AL6EMEEN NIEUWS- F.H APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. EEN DAG RIDDER V E E B E M Eerste Blad. HEERENBAAI Een sociaal en rellgieiis hervormer. AUTOS No 8741 VRIJDAG 2 OCTOBER 1931 71 e Jaargang. TK01LLETOH, BISBKBLAND. mm UZENSCHE COURANT 4.BONNEMENTSPRMS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden - Bulten Ter Neuzen fr per post /180 per 3 maanden - Bij voor ultbetaling fr. per post 6,60 per jaar - Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post - Abonnementen voor bet buitenland alleen brj vooruitbetalmg. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTISNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voot el^eLI J0"®1 m£er f Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien brj regelabonnement tegen vermmderd tarie uitgave. verkrfebaar Is. - Inzending van advertentlen llefst dag voor de mtgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Japan ,/het" land van de toekomst dat is misschien wat sterk uitgedrukt. Maar dat Japan n toekomst land is, dat kan veilig worden beweerd zonder ge- vaar voor tegenspraak. Nu loopen de meeningen heel sterk uiteen ten aanzien van de vraag, of het Christendom voor Japan en daardoor voor heel het Oosten, een bizondere taak hebben zal. In de tweede helft van de 19de eeuw had het Christendom zeker een positie van betee- kenis in dat land, omdat het toentertijd de drager was van de Westersche, Chris- telijke beschouwing. De menschen, die in die dagen aanraking zochten met de Westersche cultuur, wendden zich als vanzelf tot de Christelijke Kerken, omdat deze cultuur-dragers waren in den besten zin des woords. Langzamerhand echter kwam de Westersche beschaving ook los van alle Christendom naar Japan. Litera- tuur en philosophic uit het Westen deden thans hun intree, en naarmate zich sociale vraagstukken begonnen te ontwikkelen, ook de sociologie. Materialisme en socia- lisme hebben tengevolge daarvan een groot deel van het volksbewustzijn voor zich in beslag genomen. Men kon toen in Japan opmerken, wat ook voor zoo heel veel andere landen geldt, dat in de op- voeding de nadruk langzamerhand werd verlegd van den godsdienst naar de wetenschap. Die wetenschap werd nu het groote woord, dat alle vragen zou oplos- sen. De godsdienst kwam al-meer op den achtergrond en tenslotte werd deze zelfs geheel uit het onderwijs verbannen. Ge- volg daarvan was een stortvloed van materialisme over heel het rijk. Maar op den duur is men toch aaan inzien, dat wetenschap-zonder-meer het zedelijk peil niet verhoogt, en dat het materialisme een volk niet gelukkig kan maken. Ook komen de meer ontwikkelden er op terug, dat men het godsdienstia element geheel bui- ten het onderwijs heeft willen plaatsen. En deze veranderde houding heeft er op haar beurt toe geleid, dat er een toe- nemende vraag is naar het Christendom en ook naar andere godsdiensten. Dus kan men ten aanzien van Japan veilig spreken van een overgangstoestand. Christendom en godsdienstlooze bescha ving strijden thans hevig om de ziel van het Japansche volk. Laat echter niemand denken, dat het zou komen door het groot aantal Chris- tenen, dat de Japansche christenheid zoo'n factor van beteekenis is geworden, war. onder de bijna 65 millioen Japanners be- draagt het aantal Christenen slechts een kwart millioen. Het is alleen ten gevolge van het feit, dat tal van vooraanstaande Japanners Christenen zijn, dat het Chris tendom daar te lande een sterken invloed doet gelden. Mag het waar zijn, dat het aantal overtuigde Christenen slechts een kwart millioen bedraagt, een goed kenner van het land en zijn bewoners stelt het aantal christelijk-levende Japanners op wel 5 millioen. In dit land, waar nu voor het Christen dom althans voor het echte, en voor een