pen zichzelf niet kunnen bedruipen, hetgeen
blijkt uit de mededeelingen betreffende de
exploitatierekening door den heer't Gilde, dat
..Concordia" inderdaad /300 zou noodig heb-
ben, kan spreker zich wel neerleggen bij! het
voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Daardoor is, zegt spreker, nog niet te niet
gedaan het beginsel, dat wij, als rechtsche
bevolking, niet een offer willen brengen of
over hebben voor de zaken die wij oprichten
en instandhouden, en die uit eigen zak be-
talen. Ik verwijs daarvoor naar de frobel-
achool en andere inrichtingen.
De heer 't GILDE merkt op, niet te hebben
widen zeggen, dat ook ..Concordia" geen of
fers wil brengen, want dat doet ze, ook met
de subsidie.
De heer DIELEMAN kan het voorstel van
Burgemeester en Wethouders toejuichen, om-
dat hrj wel gelooft, dat beide vereenigingen
het kunnen gebruiken. En nu kan men wel
ritten schermen met het particulier initiatief
en maar immer eischen zooveel als mogelijk
is, doch daaraan komt ten slotte een eind.
Door „Hosanna" is al het mogelrjke gedaan,
am van de gemeente af te blijven, en het doet
toch ook nog wel iets meer dan „Concordia",
aangezien die vereeniging 60 voor een repe-
titielokaal moet betalen, hetwelk „Concordia"
gratis krijgt. En overigens hebben beide ver
eenigingen gelijke rechten, ,,Hosanna" behoeft
voor „Concordia" niet onder te doen. Daarom
juicht spreker het voorstel om elk 200 te
geven toe.
Liever zou hrj zien, dat ze geen van beide
subsidie kregen, dat was eigenlijk het werk,
maar als het niet anders gaat, wil hij er zich
wel mede vereenigen. Overigens wil ik nog
wel onder de aandacht brengen, dat de heer
't Gilde in zijn verkiezingscourant zoo'n boom
heeft opgezet over bezuinigen, doch dat daar
van hier op zijn initiatief niets terecht komt.
De heer 't GILDE wijst er op, dat de heer
Dieleman het doet voorkomen, alsof de ge
meente met die door hem voorgestelde 150
subsidie meer zal staan of vallen.
Verder kan spreker er gevoeglrjk over zwij-
gen. Nu „Hosanna" subsidie noodig heeft,
neemt de geheele fractie haar draai. In '30
heeft de heer Dieleman niets gezegd, maar in
'28 wel degelijk, met den heer J. de Feijter
tegen dezen post gestemd. Daarom kan spre
ker die verandering niet anders verklaren,
men heef.t het oude principe ineens prijs ge-
geven. Overigens maakt ook spreker geens-
zlns een kniebuiging voor de rechtsche frac-
ties, maar ben misschien uitgegaan van de
stelling dat men meer vliegen vangt met ho
ning dan met azijn.
Het voorstel van den heer 't Gilde om 300
te geven aan „Concordia" en f 250 aan ,,Ho-
sanna" wordt verworpen met 8 tegen 2 stem-
men.
Voor stemmen de heeren Ortelee en't Gilde;
tegen stemmen de heeren C. Hamelink, Oggel,
De Ruijter, Van Bendegem, Van de Bilt, Diele
man, J. de Feijter en I. de Feijter.
Het voorstel van den heer C. Hamelink om
/300 te geven aan „Concordia" en 100 aan
,,Hosanna" wordt verworpen met 7 tegen 3
stemmen.
Voor stemmen de heeren C. Hamelink.
Ortelee en 't Gilde; tegen stemmen de heeren
Oggel, De Ruijter, Van Bendegem, Van de
Bilt, Dieleman, J. de Feijter en I. de Feijter.
Het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders wordt hierna met algemeene stemmen
aangenomen.
De heer OGGEL vraagt nog het woord naar
aanleiding van de gehouden bespreking. waar-
bij de heer 't Gilde het heeft doen voorkomen,
alsof spreker vroeger tegen subsidie voor
„Concordia" zou hebben gestemd. Hij heeft
hier toevallig de notulen der vergadering van
de behandeling der begrooting in het jaar 1928
en daaruit blijkt. Het ging toen over een
voorstel van den heer Dieleman om de de sub
sidie voor .Concordia" te verminderen. Spre
ker heeft toen gezegd, ,,dat er een verkeerde
,,gedachte heerscht, er is een voorstel van den
„heer Dieleman om met betrekking tot die
,,subsdie ieder jaar een stap verder te gaan,
„om te geraken tot intrekking der subsidie.
