S.D.A.P. niet veel voor, om dat ik vrees, dat. daartoe strekkende voorstellen steeds zullen worden verworpen met 5 tegen 7 stemmen. Men heeft in dat opzicht de neuzen reeds geteld, verschillende stemmingen in den nieu- wen raad hebben in dat opzicht reeds leering verstrekt, en ik verwacht niet, dat de heeren die thans de teugels in handen hebben in deze een tegemoetkomende ho-uding zullen be- trachten. 'De samenstelling van het college van Bur gemeester en Wethouders is al zeer zonderling geschied. Dat de heer Dieleman, die aaders nogal eens voor de belangen der arbeiders opkwam liever op den uiterst reactionnairen heer Van de Bilt stemde, dan op een meer democratisch lid dezer vergadering, dat hij aldus bij de oer-conservatieven verzeilde, zegt reeds meer dan genoeg. Wij hadden verwacht, dat de heer Dieleman de thans geboden kans zou hebben benut om een democratisch candidaat in het college te helpen brengen. Nu hij zich echter aan de andere zijde geschaard heeft, staan wij hier met 5 tegen 7, voor de wijze waarop de be langen der gemeente zullen worden bestuurd. Voor den heer Dieleman, die naar het schijnt in verband met de wethoudersverkiezing ook nog een persoonlijke belofte heeft gedaan, was er volgens my in het belang der arbeiders- bevolking, die zoo zwaar onder de crisis moet lijden, ten deze wel wat te doen geweest. Van een democratische politiek zal er nu wel geen sprake kunnen zijn, en het zal moeilijik zijn, het college in die richting aan te sporen, en ik ben overtuigd, dat onze stem in dat opzicht voorloopig wel niets anders zal blijven dan toen eens roependen in de woestyn. Het was anders te verwaehten, dat de be langen der arbeidende klasse wel eenige vor- dering zou gemaakt hebben, want toen de verkiezingen in het zicht waren, heeft men van verschillende partijen gepropageerd, dat de belangen der arbeidersklasse bij hen veilig was. Men heeft daarover z66 gezwamd, dat men moest aannemen, dat die belangen bij alle partijen ook inderdaad veilig waren, en er ▼oor de kiezers geen behoefte was over te loop en naar de democratische party. Wat heb ben we echter gezien? Dat juist zy die het meest den mond vol hebben over het getrouw blijven aan het beginsel en aan de partij, zelf aan de arbeiders leeren uit de partiji te loopen als het hen niet meer bevalt. De heer Van de Bilt verliet de Roomsch-Katholieke Staats- partij, toen hij bemerkte dat het bij de arbei ders zijner partij meenens werd. Ik hoop dat de arbeiders in dit voorbeeld een les zullen Men, dat de heeren, zoodra in die party geen troef meer kan zijn, er uittrekken, en dat het voor de Christelyke arbeiders niet noodig is dat ze, alleen terwille van het geloof, op de eandidaten dier partij moeten stemmen, en dat ze kunnen stemmen op die eandidaten waarvan ze verwaehten kunnen, dat deze zul len zorgen voor een behoorlijike behartiging hfunner belangen. Ik zal niet uiteenrafelen de wijze waarop door de verschillende partijen strijd is ge- voerd en de manier waarop de eandidaten naar voren zijn getreden. Ik wys er echter op, dat tal van liberale kiezers het oorbaar hebben geacht hunne stem uit te brengen, op de lijst-'t Gilde, hetgeen ook beteekent een toch verklaren tegen de reactie. En teekenend is het ook, dat de heer Van Bendegem hier alleen zich als vertegenwoordiger der Chr.- Historische partij, die vroeger twee afgevaar- digden had. Het gaat deze reactionnaire partij dus ook niet voor den wind, al betuigt hy, dat zijn hart warm voor de arbeiders klopt. Zou onder hunne kiezers ook een meer democratische opvatting komen en zijn deze, omdat de eandidaten hun niet bevredigen •ok naar een democratische richting gedrost? Hit de handelingen van den heer Van Ben degem blijjkt nog niet, dat hij democratisch voelt. Of meent hij misschien maar alleen het bezittend deel zijner partij te vertegen- woordigen? Dan heeft hy gelijk, doch dan aullen ook de tot die partij behoorende arbei ders zich een volgende maal niet meer onder dat hoedje laten vangen. Voor ons S.D.A.P.