ALGEMEEN NIEUWS- EN APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. VEEREH Honderden jaren geledei bimmenlahp. No. 8751 BUITENLAND AUTOS iimA15,1iAvANVALK£riBURG'S •iLlVERTR LEEU WARDEN was pepermunt reeds een veelviildig gebruikte en zeer gewaardeeide medicijn tegen allerlei kwalen. Ook in onzen tijd gebruiken duizenden haar nog gaarne als een uitstekend middel voor opwekking en verkwikking. Let er evenwel op dat ge peper munt van prima kwaliteit gebruikt. De beste pepermunt is zonder eenigen twijfel de Echte Medici- nale VS-Pepermunt, onder ge- regelde controle van het laborato- rium Dr. E. Pannenborg en Dr. H. J. Doornbosch te Groningen. ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden - Buiten Ter Neuzen ncr post 180 per 3 maanden - Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar - Voor Belgie en Amerika f 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post - Abcnnementsn voor het buitenland alleen bij vooruitbetalmg. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTIeN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elkeE reg®1 "iee! Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte bereken Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tanef, hetwelk op aaniraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor e ui gave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND, ,y •X**''"'' - *mw DBANKWET. Burgemeester en Wetbouders van TER NEUZEN brengen ter openbare kennis inge- volge artikel 37, juncto artikel 12 der Drank- wet, dat bij' ben is ingekomen een verzoek om veriof voor den verkoop van alcoholhou- denden drank anderen dan sterken drank van ALBERT FERDINAND JOSEPH MARIE DIERICK, van beroep bienbrouwer, domicilie kiezende te Ter Neuzen voor het rechter voor- en achterlokaal van het perceel Kanaalweg 74. Binnen twee weken nadat deze bekend- making is gescbied, kan ieder tegen bet ver- leenen van dit veriof schriftelijk bezwaren indienen bij Burgemeester en Wetbouders. Ter Neuzen, den 26 October 1931. Burgemeester en Wetbouders voomoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVTJLLE, Secretaris. TWEEDE KAMER. Vergadering van Vrijdag. A an het begin van de vergadering wordt aan mr. R. H. baron de Vos van Steenwijk eervol ontslag verleend als griffier der Kamer in verband met diens benoeming tot commis- saris der Koningin in Drenthe onder dankbe- tuiging voor de belangrijke aan de Kamer be- wezen diensten. De voorzitter richt in verband hiermede bet woord tot den scheidenden griffier, scbetst diens gewichtigen arbeid en verzekert, dat de Kamer aan zijn persoon de meest levendige en vriendschappelijke herinnering zal bewa- ren. (Applaus.) Nadat de spreektijd voor de algemeene be- scbouwingen over de rijksbegrooting is vast- gesteld, zijn een aantal kleine onderwerpen aan de orde, waaronder de heffing van een bieraccijns in Nederlandsch-Indie. Minister de Graaff zegt toe, dat hij zal medewerken om t.z.t. den accijns van 3 op 5 ot. per liter te brengen (waarop de beeren Suring (r.k.) en Cramer (s.d.) hadden aan- gedrongen). Het ontwerp wordt z.h.s. aange- nomen. Hiema komt aan de orde de militaire amb- tenarenwet. De heeren van Rappard (lib.) en Duymaer van Twist (a.r.) opperen het bezwaar, dat, zooals het nu staat, een mindere zal hebben te oordeelen over een meerdere. Zij vragen wijziging dienaangaande. De beer Scbaepman (r.k.) had liever ge- zien, dat bet militaire ambtenarenrecht ge- regeld was geworden in een geheel afzonder- lijke wet. Uit hoofde van de geheel andere be- trekkingen van den militairen ambtenaar tot den staat, vergeleken bij die tusschen den bur- gerlijken ambtenaar en den staat. De