1 I 2 SS S S ~Wo het raadhuis te veere in gemeen teraad van AXEL. r?e;^h*^w^versc^t~h .sumleiding is om daarover buitengewoon teleurgestelil te zijn, omdat, wanneer deze most wordt aangenomen, onmiddellijk begon- nen moet worden met de onteigening van de eronden, noodig voor de verbetering van de haven te Ter Neuzen. Daarmede is, zooals de gamer bekend is, geruimen tijd gemoeid, zoodat het de vraag is, welk bedrag de water- staat dit jaar voor die verbetering van de haven van Ter Neuzen zou kunnen verwerken. Intusschen, ik ben volkomen overtuigd van het belang der materie en ik zal onmiddellijk opdracht geven om met de onteigening te be- ginnen. En wanneer het werk eenmaal aan- eevangen is, spreekt het vanzelf, dat het beter is voort te gaan dan het stil te leggen. Ik hoop dan ook, dat 's Lands financien zullen toeiaten, dat ongeveer in 1933 de groote wer ken gereed kimnen zijn. De beraadslaging wordt gesloten. Axtikel 91 wordt zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. RESTAURATIE. nj^aTiriag- had de Restauratiecommissie voor het in verval zijnde raadhuis te Veere de leden van het eere-comite en de vertegen- woordigers van de pers uitgenoodigd zich persoonlijk te overtuigen van den toestand van verval waarin het historisch gehouw ver- Op verzoek kwamen de genoodigden hijeen in een der zalen van de oude Abdij-gebouwen te Middelburg, waar de zetel van het provin- ciaal bestuur is gevestigd om tegenwoordig te zyn bij de uitreiking van den eersten bouw- penning aan den Commissaris der Konmgm in Zeeland, Jhr. Mr. J. W. Quarles van Ufford. Na een kort openingswoord van den Com missaris der Koningin gaf deze het woord aan den burgemeester van Veere, den beer Henri Dronkers, voorzitter der restauratie-commis- sie, die na een welkomstwoord ervan ge- waagde, hoe dringend noodzakelijk de restau- ratie van Veere's raadhuis is. Het is spreker dezer dagen gebleken, dat er zijn, die meenen, dat het als minder gepast kan worden be- schouwd, of ook wel, dat er moed toebehoort, in deze benarde tijden een beroep te doen op de offervaardigheid van het Nederlandsche volk. Spreker voert hiertegen aan, dat Veere in haar glorietijdperk, er ontegenzeggelyk toe bijgedragen heeft den Zeeuwschen naam te verbreiden en dat het destijds een 66rste plaats heeft bekleed onder de steden, waar- kan ons tegenwoordig Nederland zijn eerste aanzien heeft te danken. Binnen enkele dagen hoopte spreker voor den microfoon meer van Veere te vertellen. De gemeente Veere, heeft f 10.000 beschikbaar gesteld en kan met zwaarder worden belast, omdat zij pas voor noodzakelij'ke uitgaven 45.000 moest uit- sie opgericht en als eere-voorzitter daarvan is het spreker een voorrecht alien te mogen be- °-roeten en uit hun tegenwoordigheid op te maken, de belangstelling voor de restaurat'.e van een bouwwerk, waarvan het behoud voor Veere, voor de provincie en voor heel o.ns vaderland van zoo groat belang is te achten. .Spreker twijfelt er niet aan of het aan Veere te brengen bezoek zal alien van de dringende noodzakelijkheid van eene spoedige, volledige en grondige restauratie overtuigen. Na dank gebracht te hebben voor de aan- bieding van den eersten afslag in zilver van de zoo prachtig geslaagde bouwpenning, waarvoor aan den ontwerper, den heer H. J. Etienne, alle eer toekomt, eindigde spreker met de aanhaling der woorden ,,Huis en goed is eene erve van de vaderen". Die spreuk wiize aldus de Commissaris een leder onzer op zijn plicht. Aan die spreuk indach- tig zal het Nederlandsche Volk niet talmen om mede te werken tot het behoud van Veere's grootste bouwwerk. Na deze ook met applaus bezegelde toe- spraak, noodigde de Commissaris alien uit met de in de Abdij wachtende auto's en auto- bussen naar Veere te vertrekken. Te Veere aangekomen gold bet eerste be- zoek het „Raadhuis in de steigers", want zeer soliede steigers staan rond het geheele ge- bouw, waarvan de volledige restauratie zeker wel twee jaar zal duren. Op de steigers had- den de aanwezigen gelegenheid zich er van te overtuigen, dat van het verval geen woord te veel is gezegd. Emstige scheuren, afbrok- kelingen en andere bewijzen van het verme- lend werk van den tand des