-ers zijn die voorbeelden miet anders dan aamgenaam. Zy bewijzen de juistheid onzer stelling, dat godsdienst buiten de politiek kan gehouden worden; de heer Van de Bilt heeft dit ook bewezen. De godsdienst stelt zich niet tegen eenige maatschappeiyke orde, zeker niet tegen de democratische; het is dus onjuist dat de lei- dende personen bij- de christelijke partijen daardoor hunne menschen kunnen binden. Men maakt daarvan misbruik. Waarom zou het niet hier kunnen als in Engeland, waar menschen van verschillende godsdienstige •vertuiging te vinden zyn zoowel onder de arbeidersparty als onder de conservatieven Daar hoort men over een vastkoppeling van godsdienst voor de aanhangers eener politieke partij niet spreken. En in Belgie worden de kiezers dan in dat opzicht ook vrijgelaten. De arbeiders behooren het bewustzyn te krygen dat zy, los van hun geloof, naar eer en geweten kunnen stemmen op de eandida ten die zy 't meest geschikt achten. Het voorbeeld van den heer Van de Bilt kan naar ik hoop, zoowel voor de Katholieke als voor de Protestansch christeiyke kiezers leerzaam ztjn. De groep-'t Gilde is hier met 3 personen vertegenwoordigd. Geleerd door de ervaring geeft moed, dat deze groep in het byzonder de belangen der arbeidende klasse, en die der minst-bedeelden zal behartigen en ik daarin medestanders zal mogen aantreffen. Wy doen niets liever, dan het kweeken van politieke vrienden, al staan ze principieel nog niet aan •nze zyde. Het gaat er om, de arbeiders- toelangen te verdedigen tegenover Burgemees ter en Wethouders en de meerderheid van den zaad. Indien ik dus de situatie overzie, ben ik wel met eenige zorg vervuld voor de belangen van de arbeidende klasse. De gemeentebegroo- ttng is natuuriyk opgemaakt door het oude •ollege van Burgemeester en Wethouders en tot stand gekomen onder den druk der ver- kiezingen en den stygenden invloed der ar beidersklasse. De eenige post die op de vorige begrooting ten behoeve der arbeiders voor- kwam, was die voor steunuitkeeringen en die vind ik nu verruimd terug. Natuuriyk, men heeft er nogal mee geschermd, dat Bur gemeester en Wethouders trachten het leven van de werkloozen zoo dragelijk mogeiyk te maken, en nu ging het dus niet om een meuwe begrooting te maken, waarbij de oude draad zou worden toegetrokken. Zoo direct *a de verkiezing konden ook niet alle gedane beloften met voeten worden getreden. Maar met die zorg voor de werkloozen houdt dan *es °P- °m gelden te voteeren voor andere doelemden, die minder spreken, daar- -n. Bu1rgemeester en Wethouders tolijkbaar met gedacht. Ik ben daarom, gezien de samenstelling van den raad, overtuigd, dat het moeilijk zal zyn hier nog lets voor de arbeidersklasse ge daan te krijgen, en ik heb gemeend, dit even m het licht te moeten stellen. De heer 't GILDE: Mijnheer de Voorzitter. Als voorstander van het houden van alge meene beschouwingen bij de jaarlijksche be- handelmg der begrooting en zelf persoonlijk nu 8 jaren geleden die gewoonte hier inge- voerd hebbende, heb ik om bijzondere redenen gemeend ditmaal het initiatief daartoe niet te moeten nemen. Een verheugend feit noem ik het intusschen, dat behalve ik, thans ook een ander of - naar ik hoop meerderen zich ook eens uiten in algemeenen zin over het beleid dat naar de begrooting zich laat aanzien gevoerd zal worden en daar hun goed- of afkeuring over uitspreken. Men heeft zich tot dusver op dit gebied hier zeer zelden van andere zyde by de be grooting rond uitgesproken. In den regel ging men nergens op in en de leiding gevende col lege's zwegen in alle toonaarden als ik wat naar voren bracht. Of wij in dit opzicht zijn vooruitgegaan, zal de naaste toekomst ons nu aanstonds openbaren. En, wanneer men ook nu weer volhardt in een Sto'icijmsch zwijgen, dan zullen wy deze zwijgkunst gevoegelijk ter beoordeeling over- laten aan de denkenden, hoorenden en lezen- den buiten deze vergadering. Het doet mij een groot genoegen dat ik voortaan kan optreden als woordvoerder van de op 6en na sterkste fractie in den raad. Wij willen er naar streven vooral in deze donkere tijden voor zooveel wy kunnen samen- werking zoeken en te verleenen bij andere elementen in deze vergadering aan "wie het hoogste gezag in onze gemeente is opgedra- gen. Al hebben wij geen bepaalde kiesvereeni- ging achter ons op dit moment en al hebben wij ook geen gemeenteprogram om ons naar te richten dat neemt niet weg, dat wij de zaken die aan de orde komen niet aan een gezond en nuchter oordeel zouden kunnen onderwerpen. Wij meenen zelfs nog beter dan indien wij gebonden waren aan een party met een vaak te eenzydig