ALGEMEEN NIEUWS- F.N ADYERTENTIEBLAD VOOR ZEEUW8CH-VLAANDEREN. EEN DAG RIDDER Eerste Blad. No. 8752 VRIJDAG 20 NOVEMBER 1931 71 e Jaargang. De Oogen van den Eeuwigen Broeder. FEU ILL ETON. BINNENLAND. HEERENBAA! 23) DE TWEEDE KAMER OVER BEPERKING VAN DEN INVOER. vANVAlKEnBURG'S-- ■•iLLVtRTR Vraaa n iet,, Jriesche Heerenbacu "maat ABONNEMENTSPRTJSBinnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post 1,80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. CitgeefsterFirma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen vermlnderd tanef, hetwelk op aanvraag verkrrjgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de ultgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. ii. Den volgenden morgen werd Virata, door niemand herkend, op een veld buiten de stad gebracht, en gegeeseld. Toen de slag, die hem trof de eerste keer zijn rug raakte, schreeuwde hij luid. Maar verder perste hij zijn tanden op elkaar. Bij de laatste slagen werd het donker voor hem, en zij droegen hem tenslotte weg als een dood dier. Toen hij in zijn eel lag uitgestrekt, ont- waakte hij weer, en het was hem alsof hij nu met zijn rug in het vuur lag. Maar om zijn slapen was het koel, hij voelde, dat er een hand over zijn haar streek, en dat deed hem goed. Het was de vrouw van den portier, die naast hem stond en die hem heel zorgzaam de slapen wiesch. Hoe verkwikte hem dit bewijs van mede- lijden. Het was, alsof hij zijn pijn niet meer voelde. Den tweeden dag kon hij al weer overeindkomen, en den derden dag keerden zijn krachten terug. Nu zat hij maar stil neer, er was hier, in deze diepe duisternis, geen verschil tusschen dag en nacht. Niemand sprak hem aan, en toch lag er een groote zegen in deze stilte en dies, eenzaamheid, want alles, wat hij vroeger in gedeelten doorleefd had, stroomde nu als t ware samen. Met den dag werd Virata's oog helder- der, en ook binnen in hem werd het lich- ter. Alle angst uit het verleden verdween, er kwam thans een groote bevrijding over hem. Achttien dagen en nachten gingen zoo voorbij, en toen, opeens, maakte zich 'n groote zorg van hem meester: als nu de gevangene, dien hij verlost had, eens on- trouw werd en zijn eed eens vergat, zoo- dat hij hier zou moeten blijven liggen duizenden dagen, misschien wel tot zijn dood toe! Het was alsof nog een keer zijn wil om te leven op hem aansprong. Hij dacht nu niet meer aan God, hij kon niet meer aan God denken, hij dacht alleen maar aan zichzelf, aan zijn vrouw en kinderen, huis en have. Vreeselijk was het om te moeten denken, dat die andere hem zou vergeten, het was alsof de stilte hem worgde, hij ging klagen en vloeken. Hij sprong met zijn schedel tegen de deur, tot hij bedwelmd ter neer viel, en toen hij bijkwam, leek hij op een dolle rat, die maar aldoor heen en weer rent in een kleine, vierkante ruimte. Het is niet te zeggen, welk een wereld van ontzetting. Virata nu doorleefde tusschen den achttienden dag en de nieu- we maan. Hij wilde niet weten van spijs en drank, de angst vervulde heel zijn lichaam. Hij kon niet meer denken. en. door K. R. G. BROWNE. Vervolg. De geitebaard-man barstte in een hoog, hinnikend gelach uit en begon opeens, tot groote verbazing van de toeschou- wers, bij wij'ze van triomf-uiting aan een gecompliceerden step. Hij greep de slip- pen van zijn Jaeger-kamerjas met beide handen beet en draaide en galoppeerde op een manier, die hem nog meer dan eerst op een geit met een streepje erdoor deed lijken, de kamer om en om. En on- derwijl zong hij met een hoog,., krakerig- dunne stem een