tijds waren er evenveel bewijzen van. Ook inwendig werd een kijikje genomen en daama nog een kort bezoek gebracht aan de interessante sche Huizen „Het Lammetje en „de Struys en de in die gebouwen tentoongestelde heden bewonderd. Op den Campveerschen toren werd de thee aangeboden en vond de heer Dr. Sitold S Smeding als ..publicity-manager" gelegenheid dank Te^ brengen voor den steun door nu toe van de pers ontvangen en op te wekken het giro-nummer van den penningmeester der commissie, den heer Th. Chr. D; Coopste Veere te vermelden. Dit nummer is 182289 Wij wekken gaame, leder die lets wilt bj dragen, veel of weinig, op dit te storten of te gireeren op genoemd nummer. geven en slechts ongeveer 930 zielen telt. De provincie Zeeland heeft ook f 10.000 uitgetrok- ken en ook de regeering verstrekt een belang- riike som, maar de zedelijke en geldelijke steun van het Nederlandsche volk is der regeering bij de restauratie onontbeerlyk. Spreker's vertrouwen en geloof in den kunst- zin van tallooze Nederlanders is te groot, dat bij het niet zou wagen een offer te vragen, ten einde Veere's aloude raadhuis voor verder verval, ja voor vemietiging te bewaren. Dit monument van bouwkunst uit vroeger eeuwen zal dan, in zijn eenvoudige en liefde- ■nke schoonheid in voile glorie herbouwd, met langer alleen als herinnering aan hetgeen Veere eertijds was, hlijven bestaan, maar t evens zal het dam een nationaal monument zijn van wet ons goede vaderland ook in zeer moeilijke tijden, ja tijdens een wereldcnsas heeft vermocht. Vervolgens zich tot den eere-voorzitter richtende zeide spreker, dat het alien bekend was, dat de Commissaris in alles wat de pro- •vincie hetreft belang stelt en de restauratie commissie is het erkentelijk voor den steun en medewerking en biedt hem daarom den eersten afslag in zilver van den Bouwpenning aan geslagen ter verkrijging van den ge- wenschten steun van het Nederlandsche volk. De penning draagt o.m. als opschnft: „Huis en goed is eene erve van de vaderen Moge het U aldus spreker g-egeven -worden met ons den dag te beleven, dat he. Vergadering van Dinsdag 5 November 1931, des voormiddags 10 uur. Voorzitter de heer F. Blok Burgemeester. Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, C. van de Bilt, A. P. de Ruijter, P. van Bende- gem, A. Hamelink, B. Seghers, J. de Feijter, F Dieleman, A. Th. 't Gilde, C. Hamelmk lz. de Feijter en L. P. Ortel6e, benevens de Secre- taris J. L. J. Maris. E6n vacature. De VOORZITTER opent de vergadering door het uitspreken van het gebedsformulier. Hij stelt aan de orde: 1. Notulen. i Burgemeester en Wethouders stellen voor, 5 de notulen der vergadering van 27 Augustus, 1 September en 29 September 1.1. vast te stel len zoQals deze in druk zijn verschenen. 2. Ingekomen stukken en mededeelingen. a Een schrijven van den Commissaris der Koningin in Zeeland, waarbij aan den Burge meester dezer gemeente verlof is verleend van 24 October tot en met 1 November 1931. Aangenomen voor kennisgeving. b. De raadsbesluiten d.d. 29 September 1931 tot verkoop van grond aan M. van Doe- selaar, Suz. den Deurwaarder en C. Swets, voorzien van het be wij s der goedkeunng door Gedeputeerde Staten. Aangenomen voor kennisgevmg. c Het raadsbesluit d.d. 29 September 1931 tot wiiziging der gemeentebegrootmg voor het dienstjaar 1931, voorzien van het hewijs der goedkeuring door Gedeputeerde Staten. Aangenomen voor kennisgevmg. d. Bericht van den Voorzitter van het Hoofdstembureau voor de verkiezing van leden van den gemeenteraad, dat van den A. Dekker Cz. binnen den daarvoor Evenwel zegt Ortel6e in de Raadsvergade- ring, dat ik onrecht deed met hem te bemid- delen, met voorbijgaan van anderen. Terwijl ik juist gedaan heb wat mijn plicht mij als correspondent van de arbeidsbemiddeling voorschrijft, nl. het devies volgen van de or- ganen der openbare Arbeidsbemiddeling, d.w.z. de rechte man op de rechte plaats bren gen en dan zoo gauw mogelijk. Ik acht mij dan ook met het geval-Ortelee volkomen ge- slaagd, want toen ik dien avond aan den Doelder vroeg ,,hoe is het gegaan kreeg ik ten antwoord: uitstekend. En dat zulks mee- nens was, is de daarop volgende week geble ken. Toen