program. Zooals gebruikelijk wil ik het even hebben over de jongste raadsverkiezingen welke zulke verrassende resultaten had als nog wel nim- mer een raadsverkiezing in Axel. Optimis- tische verwachtingen werden beschaamd of overtroffen, maar eigenlijk was er maar 6€n groep voor wie de verkiezingen een ware triomf waren, n.l. die van ons. Wij zullen ons door dezen triomf evenwel niet van ons stuk laten brengen en hopen het hoofd koel te houden. Kiezersgunst is als menschen- gunst in het algemeen, soms van korten duur. Wy voelen ons gemaand daardoor tot de grootst mogelyke omzichtigheid. Niemand weet, wat uit den bajerd van het heden zal te voorschrjn komen. Wij/ vertrouwen, dat dus hoopvol aan den schoot der toekomst toe en vragen slechts ons niet al te scherp te oor- deelen, ook omdat wy zelve in ons oordeel ons veel hopen te matigen, wanneer parlemen- taire onbedrevenheid of andere omstandig- heden ons parten spelen. Onze groep zal gedachtig aan het haar zocj ruimschoots geschonken vertrouwen door kiezers van allerlei mogelyke pluimage haar eigen zelfstandigheid hier bewaren en zich niet laten verleiden tot experimenteele eischen die het gemeentebelang slechts zelden van dienst zijn. Onze grieven en bezwaren zullen wy echter onverbloemd uiten en voor krachtige opposi- tie zullen wij desnoods niet terugschrikken. Wij hopen en vertrouwen echter dat men onzerzijdsch zal willen aannemen, dat bij ons de emstigen wil aanwezig is om op recht- vaardige wijze de gemeentebelangen te dienen en helpen dienen en recht en gerechtigheid toe te passen. Niemand zal ontkennen, dat het deelnemen van onze groep aan de verkiezingen van groo- ten invloed is geweest op het stemmencyfer der verschillende partijen. Zelfs het meest gedisciplineerde anti-revolutionaire kiezers- corps ontkwam niet aan den invloed! De liberale partij werd er door gedecimeerd en van een sterke groep van 3 gedegradeerd tot een partij van 66nling, zoodat zelfs aan dezen eenling den lust ontbrak, achter de groene tafel plaats te nemen, zulks tot heftige verontwaardiging en ontstemming by degenen die him stem aan deze lijst gaven. T.o.v. de Vrrjheidsbond kan men zelfs thans geen vergelyking maken met de laatst over- geblevene der Mohikanen. Ook de Roomsch-Katholieke en de Chr.- Hist. Party verloren elk een zetel, en hebben waar bij deze verkiezingen 4 zetels zyn ver- overd door de z.g. „vrye" lijsten deze verkie zingen op overduidelijke wijze gedemonstreerd dat men vooral t.o.v. de ,,gemeentepolitiek" hoe langer hoe meer wars wordt van partij- zucht en partijgekonkel, van „party-politiek" in den kwaden zin des woords! Niet alleen worden gemeentebelangen daar aan opgeofferd, zij worden er zelfs aan dienst- baar gemaakt! Het is daarom dat ook in Axel de kiezers in hun gemoed te rade gin- gen wie naar hun inzicht oog hadden voor de werkelijke algemeene belangen! Wy mogen daarbij wel eens herinneren aan den strijd tegen de Zeeuwsch-Vlaamsche Waterleiding die wij nog steeds bereid zyn met vemieuwde kracht en gesteund door een steeds sterker wordenden storm van verzet daartegen, te voeren. Wy zullen ons hier slechts by groote uit- zondering over de politieke verhoudingen uitlaten, omdat dit als niet-politieke groep niet in onze lyn ligt, maar bij deze gelegen- heid willen wij toch de zeer merkwaardig ver- loopen wethoudersverkiezingen bespreken. Ik zal daarbij niet meer spreken van partijen maar de fractie's bij den naam van hun leider noem en. Als verwondering barend en zelfs buiten onzen kring ergemis veroorzakend feit wer den de onderhandelingen over de bezetting der wethouderszetels, als men tenminste van onderhandelingen spreken mag weer op een zeer eigenaardige manier gevoerd door de leiding gevende grootste) fractie Oggel. Deze fractie heeft daardoor een ongunstige historische reputatie hoog gehouden omdat thans reeds ten vierden male by wethouders verkiezingen blyk werd gegeven dat men niets bleek te gevoelen voor de geestesgesteldheid en gemoedsgeaardheid der Axelsche kiezers, doordat men hun uitspraak gewoonlyk heeft genegeerd! Genegeerd, zooals de fraetie- Oggel dit nog altijd heeft gedaan en zooals dat slechts in Axel kan bestaan en usance is geworden! Nu moeten de heeren niet denken, dat ik tuk was op het baantje van wethouder, of dat ik boos ben op de heeren omdat