Tar Neu?ensche Courant Tweede Blad. Door Zeeuwsch-Vlaanderen in 'tVerleden BIIKEHLAHD. Woensdag 21 Oct. 1931. No. 3743 1111 TER NEUZEN, 21 OCTOBER 1931 VAN TWEEDE KAMER. De economlsche toestand en de werkloosheid. Interpellatie-van den Tempel. (Slot.) Wetsontwerpen inzake den invoer te verwachten. Hij herinnerde aan de aanhangige ontwer- pen en verklaarde, dat de Regeering binnen- kort wetsontwerpen zal indienen, die verband houden met het vraagstuk van den invoer. Wat de eerste vraag betreft, zeide de be- windsman, dat een commissie inzake bet ge- ven van een garantie voor exportcredieten in September is ingesteld. In verband met even- tueele betrekkingen tot Rusland, voegde hij er aan toe, dat ook rekening moet gehouden worden met de credietwaardigheid der be- stellers Overleg met het bedrijfsleven de tweede vraag is eveneens begonnen, nadat zeker- heid was verkregen, dat het gevoerd zou kunnen worden in een goede sfeer. Door dit overleg hoopt de Regeering een beter inzicht te khijlgen in de moeilijkheden van werkge- vers en werknemers. Op 7 October j.l. is ge- sproken met 4 leden van de commissie voor de werkverruiming, waarvan de conclusie was, dat zoo spoedig mogelijk een algemeene conferentie tusschen werkgevers en werk nemers moest plaats hebben. Op 12 October is die conferentie gehouden; het overleg be- oogt de moeilijkheden in de verschillende bedrijven zoo breed mogelijk onder de oogen te zien. Een algemeene loonsverlaging is niet de opzet van dit overleg. Loonsverlaging kan alleen mogelijk zijn voor een bepaalden tak van bedrijf, als dit anders zou moeten worden stopgezet. Blijkt die verlaging gewenscht, dan moet ze niet uitgesloten zijn. Over en weer moet er bij dit overleg ver- trouwen zijn. Loonsverlaging is slechts een algemeen belang voor zoover ze onverm!ijde- lijk is, om met andere landen in gelijken tred te kunnen blijven. Behalve de loonen, moeten ook andere bedrijfsbelangen aan de orde kun- nen komen. De Minister herinnerde er nog aan, dat hij in bovengenoemde conferentie een inleidend woord gesproken had, waarin h'ij1 de beide groepen voorgehouden had te bedenken, dat zij v6or alles daar als Nederlanders zaten, om het belang van het vaderland te behan- delen. Wat aangaat de Industriebank vraag 3 deze kwestie is in studie bij de sub-com- missie uit de commissie voor de economische politiek. De moeilijkheid is het risico van langdurige credieten. Voor de tegenwoordige omstandigheden moet men zijn hoop niet te veel op banken stellen! De Regeering is niet bereid, om de 40-urige werkweek bij het intemationaal arbeids- bureau te Genfrve aanhangig te maken (vraag 4), omdat Zij1 van oordeel is, dat de bedrijven vrijheid moeten liebben en niet aan banden moeten worden gelegd, willenzij in stand kun nen blijven. Een dergelijke verkorting van den arbeidstijd, dringend voorgeschreven, zou velen bedrijven de laatste levensbron ontne- men. Intusschen acht de Regeering de werk- tijdsverkorting van belang met het oog op de bestrijding van de werkloosheid. Dit moet echter vrijwillig geschieden. Vraag 5 bestaat uit 3 gedeelten: Werkver ruiming, werkverschaffingen een alge meene regeling voor de gemeenten. Werkverruiming achtte de Minister in de eerste plaats een taak van de gemeenten en niet van den Staat. Deze moet zich zoo min mogelijk op gemeentelijk terrein begeven. Ook moet aan de geldmiddelen worden ge- dacht. Ten aanzien van de werkverschaf- fing ligt de zaak anders; op dit gebied heeft de Regeering in verschillende deelen des lands reeds veel gedaan en zij is bereid, in deze richting voort te gaan. Een algemeene rege ling voor de bijdragen van Rijkswege aan de gemeenten acht de Regeering, in verband met de verschillende belangen der gemeenten en het verschil in loonen, ten eenenmale on mogelijk. Steun aan werkloozenkassen. De maatregelen, welke getroffen zijn. geven een waarborg, dat het doelmatig func- tionneeren van de werkloozenkassen tot 31 Dec. van dit jaar verzekerd zal zijn (vraag 6). Voor 1932 zal, zoo noodig, aan de werk