„Het andere muziekgezelschap staat toch ook
„op zichzelf. Er zijn toch velen die voorstan-
„ders zijn van een muziekgezelschap als
„Concordia" die daaraan steun kunnen ver-
„leenen. Spreker zelf steunt dit gezelschap
„ook. Waarom onthouden anderen zich?
„Door aanneming van het voorstel van den
„heer Dieleman ontstaat een prikkel voor de
vereeniging om de menschen te bewerken om
„toe te treden als donateur. Het moet voor
„de vereeniging een eer zijn, om het zoover
„te brengen dat ze geen subsidie noodig heb-
„iben, dan staan ze geheel vrij om te doen en
,,te laten wat ze willen. Dat moet niet be-
„schouwd worden als een aanval op „Con-
„cordia", maar op deze wijze wordt de ver
eeniging in de gelegenheid gesteld zich in die
„richting te ontwikkelen."
Spreker heeft dus niet tegen subsidie voor
„Concordia" gestemd.
De heer 't GILDE merkt op, dat het gaat,
over het feit of men al of niet zonder subsidie
kan bestaan. „Concordia" is een algemeene
vereeniging en als men een regeling wil tref-
fen voor het verleenen eener steeds vermin-
derende subsidie, hetgeen in 1928 werd be-
oogd, komt dat overeen met het weigeren van
subsidie, want het blijft ten slotte gelijk of
men iemand langzaam den hals afsnijdt dan
wel of men dit ineens doet. Wanneer dat
voorstel destijds was aangenomen, was het nu
met de subsidie van „Concordia" reeds afge-
loopen en als de rechtsche fractie nu v66r
subsidie stemt, is zulks in strijd met de con-
sequentie van toen.
222. Onderhoud van muziektenten en
speeltuinen. 200.
Bij dezen post komt in behandeling het
verzoek van
verzoek van de plaatselijke muziek- en zang-
vereenigingen „Concordia", ,,Hosanna" ,,Ore-
lio" en „Asaf". tot het bouwen eener nieuwe
muziektent.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
in verband met de ongunstige economische
omstandigheden, op dit verzoek afwijzend te
beschikken.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
Hoofdstuk IX.
Ondersteuning aan behoeftigen en werkloozen.
1. Ondersteuning aan behoeftigen.
224. Belooning van doctoren, heelmeesters,
vroedmeesters, vroedvrouwen enz. f 1550.
225. Kosten van overbrenging, plaatsing
en verpleging van arme kmnkzinnigen. f 5355.
226. Subsidien aan armbesturen. f 9000.
227. Kosten ter zake van verzekering, pen-
sionneering enz. van ambtenaren en beambten.
249,68.
2. Ondersteuning aan werkloozen.
231. Werkverschaffing aan werkloozen.
f 5000.
232. Kosten ter zake van verzekering, pen-
sionneering enz. van ambtenaren en beamb
ten. 1000.
233. Steun aan werkloozen. /6500.
De heer C. HAMELINK merkt op, dat in
de afdeelingsvergadering van wege Burget-
meester en Wethouders is gezegd, dat dit niet
het eindbedrag behoeft te zijn. Als dit in
openbare vergadering herhaald wordt, kan hij
er zich wel mede vereenigen.
De VOORZHTER antwoordt, dat Burge-
meestei en Wethouders f 6500 hebben ge-
raamd voor uitkeering aan uibgetrokken
werkloozen. Indien zou blijken dat dit bedrag
niet voldoende was, dan zullen ongetwijfeld
nadere voorstellen worden gedaan. De raad
heeft nog altnd getoond de noodige gelden te
willen geven, hij vertrouwt dat, wanneer dit
bedrag zou verbruikt zijn, de raad dit weer
zal doen.
De heer C. HAMELINK: Als daaraan dan
maar niets in den weg wordt gelegd door
Burgemeester en Wethouders.
De VOORZITTER: Kan wel toezeggen
dat zulks niet het geval zal zijn.
Hoofdstuk X.
Landbouw.
234. Kosten van toezicht van het op mark-
ten aongevoerd vee. 10.
