Ter Neuzensche Courant Vierde Blad Door Zeeimscli-Viaanderei) in't Vsrloden BIJtNEWLASU). BUITE9L1HD Woensdag 25 Nov. 1931. No. 3764 VERMINDERING DER OORLOGS- SCHULDEN VAN HET NATIONAAL CRISIS-CO.MITe. In de Tr6ves-zaal te 's Gravenhage werd Maandagmiddag het nationaal crisis-comite gemstalleerd. Door H.K.H. Prinses Juliana werd daarbij de volgende rede gehouden Het is mij een groot voorrecht, op dit oogenblik een woord te mogen spreken bij den aanvang van liet werk van het Nationaal Crisis-Ccmitd: U hartelijk welkom te heeten, en tevens door middel van de radio in ruimen kring, de hoofdzaak vein ons werk mede te deelen. Het nemen van het initiatief tot de uitvoe- ring van dit nationaal opgezette plan liet mijn Moeder over aan miij': ik stel het ten zeerste op prijs, Haar in dezen drukken tijd ter zijde te mogen staan, door dit op mij te nemen. Een blijk van daarom niet minder groote be- langstelling gaf mijn Moeder onder meer door zicli als Beschermvrouwe aan dit Comit6 te verbinden. Ik ben zeer verheugd, U alien hier te mogen begroeten en dank te zeggen, dat U in het Comite wel zitting hebt willen nemen. Door uw rijke ervaring en uw persoonlijkheid en voor het grootste aantal der leden door uw vertegenwoordigen van belangengroepen, met wier organisaties wij samenwerking zoeken, is een Comite gavormd op breede basis, dat het vertrouwen zal wekken. Bijzondere gevoelens van erkentelijkheid moge ik hierbij uitspreken jegens U, mijnheer Van Citters, in wiens waardige handen het voorzitterschap berust. Het was een reden tot groote vreugde, toen U verklaarde, dat U deze zware en verantwoordelijke taak op U wilde nemen. Heeds heeft U het Comite vei- lig door de moeilijke eerste phase heen- gebracht die der oprichting. De groote nood maakt zijn bestriding tot een groote noodzaak. Ons doel is aldus omschreven: ,,Het lenigen, zooveel mogelijk in samenwerking met be- staande corporaties, van individueelen nood, welke het gevolg is van crisis, ook in geval- len waarin die corporatie3 niet of niet in vol- doende mate kunnen voorzien. Wij doen daar- mee een beroep op de bestaande corporaties: op him welwillende medewerking en op hun organismen. En wij bieden hun hulp aan voor hun verzwaarde taak. Ons streven is in de eerste plaats naar de individueele behoefte gericht, dus daarheen, waar de nood persoonlijk geleden wordt, of steun ontbeerd. Of wij nog op ruimer basis kunnen gaan werken, zal de ondervinding weldra uitwijzen, als blijkt welke middelen ons ten dienste staan. Wij' beleven thans een periode van mate- rieelen zoowei als van moreelen druk. Het comiW zal, wat deze laatste betreft, zeker de gevaren niet uit het oog verliezen, die voort- komen uit het teveel aan vrijen tijd, dat huns ondanks voor velen bestaat. Het blijkt velen nu haast niet meer doenlijk, misschien in de eerste plaats den jongeren, hun tijd te be- steden op een manier die hunner waardig is. Wij zullen hieraan tegemoet moeten komen, door het brengen van nuttige ontwikkeling en sympathieke ontspanning te steunen. Moge op haar beurt de toekomst daar de vruchten van plukken. Het comit6 zal, lettend op de verseheiden- heid van den nood, en op de verschillende vormen waarin hy in deelen van het land voorkomt, met groote soepelheid moeten wer ken en zal vrijheid moeten hebben, om, on danks breede samensteUing, zich zoo noodig nieuwe leden toe te voegen. Evenwel in hoe- verre het comite zijn doel zal naderen of be- reiken, is afhankelijk van de geldel'gke mid delen, die het daarvoor ontvangt van de land- genooten. Wij alien voelen in tijd van nood of van vreugde saamhoorigheid en het zal ons per soonlijk ieder een voldoening zijn, door een daad ons medeleven te kunnen uiten in den nood van het oogenblik. Wij- mogen door de algemeene ongunstige omstandigheden, al- licht geen groote gaven verwachten. Maar wij rekenen uit, hoe juist de kleine en de kleinste giften, te samen opgeteld een som zijn, die, geconcentreerd in de hand van dit Nationale Comity, een machtig middel is om op het groote terrein van zijn