwet", Handleiding voor de prac
tijk, door Mr. Ph. de Vries.
Wij meenen velen lezers een genoegen te
doen door een korte uiteenzetting te geven
van de wijziging, die de nieuwe wet in de be
staande verhoudingen brengt. Immers, vele
van onze lezers zullen met de bepalingen
dezer nieuwe wet rekening moeten houden,
en daaronder talloozen, die vroeger met de
Drankwet niets uitstaande hadden.
Het is vrij1 algemeen bekend, dat men voor
den verkoop van sterken drank „vergunning"
noodig .had, en voor den verkoop van bier,
wijn, e.d., „verlof". Vergunningen werden er
slechts tot een beperkt aantal uitgegeven,
verloven daarentegen werden tot een onbe-
perkt aantal verleend.
Nu is een van de belangrijkste wijzigingen,
die de nieuwe wet brengt, dat ook voor de
verloven voor den verkoop van wijn, bier, e.d.,
de zoogenaamde verloven A, een zeker maxi
mum voor iedere gemeente is vastgesteld, dat
gelijk is aan het maximum-aantal vergunnin
gen. Een oogenblik scheen het alsof de ver-
(Ingez. Med.)
Maar opeens hielden ze op en met de
voetstappen kwam er een eind aan het
neurien; een deur ging open en dicht;
daarna werd het stil.
Een oogenblik lang bleef Peter mach-
teloos tegen den muur geleund staan,
maar ook slechts een oogenbik. De mati-
neuze golfer was nummer 30 ingegaan
en dus kon hij niemand anders zijn dan
Mr. Gibbs, Mr. Gibs, die onbehoorlijk
vlug uit zijn bad gekomen was. En dus
was het zijn Peters dure plicht, om
niet langer te wachten, maar Jane onver-
wijld te hulp te Snellen. Hetgeen hij, na
drie seconden, om van den schrik te
bekomen, deed. Maar hij kwam niet
verder dan de deur van nummer 30, want
op het oogenblik kwam er een gedachte
bij hem op, die hem met voile kracht deed
remmen. Jane had gezegd, dat ze hem
zou roepen, als ze hem noodig had, en ze
had hem niet geroepen! Eenigszins onge-
rust legde hij weer zijn oor tegen het
sleutelgat en luisterde. Het gemompel
binnen ging voort of geen Mr. Gibbs zijn
entree de chambre gemaakt had.
Peter stond in tweestrijd, wat te doen.
Hij betastte zijn kin en dacht zwaar na.
Hij had een hoogen dunk van Jane's gees-
telijke vermogens en volgens hem kon ze
de combinatie Hopper-Gibbs gemakkelijk
aan trouwens volgens haarzelf ook,
anders zou ze hem wel geroepen hebben.
Wie weet, wat voor een juweel van een
plan ze uitgedacht had om het schilderij
in handen te krijgen! Misschien was ze
nu juist bezig met het ten uitvoer brengen
bezig en zou 'n zoogenaamd te hulp schie-
ten van hem de onderhandelingen op een
veelbelovend punt afbreken! En dan,
als haar plan mislukte en ze straks onver-
richterzake de kamer uitkwam, kon hij
koop van wijn, bier, enz., in winkels e.d. ge
heel verboden zou worden, maar deze verkoop
is tenslotte toegestaan gebleven, doch ook
deze verkoop wordt gebonden aan bepaalde
voorwaarden. Alle winkeliers, die wijn, bier
en andere alcoholhoudende dranken in geslo-
ten flesschen verkoopen, moeten dus van deze
bepalingen kennis nemen. Want overtreding
dier bepalingen heeft niet alleen een straf-
vervolging ten gevolge, maar kan bovendien
er toe leiden, dat bovenbedoelde verkoop voor
den overtreder geheel verboden wordt, en kan
hem aldus een stuk van zijn broodwinning
kosten. Daarom zeiden wij zooeven, dat velen,
die totnutoe niets met de Drankwet te maken
hadden, van de bepalingen der nieuwe wet
kennis moeten nemen.