235. Subsidien ten behoeve van de veeteelt
75.
236. Premien en andere kosten van mark-
ten. 160.
Burgemeester en Wethouders stellen op
grond hunner ervaring dat belanghebbenden
zulks liever hebben voor, de premien voor de
jaarmarkt in geld uit te betalen en geen
medailles te geven.
De heer I. DE FEIJTER zou voor de paar-
den medailles wensohen, die zullen de eige-
naars liever hebben.
De VOORZITTER: Onze ervaring is an
ders, dit zal ook zijn in verband met de tijds-
omstandigheden.
De heer DIELEMAN vraagt naar de mo-
tieven van het voorstel van Burgemeester en
Wethouders.
De VOORZITTER: Dat wij hebben be-
merkt, dat de eigenaars liever geld hebben
dan medailles.
De heer DIELEMAN voelt er niet veel voor.
De heer OGGEL zou het ter*keuze der be-
trokkenen willen laten en geld of medailles
uitloven.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
Hoofdstuk XI.
Handel en nijverheid.
Subsidie aan
werkloozenkassen.
239.
1040.
240. Kosten van administratie enz. vallen-
de op de uitvoering van het werkloosheids-
besluit 1917. 2500.
241. Kosten van de districtsarbeidsbeurs
en van de imtercommunale arbeidsbemidde-
ling. f 250.
242. Kosten ter zake van verzekering, pen-
sionneering enz. van ambtenaren en beamb
ten. 45.
Hoofdstuk XII.
Belastingen.
250. Kosten van toezicht op en invorde-
ring van plaatselijke belastingen. 50.
251. Teruggave van belasting. f 50.
252. Uitkeering aan het rijk van het aan-
deel in de kwade posten, wegens de directe
belastingen. f 6000.
253. Belooning der schatters en herschat-
ters van de huurwaarden der localiteiten,
waarvoor vergunning voor den verkoop van
sterken drank in het klein is verleend. 10.
Hoofdstuk XIII.
Bedrijven.
3. Gasbedrrjf.
261. Kosten ter zake van verzekering, pen- j
sionneering enz. van ambtenaren en beamb
ten. f 2321.18.
262. Rente van geldleeningen ten laste
van hoofdstuk XIII 3 komende. f 18.299,06.
263. Aflossing van geldleeningen ten laste
van hoofdstuk XIII 3 komende. 15.350.
264. Rente wegens door het bedrijf tijdelijk
gestorte gelden. 50.
4. Vleeschkeuringsbedrijf.
266. Kosten ter zake van verzekering, pen-
sionneering enz. van ambtenaren en beamb
ten. 595,46.
267. Uitkeering aan de tot den kring be-
hoorende gemeenten wegens winst. Memorie.
Hoofdstuk XIV.
Kasvoorzieningen.
270. Voorschotten ten behoeve van het
rijk. Memorie.
271. Voorschotten aan ambtenaren der ge
meente, ten einde daaruit voorloopig kleine
betalingen ten behoeve der gemeente be doen.
755.
Hoofdstuk XV.
Overige inkomsten en uitgaven.
274. Overige uitgaven niet nader te speci-
ficeeren. f 50.
Hoofdstuk XVT.
Onvoorziene uitgaven.
275. Onvoorziene uitgaven. 4926,51%.
De heer 't GILDE vraagt hoe het staat
met de rioleering aan den Buitenweg.
De VOORZITTER: Dit moet nog nader
onderzoeht worden; er staat in elk geval een
post voor op de begrooting.
INKOMSTEN:
Hoofdstuk I.
Vroegere diensten.
1. Batig slot van den gewonen dienst vol-
gens de laatst-vastgestelde rekening, voor
zoover daaraan niet reeds eene bestemming
is gegeven. 25532,98%.
2. Achterstallige inkomsten van vorige
dienstjaren. Memorie.
Hoofdstuk II.
Algemeen beheer.
3. Uitkeering uit het gemeentefonds inge-
volge artikel 3 onder a der wet van 15 Juli
1929. 3000.
4. Uitkeering uit het gemeentefonds inge-
volge artikel 3 onder b der wet van 15 Juli
1929. 30.182,50.
5. Secretarie-leges en rechten van den bur-
gerlijken stand, f 350.
6. Rechten ingevolge het vuurwapenregle-
ment. Memorie.
34. Verhaal van premien ingevolge de
ziektewet. 12,50.
