ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADYERTENTIEBLAD VOOR ZEEUW8CH-VLAANDEREN.
EEN DAG RIDDER
Eerste Blad.
No. 8752
VRIJDAG 20 NOVEMBER 1931
71 e Jaargang.
De Oogen
van den Eeuwigen Broeder.
FEU ILL ETON.
BINNENLAND.
HEERENBAA!
23)
DE TWEEDE KAMER OVER BEPERKING
VAN DEN INVOER.
vANVAlKEnBURG'S--
■•iLLVtRTR
Vraaa n iet,, Jriesche Heerenbacu "maat
ABONNEMENTSPRTJSBinnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
CitgeefsterFirma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen vermlnderd tanef, hetwelk op aanvraag
verkrrjgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de ultgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
ii.
Den volgenden morgen werd Virata,
door niemand herkend, op een veld buiten
de stad gebracht, en gegeeseld. Toen de
slag, die hem trof de eerste keer zijn rug
raakte, schreeuwde hij luid. Maar verder
perste hij zijn tanden op elkaar. Bij de
laatste slagen werd het donker voor hem,
en zij droegen hem tenslotte weg als een
dood dier.
Toen hij in zijn eel lag uitgestrekt, ont-
waakte hij weer, en het was hem alsof hij
nu met zijn rug in het vuur lag. Maar om
zijn slapen was het koel, hij voelde, dat er
een hand over zijn haar streek, en dat
deed hem goed. Het was de vrouw van
den portier, die naast hem stond en die
hem heel zorgzaam de slapen wiesch. Hoe
verkwikte hem dit bewijs van mede-
lijden. Het was, alsof hij zijn pijn niet
meer voelde. Den tweeden dag kon hij al
weer overeindkomen, en den derden dag
keerden zijn krachten terug. Nu zat hij
maar stil neer, er was hier, in deze diepe
duisternis, geen verschil tusschen dag en
nacht. Niemand sprak hem aan, en toch
lag er een groote zegen in deze stilte en
dies,
eenzaamheid, want alles, wat hij vroeger
in gedeelten doorleefd had, stroomde nu
als t ware samen.
Met den dag werd Virata's oog helder-
der, en ook binnen in hem werd het lich-
ter. Alle angst uit het verleden verdween,
er kwam thans een groote bevrijding over
hem. Achttien dagen en nachten gingen
zoo voorbij, en toen, opeens, maakte zich
'n groote zorg van hem meester: als nu de
gevangene, dien hij verlost had, eens on-
trouw werd en zijn eed eens vergat, zoo-
dat hij hier zou moeten blijven liggen
duizenden dagen, misschien wel tot zijn
dood toe! Het was alsof nog een keer
zijn wil om te leven op hem aansprong.
Hij dacht nu niet meer aan God, hij kon
niet meer aan God denken, hij dacht
alleen maar aan zichzelf, aan zijn vrouw
en kinderen, huis en have. Vreeselijk was
het om te moeten denken, dat die andere
hem zou vergeten, het was alsof de stilte
hem worgde, hij ging klagen en vloeken.
Hij sprong met zijn schedel tegen de deur,
tot hij bedwelmd ter neer viel, en toen
hij bijkwam, leek hij op een dolle rat, die
maar aldoor heen en weer rent in een
kleine, vierkante ruimte.
Het is niet te zeggen, welk een wereld
van ontzetting. Virata nu doorleefde
tusschen den achttienden dag en de nieu-
we maan. Hij wilde niet weten van spijs
en drank, de angst vervulde heel zijn
lichaam. Hij kon niet meer denken. en.
door
K. R. G. BROWNE.
Vervolg.
De geitebaard-man barstte in een hoog,
hinnikend gelach uit en begon opeens,
tot groote verbazing van de toeschou-
wers, bij wij'ze van triomf-uiting aan een
gecompliceerden step. Hij greep de slip-
pen van zijn Jaeger-kamerjas met beide
handen beet en draaide en galoppeerde
op een manier, die hem nog meer dan
eerst op een geit met een streepje erdoor
deed lijken, de kamer om en om. En on-
derwijl zong hij met een hoog,., krakerig-
dunne stem een zegezang. Maar opeens
vloog een van zijn pantoffels, die op
zulke bewegingen niet ingesteld was, van
zijn voet af, beschreef een cirkelsegment
over de talfel, schoot den neus van Mr.
