BURGERLIJKEI STAND,"
HET OPENEN DER PORTIEREN VAN
AUTO'S.
PRO VIN CI ALE STATEN
VAN ZEELAND.
GEMEENTERAAD VAN
SAS VAN GENT.
SCHEEPVAARTBEWEGING.
WISSELKOERSEN.
licht had, door eon particuliere auto onop-
houdeljjk gevolgd was.
De gestolen postzakken bevatten geen
geldswaarde, ten minste niet van beteekenis.
Het kan niet meer zijn dan mogelijk in de
geposte brieven gesloten zijn, wat uiteraard
weinig voorkomt, omdat dat verboden is. Ver-
moedelijk hebben de bandieten gedacht, dat
de postauto, die zij gevolgd hadden, die was,
die omstreeks hetzelfde uur de zakken met
geldswaarden van de bijkantoren komt op-
halen om ze naar het hoofdkantoor te bren-
gen. Hun buit zal dus hoogstwaarschijnlijk
nihil of zoo goed als nihil zijn en niet in ver-
houding tot het risico, dat zij met hun bru-
taal staaltje aangedurfd hebben.
De politie begon onmiddellijk in samenwer-
uing met den dienst der posterijen haar on-
derzoek. Maandagavond laat had zij echter
nog geen enkel spoor gevonden.
De postauto's, die geldswaardige stukken
vervoeren, zijn steeds met twee man bemand,
den chauffeur en den begeleidenden postbe-
ambte, die de wagen niet verlaten mag. De
auto's die voor het lichten der bussen gebruikt
worden, worden echter slechts door een per-
soon gereden.
MIJN AANGESPOELD.
Aan het Noorderstrand van Goeree is
Zaterdag een mijn aangespoeld van onbekende
nationaliteit. De marine van Hellevoetsluis
zal het gevaarlijke voorwerp demonteeren.
AAN BRANDWONDEN OVERLEDEN.
De echtgenoote van W. de G. te 's Heeren-
broek is bij het aanmaken van de kachel in
brand geraakt en ernstig gewond naar het
ziekenhuis te Zwolle overgebracht. Hier is
zij volgens de „Zw. Crt." aan de gevolgen
overladen. Het slacbtoffer was moeder van
vjjf kinderen.
De 37-jarige wielrijder P. M. K., reed op
zijn fiets in de Jan Hendrikstraat te Den
Haag toen plotseling van een stilstaande
auto, welke hij passeeren moest, het portier
werd opengeworpen.
De wielrijder moest daardoor plotseling
uitwtjken. Hij slipte hierbjj echter op de
tramrails, kwam te vallen en werd aangereden
door een hem achteroprijdende vrachtauto. K.
Is aan de gevolgen der aanrijding overleden.
EEN AANRIJDING TE DELFT.
Te Delft kwam Dinsdagochtend omstreeks
elf uur op den Oostsingel nabij de Koepoort-
brug een tot nu toe onbekende wielrijdster,
die een kind op haar fiets vervoerde, achter
een atuo vandaan en dacht den weg nog te
kunnen oversteken. Zij twijfelde en werd
aangereden door een motorrijder uit Den
Haag, die van de tegenovergestelde zijde
naderde. Moeder en kind en de motorrijder
en zijn echtgenoote werden over den weg ge-
slingerd. De wielrijdster is zwaar gewond en
is in bewusteloozen toestand per auto naar
het gasthuis vervoerd. Het kind bloedde uit
den mond. De motorrijder, die uit mond en
oor bloedde werd eveneens per ziekenauto
naar het gasthuis overgebracht. De echtge
noote van den motorrijder heeft enkele
schaafwonden bekomen.
Onderwijsfonds binnenvaart.
Ged. Staten stellen voor afwijzend te be-
schikken op het verzoek van het Onderwijs
fonds voor de Scheepvaart te Amsterdam om
een provinciate bijdrage in de kosten van het
verblijf aan den wal van schipperskinderen,
die lager schoolonderwijs moeten genieten.
Daargelaten in hoeverre of zoodanige bijdrage
al dan niet als financieele steun aan het l.o.
kan worden beschouwd en dus wettelijk toe-
laatbaar is te achten, komt het Ged. Staten
voor, dat het bevorderen van schoolbezoek
van schipperskinderen in de eerste plaats tot
de taak van het rijk en de gemeenten behoort
en althans niet op den weg der provincie ligt.
(Bovendien laat op dit oogenblik de toestand
van de geldmiddelen der provincie, niet toe,
de gevraagde medeiwerking te verleenen).
Werkplaats stoombootdiensten.
Ged. Staten stellen voor 5600 beschikbaar
te stellen voor de verbouwing en uitbreiding
van de werkplaatsen der Prov. stoomboot
diensten te Vlissingen. Door toeneming der
werkzaamheden, die er worden uitgevoerd,
blijkt de werkplaats op den duur te klein en
moet voorkomen worden, dat de werkzaam-
heden elders zouden moeten geschieden.
