ALGEMEEN NIEUWS- EN APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
VEEREH
Honderden jaren geledei
bimmenlahp.
No. 8751
BUITENLAND
AUTOS
iimA15,1iAvANVALK£riBURG'S
•iLlVERTR
LEEU WARDEN
was pepermunt reeds een veelviildig
gebruikte en zeer gewaardeeide
medicijn tegen allerlei kwalen.
Ook in onzen tijd gebruiken
duizenden haar nog gaarne als een
uitstekend middel voor opwekking
en verkwikking.
Let er evenwel op dat ge peper
munt van prima kwaliteit gebruikt.
De beste pepermunt is zonder
eenigen twijfel de Echte Medici-
nale VS-Pepermunt, onder ge-
regelde controle van het laborato-
rium Dr. E. Pannenborg en Dr. H.
J. Doornbosch te Groningen.
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden - Buiten Ter Neuzen
ncr post 180 per 3 maanden - Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar -
Voor Belgie en Amerika f 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post -
Abcnnementsn voor het buitenland alleen bij vooruitbetalmg.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elkeE reg®1 "iee!
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte bereken
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tanef, hetwelk op aaniraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor e ui gave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND,
,y •X**''"''
- *mw
DBANKWET.
Burgemeester en Wetbouders van TER
NEUZEN brengen ter openbare kennis inge-
volge artikel 37, juncto artikel 12 der Drank-
wet, dat bij' ben is ingekomen een verzoek
om veriof voor den verkoop van alcoholhou-
denden drank anderen dan sterken drank van
ALBERT FERDINAND JOSEPH MARIE
DIERICK, van beroep bienbrouwer, domicilie
kiezende te Ter Neuzen voor het rechter voor-
en achterlokaal van het perceel Kanaalweg 74.
Binnen twee weken nadat deze bekend-
making is gescbied, kan ieder tegen bet ver-
leenen van dit veriof schriftelijk bezwaren
indienen bij Burgemeester en Wetbouders.
Ter Neuzen, den 26 October 1931.
Burgemeester en Wetbouders voomoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVTJLLE, Secretaris.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Vrijdag.
A an het begin van de vergadering wordt
aan mr. R. H. baron de Vos van Steenwijk
eervol ontslag verleend als griffier der Kamer
in verband met diens benoeming tot commis-
saris der Koningin in Drenthe onder dankbe-
tuiging voor de belangrijke aan de Kamer be-
wezen diensten.
De voorzitter richt in verband hiermede
bet woord tot den scheidenden griffier, scbetst
diens gewichtigen arbeid en verzekert, dat de
Kamer aan zijn persoon de meest levendige
en vriendschappelijke herinnering zal bewa-
ren. (Applaus.)
Nadat de spreektijd voor de algemeene be-
scbouwingen over de rijksbegrooting is vast-
gesteld, zijn een aantal kleine onderwerpen
aan de orde, waaronder de heffing van een
bieraccijns in Nederlandsch-Indie.
Minister de Graaff zegt toe, dat hij zal
medewerken om t.z.t. den accijns van 3 op 5
ot. per liter te brengen (waarop de beeren
Suring (r.k.) en Cramer (s.d.) hadden aan-
gedrongen). Het ontwerp wordt z.h.s. aange-
nomen.
Hiema komt aan de orde de militaire amb-
tenarenwet.
De heeren van Rappard (lib.) en Duymaer
van Twist (a.r.) opperen het bezwaar, dat,
zooals het nu staat, een mindere zal hebben
te oordeelen over een meerdere. Zij vragen
wijziging dienaangaande.
De beer Scbaepman (r.k.) had liever ge-
zien, dat bet militaire ambtenarenrecht ge-
regeld was geworden in een geheel afzonder-
lijke wet. Uit hoofde van de geheel andere be-
trekkingen van den militairen ambtenaar tot
den staat, vergeleken bij die tusschen den bur-
gerlijken ambtenaar en den staat.
De heer K. ter Laan (s.d.) juicht toe, dat
het ontwerp aansluit bij de wet voor den bur-
gerlijken ambtenaar. Spr. acht bet geen be
zwaar, dat een mindere kan hebben te oor
deelen over een meerdere, omdat de zaken
niets uitstaande hebben met de krijgstucht.
ONZE WEGEN.