andere partijen aan de beurt waren, werd Ortel^e weer genomen. Wanneer Ortelde dan ook meent, dat ik on recht deed, is hij totaal abuis, hij onderschat dan zijn eigen kwaliteiten als werkman, maar tegelijk geeft hij blijk zijn beteekenis als raadslid te overschatten. Hij zegt immers, dat ik hem, omdat hij raadslid is, niet door de vingers moet zien en ook niet omdat hij in de Langestraat woont. Eerlijk gezegd toont zoo'n redeneering volkomen, dat den heer Ortelee een totaal verkeerde conclusie heeft getrokken uit hetgeen ik tegenover hem als werkloos arbelder als mijn plicht zag. De debatten in den gemeenteraad hebben aan het licht gebracht, dat men de taak van den cor respondent nog niet begrijpt. Daarom zal ik na hetgeen door den Voorzitter van den raad ter verdediging van het werk van den corres pondent is gezegd, daarop niet verder ingaan. Ortelee zegt, anderen hadden moeten voor- gaan, maar waarom heeft hij dan het werk aanvaard, dat naar zijn meening niet aan hem, maar aan zijn makkers toekwam Blijkt hier niet uit dat hij zichzelf aan een onrecht schul- dig maakte, door ondanks zijn overtuiging, dat het onrecht was, toch zelf te gaan, zon der er den correspondent opmerkzaam op te maken? Maar wanneer den heer OrtelSe even doordenkt, zal hij zelf wel verstaan, dat bemiddelen op het rijtje af niet kan. Hij zal toch niet willen adviseeren om, wanneer een schilder een knecht komt vragen, de corres pondent een chauffeur zou sturen, of wanneer een metselaar vroeg om een man, die stuca- deurswerk kan verrichten, hem iemand te geven, die gewoon was in een kolenmagazijn te werken. Of om alleen bij zijn persoon te blijven, ik kon toch moeilijk om aan de vraag van Den Doelder te voldoen, den metselaar Witte sturen, dat was immer zijn (Ortelde's) werk op dien dag? Ik zou ook volgens den heer Ortelee gezegd hebben, U kunt gaan, maar... zeg het tegen niemand. Aldus betrekt den heer Ortelje zicb in een konkelarij, die niet bestaan heeft. Ik had absoluut niets te verbergen, voor nie mand, ik deed niets anders dan mijn plicht als correspondent. En nu gelet op de welbe- spraaktheid van den heer Ortelee en zijn ver- rassing op dien morgen, gevoelde ik behoefte met het oog op mijn eigen werk ter plaatse, en de taak die aan Ortel<5e was opgedragen, om de conyersatie af te breken en te zeggen u behoeft verder niets meer te zeggen, ga nu maar gerust uw gang. Ik koos alleen maar een aachter vorm om hem tot vertrek aan te zuivere waarheid. Hij acht het een onrecht- matige handeling, dat hij, die zich het laatst had aangemeld, terstond werk werd aangewe- zen, terwijl er toch nog 15 anderen op de lijst stonden, die hij niet gevraagd had. Dat weer- legt de correspondent niet. Dat kan hij ook niet Hij zegt ook niets, van hetgeen door den heer C. Hamelink in het midden gebracht ^De heer C. HAMELINK merkt nog op, zooeven het verleden van den heer De Visser als correspondent te hebben bedoeld. De heer't GILDE vindt dit een eigenaardig slot, het is een berg die een muis gebaard heeft. Wat is er nu overgebleven van de posi- tieve klachten die de heer C. Hamelink in de vorige vergadering zijn genoemd? Indien die niet juist zijn, behoort de correspondent te worden gerehabiliteerd. Zijn die klachten echter wel onderzocht? De VOORZITTER merkt op, dat het thans alleen gaat over het rapport. De heer 't GILDE: Er was toch onder- zoek toegezegd De VOORZITTER: Die opvatung is met mist; ik heb den heer C. Hamelink gezegd: zend ze in en dan ben ik bereid de klachten te onderzoeken". Die kladhten zijn nog me ontvangen dus behoefden wij daarnaar nog geen onderzoek in te stellen. De heer DIELEMAN merkit op, dat het betoog van den heer Ortelee eenigszins naast het rapport gaat en verzoekt met het oog daarop voorlezing. Er worden dingen gezegd, i die er niet in staan. De heer VAN DE BILT zegt ook, dat den heer Ortelee er een verkeerden indruk van 2T66f t. De VOORZITTER leest het rapport voor. sporen. In hoeverre de heer Ortelee geslaagd is om aan te toonen onrechtmatige handelingen bij uw correspondent, moge uw geeerd college beoordeelen. Dat overigens bij zoo n uitge- breide werkloosheid de enkele uren die de cor respondent beschikbaar