Ter Neuzensche Courant
Vierde Blad
Door Zeeimscli-Viaanderei) in't Vsrloden
BIJtNEWLASU).
BUITE9L1HD
Woensdag 25 Nov. 1931. No. 3764
VERMINDERING DER OORLOGS-
SCHULDEN
VAN
HET NATIONAAL CRISIS-CO.MITe.
In de Tr6ves-zaal te 's Gravenhage werd
Maandagmiddag het nationaal crisis-comite
gemstalleerd.
Door H.K.H. Prinses Juliana werd daarbij
de volgende rede gehouden
Het is mij een groot voorrecht, op dit
oogenblik een woord te mogen spreken bij den
aanvang van liet werk van het Nationaal
Crisis-Ccmitd: U hartelijk welkom te heeten,
en tevens door middel van de radio in ruimen
kring, de hoofdzaak vein ons werk mede te
deelen.
Het nemen van het initiatief tot de uitvoe-
ring van dit nationaal opgezette plan liet mijn
Moeder over aan miij': ik stel het ten zeerste
op prijs, Haar in dezen drukken tijd ter zijde
te mogen staan, door dit op mij te nemen.
Een blijk van daarom niet minder groote be-
langstelling gaf mijn Moeder onder meer door
zicli als Beschermvrouwe aan dit Comit6 te
verbinden.
Ik ben zeer verheugd, U alien hier te mogen
begroeten en dank te zeggen, dat U in het
Comite wel zitting hebt willen nemen. Door
uw rijke ervaring en uw persoonlijkheid en
voor het grootste aantal der leden door uw
vertegenwoordigen van belangengroepen, met
wier organisaties wij samenwerking zoeken,
is een Comite gavormd op breede basis, dat
het vertrouwen zal wekken.
Bijzondere gevoelens van erkentelijkheid
moge ik hierbij uitspreken jegens U, mijnheer
Van Citters, in wiens waardige handen het
voorzitterschap berust. Het was een reden
tot groote vreugde, toen U verklaarde, dat U
deze zware en verantwoordelijke taak op U
wilde nemen. Heeds heeft U het Comite vei-
lig door de moeilijke eerste phase heen-
gebracht die der oprichting.
De groote nood maakt zijn bestriding tot
een groote noodzaak.
Ons doel is aldus omschreven: ,,Het lenigen,
zooveel mogelijk in samenwerking met be-
staande corporaties, van individueelen nood,
welke het gevolg is van crisis, ook in geval-
len waarin die corporatie3 niet of niet in vol-
doende mate kunnen voorzien. Wij doen daar-
mee een beroep op de bestaande corporaties:
op him welwillende medewerking en op hun
organismen. En wij bieden hun hulp aan voor
hun verzwaarde taak.
Ons streven is in de eerste plaats naar de
individueele behoefte gericht, dus daarheen,
waar de nood persoonlijk geleden wordt, of
steun ontbeerd. Of wij nog op ruimer basis
kunnen gaan werken, zal de ondervinding
weldra uitwijzen, als blijkt welke middelen
ons ten dienste staan.
Wij' beleven thans een periode van mate-
rieelen zoowei als van moreelen druk. Het
comiW zal, wat deze laatste betreft, zeker de
gevaren niet uit het oog verliezen, die voort-
komen uit het teveel aan vrijen tijd, dat huns
ondanks voor velen bestaat. Het blijkt velen
nu haast niet meer doenlijk, misschien in de
eerste plaats den jongeren, hun tijd te be-
steden op een manier die hunner waardig is.
Wij zullen hieraan tegemoet moeten komen,
door het brengen van nuttige ontwikkeling en
sympathieke ontspanning te steunen. Moge
op haar beurt de toekomst daar de vruchten
van plukken.
Het comit6 zal, lettend op de verseheiden-
heid van den nood, en op de verschillende
vormen waarin hy in deelen van het land
voorkomt, met groote soepelheid moeten wer
ken en zal vrijheid moeten hebben, om, on
danks breede samensteUing, zich zoo noodig
nieuwe leden toe te voegen. Evenwel in hoe-
verre het comite zijn doel zal naderen of be-
reiken, is afhankelijk van de geldel'gke mid
delen, die het daarvoor ontvangt van de land-
genooten.
Wij alien voelen in tijd van nood of van
vreugde saamhoorigheid en het zal ons per
soonlijk ieder een voldoening zijn, door een
daad ons medeleven te kunnen uiten in den
nood van het oogenblik. Wij- mogen door de
algemeene ongunstige omstandigheden, al-
licht geen groote gaven verwachten. Maar
wij rekenen uit, hoe juist de kleine en de
kleinste giften, te samen opgeteld een som
zijn, die, geconcentreerd in de hand van dit
Nationale Comity, een machtig middel is om
op het groote terrein van zijn arbeid met
hulp gereed te staan. In ons land wordt altijd
ruim gegeven wanneer ergens geleden wordt.