Begrooting Wegenfonds.
Aan bet voorloopig verslag der Tweede
Kamer over de begrooting van bet Wegen
fonds voor 1932 wordt het volgende ontleend:
Verscheidene leden betreurden, dat het
denkbeeld is verworpen om van een of meer
groote bevolkings-, Industrie- en handels-
centra in bet hart van het land enkele hoofd-
verkeersbanen naar de grenzen, aansluiting
gevende op groote buitenlandsche verkeers-
banen en naar overige belangrijke centra van
het land, aan te leggen.
Sommige leden betuigden him instemming
met de denkbeelden van Ir. A. A. Mussert,
neergelegd in diens brochure: „Vrij baan voor
de toekomst", betreffende den aanleg van
autosnelibanen.
Eenige leden betoogden, dat bij' den aan
leg van wegen te veel wordt gelet op de
eischen van het snelverkeer en niet voldoende
op de economische belangen van de streek.
De tertiaire wegen op den
achtergrond geraakt.
Sommige leden achtten den opzet van de
hoofdwegen te royaal en te minder geiwenscht,
omdat in verband met de groote sommen, die
daardoor aan de hoofdwegen ten koste wor
den gelegd, het gevaar ontstaat, dat de ver-
zorging van het tertiaire wegennet op den
achtergrond geraakt.
Aangedrongen werd op het afsnijden van
scherpe bochten in Rijkswegen en op het ver-
beteren van het uitzicht in bochten.
Sommige leden drongen er op aan, dat de
Minister zijn standpunt ten aanzien van de
tertiaire wegen zou herzien
Asfalt of klinkers?
Sommige leden vroegen, waarom van zoo-
veel Rijkswegen nog altijd de klinkerbestra-
tmg wordt bestendigd en nieuwe wegen nog
voor een deel met klinkers worden bestraat.
In de praktijk is gebleken, dat bestrating
met asfalt veel doelmatiger, duurzamer en
goedkooper is. De gladheid van het asfalt is
geen ingrijpend bezwaar meer, al moet men
overigens voorzichtiger rijden in geval van
regen.
Geklaagd werd over de uitvoering van
straatwerk op Rijkswegen.
Gevraagd werd, of de Minister de opleiding
van goed geschoold personeel wil bevorderen
en het straatwerk in eigen beheer wil doen
uitvoeren.
Sommige leden stelden de vraag, of het in-
derdaad de bedoeling is, dat na 25 jaren alle
aan het Wegenfonds verstrekte leeningen
zullen zijn terugbetaald. Zoo ja, dan meen-
den zij, dat daarmede een te zware last op
het tegenwoordige geslacht zou worden ge
legd.
Verscheidene leden drongen aan op oprui-
ming van de nog overgebleven tollen op de
wegen.
Rjjwielbelasting.
Eenige leden meenden, dat er een wanver-
houding bestaat tusschen de opbrengst van
de rijwielbelasting en die der Wegenbelasting,
onderscheidenlijk van 7 en 12 millioen. Zij
wenschten aan die wanverhouding een einde
te zien gemaakt ten gunste van de rgwielen.
FEITEN EN CIJFERS OVER SCHOOL EN
ONDERWIJS.
Een blik in de historie.
Ons lager onderwijs heeft een buitengewoon
interessante geschiedenis. De statistiek van
het gewoon en uitgebreid lager onderwijs,
welke door het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek te 'is Gravenhage werd bewerkt, geeft
er een beknopt overzicht van.
De eerste wet tot regeling van het lager
onderwijs dateert van 1806. Onder deze wet
bestond er geen vrijheid van onderwijs. Ook
al was iemand in het bezit van de noodige be-
dat de uitvoering van een dergelijk werk in
de met Nederland te sluiten overeenkomst
zal worden opgenomen.
DE ZUIDERZEEWERKEN.
Verzet der Tweede Kamer tegen stopzetting.
Verschenen is het voorloopig verslag der
Tweede Kamer over de begrooting van het
Zuiderzeefonds voor 1932, waaraan het vol-
gende wordt ontleend.
Algemeen werd geklaagd over de onvol-
doende toeliohting van het voomemen der re-
geering am de inpolderingswerken voorloopig
f op te schorten.
