De VOORZITTER: Dit betreft hier geen
bjjbaanLje. Het is bovendien een tijdelijken
*aatregel. Indien Burgemeester en Wethou
ders van oordeel zijn, dat het niet meer noo
dig is, dan zal er mede worden gestopt. We
wachten af, of de menschen er misschien
aaede eindigen het vuil op de straat te gooien.
■De heer ORTELEE: Het zou ook nog erger
kunnen worden.
De heer DIELEMAN acht het op dezen
post geraamde bedrag 180) voor onder
houd van Jjzers en tuig van het paard voor
den reinigingsdienst nogal hoog.
De VOORZITTER erkent, dat dit te hoog
is; het totaal bedrag van 1400 moet echter
behouden blijven, de bedragen kunnen op de
•nderdeelen anders verdeeld worden. Boven
dien kan onderhoud ook tegenvallen.
De heer DIELEMAN zou dan in over-
weging geven de verdeeling te wjjzigen; als
iemand die er kennis van heeft die posten
a Jet, moet hij een verkeerden indruk krijgen.
De heer OGGEL geeft in overweging den
post onderhoud van ijzers enz. met /100 te
varminderen en die te voegen bij onvoorzien,
welk bedrag dan op f 300 komt.
De heer DIELEMAN neemt daarmede ge-
aoegen.
Met algemeene stemmen wordt de onder-
verdeeling der posten aldus gewjjzigd.
431. Kosten ter zake van verzekering, pen-
sionneering enz. van ambtenaren en beamb-
t*n. f 1180.
138. Kosten van verzekering tegen brand-
e#hade en stormschade. 50.
139. Rente van geldleeningen ten laste van
feoofdstuk VI komende. f 4720.
De VOORZITTER deelt mede, dat door
Burgemeester en Wethouders beproefd is ver-
sahillende leeningen met een hoog rentetype
converteeren door het sluiten van een
groote leening tegen lagere rente, doch dat dit
klet is kunnen gelukken.
140. Aflossing van geldleeningen ten laste
van hoofdstuk VI komende. f 6000.
141. Verstratingen enz. ten behoeve van de
bedrijven en van derden. f 500.
142. Kosten van de leggers en van de
eehouw van wegen, voetpaden en waterleldin-
gen. Memorie.
143. Kosten van zegels. 5.
144. Plaatsing en onderhoud van urinoirs.
j 50.
De heer 't GILDE vindt, dat de toestand
van de urinoirs nogal te wenschen overlaat,
vooral die daar bij de openbare lagere school.
Bovendien acht hjj het ook een bezwaar, dat
men daar bij regenweer niet droog in kan
staan. Hij raadt aan, deze inrichtingen eens
tor deeg na te zien.
De VOORZITTER deelt mede, dat er aan
bet urinoir bjj de school dit jaar reeds een
an ander veranderd is. Er is eigenlijk geen
goede plaats voor. En wat de toestand der
wrinoirs in het algemeen betreft, Burgemees
ter en Wethouders hebben opdracht gegeven
deze voortdurend schoon te houden. Dat die
inrichtingen worden verontreinigd ziet men
niet alleen in Axel.
De heer 't GILDE acht ze hier buitenge-
woon onpractisch en zou er deurtjes willen
aanbrengen.
De heer OGGEL zou het wel noodig achten
•r nog wat bij te plaatsen. Door den heer
Ortelee werd geklaagd dat het zoover is van
de nieuwe wijk naar de brievenbus, maar als
men een urinoir moet opzoeken is dat nog
veel verder.
De heer ORTELEE: En als men buiten een
urinoir aan z'n behoefte voldoet krijgt men
als de politie het ziet proces-verbaal.
145. Teruggaaf van rechten of belasting
enz. i 25.
146. Vergoeding voor onderhoud van een
bond. 100.
147. Kosten van de beerruiming. 900.
148. Toeslag op pensioen. 39.20.
149. Vergoeding voor het rijwiel van den
gemeente-opzichter. 25.
150. Storting van verhaalde bijdrage voor
inkoop van pensioen van D. van den Berg.
7,50.
Hoofdstuk VII.
■igendommen, niet voor den openbaren dienst
bestemd.
457. Grondlasten. 75.
158. Dijk- en polderlasten. 10.
159. Kosten van verzekering. 25.
160. Onderhoud en administratis van be
an tingen, niet voor den publieken dienst ge-
bruikt of van werken en inrichtingen geheel
•f voor een groot gedeelte buiten de gemeente
gelegen. 100.
161. Innen van renten enz. f 5.
162. Kosten van verzekering tegen brand-
Bchade en stormschade. f 10.
163. Vergoeding of teruggave van betaal-
de pacht van uit de huur genomen perceelen
tuingrond. 100.
Hoofdstuk VIII.
Onderwjjs, kunsten en wetenschappen.
2. Openbaar gewoon lager onderwjjs.
168. Jaarwedden en wedden der onderwjj-
■©rs. 12629.