zegezang. Maar opeens vloog een van zijn pantoffels, die op zulke bewegingen niet ingesteld was, van zijn voet af, beschreef een cirkelsegment over de talfel, schoot den neus van Mr. Gibbs op een millimeter afstand voorbij en verdween door het open raam. De danser bleef staan, hinnikte voor de tweede maal luid en vreugdevol en zonk buiten adem op een stoel neer. Mr. Gibbs grinnikte, ging naar het raam, boog zich er uit en kondigde aan: „In de geraniums." „Hindert niets. Al was *t in de rozen", hijgde de geite-man. „Alle menschen, ik heb me niet zoo in mijn sas gevoeld sinds me oom Ephraim door dien belasting-man doodgepaft werd en ik zijn erfgenaam bleek te zijn. Waarentig, Gibbs, ik geloof dat ik mat geworden zou zijn, als dit je mislukt was. Ik wou en zou dat schilderij zonder dat hij het wist, waren zijn haren grijs geworden. Maar op den dertigsten dag hoorde hij leven voor de deur, en toen werd het dadelijk weer stil in hem. Hij hoorde schreden, de deur sprong open. Licht stroomde binnen, en voor den in dit duister als levend begravene stond de koning. Deze omhelsde hem innig, en sprak: ,,Ik heb van uw daad vernomen, die grooter is dan alle andere, die ooit werd vernomen. Treed nu weer naar buiten, dat Gods zon U beschijne en het volk een echt rechtvaardige aanschouwe!" Virata moest ondersteund worden toen hij naar buiten wilde gaan. Maar voor hij buiten kwam, sprak hij: ,,Gij hebt mij, o koning, een rechtvaardige genoemd, maar ik weet nu, hoe vaak zij, die recht spreken, onrecht plegen. Nog zijn er menschen in deze diepte, die lijden om mijn uitspraak, en eerst nu weet ik, hoe vreeselijk zij lijden! Ach, koning, laat gij ook die anderen nu vrij, doe het om mijnentwille De koning antwoordde, dat Virata voortaan vlak naast hem zou komen te zitten, omdat de koning staag naar zijn woord wilde luisteren, en hij ook genieten wilde van Virata's gerechtigheid. Maar dat wilde Virata niet: hij wilde in geen enkel opzicht meer rechter zijn. Dus zou Virata dan raadgever des konings wor den, maar ook dat weigerde hij. Hij wenschte voortaan vreedzaam te leven in zijn eigen huis, zonder anderen dienst dan het offeren aan de goden. Het werd hem toegestaan, en Virata ging zijns weegs, voor het eerst weer echt gelukkig, nu hij zoo velen had verlost, voor het eerst weer blijde, nadat hij toen, na zijn overwinning, de oogen van zijn dooden broeder had gezien. Hoe genoot Virata nu van het leven, en hoe veel deed hij genieten! Virata was innig gelukkig, nu hij mocht onder- vinden, dat raadgeven beter is dan be- velen, en gedingen beslechten beter dan rechtspreken. Hij had den middag van zijn leven in sterke mate lief. Zoo gingen drie jaren voorbij en toen nog eens drie. Zijn gemoed werd steeds zachter, hij was niemands vijand, en als een eiland vol vrede lag daar zijn huis. zonder dat daar de hartstochten of allerlei begeerten zich lieten gelden. Maar op een avond in het zesde jaar was Virata reeds ter ruste gegaan, toen hij plotseling een afschuwelijk gegil hoorde, en hij een neerdalen van klappen vernam. Hij sprong van zijn nachtleger en zag toen, hoe zijn zoons een slaaf tegen den grond hadden geworpen en dien af- straften met een zweep. De oogen van den slaaf, die hem aanstaarde, dat waren weer de oogen van zijn vermoorden broeder! Virata informeerde, wat hier was gebeurd, en vernam toen, dat deze slaaf enkele diensten had geweigerd, ver- volgens gestraft was, en daarop gisteren was weggeloopen. Virata's zonen waren hem te paard nagezet, hadden hem ach- hebben vooral na de manier, waarop die