Verder zal de tegenwoordige houten loods,
waarin thans de vrachtauto wordt geborgen,
door een aan de daarvoor gestelde eischen
voldoende garage moeten worden vervangen.
Begrooting 1932.
Bij de aanibieding van de begrooting 1932
met toebehooren, hebben Ged. Staten een zeer
uitvoerige toelichting gegeven waaraan wij
het volgende ontleenen:
Nog meer dan zulks in vorige jaren reeds
het geval was, weerspiegelt deze begrooting
de ongunst der tijden. De Provincie, die toch
reeds in hoogere mate dan eenig ander pu-
bliekrechtelijk lichaam beperkt is in de moge-
ltjkheid tot het scheppen van nieuwe in-
komsten, ziet de voomaamste bronnen trager
vloeien, zonder te kunnen verruimen of andere
te openen; daartegenover staan de uitgaven
veelal van zoodanigen aard, dat een eenigs-
zins beteekenende vermindering juist in deze
tijden niet zou kunnen geschieden, zonder aan
het economisch leven van personen of instel-
lingen emstige schokken toe te brengen. Met
de uiterste zuinigheid Is een sluitende begroo
ting verkregen, zoodat ingrijpende maat-
regelen in bovenbedoelden zin, nog kunnen
uitblflven, maar als de tijdsomstandigheden
zich niet ten goede wijzigen, zal voor een
volgend jaar ernstig overwogen moeten wor
den of de Provincie zich niet in hare uitgaven
nog meer zal moeten beperken. 0.a. denken
Ged. Staten aan geheele opheffing van den
steun voor de krankzinnigenverpleging, en ver
mindering of geheele intrekking van verleende
subsidies. Thans achten Ged. Staten, als is
het tijdelijke, salarisverlaging niet noodig,
maar het is mogelijk, dat hun zienswijze ver-
andert, als het wetsontwerp tot tijdelijke ver-
laging der Rjjksuitkeering wet mocht wor
den. Reeds nu zullen zij, die Provinciale sub-
sidie ontvangen, dit als maximum-crediet
dienen te beschouwen, dat alleen in geval van
noodzaak zou behoeven te worden uitgekeerd.
Dit zal aan de betrokkenen na goedkeuring
der begrooting worden bekend gemaakt en
tevens aan de hoofden der takken van dienst
op het hart worden gebonden van hun toege-
stane credieten op de meest mogelijk zuinige
wijze gebruik te maken.
Bij de berekening der belasting-opbrengst
hebben Ged. Staten voor de vermogensbelas-
ting 1932/33 geraamd 90 der voor 1931/32
geraamde opbrengst en voor de inkomsten-
belasting 80 en bovendien 20.000 in min-
dering gebracht als dekking van mogelijk
kwade posten.
Het komt Ged. Staten beter voor bij de
raming der belasting aan den conservatieven
kant te blijven, dan om daarbij te rekenen
met een altijd mogelijke, doch weinig waar-
schjjnlijke opleving van handel en bedrijf.
Voor belastingopbrengst wordt geraamd
875.144 tegen 886.535 voor 1930, doch
daartegenover staan uitgaafposten die onver-
mijdelijke verhooging vertoonen. Zoo steeg
de raming voor de calamiteuze polders van
160.000 tot 250.000. Daamaast is voor
bijdrage aan het Provinciaal wegenfonds
ingevolge de Wegenbelasting-verordening
f 100.000 uitgetrokken. Zulks om een betere
venhouding te verkrijgen tot de uitkeering uit
bet Rijkswegenfonds en met de verdere uit
gaven voor wegsverbetering. Ged. Staten
brachten deze uitgaven onder de gewone uit
gaven, waar zij h.i. behoort. Overwogen
wordt of eene wij'ziging moet worden aange-
bracht om een zoo voordeelig mogelijke be-
steding der voor wegsverbetering bestemde
gelden te verkrijgen.
Een andere oorzaak van verhooging der uit
gaven die nog niet op de begrooting tot uiting
komt, doch die binnenkort haar invloed zal
doen gevoelen is, dat de Minister van
Waterstaat d.d. 13 October meldde, dat het
in zijn voornemen lag, de lijn Vlissingen-
Ter Neuzen met ingang van 1 Januari 1932-
uit te sluiten voor de berekening van de
Rijksbijdrage in het exploitatie-verlies te
lijden door de stoombootdiensten. Ged. Staten
hebben hierop geantwoord o.a. dat h.i. de fi-
nancieele voordeelen niet zoo groot zullen zijn
als de Minister denkt, omdat de provincie niet
in staat zal zijn den dienst voor eigen reke-
ning voort te zetten en dan zullen verschillen-
de gezamenlijke kosten geheel drukken op de
lijnen VlissingenBreskens en NeuzenHoe-
dekenskerke. Een besluit tot opheffing van
de lijn VlissingenNeuizen mag h.i. slecht3
genomen worden, nadat de gevolgen daarvan
van alle kanten zijn gezien en de daaruit
voortvloeiende bezwaren zooveel mogelijk zijn
ondervangen. Ged. Staten hebben daarom ge-
vraagd den datum te verschuiven tot 1 Jan.
