AL6EMEEN NIEUWS- F.H APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
EEN DAG RIDDER
V E E B E M
Eerste Blad.
HEERENBAAI
Een sociaal en rellgieiis hervormer.
AUTOS
No 8741
VRIJDAG 2 OCTOBER 1931
71 e Jaargang.
TK01LLETOH,
BISBKBLAND.
mm
UZENSCHE COURANT
4.BONNEMENTSPRMS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden - Bulten Ter Neuzen
fr per post /180 per 3 maanden - Bij voor ultbetaling fr. per post 6,60 per jaar -
Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post -
Abonnementen voor bet buitenland alleen brj vooruitbetalmg.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTISNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voot el^eLI J0"®1 m£er f
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien brj regelabonnement tegen vermmderd tarie uitgave.
verkrfebaar Is. - Inzending van advertentlen llefst dag voor de mtgave.
DIT BLAD
VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Japan ,/het" land van de toekomst
dat is misschien wat sterk uitgedrukt.
Maar dat Japan n toekomst land is, dat
kan veilig worden beweerd zonder ge-
vaar voor tegenspraak. Nu loopen de
meeningen heel sterk uiteen ten aanzien
van de vraag, of het Christendom voor
Japan en daardoor voor heel het Oosten,
een bizondere taak hebben zal. In de
tweede helft van de 19de eeuw had het
Christendom zeker een positie van betee-
kenis in dat land, omdat het toentertijd
de drager was van de Westersche, Chris-
telijke beschouwing. De menschen, die
in die dagen aanraking zochten met de
Westersche cultuur, wendden zich als
vanzelf tot de Christelijke Kerken, omdat
deze cultuur-dragers waren in den besten
zin des woords. Langzamerhand echter
kwam de Westersche beschaving ook los
van alle Christendom naar Japan. Litera-
tuur en philosophic uit het Westen deden
thans hun intree, en naarmate zich sociale
vraagstukken begonnen te ontwikkelen,
ook de sociologie. Materialisme en socia-
lisme hebben tengevolge daarvan een
groot deel van het volksbewustzijn voor
zich in beslag genomen. Men kon toen
in Japan opmerken, wat ook voor zoo heel
veel andere landen geldt, dat in de op-
voeding de nadruk langzamerhand werd
verlegd van den godsdienst naar de
wetenschap. Die wetenschap werd nu het
groote woord, dat alle vragen zou oplos-
sen. De godsdienst kwam al-meer op den
achtergrond en tenslotte werd deze zelfs
geheel uit het onderwijs verbannen. Ge-
volg daarvan was een stortvloed van
materialisme over heel het rijk. Maar op
den duur is men toch aaan inzien, dat
wetenschap-zonder-meer het zedelijk peil
niet verhoogt, en dat het materialisme een
volk niet gelukkig kan maken. Ook komen
de meer ontwikkelden er op terug, dat
men het godsdienstia element geheel bui-
ten het onderwijs heeft willen plaatsen.
En deze veranderde houding heeft er op
haar beurt toe geleid, dat er een toe-
nemende vraag is naar het Christendom
en ook naar andere godsdiensten. Dus
kan men ten aanzien van Japan veilig
spreken van een overgangstoestand.
Christendom en godsdienstlooze bescha
ving strijden thans hevig om de ziel van
het Japansche volk.
Laat echter niemand denken, dat het
zou komen door het groot aantal Chris-
tenen, dat de Japansche christenheid zoo'n
factor van beteekenis is geworden, war.
onder de bijna 65 millioen Japanners be-
draagt het aantal Christenen slechts een
kwart millioen. Het is alleen ten gevolge
van het feit, dat tal van vooraanstaande
Japanners Christenen zijn, dat het Chris
tendom daar te lande een sterken invloed
doet gelden. Mag het waar zijn, dat het
aantal overtuigde Christenen slechts een
kwart millioen bedraagt, een goed kenner
van het land en zijn bewoners stelt het
aantal christelijk-levende Japanners op
wel 5 millioen.
In dit land, waar nu voor het Christen
dom althans voor het echte, en voor
een Christendom, dat met het volksleven
en ook met de ware volksziel weet samen
te groeien een schoone taak nog kan
zijn weggelegd, is 10 Juli 1888 Toyohiko
Kagawa geboren, als kind van een vader,
die een hooge staatsbetrekking bekleedde,
maar van een moeder, die een dansmeid
was. Hij werd als wettige zoon erkend,
maar hij had een diep ongelukkige en
heel moeilijke jeugd, omdat zijn moeder,
d.w.z. de vrouw van zijn vader, niet van
hem hield. Het kind gaf al spoedig blij-
ken van groote begaafdheid. Een jaar
vroeger dan anderen kwam hij al op het
gymnasium, en eigenaardig om zich te
oefenen in de kennis van het Engelsch
nam hij deel aan een bijbelkring ten
huize van een Amerikaanschen zendeling.