Gibbs op een millimeter afstand voorbij
en verdween door het open raam. De
danser bleef staan, hinnikte voor de
tweede maal luid en vreugdevol en zonk
buiten adem op een stoel neer.
Mr. Gibbs grinnikte, ging naar het
raam, boog zich er uit en kondigde aan:
„In de geraniums."
„Hindert niets. Al was *t in de rozen",
hijgde de geite-man. „Alle menschen, ik
heb me niet zoo in mijn sas gevoeld sinds
me oom Ephraim door dien belasting-man
doodgepaft werd en ik zijn erfgenaam
bleek te zijn. Waarentig, Gibbs, ik geloof
dat ik mat geworden zou zijn, als dit je
mislukt was. Ik wou en zou dat schilderij
zonder dat hij het wist, waren zijn haren
grijs geworden. Maar op den dertigsten
dag hoorde hij leven voor de deur, en toen
werd het dadelijk weer stil in hem. Hij
hoorde schreden, de deur sprong open.
Licht stroomde binnen, en voor den in dit
duister als levend begravene stond de
koning. Deze omhelsde hem innig, en
sprak: ,,Ik heb van uw daad vernomen,
die grooter is dan alle andere, die ooit
werd vernomen. Treed nu weer naar
buiten, dat Gods zon U beschijne en het
volk een echt rechtvaardige aanschouwe!"
Virata moest ondersteund worden toen
hij naar buiten wilde gaan. Maar voor
hij buiten kwam, sprak hij: ,,Gij hebt mij,
o koning, een rechtvaardige genoemd,
maar ik weet nu, hoe vaak zij, die recht
spreken, onrecht plegen. Nog zijn er
menschen in deze diepte, die lijden om
mijn uitspraak, en eerst nu weet ik, hoe
vreeselijk zij lijden! Ach, koning, laat gij
ook die anderen nu vrij, doe het om
mijnentwille
De koning antwoordde, dat Virata
voortaan vlak naast hem zou komen te
zitten, omdat de koning staag naar zijn
woord wilde luisteren, en hij ook genieten
wilde van Virata's gerechtigheid. Maar
dat wilde Virata niet: hij wilde in geen
enkel opzicht meer rechter zijn. Dus zou
Virata dan raadgever des konings wor
den, maar ook dat weigerde hij. Hij
wenschte voortaan vreedzaam te leven in
zijn eigen huis, zonder anderen dienst dan
het offeren aan de goden. Het werd hem
toegestaan, en Virata ging zijns weegs,
voor het eerst weer echt gelukkig, nu hij
zoo velen had verlost, voor het eerst weer
blijde, nadat hij toen, na zijn overwinning,
de oogen van zijn dooden broeder had
gezien.
Hoe genoot Virata nu van het leven,
en hoe veel deed hij genieten! Virata
was innig gelukkig, nu hij mocht onder-
vinden, dat raadgeven beter is dan be-
velen, en gedingen beslechten beter dan
rechtspreken. Hij had den middag van
zijn leven in sterke mate lief.
Zoo gingen drie jaren voorbij en toen
nog eens drie. Zijn gemoed werd steeds
zachter, hij was niemands vijand, en als
een eiland vol vrede lag daar zijn huis.
zonder dat daar de hartstochten of allerlei
begeerten zich lieten gelden.
Maar op een avond in het zesde jaar
was Virata reeds ter ruste gegaan, toen
hij plotseling een afschuwelijk gegil
hoorde, en hij een neerdalen van klappen
vernam. Hij sprong van zijn nachtleger
en zag toen, hoe zijn zoons een slaaf tegen
den grond hadden geworpen en dien af-
straften met een zweep. De oogen van
den slaaf, die hem aanstaarde, dat waren
weer de oogen van zijn vermoorden
broeder! Virata informeerde, wat hier
was gebeurd, en vernam toen, dat deze
slaaf enkele diensten had geweigerd, ver-
volgens gestraft was, en daarop gisteren
was weggeloopen. Virata's zonen waren
hem te paard nagezet, hadden hem ach-
hebben vooral na de manier, waarop
die kale jak'hals me afgepoeierd had."