1933. Daarop wachten zij nu nog antwoord.
Blijft de Minister bij zijn meaning dan zal de
vraag of de verbinding VlissingenNeuzen
in stand moet worden gehouden, die ook reeds
vroeger in de Staten ter sprake kwam, met
verdubbelde kracht naar voren komen, doch
zij kan niet worden beantwoord, zonder dat
een helder inzicht in alle mogelijkheden en
gevolgen zal zijn verkregen. Ged. Staten had
den deze vraag reeds in studie genomen voor
het schrijven van den Minister inkwam. Zoo-
dra zij' zich hieromtrent een oordeel hebben
gevormd, zullen zij, mede in verband met de
dan vermoedelijk bekende uiteindelrjke beslis-
sing van den Minister, met nadere mededee-
lingen komen.
Ged. Staten hebben het gewenscht geacht
de scheiding tusschen den gewonen en buiten-
gewonen dienst nog verder door te voeren en
zijn van plan in het vervolg nog niet of slechts
ten deele aangesproken credieten telken jare
naar de volgende dienstjaren over te brengen,
waardoor helderder inzicht kan worden ver
kregen en wat zal bijdragen tot het voeren
van een gezonde financieele politiek, waaraan
juist in tijden als deze dringender dan oo't.
behoefte bestaat. Voor dit alles zal echter een
korte overgangsperiode noodig zijn.
Ged. Staten wijzen vervolgens op enkele
posten die van meer directen invloed zijn op
den financieelen toestand der Provincie. Zoo
had de P. Z. E. M. op 1 October 1931 een lee-
ningsschuld aan de provincie van f 7.730.754.17
w.o. f 101.996,67 rest van rentelooze voor-
schotten tot dekking van het exploitatie-ver
lies enz. Over het overblijvende bedrag, groot
7.628.757,50 betaalt de P. Z. E. M. rente. De
bedoeling is de mutaties in de financieele be-
trekkingen tusschen de P. Z. E. M. en de
Provincie te regelen op den voet eener over-
eenkomst van rekening-courant en tevens zal
onder de oogen worden gezien in hoeverre
door een grootere centralisatie der aanwezige
kasmiddelen winst voor de Provincie bereikt
kan worden. Een besluit zullen Ged. Staten
voorleggen, waardoor zij niet aan een bepaal-
de wijze van opneming van kasgeld zijn ge
bonden, doch dit kunnen doen op de voor de
Provincie meest voordeelige wijze. Deze han-
delingen strekken veeleer tot rationaliseering
van het kasbeheer dan voor een aanzienlijke
verlichting der Provinciale financien. Een
versterking der oogenblikkelijke begrootings-
positie is toch noodig en Ged. Staten hebben
daartoe het oog laten vallen op het reserve-
fonds voor de Provinciale stoombootdiensten.
De vraag is gerezen of het noodzakelijk is,
onder de huidige omstandigheden voort te
gaan met de jaarlijksche stortingen in het
fonds, waarvan de stand op 31 Dec. 1930
872.436,85 bedroeg en zal op 31 December
rond f 960.000 of bijna een millioen bedragen.
De motorveerboot ,,Koningin Wilhelmina" 13
afzonderlijk verzekerd en dit zal ook met de
nieuwe booten „Prinses Juliana" en „Prins
Hendrik" het geval zijn, en waar de overige
schepen nog slechts voor geringe bedragen
te boek staan, dan schijnt, onvoorziene ram-
pen uitgezonderd, het bedrag toereikend om
te kunnen voldoen aan eventueele aanspra-
ken op het fonds. Door het tjjdelijk staken
van de reserveering, die geheel voor rekening
der provincie geschiedt, zal een besparing
verkregen worden zonder dat vitale belangen
gescha.ad worden. Een ontwerp-besluit,
waarbij de staking voor vijf jaar geldt, bie-
den Ged. Staten daarom aan. Ten einde de
begrooting ten slotte sluitend te krijgen, heb
ben Ged. Staten zich genoodzaakt gezien,
daarop een gedeelte van het goed slot van
den gewonen dienst 1929 ad 174.926,34 te
brengen. Het geheele batige slot van dat
jaar bedraagt f 592.665.68, hiervan is in de
begrooting voor 1931 reeds f 269.740 gebracht,
zoodat nog beschikbaar blijft 147.999,34.
Daar de begrooting ten slotte sluit met het,
wel uiterst bescheiden bedrag van ruim
44.000 voor onvoorzien, achten Ged. Staten
het alleszins gewenscht het overschot van
1929 in reserve te houden.