arbeid met hulp gereed te staan. In ons land wordt altijd ruim gegeven wanneer ergens geleden wordt. Nu zullen alien die zich nog iets ontzeggen kunnen het waarschijnlijk des te liever doen, waar zjj het met eigen oogen in eigen omge- ving overal noodig zien, allicht naast de eigen deur. Mochten zij, die schroom ge,voelen voor het ontvangen van hulp, verstaan, hoe de buitengewoon ernstige omstandigheden het geven tot een buitengewoon groot genoegen maken. Wanneer het Comity zich geroepen zal voelen tot het verleenen van steun in natura, zal het met het afnemen dier producten, naar de mate van zijn koopkracht, een brug te meer trachten te slaan van de overpro- ductie naar de onderconsumptie en zal pogen daarvoor het punt uit te zoeken, dat voor beide oevers het meest deugdelijk is. Het ligt in zijn karakter, zich daarbij te bepalen tot het kiazen van producten van eigen bodem's nijverheid en op die wijze mede te werken tot het veroorzaken van normalen arbeid binnen nationaal verband. Aan het Comity blijve de wijze van werken en werkverdeeling zelf te regelen. Ten slotte verklaar ik thans dit Comite ge'installeerd, en eindig met het uitspreken van den wensch, dat het Nederlandsche volk het vertrouwen moge schenken en door daad en gezindheid zijn arbeid, die dezen middag zal worden aangevangen, steunen. Hiema hield de voorzitter van het Comite. jhr. S. van Citters, een uitvoerige rede, waar in hij de crisis uiteenzette. Hij zeide, dat de dag van heden een licht- punt zal blijven, wijl daadwerkelijk tot uit- voering wordt gebracht, het zoo schoone initiatief door Prinses Juliana genomen, om te komen tot verzachting van leed, tot leni- ging van nood aan diegenen, welke het hardst getroffen worden, doordat het noo- digste dreigt te gaan ontbreken ©m in on- misbare behoeften voor zich zelf en gezin te voorzien. Ik moet op e£n punt het licht laten vallen, ook al moge dit hier en daar teleurstelling brengen. Uit talrijke bereids door mij ont vangen brieven is mij gebleken, dat de voor- stelling bestaat, alsof dit comite geroepen zou zijn in den minsten zin allerlei geldelijke gevolgen vian de crisis weg te nemen. Het verschaffen van werk, liefst een vaste betrek- king, aan ontslagenen, het fourneeren van be- drijfskapitaal, het doen van opdrachten bij wijze van werkverschaffing, het vereffenen van schulden, het verstrekken van hypotheek, ziedaar slechts enkele aangelegenheden waar- voor men bij dit comite uitkornst zou willen vinden. Kortom men draagt de illusie met zich, alsof in dit comity het middel ware ge- vonden om de financieele lasten door crisis opgelegd van anderen af te wentelen en op zich te nemen. Wie zoo groot van dit comite denken, zulien niet dan teleurgesteld uitko- men. Maar al zullen vele wenschen onvervuld moeten worden gelaten, het veld van arbeid blijft er niet minder ruim om en is zelfs niet gemakkelijk uit te meten. Hoever het comitd zal kunnen gaan, hangt in de eerste plaats af van onze landgenooten. Organiseeren en steunen ziedaar ons doel. Maar steun verleenen bestaat niet in woor- den. Het is aan onze landgenooten ons in staat te stellen den wil in daden om te zetten. Straks zal een oproep om geldelijken steun worden gepubliceerd. Het behoeft niet gezegd te worden, dat de tijden niet gunstig zijn om te geven. Zeker, die tijden zijn niet gunstig daarvoor, indien men dit zdo verstaat, dat hst geven kan geschieden zonder dat het daad werkelijk opoffering vraagt; maar dit staat vast, als alien, die wat kunnen missen gevers worden, dan zal kunnen worden beschikt om hier kopimer en gebrek te lenigen, daar om voor ondergang te behoeden. Als ik reken, dat er in het Rijk in Europa acht millioen inwoners zijn, ;en ik aanneem, dat een vierde of twee millioen absoluut niet in staat is iets bij te dragen, zou het dan voor die zes millioen overblijvehden te veel zijn, om dooreen eens 6en cent zegge een cent per week voor zich zelf en voor ieder hunner niet-verdienende gezinsleden te besparen dat zou maken zestig duizend gulden per week, of ruim drie millioen