EEN ONTPLOFFING ZONDEK ERNSTIGE GEVOLGEN. GEMEENTERAAD VAN HOEK. overweg aan den Kerkweg te Ede door een trein doodgereden. Het ventje had den trein van Utrecht afgewacht en is vervolgens door den trein van Arnhem, die eveneens in aan- tocht was, overreden. EEN 102-JARIGE. Zondag vierde mevrouw de wed. P. Way Vleesc.h, echtgenoote van wijlen notaris P. Way, wonende Parkstraat 94 te Arnhem, haar 102en verjaardag. Zij beschikt nog over al haar geestvermo- gens en haar geheugen is nog verrassend sterk. Wei doet zich een begin van doofheid voor en is haar hooge leeftijd oorzaak, dat zij den laatsten tijd bedlegerig is. In de Quell'ijnstraat te Amsterdam, vlak bij de Ferd. Bolstraat, werden Zaterdagavond omstreeks 9 uur de voorbijgangers en om- wonenden opgeschrikt door een zeer zwaren slag, blijkbaar veroorzaakt door een hevige ontploffing. Ruiten vielen rinkelend op de straat, de deuren van de garage gelijkstraats in perceel 105 sloegen open en daarbinnen trieken eenige groote gaten in het plafond en in de muren te zijn geslagen. De twee auto's die in de garage stonden, hadden echter geer achade. De brandweer werd gealarmeerd, maar er bleek geen brand te zijn ontstaan; ook waren er geen persoonlijke ongelukken. In de garage was op het oogenblik der ont ploffing niemand aanwezig geweest. Daar- achter vond de politie bij het onmiddellijk in- gestelde onderzoek een schuurtje, waarvan blijkens de inlichtingen, die zij verkreeg, de huurder z.g.n. marktlampen vervaardigde en verkocht, d.w.z. met een mengsel van petro leum en benzine gestookte lampen, die ge- bruikt worden voor de verlichting van markt- kramen. Deze man had het schuurtje reeds uren geleden verlaten. In de garage zijn de scherven van zoo een lamp gevonden, die blijkbaar door de ook verbrijzelde ruiten van de achterzijde door de kracht der ontploffing paar binnen waren geslingerd. Vermoedelijk is door bedoelde lamp de ontploffing ver oorzaakt. KERMISRUMOER. Donderdagavond hebben te Hillegom, waar deze dagen kermis wordt gehouden, relletjes plaats gehad. Bij het sluiten der cafe's con- centreerde zich de drukte in Hoofdstraat en Meerstraat zoodanig, dat het verkeer werd gestremd. De politie trachtte ruim baan te maken, doch toen zij daarin niet slaagde, werd een slang op de waterleiding gezet om de straten leeg te spuiten. Er brak toen een hevig tumult los, waarbrj o.m. een groot aan- tal leege bierfleschjes door de lucht suisde; een drietal groote spiegelruiten werden daar- door vemield. Toen de politie bekogeld werd, werd een charge uibgevoerd en spoedig was de rust hersteld. AAN GASVERSTIKKING ONTKOMEN. Woensdag is in de Bonairestraat te Am sterdam een ongeval gesohied, dat gelukkig voor alle betrokkenen wonderlijk goed is af- geloopen, aldus lezen wij in „Het Volk". In een perceel, dat bewoond wordt door de echtelieden W., zijn namelijk man, vrouw en een kind van ruim anderhalf jaar, den gas- verstikkingsdood nabij geweest, zonder dat de ouders aanvankelijk iets merkten van het onheil, dat him boven het hoofd zweefde. Het kind was vroeg in den morgen wakker ge- worden en was er in geslaagd om zijn bedje te verlaten en verschillende deuren te openen. Terwijl zijn ouders, niets vermoedend, door- sliepen, had het knaapje een stoel voor het keukenaanrecht weten te sleepen om ver volgens 3 gaskraantjes te openen. Het uit- stroomende gas doortrok weldra de ruimten van het huis en zeker zou de kans op em- stige ongelukken niet gering geweest zijn, als het jongetje niet gemerkt had, dat er iets niet in den haak was met zijn manipulation aan het gasstel en zijn moeder wekte. De man was reeds door het gas