loozenkassen, ten behoeve van het voldoen aan hun reglementaire verplichtingen, steun worden verstrekt. De Regeering is bereid te gaan tot een maximum van 300 pCt. van de bijdragen van de leden. De regeering behoud zich echter voor, in verband met den financieelen toestand, extra steun te weigeren voor bedrijven, waar (Alle vragen, opmerkingen etc. te zenden aan den heer A. M. WESSELS, Historicus te Goes, die deze rubriek zal verzorgen.) IV. De ballingen van Salzburg. Voorspel van het drama. Zoo zijn wij dan in het landelijke Groede! En het moet getuigd, het is een zeer aardig dorp. Reeds geruimen tijd was ons plan ge- weest, eens hierheen te gaan, om de Historie van dit Zeeuwsch Vlaamsche dorp ter plaatio zelve eens na te gaan. Hoofdzakelijk trok ons dit bezoek aan, doordat wij in de Historischc Zeeuwsohe Litterateur eenige aanteekeningen tegenkwamen, die ten zeerste onze aandacht trokken, en ons het voornemen op deden vat- ten, hieniaar een dieper onderzoek in te stellen. Ook de kerk van Groede trekt mede de aandacht. Met haar torenspits die eenmaal door Napoleon voor telephoondoeleinden werd gebruikt, doet^ij het goed te midden van het geboomte. Er. dan... de Luthersche Kerk! De Luther- sohe Kerk van Groede! En ziedaar, we zijn waar we wezen willen. Weg valt het Zeeuw sche landschap, weg valt de Vaderlandsche Historie, weg valt de Fransche verdrukking in 1794, maar voor onze oogen rijst op een drama, dat iedereen, die het zich indenkt, ten zeerste aangrijpt en dat zich hier in de jaren 17331735 afspeelde. Alvorens een juist inzicht in deze zaak te krlJf>en. moeten wij een kleine Historische uit- wijdmg buiten Zeeland, u voor oogen stellen daar dit in zeer nauw contact staat diet het- geen wij nu gaan vertellen. een zodanig loonpeil bestaat, dat de leden zelf in het tekort kunnen voorzien, (Bewe- ging bij de sociaal-democraten.) De Regeering meent echter, dat er geen termen bestaan om den reglementairen uit- keeringduur met enkele weken te verlengen. Komend tot de 7e vraag, betreffende bij- zondere voorzieningen voor den winter, ant- woordde de Minister, dat de contact-commis- sie is gehoord. Deze heeft geadviseerd, tot voorziening van brandstoffen en wintergoed in gevallen, waarin dit noodig is, over te gaan Daarin ligt veel aantrekkelijks. Maar op andere wijze wordt hierin reeds in normalen tijld voorzien door instellingen van weldadig- heid; deze hulp is zeer individueel. Is het een schande voor iemand, die geheel buiten zijn schuld in behoeftige omstandigheden is ko men te verkeeren, hulp te aanvaarden van zulke instellingen? Afgezien daarvan stelt de Regeering hiervoor geen gelden ten don ate. Een definitief oordeel had de Minister er nog niet over, doch hij verklaarde zich be reid hierover in overleg te willen treden met eenige gemeeptebesturen. Hij iegds er alleen den nadruk op, dat die hulp voornamelijk ten goede zal moeten komen, aan die gezinnen, die het langst door werkloosheid zijn getrof fen. De normen der steunregelingen kunnen niet worden herzien. De Minister verwees naar Duitsohland en Engeland en hij vroeg zich af of hier te lande de bestaande vormen op den duur wel zouden kunnen worden ge- handhaafd. De Regeering is ook niet bereid nieuwe groepen van arbeiders tot de crisis- regeling toe te laten. In antwoord op de laatste vraag deelde de bewindsman mede, dat voor de werkloosheids- verzekering over 1931 5% millioen is uit- getrokken, welk bedrag wel tot 6 millioen zal stijgen. Voor extra-hulp aan werkloozenkas sen wordt gerekend op 8 a 10 millioen. Van deze bedragen komt de helft voor rekening van de gemeenten. Voor werkverschaffing is 3% millioen uitgetrokken, welk bedrag nog wel tot QVi millioen zal stijgen. Dit waren de gegevens, welke den Minister tot nu toe ten dienste staan. Repliek. De heer Van den Tempel (S.D.A.P.) repli- ceerde taenia. Hij wees erop, dat de bouw- vakarbeiders niet tot de extra-crisiswerk- loosheidsregelingen zijn toegelaten, omdat de Regeering heeft uitgemaakt, dat in de bouw- vakken geen crisiswerkloosheid