gulden in twaalf maanden, en dan zijn er nog velen, die meer kunnen en zeker ook zullen geven. Als men ziet hoeveel er dagelijks voor ver- maak en genot wordt uitgegeven men raadplege b.v. de opbrengsten van vermake- lijkheidsbelasting en van die op sigaren en sigaretten, zou daarnevens dan niet iets kun nen worden terzijde gelegd, om anderer nood te lenigen, terwijl er dan nog genoeg voor vermaak, althans voor gepast vermaak zou overblijven. Landgenooten, uw gaven mogen allereerst uiting zijn van medegevoel, van naastenliefde, van christenplicht, maar daarnaast behooren ze ook uiting te zijn van het besef, dat het een groot nationaal belang is, om ons volk als geheel genomen, zoo ongerept mogelijk door de crisis heen te helpen, opdat het, wan neer weer betere tijden aanbreken, het mo- reel en physiek ongebroken en allicht door lijden gelouterd, een nieuwe periode van voor- spoed moge tegemoet gaan. De firma de Gruyter stelt honderdduizend gulden aan levensmiddelen ter beschik- ldng. Ik wanhoop niet dat steun zal uitblijven en aangenaam is het mjj hier te kunnen mede- woningen, kleeding en spijs beloofd, bene- vens vrije Godsdienstbeoefening en onder- wijs voor him liinderen, maar deze beloften legden zij op hun eigen wijze uit. Zij1 ver- wachtten bij elkander te zullen wonen en na al het zwerven onder vreemden, eindelijk een eigen thuis te zullen vinden, met den predikant Fischer, dien zij hadden liefgekre- gen, in hun midden. In ddn woord zij wilden een „nieuw Salzburg" in Zeeland hebben. Maar, zooals wy reeds aanstipten, er wa- ren nog geen woningen en overal werden nu de Salzburger ballingen ondergebracht. Groede kreeg het leeuwenaandeel, maar Cadzand, Schoondijke, Zuidzande, Oostburg, Nieuwvliet, bergden er ook geen geringe ge- talen. Dit was dus de eerste tegenvaller voor de ballingen. Geen woningen vooralsnog maar inkwartiering. Het was echter een inkwartiering onder de vaderlyke zorg van de Heeren van het Vrije van Sluis. Zelf gingen zij persoonlijk rond en stelden orde op zaken. In het dorp Groede leeft nog de herinnering aan hun bezoeken, bij overlevering voort. Een der boeren had aan een Salzburger bailing, die hij „geloot" had, een „slegt loge- ment" gegeven. Dit werd ter kennis van de Heeren van het Vrije gebracht en dezen togen er dadelijk op uit, om een onderzoek in te stellen. De klacht bleek waar te zijn. Toen had er, zoo verhaalt Pont, bij het eindigen der kerkdienst een tooneel plaats dat nog van geslacht tot geslacht oververteld wordt. De boer werd geroepen en voor de kerk- deur, in het midden der Gemeente gesteld en anderen ter Exempel" het verkeerde van zijn gedrag onder het oog gebracht. Tevens werd hem nauwkeurig beschrever^ hoe hij volgens zijn Christenplicht den verjaagden en vervolgden broeder had te behandelen. Nauwkeurig werd oak door de Heeren van het Vrije nagegaan, wie in zijn eigen onder- houd Icon voorzien en dus geen behoefte aan directe hulp noodig had. Intussehen was in Nederland bekend geworden, wat daar in Zeeuwsch-Vlaanderen ging gebeuren. Het volk I deelen, dat de firma de Gruyter te 's Herto- genbosch, door tusschenkomst van den burge-- meester dier gemeente, ter beschikking van het comite stelt honderdduizend bons, elk ter waarde van 6en gulden, welke in haar ver schillende in Nederland gevestigde winkels tegen levensmiddelen kunnen worden inge- ruild, voorwaar een grootsch niet alledaagsch gebaar, waarbij commercieel belang op geluk- kige wijze in dienst van practische steunver- leening wordt gesteld en waarvoor een woord van hulde en dank hier zeker niet misplaatst is en gaarne wordt geuit. Landgenooten, schenkt aan dit comite de middelen om zijn 'taak onbekrompen te mogen vervullen; schenk het de dubbele vreugde van veel te ontvangen om veel te kunnen geven; denk u goed in dat honderden handen zich om hulp zullen uitstrekken, stelt het.,comity in staat de helpende hand te bieden en smaakt daarbij voor u zelf de voldoening om door uw gave te moge zeggen: „die helpende hand was ook mijn hand". Medeleden. Ik acht het