Nu zullen alien die zich nog iets ontzeggen
kunnen het waarschijnlijk des te liever doen,
waar zjj het met eigen oogen in eigen omge-
ving overal noodig zien, allicht naast de eigen
deur. Mochten zij, die schroom ge,voelen voor
het ontvangen van hulp, verstaan, hoe de
buitengewoon ernstige omstandigheden het
geven tot een buitengewoon groot genoegen
maken.
Wanneer het Comity zich geroepen zal
voelen tot het verleenen van steun in natura,
zal het met het afnemen dier producten,
naar de mate van zijn koopkracht, een brug
te meer trachten te slaan van de overpro-
ductie naar de onderconsumptie en zal pogen
daarvoor het punt uit te zoeken, dat voor
beide oevers het meest deugdelijk is. Het ligt
in zijn karakter, zich daarbij te bepalen tot
het kiazen van producten van eigen bodem's
nijverheid en op die wijze mede te werken
tot het veroorzaken van normalen arbeid
binnen nationaal verband.
Aan het Comity blijve de wijze van werken
en werkverdeeling zelf te regelen.
Ten slotte verklaar ik thans dit Comite
ge'installeerd, en eindig met het uitspreken
van den wensch, dat het Nederlandsche volk
het vertrouwen moge schenken en door daad
en gezindheid zijn arbeid, die dezen middag
zal worden aangevangen, steunen.
Hiema hield de voorzitter van het Comite.
jhr. S. van Citters, een uitvoerige rede, waar
in hij de crisis uiteenzette.
Hij zeide, dat de dag van heden een licht-
punt zal blijven, wijl daadwerkelijk tot uit-
voering wordt gebracht, het zoo schoone
initiatief door Prinses Juliana genomen, om
te komen tot verzachting van leed, tot leni-
ging van nood aan diegenen, welke het
hardst getroffen worden, doordat het noo-
digste dreigt te gaan ontbreken ©m in on-
misbare behoeften voor zich zelf en gezin te
voorzien.
Ik moet op e£n punt het licht laten vallen,
ook al moge dit hier en daar teleurstelling
brengen. Uit talrijke bereids door mij ont
vangen brieven is mij gebleken, dat de voor-
stelling bestaat, alsof dit comite geroepen
zou zijn in den minsten zin allerlei geldelijke
gevolgen vian de crisis weg te nemen. Het
verschaffen van werk, liefst een vaste betrek-
king, aan ontslagenen, het fourneeren van be-
drijfskapitaal, het doen van opdrachten bij
wijze van werkverschaffing, het vereffenen
van schulden, het verstrekken van hypotheek,
ziedaar slechts enkele aangelegenheden waar-
voor men bij dit comite uitkornst zou willen
vinden. Kortom men draagt de illusie met
zich, alsof in dit comity het middel ware ge-
vonden om de financieele lasten door crisis
opgelegd van anderen af te wentelen en op
zich te nemen. Wie zoo groot van dit comite
denken, zulien niet dan teleurgesteld uitko-
men. Maar al zullen vele wenschen onvervuld
moeten worden gelaten, het veld van arbeid
blijft er niet minder ruim om en is zelfs niet
gemakkelijk uit te meten.
Hoever het comitd zal kunnen gaan, hangt
in de eerste plaats af van onze landgenooten.
Organiseeren en steunen ziedaar ons doel.
Maar steun verleenen bestaat niet in woor-
den. Het is aan onze landgenooten ons in
staat te stellen den wil in daden om te zetten.
Straks zal een oproep om geldelijken steun
worden gepubliceerd. Het behoeft niet gezegd
te worden, dat de tijden niet gunstig zijn om
te geven. Zeker, die tijden zijn niet gunstig
daarvoor, indien men dit zdo verstaat, dat
hst geven kan geschieden zonder dat het daad
werkelijk opoffering vraagt; maar dit staat
vast, als alien, die wat kunnen missen gevers
worden, dan zal kunnen worden beschikt om
hier kopimer en gebrek te lenigen, daar om
voor ondergang te behoeden.
Als ik reken, dat er in het Rijk in Europa
acht millioen inwoners zijn, ;en ik aanneem,
dat een vierde of twee millioen absoluut niet
in staat is iets bij te dragen, zou het dan voor
die zes millioen overblijvehden te veel zijn,
om dooreen eens 6en cent zegge een cent
per week voor zich zelf en voor ieder hunner
niet-verdienende gezinsleden te besparen
dat zou maken zestig duizend gulden per
week, of ruim drie millioen gulden in twaalf
maanden, en dan zijn er nog velen, die meer
kunnen en zeker ook zullen geven.