Verscheidene leden konden zich met dit
voomemen niet vereenigen. Zij zouden het
financieel en economisch onverantwoord ach-
ten, indien tot afbraak van de bestaande or-
ganisatie werd besloten. Ook voorloopige
stopzetting zou een hiaat doen ontstaan, dat
tot groot kapitaalverlies zou leiden, terwijl
bij latere hervatting de kosten belangrijk hoo-
ger zouden worden dan die, waarop thans
kan worden gerekend.
motorrijtuigen. Wielrijders moeten verplicht
worden op het rijwielpad te blijven.
Wederom werd aangedrongen op den aan
leg van een kanaal AxelHulst.
Sommige leden betreurden, dat de kosten
die het rijk aan de K. L. M. moet besteden,
nog steeds zoo hoog blijrven. Deze leden waren
niet overtuigd, dat bij het beheer van dit
bedrijf de noodige zuinigheid wordt betracht.
Andere leden verklaarden, dat zij den weke-
lijkschen dienst op Indie niet gaame zouden
missen en brachten hulde aan de leiders van
het vliegwezen, aan wie het te danken is, dat
Nederland op dit gebied vooraangaat.
Sommige leden stelden de vraag of nu het
indexcijfer in ons land sterk is gedaald, de
spoorwegtarieven daarmede niet in overeen-
stemming behoeven te worden gebracht.
HET BELGISCHE BROOD.
CU wao iciliauu XJJ. UVU O- nviuvu o
wijzen van bekwaamheid dan was hij nog niet Sommige leden merkten op, dat door het
zeker, dat hij onderwijs mocht geven. Daar- srereedkomen van den afslui
voor was vergunning van de plaatselijke
Overheid noodig en deze werd volstrekt niet
altijd verleend. In het midden der vorige eeuw
waren er mede hierdoor nog slechts weinig
bijzondere schoien.
Toen kwam in 1857 een nieuwe onderwijs-
wet tot stand. Zij gaf uitvoering aan het be-
ginsel, neergelegd in de Grondwet van 1848,
volgens welke het geven van onderwijs vrij
zou zijn, behoudens het toezicht der Over
heid, en, voor zoover het middelbaar- en
lager onderwijs betrof, het onderzoek naar
de bekwaamheid en zedelijkheid der onderwij-
zers. Bij deze wet werden minimum-jaarwed-
den voor de hoofden en onderwijzers der open-
bare schoien vastgesteld, alsmede een maxi
mum aantal leerlingen per onderwijzer. Wan-
neer het aantal leerlingen meer dan 70 be-
droeg, moest het hoofd der school worden bij-
gestaan door een kweekeling, terwijl bij meer
dan 100 leerlingen de hulp van een onderwij
zer noodig werd geacht.
In 1878 werd weer een stap voorwaarts ge-
daan. De onderwijswet, welke in dit jaar tot
stand kwam, bracht een sterke vermindering
van het aantal leerlingen per onderwijzer.
Reeds bij meer dan 30 schoolgaande kinderen
moest het hoofd door minstens edn onderwij
zer worden bijgestaan, terwijl een tweede on
derwijzer vereischt werd, wanneer het aantal
leerlingen boven de 70 steeg. Deze bepalin-
gen golden niet voor het bijzonder onderwijs.
Bij de wet van 1889 werd een eerste stap
gezet op den weg der financieele gelijkstel-
voor alle
HENRI VAN DE CALSEYDE
Borluutstraat 8 - GENT. Tel. 124.15.
(dicht bij het Stadhuis.)
(Ingez. Med.)
ling van openbaar en bijzonder onderwijs ten
opzichte van 's Rijks kas. Bijzondere schoien,
die, wat het aantal onderwijzers betreft, vol-
deden aan de voor de openbare schoien ge-
stelde eischen, kregen recht op een Rijksver-
goeding voor de onderwijzerssalarissen, zoo
als aan de gemeenten voor hare openbare
schoien werd toegekend.
In de jaren 1901 en 1905 volgden verdere
verbeteringen in de positie der bijzondere
schoien. Zij ontvingen een bijdrage in de kos
ten der schoollokalen, de minimum-salaris-
sen der verplichte en een deel van de sala-
rissen der boventallige onderwijzers werden
van Rijkswege vergoed, voor de pensioenen
der onderwijzers werd zorg gedragen.