heeft, om het orgaan der arbeidsbemiddeling tot voile ontplooimg te brengen is van de zijde van Burgemeester en Wethouders duidelijk uitgesproken. Maar was het daarom noodig, dat bij de desbetref- fende discussie op zeer overdreven wijze dikke woorden als willekeur, onbillijk, niet naar recht, enz. enz. aan het adres van den corres pondent zonder eenige motiveering ge- bruikt werden? Die bet deden, konden toch weten, dat oor- deelen, eer men gehoord heeft, dwaasheid en schande is. De heer C. HAMELINK merkt op, dat, zooals de stof in dit rapport is verwerkt, men zou meenen, dat dit zou zijn een ant woord op de mededeelingen door den heer Ortelee in de vorige vergadering gedaan. Er blijkt echter uit, dat de correspondent heeft gemeend daarin ook een trap te moeten geven naar spreker, waar hij schrijft over dikke woorden als willekeur en dat zij die in den raad zoo'n groot woord voeren, moeten be- denken dat hooren zonder wederhoor schande De heer DIELEMAN had het reeds gelezen, en daarin niet gevonden dat de eerste man had geweigerd te werken voor 3, zooals Ortelee zeide, doch wel dat deze al werk had aangenomen. Door zoo'n gezegde zouden on- juiste meeningen over de werkloozen geves tigd worden. De heer 't GILDE vindt het eigenaardig dat er niets in het rapport staat over de vragen van den heer C. Hamelink, die in de pers zijn gepubliceerd, doch dat nu de heer Ortelee het mikpunt wordt. Hij vindt het onjuist, dat deze als een schooljongen wordt weggestuurd en er niets in staat van de vragen van den heer C. Hamelink. De VOORZITTER: Dat kan met! De heer "t GILDE krijgt den indruk dat De Visser niet vrij uit gaat. De heer OGGEL merkt op, dat hier een misverstand heerscht. Door den heer Ortelee is een feit genoemd en dat is onderzocht, doch door den heer C. Hamelink zijn geen feiten genoemd, die heeft in het algemeen gespro- ken en daarvan kon dus niets onderzocht worden. De heer 't GILDE: De heer C. Hamelink heeft een reeks van feiten genoemd. De VOORZITTER: Daarover kan thans met gesproken worden; indien men dat wenscht kan zulks straks gebeuren. De heer OGGEL wijst er op, dat de heer Ortel&e beweert, dat bem door den correspon dent ten onrechte werk zou zijn gegeven. In dien hij daarvan overtuigd was, had hij het niet moeten aannemen, en er op moeten wij- zen dat anderen behoorden voor te gaan. De heer ORTELEE antwoordt hierop, dat men toch wel snapt, dat, als iemand werk kan krijgen, hij dat niet afslaat. Hij, als w®r^" zoekende werklooze had daar niet den plicht den correspondent er op te wijzen dat hij met ,r, mi to lntpn s De heer A. HAMELINK wijst ook op het bezwaar bij slecht weer, bij regen of als er een dikke sneeuwlaag ligt. De VOORZITTER: Wij hebben aan den cor respondent geen lijstje gegeven omtreit de gevallen waarin hij van de regeling itug af- wijken, doch hem opgedragen de menscbn als dit noodig is ter willen te zijn. De heer t GILDE erkent, dat het vel een bezwaar is voor de menschen uit de <uiten- wijken, dat ze tweemaal per dag moeen ko- men stempelen, dat is een bezwaar da bij het vragen van den maatregel niet was oorzien en hij voelt dat goed aan, het kan oor die menschen zeer lastig en ook kosttar zijn Voor een goede controle-maatregel ihet ech ter zeer aan te bevelen. Hij heeft al ms over- wogen of het niet mogelijk zou ziji dat de menschen uit de buitenwijken zic.1 des na- middags ergens in hun buurt zoudi kunnen melden, b.v. bij een bestuurslid -ner vak- organisatie. Een andere kwestie hiermede i verband is de salariskwestie voor den coespondent Hij vindt het niet sympathiek, d daarvoor nu weer maar terstond per m«nd 12,50 meer moet worden betaald. Dat wdl op deze wijze een jaiarweddeverhooging V een amb- tenaar met 150 per jaar. Spker gevoelt daarvoor niets. De VOORZITTER noemt dat en onjuiste opvatting; het betreft een tijdeliji maatregel, als Burgemeester en Wethoitrs het niet meer noodig achen houdt het oj De heer OGGEL wenscht deszaak nader toe te lichten. Men moet wel in oog houden dat de correspondent diaarvoorO middagen per maand naar het bureau d Arbeidsbe middeling moet komen en eouur zitting houden. Dat komt dus op 40 at per Niemand zal kunnen zeggen, dadit te