Bij dezen post komt in behandeling het
voorstel van Burgemeester en Wethouders om
aan den onderwijzer der openbare lagere
school, wegens boventalligheid tegen 1 Januari
a.s. eervol ontslag te verleenen.
De VOORZITTER geeft nog te kennen, dat,
aangezien het aantal leerlingen beneden 210
is gedaald, en met 1 Januari a.s. indien daar-
m geen verandering komt aan de openbare
school een onderwjjzer boventallig zou zijn,
ajj zich om financieele reden genoodzaakt zien
v<56r 1 Januari a.s. een leerkracht te ontslaan,
aangezien anders de bjjzondere scholen ook
bet recht zouden krjjgen tot het aanstellen
•ran boventallige onderwijzers en nog 2 jaren
nadat die toestand aan de openbare school
niet meer bestaat dat recht zouden behouden.
Hoe ongaame ook, durven zjj met het oog op
de financieele gevolgen den heer Smeenk niet
meer in dienst houden en stellen daarom voor
hem eervol ontslag te verleenen.
De heer OGGEL wil ter aanvulling nog te
kennen geven, dat Burgemeester en Wethou
ders de zaak emstig hebben overwogen en
•ok hebben nagegaan of er, gezien het advies
▼an het hoofd der school, niet iets op te vin-
den was. Ze hebben nader met hem geconfe-
eeerd en toen is besloten de leemte die ont-
staat zoo goed mogelijk te ondervangen door
het aanstellen eener vakonderwijizeres voor de
handwerken. Wanneer die er zal zijn, be-
hoeft de onderwijzeres niet telkens en telkens
de lessen in hare klasse af te breken voor het
geven van handwerkonderwijs in de verschil-
lende klassen; dan kan zij in hare klasse blij
ven en door die regeling worden ook verschil-
lende bezwaren die bij het hoofd der school
Besuraden ondervangen. Hij heeft daarmede
©ok genoegen genomen.
D® he,er 1 GILDE zegt, dat hij met zijn
fractie deze zaak cmsug unuer het oog heeft
gezien en wij hebben de financieele bezwaren
van allfc zijden afgewogen naar het nut en
het nadee'. dat het gevolg zal zijn van de al of
niet handhaving van een boventallige leer
kracht en dan staat bjj ons de overtuiging
vast, dat men instede van het onderwijspeil
te schadei en te doen dalen liever een gelde-
lijk offer dent te brengen op het altaar van
het grooe belang van het volkskind, dat het
met zjjnlager onderwjjs in de modeme maat-
schappjj met zijn hooge eischen van kennen
en kunnen moet doen.
Wij staan volledig aan de zijide van den
Inspecteur en het hoofd der school. De open-
bare lagere school heeft een zeer goeden naam
hier in Axel, Men hoort er met grooten lof
van spreken op inrichtingen waar leerlingen
worden afgeleverd welke die school in Axel
doorliepen, waarom wij achteruitgang moeten
betreuren. Ter verduidelijking is door Burge
meester en Wethouders gesproken van een
daling van het leerlingental tot 180 om als
voorbeeld te kunnen dienen aan de leden. Voor
de leden, die de Onderwijswet, zooals die nu
nog is, niet kennen, moet de schrik om het
harte slaan, als zij lezen, dat in dit geval de
bjjzondere school in de Nieuwstraat 14 onder-
wijskrachten zou krijgen indien men dan de
uiterste consequentie zou gaan doorvoeren.
Maar volgens mijn betrouwbare gegevens
is het aantal 204 en naar mij bekend is, staat
dit te vergrooten. Gemiddeld is dit dus 34
leerlingen per onderwjjzer en zou men dus
nog niet aan 13 leerkrachten komen op de
bijizondere school. De cijfers die Burgemees
ter en Wethouders in het preadvies aanvoeren,
zijn stemming makend ten ongunste van de
leden, die iets voor een boventalligen onder
wijzer zouden voelen.
Een bestuurder van de Christelijke school
zei mij, dat hij het niet verantwoord zou
achten op de bijzondere school meer onder-
wjjzers te vragen, dan waarop men bijv.in
zoo'n geval recht zou hebben.
Men kan alles en zelfs de interpretatie
van een wet niet op de spits gaan drjjven.
Ik zou het nog moeten zien gebeuren als
er b.v. 1 onderwijzer als boventallig werd ge-
handhaafd en <§<§n of ander schoolbestuur zou
het hart hebben er 2 te gaan vragen of erger
nog zelfs drie, welk gevaar toch wel denk-
beeldig is.