Christendom, dat met het volksleven en ook met de ware volksziel weet samen te groeien een schoone taak nog kan zijn weggelegd, is 10 Juli 1888 Toyohiko Kagawa geboren, als kind van een vader, die een hooge staatsbetrekking bekleedde, maar van een moeder, die een dansmeid was. Hij werd als wettige zoon erkend, maar hij had een diep ongelukkige en heel moeilijke jeugd, omdat zijn moeder, d.w.z. de vrouw van zijn vader, niet van hem hield. Het kind gaf al spoedig blij- ken van groote begaafdheid. Een jaar vroeger dan anderen kwam hij al op het gymnasium, en eigenaardig om zich te oefenen in de kennis van het Engelsch nam hij deel aan een bijbelkring ten huize van een Amerikaanschen zendeling. Weinig heeft Kagawa geschreven over de ontwikkeling van zijn godsdienstige over- tuiging in deze jaren; hij heeft er alleen van gezegd, dat hij door intieme gesprek- ken met den Amerikaanschen zendeling, Dr. Myers, zijn hemelschen Vader had leeren kennen. In elk geval schijnt een preek, die hij op Goeden Vrijdag hoorde over Christus aan het kruis, voor hem de aanleiding te zijn geworden om de groote levensbeslissing te nemen. Hij had nu vrede voor zijn ziel, maar zijn leven werd er te moeilijker om, aangezien een rijke oom, naar wiens plannen hij niet wenschte te luisteren, hem onterfde. Van stonden aan ging Kagawa zich aan de praktijk van het Christendom wijden, maar hij heeft daarbij zooveel van zijn krachten geeischt, dat hij zwaar ziek werd. Toch verminderde zijn ijver door deze ziekte niet, neen, integendeel, pas- hersteld ging hij zich wijden aan den ar- beid in een krottenbuurt in de groote havenstad Kobe. (Om eenig idee te krij- gen van de droeve toestanden daar ter plaatse, is het voldoende om te hooren, hoe in elf blokken huizen elfduizend men schen wonen, en hoe er soms negen men schen woonden in een kamertje van twee meter in het vierkant.) Intusschen zette Kagawa zijn studie ook voort. Maar weer werd hij ziek. Hij moest in een sanatorium worden opgenomen, zelfs lan- gen tijd, maar hij begon nu ook in te zien, dat er in zoo'n omgeving meer meet ge- beuren dan alleen preeken. Daarom ging hij nu midden in die arme wijk wonen, pas 22 jaar oud. Hij heeft hier zooals door zijn vrienden en door zijn tegen- standers wordt erkend letterlijk vol- gens de Bergrede geleefd. Nooit bezat hij meer dan een jas, vaak gaf hij zijn eten weg, en leefde hij van slechts twee maaltijden per dag. s Morgens om vijf uur begon hij zijn predikerswerk reeds, en 's avonds stona hij weer voor alien ge- reed. Langpamerhand breidde zijn werk zich uit, kwam er meer systeem en meer organisatie in. In zijn twee kamertjes, die hij bewoonde, werden soms wel zeven menschen ondergebracht, en dat waren niet zelden van de allerergste misdadigers. Een van zijn levensbeschrijvers, Ir. Van Beusekom, wijst erop hoe er in Kagawa's leven duidelijk is te zien een opgaande lijn. Deze jonge man met zijn zwakke lichaam, nog niet gencel genezen van tuberculose, is in de vuile sloppen van Sjinkawa niet lichamelijk ondergegaan. Maar wel voelde hij behoefte aan een betere opleiding, en daarom is hij in 1914 voor een tweetal jaren naar Amerika ge gaan om daar aan de universiteit van Princeton theologie te studeeren. Nauwe- lijks terug, hervatte hij echter weer vol ijver zijn arbeid onder de verlorenen. Nog j tien jaar zijn zijn vrouw en hij daar ge- 1 bleven, en toen vestigden zij zich te Osaka in een geheel andere omgeving. Osaka is een plaats, waar veel geregelde arbeiders wonen, maar daardoor nam het werk nu ook een heel andere richting aan. Kagawa was gaan inzien, dat er meer moet gebeuren dan wat een enkeling kan tot stand brengen, wil er werkelijk op breede schaal verbetering komen. aoo is deze man sociaal werk begonnen onder de