de heer Van de Bilt op den zetel zit die niet hem maar mij zou zyn toegekomen indien hier reeele en ge- zonde rechtsopvattingen zouden bestaan. Ik spreek niet voor mijzelf, maar voor het ge- krenkte rechtsgevoel in Axel dat daar moet aanzien, dat iemand die niet door het volk en zyn eigen kiezers wordt gewild hetgeen blykt uit het feit, dat hy met een zetel met slechts ruim 6 der uitgebrachte stemmen werd gekozen en zitting nam in het College. Ik zelf heb er nooit ddn voet voor verzet om wethouder te worden. Het was de fractie-Oggel, die voor de zoo- veelste maal haar bruten machtswellust en invloed onder de andere partyen, die aan haar leiband verkiezen te loopen, welke het begin sel van evenredige vertegenwoordiging heeft verkracht en teniet gedaan. Voor de vierde maal is zulks gebeurd in een spanne van 12 jaren tijds. Wy zullen bij volgende gelegen- heden aan de hand van de geschiedenis er steeds opnieuw op kunnen wij/zen, dat slechts door de fractie-Oggel dat slechts in Axel, op dergelijke absurde wijze wordt gehandeld! Overal elders behalve in Axel -polst men de grootste fractie's, ook al staat men soms ver van elkaar, Anti-revolutionairen stemmen toch zonder het minste gewetens- bezwaar ook op revolutionaire wethouders, zooals zij immers de „socialisten" toch noe- men! Maar hier in de fractie-Oggel heerschen andere opvattingen! Welke moeten wij eigen lijk gissen, maar in elk geval buitengewoon eigenaardige. Ik zal dit met een kort staatje aantoonen en daaruit blykt dat dit geval in de fractie-Oggel een traditioneele herhaling is! Hier in Axel het unicum op dit gebied kunnen wij wijzen op een merkwaardige historische afwijking van rechts en realiteits- opvattingen inzonderheid in de fractie-Oggel. In 1919 passeerde de fractie-Oggel tegen de algemeen gangbare opvattingen op poli tiek gebied in, zonder een boe of een ba de tweede sterkste en toen „liberale" raadsfrac- tie en werd een R. K. wethouder! In 1923 passeerde de fractie-Oggel eveneens -tegen meergenoemde misschien niet altijd juiste opvattingen in, opnieuw de toen- maals tweede sterkste fractie, destyds de „Vrijheidsbond" en toen benoemde men een Chr.-Hist. wethouder. In 1927 herhaalde zich dit ten derden male en werd dezelfde tweede sterkste „liberale" partij weer niet eens gepolst ondanks haar meer dan 600 stemmen, maar was het aan een samenloop van toevallige omstandigheden te wijten, dat tenslotte een ,,liberaal" tot wethouder werd gekozen. En natuurlijk het zou een verstoring van de historische, de traditioneel door de fractie- Oggel bewandelden weg zijn geworden, indien men na 3 maal een .politieke" en „parlem.en- taire" fout te hebben gemaakt, ten 4den male niet opnieuw zou heben gezondigd en afge- wezen ware van de schijnbaar „specifiek" Axelsche anti-revolutionaire, taktiek al werd deze nu ook maar toegepast op de fractie- t Gilde. Het is waarlijk een felicitatie waard aan het adres der fractie-Oggel, dat zy het stel- sel van „verdeel en heersch" met zulk een succes zoo talrijke malen heeft toegepast. Men zal mij waarschijnlijk tegemoet voeren dat wij! drieen geen „politieke" partij achter ons hebben en dan antwoorden wij zeer juist! Maar, hetzelfde geldt toch ook voor den heer Van de Bilt, die toch eveneens geen politieke party meer achter zich heeft en die is ge kozen door kiezers van diverse pluimage. Dat argument snijdt dus geen hout! Maar, zoo verwacht ik dat men zeggen zal, wij konden geen overeenstemming be- reiken en omdat er slechts 6en element in de anti-revolutionaire fractie was, die ditmaal o wending van het lot en wonderlijke her haling van de traditie! op aanblijven van den heer Kruijsse als wethouder gesteld bleek en deze inmiddels niet meer beschikbaar was; wy stonden voor een moeilyke en door een samenloop van omstandigheden zeer eigen- J aardige keuswij namen van twee kwaden de besteof zooals ook door enkelen ge- zegd wordt: de meest geschiktein casu de heer Van de Bilt! Bij 66n element in de fractie-Oggel leefde evenals dit in 1927 het geval was sterk de opvatting dat men toch met de uitspraak der kiezers moest rekenen en dat het College in zijn samenstelling een weerspiegeling diende te zijn van de samenstelling van den gemeen- teraad. ,,De Zeeuw" van Zaterdag 27 Juni schreef citeerende uit het bekende Anti-Rev. tijd- schrift „A.