Als men ziet hoeveel er dagelijks voor ver-
maak en genot wordt uitgegeven men
raadplege b.v. de opbrengsten van vermake-
lijkheidsbelasting en van die op sigaren en
sigaretten, zou daarnevens dan niet iets kun
nen worden terzijde gelegd, om anderer nood
te lenigen, terwijl er dan nog genoeg voor
vermaak, althans voor gepast vermaak zou
overblijven.
Landgenooten, uw gaven mogen allereerst
uiting zijn van medegevoel, van naastenliefde,
van christenplicht, maar daarnaast behooren
ze ook uiting te zijn van het besef, dat het
een groot nationaal belang is, om ons volk
als geheel genomen, zoo ongerept mogelijk
door de crisis heen te helpen, opdat het, wan
neer weer betere tijden aanbreken, het mo-
reel en physiek ongebroken en allicht door
lijden gelouterd, een nieuwe periode van voor-
spoed moge tegemoet gaan.
De firma de Gruyter stelt
honderdduizend gulden aan
levensmiddelen ter beschik-
ldng.
Ik wanhoop niet dat steun zal uitblijven en
aangenaam is het mjj hier te kunnen mede-
woningen, kleeding en spijs beloofd, bene-
vens vrije Godsdienstbeoefening en onder-
wijs voor him liinderen, maar deze beloften
legden zij op hun eigen wijze uit. Zij1 ver-
wachtten bij elkander te zullen wonen en
na al het zwerven onder vreemden, eindelijk
een eigen thuis te zullen vinden, met den
predikant Fischer, dien zij hadden liefgekre-
gen, in hun midden. In ddn woord zij wilden
een „nieuw Salzburg" in Zeeland hebben.
Maar, zooals wy reeds aanstipten, er wa-
ren nog geen woningen en overal werden
nu de Salzburger ballingen ondergebracht.
Groede kreeg het leeuwenaandeel, maar
Cadzand, Schoondijke, Zuidzande, Oostburg,
Nieuwvliet, bergden er ook geen geringe ge-
talen. Dit was dus de eerste tegenvaller voor
de ballingen. Geen woningen vooralsnog
maar inkwartiering. Het was echter een
inkwartiering onder de vaderlyke zorg van de
Heeren van het Vrije van Sluis. Zelf gingen
zij persoonlijk rond en stelden orde op zaken.
In het dorp Groede leeft nog de herinnering
aan hun bezoeken, bij overlevering voort.
Een der boeren had aan een Salzburger
bailing, die hij „geloot" had, een „slegt loge-
ment" gegeven. Dit werd ter kennis van de
Heeren van het Vrije gebracht en dezen togen
er dadelijk op uit, om een onderzoek in te
stellen. De klacht bleek waar te zijn. Toen
had er, zoo verhaalt Pont, bij het eindigen
der kerkdienst een tooneel plaats dat nog van
geslacht tot geslacht oververteld wordt.
De boer werd geroepen en voor de kerk-
deur, in het midden der Gemeente gesteld en
anderen ter Exempel" het verkeerde van
zijn gedrag onder het oog gebracht. Tevens
werd hem nauwkeurig beschrever^ hoe hij
volgens zijn Christenplicht den verjaagden
en vervolgden broeder had te behandelen.
Nauwkeurig werd oak door de Heeren van
het Vrije nagegaan, wie in zijn eigen onder-
houd Icon voorzien en dus geen behoefte aan
directe hulp noodig had. Intussehen was in
Nederland bekend geworden, wat daar in
Zeeuwsch-Vlaanderen ging gebeuren. Het volk I
deelen, dat de firma de Gruyter te 's Herto-
genbosch, door tusschenkomst van den burge--
meester dier gemeente, ter beschikking van
het comite stelt honderdduizend bons, elk ter
waarde van 6en gulden, welke in haar ver
schillende in Nederland gevestigde winkels
tegen levensmiddelen kunnen worden inge-
ruild, voorwaar een grootsch niet alledaagsch
gebaar, waarbij commercieel belang op geluk-
kige wijze in dienst van practische steunver-
leening wordt gesteld en waarvoor een woord
van hulde en dank hier zeker niet misplaatst
is en gaarne wordt geuit.
Landgenooten, schenkt aan dit comite de
middelen om zijn 'taak onbekrompen te mogen
vervullen; schenk het de dubbele vreugde van
veel te ontvangen om veel te kunnen geven;
denk u goed in dat honderden handen zich om
hulp zullen uitstrekken, stelt het.,comity in
staat de helpende hand te bieden en smaakt
daarbij voor u zelf de voldoening om door uw
gave te moge zeggen: „die helpende hand was
ook mijn hand".