heer K. ter Laan (s.d.) juicht toe, dat het ontwerp aansluit bij de wet voor den bur- gerlijken ambtenaar. Spr. acht bet geen be zwaar, dat een mindere kan hebben te oor deelen over een meerdere, omdat de zaken niets uitstaande hebben met de krijgstucht. ONZE WEGEN. Begrooting Wegenfonds. Aan bet voorloopig verslag der Tweede Kamer over de begrooting van bet Wegen fonds voor 1932 wordt het volgende ontleend: Verscheidene leden betreurden, dat het denkbeeld is verworpen om van een of meer groote bevolkings-, Industrie- en handels- centra in bet hart van het land enkele hoofd- verkeersbanen naar de grenzen, aansluiting gevende op groote buitenlandsche verkeers- banen en naar overige belangrijke centra van het land, aan te leggen. Sommige leden betuigden him instemming met de denkbeelden van Ir. A. A. Mussert, neergelegd in diens brochure: „Vrij baan voor de toekomst", betreffende den aanleg van autosnelibanen. Eenige leden betoogden, dat bij' den aan leg van wegen te veel wordt gelet op de eischen van het snelverkeer en niet voldoende op de economische belangen van de streek. De tertiaire wegen op den achtergrond geraakt. Sommige leden achtten den opzet van de hoofdwegen te royaal en te minder geiwenscht, omdat in verband met de groote sommen, die daardoor aan de hoofdwegen ten koste wor den gelegd, het gevaar ontstaat, dat de ver- zorging van het tertiaire wegennet op den achtergrond geraakt. Aangedrongen werd op het afsnijden van scherpe bochten in Rijkswegen en op het ver- beteren van het uitzicht in bochten. Sommige leden drongen er op aan, dat de Minister zijn standpunt ten aanzien van de tertiaire wegen zou herzien Asfalt of klinkers? Sommige leden vroegen, waarom van zoo- veel Rijkswegen nog altijd de klinkerbestra- tmg wordt bestendigd en nieuwe wegen nog voor een deel met klinkers worden bestraat. In de praktijk is gebleken, dat bestrating met asfalt veel doelmatiger, duurzamer en goedkooper is. De gladheid van het asfalt is geen ingrijpend bezwaar meer, al moet men overigens voorzichtiger rijden in geval van regen. Geklaagd werd over de uitvoering van straatwerk op Rijkswegen. Gevraagd werd, of de Minister de opleiding van goed geschoold personeel wil bevorderen en het straatwerk in eigen beheer wil doen uitvoeren. Sommige leden stelden de vraag, of het in- derdaad de bedoeling is, dat na 25 jaren alle aan het Wegenfonds verstrekte leeningen zullen zijn terugbetaald. Zoo ja, dan meen- den zij, dat daarmede een te zware last op het tegenwoordige geslacht zou worden ge legd. Verscheidene leden drongen aan op oprui- ming van de nog overgebleven tollen op de wegen. Rjjwielbelasting. Eenige leden meenden, dat er een wanver- houding bestaat tusschen de opbrengst van de rijwielbelasting en die der Wegenbelasting, onderscheidenlijk van 7 en 12 millioen. Zij wenschten aan die wanverhouding een einde te zien gemaakt ten gunste van de rgwielen. FEITEN EN CIJFERS OVER SCHOOL EN ONDERWIJS. Een blik in de historie. Ons lager onderwijs heeft een buitengewoon interessante geschiedenis. De statistiek van het gewoon en uitgebreid lager onderwijs, welke door het Centraal Bureau voor de Sta tistiek te 'is Gravenhage werd bewerkt, geeft er een beknopt overzicht van. De eerste wet tot regeling van het lager onderwijs dateert van 1806. Onder deze wet bestond er geen vrijheid van onderwijs. Ook al was iemand in het bezit van de noodige be- dat de uitvoering van een dergelijk werk in de met Nederland te sluiten overeenkomst zal worden opgenomen. DE ZUIDERZEEWERKEN. Verzet der Tweede Kamer tegen stopzetting. Verschenen is het voorloopig verslag der Tweede Kamer over de begrooting van het