Weinig heeft Kagawa geschreven over de
ontwikkeling van zijn godsdienstige over-
tuiging in deze jaren; hij heeft er alleen
van gezegd, dat hij door intieme gesprek-
ken met den Amerikaanschen zendeling,
Dr. Myers, zijn hemelschen Vader had
leeren kennen. In elk geval schijnt een
preek, die hij op Goeden Vrijdag hoorde
over Christus aan het kruis, voor hem de
aanleiding te zijn geworden om de groote
levensbeslissing te nemen. Hij had nu
vrede voor zijn ziel, maar zijn leven werd
er te moeilijker om, aangezien een rijke
oom, naar wiens plannen hij niet wenschte
te luisteren, hem onterfde.
Van stonden aan ging Kagawa zich aan
de praktijk van het Christendom wijden,
maar hij heeft daarbij zooveel van zijn
krachten geeischt, dat hij zwaar ziek
werd. Toch verminderde zijn ijver door
deze ziekte niet, neen, integendeel, pas-
hersteld ging hij zich wijden aan den ar-
beid in een krottenbuurt in de groote
havenstad Kobe. (Om eenig idee te krij-
gen van de droeve toestanden daar ter
plaatse, is het voldoende om te hooren,
hoe in elf blokken huizen elfduizend men
schen wonen, en hoe er soms negen men
schen woonden in een kamertje van twee
meter in het vierkant.) Intusschen zette
Kagawa zijn studie ook voort. Maar
weer werd hij ziek. Hij moest in een
sanatorium worden opgenomen, zelfs lan-
gen tijd, maar hij begon nu ook in te zien,
dat er in zoo'n omgeving meer meet ge-
beuren dan alleen preeken. Daarom ging
hij nu midden in die arme wijk wonen,
pas 22 jaar oud. Hij heeft hier zooals
door zijn vrienden en door zijn tegen-
standers wordt erkend letterlijk vol-
gens de Bergrede geleefd. Nooit bezat
hij meer dan een jas, vaak gaf hij zijn
eten weg, en leefde hij van slechts twee
maaltijden per dag. s Morgens om vijf
uur begon hij zijn predikerswerk reeds, en
's avonds stona hij weer voor alien ge-
reed. Langpamerhand breidde zijn werk
zich uit, kwam er meer systeem en meer
organisatie in. In zijn twee kamertjes, die
hij bewoonde, werden soms wel zeven
menschen ondergebracht, en dat waren
niet zelden van de allerergste misdadigers.
Een van zijn levensbeschrijvers, Ir. Van
Beusekom, wijst erop hoe er in Kagawa's
leven duidelijk is te zien een opgaande
lijn. Deze jonge man met zijn zwakke
lichaam, nog niet gencel genezen van
tuberculose, is in de vuile sloppen van
Sjinkawa niet lichamelijk ondergegaan.
Maar wel voelde hij behoefte aan een
betere opleiding, en daarom is hij in 1914
voor een tweetal jaren naar Amerika ge
gaan om daar aan de universiteit van
Princeton theologie te studeeren. Nauwe-
lijks terug, hervatte hij echter weer vol
ijver zijn arbeid onder de verlorenen. Nog j
tien jaar zijn zijn vrouw en hij daar ge- 1
bleven, en toen vestigden zij zich te
Osaka in een geheel andere omgeving.
Osaka is een plaats, waar veel geregelde
arbeiders wonen, maar daardoor nam het
werk nu ook een heel andere richting aan.
Kagawa was gaan inzien, dat er meer
moet gebeuren dan wat een enkeling kan
tot stand brengen, wil er werkelijk op
breede schaal verbetering komen. aoo is
deze man sociaal werk begonnen onder
de industrie-arbeiders en dat wel in den
breedsten zin van het woord.