Medeleden. Ik acht het een groot voorrecht,
dat wij hier bijeen zijn, als vrouwen en man-
nen van zeer uiteenloopende beginselen, ook
allicht van opvattingen, omtrent de beste en
meest aanbevelenswaardige wijze van steun-
verleening. De meesten onzer staan in het
voile maatschappelijk leven en een rijke schat
van ervaring zal hun ten dienst staan.
Aan veelheid van beschouwing, aan het
voordragen van uiteenloopende stelsels, zal
het in ons midden niet ontbreken; ons stre
ven zal moeten zijn die veelheid van denk-
beelden, zooveel mogelijk tot zoodanige een-
heid te brengen dat doeltreffend werken mo
gelijk wordt; ieder zal daarbij wel wat prijs
moeten geven van wat eigen opvatting als het
beste heeft leeren aanzien; ook in dit opzicht
zullen persoonlijke offers wel moeten worden
gebracht.
Als voorzitter zal ik er ernstig naar stre
ven, 'ieders zienswijze geleg'enheid te geven
tot uiting te komen, elk denkbeeld naar eigen
verdienste te beoordeelen.
Het vertrouwen, dat gij mij bij voorbaat
geschonken hebt, om onder mijn voorzitter
schap in dit comite zitting te nemen legt op
mij een verantwoordelijkheid waarvan ik de
zv/aarte ten voile besef.
Schenk mij ook bij de uitvoering onzer taak
uw steun, medewerking en vertrouwen, dan
zullen we iets tot stand kunnen brengen tot
hoil van heel het volk.
En naast en boven deze vraag, zoo eindigde
spr., rijst mij uit het diepst van het hart de
bede, dat God op dit werk Zijn onmisbaren
zegen moge schenken, dat Zijn Geest ons leide
en dat dit werk voleindigd moge worden Zijn
naam ter eer.
BEZUINIGING BIJ DEFENSIE.
In 1032 zouden bij de landmacht voor her-
halingsoefeningen aan de beurt zijn de lich-
tir; 1929 n age no eg in haar geheel en verder
in hoofdzaak de lichting 1927, alleen voor
zooveel de infante: :e en de ziekendragers be
treft en de lichting 1926 met uitzondering
van de infanterie en de ziekendragers.
De Regeering heeft in de memorie van ant-
woord nopens de Defensiebegrooting de mede-
deeling gedaan van ha- r voornemen om de
herha.ingsoefeningen, werne in 1932 zou-den
worden gehouden, voor het meerendeel der
dienstplichtigen te verschuiven tot 1933. In
1932 komen d a voornamelijk diegenen voor
herhalingsoefen.ngen in we. ktiijken dienst,
voor wie de verschuiving om wettelrjke rede-
nen bezwaar op'.evert, alsmede de dienst
plichtigen, die in 1931 hadden moeten op-
kemen, doch uit3tel verkregen tot 1932. Dien-
tengevolge zullen in 1932 voor herhalings-
oefeningen uitsiuitend behoeven op te komen
de dienstplichtigen van de landmacht van de
lichting 1926, behoorende tot de wielrijders,
den motordienst, de artillerie, waarondcr bc-
grepen de treinafdeeling, de genietroepen, da
pontonniers en torpedisten, de huzaren en de
intendancetroepen, en verder z., aan v/ie uit-
stel tot 1932 werd verieend.
Bij de infanterie zijn het derhalve alleen
een aantal uitstel-genietenden, die in 1932
voor herhalingsoefi ningen moeten opkomen.
Het ligt in de bedoeling om ook voor de
zeemacht een dergelijken maatregel te treffen.
In 1932 zouden voor herhalhrgsoefeningen
moeten opkomen de dienstplichtigen der zee
macht van de lichting 1929, of, voorzooveel de
kustwachters betreft, van de lichting 1928.
Hun op'komst wordt in haar geheel verscho-
ven tot 1933. Wel echter zullen bij de zee
macht, evenals bij de landmacht, moeten op
komen de in 1931 voor herhalingsoefeningen
opgeroepen dienstplichtigen, die uitstel tot
1932 hebben gekregen.
De Regeering stelt zich voor, in 1933 en vol
gende jaren de herhalingsoefeningen regel-
matig te doen plaats hebben, met dien ver-
stande, dat bij de meeste onderdeelen vaa
leger en vloot de dienstplichtigen elke her-
halingsoefening of een der herhalingsoefenin
gen een jaar later vervullen dan tot dusver.
en tallooze predikanten en Kerkeraden vonden
dit een schoone daad en overal collecteerde
men voor de ballingen. In een morgenkerk-
dienst te Amsterdam bracht de. collecte twin-
tig duizend gulden op, welk geld ter beschik
king van de Heeren van het Vrije werd ge
steld. De Hoofdstad, die al zooveel voor ver
volgden en verdrevenen gedaan had, nam ook
deze Salzburgers onder haar machtige be-
scherming. Maar deze ondersteuning hoe
krachtig ook was op verre na niet vol-
doende. De Zeeuwen hadden gemeend, dat zij
volstaan konden met de nieuwe broeders en
zusters op volledige wijze in hun huishouden
te zetten, en hen dan, desnoods met nog een
flinke som gelds voor den eersten tijd als
het werk nog schaars was aan hun lot
konden overlaten. Zij hadden zich echter in
hun goedmoedige bedoelingen misgerekend.