een groot voorrecht, dat wij hier bijeen zijn, als vrouwen en man- nen van zeer uiteenloopende beginselen, ook allicht van opvattingen, omtrent de beste en meest aanbevelenswaardige wijze van steun- verleening. De meesten onzer staan in het voile maatschappelijk leven en een rijke schat van ervaring zal hun ten dienst staan. Aan veelheid van beschouwing, aan het voordragen van uiteenloopende stelsels, zal het in ons midden niet ontbreken; ons stre ven zal moeten zijn die veelheid van denk- beelden, zooveel mogelijk tot zoodanige een- heid te brengen dat doeltreffend werken mo gelijk wordt; ieder zal daarbij wel wat prijs moeten geven van wat eigen opvatting als het beste heeft leeren aanzien; ook in dit opzicht zullen persoonlijke offers wel moeten worden gebracht. Als voorzitter zal ik er ernstig naar stre ven, 'ieders zienswijze geleg'enheid te geven tot uiting te komen, elk denkbeeld naar eigen verdienste te beoordeelen. Het vertrouwen, dat gij mij bij voorbaat geschonken hebt, om onder mijn voorzitter schap in dit comite zitting te nemen legt op mij een verantwoordelijkheid waarvan ik de zv/aarte ten voile besef. Schenk mij ook bij de uitvoering onzer taak uw steun, medewerking en vertrouwen, dan zullen we iets tot stand kunnen brengen tot hoil van heel het volk. En naast en boven deze vraag, zoo eindigde spr., rijst mij uit het diepst van het hart de bede, dat God op dit werk Zijn onmisbaren zegen moge schenken, dat Zijn Geest ons leide en dat dit werk voleindigd moge worden Zijn naam ter eer. BEZUINIGING BIJ DEFENSIE. In 1032 zouden bij de landmacht voor her- halingsoefeningen aan de beurt zijn de lich- tir; 1929 n age no eg in haar geheel en verder in hoofdzaak de lichting 1927, alleen voor zooveel de infante: :e en de ziekendragers be treft en de lichting 1926 met uitzondering van de infanterie en de ziekendragers. De Regeering heeft in de memorie van ant- woord nopens de Defensiebegrooting de mede- deeling gedaan van ha- r voornemen om de herha.ingsoefeningen, werne in 1932 zou-den worden gehouden, voor het meerendeel der dienstplichtigen te verschuiven tot 1933. In 1932 komen d a voornamelijk diegenen voor herhalingsoefen.ngen in we. ktiijken dienst, voor wie de verschuiving om wettelrjke rede- nen bezwaar op'.evert, alsmede de dienst plichtigen, die in 1931 hadden moeten op- kemen, doch uit3tel verkregen tot 1932. Dien- tengevolge zullen in 1932 voor herhalings- oefeningen uitsiuitend behoeven op te komen de dienstplichtigen van de landmacht van de lichting 1926, behoorende tot de wielrijders, den motordienst, de artillerie, waarondcr bc- grepen de treinafdeeling, de genietroepen, da pontonniers en torpedisten, de huzaren en de intendancetroepen, en verder z., aan v/ie uit- stel tot 1932 werd verieend. Bij de infanterie zijn het derhalve alleen een aantal uitstel-genietenden, die in 1932 voor herhalingsoefi ningen moeten opkomen. Het ligt in de bedoeling om ook voor de zeemacht een dergelijken maatregel te treffen. In 1932 zouden voor herhalhrgsoefeningen moeten opkomen de dienstplichtigen der zee macht van de lichting 1929, of, voorzooveel de kustwachters betreft, van de lichting 1928. Hun op'komst wordt in haar geheel verscho- ven tot 1933. Wel echter zullen bij de zee macht, evenals bij de landmacht, moeten op komen de in 1931 voor herhalingsoefeningen opgeroepen dienstplichtigen, die uitstel tot 1932 hebben gekregen. De Regeering stelt zich voor, in 1933 en vol gende jaren de herhalingsoefeningen regel- matig te doen plaats hebben, met dien ver- stande, dat bij de meeste onderdeelen vaa leger en vloot de dienstplichtigen elke her- halingsoefening of een der herhalingsoefenin gen een jaar later vervullen dan tot dusver. en tallooze predikanten en Kerkeraden vonden dit een schoone daad en overal collecteerde men voor de ballingen. In een morgenkerk- dienst te Amsterdam bracht de. collecte twin- tig duizend gulden op, welk geld ter beschik king van de Heeren van het Vrije werd ge steld. De Hoofdstad, die al zooveel voor ver volgden en verdrevenen gedaan