-R." Staatkunde": „De wethouders zyn de ,,gedeputeerden" van den raad voor het, in smenwerking met den Burgemeester, afdoen van aangelegen- heden, die de raad zelf niet behandelen kan. De raad benoemt ze niet alleen, doch is even- zeer bevoegd om dit deel van hun wettelijke taak te beperken door b.v. de voorbereiding van zijn besluiten aan bepaalde commissies toe te vertrouwen. Er is dus alles voor te zeggen de wethou derszetels zooveel mogelijk onder de belang- rijkste raadsgroepen te verdeelen, waarbij ook met de politieke opvattingen van den Burge meester rekening kan worden gehouden. Niet het belang eener partij, doch Het al gemeen welzijn der gemeente moet by de wet houdersverkiezing den doorsiag geven. En dit welzijn vraagt een bestuurskrachtig college, dat ook al voldoet het niet aan den eisch van politieke homogeniteit toch anderzijds niet door al te scherpe tegenstellingen wordt verdeeld en een zoo groot mogelyke eenheid van gedragslyn ten aanzien van de aan de orde zijnde zaken waarborgt. Zoo heb ik tal van andere uitlatingen in de pers. Het was my van den heer F. Dieleman be- kend, dat hij tot Zaterdag 29 Aug. j.l. deze opvatting onderschreef, waarom.wy ons ver- zekerd voelden van zijn stem, die wij, ook om andere vroegere uitlatingen als de onze be- schouwden. En waar zelfs het Gemeenteraads<;ollege der A. R. Partij toestemmend beantwoordde de vraag of het principieel toelaatbaar zou kunnen zijn een Sociaal-Democraat als wet houder te kiezen dan zyn er in dit geval zeker wel geen principieele bezwaren aan te voeren. Het zou zeer vermakelijk zijn als wy uit den mond van den heer Dieleman nu eens mochten vememen, wat de oorzaak was dat hy zyn maandenlang in de fractie Oggel in- genomen standpunt op Maandagavond 31 Aug., dus eenige uren voor de wethoudersver kiezing heeft verloochend of onder welke pres- sie dit is gebeurd. Intusschen hopen wy voor de gemeente Axel, dat dit College dat tegen den geest der Axelsche bevolking in is geconstelleerd, ons nog lets goeds zal brengen. Ook al herinnert het ons aan een soort „monsterverbond". Wy hopen het in de eerste plaats voor de gemeente Axel en wy zien met spanning uit naar de lyn die de heer Van de Bilt als wild raadslid ons zal uitstippelen. Ik zou liever niet spreken over het optre den van de als zeer democratisch bekend staande „arbeidersvertegenwoordiger", zooals hy zich zelf wel eens heeft aangediend in de madszaal, en zooals hij zich door de kiezers gaame hoort noemen. Indien deze „kleur" en „waschechte" de- mocraat werkelijk ooit recht en aanspraak op dezen naam heeft mogen maken ik zelf was daarvan als het ware overtuigd tot op den lsten September j.l. dan is sedert dien en ook na dien tijd wel genoegzaam gebleken dat de heer Dieleman zijn „oude plunje" aan den kapstok heeft gehangen en beginnen nu al vele anti-revolutionaire arbeiders tot in- keer te komen. Men kan nu eenmaal niet ten eeuwigen dage blijven hinken op tweeerlei ge- dachten en Gode en den Mammon dienen gaat niet! Bij deze wethoudersbenoetming was het voor mij niet om den wethouderszetel maar omdat ik tegenover den heer Dieleman altijd bijzonder waardeerend stond, een wreede ont- goocheling in hem te moeten zien een valschen vriend, een man wiens dubbelhartigheid na tuurlijk bekroond is met ongestadigheid in zyn werken. Ik weet wel, wat Dieleman hier tegen zal inbrengen, maar ik verwacht dat hy zwijgen zal en zoo hy my tot een antwoord dwingt en alleen in dit geval zal ik hem nog nader van antwoord dienen. De wegen van ons liepen nooit precies pa rallel, mijnheer Dieleman, ik weet niet, hoe vaak U nog naast mij zal staan, betrekkelijk laat my dit ook steenkoud maar uw hou- ding tegenover mij zal ik op gevaar van in- breukmaking op parlementaire zeden en ge- woonten niet kwalificeeren. Ik stap dus hiermede af van den heer Dieleman, maar nog niet van de wethouders- benoeming. Wij hebben hier te doen met een college dat op zeer toevallige wijze in deze constellatie is gekozen. Dit college heeft strikt genomen niet het vertrouwen van den raad! Wat hebben wij nu aan dit college? Is er een program, waarop samenwerking werd verkregen? Welke beloften hebben de fractie Oggel en de heer Van de Bilt aan elkaar afgelegd. Is het teveel gevraagd, waar toch overal elders het program waarop samenwerking werd