bestaat. Emstige critiek oefende hij: er op uit, dat de Regeering den extra-steun afhankelijk zal stellen van de loonen, die in het betrokken bedrijf worden verdiend. Van wat de Regee ring in schijn beweert te doen, blijft in de praktijk weinig over. De heer v. d. Tempel zou op dit punt een uitspraak van de Kamer vragen. Z.i. wordt voorts de extra-steun op stuitende wijze verleend. Evenmin was hij te spreken over het antwoord ^an de Regeering inzake de normen van uitkeering. De uitkee- ring van 13,50 per week geldt voor gehuw- den zonder kinderen en alleen in de grootste gemeenten. Daar komt de kindertoeslag bij en een tegemoetkoming in de huur, maar er wordt rekening gehouden met het gezins- inkomen. Voor de ongehuwden mag echter de uitkeering nooit hooger zijn dan 55 pCt. van zijn loon, voor gehuwden zonder kinderen 65 pCt. van Zijn loon. Ingediende moties. De heer Van den Tempel diende drie mo ties in. De eerste strekt om de Regeering uit te noodigen te bevorderen, dat de werkloozen- uitkeering der gemeenten wordt verhoogd van f 13.50 tot 15 voor gehuwden zonder kinderen, naar evenredigheid te verlagen voor de kleine gemeenten en met uitbreiding tot die bedrijven, die tot nu toe niet onder de crisiswerkloosheid werden gerekend. In de tweede motie wordt de Regeering uitgenoodigd, maatregelen te treffen opdat de werkloozenkassen in het verrekeningsjaar dat op 1 Januari 1932 aanvangt, de normale uitkeeringen nog 6 weken kunnen voortzet- ten na den reglementairen termijn en deze uit te strekken tot alle werkloozenkassen, welke zich daarvoor aanmelden. Tenslotte werd in een derde motie de Re geering uitgenoodigd het vraagstuk van de wettelijke regeling der 40urige arbeidsweek aanhangig te maken bij het Intemationaal Arbeidsbureau te Geneve. Andere sprekers. De heer Kortenhorst (R.K.) meende dat be- handeling van deze aangelegenheid zoo kort vo6r de verschijning van het voorloopig ver- slag over de Rijksbegrooting bijzondere moei lijkheden meebracht. Maar toch was het wel goed deze interpellatie te houden, omdat het wereldbeeld in enkele weken tijds nog som- berder zou kunnen worden. Deze afgevaar- digde bad in het betoog van den interpellant een groote leemte gevonden, n.l.: dat over de waardevastheid van den gulden geen woord is gezegd, evenmin over den stand van de be- talingsbalans. Voorts had deze niets meer ge zegd dan wat hij een jaar geleden ook al als wenschelijk had aangevoerd. Is er dan in dit jaar niets veranderd. Heeft het socialisme dan niets meer en niets beters te zeggen dan wat de interpellant heeft gezegd? Is het stellen van de schuldvraag bedoeld om het ontbreken van een eigen oplossing van de crisis te ca- moufleeren? Van den heer Van den Tempel had mr. Kortenhorst geen oplossing vemo- Een deel van Beieren, een deel van Tirol, een deel van Oostenrijk met het beroemde Salzkammergut vormden in vroeger eeuwen het Aartsbisdom Salzburg. Het is een mooie streek en nog menige overlevering, nog menig oud gebouw getuigt van den rijkdom en kunstzin van vorige geslachten. Reeds vroeg. ten trjde der Hussieten, vond de Her- vorming hier aanhang en toen Luther, aan de slotkapel te Wittenberg zijn stellingen aan- sloeg, had het grootste gedeelte van dit volk aan de kerk van Rome een scheidsbrief ge- geven. Het was daar een nijvere bevolking, die ge- lukkig onder elkaar leefden. Helaas! Heersch- zucht en dweepzucht maakten van dit rijke... een anme streek. De vervolging brak uit en het Salzbungsche volk, zacht van aard en week van gemoed, was meer geneigd te lijden voor zijn geloof, dan zich strijdend te verzet- ten. Zij gingen vrijwill'ig hun land uit, of beter gezegd, zij lieten zich verdrijven. Dit werd de „Genade der Emigratie" genoemd, dooh dit was slechts een schijn van barm- hartigheid. Wie, zoo zegt de Gescbiedkun- dige Maclaine Pont, vaste goederen had, be- hoefde niet terstond te vertrekken. Hem werden 2 a 3 maanden tijd gegeven om zijne bezittingen te gelde te maken en zijn zaken te regelen. Dat was natuurlijk een wassen neus