kale jak'hals me afgepoeierd had." „En nou heeft u 't," zei Mr. Gibbs kalmpjes, „en wat de geldelijke kwestie betreft ,,Zeker, zeker. Straks. Eerst moet je me vertellen, of 't je nog moeite gekost heeft?" Mr. Gibbs grinnikte tevreden. ,,NiksDat wil zeggen, een oogen- blik dacht ik, dat de heele zaak mis zou loopen. Dat was, toen ik den plattegrond van het huis, dat u me gegeven had, kwijt was." ,,Ben je dien kwijt geraakt? Sufferd, die je bent", mopperde de man met den geitebaard. „Ja, nonchalant van me", gaf Mr. Gibbs toe. ,,Maar gelukkig heeft 't niets gehinderd te oordeelen naar de resul- taten tenminste. Ik ben, zooals afgespro- ken was, naar Sandhaven gegaan, maar daar kon ik, noch voor geld, noch voor goede woorden, een kamer krijgen. Ten slotte heb ik een villatje moeten huren een verschrikkelijk krot vlak aan zee, op 't strand, nota bene." ,,'n Villatje moeten huren? Zeker een heeleboel gekost, wat?" viel de geitebaard man nijdig uit. Vijf tig gulden 'k heb 't voor veer- tien. dagen moeten huren. Minder ging niet, zei de eigenaar. Maar ik heb mijn geld uw geld eigenlij.k weer terug gekregen. Eersten nacht den beste kon ik al niet slapen zoo'n bliksemsche herrie als die zee maakte. Toen ben ik, den volgenden dag, dadelijk naar de plaatselijke uitspanning gegaan, heb daar een kamer gehuurd en ben verhuisd. Maar voor ik verdween, heb ik den huur over- gedaan aan een jongmensch, dat rust moest hebben en kamers aan zee zocht. 'n Onbenullige doedel van een jongen, terhaald en toen weer naar hier gesleept. Virata keek naar hem. Hij was er treurig aan toe. ,,Laat hem los", zei hij tot zijn zonen, ,,zijn misdrijf is nu verzoend". Hoe dankbaar was de bevrijde, maar voor het eerst kwamen thans de zoons tegen hun vader in de oppositie. Virata bemerkte echter tot zijn beschaming, dat hij nu toch weer recht had gesproken, zonder het te willen! Hij ging er verder over nadenken, en kwam thans tot het inzicht: hoe verkeerd deze slavernij was, die onderscheid maakte tusschen den eenen mensch en den ander, en hij ging het zien als schuld van zichzelf, zoodat hij den volgenden morgen aller vrijheid proclameerde, ook al kwamen zijn zoons daartegen heftig in verzet. Zoo is het dan geschied, dat Virata zijn huis en hof verliet, en dat hij de wereld in trok. Hij ging zijn eigen hut timmeren in de wildernis; daar leefde hij nu, van alien verlaten en ver van het gewoel van de wereld. Eindelijk, na jaren, heeft een jager hem daar ontdekt enherkend. Die gingen het vertellen, en nu kwamen velen naar hem toe, en eindelijk ook zijn koning. Maar het gelukte niemand om hem te bewegen om in het leven terug te keeren. En toch heeft hij ook toen nog veel moeten leeren. Het is hem na jaren dui- delijk geworden, hoe er menschen waren geweest, die zijn voorbeeld volgend, alien arbeid hadden vaarwel gezegd en toen hun gezin daardoor hadden te gronde gericht. Ook dat leerde hij nu zien als n fout en als 'n leemte. Hij zag nu dui- delijk, dat ook niet-werken een werk kan zijn, en nog wel een heel verkeerd werk. Alleen wie echt diende, dat ging hij nu inzien, was echt vrij, hij die zijn eigen wil gevangen geeft onder dien van n ander, en die zijn beste krachten legt in zijn werk, zonder verder te vragen. De koning meende, dat hij kindsch was ge worden, en vroeg, of hij soms opzichter wou worden over de honden des konings, een vraag, die Virata toestemmend be an twoordde. Sedert dien dag was de grijsaard, dien eens het land had geprezen met de schoonste namen, hondenherder in de schuur bij het paleis, terwijl hij