Voor deze verzwakte menschen was het ver-
schil van land en arbeid te groot. Het werk
in de zout- en goudmijnen, in de metaalsmel-
terijen eischte geen mindere, maar andere
krachten, dan de landbouw in de zware klei.
De Salzburgers, hoezeer zij ook in den om-
trek van Sluis ronddoolden, konden maar niets
ontdekken, wat ook maar eenigszins op
„.Salzburgsche toestanden" geleek. Bij de
Heeren van het Vr'je kwamen zij om berg-
werk vragen, maar deze Heeren wisten hun dit
natuurlijk ook niet te verschaffen. Allerlei
plannen werden gemaakt, om de teleurgestel-
de en moedeloos wordende broeders en zusters
te helpen. Er werd een wolfabriek opgericht,
die dan meteen het aanfokken van schapen
in de hand zou werken. Het was voorzeker
een goede zaak, die later blijken zou levens-
vatbaarheid te hehben. In dien eersten tijd
moest zij echter mislukken. Maar nu zou er
nog iets anders bijkomen, die de Salzburgsche
zaak tot een droevig drama maakte.
Nauwelijks was de zomer in het land of de
toenmalige Zeeuwsohe koortsen begonnen te
heerschen, een landziekte, die toentertijd na
tuurlijk het eerst den vreemdelingen aanviel
en het Zeeuwsche land in oorlogstijd, bij in-
Naar uit Wa.-.hington, gemeld wordt heeft
het departement van buitenlandsche zaken
aan het Amerikaansche gezantschap te
Parijs een memorandum toegezonden, waar
in het standpunt der Vereenigde Staten, ten
aan zien van een vermindering der oorlogs-
schulden en herstellingsbetalingen, uitvoerlg
wordt uiteengezet.
Dit memorandum wordt beschouwd als een
aanvulling op hst officeele communique van
de besprekiiigen tusschen Hoover en Laval.
Naar vernomen wordt, wordt in het memo
randum verklaard, dat de Vereenigde Staten
bereid zijn toe te stemmen in een verminde
ring der oorlcgsschulden, als men het in
Europa eens geworden is over de herst&l-
betalingen.
Dit memorandum is afgezonden, nadat in
Washington officieel bericht was ontvangen,
dat het sluiten van een overeenkomst tus
schen Frankrijk en Duitschland inzake een
herziening van de herstelkvvestic, aanstaan-
de is.
Naar verluidt is Amerika de meening toe-
gedaan, dat de oorlcgsschulden en herstel-
betalingen afzonderlijk behandeld moeten
worden, daar het Congres slechts een vermin
dering der oorlogsschulden zou hebben goed
te keuren, doch met de herstelbetalingen
niets te maken heeft. Dit beteekent evenwel
niet, dat de houding van het Oongres niet be-
invloed zal worden door de nieuwe overeen
komst inzake de herstelbetalingen.
VERORDENINGEN TER HANDHAVING
VAN DE ORDE IN PRUISEN.
De officieele Pruisische persdienst publi-
ceert het besluit en twee politieverordenin-
gen van den Pruisischen minister van binnen-
landsche zaken ter beveiliging van orde en
rust.
In het besluit verzoekt de minister den
politie-autoriteiten vergaderingen, waarin ook
maar op de meest bedekte wijze opgewekt
wordt tot gewelddadigheden onmiddellijk te
ontbinden en vergaderingen, waarbij vooral
door de persoon van den spreker bezorgdheid
tot dergelijke vergrijpen bestaat van te voren
te verbieden of alleen toe te staan onder ver-
bod van optreden van dergelijke sprekers.
De eene politieverordening behandelt het
onmiddellijke verbod van afgifte van houw-
en steekwapenen aan personen onder 20 jaar.
Zekere uitzonderingen zijn toegestaan. Niet
opvolgen van deze verordening wordt ge-
straft met een boete tot 250 mark of 2 we-
ken hechtenis.
Volgens de tweede verordening zijn veld-
dienstoefeningen e.d. en voorbereidingen daar-
toe, benevens alle marschen in de open lucht
verboden.
Uitgezonderd zijn van overheidswege inge-
stelde betoogingen en marschen van perso
nen op kinderleeftijd. Niet opvolgen wordt ge-
straft met boete tot 150 mark of hechtennis
tot 3 weken.