in een land, waar geen koopers over bleven. De geheele dienstbaren stand, bene- vens alien, die geen vast eigendom hadden, werden terstond verdreven en meedoogenloos over de grenzen gezet. Ook hier werd de schijn van barmhartigheid op het papier althans gered. Niemand vertrok zonder een behoorlijk paspoort en een bewijs van uit- tocht. De toon in die paspoorten is aller- vriendelijkst en zeer gemoedelijk. Van eenigf besohuldiging van Ketterij is geen sprake er het woord verdrijving komt er zelfs niet ir voor. De Aartsbisschoppen hadden zich ten men. Van een sociali;tische crisispolitiek had hij niets bemerkt. De Engelsche Labourregee- ring is op een debacle uitgeloopen. De heer Kortenhorst wees erop, dat de con- sumptie-capaciteit van Europa geen gelijken tred heeft gehouden met de tOegenomen pro- ductie-capaciteit. De kern van de tegenwoor dige moeilijkheden is de ontwikkeling van de intemationale betalingsbalans. Men ziet daar uit de ongezonde financiering van de toege- nomen productie, n.l. door geleend geld en goud-export, aan welke ongezonde politiek Nederland niet heeft medegedaan. In Indie staat het er slechter voor. Dit moet nu hon- derden millioenen aflossen, maar zal het daar- toe in staat zijn? De heer Kortenhorst wees er verder op, dat men in alle landen bezig is, de betalingsbalans te verbeteren. In 1930 was deze voor ons land op 100 millioen na in evenwicht. Met wat de volksgemeenschap hier voor zich opeischt gaat het zeer hooge bedrag van een kwart van den volksrijkdom heen. De heer Kortenhorst drong mitsdien aan op be- zuiniging, voorts op kostprijsverlaging, beper- king van den invoer, verhooging van den uit- voer. Overal in Europa legt men zich daarop toe. Op het verloop van de crisis heeft Neder land geen invloed uitgeoefend en zal het ook niet uitoefenen. Alles zal aan de waarde-cri- sis onderworpen zijn, loonen even goed als on-- dernemenswinst. Aan het lagere prijsniveau zal men zich als noodzakelijk en onvermijde- lijk gevolg moeten aanpassen. Dat kan gelei- delijk en met overleg gaan, doch de loonen moeten omlaag, alhoewel zij niet het eenige aanpassingsobject zullen zijn. Ook de over- heidskosten zullen moeten dalen. De heer Kor tenhorst wees er op, dat in den Hoogen Read van Arbeid door een der soc. dem. leden de vraag aan de orde is gesteld welke de invloed van loonsverlaging is op de kosten van het levensonderhoud. Deze vraag getuigde z.i. van gezond verstand en hij hoopte dan ook, dat oe regeering daarnaar ispoedig een onderzoek zal instellen. De toegezegde wetsontwerpen, verband houdende met den invoer, werden toe- gejuicht. De heer Kortenhorst vroeg of niet een organisatie kon worden ontworpen welke goederen (groenten enz. welke waardeloos zijn, distribueert en daar brengt, waar zij noodig zijn. Hij brengt lof aan het initiatief van Prin- ses Juliana en hij sprak de hoop uit, dat spoe dig een nationaal steuncomitd tot stand moge komen, waaraan de bijdragen rijkelijk mogen toevloeien om daar hulp te verleenen, waar deze noodig is. Een „Planwirtschaft" onmogelyk financieel evenwicht vereischt. De heer Schouten (A.R.) stelde de vraag of deze crisis wel een producten-crisis is en opperde de gedachte of niet de oorlog en het niet willen erkennen van de geweldige ver- nietiging in die 4 jaren de hoofdoorzaak is van den tegenwoordigen verwarden toestand. De sociaal-democraten moeten met meer oot- moedigheid over de oorzaken van de crisis en van den oorlog als 'n zuiver gevolg van het kapitalisme leeren spreken. Vooraan- staande socialisten zijn op dat punt al andere gedachten toegedaan. De huidige maatschappij is de resultante van een lang historisch groeiproces, waarin groei en vergroeiing zich openbaren, waarin de overheid een bijzondere taak heeft gekregen, en geen resultant van een bepaald systeem. De heer Schouten vreesde echter met den interpellant, gezien hun fun- damenteel verschil in wereldbeschouwing geen vruchtbaar debat daarover te kunnen voeren. Vervolgens betoogde hij de onmogelijkheid van een ,,Planwirtschaft" voor