Het grootste belang van goed onderwijs
vooropstellend, zjjm wjj ondanks onze gezind-
heid tot bezuinigingsmaatregelen voorstanders
van een boventallig onderwjjzer op de open-
bare lagere school. Nog slechts enkele dagen
geleden had ik het voorrecht een onderwijs-
specialiteit van den eersten rang in ons land
die zelfs lid is van den Onderwijsraad welke
den Minister van advies dient, te mogen spre
ken, die kort na den oorlog in Duitschland
reizende op een simpele Saksische boeren-
scheurkalender had gelezen: „WJj zjjn armer
geworden, dus gaan wjj scholen bouwen". Ik
hoop, dat de heeren geen verkeerde gevolg-
trekkingen hieruit maken, wjj willen het
scholenbouwen natuurljjk in de verste verte
niet op de spits drjjven, maar staan voor het
hoogst mogeljjk bereikbare onderwjjspeil.
De heer C. HAMELINK erkent, dat men
bij de beoordeeling dezer zaak wel degelijk de
financieele gevolgen in het oog dient te hou
den. Wanneer de bijzondere scholen het voile
pond zouden eischen, wanneer men dan b.v.
zou doen van wege de school in de Nieuw
straat, en spreker is er niet zoo gerust op
als de heer't Gilde, dat dit niet gebeuren zou,
dan zou dit groote offers van de gemeente
vergen. En men kan dit niet afwachten, want
als men eenmaal zoover is, is het te laat om
die mogelijkheid ongedaan te maken. Spreker
heeft met al die zaken rekening gehouden,
en is dan desondanks toch tot de conclusie ge-
komen, dat de openbare school de eenige in-
richting is voor de belangen van de volks-
ontwikkeling, en dat hjji de kinderen van de
mindere bevolking die daar zijn opleiding
ontvangt, niet het kind van de rekening kan
doen worden. Trots alle bezwaren die tegen
het handhaven van het tegenwoordig aantal
leerkrachten worden aangevoerd, zal hjj niet
voor het voorstel van Burgemeester en Wet
houders kunnen stemmen. Het getal leerlin
gen is maar even beneden het gemiddelde ge
daald en nu wordt al onmiddellijk met het
ontslaan van een onderwjjzer gedreigd, terwijl
het toch nog zeer goed mogeljjk is, dat het
aantal leerlingen met 1 Januari weer zoo-
danig is gestegen dat er wettelijk genoeg zijn.
De VOORZITTER: Daarover kunnen we
straks spreken; het gaat nu over het voor
stel om op grond van het gedaald aantal leer
lingen een onderwjjzer te ontslaan en dat
moet v66r 1 Januari geschieden. Als het aan
tal leerlingen na 1 Januari weer met een 30
mocht gestegen zijn, dan moet de onderwijzer
weer terstond benoemd worden.
De heer C. HAMELINK: Zijn we dan met
dit voorstel niet prematuur?
De VOORZITTER: We kunnen toch op 31
December a.s. niet hiervoor bijeenkomen?
Het spijt aan Burgemeester en Wethouders
dat het z6<5 loopt, maar zij wenschen, wegens
de mogeljjk financieele gevolgen niet langer
te wachten.
De heer C. HAMELINK bljjft desondanks
toch tegen het voorstel, hij hoopt, dat de
stand vain zaken doordringt tot de menschen
die leerlingen zenden naar de bjjzondere
school, ofschoon men naar het uiterljjke niet
kan aannemen, dat zjj speciaal bjjizonder on
derwijs voor hun kinderen verlangen, en dat
deze alsnog zullen zorgen, dat de 6e leer
kracht aan de openbare school niet boven
tallig is.
De heer DE RUUTER zal het voorstel
steunen, niet dat hij dit gaarae doet, doch
wegens de groote uitgaven die voor de ge
meente van het aanhouden van het tegen
woordig aantal leerkrachten het gevolg kan
zijn. De raad heeft toch ook te zorgen, dat
het evenwicht tusschen de ontvangsten en
uitgaven der gemeente behouden bljjft. Hjj
stemt toe, dat het jammer is, dat het moet,
maar nu we bezuinigen moeten kan het niet
anders. Wanneer het aantal leerlingen weer
stijgt, kan er toch weer een onderwjjzer aan-
gesteld worden? Maar dan zou de verplich-
ting der gemeente om voor boventallige on
derwijzers aan de bjjzondere scholen te be-
talen nog 2 jaar bljjven bestaan.
Nu staat de heer C. Hamelink op het stand-
punt, dat hjj, het bestuur van de bijzondere
school in de Nieuwstraat niet zoo hard ver-
trouwt, maar dan wil hij er op wjjzen, dat dit
bestuur geheel te vertrouwen is. De bewij-
zen zjjn er. Er zjjn wel jaren geweest, dat
het bestuur dezer school op kosten der ge
meente een boventallig onderwjjzer had kim
nen benoemen, doch dit niet deed. De geheele
opzet der school in de Nieuwstraat is het voe-
ren van een zuinig beheer, en dit bljjkt ook
wel uit de afrekening met de gemeente be-
treffende de uitgaven voor de school, aange
zien het is voorgekomen dat bij de driejaar-
IJjksche afrekening bleek, dat het schoolbe
stuur aan de gemeente /2000 tot /3000 kon
terugbetalen, en het zooveel minder gebruikt
had, dan het bedrag waarop het recht had, in
verband met de kosten die, per leerling, voor
het openbaar onderwijs waren uitgegeven.
in het verleden heeft het beheer van deze
school dus bewijs van zuinigheid gegeven en
hij gelooft, dat dit ook in de toekomst zoo
zal blijven En wanneer spreker in deze aan
het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders zijn steun geeft, dan doet hij dit alleen
op grond van de geboden zuinigheid, doch
geenszins om de openbare school te dupeeren.