„En nou heeft u 't," zei Mr. Gibbs
kalmpjes, „en wat de geldelijke kwestie
betreft
,,Zeker, zeker. Straks. Eerst moet je
me vertellen, of 't je nog moeite gekost
heeft?"
Mr. Gibbs grinnikte tevreden.
,,NiksDat wil zeggen, een oogen-
blik dacht ik, dat de heele zaak mis zou
loopen. Dat was, toen ik den plattegrond
van het huis, dat u me gegeven had,
kwijt was."
,,Ben je dien kwijt geraakt? Sufferd, die
je bent", mopperde de man met den
geitebaard.
„Ja, nonchalant van me", gaf Mr.
Gibbs toe. ,,Maar gelukkig heeft 't niets
gehinderd te oordeelen naar de resul-
taten tenminste. Ik ben, zooals afgespro-
ken was, naar Sandhaven gegaan, maar
daar kon ik, noch voor geld, noch voor
goede woorden, een kamer krijgen. Ten
slotte heb ik een villatje moeten huren
een verschrikkelijk krot vlak aan zee,
op 't strand, nota bene."
,,'n Villatje moeten huren? Zeker een
heeleboel gekost, wat?" viel de geitebaard
man nijdig uit.
Vijf tig gulden 'k heb 't voor veer-
tien. dagen moeten huren. Minder ging
niet, zei de eigenaar. Maar ik heb mijn
geld uw geld eigenlij.k weer terug
gekregen. Eersten nacht den beste kon
ik al niet slapen zoo'n bliksemsche
herrie als die zee maakte. Toen ben ik,
den volgenden dag, dadelijk naar de
plaatselijke uitspanning gegaan, heb daar
een kamer gehuurd en ben verhuisd. Maar
voor ik verdween, heb ik den huur over-
gedaan aan een jongmensch, dat rust
moest hebben en kamers aan zee zocht.
'n Onbenullige doedel van een jongen,
terhaald en toen weer naar hier gesleept.
Virata keek naar hem. Hij was er treurig
aan toe. ,,Laat hem los", zei hij tot zijn
zonen, ,,zijn misdrijf is nu verzoend".
Hoe dankbaar was de bevrijde, maar
voor het eerst kwamen thans de zoons
tegen hun vader in de oppositie. Virata
bemerkte echter tot zijn beschaming, dat
hij nu toch weer recht had gesproken,
zonder het te willen! Hij ging er verder
over nadenken, en kwam thans tot het
inzicht: hoe verkeerd deze slavernij was,
die onderscheid maakte tusschen den
eenen mensch en den ander, en hij ging
het zien als schuld van zichzelf, zoodat
hij den volgenden morgen aller vrijheid
proclameerde, ook al kwamen zijn zoons
daartegen heftig in verzet.
Zoo is het dan geschied, dat Virata zijn
huis en hof verliet, en dat hij de wereld in
trok. Hij ging zijn eigen hut timmeren
in de wildernis; daar leefde hij nu, van
alien verlaten en ver van het gewoel van
de wereld. Eindelijk, na jaren, heeft een
jager hem daar ontdekt enherkend.
Die gingen het vertellen, en nu kwamen
velen naar hem toe, en eindelijk ook zijn
koning. Maar het gelukte niemand om
hem te bewegen om in het leven terug te
keeren.
En toch heeft hij ook toen nog veel
moeten leeren. Het is hem na jaren dui-
delijk geworden, hoe er menschen waren
geweest, die zijn voorbeeld volgend, alien
arbeid hadden vaarwel gezegd en toen
hun gezin daardoor hadden te gronde
gericht. Ook dat leerde hij nu zien als
n fout en als 'n leemte. Hij zag nu dui-
delijk, dat ook niet-werken een werk kan
zijn, en nog wel een heel verkeerd werk.
Alleen wie echt diende, dat ging hij nu
inzien, was echt vrij, hij die zijn eigen wil
gevangen geeft onder dien van n ander,
en die zijn beste krachten legt in zijn
werk, zonder verder te vragen. De
koning meende, dat hij kindsch was ge
worden, en vroeg, of hij soms opzichter
wou worden over de honden des konings,
een vraag, die Virata toestemmend be
an twoordde.