EEN STEUNPUNT IN DE IJLTE.
Het staat nu vast schrijft de N. R. Crt.
dat de commissie van advies, van de
internationale bank te Bazel, waarom Duitsch
land in alien vorrn volgens de bepalingen van
het plan-Young lieeft gevraagd, op 7 Decem
ber zal bijeenkomen. Men kan die commis
sie haar taak niet benijden. Want van haar
werk worden nu eenmaal resultaten ver-
wacht. Loopen de dingen verder verkeerd,
dan kunnen haar leden op zijn minst een
schijn van mede-verantwoordelgkheid moeilijk
ontgaan. Zoo is het nu eenmaal, wanneer
men als raadgever in een bij uitstek moeilijk
geval betrokken wordt.
De taak van de commissie is zoo bijzonder
netelig omdat zij niet alleen te maken heeft
met de bezwaarlijk oploabare financieele
prc-blemen die het geval op ziehzelf reeds
biedt, maar vooral ook door de politieke ver-
wikkelingen, de behoefte aan struisivcgel-
beleid, het dooreenloopen van allerlei bevoegd-
heden en onbevoegdheden, welke aan de
kwestie vastzitten.
Ten eerste is er het grondprobleemhet
gebrek aan middelen tot betaling, waaronder
de Duitsche regeering lijdt, verder de onmo-
gelijkheid, zelfs als die middelen nog uit den
belastingbetaler te persen waren, om ze in
vreemd geld naar het buitenland over te
brengen. Wij constateeren slechts: Volgens
haar verslag van 7 Juli 1931, toen de crisis
in Duitschland reeds in vollen gang was, be-
zat de Duitsche Rijiksbank aan goede dekking,
goud en buitenlandsche wissels, ruim 43 pCt.
van haar circulatie aan bamkbiljetten. Deze
dekking, waarmede men sedert dien, dank zij
heel buitengewone beschermende maatregelen,
voorzichtig heeft kunnen omgaan, is toch ge-
leidelijk afgebrokkeld, zoodat zij volgens den
bankstaat van 15 November niet meer ten
voile 25 pCt. bedraagt. Dit ondanks mora-
vallen van Spanjaarden, Franschen en Engel- j
schen, zoo vaak tot een geweldig beschermer i
is geweest.
Het Vrije van Sluis was laag en moerassig
Voor de bewoners van de hooge bergstroken
[was derhalve de overgang veel te groot. Zulk
'een koorts was in hun bergstreken gansch
onbekend. Hopeloos, zonder verweer, stonden
zij derhalve aan de besmetting bloot.
Met het optreden der Zeeuwsche koorts
neemt de Salzburgsche Pelgrimage een dra- I
matische vorm aan. Het was alsof de Pest I
was uitgebroken. Een angst greep de Salz
burgers aan. Wij zelf weten het wel, wat een
zorg in Holland ontstond toen de Alastrim
haar intrede deed, die door Gods gunst ge-
keerd werd. Maar hier stonden ruim 700
menschen wanhopig te worstelen met de
ziekte, die zij niet bestrijden konden.
In IJzendijke vielen de meeste slachtoffers,
maar de Zeeuwsche koortsziekte woedde
overal. Met onverbiddelijke cijfers toonen de
Archiefrapporten de ellende aan, die toen
door deze ballingen is doorgemaakt. Geen
pen is in staat, die naar waarheid te be-
schrijven. De ballingen verloren alien moed.
Weenend liepen zij, met de koortsgloed in
de leden, door de dorpen. Sommigen liepen
van het eene dorp Groede naar het andere te
Cadzand of Nieuwvliet, om een plaats te
vinden waar zij de Zeeuwsche koorts konden
ontloopen, roepende, dat zij gehoopt hadden
hier een Vaderland te vinden en nu niets
vonden dan een onbekend graf. Het ergste
was, dat de koorts bij voorkeur mannen en
vrouwen in de kracht van hun leven aan-
tastte. De bevolking van Groede en om-
streken die natuurlijk niet vatbaar was
voor deze koorts, een enkele uitzondering
daargelaten, zag met groote weemoed dit aan-
grijpend gebeuren aan. Men stond er mach-
teloos tegenover. De Heeren van het Vrije
legden lijsten aan, en toen alles opgeschreven
was, zag zij met groote droefheid het hope-
looze van de Salzburger ballingen in. Deze
lijsten met aanteelceningen, worden nog heden
torium, ondanks ,,Stillhalten" enz. en on
danks het feit, dat de circulatie aan papier
niet heel sterk is toegenomen.