bevangen. PATIeNT UIT EEN ZENUWINRICHTING TE WATER GESPRONGEN. Een aantal patienten van de ziekeninrich- ting „Dennenoord" te Zuidlaren (Gr.) maak- ten, onder geleide van vier verplegers een wandeling door het dorp. Bij de vaart op den weg naar Hoogezand wist een van hen, de 24-jarige A. de B. nit Dalfsen, aan de waak- zaamheid der verplegers te ontsnappen en sprong plotseling in het water. De verple- ger H. Wilkamp sprong hem na, doch het mocht hem niet gelukken, den patient boven te brengen. Het lijk is later opgehaald. De verpleger W. kon ziclh zelf ook niet redden en moest door anderen uit het water worden gehaald. W. had het bewustzijn verloren, zijn toestand is niet zonder zorg. DE ZUIGELINGENSTERFTE TE LUBECK. Het" proces tegen prof. dr. Deyke, Obermedi- -zinalrat dr. Alstadt, prof. dr. Klotz en de ziekenverpleegster Anna Schutze, die aan- sprakelijk worden gesteld voor het overlrjden van talrijke met het vaccin van dr. Calmette te Lubeck behandelde zuigelingen, zal op 12 October in die stad beginnen. Behalve een groot aantal getuigen zijn ook zestien des- kundigen gedagvaard. Talrijke geneesheeren zullen voorts de beraadslagingen bijwonen. Prof. Deyke zal o.a. worden verdedigd door prof. dr. Alsberg uit Berlijn. Het proces zal 2 a 3 weken duren. EEN SCHIEDERIJ GESTOLEN UIT HET MUSEUM DE LAKENHAL TE LEIDEN. Zaterdagmiddag tusschen half vijf en vijf uur is uit het museum de Lakenhal een schil- derij gestolen van den Deidschen meester Jac. Toorenvliet (1635—1719). Het schilderij is hoog 32 centimeter en breed 25% centi meter en stelt voor een bordeelsc^ne; een man tegenover een vrouw gezeten, haar aan- biedend een zak met geld; op den achter- grond een bed, waarvan de dekens zijn opge- slagen. Het stuk is in het midden rechts val- schelijk geteekend J. Steen. Het is op paneel gesdhilderd en was in een lijst gevat; de lijst is blijven hangen. Toen de directeur van de Lakenhal, de heer A. Coert, 's middags met de nieuw aange- komen studenten van de Unitas de betreffen- de zaal bezoc'ht, hing het schilderij er nog; later, om half Vijf, toen de zaalwachter de ronde deed, was het er ook nog, maar toen hij om vijf uur weer kwarn, was het ver- dwenen. Van den dader is nog geen spoor gevonden. Er zijn bovendien dien middag nog 21 be- zoekers geweest. Het stuk is eenige jaren geleden schoon gemaakt, waardoor het schelle helle kleuren had. De waarde wordt geschat op f 350. Later wordt gemeldt: Het schilderij van Toorenvliet, dat Zater dagmiddag uit de Lakenhal te Leiden gesto len is, is Zondagochtend bij een kunsthande- laar in Den Haag teruggevonden. Deze heeft het stuk te goeder trouw voor een klein be- drag gekocht van iemand, die, naar achter- af is gebleken, een valschen naam had opge- geven. Zoodra de kooper van den gepleegden diefstal in de Lakenhal uit een dagblad ken- nis kreeg, heeft hij zich met de politie in verbinding gesteld, die het stuk in beslag heeft genomen. De dader is nog niet opge- spoord. Hoe het mogelijk is geweest, dat het schil- derij uit de Lakenhal werd gestolen, zonder dat het personeel hiervan iets heeft gemerkt? Het onderzoek daaromtrent leidde tot het j volgende resultaat: De Harteveldzaal, waar- in het schilderij hing, staat in directe verbin- j riing met twee diagonaalsgewijze op die zaal uitloopende zalen, n.l. de Kronerzaal en de triptiek zaal. Voor die zalen deed den sup- poost dienst, die op het knooppunt van de drie zalen het geheel kan overzien, doch die de j twee andere zalen niet voldoende kan con- troleeren, als hij zich midden in de derde be- vindt. Voorts hing het thans gestolen schil derij: achter een scherm, waarop met het