industrie-arbeiders en dat wel in den breedsten zin van het woord. Kagawa moet een zeer eenvoudig per- soon zijn. Tegenwoordig draagt hij steeds Europeesche kleeding, maar dan een een voudig linnen pak, zooals fabrieksarbei- ders gewoon zijn. Hij lijdt aan een ern- stige oogziekte, die hij heeft gpgedaan toen hij een tijdlang zijn bed met een zie- ken zwerver had gedeeld. Men fnag hem dan dominee noemen, hij gaat niet op een preekstoel staan; het Christendom is hem geen spreken, maar handelen, het koninkrijk Gods ligt voor hem niet in woorden maar in kracht. Zoo heeft hij dan ook vaak in het geheel niet over het Christendom gesproken, men moest het maar merken, dat hij een Christen was. De liefde voor zijn volk was en is de groote drijfveer van zijn leven. Er is een groot en belangrijk verschil tusschen Kagawa en Ghandi. Kagawa mag allerlei gebreken terdege opmerken in de huidige samenleving, hij is toch geen tegenstander van dezen maatschappij- vorm. Hij strijdt niet (als Ghandi) tegen de tegenwoordige productiewijze, neen, hij beschouwt de toepassing van de machine als een noodzakelijkheid voor de arbeiders. En daarom zegt hij ook met nadruk, dat het Christendom, wil het werkelijk in het voile leven staan en voor Japan beteekenis hebben en behouden - sociaal georienteerd moet zijn. Met de industrialisatie, dat ziet hij goed zijn allerlei economische en sociale vragen j naar voren gekomen, die het geheele volksleven beheerschen. Hij meent daar- om, dat de toekomst van het Christendom in Japan er vanaf hangt, of het voor die j vragen een oplo9sing weet. De kerk mag j dan ook, volgens hem, geen afwerend j standpunt innemen in de sociale bewe- ging, en zij mag zeker wel al haar best doen om de arbeiders in zich op te nemen brengen, de regeering van dit land erkent de drie voornaamste religies als van groote waarde, en roept bij voorbeeld van tijd tot tijd een conferentie samen van „Drie Godsdiensten", waar dan de lei- dende persoonlijkheden uit het Sjintoisme, Boeddhisme en Christendom bij elkaar komen om aan de Ronde tafel te beraad- slagen over de middelen om te komen tot verbetering. Kagawa is Japanner in voldoende mate om voor zijn land het goede te zoeken en te verwachten, en Christen in zoo n mate, dat hij traeht te verwerkelijken wat Pau- lus gezegd heeft: Word van het kwade niet overwonnen, maar overwin het kwade door het goede op zichzelf iets voor Japan tot stand te door K. R. G. BROWNE. 6) Vervolg.) Hat meisje dacht na. ,,Een soort van auto vroeg ze toen. ,,Jatenminste, dat moet 't verbeel- den," gaf Peter ten antwoord. „Kijk, dat is de reden, waarom ik op 't oogenblik hier ben." En hij vertelde haar, zoo ge- detailleerd mogelijk, de wederwaardig- heden, die zijn opzettelijke komst in Sand- haven ten gevolge gehad hadden, ver telde haar van zijn ontmoeting met mr. Gibbs, zijn installatie als huurder van het villatje, zijn tocht naar het dorp en zijn jacht op den enbekende in de gele regen- jas. ,,Dat is mijn verhaal," zei hij, toen hij haar alles verteld had. „En nu het uwe. Heeft u dit huisje ook van vriend Gibbs gehuurd 1" ,,Nee", gaf het meisje met het roode haar ten antwoord, „de postdirecteur heeft het mij verhuurd. U moet weten, dat ik dat ik vanmorgen opeens tot de ontdekking kwam, dat ik veertien dagen vacantie noodig had en ik had een poos geleden gehoord dat Sandhaven zoo vre- dig en mooi wasEn toen heb ik mijn koffer gepakt en ben hier naartoe gegaan, zonder iemand er iets van te zeggen Ik doe wel meer zulke gekke aingen", voegde ze er verontschuldigend aan toe. „Waarom ook niet vroeg Peter. ,,Toen ik in Wellbridge aankwam, ben ik dadelijk naar het postkantoor gegaan en heb den directeur gevraagd, of die ook I pensions voor me wist. Postdirecteuren weten dat soort