Sedert dien dag was de grijsaard, dien
eens het land had geprezen met de
schoonste namen, hondenherder in de
schuur bij het paleis, terwijl hij met de
minste knechten samen woonde in het
sous-terrain. Zijn zoons schaamden zich
voor hem, zij liepen een eind om, als hij
in hun buurt kwam, en ook verder wend-
de ieder zich van hem af. De man, die
eens de eerste in het koninkrijk was ge
weest, liep daar nu met een koppel hon
den!
Trouw deed Virata zijn werk van den
vroegen morgen tot den laten avond. Hij
verzorgde de honden met de grootste
nauwkeuriaheid. Die dieren hielden meer
van hem dan van iemand anders. Voor
hem stierf zijn koning, er er kwam toen
een nieuwe, die hem niet gekend had, en
die hem zelfs een keer sloeg, omdat een
hond tegen hem knorde, toen hij voorbij
maar de duiten om te betalen had-ie
Zei u wat?"
,,Lk? Nee, niks!" verbaasde zich de
man met den geitebaard. „Ga voort met
je verhaal."
Een van de luistervinken achter het
scherm streed, op datzelfde oogenblik,
een korten, maar heftigen strijd met zich
zelf. Zelfs de meest-bescheidene onder
ons vindt het geen complimentje om een
onbenullige doedel van een jongen ge
noemd te worden. En na de eerste on-
willekeurige protest-beweging kostte het
Peter moeite, om niet uit zijn schuilhoek
te voorschijn te schieten, en dien verkeer
den indruk bij zijn vriend van het villatje
met kracht van vuisten weg te nemen.
,,Hij nam 't villatje", ging Mr. Gibbs
voort, ,,en ik verhuisde naar de uitspan
ning. Mijn plan was, om dienzelfden
nacht eerst de kust te gaan verkennen,
maar toen ik dien plattegrond van u nog
eens extra wou gaan bestudeeren, kon ik
em niet vinden. Toen herinnerde ik me,
dat ik 'em op den schoorsteenmantel in
't villatje had laten liggen en dus ging ik
terug, om 'em te halen. Ik redeneerde
zoo: dat jongmensch zal wel weg zijn om
de noodige voorraden in te slaan en voor
hij terugkomt, ben ik allang weer verdwe
nen. Ik vond 't niet noodig, om 'em op
een idee te brengen, begrijpt u! Maar alles
was potdicht en juist, toen ik mijn krach
ten op een van de ramen aan den voor
kant aan 't probeeren was, daar hoor ik
een soort van krijgsgeschreeuw en daar
komt me die jongen als een dolle stier op
me af chargeeren. Natuurlijk had ik kalm
moeten blijven staan en het een of andere
aandoenlijke verhaal moeten ophangen,
maar daarvoor was ik niet kalm genoeg.
En voor uitleg geven voelde ik heelemaa
niets, dus nam ik de beenen en stool
weg."
ging. Maar toen ook zijn jaren vervuld
waren, en Virata gestorven was, dacht
niemand uit het volk meer aan hem, hoe
hem ook vroeger ieder had geprezen.
Alleen de honden huilden nog twee dagen
en nachten lang, en toen vergaten ook zij
Virata, dien zijn volk eertijds noemde met
de vier namen van de deugd, maar over
wien nog niet is geschreven in de kronie-
ken der neerschers, noch in de boeken dei
wijzen.
De Tweede Kamer heeft thans haar voor-
loopig verslag uitgebracht betreffende het
wetsontwerp tot toekenning van de bevoegd-
heid tot het tijdelijk treffen van maatregelen
ter beperking van den invoer van goederen
door middel van contingenteering. Het vol-
gende wordt er aan ontleend:
Vrij algemeen stelde men op den voor-
grond, dat dit voorstel moet worden bezien
in het licht, dat de tijdsomstandigheden wer-
pen op onze industrie, landbouw en handel.
Ook de leden, die groote bezwaren hadden,
erkenden, dat in deze bijzondere tijden aan
bijzondere maatregelen vermoedelrjk niet ont-
komen zal kunnen worden.
Intusschen rees bij verscheidene leden de
vraag, of reeds nu in ons land van overma-
tigen invoer sprake is. De regeering is in
gebreke gebleven, positieve feiten te noe-
men. Sommige leden zouden gaame veme-
men, of onze betalingsbalans inderdaad zoo
ongunstig is.