Zuiderzeefonds voor 1932, waaraan het vol- gende wordt ontleend. Algemeen werd geklaagd over de onvol- doende toeliohting van het voomemen der re- geering am de inpolderingswerken voorloopig f op te schorten. Verscheidene leden konden zich met dit voomemen niet vereenigen. Zij zouden het financieel en economisch onverantwoord ach- ten, indien tot afbraak van de bestaande or- ganisatie werd besloten. Ook voorloopige stopzetting zou een hiaat doen ontstaan, dat tot groot kapitaalverlies zou leiden, terwijl bij latere hervatting de kosten belangrijk hoo- ger zouden worden dan die, waarop thans kan worden gerekend. motorrijtuigen. Wielrijders moeten verplicht worden op het rijwielpad te blijven. Wederom werd aangedrongen op den aan leg van een kanaal AxelHulst. Sommige leden betreurden, dat de kosten die het rijk aan de K. L. M. moet besteden, nog steeds zoo hoog blijrven. Deze leden waren niet overtuigd, dat bij het beheer van dit bedrijf de noodige zuinigheid wordt betracht. Andere leden verklaarden, dat zij den weke- lijkschen dienst op Indie niet gaame zouden missen en brachten hulde aan de leiders van het vliegwezen, aan wie het te danken is, dat Nederland op dit gebied vooraangaat. Sommige leden stelden de vraag of nu het indexcijfer in ons land sterk is gedaald, de spoorwegtarieven daarmede niet in overeen- stemming behoeven te worden gebracht. HET BELGISCHE BROOD. CU wao iciliauu XJJ. UVU O- nviuvu o wijzen van bekwaamheid dan was hij nog niet Sommige leden merkten op, dat door het zeker, dat hij onderwijs mocht geven. Daar- srereedkomen van den afslui voor was vergunning van de plaatselijke Overheid noodig en deze werd volstrekt niet altijd verleend. In het midden der vorige eeuw waren er mede hierdoor nog slechts weinig bijzondere schoien. Toen kwam in 1857 een nieuwe onderwijs- wet tot stand. Zij gaf uitvoering aan het be- ginsel, neergelegd in de Grondwet van 1848, volgens welke het geven van onderwijs vrij zou zijn, behoudens het toezicht der Over heid, en, voor zoover het middelbaar- en lager onderwijs betrof, het onderzoek naar de bekwaamheid en zedelijkheid der onderwij- zers. Bij deze wet werden minimum-jaarwed- den voor de hoofden en onderwijzers der open- bare schoien vastgesteld, alsmede een maxi mum aantal leerlingen per onderwijzer. Wan- neer het aantal leerlingen meer dan 70 be- droeg, moest het hoofd der school worden bij- gestaan door een kweekeling, terwijl bij meer dan 100 leerlingen de hulp van een onderwij zer noodig werd geacht. In 1878 werd weer een stap voorwaarts ge- daan. De onderwijswet, welke in dit jaar tot stand kwam, bracht een sterke vermindering van het aantal leerlingen per onderwijzer. Reeds bij meer dan 30 schoolgaande kinderen moest het hoofd door minstens edn onderwij zer worden bijgestaan, terwijl een tweede on derwijzer vereischt werd, wanneer het aantal leerlingen boven de 70 steeg. Deze bepalin- gen golden niet voor het bijzonder onderwijs. Bij de wet van 1889 werd een eerste stap gezet op den weg der financieele gelijkstel- voor alle HENRI VAN DE CALSEYDE Borluutstraat 8 - GENT. Tel. 124.15. (dicht bij het Stadhuis.) (Ingez. Med.) ling van openbaar en bijzonder onderwijs ten opzichte van 's Rijks kas. Bijzondere schoien, die, wat het aantal onderwijzers betreft, vol- deden aan de voor de openbare schoien ge- stelde eischen, kregen recht op een Rijksver- goeding voor de onderwijzerssalarissen, zoo als aan de gemeenten voor hare openbare schoien werd toegekend. In de jaren 1901 en 1905 volgden verdere verbeteringen in de positie der bijzondere schoien. Zij ontvingen een bijdrage in de kos ten der schoollokalen, de minimum-salaris- sen