dingen altijd. En toen i kreeg ik te hooren, dat er in Sandhaven j geen pensions waren, maar dat hij wel een klein villatje voor me wist... een villatje op het strand, het was verhuurd geweest. j maar de huurder ging juist vandaag weg. „0, ja, natuurlijk.hij wist toen niets j van mij. Vriend Gibbs was nog geen vijf j minuten op weg naar hem toe. J „Het leek me wel en dus betaalde ik hem de huur, stak den sleutel in mijn zak en kwam hier naar toe. Maar ik was hier net, nog geen tien minuten, toen ik iemand op de veranda hoordeniet gewoon, maar net of hij stilletjes naar binnen wou komen. Ik keek door de gordijntjes en zag een korten, dikken man in een gele regenjas zijn gezicht kon ik niet zien. Ik pakte een braadpan, wachtte het goede oogenblik af en... nu ja, u weet de rest." ,,Zoo is het", zei Peter, terwijl hij voorzichtig, wat men den top van zijn hoofd zou kunnen noemen, betastte. „lk zou wel eens willen weten, wie die vent geweest is. Hij is natuurlijk aan den achterkant verdwenen toen u me die... die opfrissching gaf. Jammer, maar niets aan te doen." Een paar oogenblikken van stilte. ,,Wel", zei het meisje met een zucht, ,,u heeft dit huisje het eerste gehuurd, dus ik moet verdwijnen." „En waar gaat u dan naar toe „0, dat weet ik nog niet. Zoeken in Wellbridge ,,Geen sprake van. Place aux dames, noblesse oblige en beleefdheid duurt het langst. Ik verdwijn." ,,lk denk er niet aan om dat toe te staan. Dat zou een mooie boel worden... u heeft het oudste recht en u blijft dus..." ,,Nou, nou", zei Peter kalmeerend, ,,dat hoeft toch niet ineens beslist. Heeft u honaer ,,Ja en of", gaf het meisje met het roode haar ten antwoord, ,,ik heb van vanmor gen negen uur af niets gegeten „Aha", zei Peter, terwijl hij zich moei- zaam van zijn zetel verhief en naar de tafel toeging. „Dat komt goed uit. Ik heb hier een zak met levensmiddelen, een beetje zonderlinge levensmiddelen, maar ze hadden niets anders". Hij keek op en kuchte een paar maal verlegen. „Wat ik wou zeggen: ik heet Cardinal, en ik luis- ter naar den naam van Peter naar den man met den sleutelbos genoemd, weet u „Ik heet Jawe Craig", gaf het meisje met een ondeugend glimlaohje ten ant woord. ,,Maar ik begrijp werkelijk niet..." ,,'n Verbazend leuke naam", compli- menteerde Peter ijverig. ,,Netjes en niet opzichtig laten we nu eens kijken, wat we hier hebben." Hij maakte het touwtje, dat den zak bovenaan bij een hield, los, dook met zijn arm in de grijze jute weg en begon den inhoud, met het air van een Sinterklaas op een kinderfeestje, op tafel uit te stallen. Sardines, zuurballen (ik herinner me niet, dat ik die gekocht heb, maar het zal wel in orde zijn. Ik ben een oogenblik een tikje van de wijs geweest). Een tube anchovy paste. Sardines. Lucifers. Thee. Sardines, Garnalen-pastei. Lucifers. Sar dines. Chocola. Ei. Het eenige wat er te krijgen was en het ziet er niet bepaald versch uit.) Zeep. Makreel in olie. Sar dines. Ziezoo, dat is alles". Miss Craig keek hem met groote on- schuldige oogen aan. Heeft u, wat ze noemen een sardines-complex, Mr. Cardi nalof moet u op dieet leven „Tja, ik heb nogal veel sardines", gaf EERSTE KAMER. De leden van de Eerste Kamer zgn ter ver- gadering brjeengeroepen tegen Woensdag 14 October, des namiddags te 1 uur. Op de agen- de staan de interpellatie-de Savornin Lohman over den stand der NederlandBelgische on- derhandelingen en bet wetsvoorstel-van den Bergh betreffende wettelijke regeling van bet geldschietersbedrijf. DE FINANCIEELE MOEIUJKHEDEN Een onderhoud met den Minister van Financien. Wantrouwen in den gulden volkomen ongemotiveerd. Het Nederlandsoh Correspondentiebureau voor Dagbladen meldt aan de N. R. Crt.: Wij hebben ons tot den minister van Finan cien gewend met de vraag, of naar