had, nam ook deze Salzburgers onder haar machtige be- scherming. Maar deze ondersteuning hoe krachtig ook was op verre na niet vol- doende. De Zeeuwen hadden gemeend, dat zij volstaan konden met de nieuwe broeders en zusters op volledige wijze in hun huishouden te zetten, en hen dan, desnoods met nog een flinke som gelds voor den eersten tijd als het werk nog schaars was aan hun lot konden overlaten. Zij hadden zich echter in hun goedmoedige bedoelingen misgerekend. Voor deze verzwakte menschen was het ver- schil van land en arbeid te groot. Het werk in de zout- en goudmijnen, in de metaalsmel- terijen eischte geen mindere, maar andere krachten, dan de landbouw in de zware klei. De Salzburgers, hoezeer zij ook in den om- trek van Sluis ronddoolden, konden maar niets ontdekken, wat ook maar eenigszins op „.Salzburgsche toestanden" geleek. Bij de Heeren van het Vr'je kwamen zij om berg- werk vragen, maar deze Heeren wisten hun dit natuurlijk ook niet te verschaffen. Allerlei plannen werden gemaakt, om de teleurgestel- de en moedeloos wordende broeders en zusters te helpen. Er werd een wolfabriek opgericht, die dan meteen het aanfokken van schapen in de hand zou werken. Het was voorzeker een goede zaak, die later blijken zou levens- vatbaarheid te hehben. In dien eersten tijd moest zij echter mislukken. Maar nu zou er nog iets anders bijkomen, die de Salzburgsche zaak tot een droevig drama maakte. Nauwelijks was de zomer in het land of de toenmalige Zeeuwsohe koortsen begonnen te heerschen, een landziekte, die toentertijd na tuurlijk het eerst den vreemdelingen aanviel en het Zeeuwsche land in oorlogstijd, bij in- Naar uit Wa.-.hington, gemeld wordt heeft het departement van buitenlandsche zaken aan het Amerikaansche gezantschap te Parijs een memorandum toegezonden, waar in het standpunt der Vereenigde Staten, ten aan zien van een vermindering der oorlogs- schulden en herstellingsbetalingen, uitvoerlg wordt uiteengezet. Dit memorandum wordt beschouwd als een aanvulling op hst officeele communique van de besprekiiigen tusschen Hoover en Laval. Naar vernomen wordt, wordt in het memo randum verklaard, dat de Vereenigde Staten bereid zijn toe te stemmen in een verminde ring der oorlcgsschulden, als men het in Europa eens geworden is over de herst&l- betalingen. Dit memorandum is afgezonden, nadat in Washington officieel bericht was ontvangen, dat het sluiten van een overeenkomst tus schen Frankrijk en Duitschland inzake een herziening van de herstelkvvestic, aanstaan- de is. Naar verluidt is Amerika de meening toe- gedaan, dat de oorlcgsschulden en herstel- betalingen afzonderlijk behandeld moeten worden, daar het Congres slechts een vermin dering der oorlogsschulden zou hebben goed te keuren, doch met de herstelbetalingen niets te maken heeft. Dit beteekent evenwel niet, dat de houding van het Oongres niet be- invloed zal worden door de nieuwe overeen komst inzake de herstelbetalingen. VERORDENINGEN TER HANDHAVING VAN DE ORDE IN PRUISEN. De officieele Pruisische persdienst publi- ceert het besluit en twee politieverordenin- gen van den Pruisischen minister van binnen- landsche zaken ter beveiliging van orde en rust. In het besluit verzoekt de minister den politie-autoriteiten vergaderingen, waarin ook maar op de meest bedekte wijze opgewekt wordt tot gewelddadigheden onmiddellijk te ontbinden en vergaderingen, waarbij vooral door de persoon van den spreker bezorgdheid tot dergelijke vergrijpen bestaat van te voren te verbieden of alleen toe te staan onder ver- bod van optreden van dergelijke sprekers. De eene politieverordening behandelt het onmiddellijke verbod van afgifte van houw- en steekwapenen aan personen onder 20 jaar. Zekere uitzonderingen zijn toegestaan. Niet opvolgen van deze verordening wordt ge- straft met een boete tot 250 mark of 2 we- ken hechtenis. Volgens de tweede verordening zijn veld- dienstoefeningen e.d. en voorbereidingen daar- toe, benevens alle marschen in de open lucht verboden. Uitgezonderd zijn van overheidswege inge- stelde betoogingen