Kagawa moet een zeer eenvoudig per-
soon zijn. Tegenwoordig draagt hij steeds
Europeesche kleeding, maar dan een een
voudig linnen pak, zooals fabrieksarbei-
ders gewoon zijn. Hij lijdt aan een ern-
stige oogziekte, die hij heeft gpgedaan
toen hij een tijdlang zijn bed met een zie-
ken zwerver had gedeeld. Men fnag hem
dan dominee noemen, hij gaat niet op
een preekstoel staan; het Christendom is
hem geen spreken, maar handelen, het
koninkrijk Gods ligt voor hem niet in
woorden maar in kracht. Zoo heeft hij
dan ook vaak in het geheel niet over het
Christendom gesproken, men moest het
maar merken, dat hij een Christen was.
De liefde voor zijn volk was en is de
groote drijfveer van zijn leven.
Er is een groot en belangrijk verschil
tusschen Kagawa en Ghandi. Kagawa
mag allerlei gebreken terdege opmerken
in de huidige samenleving, hij is toch geen
tegenstander van dezen maatschappij-
vorm. Hij strijdt niet (als Ghandi) tegen
de tegenwoordige productiewijze, neen,
hij beschouwt de toepassing van de
machine als een noodzakelijkheid voor de
arbeiders. En daarom zegt hij ook met
nadruk, dat het Christendom, wil het
werkelijk in het voile leven staan en voor
Japan beteekenis hebben en behouden -
sociaal georienteerd moet zijn. Met de
industrialisatie, dat ziet hij goed
zijn allerlei economische en sociale vragen
j naar voren gekomen, die het geheele
volksleven beheerschen. Hij meent daar-
om, dat de toekomst van het Christendom
in Japan er vanaf hangt, of het voor die
j vragen een oplo9sing weet. De kerk mag
j dan ook, volgens hem, geen afwerend
j standpunt innemen in de sociale bewe-
ging, en zij mag zeker wel al haar best
doen om de arbeiders in zich op te nemen
brengen, de regeering van dit land erkent
de drie voornaamste religies als van
groote waarde, en roept bij voorbeeld van
tijd tot tijd een conferentie samen van
„Drie Godsdiensten", waar dan de lei-
dende persoonlijkheden uit het Sjintoisme,
Boeddhisme en Christendom bij elkaar
komen om aan de Ronde tafel te beraad-
slagen over de middelen om te komen tot
verbetering.
Kagawa is Japanner in voldoende mate
om voor zijn land het goede te zoeken en
te verwachten, en Christen in zoo n mate,
dat hij traeht te verwerkelijken wat Pau-
lus gezegd heeft: Word van het kwade
niet overwonnen, maar overwin het kwade
door het goede
op zichzelf iets voor Japan tot stand te
door
K. R. G. BROWNE.
6)
Vervolg.)
Hat meisje dacht na.
,,Een soort van auto vroeg ze toen.
,,Jatenminste, dat moet 't verbeel-
den," gaf Peter ten antwoord. „Kijk, dat
is de reden, waarom ik op 't oogenblik
hier ben." En hij vertelde haar, zoo ge-
detailleerd mogelijk, de wederwaardig-
heden, die zijn opzettelijke komst in Sand-
haven ten gevolge gehad hadden, ver
telde haar van zijn ontmoeting met mr.
Gibbs, zijn installatie als huurder van het
villatje, zijn tocht naar het dorp en zijn
jacht op den enbekende in de gele regen-
jas. ,,Dat is mijn verhaal," zei hij, toen
hij haar alles verteld had. „En nu het
uwe. Heeft u dit huisje ook van vriend
Gibbs gehuurd 1"
,,Nee", gaf het meisje met het roode
haar ten antwoord, „de postdirecteur
heeft het mij verhuurd. U moet weten,
dat ik dat ik vanmorgen opeens tot de
ontdekking kwam, dat ik veertien dagen
vacantie noodig had en ik had een poos
geleden gehoord dat Sandhaven zoo vre-
dig en mooi wasEn toen heb ik mijn
koffer gepakt en ben hier naartoe gegaan,
zonder iemand er iets van te zeggen
Ik doe wel meer zulke gekke aingen",
voegde ze er verontschuldigend aan toe.
„Waarom ook niet vroeg Peter.
,,Toen ik in Wellbridge aankwam, ben
ik dadelijk naar het postkantoor gegaan
en heb den directeur gevraagd, of die ook I
pensions voor me wist. Postdirecteuren
weten dat soort dingen altijd. En toen i
kreeg ik te hooren, dat er in Sandhaven j
geen pensions waren, maar dat hij wel een
klein villatje voor me wist... een villatje
op het strand, het was verhuurd geweest. j
maar de huurder ging juist vandaag weg.