De heer C. HAMELINK verklaart, dat hjj
de zaak wat twijfelachtig had gesteld, om op
die wijze van de heeren de verklaring te
krijgen, dat van de zijde der bijzondere school
niet zou worden overgegaan om het voile
pond te eischen. Nu de heer De Rujjter dit
nogmaals gezegd heeft, wil hjj hem gelooven,
maar dan is dit volgens hem ook een argu
ment, om den onderwijzer Smeenk, ook al zou
die boventallig worden, te handhaven. Wan
neer het bestuur van de bijzondere school aan
de Nieuwstraat den toestand opvat, zooals de
heer De Ruijter dien schetst, dan behoeven
we ook niet te vreezen, dat van de gemeente
zulke zware financieele offers gevergd zullen
worden, als de toelichting van Burgemeester
en Wethouders zouden kunnen doen ver-
wachten.
De heer L DE FEIJTER zal het voorstel
van Burgemeester en Wethouders steunen uit
financieel oogpunt.
De heer 't GILDE wil wel aannemen, dat
het hoofd der school tegenover Burgemeester
en Wethouders zijn ingenomenheid met het
aanstellen van een vakonderwijzeres heeft
betuigd, hjj zal die bjj dezen stand van zaken
gaame aanvaarden, maar dat neemt niet weg,
dat hij toch tegen het ontslaan van een onder
wijzer protesteert.
De VOORZITTER: Zeer zeker, en daarom
leggen we ook de verschillende rapporten
over, opdat de raad met voile kennis der
feiten kan oordeelen.
De heer OGGEL: Men moet het niet voor-
stellen alsof wjj de school zouden willen
schaden, dat is geenszins onze bedoeling. De
schoolcommissie is toch een college dat ge-
vormd is uit ontwikkelde menschen, en deze is
toch ook van meening, dat het onderwijs er
niet door zal worden geschaad. We moeten
rekening houden met de tijdsomstandigheden
en dan achten we het aanhouden van den be-
trokken onderwijzer niet verantwoord. Men
moet er ook rekening mee houden, dat de
school in de Nieuwstraat zeer waarschijnljjk
een boventalligen onderwjjzer zal noodig
hebben, maar dat die dan uit eigen middelen
zal moeten worden betaald, terwjjl die anders
voor rekening der gemeente zou komen. Er
wordt daarvoor door de voorstanders een bij-
zonder offer gebracht. De voorstanders der
openbare school, zouden dat voorbeeld kunnen
volgen. Het ligt niet in het voomemen van
het bestuur der bjjzondere school in de Nieuw
straat om van de omstandigheden te profitee-
ren, en het voile pond op te eischen, ook voor
leerkrachten die er niet noodig zijn. Maar
wanneer de gemeente een boventallige leer
kracht aan de openbare school zou aanhouden,
wenschen wij geljjke behandeling voor de
boventallige leerkracht die we ook aan onze
school noodig hebben.
Het voorstel van Burgemeester en Wet
houders wordt aangenomen met 7 tegen 3
stemmen.
Voor stemmen de heeren Oggel, De Rujjiter,
Van Bendegem, Van de Bilt, Dieleman, J. de
Fejjter en I. de Feijter; tegen stemmen de
heeren C. Hamelink, Ortelde en A. 't Gilde.
168a. Belooning van vakonderwijzers.
300.
169. Huur en kosten van het instandhou-
den van onderwijzerswoningen. f 233.
170. Kosten van het instandhouden van
schoolgebouwen, alsmede van terreinen voor
het onderwijs in lichameljjke oefening. 500.
171. Aanschaffen en onderhouden van
schoolboeken, leermiddelen en schoolbehoeften.
f 600.
172. Verlichting, verwarming en schoon
houden van schoolgebouwen. 1200.
176. Kosten van de oudercommissies. 5.
177. Betaling wegens over een vorigen
dienst te veel genoten vergoeding van het.rijk
krachtens artikel 56 der lager onderwijswet
1920. Memorie.
178. Kosten ter zake van verzekering, pen-
sionneering enz. van ambtenaren en beamb-
ten. f 1073.
179. Kosten van verzekering tegen brand-
schade en stormschade. 65.
180. Rente van geldleeningen ten laste van
hoofdstuk VIII 2 komende. f 330.