de mee- ning van Zijne Excellentie op dit oogenblik hier te lande gevaar voor inflatie van het ruilmiddel bestaat. De minister antwoordde volstrekt ontken- nend. De gulden zeide hij staat zeer stevig. En volkomen ongemotiveerd is het wantrouwen, dat zich thans onder een deel van het publiek schijnt te openbaren. Dit wantrouwen heeft o.a. geleid tot een daling van de 6 leening van 1922 beneden den parikoers, hoewel van deze leening bekend is, dat zrj op 1 Maart a.s. tegen 100 zal wor den afgelost. Slechts angst voor den gulden kan hierbij in het spel zijn! Gelukkig bestaat voor al deze zenuwachtigheiij verklaarde Zijne Excellentie niet de minste reden. En de regeering zal er krachtig voor waken, dat die reden er ook niet komt, al behoeft zij hier bij natuurlijk de medewerking van anderen. De maatregelen van de regeering. Denkt Uwe Exc. bij dit laatste aan de voor- genomen maatregelen van besparing en van versterking van de middelen op de Rijksbe- grooting voor het a„s. jaar? Niet uitsluitend, maar zeker dok daaraan. Die medewerking is trouwens te verwachten uit alle partijen. Wanneer men waameemt, voor alle Borluutstraat 8 - GENT. Tel. 124.15. (dicht bij het Stadhuis.) (ingez. Med.) 'iiiiiwiimiiiiiimiwii ECHTE FRIESCHE liiUltillllllllUllllllUlltUVB 20-50 d.per om vtneha/t U wdken van peno&f (Ingez. Med.) wat in het buitenland geschiedt, dan mag men vertrouwen, dat ook hier velen de kracht zul- len vinden over partijmuren heen te zien en zelfs een trjdelijk partijvoordeel te offeren aan het duurzaam nationaal belang. Moet hieruit worden opgemaakt, dat de voorgenomen maatregelen zullen worden ge- handhaafd Ongetwijfeld. Er wordt hier en daar aan- drang geoefend, de besparingsmaatregelen ten deele te vervangen door een verdere verster king der middelen. Ook de regeering neemt aan, dat deze laatste noodig zal kunnen blij- ken en houdt zich daarop voorbereid. Maar dan in de eerste plaats tot dekking van de crisisuitgaven. Deze worden thans voor een zeer groot deel gefinancierd uit leeninggeld, wat in den nieuw geschapen toestand niet zonder bedenking is. Van de besparings maatregelen zal dan ook geen enkele kunnen worden gemist. Onderwfjsherziening en salariskorting. Onder deze laatste, merkten wij op, schij- nen wel het meest bestrijding te vinden de onderwijsherziening en de salariskorting. Inderdaad, antwoordde de minister. Geen van beide is natuurlijk aangenaam, maar te betreuren is dat misverstand ze nog pijnlijker doet treffen dan noodig is. Omtrent het on derwijs heeft men in 1924 bezuinigingsmaat- regelen genomen waarvan in de bezuinigings- wet zelve werd vastgelegd, dat ze na eenige jaren weer zouden vervallen. Men meende blijkbaar, dat de opgaande lijn dan weer on- gebroken zou kunnen worden gevolgd. Men heeft zich daarin vergist. Het is thans erger dan in 1924. En nu wordt e6n dier maatrege len van 1924 en dan nog in verzachten vorm hersteld. Dat kan toch bezwaarlijk een reden vormen tot overmatig beklag. Nog erger ging Zjjn Excellentie voort zijn de misvattingen ten aanzien van de salariskorting. De voorstelling wordt gewekt alsof dit een extra-inkomstenbelasting zou zijn, opgelegd aan een deel der bevolking. In die lijn zou men tot de conchisie moeten komen, dat ook een salaTisverhooging, zooals wij deze gekend hebben in 1920 en later, een belasting privilege zou zijn voor een deel der bevolking; en ook tot deze conclusie, dat op dit oogenblik tal van landen tegelijkertijd tot een allereenzijdigste belastingpolitiek geko men zouden zijn. De figuur, zeide de minis ter, is natuurlijk een geheel andere. De in- komsten van tal van burgers zijn achteruit gegaan. Het indexcijfer der kleinhandels- prijzen is sinds de laatste vaststelling van de wedderegeling in 1928 met ten