Na deze algemeene politiek, die de provin
cie naar hun meening behoort te volgen,
wij den Ged. S taten een woord aan enkele pos
ten, die wellicht in de begrooting zelve niet
voldoende zijn toegelicht. Zoo deelen zij mede,
dat de kosten van verbetering van den weg
van Middelburg naar Westkapelle geheel door
de provincie uit eigen middelen zijn bestre-
den, ook voor zoover daarin feitelijk de vier
belanghebbende gemeenten hadden moeten
bijdragen. Met die gemeenten is overeen ge-
komen, dat de Provincie geacht zal worden
dit bedrag ten behoeve der gemeenten te heb
ben geleend, het wordt door haar terugbe-
taald in een 40-jarige annuiteit, berekend naar
een rentevoet van 4% Het zelfde geldt
vrijwel voor den weg ZierikzeeBrouwers-
haven.
Waar het zich laat aanzien, dat wellicht
meer gevallen zich zullen voordoen van finan-
cieering door de Provincie en terugbetaling
door de daarbij betrokken lichamen, ligt het
in de bedoeling, in komende begrootingen al
deze posten onder ddn artikel te vereenigen.
Overwogen zal worden de stichting van een
onderhoudsfonds, waarin de vroegere onder-
houdsplichtigen hun bijdrage zullen storten.
Het eindcijfer der begrooting is m omvang
en uitgaaf 8.648.769,61, en wel 2.411.269,61
voor den gewonen en 6.237.500 voor den
buitengewonen dienst.
Vrijdag, den 30 October om half zeven
's avonds waren onze Sachems weder eens om
het haardvuur te samen geroepen en alien
op een na hadden aan den oproep van het
Groote Opperhoofd gevolg gegeven.
De heer Marquinie was de eenige, die niet
was opgekomen om mede de raadspijp te
rooken.
Het gewone publiek, en daaronder degenen.
die zich onverflauwd voor den gang van
zaken interesseeren was mede tijdig versche-
nen, maar moest wegens de langdurige voor-
vergadering zich nog al wat in geduld
oefenen.
Geef de plebejers brood en spelen, was het
parool onder de Romeinsche Cesars; hier zou
deze slagterm kunnen omgezet in: geef de
menschen raadsvergaderingen en zij zullen
tevreden zijn, want dan kunnen zij zich laven
aan de bron van welsprekendheid, die enkele
uren lang onafgebroken in pailden stroom
vloeit.
Na opening van de vergadering om ruim
kwart over zeven, kreeg de Secretaris ge-
legenheid een dubbel stel notulen voor te
lezen. De notulen van de vergadering van 30
September gaven den heer Neeteson aanlei-
ding eenige opmerkingen te maken, omdat
hem gebleken was, dat er tusschen de voor-
gelezene en de gedrukte nogal verschil be-
stond. Ten eerste gold deze opmerking een in
het gedrukte exemplaar voorkomende uit-
drukking over het aflossen eener leening,
waarvan „ten hoogste f 200" moest gelezen
worden „ten minste", hetgeen nog al wat ver
schil uitmaakt.
Ten tweede een opmerking betreffende de
waterleiding.
De Secretaris leest voor, dat het besluit
ongewijzigd blijft. Hoe bedoelt U dat, vraagt
de heer Neeteson. Wilt dit zeggen, dat het
voorstel van Burg, en Weth. ingetrokken is.
Neen, niet ingetrokken, zegt de Voorzitter,
maar aangenomen.
De heer De Meijer is echter ook van mee
ning geweest, dat 't bleef als vroeger ge
nomen.
De Voorzitter antwoordt, dat het ook de be
doeling geweest is, dat het 3-gemeenteplan
het plan zal zijn dat door de 3 gemeenten in
Oost Zeeuwsch-Vlaanderen zal uitgevoerd
worden.
De heer Verschaffel, merkt op, dat toch
't voorstel van Burg, en Weth. niet is aan
genomen, hetgeen de Voorzitter betwist. Hij
betoogt, hoe het in de bedoeling heeft gelegen
een duidelijke afscheiding te maken tusschen
een 6- en een 3-gemeenten-plan, hetgeen den
heer De Leux in het krijt roept. Deze ver-
klaart zich van een 6 gemeenten-plan totaal
niets te herinneren, hij weet heel goed, dat
alleen over een 3-gemeenten-plan in den raad
gespoken is, zooals de heer Neeteson gezegd
heeft.
De heer De Meijer verklaart nogmaals, dat
hij de overtuiging had, dat het raadsbesluit
van vroeger gehandhaafd bleef. Met die
overtuiging ben ik naar huis gegaan, zegt
spreker en hij meent, dat dit met den heelen
raad het geval was.
De heer Neeteson komt tot staving van
zijn beweringen thans met grof geschut voor
den dag, ten eerste een brief van Mr. P. Die-
leman, die hem schrijft, dat er 5 gemeenten
in het Westen moeten zijn om een O. W.
te kunnen uitvoeren, ten tweede een schrijven
van den heer Ramaer, Secretaris van Bres
kens, hem meldend, dat een 6 gemeenten-
plan nooit bestaan heeft, ten derde een arti
kel in de Zeeuw, dat hem van bevriende zijde
is toegestuurd, waarin gezegd wordt, dat er
van een 6 gemeenten-plan nooit sprake is ge
weest.
Nadat de discussies over deze aangelegen-
heid zijn uitgeput, worden de notulen goed-
gekeurd.