met de minste knechten samen woonde in het sous-terrain. Zijn zoons schaamden zich voor hem, zij liepen een eind om, als hij in hun buurt kwam, en ook verder wend- de ieder zich van hem af. De man, die eens de eerste in het koninkrijk was ge weest, liep daar nu met een koppel hon den! Trouw deed Virata zijn werk van den vroegen morgen tot den laten avond. Hij verzorgde de honden met de grootste nauwkeuriaheid. Die dieren hielden meer van hem dan van iemand anders. Voor hem stierf zijn koning, er er kwam toen een nieuwe, die hem niet gekend had, en die hem zelfs een keer sloeg, omdat een hond tegen hem knorde, toen hij voorbij maar de duiten om te betalen had-ie Zei u wat?" ,,Lk? Nee, niks!" verbaasde zich de man met den geitebaard. „Ga voort met je verhaal." Een van de luistervinken achter het scherm streed, op datzelfde oogenblik, een korten, maar heftigen strijd met zich zelf. Zelfs de meest-bescheidene onder ons vindt het geen complimentje om een onbenullige doedel van een jongen ge noemd te worden. En na de eerste on- willekeurige protest-beweging kostte het Peter moeite, om niet uit zijn schuilhoek te voorschijn te schieten, en dien verkeer den indruk bij zijn vriend van het villatje met kracht van vuisten weg te nemen. ,,Hij nam 't villatje", ging Mr. Gibbs voort, ,,en ik verhuisde naar de uitspan ning. Mijn plan was, om dienzelfden nacht eerst de kust te gaan verkennen, maar toen ik dien plattegrond van u nog eens extra wou gaan bestudeeren, kon ik em niet vinden. Toen herinnerde ik me, dat ik 'em op den schoorsteenmantel in 't villatje had laten liggen en dus ging ik terug, om 'em te halen. Ik redeneerde zoo: dat jongmensch zal wel weg zijn om de noodige voorraden in te slaan en voor hij terugkomt, ben ik allang weer verdwe nen. Ik vond 't niet noodig, om 'em op een idee te brengen, begrijpt u! Maar alles was potdicht en juist, toen ik mijn krach ten op een van de ramen aan den voor kant aan 't probeeren was, daar hoor ik een soort van krijgsgeschreeuw en daar komt me die jongen als een dolle stier op me af chargeeren. Natuurlijk had ik kalm moeten blijven staan en het een of andere aandoenlijke verhaal moeten ophangen, maar daarvoor was ik niet kalm genoeg. En voor uitleg geven voelde ik heelemaa niets, dus nam ik de beenen en stool weg." ging. Maar toen ook zijn jaren vervuld waren, en Virata gestorven was, dacht niemand uit het volk meer aan hem, hoe hem ook vroeger ieder had geprezen. Alleen de honden huilden nog twee dagen en nachten lang, en toen vergaten ook zij Virata, dien zijn volk eertijds noemde met de vier namen van de deugd, maar over wien nog niet is geschreven in de kronie- ken der neerschers, noch in de boeken dei wijzen. De Tweede Kamer heeft thans haar voor- loopig verslag uitgebracht betreffende het wetsontwerp tot toekenning van de bevoegd- heid tot het tijdelijk treffen van maatregelen ter beperking van den invoer van goederen door middel van contingenteering. Het vol- gende wordt er aan ontleend: Vrij algemeen stelde men op den voor- grond, dat dit voorstel moet worden bezien in het licht, dat de tijdsomstandigheden wer- pen op onze industrie, landbouw en handel. Ook de leden, die groote bezwaren hadden, erkenden, dat in deze bijzondere tijden aan bijzondere maatregelen vermoedelrjk niet ont- komen zal kunnen worden. Intusschen rees bij verscheidene leden de vraag, of reeds nu in ons land van overma- tigen invoer sprake is. De regeering is in gebreke gebleven, positieve feiten te noe- men. Sommige leden zouden gaame veme- men, of onze betalingsbalans