verkregen openbaar wordt gemaakt en ter kennis komt van de kiezers, dat dit ook hier gebeurd? Of zijn de heeren ook in dit opzicht hier in Axel imiek? En z>al men opnieuw en voor de derde maal de heer Van de Bilt gebruiken tot het aan banden leggen van aloude en ge- paste volksvrijheid Wij zullen telkenmale als daar eenige symp- tonen van aanwijsbaar zijn met nadruk daar- op de aandacht vestigen en dit aan het oor deel der kiezers onderwerpen. Ik verwacht hierop geen antwoord, want de heeren worden tot zwijgen gedwongen, maar zou toch gaame zien, dat meerderen zich over de samenstelling van het college uit- spraken. Indien dit gebeurt en ik zou niet weten waarom zij him buiten den raad uitge sproken meening als eerlijke mannen niet even frank hier aan de groene tafel zouden uitspreken, dan is de mogelijkheid niet uitge- sJoten dat een antwoord komt. En of, zooals men reeds heeft gefluisterd, de heer Van de Bilt waarlijk zijn medewerking heeft toege- zegd t. o. v. inperking van bestaande volks- vrijheden van publieke vermakelykheden. Dat moet geen geheim blyven dat tusschen de muren van de konsistoriekamer in de Kerkdreef blyft. Voor degenen die in dit college een bezuini- gingscollege hebben begroet is, gezien de be grooting nu wel een illusie vervlogen. Ik geef toe, dat het gemakkelyker is over bezuiniging te spreken, dan daartoe over te gaan. Ik wil Burgemeester en Wethouders daarover niet al te lastig vallen. Ik gevoel de groote moeilijkheid en weet dat wy aan aller lei wettelijke banden en bepalingen zijn vast- gelegd. Maar zoo vraag ik de heeren af, waaruit blijkt nu eens dat wij hier hebben een werk- college, dat niet maar zonder meer in het kielzog van al de vorige oud-liberale college's voortsjokt. Een college dat niet ,maar klakkeloos de cijfers ovemeemt uit oude gemeenterekenin- gen en voorgaande begrootingen zonder meer is voor mij niets, dan de getrouwe copie van de 3 voorgaande en ik zeg het nog eens „oud-Iiberale" college's. Temeer ontstaat deze indruk ten aanzien van de kwestie van den op 1 Jan. a.s. boventallig wordende onder- wyzer aan de openbare lagere school en de vermindering van subsidie per kind dat ge maakt van „frobel-onderwijs". Van d6n der leden van het college is mij bekend en ook andere leden weten dit, dat hij de bewaarscholen „kinderbewaarplaatsen" noemt. Het is merkwaardig dat e6n der eerste daden van het college waar hij, zijn intrede indeed is en intrekking van i/3 der subsidie voor de kinderbewaarplaatsen. Dat was wel te verwaehten! Onze fractie is sterk voor de bezuiniging op verschillend gebied maar wy zeggen: Han den af van het Onderwys". Het volkskind heeft noodig goed en degelijk onderwijs. Het arbeiderskind moet het met lager onderwijs doen en daarom is het vooral in deze tijden een dringende urgentie dit onderwijs tot het hoogst mogelijke peil op te voeren. Het is daarom, dat wij ons verzetten tegen het ont- slaan van een boventallig wordende onder- wijzer omdat wy op de openbare school een leerling of 5, 6 onder het vereischte getal blyiven. Voor het overige vormt deze begrooting een getrouwe copie op kleine uitzonderin- gen na van de vorige en zullen wij bij de behandeling van ons voor of tegen doen blijken. Een merkwaardig slot der begrooting is de post onvoorziene uitgaven, waaruit blijkt, dat men een gedeelte der werklooae: arbeiders naar het Armbestuur wil verwijzen. Ik roep het college toe wees toch voorzichtig daar- mee. Wilt gij de menschen naar den afgrond voeren in moreelen zin, dan moet ge ze naar het Armbestuur zenden, dan worden het on- verschillige elementen in de maatschappy dan verwoest ge de resten van him reeds zooveel oneer aangebrachte schaamtegevoel. Dan stuurt ge aan op verzet en commu- nisme. Onze groep staat de arbeidersbelangen die zij als een belang der gansche gemeenschap beschouwt, voor. Zy staat evenzeer voor de belangen van de andere burgers inzonderheid de kleine middenstand, tot zelfs die van den landbouw die toch 66n der hoofdbronnen van bestaan uitmaakt hoe. Dit zal dan eens naar deze, dan naar gene zijde aanleiding zyn tot wry/ving van gedach- ten. Mogeiyk zelfs zullen er wel eens scherpe tegenstellingen zyn, doch onze fractie stelt voorop, dat zij de algemeene belangen wil dienen en op den voorgrond zal plaatsen. Wy streven naar een koopkrachtige