Heel wat minder tijd vergen de notulen van
de vergadering gehouden op 8 Oct. 1.1. Zonder
op- of aanmerking worden zij in orde bevon-
den en goedgekeurd, waama de eigenlijke af-
werking van de agenda kan beginnen.
Er zijn twee ingekomen stukken, n.l. het
proces-verbaal van kasopname bij den ge-
meente-ontvanger, meldende, dat diens kas
klopt met een saldo van 5979,23 en een dito
bij den administrateur van het Gemeentelijk
Electriciteits-Bedrijf, bij wien volgens de boe-
ken 1499,13% in kas moeten zijn en ook
werkelijk aanwezig bevonden werden.
Alsnu komt ter tafel het voorstel tot vast-
stelling van de verordening op het heffen en
invorderen van slaohtgelden.
Aangezien er thans een slachthuis beschik
baar wordt gesteld, dient de raad een ver
ordening voor het slachthuis vast te stellen.
In art. 1 wordt vermeld, dat ieder van het
slachthuis kan gebruik maken.
In art. 2 worden de tarieven vastgelegd.
Voor een paard 1,een rund 1,een
kalf twee varieteiten, nuchter waarvan
de navelstreng nog niet is opgedroogd en
ieder ander kalf f 0,25 en 0,50, voor een
ezel f 0,25 (nog al goedkoop en zonder onder-
scheid of 't een groote, dubbele of gewone
ezel en altijd te verstaan op 4 poo ten betreft)
voor een schaap of een geit eveneens f 0,25,
voor een varken f 0,50. Bij verkoop of uitpon-
den geldt het dubbele van dit tarief te voldoen
bij vooruitbetaling. De verordening treedt in
werking 1 November 1931. Aangezien op
dozen datum juist de slaehtmaand een aan-
vang neemt mag van deze verordening gezegd
worden, dat zij is: up to date.
De heer Neeteson kennis genomen hebbend
van een en ander, verondersteld, dat de tarie
ven gebaseerd zijn op een raming, dat de kos
ten voor de instandhouding van een slacht
huis daardoor gedekt worden. De verordening
wordt zonder slag of stoot aangenomen.
Bij het volgende punt: Vaststelling van de
begrooting van het Burgerlijk Armbestuur
voor 1932, maakt de rapporteur der Commis-
sie, de heer De Leux de opmerking, dat het
salaris van den ontvanger, gebracht op /250
de Commissie voorkomt 100 te hoog te zijn,
aangezien het hier geldt een instelling van
liefdadigheid.
De Voorzitter neemt dit voorstel over en
zal Burg, en Weth. voorstellen, dit op 150
terug te brengen.
Bij het uitbrengen van het rapport der
Commissie, omtrent het Gem. Elect. Bedrjjf,
acht dezelfde rapporteur het wenschelijk het
hoogtarief 2 cent omlaag te brengen. De
Commissie acht het mogelijk, dat dit best
kan.
De begrooting wordt aangenomen met een
totaal in ontvangsten van /21.010 voor den
gewonen dienst en /2600 voor den kapitaal-
dienst.
Wat de begrooting voor den gemeenschap-
pelijken vleeschkeuringsdienst „Sas van
Gent" voor 1932 betreft, daarop heeft de
Commissie geen aanmerkingen te maken. Tot
dusverre was alles nog maar klein gedoe in
vergelijking met hetgeen thans aan de orde
komt, n.l. de gemeentebegrooting voor 1932.
De rapporteur begint met de opmerking,
dat op de begrooting voor den derden amb-
tenaar ter secretarie R. Slock, slechts is uit
getrokken /100 als salaris.
De Commissie stelt voor daarvan f 250 te
maken. Zij is van meening, dat deze vergoe-
ding voor den betrokkene alleszins billijk is.
De Voorzitter kan zich daarmee vereenigen,
en aangezien de betrokkene gebleken is een
goed ambtenaar te zijn zal hij aan Burg, en
Weth. voorstellen, dezen wenk ter harte te
nemen.
Op Hoofdstuk 3, brandbluschmiddelen,
waarvoor uitgetrokken is 250, heeft de
Commissie aan te merken, dat zij moeilijk kan
nagaan in hoeverre deze som wel voldoende is.
Daarom zou de Commissie gaame een rap
port van den hoofdbrandmeester tegemoet
zien om te kunnen nagaan of met deze som
volstaan kan worden. Naar het oordeel van
de Commissie zou ons brandbluschmateriaal
te licht zijn. Daarom verzocht zij Burg, en
Weth. te willen zorgen, dat van den hoofd
brandmeester een verslag gevraagd wordt.
Op 1120 voor aanplanting van een plant-
soen vraagt rapporteur inlichtingen voor
welk plantsoen is deze som beschikt?
In 't geheel ziet de rapporteur voor aanleg
van plantsoenen in totaal f 1771 op de be
grooting staan. Voor 't parkje aan 't Station
en aan de Molenstraat komen posten voor van
200 en 100. Daar is niets tegen, maar
als 't meerdere bestemd is voor aanleg van
een nieuw park kan de Commissie daaraan
haar goedkeuring niet hechten. Daarom wil
zij voorstellen van die som 1100 af te doen.