minste 8 9o gedaald, nadat tusschen 1920 en 1928 het in dexcijfer sterker gedaald was dan de wedden per saldo waren achteruit geloopen, ook inbe- grepen het verhaal der pensioenpremie. On- t dei- die omstandigheden heeft de regeering het redelijk geacht. dat in het complex van be paringen ook de wedderegeling een be- scheiden aandeel kreeg. Men kan dit goed- of afkeuren, maar met belastingheffing heeft dit niets te maken. De staat haudelt hier als werkgever, niet als belastingheffer. De salariskorting wordt dus niet vervan- gen, vroegen wij, door een crisisbeffing van -te /9000 van alle inkomens, zooals de erger steld Peter toe, ,,maar er was zoowat niets an ders te krijgen drop en hondebrood was het eenige wat ze er, behalve dit, hadden. En visch is heel voedzaam, zeg gen ze". „Prettig, dat ik dat weet", zei Jane Craig. ,,Laat eens kijken. Vandaag is het Zaterdag. Dus u gaat tot Maandag op sardines en droge thee leven. U heeft geen brood en geen melk en geen suiker en geen ,,Alle menschen riep Peter verschrikt uit. Natuurlijk. Daar heb ik niet aan gedacht. Wel, wel, ik kan niet zeggen, dat ik een goede huisvader ben' Hij schudde uit een soort meewarigheid met zichzelf het hoofd en dacht een halve mi- nuut lang berouwvol over zijn tekort- komingen als hoofd van de huishouding na. Maar opeens klaarde zijn gezicht op. Hij gaf met zijn vuist een fikschen slag op de tafel. ,,Ik heb het. Weet u wat we moesten doen Hier weggaan, de bus naar Wellbridge nemen, daar inkoopen, behoorlijke inkoopen doen en in den plaatselijken eetsalon daar ,,De Hond en de Kat" of hoe het ding mag heeten, ons- zelf op een voedzaam middagmaal fuiven. Dan ben ik meteen in de gelegenheid, om naar een kamer met pension uit te kijken". ,,Hoor eens even, Mr. Cardinal", begon Jane Craig met een beslist gezichtje, ,,dit is uw villatje en ik denk er niet aan, om..." Peter viel haar met een dramatisch ge- baar van een gebruinde rechterhand in de rede. „U begint aldoor te kibbelen en kibbe- len met een leege maag is ongezond. Als we niet voortmaken zijn alle winkels dicht. Behoorlijk eten is op het oogenblik het eerste en eenige vereischte... kibbelen kunnen we naderhand nog altijd. Zul len we dat afspreken Het meisje met het roode haar keek hem nadenkend aan; dan knikte ze toe- stemmend. „Goed", zei ze kortaf. „Vooruit dan. En route voor Sand haven Zonder verder tijd te verspillen gingen ze het huisje uit, sloten de deur zorgvul- dig achter zich dicht en begaven zich op weg naar den holl.en weg tusschen de boomen. Toen ze de plek naderden waar de Wonder" eenzaam en verlaten stond: ,,Zou uw auto t niet nog eens met ons willen probeeren, als we het haar vrien- delijk vroegen opperde Jane Graig. ,,Die helling in de brandende zon zal op dit uur van den dag niet meevallen- Niets brengt dat ding weer in bewe- ging", gaf Peter ten antwoord met een minachtenden blik op het eerwaardig vehikel, dat hem tot hiertoe en niet ver der gebracht had,Een paard met tuig natuurlijk uitgezonderd. Ik zal het hier laten staan... als een waarschuwing voor andere adspirant-auto-eigenaars en een soort van baken voor lanavaarders." Om des Wonders" onwilligheid extra duidelijk te demonstreeren, stapte hij naar den voorkant van het autotje toe, greep den starting-handel en draaide hem een slag om. Een luid geknetter en geronk onder de motorkap was het gevolg van die eene beweging; met de perversiteit, alien levenloozen voorwerpen, van een boordeknoopje af tot een auto toe, eigen, koos* de Wonder" juist dit moment, waarop zijn absolute levenloosheid aan- getoond zou worden uit, om met een levendigheid en gewilligheid, of hij nooit, behalve op verzoek, gestopt had, tot het leven terug te keeren. (Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 1