Volgens vele andere leden is een voorzie-
ning, als voorgesteld, noodzakelijk. Zij meen-
den te weten, dat een schrikbarende inkrim-
ping van de werkgelegenheid in vele be-
drijfstakken te constateeren valt.
Sommige leden, die wezen op de passivi-
teit van onze betalingsbalans, waren dan
ook van oordeel, dat het de allerhoogste
tijd is om aan den ongebreidelden invoer paal
en perk te stellen, ter handhaving van de
waardevastheid van onze munt.
Tegen de inhoud van het wetsontwerp had
den verscheidene leden zeer emstige beden-
kingen. Een vergaande bevoegdheid aan de
Regeering vindt plaats. Zulke maatregelen
komen in het algemeen in lijnrechten strijd
met de belangen der consumenten. Lage
prijzen der consumptie-artikelen zijn voor de
bevolking een belang van den allereersten
rang. Waarborgen zouden aanwezig moeten
zijn, dat de maatregelen in 't wetsontwerp
bedoeld, onvermijdelijk zijn. Daarom zou in-
voercontingenteering in elk voorkomend geval
bij wet moeten geschieden.
Ook hadden deze leden er bezwaar tegen,
dat geen enkele maatstaf is opgenomen, waar-
LEEUWARDEM -
(Ingez. Med.)
ECHTE FRIESCHt
20 50 a PERONi
(Ingez Med.)
„Hm. Zau-ie je niet herkend hebben?"
,,Nee. Hij was nog te ver af en ik heb
gespurt als wat! Maar daarmee had ik
den plattegrond niet en ik vond 't een
lam idee, dat 't ding daar nou lag en
iedereen zijn conelusies kon trekken.
Maar toen bedacht ik, dat 't niet hinder-
de, want dat er niet op stond, wat het
voor moest stellen en niet, dat t van mij
was. Dus dat 't dom zou zijn, als ik er om
terugkwam, want dat hij dan beslist lont
zou ruiken. En ook, dat ik niet veel waard
was, als ik zoo'n eenvoudig karweitje niet
zonder kaart op kon knappen. Dus be-
sloot ik 't ding te laten waar het was.
Daarna ben ik toen naar Wellbridge ge
gaan om u te telegrafeeren, hier te komen
en om den man van het villatje ervan op
de hoogte te brengen, dat ik 't ding weer
onderverhuurd had. Maar die vertelde
me, dat dat niet ging, want dat hij 't zelf
een paar uur te voren aan de een of an
dere juffrouw verhuurd had. Een echte
warboel dus, zooals u ziet niet, dat 't
mij wat kon schelen," ging Mr. Gibbs
met een grinnik van leedvermaak voort.
„Ik had me geld emit en voor de rest
moesten ze 't maar onder elkaar uit-
vechten. Nou... en toen ben ik naar
Sandhaven teruggegaan en heb de Bel-
lerby's een bezoek gebracht."
..Verdorie! Dat is een stout stukje ge
weest, zeg!" gnoof de man met den geite
baard.
,,Wat had ik anders moeten doen? De
kust verkennen, dat was het eenige dat
er na 't verliezen van den plattegrond
nog opzat. En ze hebben me met prij'zens-
waardige goedgeloovigheid geslikt, dat
moet ik zeggen. Ik zei, dat ik zoo veel
vr ti de schilderijenverzameling van Sir
Walter gehoord had en of ik 'em nu as-
jebheft eens mocht zien? Ja, zeiden ze en
ik 2 at er nog geen vijf minuten ik moest
aan de Regeering het al dan met gebruiken
van haar bevoegdheden moet toetsen.
Vele andere leden konden zich zeer goed
met het wetsontwerp vereemgen, onder
de tegenwoordige zeer buitengewone omstan-
digheden. Als de Regeering in elk voorko
mend geval de medewerking der Staten-
Generaal zou moeten vragen, zou aan den
eisch van paraatheid afbreuk worden gedaan.
Bovendien zal de Regeering, met een blanco-
volmacht toegerust, veel sterker staan tegen
over buitenlandsche regeeringen met wie zij
over vaststelling van bepaalde contingenten
in overleg zal treden, dan al? zij gebonden
is aan het voorbehoud der goedkeuring van de
Staten-Generaal. Deze leden vonden in het
wetsontwerp zelf voldoende waarborgen tegEn
misbruik van de aangevraagde bevoegdheden.