oog op zijverlichting een stuk van Van der Velde hing. Bovendien hing het vlak bij de deur, die toegang geeft tot een gang, waardoor men den uitgang bereikt. Op het oogenblik dat de diefstal werd ge- pleegd, waren er 8 bezoekers in de Kroner zaal: twee Duitsche dames, twee Fransche heeren, twee Fransche dames en twee Neder- landsche heeren. Een der twee laatsten be- keek in de Kronerzaal met meer dan gewone belangstelling een groote Lucas van Leyden, maar doordat de overige bezoekers zich over de drie zalen verspreidden, was het den sup- poost niet mogelijk, dezen man voldoende in het oog te houden. Het vermoeden bestaat nu, dat deze via de Kronerzaal de Harteveld zaal is ingeloopen, toen net deed, alsof hij door de deur de gang inging, terug is ge- komen en daama achter het scherm het stuk uit de lijst lichtte om het vervolgens onder zijn jas verborgen buiten het gebouw te brengen. EEN TIPPELAAR. Den een zijn levenswandel is die van den ander niet, maar wanneer iemand er een paar jaar aan besteed, om in alle mogelijke landen tezamen tachtigduizend kilometer af te tippelen, dan mag diens levenswandel wel een zeer bijzondere en ongewone heeten. De heer Jan de Ridder heeft dit klaargespeeld en, naar hij aan de ,,Msb." vertelde, was zijn pad niet steeds met rozen bestrooid. Hij startte den 27en Augustus 1927, trok Duitschland in en kwam via Luxemburg, de Zwitsersche bergen, de Italiaansche zonne- stralen, de Pyreneeen en de straat van Gi braltar, in Marokko terecht. In Noord- Afrika kreeg hij: gelegenheid om in 26 ka- zemes van de Fransche en Spaansche vreem- delingen-legioenen 'n kijkje te nemen. Na eenigen tijd waagde hij een sprong naar het eiland Malta en men begrijpt nu wel hoe hij allengs Albanie, Hongarije, enz. bereikte. Thans zet Jan de Ridder zijn loopbaan in de Amsterdamsche straten voort, met zijn heele hebben en houden op zijn rug en een groenen flamibard op zijn hoofd. Aangezien hij verre reizen heeft gemaakt, kan hij veel verhalen, maar hij heeft papieren en handteekeningen te over, om te laten zien, dat zijn avonturen louter feiten zijn. Wat is zijn eindstation? De Ridder ongetwijfeld zonder vrees of blaam weet het zelf niet Vergadering van 22 September 1931, des voormiddags 9 uur. Voorzitter: Mr. J. A. van Tienhoven, bur gemeester; secretaris: de heer J. Dregmans. Aanwezig de heeren J. A. Meertens, P. Scheele, D. J. Jansen, J. Buijze, F. Dieleman en A. Meertens. Afwezig met kennisgeving de heer J. Pijpe- link. De VOORZITTER opent de vergadering, waarna de notulen der twee voorgaande ver gaderingen worden vastgesteld, nadat door den heer Buijze er op gewezen is, dat zijn ge- boorteplaats niet is Hoek, maar Ter Neuzen. 1. Ingekomen stukken. a. Kennisgeving van de P. Z. E. M. te Middelburg, berichtende de storting op de girorekening der gemeente van het kapitaal van aankoop van het laagspanningsnet met rente vanaf 1 Juli. b. Schrijven van Ged. Staten, houdende goedkeuring van het raadsbesluit tot aankoop van een terrein ter uitbreiding van de be graafplaats. c. Proces-verbaal van kasopname bij den gemeente-ontvanger en den boekhouder van het Gem. Electrisch Bedrijf, waarbij alles in orde werd bevonden. d. Schrijven van Ged. Staten, houdende goedkeuring van het besluit tot aankoop van een perceel grond van de Wed. van Doeselaar te Hoek. 2. Vaststelling der rekeningen over 1930, a. De gemeenterekening wordt vastge steld voor den gewonen dienst in ontvangst op 82.333,83% en in uitgaaf op 70.268,26, al- zoo met een batig saldo van f 12.065,57% voor den kapitaaldienst in ontvang en uit gaaf op f 1471,67. b. voor het Gem. Electrisch Bedrijf: voor den gewonen