inderdaad zoo ongunstig is. Volgens vele andere leden is een voorzie- ning, als voorgesteld, noodzakelijk. Zij meen- den te weten, dat een schrikbarende inkrim- ping van de werkgelegenheid in vele be- drijfstakken te constateeren valt. Sommige leden, die wezen op de passivi- teit van onze betalingsbalans, waren dan ook van oordeel, dat het de allerhoogste tijd is om aan den ongebreidelden invoer paal en perk te stellen, ter handhaving van de waardevastheid van onze munt. Tegen de inhoud van het wetsontwerp had den verscheidene leden zeer emstige beden- kingen. Een vergaande bevoegdheid aan de Regeering vindt plaats. Zulke maatregelen komen in het algemeen in lijnrechten strijd met de belangen der consumenten. Lage prijzen der consumptie-artikelen zijn voor de bevolking een belang van den allereersten rang. Waarborgen zouden aanwezig moeten zijn, dat de maatregelen in 't wetsontwerp bedoeld, onvermijdelijk zijn. Daarom zou in- voercontingenteering in elk voorkomend geval bij wet moeten geschieden. Ook hadden deze leden er bezwaar tegen, dat geen enkele maatstaf is opgenomen, waar- LEEUWARDEM - (Ingez. Med.) ECHTE FRIESCHt 20 50 a PERONi (Ingez Med.) „Hm. Zau-ie je niet herkend hebben?" ,,Nee. Hij was nog te ver af en ik heb gespurt als wat! Maar daarmee had ik den plattegrond niet en ik vond 't een lam idee, dat 't ding daar nou lag en iedereen zijn conelusies kon trekken. Maar toen bedacht ik, dat 't niet hinder- de, want dat er niet op stond, wat het voor moest stellen en niet, dat t van mij was. Dus dat 't dom zou zijn, als ik er om terugkwam, want dat hij dan beslist lont zou ruiken. En ook, dat ik niet veel waard was, als ik zoo'n eenvoudig karweitje niet zonder kaart op kon knappen. Dus be- sloot ik 't ding te laten waar het was. Daarna ben ik toen naar Wellbridge ge gaan om u te telegrafeeren, hier te komen en om den man van het villatje ervan op de hoogte te brengen, dat ik 't ding weer onderverhuurd had. Maar die vertelde me, dat dat niet ging, want dat hij 't zelf een paar uur te voren aan de een of an dere juffrouw verhuurd had. Een echte warboel dus, zooals u ziet niet, dat 't mij wat kon schelen," ging Mr. Gibbs met een grinnik van leedvermaak voort. „Ik had me geld emit en voor de rest moesten ze 't maar onder elkaar uit- vechten. Nou... en toen ben ik naar Sandhaven teruggegaan en heb de Bel- lerby's een bezoek gebracht." ..Verdorie! Dat is een stout stukje ge weest, zeg!" gnoof de man met den geite baard. ,,Wat had ik anders moeten doen? De kust verkennen, dat was het eenige dat er na 't verliezen van den plattegrond nog opzat. En ze hebben me met prij'zens- waardige goedgeloovigheid geslikt, dat moet ik zeggen. Ik zei, dat ik zoo veel vr ti de schilderijenverzameling van Sir Walter gehoord had en of ik 'em nu as- jebheft eens mocht zien? Ja, zeiden ze en ik 2 at er nog geen vijf minuten ik moest aan de Regeering het al dan met gebruiken van haar bevoegdheden moet toetsen. Vele andere leden konden zich zeer goed met het wetsontwerp vereemgen, onder de tegenwoordige zeer buitengewone omstan- digheden. Als de Regeering in elk voorko mend geval de medewerking der Staten- Generaal zou moeten vragen, zou aan den eisch van paraatheid afbreuk worden gedaan. Bovendien zal de Regeering, met een blanco- volmacht toegerust, veel sterker staan tegen over buitenlandsche regeeringen met wie zij over vaststelling van bepaalde contingenten in overleg zal treden, dan al? zij gebonden is aan het voorbehoud der goedkeuring van de Staten-Generaal. Deze leden vonden in het wetsontwerp