181. Aflossing van geldleeningen ten laste
van hoofdstuk VIII 2 komende. f 750.
182. Advertentiekosten. f 25.
183. Kosten van onderzoek van sollicitan-
ten en vergoeding van reiskosten. 50.
184. Teruggaaf van schoolgelden. /50.
185. Teruggaaf van portokosten aan
schoolhoofden. f 15.
3. Openbaar vervolgonderwjjs.
186. Kosten ter zake van verzekering, pen-
sionneering enz. van ambtenaren en beamb-
ten. 4,28.
4. Openbaar uitgebreid lager onderwijs.
187. Bijdragen aan andere gemeenten in
zake het openbaar uitgebreid lager onderwjjs.
150.
7. Bijzonder gewoon lager onderwjjs.
194. Kosten ter zake van verzekering, pen-
sionneering enz. van ambtenaren en beambten.
f 263,50.
195. Uitkeering aan gemeenten ingevolge
art. 86 der lager onderwijswet 1920. f 100.
196. Vergoeding ingevolge art. 100 der
lager onderwijswet 1920, aan besturen van bjj
zondere scholen, welke voor rjjksvergoeding
in aanmerking komen, voor aan die scholen
verbonden boventallige onderwijzers. 1700.
197. Vergoeding van de kosten van in-
standhouding van bijzondere scholen, bedoeld
in art. 101 der lager onderwijswet. /6000.
198. Uitkeering aan gemeenten ingevolge
art. 104, eerste lid, der lager onderwjjswet
1920. 250.
199. Vergoeding voor terreinen en gebou-
wen van bjjzondere scholen aan besturen dier
scholen, bedoeld in art. 205 der lager onder
wjjswet 1920. 2955.
200. Uitkeering aan andere gemeenten in
de aan schoolbesturen te betalen vergoeding
bedoeld in art. 205 der lager onderwijswet
1920. 500.
201. Rente van waarborgsommen, gestort
door besturen van bjjzondere scholen. /396.
202. Rente vein geldleeningen ten laste van
hoofdstuk VHI 7 komende. 2100,62.
203. Aflossing van geldleeningen ten laste
van hoofdstuk VIII 7 komende. 1500.
204. Teruggaaf van schoolgelden. /100.
9. BJjzonder uitgebreid lager onderwjjs.
205. Uitkeering aan gemeenten ingevolge
art. 86 der lager onderwijswet 1920. f 200.
206. Uitkeering aan gemeenten ingevolge
art. 104, eerste lid, der lager onderwijswet
1920. 75.
207. Uitkeering aan andere gemeenten in
de aan schoolbesturen te betalen vergoeding,
bedoeld in art. 205 der lager onderwijswet
1920. 75. y
11. Bijzonder voorbereidend lager onderwjjs.
209. Subsidie aan of ten behoeve van bjj
zondere bewaarscholen. 2500.
De subsidie der bijzondere bewaarscholen
is ingevolge raadsbesluit van 1 April 1930 ge-
raamd op f 15 per kind. Het aantal kinderen
wordt geschat op 200, te weten: Frobelschoo!
Nieuwstraat 90, Chr. Nat, Schoolvereeniging
60, R. K. school 50.
Burgemeester en Wethouders stellen voor
de subsidie terug te brengen tot 10 per kind
De heer DE RUIJTER verklaart dat het
hem heeft verwonderd, dat Burgemeester en
Wethouders de subsidie die aan de school-
vereenigingen pas in het vooruitzicht werd
gesteld op f 15 per kind, thans willen terug-
brengen tot 10, op grond dat de kosten per
leerling dan zouden overeenkomen met die
der lagere scholen.
Oorspronkeljjk was door het bestuur der
vereeniging waarvan hjj deel maakt een be-
rekening gemaakt van 17,50 per kind, doch
Burgemeester en Wethouders zonden toen een
schrijven, waarbij 15 per kind werd toege-
zegd. Op grond dier toezegging is toen ge-
bouwd. Spreker kan wel meedeelen, dat die
toelage van f 15 per kind lang niet toereikend
is, om de exploitatiekosten te dekken en dat
er heel wat uit eigen kasmiddelen bij moet.
Hij acht daarom het thans door Burgemeester
en Wethouders gedaan voorstel door de
schoolbesturen niet te aanvaarden. Evenwel
neemt hij aan, dat die hiertoe gekomen zijn
onder den drang naar bezuiniging. Hij vraagt
daarom, of Burgemeester en Wethouders een
voorstel zouden kunnen overnemen, om in
dien er tekort is de toelage op 12,50 per
kind te stellen. Dan wordt aan de eene zijde
op de kosten dezer school voor de gemeente
wat bezuinigd, terwijl het dan aan de andere
zijde voor de schoolvereeniging toch nog een
heel bedrag kost. Misschien zullen de kosten
voor een inrichting die al eenige jaren in
exploitatie is wat goedkodper komen, maar
men kan zich van den toestand vergewissen
door de rekeningen op te vragen.