De Voorzitter verklaart, dat inderttjd aan
den heer Henning beloofd is, daar een parkje
te maken.
De heer De Leux verklaart zich niet te her
inneren, dat zulks beloofd is. Z.i. is die hoek
daar ter plaatse goed om te bebouwen. We
kunnen de centen thans beter gebruiken.
De heer Neeteson bevestigt echter, dat de
toezegging wel gedaan is. Bij grondruiling
met den heer Wehrens is zelfs door den Voor
zitter gezegd, dat deze daartegenover zijn
grond aan de situatie zou aanpassen.
De heer Verschaffel acht 1700 ook te veel
voor plantsoenen. Hij is er niet tegen, dat
daar een plantsoentje komt met wat heesters
en struiken, maar op bescheiden schaal aan-
gelegd hoeft 't toch niet zooveel te kosten.
De heer Machielsen zegt, dat 't hem zou
spijten, dat daar geen woning kwam te staan.
Als de bouwterreinen voor betere huizen uit
geput zijn, waar zou de gemeente dan nog
terrein kunnen aanwijzen. Die grond kan
productief gemaakt worden.
De heer De Meijer verklaart, dat bjj het
onderzoek der begrooting den wensch heeft
voorgezeten het doen van uitgaven voor alle
weeldeartikelen stop te zetten.
De heer Van Goethem onderschrijft de mee
ning van zijn mede-commiissielid.
De heer Verschaffel verklaart evenmin als
de heer De Leux iets van dien aard beloofd te
hebben. Hij is 't bovendien met de Commis
sie eens, dat f 1700 te veel is.
De Voorzitter deelt op een vraag des heeren
Neeteson, of die 1100 alleen voor dat parkje
bedoeld zijn, mede, dat zulks niet het geval is.
De heer Verschaffel vraagt nog of 't niet
uit de gewone middelen kan bestreden worden,
doch de Voorzitter zegt: neen.
De heer De Meijer verzoekt den heer De
Leux met het voorstel te komen die 1100
van de begrooting af te voeren. Zulks gebeurt
en na stemming over het voorstel wordt het
aangenomen.
Thans komt de rapporteur met een be-
schouwing om de f 15.000, die op de begroo
ting te kort komen te dekken, door een pro-
gressieve opcentenheffing op de fondsbelas-
ting. Hij geeft het volgende ontwerp in over-
weging: van inkomens tot /1000 te heffen
35 opcenten; van 1000 tot 1300 te heffen
40 opcenten; van 1300 tot 1600 te heffen
50 opcenten; van 1600 tot /1900 te heffen
60 opcenten; van /1900 tot /2200 te heffen
70 opcenten; van 2200 tot hooger te heffen
80 opcenten.
De heer Neeteson vindt dit overdreven.
Bij de gemeentefondsbelasting is de hoofd-
som al reeds progressief, wanneer men de
opcenten nu ook nog progressief heft, betee-
ket zulks een dubbele progressie. Hij meent
dat de heer De Leux op die manier bezig is de
kip met het gouden ei te slachten.
De heer De Leux ziet dat gevaar niet. Hjj
verklaart, dat 19 van de 20 gemeenten de op
centen ook progressief maken. Hij moet er
echter bijvoegen, dat in de commissie het
streven is uitgesproken om de opcenten op de
personeele belasting over te hevelen, zoodra
dit belastingjaar achter de rug is.
De Voorzitter meent, dat' van deze zaak
eerst eens een diepe studie moet gemaakt
worden.
De heer De Meijer merkt op, dat er in de
commissie gezegd is deze regelingen eerst in
overweging te nemen.
Ik moet waarschuwen voor 't zoet gefluit
van den vogelaar, merkt de heer Neeteson op.
Als ik goed gevolgd heb is 't de bedoeling
de inkomstenbelasting met 15.000 te ver-
hoogen en de heer De Leux doet een poging
om in die verhooging een bepaalde categorie
van personen niet mee te doen betalen.
ledereen is verplicht zijn part te betalen
in dezen crisistoestand. Het zal verkeerde
toestanden scheppen.
De heer Machielsen acht 't hoog noodig,
dat een progressieve belasting gemaakt wordt,
terwijl de heer Vein Goethem in principe als
lid van de commissie er voor is.
In stemming gebracht spreken zich alleen
de heeren Verschaffel en Neeteson uit tegen
het voorstel, terwijl de heer De Meijer als lid
van de Commissie buiten stemming blijft.
De volgende opmerking van den heer De
Leux is, dat er op de begrooting geen post
voor werkverschaffing of steunregeling voor
komt. Hij dringt nu niet aan om zoo 'n post
op de begrooting te brengen, doch wanneer
na 't advies van de Commissie van Werk-
nemers en Werkgevers mocht blijken, dat er
steun noodig is in plaats van werk te geven,
wil hij zich het recht voorbehouden een post
voor dit doel te zoeken.