zelf voldoende waarborgen tegEn misbruik van de aangevraagde bevoegdheden. Sommige leden vroegen, of de Economische Raad wellicht zou kunnen worden ingescha- keld; een teveel aan commissdes dreigt. Verscheidene leden waren vein oordeel, dat de bezwaren tegen het wetsontwerp zouden kunnen worden ondervangen door inschake- ling van het parlement bij de uitvoering van de wet op dezelfde wijze als in de Dandbo-nw- uitvoerwet. Zij zouden willen zien bepaald, dat de Regeering, nadat zij eeD contingen- teeringsmaatregel heeft uitgevaardigd, een wetsontwerp tot goedkeuring van den germ- men maatregel moet indienen. Deze maat- regel zou dan gehandhaafd kunnen blijven, tenzij de wetgever zijn goedkeuring daaraan. mocht onthouden. Volgens eenige leden zou dan de yerplichie raadpleging van een commissie van advies door de Regeering kunnen vervaHen. Verscheidene andere leden koesterden tegen deze oplossing overwegend bezwaar. Moet de Regeering een eontingentenregeling i»- trekken, dan zou haar prestige tegenover het buitenland zoozeer zijn geschaad dat de gpe- heele wet daardoor in gevaar zou worden ge bracht. Sommige leden vroegen aan dfc Regeering, het wetsontwerp dienstbaar te maken aan het tegengaan ook van overbodigen invoier, waarbij zij dachten aan weelde-artikelen. Andere leden vroegen, of beperking vian invoer van weelde-artikelen niei beter kan geschieden door verhooging var- mvoerrech ten dan door contingenteering Genoemd werd een be drag van 150 milioen per jaar aan invoer van weelde-artikelen. Gevraagd werd of de Regeering van mee ning is, dat van de bevoegdheid, welke dopr het wetsontwerp wordt verleend gebruik zal kunnen worden gemaakt om den invoer van buitenlandsch brood, waarin niet een bepaalde hoeveelheid meel van Nederlaudsche tarwe, als voorgeschreven is bij de Tarwewet, is ver- werkt, tegen te gaan. Sommige leden waren van meeiung, dat net anti-dumping-ontwerp kan vervallen, incfien de onderhavige regeling tot stand kumt. Verscheidene andere leden verklaarden deze opvatting niet te kunnen deelen. wachten omdat Sir Walter met een ander sfe! bewonderaars bezig was of Eady B. probeerde me een toegangsbewijs te verkoopen voor het bal champetre dat dienzellden avond in een van hun boer- derijen gegeven zou worden Dat klonk veelbdovend en dus kocht ik zoo'n ding- sigheid..." ,.Voor hoeveel?", viel de man met den geitebaard hem scherp in de rede. Mr. Gibbs trok zijn wenkbrauwen in supreme minachting op. ,,Drie heele harde guldens geen cent minder en geen cent meer. Maar hoor eens hier, Mr. Hopper, als u denkt, dat u de ensceneering van de geschiedenis voor niets krijgt, slaat u de plank glad mis. Vijf lapjes van tien, dat zult u voor de onkosten moeten dokken en als u dat niet bevalt wel, dan neem ik die rol linnen weer mee terug en dan kunnen ze 'em op de Old Hall tegen een behoorlijfce belooning voor den eerlijken vinder te- rugkrijgen." |De man met den geitebaard gebaarde kalmeerend met zijn beide handen. „Kom, kom, loop niet zoo warm. Na tuurlijk betaal ik de onkosten. Maar ik hoef toch niet met geld te smijten, wel? alleen omdat ik genoeg hen! Waar voor mijn geld, dat moet ik hebben waar voor mijn geld." ,,En dat heeft u, niet waar?" zei Mr. Gibbs met een knikje naar het schilderij op de tafel. ,,U doet net, of u geen sou meer heeft. Ik begin bang voor mijn sa- lans te worden." ,,Dat hoef je niet," stelde de man met den geitebaard hem gerust. „)e geld knjg je zoo gauw ik 't zelf heb. Maak nou eerst je verhaal af." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 1