der verplichte en een deel van de sala- rissen der boventallige onderwijzers werden van Rijkswege vergoed, voor de pensioenen der onderwijzers werd zorg gedragen. Tenslotte kwam de Lager onderwijswet van 1920,waarbij de bijzondere schoien ten op zichte van de openbare kassen volkomen met de openbare werden gelijk gesteld. Merkwaardig is het na te gaan hoe zich de verhouding van openbaar tot bijzonder onder wijs sedert het midden der vorige eeuw, mede als gevolg van de geschetste ontwikkeling der wetgeving, heeft gewijzigd. De statistiek geeft een staatje, waaruit blijkt, dat er in 1845 in ons land 3214 lagere ischolen waren, waarvan 2410 openbare en 804 bijzondere. Er waren dus 3 openbare schoien op 1 bijzondere. In 1900 waren er 4607 lagere schoien en wel 3127 openbare en 1480 bijzondere. De ver houding was toen dus ongeveer als 2,2 staat tot 1. Eindelijk waren er in 1929 in totaal 8062 lagere schoien en wel 3610 openbare en 4452 bijzondere. Derhalve een verhouding van open- bare tot bijzondere van 0.8 tot 1. Over het aantal schoien in ons land is aan de hand van de onderwijsstatistieken nog wel wat meer te vertellen. Maar daarover een volgende maal. NEDERLAND EN BELGIe. De correspondent der N. R. Crt. te Brussel meldt: De Gentsche Kamer van Koophandel heeft den minister van openbare werken een brief gezonden, waarin uiting wordt gegeven aan de vrees dat in geval van totstandkoming van het Moerdijkkanaal, Nederland de tus- schenwateren niet meer als thans zal onder- houden. In dit geival zou de Rijnvaart, waar bij de Gentsche haven is betrokken, een om- weg moeten doen langs Amtwerpen en de Beneden-Schelde. De Gentsche haven, waar vooral kolen en metaalproducten worden ver- scheept, zou aldus groote schade lijden, wat venmeden kan worden door het graven van een verbindingskanaal tusschen Bath en het Moerdijkkanaal. De Gentsche Kamer van Koophandel meent dan ook van den minister van openbare werken te mogen verwachten, gereedkomen van den afsluitdijk vele vis- schers broodeloos zullen worden, terwijl daar- tegenover niet zal staan een belangrijke uit- breiding van werkgelegenheid door het ver- werven van cultuurgrond. In verband daar mede vroegen zij, of het niet mogelijk zou zijn de Zuiderzee tijdelijk niet geheel af te sluiten, indien onverhoopt tot opschorting van de inpoldering mocht worden overgegaan. Afgescheiden van de noodzakelijkheid tot onmiddellijke bezuiniging en de daaruit voort- vloeiende gedeeltelijke stopzetting van de Zuiderzeeiwerken, aohten sommige leden een herziening van de financiering van deze wer ken noodig. Zij zouden gaarne vememen, of voorstellen van die strekking kunnen worden tegemoet gezien. Geklaagd werd, dat de algemeene maat- regel van bestiuur, regelende de uitkeering aan de Zuiderzeevisschers en de nevenbedrijven te lang uitblijft. Verscheidene leden vroegen, of de Minister reeds zijn standpunt heeft bepaald ten aan zien van de uitgifte van gronden van den Wieringermeerpolder. Men drong er op aan, dat de Kamer de gelegenheid zou krijgen, zich uit te spreken over het beheer en de wijze van uitgifte van deze gronden. VOOR HET BEHOUD DER ZUIDERZEE. Te Haarlem is een commissie gevormd, die onder den naam van „Open-Zee-comite" zal trachten het daarheen te leiden, dat in de uit voering der Zuiderzeewerken een wijziging wordt getroffen. Met het oog op het groote risioo aan de dichting van het laatste sluitgat, de Vlieter, in Augustus of September 1932 verbonden, mag volgens het comitd, niet worden nage- laten om in 's lands belang een gunstiger op- lossing te beiwerken, bijvoorbeeld door het bouwen van een brug over een zeker aantal kilometers. Binnenkort zal o.a. een rekest worden ge- richt aan de beide Kamers der Staten-Gene- raal terwijl door voordrachten in de groote steden noodzakelijkheid van niet-algeheele af- sluiting zal worden toegelicht. De ibedoeling van dit comitd is dus de Zui- derzeekom in haar vollen omvang te behou- den, n.l. dat eb en vloed onbelemmerd hun loop behouden en de visscherij in haar gefiee! gespaard blijft. KOOTWIJK VOOR DE 298 M.