De VOORZITTER vraagt, wat de bedoe
ling van den heer De Ruijter is; zijn school
komt tekort, maar wil hjj ook voor de andere
bewaarscholen f 12,50 geven
De heer DE RUIJTER: Dat kan worden
overwogen. Wanneer blijkt, dat een inrich
ting dat voile bedrag niet noodig heeft, zou
hij het niet willen geven, dan kan met minder
worden volstaan.
Indien de inrichting der vereeniging voor
Chr. Nationaal Schoolonderwijs meer leerlin
gen zou krijgen en dit aanleiding zou worden
dat ze de voile f 12,50 niet meer noodig had,
konden Burgemeester en Wethouders het dan
ook verminderen.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders dit voorstel over
nemen en dat dan aan de frobelschoolbesturen
zal worden verzocht de rekening over te leg
gen.
De heer OGGEL: Dan wordt de toestand
precies gelijk als bjj de scholen voor lager
onderwjjs, die krjjgen een bedrag, doch later
wordt afgerekend en moeten ze terugbetalen
wat ze te veel hebben ontvangen.
De heer't GILDE geeft te kennen, dat hem
door de besprekingen eenig licht is opgegaan.
Hjj was voomemens Burgemeester en Wet
houders te vragen, waar het college de vrjj-
moedigheid haalde, om met een dergelijk voor
stel te komen, nu het raadsbesluit waarbjj 15
werd toegezegd, nog van zoo recenten datum
is. Hjj had willen vragen, of de heeren daar-
toe gekomen waren op grond van de gunstige
resultaten der school van den heer De Ruijter,
maar hjj hoort dat nu anders.
De VOORZITTER: Het is ontleend aan
algemeene inzichten hieromtrent.
De heer 't GILDE: Wanneer de subsidie
tot f 10 werd verlaagd, zouden ongetwijfeld
de schoolgelden in stijgende lijn moeten gaan,
hetgeen voor vele ouders. een bezwaar zal zjjn.
De heer DIELEMAN wil, ofschoon het ver-
schil nu is bijgelegd en het voorstel met 2,50
is verhoogd, misschien om bjj elkaar te
komen, of die scholen nu staan of vallen met
die f 2,50 per kind. 10 is ook nog zoo wei-
nig niet. Doet het particulier initiatief wel
genoeg? Men moet hierbij toch ook beden-
ken, dat alleen de kinderen uit de kom er van
profiteeren kunnen. Indien men ook de kin
deren van Spui en de Sassing in de gelegen-
heid wilde stellen, zou het veel duurder
komen. Kan het niet voor 10
De VOORZITTER: Vijftien gulden geleek
ons veel, gelet op de kosten van het lager
onderwijs per leerling, daarom meenden we
te moeten beginnen met het voorstellen eener
lagere subsidie. De gang van zaken bjj de
scholen was ons niet bekend. Nu stellen we
voor 12,50. Dat geldt voor 1932, want de
subsidie wordt tot wederopzeggens verleend.
De heer OGGEL: Er kan toch ieder jaar
over beslist worden.
De heer DE RUIJTER: De ondervinding
leert, dat we nu al een lieve duit te kort
komen. De raad kan ieder jaar opnieuw be-
sluiten. Wanneer de exploitatiereken-ing
wordt overgelegd, kan men zien hoe de zaken
staan. Meenen Burgemeester en Wethouders
dan dat de schroef nog wat vaster aange-
draaid moet worden, dan kunnen ze dat doen.
De heer OGGEL: De vereeniging legt er
thans, met 15 subsidie per kind nog 1000
bij; dat wordt bij 12,50 nog meer,
Het gewjjizigd voorstel wordt met alge
meene stemmen aangenomen, en de post ver
hoogd met f 500.
12. Lager onderwjjs;
(niet vallende onder de 1 t/m 11).
210. Kosten van het plaatseljjk schooltoe-
zicht. f 50.
211. Kosten der commissie tot wering van
schoolverzuim. 160.
212. Tegemoetkoming in of vergoeding
van de kosten van onderwjjs als bedoeld in
art. 13, eerste lid, der lager onderwjjswet 1920.
f 2050.
213. Kosten van openbaar onderwjjs, in de
plaats tredend van het in de lager onderwjjs
wet 1920 geregelde vervolgonderwjjs. 125.
214. Subsidie voor bjjzonder onderwjjs, in
de plaats tredend van het in de lager-onder-
wijswet 1920 geregelde vervolgonderwjjs. /375.
13. Middelbaar onderwjjs.
215. BJjdrage in de kosten van rjjks hoo-
gere burgerscholen als bedoeld in art. 36qua-
ter sub 4 der wet op het middelbaar onder
wjjs. 4000.
216. Kosten van handelsonderwjjs. f 300.
(Voor elken leerling uit de gemeente wordt
aan de Middelbare Handelsdagschool te Hulst
f 75 subsidie verleend, tot een maximum van
300.)