dienst in ontvangst en uitgaaf op 15.303,19; voor den kapitaaldienst op 3006,24. c. voor het Burgerlijk Armbestuur: in ontvangst op 3977,87 en in uitgaaf op 4151,60, alzoo met een nadeelig saldo van f 173,73. Namens de commissie van onderzoek deelt de heer J. A. MEERTENS mede, dat alle rekeningen in orde werden bevonden en dat alle uitgaven waren gestaafd door mandaten. Behoudens dat vele uitgaven van den ge- meentedienst te hoog zijn geweest, waaraan thans niets meer is te veranderen, adviseert spreker namens de commissie tot goedkeu ring. Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. 3. Aanbieden gemeente-begrooting en be- grooting Burgerlijk Armbestuur 1932. De VOORZITTER biedt aan den raad aan de gemeentebegrooting voor 1932, in ontvang en uitgaaf op een bedrag van 70.996,84, met een onvoorzien van f 2096,95. Die voor het Burgerlijk Armbestuur in ont vang en uitgaaf op 3400. De VOORZITTER deelt mede dat een ont- werp begrooting met memorie van toelichting aan de leden zal worden gezonden. 4. Vaststelling kohier hondenbelasting 1930 Het suppletoir kohier op de hondenbelas ting voor 1930 wordt vastgesteld op 23,50. Zonder hoofdelijke stemming worden de vol gende ontheffingen op de hondenbelasting verleend: P. Scheele Dz„ een half jaar; Th. Marcusse, idem; A. Tollenaar, idem. 5. Benoemingen. Eervol ontslag wordt op verzoek verleend aan den heer F. W. Dekker als lid van het Burgerlijk Armbestuur en aan den heer J. F Kense, als lid van de Commissie van Toezicht 4 op het Lager Onderwijs, beide wegens ver- j trek uit de gemeente. Met 4 stemmen, tegen 2 op den heer P. A. Lijbaart, wordt tot lid van het Burgerlijk Armbestuur benoemd de heer H. Dieleman. Na loting wordt benoemd tot lid van de Commissie van Toezicht op het Lager Onder wijs de heer F. de Bree, nadat in de twee voorafgaande stemmingen de stemmen staak- ten tusschen de heeren F. de Bree en R. van der Hooft. 6. Verzoek van het bestuur van de Chris- telijke school aan den Molendijk, om j gelden voor de aanschaffing van schoolborden en een boekenkast be- schikbaar te stellen. De VOORZITTER wijst er op, dat het hier uitsluitend betreft het verleenen van geld overeenkomstig artikel 72, terwijl Burge- meester en Wethouders den prijs van een en ander zullen bepalen. De heer A. MEERTENS is van oordeel, dat de bijzondere school per leerling evenveel krijgt als de openbare school en daarmee moet zien rond te komen. Wij hebben het vorig jaar reeds een belangrijk bedrag gegeven en nu komt men weer met een verzoek. Daartegen heb ik bezwaar. Is het absoiuat noodig om die aanschaffing te doen, dan is er niets aan te doen, maar ik zou toch een beroep willen doen op de rechtsche leden m den raad, om niet voetstoots aan alle verzoe- ken van dien aard toe te geven en rekening te houden met de billijkheid. De VOORZITTER antwoordt dat hetgeen door het bestuur van de .school wordt gc- vraagd werkelijk noodig is, en dat men in aanmerking nemen moet, dat de bjjzondere school maar 50 kinderen telt en men niet kan toekomen met de toelage per kind. Boven dien is het verzoek ook op advies van den Inspecteur van het Lager Onderwijs geschied. De heer A MEERTENS acht het mogelijk dat het in stand houden van een school met een zoo klein aantal leerlingen te duur is maar waarom grijpt de regeering dan met m? De VOORZITTER merkt op, dat dit buiten de strekking van het verzoek staiat. De wet is er en hebben wij het geld te voteeren. De heer A. MEERTENS is van oordeel dat de raad hier niets zit te doen, wat trouwens ook is gebleken met het vorige verzoek. Ged. Staten waren het met den raad eens en de Kroon stelde niettemin het