Tenslotte kwam de Lager onderwijswet van
1920,waarbij de bijzondere schoien ten op
zichte van de openbare kassen volkomen met
de openbare werden gelijk gesteld.
Merkwaardig is het na te gaan hoe zich de
verhouding van openbaar tot bijzonder onder
wijs sedert het midden der vorige eeuw, mede
als gevolg van de geschetste ontwikkeling der
wetgeving, heeft gewijzigd.
De statistiek geeft een staatje, waaruit
blijkt, dat er in 1845 in ons land 3214 lagere
ischolen waren, waarvan 2410 openbare en
804 bijzondere. Er waren dus 3 openbare
schoien op 1 bijzondere.
In 1900 waren er 4607 lagere schoien en
wel 3127 openbare en 1480 bijzondere. De ver
houding was toen dus ongeveer als 2,2 staat
tot 1.
Eindelijk waren er in 1929 in totaal 8062
lagere schoien en wel 3610 openbare en 4452
bijzondere. Derhalve een verhouding van open-
bare tot bijzondere van 0.8 tot 1.
Over het aantal schoien in ons land is aan
de hand van de onderwijsstatistieken nog wel
wat meer te vertellen. Maar daarover een
volgende maal.
NEDERLAND EN BELGIe.
De correspondent der N. R. Crt. te Brussel
meldt:
De Gentsche Kamer van Koophandel heeft
den minister van openbare werken een brief
gezonden, waarin uiting wordt gegeven aan
de vrees dat in geval van totstandkoming
van het Moerdijkkanaal, Nederland de tus-
schenwateren niet meer als thans zal onder-
houden. In dit geival zou de Rijnvaart, waar
bij de Gentsche haven is betrokken, een om-
weg moeten doen langs Amtwerpen en de
Beneden-Schelde. De Gentsche haven, waar
vooral kolen en metaalproducten worden ver-
scheept, zou aldus groote schade lijden, wat
venmeden kan worden door het graven van
een verbindingskanaal tusschen Bath en het
Moerdijkkanaal. De Gentsche Kamer van
Koophandel meent dan ook van den minister
van openbare werken te mogen verwachten,
gereedkomen van den afsluitdijk vele vis-
schers broodeloos zullen worden, terwijl daar-
tegenover niet zal staan een belangrijke uit-
breiding van werkgelegenheid door het ver-
werven van cultuurgrond. In verband daar
mede vroegen zij, of het niet mogelijk zou
zijn de Zuiderzee tijdelijk niet geheel af te
sluiten, indien onverhoopt tot opschorting van
de inpoldering mocht worden overgegaan.
Afgescheiden van de noodzakelijkheid tot
onmiddellijke bezuiniging en de daaruit voort-
vloeiende gedeeltelijke stopzetting van de
Zuiderzeeiwerken, aohten sommige leden een
herziening van de financiering van deze wer
ken noodig. Zij zouden gaarne vememen, of
voorstellen van die strekking kunnen worden
tegemoet gezien.
Geklaagd werd, dat de algemeene maat-
regel van bestiuur, regelende de uitkeering aan
de Zuiderzeevisschers en de nevenbedrijven te
lang uitblijft.
Verscheidene leden vroegen, of de Minister
reeds zijn standpunt heeft bepaald ten aan
zien van de uitgifte van gronden van den
Wieringermeerpolder. Men drong er op aan,
dat de Kamer de gelegenheid zou krijgen, zich
uit te spreken over het beheer en de wijze
van uitgifte van deze gronden.
VOOR HET BEHOUD DER ZUIDERZEE.
Te Haarlem is een commissie gevormd, die
onder den naam van „Open-Zee-comite" zal
trachten het daarheen te leiden, dat in de uit
voering der Zuiderzeewerken een wijziging
wordt getroffen.
Met het oog op het groote risioo aan de
dichting van het laatste sluitgat, de Vlieter,
in Augustus of September 1932 verbonden,
mag volgens het comitd, niet worden nage-
laten om in 's lands belang een gunstiger op-
lossing te beiwerken, bijvoorbeeld door het
bouwen van een brug over een zeker aantal
kilometers.
Binnenkort zal o.a. een rekest worden ge-
richt aan de beide Kamers der Staten-Gene-
raal terwijl door voordrachten in de groote
steden noodzakelijkheid van niet-algeheele af-
sluiting zal worden toegelicht.