„0, ja, natuurlijk.hij wist toen niets j
van mij. Vriend Gibbs was nog geen vijf j
minuten op weg naar hem toe. J
„Het leek me wel en dus betaalde ik
hem de huur, stak den sleutel in mijn zak
en kwam hier naar toe. Maar ik was hier
net, nog geen tien minuten, toen ik iemand
op de veranda hoordeniet gewoon,
maar net of hij stilletjes naar binnen wou
komen. Ik keek door de gordijntjes en
zag een korten, dikken man in een gele
regenjas zijn gezicht kon ik niet zien.
Ik pakte een braadpan, wachtte het goede
oogenblik af en... nu ja, u weet de rest."
,,Zoo is het", zei Peter, terwijl hij
voorzichtig, wat men den top van zijn
hoofd zou kunnen noemen, betastte. „lk
zou wel eens willen weten, wie die vent
geweest is. Hij is natuurlijk aan den
achterkant verdwenen toen u me die...
die opfrissching gaf. Jammer, maar niets
aan te doen."
Een paar oogenblikken van stilte.
,,Wel", zei het meisje met een zucht,
,,u heeft dit huisje het eerste gehuurd,
dus ik moet verdwijnen."
„En waar gaat u dan naar toe
„0, dat weet ik nog niet. Zoeken in
Wellbridge
,,Geen sprake van. Place aux dames,
noblesse oblige en beleefdheid duurt het
langst. Ik verdwijn."
,,lk denk er niet aan om dat toe te
staan. Dat zou een mooie boel worden...
u heeft het oudste recht en u blijft dus..."
,,Nou, nou", zei Peter kalmeerend, ,,dat
hoeft toch niet ineens beslist. Heeft u
honaer
,,Ja en of", gaf het meisje met het roode
haar ten antwoord, ,,ik heb van vanmor
gen negen uur af niets gegeten
„Aha", zei Peter, terwijl hij zich moei-
zaam van zijn zetel verhief en naar de
tafel toeging. „Dat komt goed uit. Ik
heb hier een zak met levensmiddelen, een
beetje zonderlinge levensmiddelen, maar
ze hadden niets anders". Hij keek op en
kuchte een paar maal verlegen. „Wat ik
wou zeggen: ik heet Cardinal, en ik luis-
ter naar den naam van Peter naar den
man met den sleutelbos genoemd,
weet u
„Ik heet Jawe Craig", gaf het meisje
met een ondeugend glimlaohje ten ant
woord. ,,Maar ik begrijp werkelijk niet..."
,,'n Verbazend leuke naam", compli-
menteerde Peter ijverig. ,,Netjes en niet
opzichtig laten we nu eens kijken, wat
we hier hebben."
Hij maakte het touwtje, dat den zak
bovenaan bij een hield, los, dook met zijn
arm in de grijze jute weg en begon den
inhoud, met het air van een Sinterklaas
op een kinderfeestje, op tafel uit te
stallen.
Sardines, zuurballen (ik herinner me
niet, dat ik die gekocht heb, maar het zal
wel in orde zijn. Ik ben een oogenblik
een tikje van de wijs geweest). Een tube
anchovy paste. Sardines. Lucifers. Thee.
Sardines, Garnalen-pastei. Lucifers. Sar
dines. Chocola. Ei. Het eenige wat er
te krijgen was en het ziet er niet bepaald
versch uit.) Zeep. Makreel in olie. Sar
dines. Ziezoo, dat is alles".
Miss Craig keek hem met groote on-
schuldige oogen aan. Heeft u, wat ze
noemen een sardines-complex, Mr. Cardi
nalof moet u op dieet leven
„Tja, ik heb nogal veel sardines", gaf
EERSTE KAMER.
De leden van de Eerste Kamer zgn ter ver-
gadering brjeengeroepen tegen Woensdag 14
October, des namiddags te 1 uur. Op de agen-
de staan de interpellatie-de Savornin Lohman
over den stand der NederlandBelgische on-
derhandelingen en bet wetsvoorstel-van den
Bergh betreffende wettelijke regeling van bet
geldschietersbedrijf.
DE FINANCIEELE MOEIUJKHEDEN
Een onderhoud met den Minister van
Financien. Wantrouwen in den gulden
volkomen ongemotiveerd.
Het Nederlandsoh Correspondentiebureau
voor Dagbladen meldt aan de N. R. Crt.:
Wij hebben ons tot den minister van Finan
cien gewend met de vraag, of naar de mee-
ning van Zijne Excellentie op dit oogenblik
hier te lande gevaar voor inflatie van het
ruilmiddel bestaat.