de geheele wereld, daarbij verscheidene punten van twjj- fel naar voren brengend. Volgens den heer Wibaut zullen alleen de intemationale van de vakvereenigingen en van de soc. democraten overblijven om een dergelijke huishouding in te richten. Dat doet al niet veel goeds verwachten! merkte de heer Schouten droogjes op. Van de theoretisch met moeite opgehouden socia- lisatie is in de practijk in Ooistenrijk niets terecht gekomen. Kan dan aan de zooeven genoemde socialistische organisatie de ont- werping van een „Planwirtschaft" worden toevertrouwd? Maar ook anderen zouden hot niet kunnen, omdat zij bijv. nooit China, Ja pan en Rusland kunnen meekrijgen. Ten aanzien van een puntover de productie van kinine heeft men 4 jaar lang te Geneve onderhandeld en het resultaat is nog nihil; van een afspraak omtrent tariefsverlaging en zelfs van verzachtingen ten deze komt ook niets, ondanks moeizame onderhandelingen. En zou men dan tot een intemationaal „Plan- wirtschaft" kunnen komen Deze zou een geweldige machtsconcentratie beteekenen, welke men ziet het aan het Britsche im- perium aan innerlijke zwakte lijdt. Boven- dien zouden fouten niet uitblijven; heeft men dan de gevolgen daarvan in de hand? Voor Nederland alleen, gezien zijn pc*=itie in het intemationale verkeer en de verscheidenhebl in zijn samens'tellende deelen, is een ,,Plan- wirtschaft" al onmogelijk. Als de Rijksbe grooting aan de orde komt, zal men zien hoe innerlijk zwak ten opzichte van de handha- ving van het evenwicht in de financien de sociaal-democratie hier is. Dit evenwicht m de publieke financien is een volstrekte voor- waarde voor het toepassen van werkverrui ming en het doen van uitkeeringen aan de werkloozen. Het is de plicht van de Volksver- tegenwoordiging daaraan mede te werken; dat is van uitermate belang voor onze beta- doel gesteld, van Salzburg een geheele zuivere Roomsche streek te maken. Aan dit ideaal moest alles ten offer worden gebraaht. Hier in kon niet slap worden opgetreden, wilde men dit ideaal verwezenlijken. In de „Emi- gratie-iwetten" was ook een bepaling opge- nomen, dat alle kinderen beneden de 12 jaren in het land moesten achter blijven. Zij waren, volgens de Bisschoppen, nog veel te jong om over hun tijdelijk en eeuwig heil te beslissen, wieshalve zij aan de Kloosters ter opvoeding werden toevertrouwd. Onze Republiek was reeds lang, voordat zij hare onafhankelijkheid bevestigd zag door den Westfaalschen vrede, de toevlucht voor ver- drevenen en verdrukten. Wat elders in verdrukking was, zocht !n Holland hulp en steun en de Historie is daar om te bewijzen, dat het beroep op hulp nim- mer tevergeefsch was. De toevlucht naar Holland was spreekwoordelijk bekend en het was derhalve dus geen wonder, dat ook de oogen der Salzburgers zich richtten naar het kleine, maar destijds nog rijke Holland, waar van zij reeds zooveel goeds gehoord hadden. Door nieuwspapieren, boekjes en vlugschrift- jes, was de zaak van de Protestanten te Salz burg, ook reeds in Nederland bekend gewor- den en volgde men hier met spanning hoe dit zou afloopen. Eerst meende men in Salzburg, dat het nog wel gaan zou, maar toen de Aartsbis- schop Tirmianus in 1731 weder scherpe pla- caten uitvaardigde, kon de Emigratie niet worden afgewend. Men moest weg, wilde men niet in de grootste ellende en smarten jeiaken. De placaten waren zoo scberp ge steld, dat zij voor geen tweeerlei uitlegging /atbaar waren. Wat niet voor de Kerk vai lome koos, kon vertrekken. In die bewogen dagen kwamen honderder nannen bijeen en beloofden elkaar trouw te blijven aan het Protestantsche geloof, maar lings- en handel balans. Men lette op wat zich op de geldmarkt thans afspeelt! Aan den eisch om het finantieel evenwicht te handhaven is al 't andere ondergeschikt. Verhooging van de steunnormen is absoluut I onmogelijk, omdat nu al in de groote steden de arbeider -met moeizaam werken een week- loon thuisbrengt, dat weinig verschilt van hetgeen degene krijgt, die niet werkt. ,,Ik spreek uit, wat menig sociaal-demo- craat