arbeiders- bevolking, opdat de middenstand welvarend zou kunnen zyn en wij achten het daartoe noodig dat er goede economische toestanden in alle soorten van bedryf moeten heerschen. Dit achten wy noodig voor gezonde verhou dingen op maatschappelyk terrein. J.l. Dinsdagavond had ik het genoegen een radio-rede te beluisteren van Mr. Josephus Jitta, ik weet niet of het een vooraanstaande is in de Haagsche Vryiz. Dem. of Vrijheids- bondsche raadsfractie, over de huidige crisis en wat daarmee in verband staat voor de Radio-Volks-Universiteit en de slotsom van zyn betoog was: een momepteel noodzakelyk, geboden versobering. Ook in de gem. huis- houding versoberen, maar niet op kunst en sociale uitgaven. Mr. Josephus Jitta zou wil len gaan in de richting van een soort conjunc- tuurbelasting zoowel voor ryks- als gemeente- ambtenaren, want zei hij: het zou toch te gek zijn om zijn verontwaardiging te toonen in ambtenaarskringen, men moest eigenlyk en ik bedoel hier dan de ambtenaren met de hooge salarissen mede, omdat de andere in onze gemeente niet onredelijk hoog zyn —men moest eigenlijk buitengewoon dankbaar zijn dat de verlagingen maar 5 bedragen waar de prijzen veel meer dan 5 zyn gedaald. Naar het woord van Woutertje Pieterse van Multatuli verwees hij in zijn doorwrocht betoog ons naar ons „naastbij liggende plichtje". 66 Dat waren woorden die my uit het hart waren gegrepen en die gelden n.l. in deze dagen ook voor ons als gemeentebestuurders. In dezen heb ik geen positief aanwysbare gegevens uit de begrooting van Burgemees ter en Wethouders kunnen opdiepen hoe zy daar tegenoverstaan. De heer DIELEMAN wenscht in de aller- eerste plaats de vraag te stellen of de heer 't Gilde die hem van valschheid heeft be- schuldigd, die woorden wil terugtrekken. De VOORZITTER vraagt of de heer 't Gilde bereid is die woorden terug te nemen. De heer 't GILDE zegt zich te plaatsen op het standpunt door een der 12 apostelen eens ingenomen: hetgeen hij gezegd heeft blyft gezegd, hij trekt niets terug. De VOORZITTER tot den heer Dieleman: U hebt het gehoord. De heer DIELEMAN: Namens de A.-R. raadsfractie wenschen wij ditmaal van onze gewoonte af te wijken en ook by wijze van algemeene beschouwingen in het kort ons werkprogram in het midden der vergadering te deponeeren. Tot nog toe hebben wij zulks niet gedaan omdat wij van meening zijn, dat in een platte- lands gemeente als Axel, algemeene beschou wingen overbodig zijn, want, al houdt men nog zulke ellenlange redeneeringen en al doet men de schoonste beloften en al gaat men nog zoo hoog in zijn eischen, de nuchtere werkelijkheid is deze, dat daardoor niemand zijn standpunt wij/zigt en dat als regel geldt, dat de begrooting niet noemenswaardig ge- wijzigd wordt, omdat de aanzienlijkste posten ons van bovenaf worden opgedrongen en we betrekkelijk alleen over de kleinere posten te beschikken hebben. Aan bezuiniging van beteekenis valt dan ook bijna niet te denken zoolang wij in onze provincie een Gedeputeerd College hebben dat op de hooge salarissen niet bezuinigen wil en zoolang wy in ons goede vaderland een regeering bezitten die niet bezuinigen durft vanwege de geweldige actie in de amb- tenaarswereld. Zouden we dus gaan bezuinigen dan zou dat alleen op de salarissen van de lagere amb tenaren zijn en daarvoor is de anti-revolution- naire raadsfractie niet te vinden. Zy wil alleen van boven af beginnen, om dat dat groepen zijn die in deze benarde tijden het best een veertje kunnen laten vallen, zan der in hun levensonderhoud te worden te kort gedaan. Het VE^lt ons dan ook geducht tegen, dat, daar wy weten dat van het college van Bur gemeester en Wethouders alhier, een schry- ven is gericht tot het college van Gedeputeer- de Staten van Zeeland, met de vraag of nog niet kan worden overgegaan tot verlaging van de hooge salarissen der ambtenaren, het antwoord was, dat nog geen termen aan wezig geacht werden hiertoe over te gaan. Het college van Gedeputeerde Staten speelt daarmee momenteel een zeer gevaarlijk spel, daar de ontevredenheid onder de verschillende lagen der burgery steeds hand over hand toe- neemt, omdat thans de eene burger moet wer ken en slaven en steeds met groot verlies terwy'l vele hoog geplaatste ambtenaren a weelde baden. Als men toch bedenkt mijnheer de Voorzit ter, dat