en marschen van perso nen op kinderleeftijd. Niet opvolgen wordt ge- straft met boete tot 150 mark of hechtennis tot 3 weken. EEN STEUNPUNT IN DE IJLTE. Het staat nu vast schrijft de N. R. Crt. dat de commissie van advies, van de internationale bank te Bazel, waarom Duitsch land in alien vorrn volgens de bepalingen van het plan-Young lieeft gevraagd, op 7 Decem ber zal bijeenkomen. Men kan die commis sie haar taak niet benijden. Want van haar werk worden nu eenmaal resultaten ver- wacht. Loopen de dingen verder verkeerd, dan kunnen haar leden op zijn minst een schijn van mede-verantwoordelgkheid moeilijk ontgaan. Zoo is het nu eenmaal, wanneer men als raadgever in een bij uitstek moeilijk geval betrokken wordt. De taak van de commissie is zoo bijzonder netelig omdat zij niet alleen te maken heeft met de bezwaarlijk oploabare financieele prc-blemen die het geval op ziehzelf reeds biedt, maar vooral ook door de politieke ver- wikkelingen, de behoefte aan struisivcgel- beleid, het dooreenloopen van allerlei bevoegd- heden en onbevoegdheden, welke aan de kwestie vastzitten. Ten eerste is er het grondprobleemhet gebrek aan middelen tot betaling, waaronder de Duitsche regeering lijdt, verder de onmo- gelijkheid, zelfs als die middelen nog uit den belastingbetaler te persen waren, om ze in vreemd geld naar het buitenland over te brengen. Wij constateeren slechts: Volgens haar verslag van 7 Juli 1931, toen de crisis in Duitschland reeds in vollen gang was, be- zat de Duitsche Rijiksbank aan goede dekking, goud en buitenlandsche wissels, ruim 43 pCt. van haar circulatie aan bamkbiljetten. Deze dekking, waarmede men sedert dien, dank zij heel buitengewone beschermende maatregelen, voorzichtig heeft kunnen omgaan, is toch ge- leidelijk afgebrokkeld, zoodat zij volgens den bankstaat van 15 November niet meer ten voile 25 pCt. bedraagt. Dit ondanks mora- vallen van Spanjaarden, Franschen en Engel- j schen, zoo vaak tot een geweldig beschermer i is geweest. Het Vrije van Sluis was laag en moerassig Voor de bewoners van de hooge bergstroken [was derhalve de overgang veel te groot. Zulk 'een koorts was in hun bergstreken gansch onbekend. Hopeloos, zonder verweer, stonden zij derhalve aan de besmetting bloot. Met het optreden der Zeeuwsche koorts neemt de Salzburgsche Pelgrimage een dra- I matische vorm aan. Het was alsof de Pest I was uitgebroken. Een angst greep de Salz burgers aan. Wij zelf weten het wel, wat een zorg in Holland ontstond toen de Alastrim haar intrede deed, die door Gods gunst ge- keerd werd. Maar hier stonden ruim 700 menschen wanhopig te worstelen met de ziekte, die zij niet bestrijden konden. In IJzendijke vielen de meeste slachtoffers, maar de Zeeuwsche koortsziekte woedde overal. Met onverbiddelijke cijfers toonen de Archiefrapporten de ellende aan, die toen door deze ballingen is doorgemaakt. Geen pen is in staat, die naar waarheid te be- schrijven. De ballingen verloren alien moed. Weenend liepen zij, met de koortsgloed in de leden, door de dorpen. Sommigen liepen van het eene dorp Groede naar het andere te Cadzand of Nieuwvliet, om een plaats te vinden waar zij de Zeeuwsche koorts konden ontloopen, roepende, dat zij gehoopt hadden hier een Vaderland te vinden en nu niets vonden dan een onbekend graf. Het ergste was, dat de koorts bij voorkeur mannen en vrouwen in de kracht van hun leven aan- tastte. De bevolking van Groede en om- streken die natuurlijk niet vatbaar was voor deze koorts, een enkele uitzondering daargelaten, zag met groote weemoed dit aan- grijpend gebeuren aan. Men stond er mach- teloos tegenover. De Heeren van het Vrije legden lijsten aan, en toen alles opgeschreven was, zag zij met groote droefheid het hope- looze van de Salzburger ballingen in. Deze lijsten met aanteelceningen, worden nog heden torium, ondanks ,,Stillhalten" enz. en on danks het feit, dat de circulatie aan papier niet heel sterk is toegenomen. Hoe zal men onder die omstandigheden iets positiefs kunnen doen met het drukkend pro- bleem der schadeloosstelling, dat