-GOLF? Naar het Hbl. verneemt heeft minister Reymer onlangs het hoofdbestuur van de Vara in audientie ontvangen. Hierbij was ook de directeur-generaal der P. T. T., ir. Damme, aanwezig. De bedoeling van het Vara-bestuur was, den minister te verzoeken om den nieu- wen P. T. T.-zender voor den ,,zakelijken om- roep" te Kootwijk beschikbaar te stellen voor uitzendingen op de Nederlandsche korte golf van 298 M. Volgens ir. Koomans is het moge lijk den zender binnen edn week te verbouwen tot een zender van 298 M. Uit het antwoord van den minister bleek, dat hij wel bereid zou zijn dit verzoek in gunstige overweging te nemen, als het namens alle omroepvereenigin- gen tot hem gericht zou worden. In verband hiermede zal de Vara dit verzoek aan de orde stellen in de een dezer dagen te houden ver gadering van het com ltd van (sectarische) om roepver eenigingen DE NEDERLANDSCHE TABAKSTEELT. In Betuiwe en Maas en Waal wordt op ver- schillende plaatsen nog tabak verbouwd hoe- wel de teelt lang niet meer die beteekemis heeft dan van een aantal jaren terug. De echte tabaksboeren sterven ook hier uit, men legt zich toe op andere cultures en boven- dien had het inlandsche product op de markt niet meer de waarde van vroeger. De nog bestaande tabaksplantersvereenigingen doen thans bij de Regeering pogingen om gedaan te krijgen, dat de Nederlandsche tabaks- kerverijen verplicht zullen worden, in hun producten ook een percentage binnenlandsche tabak te mengen. WATERSTAATSBEGROOTING 1932. Aan het V. V. der Tweede Kamer over de Waterstaatsbegrooting 1932 wordt ontleend, dat eenige leden aandrongen op het betrach- ten van de Zondagsheiliging. Zij vestigen daarbij in het bijzonder de aandacht op den spoorwegdienst, de luchtpost, de postbezor- ging en tevens op de veerdiensten in de pro- vincie Zeeland. Sommige leden drongen aan op vaststel- ling van een algemeen snelheidsmaximum van 40 K.M. per uur. Andere leden wenschten alle snelheidabeper- kingen te zien opgeheven en straffer -te zien opgetreden tegen voetgangers en wielrijders, die naar hun meening de verkeersregelen veel meer overtreden dan de bestuurders van De toestand in het Maastriohtsche bakkers- bedrijf schijnt van dien aard te worden, dat zoowel van de zijde van patroons als van ge- zellen krasse maatregelen overwogen worden. De patroons hebben zich nogmaals tot de re geering gewend, om spoedmaatregelen tegen den invoer van het Belgische brood. Mochten die Dinsdag niet genomen zijn, dan zal men overgaan tot sluiting van het grootste ge- deelte der bakkerijen en zelf overgaan tot den invoer van Belgisch brood De gezellen schij- nen met plannen tot staking rond te loopen. Den Haag heeft wel maatregelen toege- zegd, doch in het midden gelaten, hoe en wat. Alleen een definitieve sluiting van den in voer acht men in de betrokken kringen af- doende. Gaat men over tot het zelf distri- bueeren van Belgisch brood dan zullen de bakkers waarschijnlijk 20.000 K.G. Belgisch brood gaan invoeren per dag. Wetteljjke voorziening te wachten. Naar men verneemt worden van officieele zijde maatregelen overwogen in verband met den invoer van Belgisch brood, ten einde deze concurrence niet meer mogelijk te maken, of althans tot een minimum