Maar ook voor de eigenlijke vergunning
en verlofhouders brengt de nieuwe wet veel
nieuws. Wiji moeten hier volstaan met een
vluchtig overzicbt en herinneren dus slechts
aan de nieuwe regeling betreffende de ven-
nootschapsvergunningen, de overschrijving der
vergunning ten name van de weduwe of een
kind van den overleden vergunninghouder, de
wijziging in de practijk met betrekking tot
bet plaatsen van aspirant-vergunninghouders
op de lijst van gegadigden, en, last not least,
aan het strengste verpachtingsverbod en de
zeer belangrijke overgangsregeling te doen
aanzien. Dit alles betreft zeer ingrijpende
levensbelangen voor de betrokkenen en zij heb
ben er dus wel zeer groot belang bij, die
nieuwe bepalingen goed in zich op te nemen.
Nu was daarbij een groote handicap, n.l. dat
algemeen werd erkend, dat de wet zoo inge-
wikkeld is geconstrueerd, dat zij voor den
leek vrijwel onleesbaar is geworden, en daar
om hebben wiji de verschijning van het boek
van Mr. De Vries met ingenomenheid begroet.
FEITEN EN CIJFERS OVER SCHOOL EN
ONDERWIJS.
IX.
Wanneer wij nagaan op welke wijze de be-
volking der scholen voor gewoon lager onder-
wijs over de achtereenvolgende leer jaren Is
verdeeld, komt ons het beeld van de (afge-
knotte) pyramide voor den geest. Na de
eerste klasse, die wij ons als de basis denken,
neeMt het getal leerlingen in elke volgende
klasse af. Stellen wij het getal leerlingen in
het eerste leerjaar op honderd, dan daalt de
klasse-bezetting als volgt:
Leerjaar I 100
2 93,4
3 92,6
4 90,5
5 80,7
6 70,6
7 41,8
Op grond van deze cijfers mogen wij wel-
licht zeggen, dat van de leerlingen, die in de
eerste klas worden toegelaten, 20 A 30 de
zesde klasse niet haalt. Er blijft op dit gebied
nog veel te onderzoeken. In de Statistiek
van het Gewoon en Uitgebreid Lager Onder-
wijs 1929*) wordt er op gewezen hoe gecom-
pliceerd het schijnbaar eenvoudige verschijn-
sel, dat wij: in het bovenstaande staatje heb
ben uitgedrukt, in werkelijkheid is. Er zijn
op dit punt nog verschillende vragen op te
lossen. Hiertoe behoort ook deze, hoe het
komt, dat de leerjaren 2 tot en met 6 in de
grootere gemeenten in verhouding tot het ge
tal leerlingen in de eerste klasse sterker be-
zet zijn dan in de kleinere plattelands-gemeen-
ten.
Bewerkt door het Centraal Bureau voor
de Statistiek.
haar allicht meer van dienst zijn, als Hop
per noch Gibbs hem gezien hadden en ze
er dus geen kennis van droegen, dat ze
nog over hulptroepen beschikte. Hoe het
ook zij, ze had hem niet geroepen en dus
had ze heip niet noodig en was het beter
om zich den vijand niet te vertoonen, voor
ze hem wel noodig had. Hij drapeerde
zichzelf tegen den deurpost, drukte zijn
oor tegen de kier en het sleutelgat en
wachtte. Als ze hem noodig had, was hij
dadelijk bij de hand.
Hoe lang hij bleef wachten, wist hij
niet. Maar het leek hem, of hij minstens
een uur in die ongemakkelijke houding
gestaan had, toen hij, zoo onverwacht,
dat hij onwillekeurig een stap achteruit
ging, door de kier de volgende woorden
van Hopper opving:
even spreken buiten is 't beste".
Voor de tweede maal binnen de zooveel
minuten voerde Peter een zijwaartschen
sprong uit, die een Russischen balletdan-
ser eer aangedaan zou hebben. Dat deed
hij, omdat hij feitelijk niet veel anders,
doen kon. Maar hij was geen seconde
te vlug, want de rafelige panden van zijn
jas slierden juist om den hoek van de kast
uit t gezicht, toen de deur van Nummer
Dertig open ging en Hopper Co de
gang in kwamen.
De conferentie, die daarop plaats vond,
kon Peter, die zich krampachtig tegen den
muur gedrukt had, en zoo zijn adem stond
in te houden, tot zijn longen bijna ontplof-
ten, woord voor woord volgen. De beide
heeren hadden zoo dicht bij de kast post
gevat, dat Peter, als hij zijn arm uitgesto-
ken had, hun een zachten por in hun rib-
ben had kunnen geven. Gelukkig kwam
hij niet op de gedachte, om zich aan der-
gelijke handtastelijkheden te buiten te
\4oede 4*t
667
(Ingez. Med.)