schoolbestuur in het gelijk. Verder vindt spreker het een bezwaar dat het bedrag, benoodigd voor den aankoop, nie; eens in het verzoek wordt genoemd. De VOORZITTER antwoordt, dat de prijs van de aan te schaffen artikelen /350,is. De heer A. MEERTENS vraagt of dat dan allemaal eerste klasse materiaal zijn moet, dan zou ik voorstellen aan den raad maar niets meer te vragen. De VOORZITTER herhaalt, dat de, wet het toestaan van de gelden voorschrrjft, en dat er verder niet over te praten valt. De heer SCHEELE vindt dat de heer A. Meertens in zijn recht is, om zijn bezwaren tegen het verzoek te berde te brengen en het niet eens te zijn met den Voorzitter, waar hjj van oordeel is dat men er niet over praten moet. De VOORZITTER bedoelt alleen dat de raad gehouden is het geld beschikbaar te stellen en dat Burg, en Weth. overleg plegen met het schoolbestuur. De heer J. A. MEERTENS wijst er op, dat de rechtsche positie van de raad geen rol speelt in de beslissing van Burg, en Weth. ten aanzien van het verzoek. Het verzoek is reeds lang ingekomen voordat deze raad zit- ting nam en het is niet erg netjes van Jet vorige College van Burg, en Weth. om dat nu op onzen nek te schuiven. Zij hadden de consequentie moeten durven aanvaarden. Het geen gevraagd wordt is noodig, de borden zijn versleten, waarvan ieder raadslid zich per- soonlijk kan overtuigen. En of de toelage per kind voldoende is of niet weet ik niet. Maar als het schoolbestuur zegt dat daaruit de exploitatiekosten niet kunnen worden be- streden, dan kan ik niet zeggen dat het niet zoo is. Daarbij komt dat de kwaliteit van het geen vroeger door de school is gekocht goed- koop was. Ik wil den raad de verzekering geven dat Burg, en Weht. niet meer zul len besiteden don noodig is, maar overigens zijn wij te dien opzichte aan de wet gebon- den-. De heer A. MEERTENS verklaart niet het minste wantrouwen te bedoelen in het beleid van Burg, en Weth. en wist ook niet dat het verzoek al langer was ingekomen, terwijl hij er op wijst dat aan de school op de Knol de exploitatie wel uit de toelage wordt gedekt. De SECRETARIS licht toe dat het verzoek pas op 31 Augustus is ingekomen. De heer JANSEN vindt dat het niet opgaat uit te gaan van de veronderstelling dat het verzoek zou worden ingezonden omdat de raad rechtsch is. De heer A. MEERTENS maakt ook den raad nergens een verwijt van, maar het be- vreemde hem dat het verzoek nu juist werd behandeld nu de rechtsche raad pas zitting heeft, te meer waar het hem onbekend was dat het verzoek was blijven liggen. De VOORZITTER deelt mede dat hij per- soonlijk heeft voorgesteld zooveel mogelijk alle verzoeken aan te houden totdat 'e nieuwe raad zitting zou hebben, omdat de oude raad blijkens de verkiezing het vertrou- wen niet meer had. De heer J. A. MEERTENS vindt dat een vreemde houding. Dan begrijpt spreker niet hoe Burg, en Weth. er toe gekomen zijn om nog in de laatste week dat zij zitting hadden vergunning te verleenen aan een circus om te spelen in October, dan had ik voor mij dat toch zeker niet willen doen. De VOORZITTER merkt op dat met een toestaan van een dergelijk verzoek geen geld is gemoeid. De heer DIELEMAN wil overigens als voorstander van het bijzonder onderwijs er den nadruk opleggen, dat hij zich daarom niet geroepen acht om door dik en dun met alle verzoeken van de besturen der bijzon dere scholen in te stemmen, en hij zich wel terdege zal afvragen of hetgeen wordt ge vraagd werkelijk noodig is. Hij zou de beoordeeling daarvan aan Burg, en Weth. willen overlaten, en als blijkt dat het beslist noodig is dat men het dan toestaat. Wanneer werkelijk de borden zijn versleten, dan kan men daarop niet schrijven, dat heeft spreker vroeger zelf ondervonden bij den landbouwcursus. Met algemeene stemmen wordt besloten medewerking te verleenen. 