40. Verhaal van bijdragen voor eigen en
weduwen- en weezen-pensioen ingevolge art.
36 der pensioenwet 1922. 977.
42. Vergoeding van de bedrijven in de kos
ten van verzekering, pensionneering enz. van
ambtenaren en beambten. Nihil.
43. Restitutie van te veel betaalde kosten
van verzekering tegen ongevallen. Memorie.
44. Uitkeering van ziektegelden door de
verzekering van de in dienst zijnde personen.
Memorie.
Hoofdstuk HI.
Openbare veiligheid.
54. Verhaal van premien ingevolge de
ziektewet. 10.
55. Verhaal van pensioensbijdragen. 227,55.
56. Opbrengst grasland der schietbaan.
Memorie.
57. Opbrengst gebruik der schietbaan.
Memorie.
58. Terugbetaling door het Centraal Be
heer, wegens te veel betaalde premie. Me
morie.
59. Verstrekking van hulp bij brand in
een andere gemeente. Memorie.
60. Uitkeering van ziektegelden door de
verzekering van de in dienst zijnde personen.
Memorie.
Hoofdstuk IV.
Volksgezondheid.
94. Heffing van gelden ingevolge artikel
21 der besmettelijke ziektenwet. Memorie.
95. Aandeel in het batig slot van den keu-
ringsdienst ingevolge de vleeschkeuringswet
der gemeente Axel. Memorie.
96. Verhaal van pensioensbijdragen. 0,70.
97. Opbrengst van den verkoop van drink-
water. f 200.
Hoofdstuk V.
Volkshuisvesting.
109. Renten en aflossing van voorschotten,
verleend in het belang van de verbetering der
volkshuisvesting. f 12765.
110. Bijdragen van het rijk, krachtens art.
56, derde lid, der woningwet. 4200.
Hoofdstuk VI.
Openbare werken.
114. Heffing voor het gebruik van open-
bare gronden en wateren. 90.
115. Marktgelden, wik-, weeg- en meet-
gelden. 50.
116. Heffing voor het gebruik van het
slachtlokaal. f 100.
117. Opbrengst van tollen op wegen, vaar-
ten, sluizen, veren en andere werken of inrich
tingen. Memorie.
118. Begrafenisrechten. 200.
119. Terugontvangst van kosten van ver-
stratingen enz. ben behoeve van de bedrijven
en van derden. f 500.
132. Opbrengst van den verkoop van oude
materialen enz. Memorie.
133. Verhaal van premien ingevolge de
ziektewet. 30.
134. Verhaal van pensioensbijdragen.
f 324,51.
135. Ontvangsten ter zake van de beerrui-
ming. 900.
136. Verhaal van bijdrage voor inkoop van
pensioen vain D. van den Berg, namens het
Departement van Waterstaat. 7,50.
137. Uitkeering van ziektegelden door de
verzekering van de in dienst zijnde personen.
Memorie.
Hoofdstuk VII.
Eigendommen, niet voor den openbaren dienst
bestemd.
260.
265.
268.
269.
151.
175.
152.
153.
154.
Huur van huizen en andere gebouwen.
237.
100,
238.
Huur of pacht van landerijen. 300.
Cijnzen en erfpachten. 164.55.
Recognition ter zake van vergunnin-
gen. 21,50.
155. Renten van kapitalen. 250.
156. Opbrengst van den verkoop van oude
materialen enz. Memorie.
Hoofdstuk VIII.
Onderwijs, kunsten en wetenschappen.
2. Openbaar gewoon lager onderwijs.
164. Schoolgelden. 750.
165. Vergoeding van het rijk. 13029.
166. Ontvangst wegens over een vorigen
dienst te weinig genoten vergoeding van het
rijk krachtens artikel 56 der lager onderwijs-
wet 1920. Memorie.
167. Verhaal van pensioensbijdragen.
1048,45.
173. Huur of vergoeding voor het gebruik
van schoollokalen. Memorie.
174. Restitutie door het rijk wegens over
een vorigen dienst te veel in rekening ge-
brachte pensioensbijdragen der onderwijzers.
Memorie.
175. Opbrengst van waarschuwingen en
aanmaningen. Memorie.
7. Bijzonder gewoon lager onderwijs.
188. Schoolgelden. 2000.
189. Uitkeering van gemeenten ingevolge
art. 86 der lager onderwijswet 1920. j 70.