De minister antwoordde volstrekt ontken-
nend. De gulden zeide hij staat zeer
stevig. En volkomen ongemotiveerd is het
wantrouwen, dat zich thans onder een deel
van het publiek schijnt te openbaren. Dit
wantrouwen heeft o.a. geleid tot een daling
van de 6 leening van 1922 beneden den
parikoers, hoewel van deze leening bekend is,
dat zrj op 1 Maart a.s. tegen 100 zal wor
den afgelost. Slechts angst voor den gulden
kan hierbij in het spel zijn! Gelukkig bestaat
voor al deze zenuwachtigheiij verklaarde
Zijne Excellentie niet de minste reden. En
de regeering zal er krachtig voor waken, dat
die reden er ook niet komt, al behoeft zij hier
bij natuurlijk de medewerking van anderen.
De maatregelen van de regeering.
Denkt Uwe Exc. bij dit laatste aan de voor-
genomen maatregelen van besparing en van
versterking van de middelen op de Rijksbe-
grooting voor het a„s. jaar?
Niet uitsluitend, maar zeker dok daaraan.
Die medewerking is trouwens te verwachten
uit alle partijen. Wanneer men waameemt,
voor alle
Borluutstraat 8 - GENT. Tel. 124.15.
(dicht bij het Stadhuis.)
(ingez. Med.)
'iiiiiwiimiiiiiimiwii
ECHTE FRIESCHE
liiUltillllllllUllllllUlltUVB
20-50 d.per om
vtneha/t U wdken van peno&f
(Ingez. Med.)
wat in het buitenland geschiedt, dan mag men
vertrouwen, dat ook hier velen de kracht zul-
len vinden over partijmuren heen te zien en
zelfs een trjdelijk partijvoordeel te offeren aan
het duurzaam nationaal belang.
Moet hieruit worden opgemaakt, dat de
voorgenomen maatregelen zullen worden ge-
handhaafd
Ongetwijfeld. Er wordt hier en daar aan-
drang geoefend, de besparingsmaatregelen ten
deele te vervangen door een verdere verster
king der middelen. Ook de regeering neemt
aan, dat deze laatste noodig zal kunnen blij-
ken en houdt zich daarop voorbereid. Maar
dan in de eerste plaats tot dekking van de
crisisuitgaven. Deze worden thans voor een
zeer groot deel gefinancierd uit leeninggeld,
wat in den nieuw geschapen toestand niet
zonder bedenking is. Van de besparings
maatregelen zal dan ook geen enkele kunnen
worden gemist.
Onderwfjsherziening en
salariskorting.
Onder deze laatste, merkten wij op, schij-
nen wel het meest bestrijding te vinden de
onderwijsherziening en de salariskorting.
Inderdaad, antwoordde de minister. Geen
van beide is natuurlijk aangenaam, maar te
betreuren is dat misverstand ze nog pijnlijker
doet treffen dan noodig is. Omtrent het on
derwijs heeft men in 1924 bezuinigingsmaat-
regelen genomen waarvan in de bezuinigings-
wet zelve werd vastgelegd, dat ze na eenige
jaren weer zouden vervallen. Men meende
blijkbaar, dat de opgaande lijn dan weer on-
gebroken zou kunnen worden gevolgd. Men
heeft zich daarin vergist. Het is thans erger
dan in 1924. En nu wordt e6n dier maatrege
len van 1924 en dan nog in verzachten
vorm hersteld. Dat kan toch bezwaarlijk
een reden vormen tot overmatig beklag.
Nog erger ging Zjjn Excellentie voort
zijn de misvattingen ten aanzien van de
salariskorting. De voorstelling wordt gewekt
alsof dit een extra-inkomstenbelasting zou
zijn, opgelegd aan een deel der bevolking. In
die lijn zou men tot de conchisie moeten
komen, dat ook een salaTisverhooging, zooals
wij deze gekend hebben in 1920 en later, een
belasting privilege zou zijn voor een deel der
bevolking; en ook tot deze conclusie, dat op
dit oogenblik tal van landen tegelijkertijd tot
een allereenzijdigste belastingpolitiek geko
men zouden zijn. De figuur, zeide de minis
ter, is natuurlijk een geheel andere. De in-
komsten van tal van burgers zijn achteruit
gegaan. Het indexcijfer der kleinhandels-
prijzen is sinds de laatste vaststelling van de
wedderegeling in 1928 met ten minste 8 9o
gedaald, nadat tusschen 1920 en 1928 het in
dexcijfer sterker gedaald was dan de wedden
per saldo waren achteruit geloopen, ook inbe-
grepen het verhaal der pensioenpremie. On-
t dei- die omstandigheden heeft de regeering
het redelijk geacht. dat in het complex van
be paringen ook de wedderegeling een be-
scheiden aandeel kreeg. Men kan dit goed-
of afkeuren, maar met belastingheffing heeft
dit niets te maken. De staat haudelt hier
als werkgever, niet als belastingheffer.