hoog is. Met het komen en gaan is j er zeker een paar uur mee kwijt. De heer ORTELEE merkt op, ct de mait- regel niet noodig zou geweest zij, als er3p de menschen kon vertrouwd woien, mhr hem zijn gevallen bekend, dat maschen tin werk onderbraken om te komei stempon als werklooze en die daarna weerterug na- hun werk gingen. Deze komen dai misschi- als er werklieden gevraagd word® nog ee der in aanmerking als menschen die al 8 i 14 dagen werk loopen zoeken. Hij meent, ae alleen zrj behooren te worden ingeschrevet die geen werk hebben. Als het anders was, dai had hij ook wel den geheelen zomer kunnen komen stempelen. Hij wenschte hieromtrent opheldering, of dat mag. De VOORZITTER: Wij verwachten dat ae menschen wanneer ze komen prikken ook in- derdaad werkloos zijn. De heer ORTELEE kan in deze nanaen noemen; er zijn er in Axel geen 20 die dit niet weten. De VOORZITTER: Licht u ons dan maar eens uitvoerig in. De heer C. HAMELINK betoogt, dat, als het o-evaar dat door den heer Ortelee is ge noemd bestaat, het dan ook noodzakelijk is, dat de menschen tweemaal per dag zich moe ten komen melden. Door niet overeenkomstig de bepalingen te handelen, wordt de werkmg der arbeidsbemiddeling verzwakt. Hij be grijpt niet, dat de heer Dieleman dit de vorige vergadering eenigszins verdedigde. De men schen moeten beter leeren begrijpen, wat (he voor hen beteekent. Hij is het er mode eens dat het voor de buitenmenschen inderdaao een bezwaar is, maar het zal toch wel noodig zijn den maatregel eenigen tijd te handhaven. J n4 wiim nr -rnll^TI juist handelde door hem bij anderen te laten J - de ':nenschen dan wat ruimer zullen vooreraan. Maar hier heeft hij gemeend op die j pnvattiner en geen voorgaan. Maar mer neeit u.j -e - i J' opvatting en geen werk hebben- fout te moeten wijzen. Hij houdt vol, dat de zullen aanmelden. In- correspondent hem niet bad moeten laten den zicn ais weiiM t haa moeten laten maatregel dus van tydelijken aard ifl L°n0rgfnTiend0CbleekmdaPtadeh17d X hem™- vindt spreker die goed. Wat die verhooging schreven menschen niet beschikbaar waren, aangezien die moesten voorgaan. De VOORZITTER: Ja, dat is uw meening raadhuis te Veere, dit erfstuk der vaderen, j. aldell termijn geen bericht is ingekomen wederom geheel zal zijn hersteld en e pe.-- aanneming zijner benoeming, zoodat hi) ning U, tot in lengte van dagen, een aange- h dt zijne benoeming met aan te I„«r, een tietp-eeu de restau- geaciiL vmu J Viealuit van 26 name herinnering zijn aan hetgeen de restau ratiecommissie onder uw eere-voorzitterschap heeft verricht. (Applaus.) De Oomissaris der Koningin wees er op, dat •reeds korten tijd na de ambtsaanvaarding, in 1929 van den burgemeester van Veere deze ziin 'voile aandacht heeft geschonken aan de dringend noodzakelijke restauratie van het raadhuis en met groote toewijding is hij sindsdien aan de voorbereiddng werkzaam 1 geweest. Nu met de uitvoering der werkzaam- beden een aanvang is gemaakt brengt spreker den burgemeester hulde voor de door hem betoonde activiteit en spreekt de hoop uit, dat het hem gegeven moge zijn binnen afzienbaren tijd in een overeenkomstig de ontworpen plan ner grondig hersteld raadhuis de taak van hoofd der gemeente te vervullen. Veere het oude Markiezaat der Oranjes oezit een stadhuis, dat een der schoonste en meest waardevolle monumenten in Zeeland vormt. Spreker deelt vervolgens enkele bij wnderheden daarover mede, waraan wij on ieenen dat wel is komen vast te staan, da reeds in 1470 met den bouw is begonnen en fiLiXhuis in 1477 vrijwel voltooid was. Sn"eester wordt in de niet genoemd. Een zekere meester Evert is mTsschien de voomaamste architect geweest ir 1473 komt hij in Veere „om t stedhuijs te LXordenen" Vanwaar hij kwam, is on- In een handschrift van den Bouw- meester Bommenee (1750) komt voor, dat de Xlden in het stadhuijs verguld zijn geweest doch thans schijnen evenwel geen sP£reQ V^ dit verhnlsel meer over te zijn. De toren nemen, en dat door hem hij besluit van 26 September U. in diens plaats is benoemd ver- klaard de heer J. C. Vink. Aangenomen voor kennisgevmg. e. Een kennisgeving van als voren, dat de heer J. C. Vink zijn benoeming tot lid van den