in de binnenkamer thans ook zegt", riep de heer Schouten uit, toen op de socia listische banken protesten weerklonken. Tenslotte sprak hij de hoop uit, dat alge meen de offers zullen worden gebracht, wel ke noodig zijn om in de gevolgen van de cri sis te voorzien. Voortzetting van Water- staatswerken. De heer Hiemstra (S.D.A.P.) oefende kri- tiek uit op de rede van den heer Kortenhorst en zeide, in verband met de pogingen om een nationaal steuncomitd op te richten, dat de arbeidersklasse weigert als object te dieneD voor dancings en fancy-fairs. Hij betoogde voorts de noodzakelijkheid van de uitvoering in versneld tempo van kanaalwerken en an dere productieve werken, o.a. de Zuiderzee- drooglegging, bij welke laatste 9 a 10.000 ar beiders werkzaam zijn. Wat betreft de uitkee ringen aan de werkloozen drong hij er op aan dat de minister niet te schriel zou zijn. Een beetje bescherming. En een beetje inflatie? De heer Braat (Plattel.) constateerde, dat de interpellant geen enkel denkbeeld aan de hand had gedaan om uit de crisis te geraken. Als de 40urige werkweek er kwam, zou de toestand nog verergeren. Dan zouden de pro- ducten duurder worden. De loonen (behalve die in den landbouw) moeten dalen; door de prijsdaling zal de koopkracht niet verminde- ren. De heer Braat achtte het transport van overtollige groenten veel te duur. De sociale wetgeving is zeker niet vrij te pleiten van de opdrijving van de loonen. Zelfs een land als Amerika, waar hooge loonen zijn, ontkomt niet aan de werkloosheid. „We hebben een verdieping af te dalen", meende de heer Braat. Als men de werkloosheid wil bestrijden, moet men de invoerrechten verhoogen, dan ver- plaatst men de crisis wat. De invoer van Deensche vleesch heeft de veeboeren hier in moeilijkheden gebracht. Het socialistische stelsel brengt slechts armoede en onderdruk- king. „Zie maar naar Spanje", riep de heer Braat uit. Daar hebben ze't tot nu toe nog niet ver der gebracht dan vele regeeringswisselingen en het wegjagen van een aantal geestelijken. Binnenkort zal er geen Spanjool meer zijn of hij heeft deel uitgemaakt van de Regeering! De plattelanders-afgevaardigde drong er voorts bij de Regeering op aan, om de schrij- nende tegenstelling tusschen stad en platte- land te verzachten. Hij was ten aanzien van de Rijksfinancien zeer pessimistisch. Hij be- twijfelde dan ook, of de gulden zijn waarde zou kunnen behouden. Gelukte dit niet, dan vroeg hij zich af, of het zoo erg zou zijn, met het oog op de belangen van landbouw en in- dustrie, als de gulden daalde tot 80 centen. Dus de heer Braat is niet bang voor een „beetje inflatie". KON. NED. LANDBOUW-COMITe. Met algemeene stemmen nam het Kon. Ned. Landbouw-comitd de volgende motie-H. D. Louwes aan: dat het in geenen deele de verwachting onderschrijft, door de Regeering geuit in de memorie van toelichting op 't wetsontwerp inzake steun aan de suikerbietenteelt voor 1932 als zou de uitzaai van bieten in 1931 grooter zijn geweest, indien de steunregeling vroeger was bekend geworden; dat het van deze steunregeling voor 1932 dan ook geen grooteren uitzaai verwacht, doch een nog verdere inkrimping; dat de strekking van het wetsontwerp n.l. behoud van de werkgelegenheid in de suiker bietenteelt, in 1932 dus naar alle waarschijn- lijkheid in nog mindere mate zal worden'be- reikt dan in 1931; dat de regeering de goede gelegenheid welke haar in de suikerbietenteelt wordt ge- boden om het zoo bedreigde als herbouwbe- drijf een steun van beteekenis te geven, ge heel ongebruikt laat; dat moet worden verwacht, dat bij de hier besproken regeling de tarwebouw een groo- ten omvang zal aannemen en de richtige uit voering der Tarwewet nieuwe voorziening zal noodig maken; dat het Kon. Ned. Landbouwcomit4 de Regeering met den meesten aandrang ver- zoekt het weteontwerp zoodanig te wijzigen, dat het onze akkerbouwbedrijven daadwerke- lijk gaat steunen, waardoor het automatisch de werkgelegenheid zal verruimen; dat de noodige middelen daartoe kunnen worden gevonden door een