De salariskorting wordt dus niet vervan-
gen, vroegen wij, door een crisisbeffing van
-te /9000 van alle inkomens, zooals
de
erger
steld
Peter toe, ,,maar er was zoowat niets an
ders te krijgen drop en hondebrood
was het eenige wat ze er, behalve dit,
hadden. En visch is heel voedzaam, zeg
gen ze".
„Prettig, dat ik dat weet", zei Jane
Craig. ,,Laat eens kijken. Vandaag is het
Zaterdag. Dus u gaat tot Maandag op
sardines en droge thee leven. U heeft
geen brood en geen melk en geen suiker
en geen
,,Alle menschen riep Peter verschrikt
uit. Natuurlijk. Daar heb ik niet aan
gedacht. Wel, wel, ik kan niet zeggen,
dat ik een goede huisvader ben' Hij
schudde uit een soort meewarigheid met
zichzelf het hoofd en dacht een halve mi-
nuut lang berouwvol over zijn tekort-
komingen als hoofd van de huishouding
na. Maar opeens klaarde zijn gezicht op.
Hij gaf met zijn vuist een fikschen slag op
de tafel. ,,Ik heb het. Weet u wat we
moesten doen Hier weggaan, de bus
naar Wellbridge nemen, daar inkoopen,
behoorlijke inkoopen doen en in den
plaatselijken eetsalon daar ,,De Hond en
de Kat" of hoe het ding mag heeten, ons-
zelf op een voedzaam middagmaal fuiven.
Dan ben ik meteen in de gelegenheid, om
naar een kamer met pension uit te kijken".
,,Hoor eens even, Mr. Cardinal", begon
Jane Craig met een beslist gezichtje, ,,dit
is uw villatje en ik denk er niet aan,
om..."
Peter viel haar met een dramatisch ge-
baar van een gebruinde rechterhand in de
rede.
„U begint aldoor te kibbelen en kibbe-
len met een leege maag is ongezond. Als
we niet voortmaken zijn alle winkels dicht.
Behoorlijk eten is op het oogenblik het
eerste en eenige vereischte... kibbelen
kunnen we naderhand nog altijd. Zul
len we dat afspreken
Het meisje met het roode haar keek
hem nadenkend aan; dan knikte ze toe-
stemmend.
„Goed", zei ze kortaf.
„Vooruit dan. En route voor Sand
haven
Zonder verder tijd te verspillen gingen
ze het huisje uit, sloten de deur zorgvul-
dig achter zich dicht en begaven zich op
weg naar den holl.en weg tusschen de
boomen.
Toen ze de plek naderden waar de
Wonder" eenzaam en verlaten stond:
,,Zou uw auto t niet nog eens met ons
willen probeeren, als we het haar vrien-
delijk vroegen opperde Jane Graig.
,,Die helling in de brandende zon zal op
dit uur van den dag niet meevallen-
Niets brengt dat ding weer in bewe-
ging", gaf Peter ten antwoord met een
minachtenden blik op het eerwaardig
vehikel, dat hem tot hiertoe en niet ver
der gebracht had,Een paard met
tuig natuurlijk uitgezonderd. Ik zal het
hier laten staan... als een waarschuwing
voor andere adspirant-auto-eigenaars en
een soort van baken voor lanavaarders."
Om des Wonders" onwilligheid extra
duidelijk te demonstreeren, stapte hij naar
den voorkant van het autotje toe, greep
den starting-handel en draaide hem een
slag om. Een luid geknetter en geronk
onder de motorkap was het gevolg van
die eene beweging; met de perversiteit,
alien levenloozen voorwerpen, van een
boordeknoopje af tot een auto toe, eigen,
koos* de Wonder" juist dit moment,
waarop zijn absolute levenloosheid aan-
getoond zou worden uit, om met een
levendigheid en gewilligheid, of hij nooit,
behalve op verzoek, gestopt had, tot het
leven terug te keeren.
(Wordt vervolgd.