te beperken. In aansluiting hieraan verneemt het Nederl. Correspondence Bureau nog uit betrouwbare bron dat in verband met den broodinvoer be- sprekingen zijn gehouden. Ten einde dezen broodinvoer binnen normale perken te houden, zal een wettelij'ke voorzie ning noodig zijn. Er zijn reeds stappen in deze richting gedaan en aangenomen mag worden dat op de een of andere wijze binnen afzienbaren tijd de mogelijkheid zal bestaan, dezen crisisimvoer het hoofd te bieden. DE GEMEENTERAAD VAN KATTENDIJKE. De gemeenteraad te Kattendijke wedgerde met 4 tegen 3 stemmen de door Burg, en Weth. aangeboden begrooting goed te keuren, aangezien de commissie van onderzoek niet anders gezien had dan een kladbegrooting, waarop verschillende posten met potlood waren ingevuld. Ook het totaal bedrag was niet ingevuld De eene keer was de post on- voorzien hooger dan de andere keer. De voor zitter had het met poCood invullen slechts gemakshalve gedaan. Het eindcijfer stond op een enveloppe! Ged. Staten moeten het weer maar uit- zoeken. Ook werd met 4 tegen 3 stemmen besloten het suppletoir kohier der hondenbelasting niet (Ingez. Med.) goed te keuren. Het kohier" stond geschre- ven op een vodje papier. Met 4 tegen 3 stemmen werd besloten de gemeente-amibtenaren voortaan 8% pen- sioenpremie te laten betalen. Emstige klachten werden geuit over de brandweer te Wilhelminadorp. De burge meester vond een betere brandweer niet zoo noodig; 9/10 van de gebouiwen is eigendom van den Wilhelminapolder. BELASTINGVERLAGING GEVRAAGD. De Vereeniging van Automobielbezitters in den Kring West-Friesland te Edam, de West- Friesche Bond van Vrachtlieden „Gemeen- schappelijk Belang" te Hoorn, en de Bond van Vrachtrijders Recht en Plicht" te Alk- maar hebben gezamenlijk een adres tot de Ministers van Financien en Waterstaat ge richt, waarin zij verzoeken om de kleine be- drijven uit billijkheidsaverwegingen tegemoet te komen, hetzij door een uitzonderingsbe- paling als de Minister heeft geschapen t. a. z. van aanhangwagens, hetzij door de thans be staande belasting voor motrrijtuigen, vallen- de onder art. 3d van de Wegenbelastingwet met 50 te verlagen, hetzij langs anderen weg. OPSTAND OP CYPRUS. Verleden jaar was het schrijft de N. R. Crt. Malta, dat Engeland politieke moei- lijkheden berokkende. Het Italiaansche natio nalisms op dat eiland, onder leiding van een ijverige geestelijkheid, bracht Engeland zelfs in ernstige wrijving met het Vaticaan. Het beleid van Engeland in deze kwestie kon niet twijfelachtig zijn: De Malteesche nationalis- ten zullen voorloopig nog rekening moeten houden met het feit, dat hun eiland als vloot- basis een der hoofdzuilen vormt van het Britsche Rijk, en dat Engeland zich dus niet (Ingez. Med.) aan eenig experiment zal wagen dat zijn positie op Malta onzeker zou kunnen maken. De Malteesche nationalisten hebben de din- gen echter ook kalmer aangepakt, dan nu hun mede-„british subjects" op Cyprus doen. Een oude traditie voortzettend zijn dezen in vol len opstand gekomen. De Engelschen berich- ten melden ons dat de toestand em-tig is. Zij hopen dat de troepen spoedig in staat zullen zijn weer orde te scheppen. Opmerkelijk groote middelen worden in beweging gebracht om den opstand te bestrijden. Eskaders gaan er heen met landingstroepen, door de lucht worden er soldaten heengebracht en een kleine lucbtvloot moet de overheid steunen. Op die manier zullen de Cyprioten spoedig moeten inzien dat zij tegen de bierkaai vechten. Maar voorloopig hebben zij blijk- baar de macht in handen. Het paleis van den gouvemeur hebben zij in brand gestoken, en de overheid is blijkbaar niet in staat geweest het vuur te bestrijden. Want het gebouw is tot den grond toe afgebrand. Ook elders zijn woningen van vertegenwoordigers van het Britsch gezag in bmnd gestoken. De heele beweging heeft ten doel: afschei- ding van het Britsche Rijk, aansluiting hij het Grieksche moederland. De bisschop van Lar- naka zelf predikt den opstand. Men moet den indruk krijgen dat het er voorloopig heel, heel warm toegaat op het oude eiland. Cyprus is een belangrijk middelpunt van beschaving geweest, zoolang wij van mensche- lijke geschiedenis weten. In de bron.