De heer VAN BENDEGEM stelt voor dien
post te schrappen.
De VOORZITTER: Er wordt alleen sub
sidie gegeven indien leerlingen uit Axel de
school bezoeken.
De heer VAN BENDEGEM: Er gaan op
't oogenblik 2 leerlingen uit onze gemeente,
maar ik zou die post liever geschrapt zien.
De VOORZITTER: Omdat het aantal wis-
selvallig is, is 300 geraamd.
De heer OGGEL: Die 75 per leerling
houdt verband met het belang, dat die onder-
wijsinrichting voor onze gemeente oplevert.
De heer VAN DE BILT wjjst er op, dat
voor bijdragen aan de Rijks Hoogere Burger-
school te Ter Neuzen /4000 is geraamd.
Daar kost elk kind f 500 aan de gemeente,
daarentegen zoo'n leerling op de Handelsdag
school maar 75 en het onderwijs is er even
goed.
Indien die twee leerlingen naar de H.B.S.
te Ter Neuzen gingen zouden ze aan de ge
meente heel wat meer kosten. Er zjjn inge-
zetenen van Axel die dat te Hulst gegeven on
derwijs zeer waardeeren en hij zou het ver-
keerd vinden de subsidie in te trekken. Het
is wel waar, dat er over't landbouwonderwjjs
niet gesproken wordt. Het voorstel maakt
daarom wel wat den indruk van anti-papisme,
al is het ook, dat andersdenkenden er ook
naar toegaan.
De heer VAN BENDEGEM merkt op, dat
het toch een geheel Katholieke leerinstelling
is, de fractie van den heer C. Hamelink heeft
er in de Prov. Staten ook tegen geageerd.
De hoofdzaak dat hij dit voorstel doet is
echter omdat de gemeente niet verplicht is
het handelsonderwjjs te steunen. Voor de
H. B. S. moet de gemeente betalen, maar hier
kan men van tusschen. Ook moet de heer
Van de Bilt nog afwachten hoe spreker tegen
over het landbouwonderwjjs staat.
De heer 't GILDE is niet v66r het steunen
van sectarische inrichtjng'en waarvoor op de
gemeente geen wettelijke verplichtingen be-
rust. Hij is voor schrapping van dezen post
en ook van dien ten behoeve van het land
bouwonderwjjs.
De heer C. HAMELINK: Hoewel in principe
tegen dergelijke sectarische inrichtingen, doet
zich hier de moeilijkheid voor, dat er op dit
gebied niet anders is. Ik zou het beter ach
ten dat er een algemeene handelsschool was,
maar nu zulks niet het geval is, kan ik mjj
wel met deze subsidie vereenigen. Indien de
leerlingen naar een andere onderwijsinrich-
ting gingen, zou het aan de gemeente veel
meer kosten. Handhavende zijn bezwaren
tegen dergelijke scholen, kan hjj zich toch,
gezien het luttele bedrag, nog niet opwerken
tot die hoogte, dat hij kan medewerken om
die subsidie te doen vervallen.
De heer DE RUIJTER: Dat het een secta
rische school is, is voor mjji geen bezwaar,
overwegende dat er bovendien anders geen is
en het luttele bedrag zal ik voor de subsidie
stemmen.
De heer OGGEL heeft met verwondering
de redeneering van den heer 't Gilde ge-
hoord, die zich anders altjjd verklaard voor
goed onderwjjs, doch zich thans tegen dezen
post en die voor het landbouwonderwjjs ver
klaard. Het is de eenige inrichting in de
buurt en voor kinderen uit deze gemeente ge-
schikt gelegen.
Het voorstel van den heer Van Bendegem
wordt verworpen met 6 tegen 4 stemmen.
Voor stemmen de heeren Ortelde, Van Ben
degem, I. de Feijter en 't Gilde; tegen stem-
men de heeren C. Hamelink, Oggel, De RuJj-
ter, Van de Bilt, Dieleman en J. de Fejjter.
217. Kosten van landbouwonderwjjs. /200.
De heer 't GILDE vraagt stemming over
dezen post.
De heer VAN DE BILT zal niet doen zoo
als de heer Van Bendegem.
Deze post wordt met 7 tegen 3 stemmen
aangenoen.
Voor stemmen de heeren C. Hamelink,
Oggel, De Ruijter, Van de Bilt, Dieleman, I.
de Feijter en J. de Fejjter; tegen stemmen de
heeren Ortelde, Van Bendegem, en 't Gild©.
15. Nijverheidsonderwjjs.
219. Subsidie voor scholen voor het lager
njjverheidsonderwjjs. f 500.
220. Bijdragen aan gemeenten in de kosten
van scholen voor het lager njjverheidsonder
wjjs. f 2000.
16. Onderwjjs, kunsten en wetenschappen;
(niet vallende onder de 1 t/m 15).
221. Subsidien aan schouwburgen of mu-
ziekkorpsen. 400.