raad niet aanneemt. Aangenomen voor kenpisgeving. De heer 't GILDE vraagt, hoe het nu gaan zal, als deze lijst is uitgeput. De VOORZITTER: Dat is thans met aan de orde; u loopt de zaak vooruit. Als dat geval zich voordoet, zal de voorzitter van het hoofd stembureau dienen te beslissen. Spreker wd daaromtrent wel mededeelingen oen, niet in openbare raadszitting. f. Een rapport van den correspondent der Arbeidsbemiddeling aan Burgemeester en Wethouders, over de gemaakte opmerkinge door den heer L. P. Ortelee in zake het be middelen van werkkrachten, luidende als V°Volgens de meening van den heer Ortel6e had de correspondent niet het recht hem (Ortelee) terstond werk te geven, met voor- i HTGnn J-I oon -bbgaanvan anderen. Mijne Heeren, om dui delijk te zijn, zal ik mijn bevind zan zaken op 17 Aug. jl. als correspondent der arbeids- beurs kortelings memoreeren. Toen ik mij ■a morgens naar het bureau der Arbmdsbeurs begaf, werd ik aangesproken door J. F. den Doelder alhier, die mij vroeg of ik dien dag een man voor hem had, om tarwe te helpe menX Hij zou 3 betalen, mils ik hem een geschikten man kon sturen, die o0^ b®rel^ was ervoor te werken. Hoewel er in die week weinig werkeloos waren, (in totaal waren er 16 ingeschreven) en dan voor het meere - deel voor de bouwvakken en fahneksarbei- ders, beloofde ik aan den Doelder er zoo mogelijk voor te zorgen, dat er iemand kwam, zooals hij verlangde. Ondertusschen was het 9 uur geworden. De eerste man, die ik aanhood om tarwe te gaan meimen, gaf mij te kennen, dat hy zichzelf reeds had beschikbaar gesteld om dien dag bij geschikt droog weer bij een anderen land- nrediken De antieae vwn».u»"-' -- bouwer hetzelfde werk te gaan ver" zilveren. met kundig drijfwerk voorziene te ziin eebouwd tusschen 1591 en 1599 voorkwnt op So o.SiPg Krom.k v» So Orapje- ■viae- van het gebouw wapperen, Veere was vSklaarde. Na den herkbrandvanlG^werd toegestaan ^^nster^^ ,g me; ore tor oudheidskamer ingericht, en daar wordt o a bewaard de bekende, fraaie verguld Xeren met kundig drijfwerk voorziene oeker, welke Maximiliaan van Bourgon 1551 aan Veere heeft geschonken. Sedert verscheidene jaren bevindt dit al- Viistorische bouwwerk zicb wegens ge emstig verval en met vol in een toestand van -o nrovin- doening constateert spreker, dat njk, Prov™ S en gemeente hebben ingezien, dat voor de restauratie de openbare kaSf,^ Sen be- ben te vervullen en aanzienlrjke bedragen De XebaMinister heeft echter de zeer toe te juichen voorwaarde gesteld, dat ook vanpar Sculiere zijde een offer zou worden gebracht. AU gevolg daarvan is de restauratie-commls- gezien de man reeds ruim 60 jaar was, heh ik hii hem niet verder aangedrongen. Daama kwam de heer OrtelSe binnen met de woorden „Visser, hier ben ik ook, het gaat niet langer, ik kom nu ook om my als werk loos te doen inschrijven en^ik pak nu aan, niipQ dat voor do hand komt Mijn antwoord was: „Wel Ortelee, ik w e dat alle werkloozen zoo spraken, dezuiken zijn het gemakkelijkst te bemiddelen U kunt dadelijk aan den slag. J. den Doelder heeft een geschikte man gevraagd om tarwe te helpen mennen, als ge onmiddellyk wat gaan, kunt ge nog een vollen dag krygen, het is in Smitsschorre dat u zijn moet en de noodige vorken zijn er al". En Ortelee is gegaan zon- der bezwaar te maken. Spreker weet niet, of bet voeren van een dergelijke polemiek met leden van dit college, die daar meenen in het algemeen iets te moe ten zeggen, op den weg ligt van een ambte- naar. Het gaat toch niet aan, dat de leden dezer vergadering op die manier genoopt wor- I den met een ambtenaar te gaan debatteeren over hier gehouden discussies. Hij vindt dit nogal kras en moet er op wijzen, dat het ver- leden van den heer De Visser van dien aard is dat hij wel wat voorzichtiger behoort te zijn om het woord schande tegenover ande ren te gebruiken. De VOORZITTER maant spreker aan het verleden van een ambtenaar hier niet in het geding te brengen. De heer C. HAMELINK zal het hierby dan laten, maar wil er voor waarschuwen dah indien in de toekomst een dergelyke ta^tiek wordt toegepast en een ambtenaar hem op die wiize tracht een trap te geven, hy dien zal teruEwiizen Wien de schoen