-peri ode reeds kende het welvaart en ontwikkeling, omdat het toen de belangrijke grondstof koper leverde. In het oude Perzische rijk en vooral in het klassieke Hellas heeft het een rol van beteekenis gespeeld. Het eiland heeft verder een levendige ge schiedenis door de heele middeleeuwen heen, van het begin daarvan tot het einde. Het is op dit oogenblik een aardige herinnering, dat het in 1191 reeds in Engelsch bezit is geweest. De ,,tyran" van Cyprus, Izak Commenus, had Engelsche kruisvaarders ongepast behandeld, en koning Richard I had dezen smaad zijn onderdanen aangedaan, gewroken door het eiland aan Izak te ontworstelen. Richard heeft er het voile pleizier van gehad, want hij heeft het gunstig gelegen Cyprus onmiddellijk goed van de hand kunnen doen. De tempe- liers waren de koopers. Maar ook voor hen is het bezit van het eiland blijkbaar slechts een zaakje geweest, want zij deden het weer over aan Guy de Lusignan, die den titel droeg van koning van Jeruzalem, maar naar het schijnt, behoefte gevoelde aan reeelere heer- schappij. Zijn familie heeft bijna drie eeuwen lang op Cyprus geregeerd. Zij voerde er westersch feodalisme, een schitterende wes- tersch-ridderlijke hofhouding en ook de wes- tersche kerk in. Verder onderdrukte zij de bevolking. Voor die bevolking braken eerst betere tijden aan toen de Turken in 1573, na een lang Venetiaonsch intermezzo, de heerschap- pij over het eiland met zeer harde hand had den veroverd. Want het Turksch bewind bleef geruimen tijd zeer liberaal. De slavemij werd afgeschaft, Cyprus kreeg weer een aartsbis- dom van de oostensche kerk, en de christenen op bet eiland zagen zich een ruime mate van zelfbestuur toegekend. Op den duur echter werd ook het Turksche bewind drukkend. In 1764, 1804 en 1821 waren emstige opstanden daarvan het gevolg. Engeland maakte in 1878 een eind aan de Turksche heerschapplj op Cyprus. Het ver- wierf het eiland als loon voor zijn bemoeiingen op het congres van Berlijn, dat de resultaten van den Russisch-Turkschen oorlog regelde. Nominaal bleef de sultan souverein van Cyprus; Engeland betaalde hem zelfs 92,800 per jaar als schatting voor het eiland. Maar daarvoor kreeg het de rechten van bezetting en beheer. Aan deze overeenkomst is formeel een einde gemaakt in November 1914, toen Turkije aan de geallieerden den oorlog verklaarde. Cyprus werd toen ingelijfd bij de bezittingen van de Britsche kroon. De bewoners werden Engel sche onderdanen, tenzij zij schriftelijk ver klaarden Turken te willen blijven. Daarvan hebben echter slechts welnige geimporteerde Turken gebruik gemaakt. Bij het verdrag van Lausanne in 1932 erkende Turkije dezen toestand. En sedert 1 Mei 1925 is Cyprus Engelsche kolonie, onder een gouverneur met een uitvoerenden raad en verder een wet- gevenden raad, bestaande uit 12 christelijke en 3 mohammedaansche gekozen leder en 9 ambtelijke leden. Godsdienstig behoort het eiland, wat zijn Grieksche bewoners betreft, tot de groote or- thodoxe oostersche kerk, maar het roaakt daarvan een onafhankelijk deel uit. Het res-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 1