nog in de jaren 1912 en '13 heel het secretariepersoneel kon betaald worden met de som die thans 6£n ambtenaar ontvangt dan wordt het toch wel duidelijk, dat de tegenstelling die er thans bestaat onder de burgerij zoo demoraliseerend werkt, dat alle waardeering voor de ambtenaarswereld wordt gedoofd. Voorts wat de Zondagsheiliging en de Zon- dagsrust betreft mynheer de Voorzitter wenscht de anti-revolutionnaire raadsfractie het college te steunen wanneer zy in den geest van artikel 4 van ons gemeente-program handelende ambtenaren der gemeente zelfs in den ruimsten zin, alleen in uiterste noodzake- lijkheid Zondagsarbeid laat verrichten en dan met dien verstande, dat zooveel mogeiyk rekening wordt gehouden met de godsdiens tige gezindheid van den betrokken ambtenaar. Ook zag de anti-revolutionnaire raadsfractie zeer graag dat dit college dat uiterst rechts is, al haar invloed aanwendt by de betrokken autoriteiten, dat van uit onze gemeente geen erlra treinen of trammen worden ingelegd op Zondag ten einde een op Zondag geopende tentoonstelling te Breskens te gaan bezoeken. Wat betreft mijnheer de Voorzitter het on derwijs, kunnen wij het college steunen. to haar pogen om op het thans veel te dofe onderwys zoowel bewaarschool-onderwys als- ook het gewoon lager onderwijs en als het mogelijk is ook het H. B. S.-onderwijs te gaan bezuinigen wijl dit voor den belastingbetaler op den duur ondragelyke lasten worden. Ook wenschen wy mede te werken om een zoodanig bedrag te voteeren aan het burger- lrjk armbestuur, dat aan oude en behoeftige menschen in de gemeente een behoorlyk ge- zinsleven kan verzekerd worden. Terwyl den arbeid van het Groene Kruis en het Witte Kruis onze voile sympathie heeft. Reeds i«ng is ook gebleken mynheer de Voorzitter, 8a wij het college wenschen te steunen in haar poging tot verzachting der gevolgen der werkloosheid. Ook thans als straks in de* raad in behandeling komt de nieuwe steun- regeling voor werkloozen, welke reeds in de steunregeling-commissie is besproken, wen schen wij mede te arbeiden om deze nieunre regeling zooveel mogelijk in goede banen te leiden. Van ons, anti-revolutionnairen, sal echter niet kunnen verwacht worden, dat wy mede zullen werken om dezen toestand te be- stendigen welke de arbeiders verplicht twee- maal per dag te komen prikken, welke roor de arbeiders niets anders is dan een vemede- ring, een kwelling die zij alleen aan hare link- sche beschermers uit dezen raad te dantoen hebben en waar ze nooit van af komen indie* de rechtsche raadsfractie hen niet uit d3t moeras helpt. Ook de werkverschaffing, mits zooveel mogeiyk productief en binnen de grenzen van het mogelyke, heeft onze voile sympathie, evenals de gelykstelling der beide muziekvereenigingen „Concordia" en „Hosan- na" wat betreft hun subsidie. Overigens wenschen wij/ in het algemeen d« belangen der gemeente en die der burgery te behartigen al kunnen ook wy slechts gebretk- king menschenwerk leveren (waaraan altyd fouten zullen kleven) dat alleen door opbou- wende critiek en door een goede samenwer king onderling in den gemeenteraad, ten zege* voor de gemeente kan zijn waarom wy het ook op hoogen prys stellen, mynheer de Voorzit ter, dat er in de gemeenteraad van Axel nog altijd een meerderheid gevonden is welke toch niet schamen zal om ook over den gemeen- telyken arbeid den zegen van den Allerhoogste in te roepen, daarmede uitsprekende dat ook een gemeentelijke overheid zich niet roeren of bewegen kan zonder Zijnen Goddelij/ken wil en dat Zijn naam zal erkend en gewezen worden op alle terreinen van het leven, niet alleen in de binnenkamer maar ook tot zelfs in de publieke vergaderzalen van stad en land, en eerst dan mynheer de Voorzitter hebben we den moed om met een groot staatsman, tegen over de revolutie te plaatsen het Evangelie. En nu, mijnheer de Voorzitter, nog een korte verdediging tegen de persoonlyke aan- vallen van den heer 't Gilde die m.i. in de eerste plaats niet passen in een algemeene beschouwing en in de tweede plaats het pres tige van den gemeenteraad ver naar beneden ha.alt. Het is dan ook niet myn bedoeling, mijnheer de Voorzitter, om den heer 't Gilde op de m.i. verkeerde weg te volgen en in deae vergadering een echermutseling te gaan taon-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 7