De ibedoeling van dit comitd is dus de Zui-
derzeekom in haar vollen omvang te behou-
den, n.l. dat eb en vloed onbelemmerd hun
loop behouden en de visscherij in haar gefiee!
gespaard blijft.
KOOTWIJK VOOR DE 298 M.-GOLF?
Naar het Hbl. verneemt heeft minister
Reymer onlangs het hoofdbestuur van de
Vara in audientie ontvangen. Hierbij was ook
de directeur-generaal der P. T. T., ir. Damme,
aanwezig. De bedoeling van het Vara-bestuur
was, den minister te verzoeken om den nieu-
wen P. T. T.-zender voor den ,,zakelijken om-
roep" te Kootwijk beschikbaar te stellen voor
uitzendingen op de Nederlandsche korte golf
van 298 M. Volgens ir. Koomans is het moge
lijk den zender binnen edn week te verbouwen
tot een zender van 298 M. Uit het antwoord
van den minister bleek, dat hij wel bereid zou
zijn dit verzoek in gunstige overweging te
nemen, als het namens alle omroepvereenigin-
gen tot hem gericht zou worden. In verband
hiermede zal de Vara dit verzoek aan de orde
stellen in de een dezer dagen te houden ver
gadering van het com ltd van (sectarische)
om roepver eenigingen
DE NEDERLANDSCHE TABAKSTEELT.
In Betuiwe en Maas en Waal wordt op ver-
schillende plaatsen nog tabak verbouwd hoe-
wel de teelt lang niet meer die beteekemis
heeft dan van een aantal jaren terug. De
echte tabaksboeren sterven ook hier uit, men
legt zich toe op andere cultures en boven-
dien had het inlandsche product op de markt
niet meer de waarde van vroeger. De nog
bestaande tabaksplantersvereenigingen doen
thans bij de Regeering pogingen om gedaan
te krijgen, dat de Nederlandsche tabaks-
kerverijen verplicht zullen worden, in hun
producten ook een percentage binnenlandsche
tabak te mengen.
WATERSTAATSBEGROOTING 1932.
Aan het V. V. der Tweede Kamer over de
Waterstaatsbegrooting 1932 wordt ontleend,
dat eenige leden aandrongen op het betrach-
ten van de Zondagsheiliging. Zij vestigen
daarbij in het bijzonder de aandacht op den
spoorwegdienst, de luchtpost, de postbezor-
ging en tevens op de veerdiensten in de pro-
vincie Zeeland.
Sommige leden drongen aan op vaststel-
ling van een algemeen snelheidsmaximum van
40 K.M. per uur.
Andere leden wenschten alle snelheidabeper-
kingen te zien opgeheven en straffer -te zien
opgetreden tegen voetgangers en wielrijders,
die naar hun meening de verkeersregelen veel
meer overtreden dan de bestuurders van
De toestand in het Maastriohtsche bakkers-
bedrijf schijnt van dien aard te worden, dat
zoowel van de zijde van patroons als van ge-
zellen krasse maatregelen overwogen worden.
De patroons hebben zich nogmaals tot de re
geering gewend, om spoedmaatregelen tegen
den invoer van het Belgische brood. Mochten
die Dinsdag niet genomen zijn, dan zal men
overgaan tot sluiting van het grootste ge-
deelte der bakkerijen en zelf overgaan tot den
invoer van Belgisch brood De gezellen schij-
nen met plannen tot staking rond te loopen.
Den Haag heeft wel maatregelen toege-
zegd, doch in het midden gelaten, hoe en wat.
Alleen een definitieve sluiting van den in
voer acht men in de betrokken kringen af-
doende. Gaat men over tot het zelf distri-
bueeren van Belgisch brood dan zullen de
bakkers waarschijnlijk 20.000 K.G. Belgisch
brood gaan invoeren per dag.
Wetteljjke voorziening te wachten.
Naar men verneemt worden van officieele
zijde maatregelen overwogen in verband met
den invoer van Belgisch brood, ten einde deze
concurrence niet meer mogelijk te maken,
of althans tot een minimum te beperken.
In aansluiting hieraan verneemt het Nederl.