(Bij dezen post komt in behandeling het
verzoek van de Chr. muziekvereeniging „Ho-
sanna" om een subsidie van f 250, terwjjl de
harmonievereeniging „Concordia" 300 ge-
noot.
Burgemeester en Wethouders stellen thans
voor ieder dier vereenigingen 200 te geven.)
De heer 't GILDE dankt als bestuurslid
van „Concordia" voor de toegezegde subsidie,
die jarenlang door deze vereeniging is ge
noten.
Wij1 hebben thans een verzoek van de Chr.
muziekvereeniging „Hosanna" om f 250 su-
sidie. Het bestuur dezer vereeniging, door
omstandigheden gedwongen, ziet onder dit be
drag geen kans hare begrooting sluitend te
maken. Het spreekt vanzelf, dat ik aan dit
verzoek gaame mijn voile medewerking zai
verleenen. „Hosanna" heeft volgens de door
haar overgelegde rekening f 250 noodig. Door
de tijdsomstandigheden slinkt het getal der
donateurs en het is te begrijpen, dat nu een
beroep wordt gedaan op het gemeentebestuur.
De gemeentenaren genieten alle van de
kunstbeoefening harer leden in den vorm van
openbare concerten en muzikale wandermgen.
Het is daarom betreurenswaardig, dat de ge
meente nu gaat tomen aan de subsidie van
„Concordia". Als bestuurslid kan ik verkla-
ren, dat wij een bedrag van f 300 als subsidie
niet kunnen missen. Ook „Hosauna" zal dat
in de toekomst noodig hebben. Naar mate
him instrumenten ouder worden, zullen zjj
verplicht zijn, een steeds grooter bedrag voor
reparatie's en vemieuwing uit te trekken.
Ik zou dezen post overeenkomstig het in het
adres van „Hosanna" vervatte verzoek en
overeenkomstig de bestaande toestand t.o.v.
„Concordia" willen zien gebracht op f 550.
Dat is voor een gemeente met meer dan 6000
zielen toch niet te veel, gezien het genot daar
tegenover staande voor de geheele burgerjj,
gezien het groote nut dat gelegen is in muzi
kale en instrumentale kennis voor de leden.
Ik wil hierbjj opmerken, dat wellicht de
begrooting van ,,Hosanna" nog hooger zou
zijn, indien deze vereeniging niet het bijzonder
gunstige voorrecht had gehad, dat haar direc-
teur een tijdlang gratis en ook nu slechts
voor een gering bedrag zjjn plichten als zoo-
danig vervult. Ook dat is tenslotte teveel
gevergd, niemand kan ten slotte zijn krachten
geven gedurende zoovele uren zonder een be-
hoorlijke vergoeding voor tjjdverlies en In-
spanning. Met groote vrijmoedigheid doe ik
dus het voorstel dezen post op 550 te bren
gen.
De heer C. HAMELINK kan hetgeen de
heer t' Gilde omtrent „Concordia'' gezegd
heeft, geheel onderstreepen, evenwel doet bjj
geen kniebuiging naar de rechtsche partj|en
om die subiside te verkrjjgen. Het mag van
algemeene bekendheid worden geacht, dat
„Concordia" bij alle gelegenheden die zich in
de gemeente voordoen in het krjjt treedt en
medewerking verleent. Het is geheel het
uiterlijk en optreden eener algemeene vereeni
ging, terwjjl „Hosanna" sectarisch is en voort-
komt uit de kringen die steeds den mond vol
hebben over de zegeningen van het particu
lier initiatief en eigen offervaardigheid en die
bovendien in dezen tijid over bezuiniging op
elk gebied den mond vol hebben. Dit in aan
merking nemende, bevreemd hem de subsidie-
aanvraag ten zeerste.
Van de oprichting werd den volke kondt ge
daan met de woorden: hier heb je nu eens een
muziek zonder gemeente-steun! Hjj acht het
wel eigenaardig, dat men thans „Hosanna"
op gelijken voet wil behandelen als de alge
meene muziekvereeniging, niettegenstaande de
bezuiniging, als het zichzelf kan bedruipen.
Hij zou niet zoover willen gaan, om aan ,,Ho-
sanna" willen geven. Hij zou degenen die
400 willen beschikbaar stellen, ..Concordia"
de 300 willen laten houden en f 100 aan „Ho-
sanan" willen geven. Hij zou degenen die
anderen steeds uitmaken voor „staatsruif-
trekkers" den last van hun eigen beginsel
laten ondervinden.
De heer DE RUIJTER juicht in de eerste
plaats de gelijkstelling der gezelschappen toe.
Eigenlijk staat hij op het standpunt, dat
degene die muziek wil maken of beoefenen,
dat als het kan zelf moet betalen. Aangezien
men nu echter hier geen muziekgezelschap
kan missen en de raad ook voor volksverede-
ling iets moet gevoelen, terwjjl de gezelschap-