past, trekt hem aan en hij hoopt op deze manier zoo mm meester mogelijk met den heer De Visser in contact te komen. De beoordeeling van het werk van den correspondent der Arbeidsbemiddelmg hangt ook veel af van de waardeering van dat werk Daarover kunnen de meeningen ver- schillen. Maar wanneer deze zich nogmaals in eenig rapport aldus zou uitlaten, zal spre ker genoodzaakt zijn, er nader op in te gaan. Hii zal er dan zonder meer geen genoegen mee nemen. Hij had wel verwacht, dat een onderzoek zou zijn ingesteld naar de door hem ingebrachte beschuldigingen. Doch daarvan bUDet heei-S ORTELEE begint met het gebeur- de op 16 Augustus 11. uiteen te zetten. Er waren toen 17 werkloozen ingeschreven, meerendeels van de bouwvakken en de fabrieksarheiders. De correspondentmoest iemand aannemen voor J. F. den Doelder. De eerste die hij aansprak weigerde te werken voor f 3 per dag en de tweede vond zich met het oog op zijn leeftijd, 60 jaar, te oud voor bet geboden werk, als zijnde dit te zwaar Hy heeft er niet langer op aangedrongen, doch toen spreker zich bij hem kwam melden heeft hii gezegd- „je kunt naar Smitsschorre Spreker heeft dat werk geaccepteerd. En nu beweert de correspondent dat Den Doelder zoo over spreker tevreden was, dat h0 later ^e^ om hem gekomen is, maar daarmede heeft hy niets te maken, dat kan huiten beschouwing blijven. Hij heeft wel bij Den Doelder gevraagd hoe ik het gemaakt had en deze antwoordde uitstekend". De tweede keer is spreker met door bemiddeling van De Visser aangenomen. Onjuist is ook, dat spreker zou zyn aangeno men om te tasschen, maar wel om te helpen mennen Hij wist toch wel, dat spreker mai mer boerenarbeider is geweest. Toen op het werk aan spreker werd gevraagd om te tas schen, heeft hij dat gedaan, maar hy was er aangenomen. De correspondent maar daaruit blijkt, dat u niet op de hoogte zijt van de taak van den correspondent van de Arbeidsbemiddeling. Hij heeft u niet aan- gewezen omdat u lid van den raad was of om andere bijkomstige omstandigheden, doch om dat hem een werkkracht gevraagd was en hy dan tot taak heeft zoo spoedig mogelijk de rechte man op de rechte plaats te brengen. En de uitkomst beeft bewezen, dat hij dit m- derdaad gedaan heeft. Hij heeft dus zyn plicht vervuld. De heer ORTELEE wijst er nog op, dat het tasschen vroeger door vrouwen en kinderen gedaan werd, en dat de correspondent hem daarvoor niet speciaal behoefde uit te zoeken. De VOORZITTER; Goed, we gaan verder. g. Een adres van den Chr. Besturenbond te Axel die zich daarbij tot den raad wendt met het verzoek het daarheen te leiden dat dezen winter door de gemeente een werkver- schaffing wordt ter hand genomen. De hoop wordt uitgesproken, dat het ob]e®t a®;n X raad ce^even de afgraving van den Axel- schen dijk en v'erbreeding daarvan uitvoerbaar mag worden geacht, om ajzw^de werklws- der jaarwedde van den correspondent met f 150 beteekent, daartegen heeft hij geen bezwaar, als daarmede iets goeds kan be- reikt worden, kan dat er nog wel bij. Bij een kwestie van goede uitvoering, moet men niet op een paar centen gaan beknibbelen. Het g-aat niet aan dat de correspondent werk- zaamheden die bij zijn aanstelling met wareB te voorzien er maar allemaal op den hoop toe moet bijdoen. Als men werk wenscht, moet men ook het salaris billijk regelen De heer DIELEMAN is het er met den heer A. Hamelink over eens, dat deze maatregel voor de buitenmenschen tergend is. Ze moe d^r een weer en wind tweemaal per dag een S eind naar Axel komen en hebben op <he manier - niet de ""-te gelegenheid ^m w^k te zoeken. Hij zou willen, dat die maatregel toe Jerder hoe lievei werd ingetrokken. Dat er menschen zijn die wel eens een dag wfr cii en toch komen prikken is juist maar dit was toegestaan. Het zou toch ook met opgaan dat een werkman, omdat hy toevallig eens dag werk krijgt, daarvoor de gelegenheid zou misloopen om misschien 14 dagen of 3 weken voor de fabriek te worden opgeroepen. Deze maatregel heet ingevoerd ten bate van de werkloozen, maar de buitenmenschen zyn er held te verminderen, aangezien het geven van an Ze ls niet van eenig nut; vrant steun moreel niet verheffend werkt.