190. Uitkeering van gemeenten ingevolge
art. 104, eerste lid, der lager onderwijswet
1920. 100.
191. Uitkeering van andere gemeenten in
de aan schooltaesturen te betalen vergoeding,
bedoeld in art. 205 der lager onderwijswet
1920. 70.
192. Verhaal van pensioensbijdragen.
144,50.
193. Opbrengst van waarschuwingen en
aanmaningen. Memorie.
12. Lager onderwijs;
(niet vallende onder de 1 t/m 11).
208. Tegemoetkoming van andere gemeen
ten in de kosten van onderwijs als bedoeld in
art. 13 le lid der L. O. wet. f 100.
15. Nijverheidsonderwijs.
218. Restitutie van te veel betaalde bij
drage in de kosten van de ambachtsschool.
Memorie.
Hoofdstuk IX.
Ondersteuning aan behoeftigen en werkloozen.
1. Ondersteuning aan behoeftigen.
223. Verhaal van pensioensbijdragen.
f 49,60.
2. Ondersteuning aan werkloozen.
228. Bijdrage van het rijk in de kosten vein
werkverschaffing aan werkloozen. f 1500.
229. Verhaal van premien ingevolge de
ziektewet. 100.
230. Uitkeering van ziektegelden door de
verzekering van de in dienst zijnde personen.
Memorie.
230a. Terugontvangst gemeentelijk voor-
schot van emigranten in Canada. Memorie.
Hoofdstuk XI.
Handel en nijverheid.
Bijdrage van het rflk in de belooning
Verhaal van pensioensbijdragen. /8,75.
Hoofdstuk XII.
Belastingen.
Uitkeering van het rijk wegens hoofd-
258. Opbrengst van het vergunningsrecht
wegens verkoop van sterken drank in het
klein. 625.
259. Opbrengst van waarschuwingen en
aanmaningen. Memorie.
Hoofdstuk XIII.
3. Gasbedrijf.
Uitkeering van het bedrijf. f 37470,24.
4. Vleeschkeuringsbedrijf.
Uitkeering van het bedrijf. f 595,46.
Hoofdstuk XIV.
Kasvoorzieningen.
Teruggave van het rijk. Memorie.
Teruggave van voorschotten, aan
ambtenaren verstrekt voor het doen van uit
gaven ten behoeve van de gemeente. f 755.
Hoofdstuk XV.
Overige inkomsten en uitgaven.
272. Uitkeering Rijksverzekeringsbank we
gens ongevallen. Memorie.
273. Overige ontvangsten. Memorie.
Kapitaaldienst.
UITGAVEN.
Hoofdstuk IV.
Volksgezondheid.
278. Kosten van oprichting van openbare
slachthuizen en centrale slacbtplaatsen. /1750.
Dit bedrag is uitgetrokken voor het bou
wen van een nieuw slachthuis in de Pieter
Paulusstraat, wegens den gebrekkigen toe-
stand, waarin het bestaande slachthuis ver-
keert.
Het slachthuis wordt zoodanig ingericht,
dat de breede vestibule kan gebruikt worden
als winkel, wanneer tengevolge van nood-
slachting aldaar vleesch moet verkocht wor
den, hetgeen niet in het slachtlokaal zelf mag
geschieden.
Een deel der van het oude slachthuis af-
komende materialen zouden hieraan kunnen
worden verwerkt, terwijl het in eigen beheer
kan gebouwd worden met werklooze bouw-
vakarbeiders, aan wie anders steun moet
worden uitgekeerd, zoodat dan slechts de
materialen behoeven te worden aangekocht,
waarvoor een bedrag van 1750 geraamd is.
Hoofdstuk VI.
Openbare werken.
282. Buitengewone eflossing van geldlee
ningen ten laste van hoofdstuk VI komende.
12921,70.
283. Kosten van den aanleg van straten en
wegen. f 3750.
284. Kosten van aanleg van rioleering.
f 1250.
Hoofdstuk VII.
Eigendommen niet voor den openbaren dienst
bestemd.
288. Bijdrage aan hoofdstuk VI van den
kapitaaldienst. 12913,97.
289. Terugbetaling van te veel betaalde
grond na kadastrale opmeting. 500.
Hoofdstuk XVI.
Geldleening.
291. Buitengewone aflossing van geldlee
ningen. Nihil.