Sommige leden vroegen, of de Economische
Raad wellicht zou kunnen worden ingescha-
keld; een teveel aan commissdes dreigt.
Verscheidene leden waren vein oordeel, dat
de bezwaren tegen het wetsontwerp zouden
kunnen worden ondervangen door inschake-
ling van het parlement bij de uitvoering van
de wet op dezelfde wijze als in de Dandbo-nw-
uitvoerwet. Zij zouden willen zien bepaald,
dat de Regeering, nadat zij eeD contingen-
teeringsmaatregel heeft uitgevaardigd, een
wetsontwerp tot goedkeuring van den germ-
men maatregel moet indienen. Deze maat-
regel zou dan gehandhaafd kunnen blijven,
tenzij de wetgever zijn goedkeuring daaraan.
mocht onthouden.
Volgens eenige leden zou dan de yerplichie
raadpleging van een commissie van advies
door de Regeering kunnen vervaHen.
Verscheidene andere leden koesterden tegen
deze oplossing overwegend bezwaar. Moet
de Regeering een eontingentenregeling i»-
trekken, dan zou haar prestige tegenover het
buitenland zoozeer zijn geschaad dat de gpe-
heele wet daardoor in gevaar zou worden ge
bracht.
Sommige leden vroegen aan dfc Regeering,
het wetsontwerp dienstbaar te maken aan
het tegengaan ook van overbodigen invoier,
waarbij zij dachten aan weelde-artikelen.
Andere leden vroegen, of beperking vian
invoer van weelde-artikelen niei beter kan
geschieden door verhooging var- mvoerrech
ten dan door contingenteering Genoemd
werd een be drag van 150 milioen per jaar aan
invoer van weelde-artikelen.
Gevraagd werd of de Regeering van mee
ning is, dat van de bevoegdheid, welke dopr
het wetsontwerp wordt verleend gebruik zal
kunnen worden gemaakt om den invoer van
buitenlandsch brood, waarin niet een bepaalde
hoeveelheid meel van Nederlaudsche tarwe,
als voorgeschreven is bij de Tarwewet, is ver-
werkt, tegen te gaan.
Sommige leden waren van meeiung, dat net
anti-dumping-ontwerp kan vervallen, incfien
de onderhavige regeling tot stand kumt.
Verscheidene andere leden verklaarden deze
opvatting niet te kunnen deelen.
wachten omdat Sir Walter met een ander
sfe! bewonderaars bezig was of Eady
B. probeerde me een toegangsbewijs te
verkoopen voor het bal champetre dat
dienzellden avond in een van hun boer-
derijen gegeven zou worden Dat klonk
veelbdovend en dus kocht ik zoo'n ding-
sigheid..."
,.Voor hoeveel?", viel de man met den
geitebaard hem scherp in de rede.
Mr. Gibbs trok zijn wenkbrauwen in
supreme minachting op.
,,Drie heele harde guldens geen cent
minder en geen cent meer. Maar hoor
eens hier, Mr. Hopper, als u denkt, dat u
de ensceneering van de geschiedenis
voor niets krijgt, slaat u de plank glad
mis. Vijf lapjes van tien, dat zult u voor
de onkosten moeten dokken en als u dat
niet bevalt wel, dan neem ik die rol
linnen weer mee terug en dan kunnen ze
'em op de Old Hall tegen een behoorlijfce
belooning voor den eerlijken vinder te-
rugkrijgen."
|De man met den geitebaard gebaarde
kalmeerend met zijn beide handen.
„Kom, kom, loop niet zoo warm. Na
tuurlijk betaal ik de onkosten. Maar ik
hoef toch niet met geld te smijten, wel?
alleen omdat ik genoeg hen! Waar
voor mijn geld, dat moet ik hebben
waar voor mijn geld."
,,En dat heeft u, niet waar?" zei Mr.
Gibbs met een knikje naar het schilderij
op de tafel. ,,U doet net, of u geen sou
meer heeft. Ik begin bang voor mijn sa-
lans te worden."
,,Dat hoef je niet," stelde de man met
den geitebaard hem gerust. „)e geld knjg
je zoo gauw ik 't zelf heb. Maak nou
eerst je verhaal af."
(Wordt vervolgd.)