Wat ook in dit verband nog te onderzoeken
blijve, vast staat, dat er een groot aantal leer
lingen is, dat dezen gang van het onderwijs
niet kan bijhouden en achter raakt. Dit valt
aanstonds in het oog, wanneer wij letten op
de leeftijden der leerlingen in verband met de
klasse, waarin zij zijn geplaatst. Dienaangaan-
de brengt de onderwijsstatistiek hoogst be-
langwekkende gegevens. Nemen wij met het
Centraal Bureau voor de Statistiek aan, dat
een leerling, die op 31 December 7 jaar oud is,
in het eerste leerjaar nog als normaal ge
plaatst kan worden aangemerkt, dan geldt
als uiterste leeftijd voor het tweede leerjaar
de leeftijd van 8 jaar, voor het derde leerjaar
die van 9 jaar, enz. Deze maatstaf is niet te
streng, want de meeste leerlingen komen op
ongeveer 6-jarigen leeftijd op school. Wij
vragen nu, welk gedeelte van de leerlingen
in elke klasse een hoogere leeftijd heeft be-
reikt. De statistiek geeft de volgende per
centages achterblijvende leerlingen:
Leerjaar 1 5,1 procent.
2 9,4
3 13,3
4 18,3
5 24,6
6 20,9
Wij merken op, dat het aantal achterblij
vende leerlingen tot het 5de leerjaar toe stijgt
en daarna afneemt. De ergste achterblijvers
halen de 6de klasse niet meer. Opmerkelijk
is, dat, gelijk uit uitvoeriger cijfermateriaal
blijkt, bet achterblijvende jongens dat der
achterblijvende meisjes steeds overtreft.
Wij komen nog even terug op de cijfers
betreffende het verloop der leerlingen. Ook
bij de U. L. O.-scholen trekken de verschillen
in de bezetting der achtereenvolgende leer
jaren de aandacht. Hier zijn zij, zoo moge-
lijk, nog belangwekkender dan bij het gewoon
lager onderwijis. Stellen wij de eerste klasse
der U. L. O.-school op honderd leerlingen
dan krijgen wij:
Leerjaar 1 100
2 61,7
3 40,7
Opvallend is vooral het sterke verloop na
de eerste klasse. Duidelijk wordt hierdoor ge-
demonstreerd, dat de eerste U. L. O.-kiasse
voor veel leerlingen, die nimmer van plan zijn
geweest de geheele school te doorloopen, in
de plaats treedt van het zevende leerjaar der
gaan; al zijn denken was geconcentreerd
op zich stil houden en luisteren.
,,Zeg Gibbs begon Mr. Hopper op
ontevreden toon, ,,hoe kom je erbij om
dien rok hier mee naar toe te brengen?"
,,Hier mee naar toe te brengen! gaf
Mr. Gibbs, verontwaardigd over zoo'n
dwaze aantijging, op hoogen toon ten ant
woord. ..Denkt u dat ik haar meege-
bracht heb! Ik wist niet eens, dat ze me
achterna gegaan was. Ik heb toch ge
zegd, dat er niemand te zien was; toen ik
wegging. Waar zij ineens vandaan ge
komen is, dat weet de hemel".
,,Zoo, zoo. Enfin, ze is hier en ze kan
t ons nog moeilijk genoeg maken als ze
haar mond niet houdt. We moeten er
wat op bedenken, en niet op ons gemak
maar gauw
Geluiden van Mr. Gibbs, die er op
wezen, dat hij het niet met zijn werk-
gever eens was.
,,Ze kan niets beginnen, Mr. Hopper.
Ze heeft geen enkel bewijs en als 't gaat
om beweringen van u en van haar, ge-
looven de menschen u. Zoolang u dat
schilderij weghoudt tenminste
,,'t Kan zijn, dat je gelijk hebt. Maar
toch krijgen we een onmogelijken toestand
als we haar der gang laten gaan. Bewijzen
kan ze niets, dat is waar, maar ze kan
de aandacht van de menschen op ons
vestigen, en als ze dat doet komen we
zonder uitleg geven en 'n sleep verklarin-
gen afleggen hier niet weg en ik ben niet
in de stemming om uitleg te geven. Nee,
ik zie maar een manier, waarop de zaak
tot een behoorlijk einde gebracht kan
worden
(Wordt vervolgd.)