INKOMSTEN.
Hoofdstuk I.
Vroegere diensten.
276. Batige sloten van den kapitaaldienst
der laatst-vastgestelde rekening, voor zoo-
verre daaraan niet reeds eene bestemming is
gegeven.
Hoofdstuk IV.
Volksgezondheid.
277. Geldleening overgebracht van hoofd
stuk XVI. 1750.
Hoofdstuk VI.
Openbare werken.
279. Batig slot overgebracht van hoofd
stuk I. 7,73.
280. Geldleening overgebracht van hoofd
stuk XVI. 5000.
281. Bijdrage van hoofdstuk VII van den
kapitaaldienst. 12913,97.
Hoofdstuk VII.
Eigendommen, niet voor den openbaren dienst
bestemd.
285. Batig slot overgebracht van hoofd
stuk I. 11913,97.
286. Opbrengst van den verkoop van ge-
meente-eigendommen. 1000.
287. Verrekening van verkochte gronden
na kadastrale opmeting. 500.
Hoofdstuk XVI.
Geldleening.
290. Geldeening. Nihil.
VERZAMELING,
Totaal der inkomsten en uitgaven van den
gewonen dienst 108.176,35%, en van den
kapitaaldienst 33.085,67.
Voor zoover niets anders is vermeld, zijn
de verschillende posten der begrooting met al
gemeene stemmen aangenomen.
Vervolgens wordt de begrooting met alge
meene stemmen vastgesteld.
10. Vaatstelling begrooting gasbedrijf voor
1932.
De begrooting voor het gemeentelijk gas
bedrijf voor 1932 wordt met algemeene stem-
men vastgesteld voor den gewonen dienst op
een eindcijifer van 105.575,50 en voor den
kapitaaldienst op 19.818,60 aan inkomsten
en 20.850 aan uitgaven, tekort 1.031,40.
11. Vaststelllng begrooting Vleeschkeu
ringsbedrijf voor 1932.
Deze begrooting is aangeboden op een
eindcijfer van f 5.012,11.
De heer't GILDE vindt, dat de cijfers dezer
begrooting er nogal aardig ingrijpen; 2500
243.
som der grondbelasting op de gebouwde
eigendomen. 8923,81.
244. Uitkeering van het rijk wegens hoofd-
som der grondbelasting op de ongebouwde
eigendommen. 8559,38.
245. 80 opcenten op de hoofdsom der
grondbelasting op de gebouwde eigendom
men. 9518,74.
246. 20 opcenten op de hoofdsom der
grondbelasting op de ongebouwde eigendom
men. 2282,50,
247. Hoofdsom der personeele belasting.
21880,64.
248. 40 opcenten op de hoofdsom der per
soneele belasting. 8752,26.
249. Uitkeering van het rijk wegens 48 op
centen op de hoofdsom der dividend- en tan-
tiemebelasting. f 750.
254. 70 opcenten op de hoofdsom der ge
meente fondsbelas ting. 15500.
De heer 't GILDE vraagt of 70 opcenten
niet wat veel is.
De VOORZITTER antwoordt, dat Burge
meester en Wethouders op grond van de hun
verstrekte gegevens meenen niet lager te kun
nen gaan: Dit komt voor de belasting over
een met den vroegeren factor 1. Te voorzien
is, dat het 't volgend jaar wel 80 opcenten
zal moeten zijn.
255. Zuivere opbrengst der belasting naar
het inkomen over vorige belastingjaren. Me
morie.
256. Gewetensgelden. Memorie.
257. Belasting op de honden. 400.
waar; iedere gemeente krjjgt in het saldo eec
overschot, naar gelang van het aantal in die
gemeente verrichte slachtingen. Aangezien
er nu verschillende personen hier in Axel een
deel van geslachte dieren komen koopen voor
hun verkoop in den winkel, profiteert Axel
daarvan.
De heer 't GILDE voorspelt, dat er tocfc
wel een adres van de slagers zal komen,
waarin zal worden uiteengezet dat de keur-
loonen omlaag moeten.
De heer I. DE FEIJTER vraagt, of het
niet beter zou zijn, dat de gemeente een eigen
keuringsdienst had; in Overslag is b.v. geen
enkele slager en daar moet dan toch ook voor
betaald worden.
De VOORZITTER wijst er op, dat er in
Overslag toch ook geslacht kan worden, al is
er geen slager gevestigd.