De heer Neeteson wil na hetgeen de heer
De Leux hierover gezegd heeft den indruk
wegwerken, dat er heelemaal niets aan steun
regeling gedaan wordt. Hrj ziet op de begroo
ting 1000 voor afvoer van. vestinggrond en
f 1500 als bijdrage in de werkloozenvenzeke-
ringskas.
De heer Neeteson maakt verder de opmer
king, dat hij geen post op de begrooting ziet
voor de badinrichting.
De Voorzitter zegt, dat deze is overge
bracht bij budtengewone uitgaven. Het is
mogelijk, dat hjj niet noodig is.
Alsnu verklaart de heer De Metier, dat naar
gebleken is. dat de gemeente belast is met
een schuld van ongeveer f 250.000, hij in over
weging wil geven in alle uitgaven de hoogst
mogelijke bezuiniging toe te passen.
De heer Neeteson verklaart zich met den
wensch van den heer De Meijer volkomen te
kunnen vereenigen, doch heeft den indruk, dat
deze begrooting nog niet den geest ademt, die
de crisis helpt bestrijden.
De Voorzitter reageert hierop door te zeg
gen, dat de crisis ontstaan is door de werk-
loozen.
De heer Van Goethem komt daar tegen op
en meent, dat de crisis niet geheel en al het
gevolg is van de werkloosheid, doch dat het
tegenvallen van de tantiemebelasting daaraan
mede schuld heeft. Neen, zegt de Voorzitter,
de tantiemebelasting is niet tegengevaUen!
Maar we hebben 21.000 moeten uitgeven
voor werkverschaffing.
Alsnu wordt de begrooting in ontvangst en
uitgaven staande op 146.698,74 voor den
gewonen en 27.118,70 voor den kapitaal-
dienst in stemming gebracht en met alge
meene stemmen aangenomen.
Het voorstel tot wijziging van de gemeente
begrooting over 1931 ontmoet geen tegenkan-
ting.
Van de gelegenheid tot het stellen van
vragen maakt eerst gebruik de heer De
Meijer. Hij informeert naar de afwatering
aan het Schulpenpad, waarover in de vorige
vergadering gesproken is.
De heer Tak deelt mede, dat zijn oollega
Marquinie ondanks groote moeite niet daar-
mede is kunnen klaar komen wegens het be
ginnen der campagne.
De heer Sijbel vraagt wanneer het land zal
verpacht worden. Binnenkort antwoordt de
Voorzitter.
De heer Tak wijst er op, dat hem gebleken
is, dat bij Wehrens na een regennacht alles
overstroomd was, zoodat het kippenhok ge
heel onder water stond en hij zelfs niet bij zijn
kolen kon komen.
De heer Van Goethem vraagt om een licht-
punt in de Flankstraat en of het niet moge
lijk is om langs Park, Parklaan en Molen
straat het vuil op te halen. De menschen
weten met hun vuil daar geen raad. Tevens
vraagt hij langs het park aan de zijde van
den Molenberg bandijzer aan te brengen in
plaats van prikkeldraad. Verder wijst hij op
het parkeeren van auto's en motorfietsen aan
het eind van de Westkade. Zij leveren een
gevaar op voor 't verkeer.
De Voorzitter deelt mede, dat de eenige op-
lossing zou zijn het huis van De Smidt te ont-
eigenen, hetgeen nogal wat zou kosten.
De heer Machielsen wijst op den toestand
in de nieuwe straat.
Van alle opmerkingen zal werk gemaakt
worden en daar niemand meer iets op het hart
heeft, richt de Voorzitter zich tot den heer
Kaas, die in de vorige vergadering zich een
en ander heeft laten ontvallen ten opzichte
van den heer Warrens, zoodat daarover heel
wat krantengeschrijf is ontstaan. Warrens
gaat in dezen vrij uit, zegt de Voorzitter.
Daarop zal ik U. eens netjes antwoorden,
zegt de heer Kaas. Warrens heeft dat netjes
in 't vat gegoten en heeft U en den opzichter
netjes om 't tuintje geleid.
De gemeente hoeft zich daar niks van aan
te trekken, wanneer de weg onbegaanbaar Is,
moet de gemeente zich tot 't polderbestuur
wenden. Toen de heer Verhelst dijkgraaf was
zorgde die daar altijd voor opruiming van het
slijk en hij hield ook de greppels open, dat
't water gemakkelijk kon afvloeiea.
De Voorzitter stelt de handelwijze van War
rens echter in een ander licht en daannede is
de zaak afgedaan.
Niets meer aan de orde zrjnde sluit de
Voorzitter om ruim 9 uur de vergadering.
AXEL.
Huwelijks-aangiften. 2 Oct. Krijn Cornelia
van Broekhoven, oud 23 j., jm. en Janneke
Kotvis, oud 20 j., jd. 19 Oct. Aurelio Lecon-
do Umberto Santucci, oud 31 j., jm. en Giu-
seppina Spagnol, oud 26 j., jd.