door zijn voortbestaan niet slechts op de toekomstige geldmiddelen van Duitschland bij voorbaat een fnuikenden druk uitoefent, maar tevens op iedere tegenwoordige mogelijkheid van cre- diet? De voomaamste vraag die de commissie moet worden voorgelegd, ook al hoort zij formeel niet tot haar onmiddellijke bevoegd- heid, is: Hoe krijgt men Duitschland weer vlot hoe krijgt men beweging in zijn oecono- misch en financieel leven zonder het voor het rijk zelf en de heele buitenwereld noodlottige middel van een schrappen van een deel zijner particuliere verplichtingen tegenover het bui tenland? Dat er van vlot komen bij gebrek aan alle crediet geen sprake kan zijn zoolang Frankrijk vasthoudt aan de prioriteit van de betalingen voor schadeloosstelling, lijkt ons onbetwist'baar. Over den theoretischen kant van dit vraagstuk hebben wij reeds geschre- ven; practisch kan men zeggen, dat er geen cent crediet voor Duitschland te krijgen zal zijn als men weet, dat ieder nieuw crediet slechts een zooveelste hypotheek zal zijn op het reeds zwaar met hypotheken overbelaste Rijk. Voor er opbouwend werk kan geschieden moet in dit vraagstuk helderheid worden ge bracht. En daar zal de commissie reeds on middellijk op politieke bezwaren stuiten. Dat echter is slechts het begin van de moeiLijkheden. Adviseert de commissie tot een aanzienlijke verlenging van het moratorium voor herstel betalingen in den tegenwoordigen vorm, dan beteekent dit het vormen van een ontzaglijken, nieuwen schuldenlast voor Duitschland, die zou moeten worden afbetaald zoodra er weer lucht komt, en die daarom geen hoop op de toekomst zou laten noch voor de Duitschers zelf, noch voor hun tegenwoordige en toe komstige schuldeischers, als zij deze laat- sten nog zouden kunnen vinden! Het werk van de commissie is bij voorbaat vergeefsche moeite als zij niet de vrijheid krijgt het probleem van de „stilgehouden" particuliere schulden zonder voorbehoud onder de oogen te zien. Dit probleem is te lastiger, omdat het niet bij overeenkomst tusschen staten te regelen valt. En, zooals gezegd, iedere poging tot oplossing vindt vooralsnog den onverbiddelijken eisch van Frankrijk als hindemis op zijn weg. Geeft Frankrijk clien eisch op, dan is het meteen met de kwestie der schadeloosstelling gedaan. En zeer stellig zal Frankrijk en wij kun nen dat begrijipen dit nooit doen, tenzjj Amerika eerst afstand heeft gedaan van zijn eischen op den Franschen staat. Tenslotte zij er dan nog de moeilijkheden die het voorwerp van het onderzoek, Duitsch land zelf, politiek, financieel en oeconomisch biedt. Men zal toegeven, dat het lastig is daar een houvast voor optimisme te vinden. Als een nieuwe Archimedes zal dus de commissie in de ijle leegte rondturen naar een vast punt, als steun voor haar hefboom, waarmede zij dezen keer de wereld niet uit haar as, maar in haar as moet lichten. Zal zij iets vinden? Ons dunkt, heelemaal ijl is die ruimte toch niet. Daarin bevindt zich het ontzaglijke saldo van de Duitsche handelsbalans, dat thans volgens het gemiddelde der laatste maaaden, meer dan 4 milliard mark per jaar moet bedragen. Waar blijft dat, wat ge- schieat ermede Hoe is het mogelijk, dat hyi een dergelijk betalingsoverschot en ondanks de strenge bepalingen de Rijksbank langzaam maar zeker lens loopt? Niet slechts staan de Duitsche regeering thans op dit punt bijzondere bepalingen ten dienste, waartoe zij heel laat besloten heeft, maar ook verder nog is zij in dit opzicht in een uitzonderlijk sterke positie. De banken hangen van haar genade af, en daardoor thans ook de nijverheid. Briining zelf heeft er in den Rijksdag een toespeling op gemaakt dat de grootste industrieelen zelfs, hem als smeekelingen heel goed weten te vinden. Zou h'j dan volstrekt geen markt bezitten om den veideren al te weligen groed van Duitsche credieten in het buitenland, die een ongeluk zijn voor het Duitsche volk en zijn solventie, te beknotten? Zooals gezegd, heelemaal jjl lijkt ons de ruimte toch niet. SC IIRIKWL'KKENDE CIJFERS. Het congres van de Kwomintang te