^doch om- ^Ten kennen hun roeping wel. Be IieL F oo-n Ha.tr WP.rk laag trekt en de gemeente ten slotte voor 6 - - - - hij werkverschaffmg 1 stukwerk daarvoor ge terugontvangt het stukwerk daarvoor ge- den correSpondent, op dat werkloozen, wanneer in deze een gunstige be et niet voor Hmnit er om heen. De VOORZITTER merkt op, dat het er niet gaat, hoe het op 16 Aug. gegaan is, doch over guw v) m. over den inhoud van het rapport. De heer ORTELEE acht dat niet geheel juist; hetgeen spreker heeft gezegd Is de slissing kan worden genomen Overeenkomstig het voorstel van Burge- en Wethouders wordt dit schrijven voor kennisgeving aangenomen. h. Een adres van R. Scheele, die goedkeu ring verzoekt op een gewijzigde dienstrege- ling van den autobusdienst Axel-Hulst, aan gezien hij verplicht is den dienst aldus uit te voeren in verband met de verplichtingen van de Arbeidswet. De autobus zal vertrekken van Axel te 6.30, 12,en 16.15, aankomend te Hulst resp. 7.55, ^Vertreklfn Hulst 8.30, 14.30 en 18 30 aan komend te Axel resp. 9.45, 15.45 en 19.45. Alleen op werkdagen. Overeenkomstig het voorstel van Burge meester en Wethouders wordt hieraan met algemeene stemmen goedkeuring verleend. Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat zij den wensch van den heer L. P. Ortelee overwogen hebben om de werkloozen tweemaal per dag te laten stempelen en door hen is ingevoerd. Dit brengt, gezien de bezol- diging van den correspondent der arbeidsbe middeling, meerdere kosten mede. De ambte naar hierover gehoord is bereid de meerdere werkzaamheden te verrichten voor een ver- goeding van 12.50 per maand Aangezien deze maatregel van tijdelijken aard is verzoe- ken zij een bedrag van pl.m. 32,50 voor dit iaar en voor dit doel beschikbaar te stellen. De heer A. HAMELINK vraagt, of het niet mogelijk is, die verplichting in te trekken, want dat is voor de buitenmenschen te moei lijk. Dat is hun een groote belemmermg by het zoeken naar werk. De VOORZITTER geeft te kennen, dat Burgemeester en Wethouders dezen pas inge- voerden maatregel voorloopig wenschen te handhaven, daar zij die voor een goede controle noodzakelijk achten. Zij zien wel in, dat hieraan voor de huiten de kom wonende werkloozen moeilijkheden aan verbonden zyn en hebben in verband daarmede den corres pondent gemachtigd, deze bepaling voor die menschen soepel toe te passen en er rekenmg mede te houden, ais ze b.v. in verband met bet zoeken naar werk e.d. eens niet kunnen komen om zich te melden. kleine bedragje zou spreker knibbelen. K De beer ORTELEE kan bet eens zyn den heer Dieleman, onder voorwaarde, dat zq die werk hebben, uitgesloten worden van bet stempelen, en dat zij die blijken dat te doen. kunnen gestraft worden met bet ^°u^- van werk, of volgens de wet, zooals dat in Tei Neuzen gedaan wordt. i. Een schrijven van het lid van den raad C. Hamelink, luidende als volgt: Hierby neemt ondergeteekende de vryheid den raad de volgende voorstellen ter be handeling in de eerstvolgende vergadenng voor te leggen: I. „De raad der gemeente Axel, in verge- „ring op besluit vast te stellen: dat een besluit tot het inwerkmg stellen of stopzetten van de steunregelmg voor "werkloozen uitsluitend tot de bevoegdheid "van den raad behoort, evenals het al of met. "uitvoeren van eenig werk als werkverschftf- "fing door de gemeente". H. „De raad der gemeente Axel, in ver- ,,gadering op „besluit: tot het onverwijld in werking stellen der^ „tot nu toe geldende steunregelmg voor wertc- „loozen". IH. „De raad der gemeente Axel, m ver- „gadering op „besluit: een steunregeling voor werkloozen vast te stellen evenals of gelijk aan die welke in Oe gemeente Ter Neuzen geldig is Burgemeester en Wethouders antwoorden als volgt: I Ons college meent, dat geen redenen aan- wezi" zijn om die bevoegdheid van Burge-j meester en Wethouders te ontnemen. J Wat vraag II betreft wordt deze regelms toegepast, om diegene die voor steun in aan^ merking komen, te laten werken aan werk zaamheden vanwege de gemeente. I Wat vraag III betreft wordt medegedeeh I dat een dergelijke steunregeling in de ve I gadering van 10 November a.s. ter vastatf I ling zal worden aangeboden.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 4