De heer OGGEL voegt hieraan toe, dat die
gemeente bij den keuringsdienst behoort, en
als daar geslacht wordt, moet de keurings-
veearts er naar toe. Hij wijst voorts op de
geschiedenis met den keuringsveearts te
Zaamslag.
De heer I. DE FEIJTER: Een eigen dienst
is dus niet mogelijk?
De VOORZITTER: Dat gaat niet.
De heer OGGEL: Dat zou ook meer kosten
De VOORZITTER: In Zaamslag heeft men
er alle moeite voor gedaan, doch te vergeefs.
De begrooting wordt met algemeene stem-
men goedgekeurd.
12. Vaststelling begrooting Burgerlijk Anu-
bestuur voor 1932.
De begrooting voor het Burgerlijk Armbe-
stuur wordt vastgesteld op een eindcijfer van
9.021,07. De subsidie van de gemeente is
geraamd op f 9000.
Deze begrooting wordt met algemeene stem-
men goedgekeurd.
13. Omvraag.
De heer C. HAMELINK geeft te kenneti,
dat hem bij de behandeling der begrooting noj
iets is ontglipt. Hij was n.l. van plan te vra-
gen wat Burgemeester en Wethouders voor-
nemens zijn te doen, ten opzichte van de
zwemplaats aan den Kinderdijk.
Hiji wil nu die vraag doen. Hij is van oor-
deel, dat de gemeente wel een gelegenheid zal
moeten scheppen, voor een goede kleed-
gelegenheid, terwijl de kleuters daar ook
zwemmen zonder eenig toezicht en dikwijla
het water verontreinigen. Het laatste ge-
schiedt ook door de beesten van den heer
Bakker. Hij zou stappen wenschen voor het
verkrijgen eener betere zwemgelegenheid. Hi|
gelooft, dat met geringe kosten in dit opzicht
iets te verkrijgen is en verzoekt daaraan als-
nog te voldoen.
De VOORZITTER deelt mede, dat het
vischwater der kreek is verpacht, doch het
deel der zwemplaats heeft de polder aan zich
gehouden. Met welke bedoeling is hem niet
bekend.
De heer C. HAMELINK: Misschien ale
paaiplaats voor visch?
De VOORZITTER gelooft, dat men daar
van wel iets naders zal hooren.
De heer C. HAMELINK vraagt of Burge
meester en Wethouders him meening over zijn
vraag zouden willen zeggen.
De VOORZITTER: Ik zal het in de verga
dering van het college ter sprake brengen.
b. De heer't GILDE acht het ongetwijfeld
bij Burgemeester en Wethouders bekend, dat
de plaats van den rijksontvanger alhier vacant,
komt. Nu weet hij wel, dat het niet direct
op den weg van het gemeentebestuur ligt,
om daaraan iets te doen, maar het komt hem
toch gewenscht voor, dat beproefd wordt hier
een ontvanger gevestigd te houden. Niet al-
leen is het voor de ingezetenen die met dezes
ambtenaar te doen moeten hebben een gemote,
maar er woont dan ook een gezin meer in de
gemeente. Doch men stelle zich voor, dat er
hier geen belasting meer zou kunnen betaald
worden! Hij verzoekt Burgemeester en Wet
houders daaraan hun aandacht te willen wij-
den, want het is niet denkbeeldig te achte«,
dat de ontvangersplaats hier is of wordt op-
geheven.
De VOORZITTER antwoordt, dat hieroin-
trent reeds in de maand April 1.1. een ver
zoek is gedaan aan den Minister van Finan-
cien, maar de oplossing is nog niet bekend.
Er zijn verschillende brieven over geschreven.
c. De heer VAN BENDEGEM herinnert,
dat in de vorige vergadering door den heer
Ortelee is meegedeeld, dat de helpers die met
den straatmaker meekwamen f 4 per dag als
loon kregen, doch dat hij gehoord heeft dat
dit maar f 3 was.
De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat,
als het vaklui zijn, zij /4 per dag krijge*.
d.w.z. 50 cent per uur. Er zijn nog enkele
dagen een paar menschen meegekomen die
geen vakman waren; deze hebben 3 gekre-
gen, evenals de menschen hier.
De heer ORTELEE zegt dat de heer Van
Bendegem zich vergist, dat hij spreker dit zou
hebben meegedeeld, hij heeft wel gezegd dit
uit betrouwbare bron vemomen te hebbe*.