Nan king houdt zich tegenwoordig bezig met de bestrijding van de communistische beweging in zes provincies. De vertegenwoordigers der autoriteiten dezer provincies moeten verklaard hebben, dat in de laatste jaren in totaal twee millioen menschen zijn vermoord en dat voor twee milliard Mexicaansche dollars schade is aangerich't. Men moet voornemens zijn in deze provincies militaire maatregelen te nemen. Het zijn Kiangsi, Hoepei, Hoenan, Honan, Foekjen en Ngan-wei. trouw bewaard, als Historische documenten. Daar leest men o.a. Andreas Ecker 10 personen allemael sieck. Eva Brandnerin ongetrouwd sieck. Andreas Offner vijf personen drie sieck. Zacharias Groeber ongetrouwt sieck. Andreas Offner verder. Zulk een lijst van „siecken" grijpt u diep aan, juist door haar eentonigheid. Daar vielen de eerste slachtoffers der Zeeuwsche koorts onder de ballingen, waar- door de Heeren van het Vrije genoodzaakt waren, een ,,Tottenbuch" aan te leggen en daarin alles te vermelden. Als men de stukken in het archief naziet, en dit doodenboek doorleest, dan is het voor zeker een onafzienbare begrafenisstoet die voorbij trekt, zich verliezend in de vale mist. Hoeveel rekeningen zijn er niet, die tot leve- rantie hebben „een kist voor een Emigrant"; een doodkist voor een Salzburger balling enz. Telkenr-; en telkens weer werden graven ge- dolven en de Salzburgers verzonken in een vergeten graf in den Zeeuwschen grond. Niet minder, zegt Maclaine, zjjn ze helden ge weest, niet minder hebben zij geleden voor hun geloof, dan de velen die ten aanzien van de groote schare, jubelend onder martelingen ten hem el gingen. Maar deze vielen zonder eer, gesloopt door de ziekte zonken zij in het stille graf. De ballingen verpleegden elkaar zoo goed zij konden. Met lippen bevend van de koorts, met leden half verlamd door het gif, dat met iederen ademtocht naar binnendrong, ver- zorgden deze menschen elkaar, totdat zij zelve niet meer konden en ook daarna legden zij zich neder en stierven in het geloof, dat zij hun leven gaven voor Gods heilige rechtvaar- dige zaak. Degenen, die nog overgebleven waren, be- grepen maar al te goed, dat wanneer zij hier bleven, ook hun lot spoedig beslist zou wor den. Zij begaven zich naar de Heeren van het Vrije en smeekten om schepen, teneinde Z.- Vlaanderen te kunnen ontvlieden, om ergens anders een Vaderland te zoeken. (Wordt vervolgd.) (Alle vragen, opmerkingen etc. te zenden aan den heer A. M. WESSELS, Historicus te Goes, die deze rubriek zal verzorgen.) VI. Het ideaal „Een klein Salzburg" in Zeeland mislukt. De voltoohng van het drama. Zoo waren dan de ballingen uit de 18 schepen aan wal gestapt. Een later geschied- schrjjver zegt hiervan: ,,Zij stapten aan wal. Het waren alien menschen, kloelc van lichaamsbouw, eenvoudig van voorkomen, met harten warm kloppend voor God en Zijn Zoon. Dit was echter een zeer onjuiste voorstelling en de geschiedkundige Maclaine Pont beschrijft ons de werkelijkheid wel anders. Dit getuigenis wijkt nog al iets af van het bovenstaande, als daar wordt ge zegd: ,,Zij waren verwilderd, en er waren vele ouden, kleine kinderen, zwakken en ge- brekkigen, ja er waren veel cretins onder en zij waren besmet met een besmettelijke huid- ziekte. Hiervan is nog in Zeeuwsch-Vlaan deren het spreekwoord over: ,,De Fran schen hebben het geld in het land gebracht, de Salzburgers de schurft". 't Is jammer, dat dit getuigd moest worden, maar het is de waarheid der Historie, die door de Archie- ven worden gehandhaafd. En wat de bergbewoners aangaat, voor hun hooggespannen verwachting zij meen- den een aardsch paradijs te vinden moest de aanblik van het land een teleurstelling zijn. Nog was de strijd tusschen land en water op verre na niet beslist, nog had het water op vele plaatsen de overhand. Het land was laag en moerassig, doorsneden met geulen, kreken en plassen. De Zeeuwsch- Vlaamsche kleiwegen waren met den winter onbegaanbaar. Ook vonden zij niet in Groe- de's omtrek wat zij hoopten. Men had hun

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 13