7. Vaststellen eener verordening, bepa- lende welke verordeningen, tegen wel- ker overtreding straf is bedreigd, als- nog als geldende zullen worden aun- gemerkt. De VOORZITTER wijst er op, dat dit be treft de gewone vijfjaarlijksohe wettelijke for- maliteit. Vervallen is de haven verordening. Zonder hoofdelijke stemming wordt de ver ordening volgens ontwerp aangenomen 8. Verordening op de winkelsluitingswet. Voorgesteld wordt het sluitingsuur te be palen om negen uur inplaats van 8 uur. De VOORZITTER wijst er op, dat deze wijziging wordt voorgesteld omdat het gros van de menschen hier met den zonnetijd mee- gaat en het daarom te vroeg is wanneer de winkels om 8 uur reeds zouden moeten sluiten De heer J. A. MEERTENS deelt mede, dat zijn bedoeling feitelijk is dat het sluitings uur een heel jaar door op negen uur zonne tijd wordt gesteld. Volgens den Voorzitter zou men echter wanneer men in de zomer om 9 uur wettelijken tijd sluit nog om 8 uur zon netijd gesloten moeten zijn en dat is te vroeg voor de werkmenschen. De heer A. MEERTENS is het daaromtrent met den heer J. A. Meertens eens. De heer BUIJZE adviseert er rekening mee te houden, dat men hier niet in de stad is en het leven van de menschen zich aansluit aan den gewonen tijd. Hij verzoekt in de toelich ting daarop te wijzen. De heer A. MEERTENS is van oordeel dat de raad toch vrij is om een bepaald uur te stellen als sluitingstijd. De heer BUIJZE meent ook dat iedere ge meente voor zich zijn sluitingsuur kan vast- stellen. Hij wijst op Haarlem en Zaandam, die beiden een verschillend sluitingsuur hebben. Besloten wordt het sluitingsuur gedurende den zomertijd te bepalen tusschen tien uur des namiddags en vijf uur des voormiddags en in den winter tusschen negen uur des namid dags en vijf uur des voormiddags. 9. Ultloting geldleening. Uitgeloot wordt het aandeel nummer 19 van de leening van 1927. 10. Vaststelling instructie voor den te be- noemen gemeente-architect. De VOORZITTER vraagt of de heeren zich kunnen vereenigen met de instructie zooals die door den secretaris wordt voorgelezen. De heer J. A. MEERTENS vraagt naar de grens van het bedrag waarboven de ge meente moet bijbetalen. De SECRETARIS antwoordt, dat dit 500 gulden is. De heer J. A. MEERTENS vindt dit veel te laag. De heer A. MEERTENS is van oordeel dat dit minstens 1000 zou moeten zijn. De heer J. A. MEERTENS vindt dit nogal te laag. Als men dan een werkje van 2000 uitvoert dan is men er al boven. Verder heeft hij er bezwaar tegen dat volgens de instruc tie de opzichter de materialen keurt, welk bezwaar op practische ondervinding berust. De VOORZITTER merkt op dat de beslis sing te dien opzichte bij B. en W. berust, de keuring door den opzichter betreft alleen het advies aan B. en W. De heer JANSEN vraagt of die extra be- taling ook geldt, het gewoon jaarlijksch onderhoud. De heer J. A. MEERTENS: Er staat toch boven de 500 De heer JANSEN is van oordeel dat dit alleen voor nieuwe werken is. De VOORZITTER zou de heeren in over- weging willen geven alvorens de instructie definitief vast te stellen deze nog eens nauw- keurig te beoordeelen en met de vaststelling te wachten tot de volgende vergadering. Spr. vindt het gevaarlijk dat nu in eens te doen. Laat B. en W. dat nog eens nagaan! De heer J. A. MEERTENS vindt het begrij- pelijk dat de bijbetaling zou moeten geschie- den bij nieuwbouw, maar als er in de verorde ning staat onderhoud, dan moet er telkens worden nagegaan wat