Hoe zal men onder die omstandigheden iets
positiefs kunnen doen met het drukkend pro-
bleem der schadeloosstelling, dat door zijn
voortbestaan niet slechts op de toekomstige
geldmiddelen van Duitschland bij voorbaat een
fnuikenden druk uitoefent, maar tevens op
iedere tegenwoordige mogelijkheid van cre-
diet?
De voomaamste vraag die de commissie
moet worden voorgelegd, ook al hoort zij
formeel niet tot haar onmiddellijke bevoegd-
heid, is: Hoe krijgt men Duitschland weer
vlot hoe krijgt men beweging in zijn oecono-
misch en financieel leven zonder het voor het
rijk zelf en de heele buitenwereld noodlottige
middel van een schrappen van een deel zijner
particuliere verplichtingen tegenover het bui
tenland? Dat er van vlot komen bij gebrek
aan alle crediet geen sprake kan zijn zoolang
Frankrijk vasthoudt aan de prioriteit van de
betalingen voor schadeloosstelling, lijkt ons
onbetwist'baar. Over den theoretischen kant
van dit vraagstuk hebben wij reeds geschre-
ven; practisch kan men zeggen, dat er geen
cent crediet voor Duitschland te krijgen zal
zijn als men weet, dat ieder nieuw crediet
slechts een zooveelste hypotheek zal zijn op
het reeds zwaar met hypotheken overbelaste
Rijk.
Voor er opbouwend werk kan geschieden
moet in dit vraagstuk helderheid worden ge
bracht. En daar zal de commissie reeds on
middellijk op politieke bezwaren stuiten.
Dat echter is slechts het begin van de
moeiLijkheden.
Adviseert de commissie tot een aanzienlijke
verlenging van het moratorium voor herstel
betalingen in den tegenwoordigen vorm, dan
beteekent dit het vormen van een ontzaglijken,
nieuwen schuldenlast voor Duitschland, die
zou moeten worden afbetaald zoodra er weer
lucht komt, en die daarom geen hoop op de
toekomst zou laten noch voor de Duitschers
zelf, noch voor hun tegenwoordige en toe
komstige schuldeischers, als zij deze laat-
sten nog zouden kunnen vinden!
Het werk van de commissie is bij voorbaat
vergeefsche moeite als zij niet de vrijheid
krijgt het probleem van de „stilgehouden"
particuliere schulden zonder voorbehoud
onder de oogen te zien. Dit probleem is te
lastiger, omdat het niet bij overeenkomst
tusschen staten te regelen valt. En, zooals
gezegd, iedere poging tot oplossing vindt
vooralsnog den onverbiddelijken eisch van
Frankrijk als hindemis op zijn weg. Geeft
Frankrijk clien eisch op, dan is het meteen
met de kwestie der schadeloosstelling gedaan.
En zeer stellig zal Frankrijk en wij kun
nen dat begrijipen dit nooit doen, tenzjj
Amerika eerst afstand heeft gedaan van zijn
eischen op den Franschen staat.
Tenslotte zij er dan nog de moeilijkheden
die het voorwerp van het onderzoek, Duitsch
land zelf, politiek, financieel en oeconomisch
biedt. Men zal toegeven, dat het lastig is
daar een houvast voor optimisme te vinden.
Als een nieuwe Archimedes zal dus de
commissie in de ijle leegte rondturen naar een
vast punt, als steun voor haar hefboom,
waarmede zij dezen keer de wereld niet uit
haar as, maar in haar as moet lichten. Zal
zij iets vinden?
Ons dunkt, heelemaal ijl is die ruimte toch
niet. Daarin bevindt zich het ontzaglijke
saldo van de Duitsche handelsbalans, dat
thans volgens het gemiddelde der laatste
maaaden, meer dan 4 milliard mark per jaar
moet bedragen. Waar blijft dat, wat ge-
schieat ermede Hoe is het mogelijk, dat hyi
een dergelijk betalingsoverschot en ondanks
de strenge bepalingen de Rijksbank langzaam
maar zeker lens loopt?
Niet slechts staan de Duitsche regeering
thans op dit punt bijzondere bepalingen ten
dienste, waartoe zij heel laat besloten heeft,
maar ook verder nog is zij in dit opzicht in
een uitzonderlijk sterke positie. De banken
hangen van haar genade af, en daardoor
thans ook de nijverheid. Briining zelf heeft
er in den Rijksdag een toespeling op gemaakt
dat de grootste industrieelen zelfs, hem als
smeekelingen heel goed weten te vinden. Zou
h'j dan volstrekt geen markt bezitten om
den veideren al te weligen groed van Duitsche
credieten in het buitenland, die een ongeluk
zijn voor het Duitsche volk en zijn solventie,
te beknotten?
Zooals gezegd, heelemaal jjl lijkt ons de
ruimte toch niet.
SC IIRIKWL'KKENDE CIJFERS.