Correspondence Bureau nog uit betrouwbare
bron dat in verband met den broodinvoer be-
sprekingen zijn gehouden.
Ten einde dezen broodinvoer binnen normale
perken te houden, zal een wettelij'ke voorzie
ning noodig zijn. Er zijn reeds stappen in
deze richting gedaan en aangenomen mag
worden dat op de een of andere wijze binnen
afzienbaren tijd de mogelijkheid zal bestaan,
dezen crisisimvoer het hoofd te bieden.
DE GEMEENTERAAD VAN
KATTENDIJKE.
De gemeenteraad te Kattendijke wedgerde
met 4 tegen 3 stemmen de door Burg, en
Weth. aangeboden begrooting goed te keuren,
aangezien de commissie van onderzoek niet
anders gezien had dan een kladbegrooting,
waarop verschillende posten met potlood
waren ingevuld. Ook het totaal bedrag was
niet ingevuld De eene keer was de post on-
voorzien hooger dan de andere keer. De voor
zitter had het met poCood invullen slechts
gemakshalve gedaan. Het eindcijfer stond op
een enveloppe!
Ged. Staten moeten het weer maar uit-
zoeken.
Ook werd met 4 tegen 3 stemmen besloten
het suppletoir kohier der hondenbelasting niet
(Ingez. Med.)
goed te keuren. Het kohier" stond geschre-
ven op een vodje papier.
Met 4 tegen 3 stemmen werd besloten de
gemeente-amibtenaren voortaan 8% pen-
sioenpremie te laten betalen.
Emstige klachten werden geuit over de
brandweer te Wilhelminadorp. De burge
meester vond een betere brandweer niet zoo
noodig; 9/10 van de gebouiwen is eigendom
van den Wilhelminapolder.
BELASTINGVERLAGING GEVRAAGD.
De Vereeniging van Automobielbezitters in
den Kring West-Friesland te Edam, de West-
Friesche Bond van Vrachtlieden „Gemeen-
schappelijk Belang" te Hoorn, en de Bond
van Vrachtrijders Recht en Plicht" te Alk-
maar hebben gezamenlijk een adres tot de
Ministers van Financien en Waterstaat ge
richt, waarin zij verzoeken om de kleine be-
drijven uit billijkheidsaverwegingen tegemoet
te komen, hetzij door een uitzonderingsbe-
paling als de Minister heeft geschapen t. a. z.
van aanhangwagens, hetzij door de thans be
staande belasting voor motrrijtuigen, vallen-
de onder art. 3d van de Wegenbelastingwet
met 50 te verlagen, hetzij langs anderen
weg.
OPSTAND OP CYPRUS.
Verleden jaar was het schrijft de N. R.
Crt. Malta, dat Engeland politieke moei-
lijkheden berokkende. Het Italiaansche natio
nalisms op dat eiland, onder leiding van een
ijverige geestelijkheid, bracht Engeland zelfs
in ernstige wrijving met het Vaticaan. Het
beleid van Engeland in deze kwestie kon niet
twijfelachtig zijn: De Malteesche nationalis-
ten zullen voorloopig nog rekening moeten
houden met het feit, dat hun eiland als vloot-
basis een der hoofdzuilen vormt van het
Britsche Rijk, en dat Engeland zich dus niet
(Ingez. Med.)
aan eenig experiment zal wagen dat zijn
positie op Malta onzeker zou kunnen maken.
De Malteesche nationalisten hebben de din-
gen echter ook kalmer aangepakt, dan nu hun
mede-„british subjects" op Cyprus doen. Een
oude traditie voortzettend zijn dezen in vol
len opstand gekomen. De Engelschen berich-
ten melden ons dat de toestand em-tig is. Zij
hopen dat de troepen spoedig in staat zullen
zijn weer orde te scheppen. Opmerkelijk
groote middelen worden in beweging gebracht
om den opstand te bestrijden. Eskaders gaan
er heen met landingstroepen, door de lucht
worden er soldaten heengebracht en een
kleine lucbtvloot moet de overheid steunen.
Op die manier zullen de Cyprioten spoedig
moeten inzien dat zij tegen de bierkaai
vechten. Maar voorloopig hebben zij blijk-
baar de macht in handen. Het paleis
van den gouvemeur hebben zij in brand
gestoken, en de overheid is blijkbaar niet
in staat geweest het vuur te bestrijden.