Huwelijks-voltrekkingen. 1 Oct. Edumon-
dus de Kerf, oud 22 j., jm. en Margaretha
Jacoba Heerspink, oud 14 j., jd. Jan Kiel
(van Ter Neuzen), oud 41 j., jm. en Tanneke
Levina Kiel, oud 35 j., jd. Jacobus Jan van
Langevelde (van Ter Neuzen), oud 29 j., jm.
en Wilhelmina Bakker, oud 25 j., jd. 15 Oct.
Krijn Comelig van Broekhoven, oud 23 j., jm.
en Janneke Kotvis, oud 20 j., jd.
Geboorten. 4 Oct. Petrus, z. van Edumon-
dus de Kerf en van Margaretha Jacoba
Heerspink. Willem Adrianus, z. van Dinge-
nus van den Berg en van Paulina Lamberta
Aandeweg. 7 Oct. Christina Jacoba, d. van
Dominicus de Feijter en van Tanneke Catha-
rina Comelissen. 8 Oct. Maria Elizabeth, d.
van Pieter Jan van Fraeijenhove en van
Geertruida Karjser. 11 Oct. Geertruida Pie-
temella, d. van Nicolaas Scheele en van
Leintje Anna Harms. 12 Oct. Albertus Jo-
sephus Augustinus, z. van Honors Duijm en
van Gabrielle Juliana Maria van Mossevelde.
13 Oct. Anthonij Willem, z. van Jacob Goos-
sen en van Geertrui Riemens. 19 Oct. Gij3-
berta Maria Debora, d. van Jan van Hoorn
en van Jacoba Hamelink. 21 Oct. Elisabeth,
d. van Marinus de Koeijer en van Francina
Scheele. 23 Oct. Maatje Janneke, d. van Pie
ter van Hoorn en van Catharina Johanna Deij.
Overlijden. 4 Oct. Maria Adriana de Visser,
oud 1 m., d. van Abraham en van Adriana
Dees. 29 Oct. Michiel Hermanus van Duijn,
oud 28 j., echtg. van Maaitje van Ingen. 31
Oct. Maatje Jongejan, oud 70 j., echtg. van
Marinus de Fouw.
IJZENDIJKE.
Huwelijks-aangiften. 1 Oct. G. J. van
Hootegem, oud 25 j., jm. en M. van den Bosch,
oud 21 j., jd. 15 Oct. M .L. van Acker, oud
28 j., jm. en I. M. Boussens, oud 27 j., jd.
Huwelijks-voltrekkingen. 22 Oct. G. J. van
Hootegem, oud 25 j., jm. en M. van den
Bosch, oud 21 j., jd.
Geboorten. 1 Oct. Walter Venentius, z.
van Jo# Dierikx en van Herm. Dhondt. 9
Oct. Herman Leopold, z. van Emile J. Ver-
meire en van Emma Maria Matthjjs. 23 Oct.
Maria Augusta Cornelia, d. van Marinus L.
Raas en van Maria L. C. Marynissen. 29 Oct.
Clazina Janna, d. van Markus L. Markusse en
van Neeltje A. Weststrate.
Overljjden. Andries Jan de Reu, oud 80 j.,
weduwn. van Johanna S. Rerjnhoudt.
Voor SluiskilGent: 2 Nov. Eng. s.s.
ALGOL, 929, kolen, New-Castle.
Van Sluiskil: 2 Nov. Eng. s.s. HOOK-
WOOD, 926, ledig, Blyth.
Voor Gent: 3 Nov. Eng. s.s. BRERETON,
178, ledig, Geumsey; Portug. s.s. MELLO,
2413, pyriet, Lissabon; Spaansch s.s. ALAVA,
1706, fosfaat, Sfax; Eng. s.s. DAFILA, 969,
stukg., Manchester; Eng. s.s. WILD-ROSE,
431, ledig, Rouaan; Eng. s.s. PORTHCAR-
RACK, 200, kolen, Swansea; Spaansch s.s.
ANTON-OHU, 1552 pyriet, Huelva.
3 Nov. Eng. s.s. ROSLEA, 255, ledig,
Londen.
Van Gent: 2 Nov. Eng. s.s. BIRTLEY,
1696, ledig, Tyne.
3 Nov. Eng. s.s. ISADORE, 670, tfzer,
Londen; Noorsch s.s. SKUN, 765, jjzer, Gdy
nia; Eng. s.s. ALICE MARIE, 1216, ijzer,
Newport; Eng. s.s. DASHWOOD, 1263, ledig,
Antwerpen; Duitsch s.s. ELS A ESSBERGER,
565, benzine, Constantinopel; Nederl. s.s.
PASCHOLL, 166, kunstm., Jersey; SpaanSch
s.s. FLORA, 1874, qzer, Newport; Deensch
s s. ANNE, 940, ijzer, Llanelly.
Amsterdam, 4 Nov. 1931.
Bieden Laten
Londen 9,20 9,30
Duitsch 58,70 58,80
Fransch 9,70 9,80
Belgisch 6,88 6,93