Het congres van de Kwomintang te Nan
king houdt zich tegenwoordig bezig met de
bestrijding van de communistische beweging
in zes provincies. De vertegenwoordigers der
autoriteiten dezer provincies moeten verklaard
hebben, dat in de laatste jaren in totaal twee
millioen menschen zijn vermoord en dat voor
twee milliard Mexicaansche dollars schade is
aangerich't. Men moet voornemens zijn in
deze provincies militaire maatregelen te
nemen.
Het zijn Kiangsi, Hoepei, Hoenan, Honan,
Foekjen en Ngan-wei.
trouw bewaard, als Historische documenten.
Daar leest men o.a. Andreas Ecker 10
personen allemael sieck. Eva Brandnerin
ongetrouwd sieck. Andreas Offner
vijf personen drie sieck. Zacharias Groeber
ongetrouwt sieck. Andreas Offner
verder. Zulk een lijst van „siecken" grijpt u
diep aan, juist door haar eentonigheid.
Daar vielen de eerste slachtoffers der
Zeeuwsche koorts onder de ballingen, waar-
door de Heeren van het Vrije genoodzaakt
waren, een ,,Tottenbuch" aan te leggen en
daarin alles te vermelden.
Als men de stukken in het archief naziet,
en dit doodenboek doorleest, dan is het voor
zeker een onafzienbare begrafenisstoet die
voorbij trekt, zich verliezend in de vale mist.
Hoeveel rekeningen zijn er niet, die tot leve-
rantie hebben „een kist voor een Emigrant";
een doodkist voor een Salzburger balling enz.
Telkenr-; en telkens weer werden graven ge-
dolven en de Salzburgers verzonken in een
vergeten graf in den Zeeuwschen grond. Niet
minder, zegt Maclaine, zjjn ze helden ge
weest, niet minder hebben zij geleden voor
hun geloof, dan de velen die ten aanzien van
de groote schare, jubelend onder martelingen
ten hem el gingen. Maar deze vielen zonder
eer, gesloopt door de ziekte zonken zij in het
stille graf.
De ballingen verpleegden elkaar zoo goed
zij konden. Met lippen bevend van de koorts,
met leden half verlamd door het gif, dat met
iederen ademtocht naar binnendrong, ver-
zorgden deze menschen elkaar, totdat zij zelve
niet meer konden en ook daarna legden zij
zich neder en stierven in het geloof, dat zij
hun leven gaven voor Gods heilige rechtvaar-
dige zaak.
Degenen, die nog overgebleven waren, be-
grepen maar al te goed, dat wanneer zij hier
bleven, ook hun lot spoedig beslist zou wor
den. Zij begaven zich naar de Heeren van het
Vrije en smeekten om schepen, teneinde Z.-
Vlaanderen te kunnen ontvlieden, om ergens
anders een Vaderland te zoeken.
(Wordt vervolgd.)
(Alle vragen, opmerkingen etc.
te zenden aan den heer A. M.
WESSELS, Historicus te Goes,
die deze rubriek zal verzorgen.)
VI.
Het ideaal „Een klein Salzburg" in
Zeeland mislukt. De voltoohng van
het drama.
Zoo waren dan de ballingen uit de 18
schepen aan wal gestapt. Een later geschied-
schrjjver zegt hiervan: ,,Zij stapten aan
wal. Het waren alien menschen, kloelc van
lichaamsbouw, eenvoudig van voorkomen,
met harten warm kloppend voor God en
Zijn Zoon. Dit was echter een zeer onjuiste
voorstelling en de geschiedkundige Maclaine
Pont beschrijft ons de werkelijkheid wel
anders. Dit getuigenis wijkt nog al iets af
van het bovenstaande, als daar wordt ge
zegd: ,,Zij waren verwilderd, en er waren
vele ouden, kleine kinderen, zwakken en ge-
brekkigen, ja er waren veel cretins onder en
zij waren besmet met een besmettelijke huid-
ziekte. Hiervan is nog in Zeeuwsch-Vlaan
deren het spreekwoord over: ,,De Fran
schen hebben het geld in het land gebracht,
de Salzburgers de schurft". 't Is jammer,
dat dit getuigd moest worden, maar het is
de waarheid der Historie, die door de Archie-
ven worden gehandhaafd.
En wat de bergbewoners aangaat, voor
hun hooggespannen verwachting zij meen-
den een aardsch paradijs te vinden moest
de aanblik van het land een teleurstelling
zijn. Nog was de strijd tusschen land en
water op verre na niet beslist, nog had het
water op vele plaatsen de overhand. Het
land was laag en moerassig, doorsneden
met geulen, kreken en plassen. De Zeeuwsch-
Vlaamsche kleiwegen waren met den winter
onbegaanbaar. Ook vonden zij niet in Groe-
de's omtrek wat zij hoopten. Men had hun