Naderhand is hem echter gebleken, dat hij
niet goed was ingelicht. Hij moet dat dim
niet zeggen.
De VOORZITTER: U was verkeerd inge
licht.
4. De heer ORTELEE herinnert, dat er
indertijid een adres is ingediend door bewa-
ners van den Ouden weg over het dempe»
der daar liggende sloot. Hoe staat het daar-
mede
De VOORZITTER: Daar is uitvoerig over
gesproken en dat verzoek is afgewezen.
De heer ORTELEE: Ja, maar daar ben ik
niet mee tevreden. Dat is daar een zeer oa-
behoorlijke toestand, waaruit alles kan voort-
komen, zelfs pest. De menschen hebben da&r
geen rioleering en de sloot stinkt verschrik-
kelijk. Nu is het wel juist, dat de polder wei-
UtJgl U'ULllIg CI iivjgcti aaiuig u.15 i ypj J
als jaarwedde voor den keuringsveearts hoofd j gert iets bij te dragen, maar van gemeente-
van dienst vindt hij een zeer hoog bedrag, ter
wijl deze dan nog verschillende emolumenten
heeft, f 100 voor een kooktoestel, telefoon-
koste'n, hij vindt dat dit de spuigaten uitloopt
en zou dat wenschen te verlagen. Hij meent,
dat de betrokkene het graag voor /2000 zal
blijven doen.
De VOORZITTER merkt op, dat in de jaar
wedde ook betrokken zijn de kosten van zijn
vervoer, van het gebruik van zijn auto. Ove
rigens is thans besloten om een met betrek
king tot de jaarwedderegeling een verzoek te
doen aan Gedeputeerde Staten en overigens
het resultaat daarvan af te wachten. Mocht
er een verandering komen, dan zal ook deze
ambtenaar aan de beurt komen als de tijd
daar is.
De heer 't GILDE: Door de hooge salaris-
sen moeten ook de keurloonen hoog zijn;
daarop is reeds meer de aandacht gevestigd.
Deze gemeente betaalt ook voor de omliggen-
de gemeenten, waarmede zij verbonden is.
De VOORZITTER: Wanneer steeds even-
veel vleesch werd gegeten, zou het wel moge
lijk worden de keurloonen te verlagen. Er
wordt echter in dezen tijd reeds veel minder
gekeurd, -zoodat dit niet mogelijk is te achten.
Onjuist is het, dat Axel zou betalen voor Zuid-
dorpe, Overslag en Koewacht, aangezien die
gemeenten, indien er overschot is pondsponds-
gewijze een uitkeering krijgen naar evenredig-
heid van het in die gemeenten betaalde keur-
loon. Axel draagt niet te veel bij.
De heer OGGEL: Juist het tegendeel is
wege is toch vergunning gegeven daar wo-
ningen te bouwen. Hij meent, dat de gemeen
te nu ook verplicht is er aan tegemoet te
komen, om die sloot te dempen, opdat de
stank daar weg is. Die dringt door tot aan
de tafel waar de menschen zitten te eten.
Met rioleering zouden de menschen alle maal
ztfn gebaat.
De VOORZITTER: De gemeente staat hier
geheel buiten; de sloot behoort aan den pol
der en die zaak is in den raad afgedaan.
De heer ORTELEE vindt het een aardigt
afgedane zaak, als de menschen maar voort-
durend in de stank moeten zitten. Dat is niet
lekker.
De heer OGGEL: Waarom bouwen ze daar
dan; ze wis ten toch dat daar een sloot lag.
De heer ORTELEE: De gemeente had eerst
moeten zien, of het daar in orde was. Daar
voor is er toch ook een keuringsdienot-
gemeente moet toch eerst topatMU-min§! geve"
om te bouwen?
De VOORZitteii r>e g^meentera&a fcais
er niets aan doen. Het is daar psrticulier
terrein. De gemeente wil graag wat doen tot
verbetering van den toestand, mils de aan-
palende eigenaars en ook de poltier een deel
der kosten dragen. Dan was let mogelijk
iets te doen, maar nu wil de eei. wel en de
ander niet. En het ligt niet op dm weg der
gemeente dat alleen te doen.
Hij sluit de vergadering door hv uitspr«-
ken van het dankgebed.