verhooging van het invoerrecht of van den accijns op suiker. EENIGE DUIZENDEN GULDENS VERDUISTERD TEN NADEELE VAN HET PENSIOENSFONDS. Naar gemeld wordt is een schrijver le klasse bij den pensioenraad te 's-Gravenhage Vrijdag j.l. gearresteerd onder verdenking van zich schuldig te hebben gemaakt aan financieele onregelmatigheden. De gearre- ook trouw aan hun beginsel, om zich niet te verzetten, maar alles te lijden om Chrisitus- wil. Om dit onder elkaar te bevestigen, slo- ten zij op Oud-Testamentische wijze een Zout- verbond (2 Kron. 13 8) en aten alien uit eenzelfde sohotel eenige korrelen zout. De Aartsbissahop die van deze vergadering op de hoogte gebracht werd, meende dat dit zoutverbond aanleiding tot een hevig oproer zou worden, en vroeg de Keizer om hulp, die hem een aanital dragonders ter beschikking stelde. Eer het verbond lets tot verzet kon ui/trichten wat niet eens de bedoeling was moest het vernietigd. Elke vonk van ver zet moest uitgetrapt worden. Wie buiten op het veld of in het bosch aan den arbeid wa werd terstond gegrepen. Aan niemand werd vergund naar huis te gaan en zelfs het aller- noodigste voor de reis mee te nemen. Men mocht niet met elkaar in contact komen. Mannen en vrouwen zochten elkaar tever- gefefs. De gevangenen werden naar Salzburg vervoerd, want daar moest men zijn, voor le paspoorten. Salzburg was nu zoo geen groote plaats, dus was er bijna geen onderdak om al die gegrepenen te herbergen, die daar plot- seling met hunne vervolgers veirschenen. Volgens M. Pont werden er op 17 Dec. 470 binnengebracht, 18 Dec. 150 enz. De stemming onder hen was zeer blijmoedig, de geestdrift was nog niet bekoeld, door de ellende die te wachten stond. Er was een geestdrift om voor Christus te lijden, die oversloeg tot een soort waanzin. Maar wat gebeurde? In de dorpen en in de dalen hadden verschrikkelijke aangrijpende tooneelen plaats. Toen de eerste ballingen door de dorpen werden weggevoerd, bereid om alles te verlaten voor hun heilig geloof, oen de bosschen en dalen weergalmden van het Exulantenlied en het „Beveel den Hee: aw wegen, al wat u 't harte deert", toen greep een woeste begeerte en een krankzin- steerde heeft inmiddels een bekentenis afge- legd. Van bevoegde zijde aeelt men mede, dat het nadeel, aan het Algemeen Burgerlijk Pen- sioenfonds berokkend, eenige duizenden gul dens bedraagt. OVERLEG TUSSCHEN REGEERING EN BEDRIJFSLEVEN. De Nederl. R.K. Middenstandsbond heeft aan de Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw en van Arbeid, Handel en Nijver- heid verzocht, dat ook de centrale midden- standsorganisaties gelegenheid zullen krijgen, deel te nemen aan de besprekingen met ver- tegenwoordigers van werkgevers- en werk- nemersorganisaties, ten einde in gemeen overleg na te gaan, wat in deze tijden kan worden gedaan om het bedrijfsleven voor verdere inzinking te behoeden. GEVONDEN VOORWERPEN. De Inspecteur van politie alhier maakt be kend, dat omtrent ondervolgende gevonden voorwerpen inlichtingen te bekomen zijn aan de daarachter vermelde adres en Rozenkrans, J. Machielsen, Dijkstr. 58. Manchetknoop, T. Kaan, L. Kerkstr. 38. Kinderhandtasch, Th. Acke, Dijkstr. 4. Kindersokje, R. Cambier, Nieuwstr. 39. Mantelband, M. v. Driel, Driewegen. Boodschaptasch, J. v. d. Hooft, Baandijk 14. Broche, B. J. Brinkman, Schoollaan 5. Rozenkrans, J. Dieleman, L. Kerkstr. 58. Huissleutel, S. Vaal, Schoolplein 15. Mantelband, P. Crinse, le Kortestr. 10. Bril in dtui, L. v. d. Molen, D. Visserstr. 120. Jongensjas, W. v. Aalst, Tholensstr. 147. Belastingmerk, J. de Back, Schoolweg 35. Regenjas, I. Guequierre, Burg. Geillstr. 14. Portemonnaie met inhoud, K. Hamelink, Jozinastr. 8. Rozenkrans, W. v. d. Bergen, Dekkerstr. 55. Fietspomp en tasch, P. v. d. Walle, Schut- tershof 2. Kindertaschje, Ribbens, Westkolkstr. 38. Huissleutel, Bureau van Politie. Portemonnaie met inhoud, C. v. d. Moortel, woonwagen, Burg. Geillstraat. Kinderhandtasch, W. Nieuwelink, Smids- wal 25. Portemonnaie, A. Vellekoop, Axelschestr. 