Want het gebouw is tot den grond toe
afgebrand. Ook elders zijn woningen van
vertegenwoordigers van het Britsch gezag in
bmnd gestoken.
De heele beweging heeft ten doel: afschei-
ding van het Britsche Rijk, aansluiting hij het
Grieksche moederland. De bisschop van Lar-
naka zelf predikt den opstand. Men moet
den indruk krijgen dat het er voorloopig heel,
heel warm toegaat op het oude eiland.
Cyprus is een belangrijk middelpunt van
beschaving geweest, zoolang wij van mensche-
lijke geschiedenis weten. In de bron.-peri ode
reeds kende het welvaart en ontwikkeling,
omdat het toen de belangrijke grondstof
koper leverde. In het oude Perzische rijk en
vooral in het klassieke Hellas heeft het een
rol van beteekenis gespeeld.
Het eiland heeft verder een levendige ge
schiedenis door de heele middeleeuwen heen,
van het begin daarvan tot het einde. Het is
op dit oogenblik een aardige herinnering, dat
het in 1191 reeds in Engelsch bezit is geweest.
De ,,tyran" van Cyprus, Izak Commenus, had
Engelsche kruisvaarders ongepast behandeld,
en koning Richard I had dezen smaad zijn
onderdanen aangedaan, gewroken door het
eiland aan Izak te ontworstelen. Richard
heeft er het voile pleizier van gehad, want hij
heeft het gunstig gelegen Cyprus onmiddellijk
goed van de hand kunnen doen. De tempe-
liers waren de koopers. Maar ook voor hen
is het bezit van het eiland blijkbaar slechts
een zaakje geweest, want zij deden het weer
over aan Guy de Lusignan, die den titel droeg
van koning van Jeruzalem, maar naar het
schijnt, behoefte gevoelde aan reeelere heer-
schappij. Zijn familie heeft bijna drie eeuwen
lang op Cyprus geregeerd. Zij voerde er
westersch feodalisme, een schitterende wes-
tersch-ridderlijke hofhouding en ook de wes-
tersche kerk in. Verder onderdrukte zij de
bevolking.
Voor die bevolking braken eerst betere
tijden aan toen de Turken in 1573, na een
lang Venetiaonsch intermezzo, de heerschap-
pij over het eiland met zeer harde hand had
den veroverd. Want het Turksch bewind bleef
geruimen tijd zeer liberaal. De slavemij werd
afgeschaft, Cyprus kreeg weer een aartsbis-
dom van de oostensche kerk, en de christenen
op bet eiland zagen zich een ruime mate van
zelfbestuur toegekend. Op den duur echter
werd ook het Turksche bewind drukkend. In
1764, 1804 en 1821 waren emstige opstanden
daarvan het gevolg.
Engeland maakte in 1878 een eind aan de
Turksche heerschapplj op Cyprus. Het ver-
wierf het eiland als loon voor zijn bemoeiingen
op het congres van Berlijn, dat de resultaten
van den Russisch-Turkschen oorlog regelde.
Nominaal bleef de sultan souverein van
Cyprus; Engeland betaalde hem zelfs 92,800
per jaar als schatting voor het eiland. Maar
daarvoor kreeg het de rechten van bezetting
en beheer.
Aan deze overeenkomst is formeel een einde
gemaakt in November 1914, toen Turkije aan
de geallieerden den oorlog verklaarde. Cyprus
werd toen ingelijfd bij de bezittingen van de
Britsche kroon. De bewoners werden Engel
sche onderdanen, tenzij zij schriftelijk ver
klaarden Turken te willen blijven. Daarvan
hebben echter slechts welnige geimporteerde
Turken gebruik gemaakt. Bij het verdrag
van Lausanne in 1932 erkende Turkije dezen
toestand. En sedert 1 Mei 1925 is Cyprus
Engelsche kolonie, onder een gouverneur met
een uitvoerenden raad en verder een wet-
gevenden raad, bestaande uit 12 christelijke
en 3 mohammedaansche gekozen leder en 9
ambtelijke leden.
Godsdienstig behoort het eiland, wat zijn
Grieksche bewoners betreft, tot de groote or-
thodoxe oostersche kerk, maar het roaakt
daarvan een onafhankelijk deel uit. Het res-