9. Roode muts, W. Cleeres, Steenkamplaan 28. Zwarte muts, A. Meeusen, Blokken 9. Zilveren oorbel, G. v. d. Velde, Tholens- straat 12. Gouden Broche, Bureau van Politie. Grijze muts, S. de Haas, Vlooswijkstr. 15. Kindermuts, wed. v. Kerkvoorde, Dijkstr. 53 Sjaal, Van Tricht, Baandijk 89. Portemonnaie met inhoud, B. v. d. Wal, 2e Verbindingstr. 13. Ankerboei, N. Faas, Kazernestr. 8. Kindertaschje met inhoud, Bureau v. Politie. Glacd handschoen, J. Tholens, L. Kerk- straat 56. Dameshoed, Bureau van Politie. Handtasch met inhoud, J. de Ridder, Knol E 44. Pet, P. Gerreman, Tholensstr. 114. Portemonnaie met inhoud, J. Picavet, Van Steenbergenlaan 54. Belastingmerk, A. de Feijter, Hoek, Lange- straat 1. Belastingmerk, H. van Thiel, M. Eijke- straat 10. Sierspeld, G. le Mat, L. Kerkstr. 68. Knipmes, Bureau van Politie. Belastingmerk, A. Berwald, N. Neuzenpol- der 20. BeSastingmerk, D. Scharrenburg, Veld- straat 12. Vulpotlood, D. de Kramer, Tholensstr. 58. Kinderportemonnaie, P. v. d. Peijl, le Ver bindingstr. 13. Zilveren armband, S. Kiel, Steenkampl. 23. Rol Gordijnenstof, C. Kaijser, Tholens- istraat 115. Schooletui, E. v. Graefschepe, Oostkade 23. Portemonnaie met inhoud, P. v. Es, Kerk- hoflaan 31. Belastingmerk, J. Machielsen, Kerkhofl. 23. Zilveren armband, A. Moggre, Noordstr. 4. Autostep, A. v. d. Velde, Dekkerstr. 25. Portemonnaie met inhoud, C. de Ruijter Steenkamplaan 86. Portemonnaie met inhoud, F. de Pauw, Donze Visserstr. 93. Belastingmerk, Bureau van Politie. Dameshandschoen, J. Bakker, Kaijserstr. 1, Hoek. Portemonnaie met inhoud, C. Hamelink, Rosegracht. Kinderjasje, A. Stoffels, Tholensstr. 84. Parapluie, M. de Doelder, L. Kerkstr. 49. Vulpen, J. de Bakker, Dijkstr. 73. Kinderportemonnaie, J. Marsilje, L. Kerk- straat 45. Heeren polshorloge, N. v. Riet, le Verbin dingstr. 3. Dameshandschoen, W. Moens, Tholens- etraat 124. Wollendas, J. Kaan, 2e Kortestr. 4. Tabaksprjp, P. Galle, v. Steenbergenlaan 14. Huissleutel, Bureau van Politie. Zaklantaarn, W. Riemens, Nieuwediep- straat 76. Portemonnaie met inhoud, F. Solleveld, Scheldekade 60. Kinderhandtasch, J. Huijssen, Dekkerstr. 4. Hondenhalsband, concierge Ambachtsschool. Rentezegel, C. Sol, Kerkhoflaan 24. nige lust om in ballingschap te gaan ook de overigen aan. Honderden (die in 't geheel nog niet gedwongen waren en dus op de zaken vooruitliepen) sloten zich bij den stoet der Salzburger ballingen aan. De Aartsbis- schop schrok geweldig, toen men hem het be- richt deed toekomen dat de groep ballingen geheel vrijwillig met den dag aangroeide. Geen dorp, waar zij doorkwamen, of er slo ten zich broeders en zuster; bij aan. Bijkans de geheele streek dreigde leeg te loopen. Waar moest dat heen met de akkerbouw en met de metaalindustrie Een groote bron van inkomsten voor Salzburg, zou uitdrogen en armoede er zijn intrede doen. De stroom van ballingen was echter wassende en niet meer te stuiten. Er moest dus worden ingegrepen en onmiddellijk werden de dragonders er op uitgestuurd, om een aantal mannen tegen te houden en naar hunne huizen terug te drijven. Hier vloeide helaas veel bloed, en toen men zag, dat de uittocht niet te keeren was, wierp men granaten onder de ballingen, met het droevig gevolg, dat er verschillende stierven. Ondanks deze tegenslag naderde men de Beiersche grens, waar zij na enkele dagen toevens met 20.000 man (slechts 35 broeders bleven achter en bezweken voor den Bis- schop) doortrokken. De ellende waarin zij toen reeds verkeerden, wekte alom het mede- lijden op. Langs alle wegen stonden de bewo- ners geschaard en reikten de voorttrekken- den brood, vleesch, kleeren en wijn aan. De Hertog van Beieren, ten zeerste met hun lot bewogen, gaf wagens voor de ouden en zie- ken en aan ieder iy2 stuiver per dag, zoolang zij op zijn grondgebied vertoefden. Wij zullen hen niet verder op hun tocht vergezellen, maar ons thans uitsluitend bezig houden met de Ballingen, die in Zeeland arriveerden, voornamelijk in Groede, waar zich het drama voltrok. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 5