daaronder valt. De heer A. MEERTENS is er tegen de vast stelling van de instructie uit te stellen. Het staat op de agenda en dan moet men het zoo mogelijk afwerken. De SECRETARIS acht het gemakkelijk wanneer in de instructie wordt bepaald dat de gewone onderhoudswerken van den gewo nen dienst buiten beschouwing blijven. Nieuw werk is ten alien tijde kapitaaldienst. De heer A. MEERTENS acht dat niet ge makkelijk te scheiden. De heer JANSEN wijst op de wegsverbete- ring van verleden jaar. Dat ging boven de be grooting en dan zouden wij volgens het ont- werp-instructie daarvoor moeten bijbetalen, dat gaat niet. De heer BUIJZE stelt voor het salaris hoo- ger te stellen en geen onderscheid te maken. De heer J. A. MEERTENS is van gevoelen dat men moeilijk eischen kan dat de opzichter voor nieuwbouw niet afzonderlijk wordt be- taald, maar het is uiterst moeilijk het ge- meentewerk te splitsen. De heer F. DIELEMAN is van oordeel dat voor 300 niemand komen kan, wanneer voor buitengewone gevallen niet afzonderlijk wordt betaald. De heer SCHEELE verklaart veel te voe- len voor het idee van den heer A. Meertens. De heer J. A. MEERTENS wijst op het ver zoek tot rioleering van den sloot achter de bijzondere school. Is dat nu in dit geval nieuw werk of niet? De SECRETARIS beschouwt dat als onder houd van riolen. De heer A. MEERTENS is van gevoelen dat de gemeente toch niet verplicht is dien sloot te rioleeren. Dat is poldersloot en moet de gemeente niet voor in staan. Waar is dan het einde? De heer J. A. MEERTENS stelt dat alleen als voorbeeld, de rest komt later. De heer A. MEERTENS zou werken tot een bedrag van /2500 tot het gewone onder houd rekenen en al wat daarboven gaat als extra-werk. De heer JANSEN zou geen som noemen. De heer BUIJZE zou geen uitzondering maken en het salaris vaststellen op 600. De VOORZITTER zou dat onbillijk achten. Voor extra werk wordt overal betaald. De heer BUIJZE acht dan de regeling toen gemakkelijker. De VOORZITTER vraagt of de heeren den- ken dat men dan een opzichter zou krijgen. De heer BUIJZE weet dat nog niet. De VOORZITTER gelooft ook wel dat men iemand krijgen zou, misschien als wij het salaris zouden stellen op 50, dat er dan wel de een of andere slampamper zou zijn die het door voor zou willen doen, maar dat is toch niet te bedoeling. De heer A. MEERTENS protesteert tegen die uitlating van den voorzitter. Hij is van oordeel dat men hier in de gemeente wel degelijk menschen vinden kan die goed in staat zijn om die functie waar te nemen en dat het niet opgaat die als slampamper te schilderen, maar hij voelt den voorzitter wel en begrijpt zeer goed waar hij heen wil. De VOORZITTER antwoordt dat hij nie mand per'soonlijk heeft willen beleedigen, het spijt hem dat hij dat woord in algemeene be- teekenis heeft gebruikt, maar hij wilde er maar mee aantoonen dat wanneer iemand solliciteert alleen voor het geld, men dan niet vragen moet hoe het gaat. Bepaalde personen heeft hij niet op het oog gehad. De heer A. MEERTENS acht het niet noo dig een opzichter met een groot salaris aan te stellen, dat kan men hier binnen de ge meente ook waamemen. De VOORZITTER beveelt nogmaals aan- houding van de instructie aan. De heer JANSEN is daar tegen. Als er de volgende maal weer een inzicht in strijd met het ontwerp is, dan kunnen wij het wel weer uitstellen. Wij zijn er nu voor samengekomen. De heer A. MEERTENS heeft zijn gedacht gezegd en wil de grens stellen tot werken tot 2500. De heer JANSEN kan daarmee niet mee- gaan. Hij wil geen som noemen, doch alleen bijbetalen voor bijzonder werk van den kapi taaldienst. De heer A. MEERTENS: dan behoeft men ook geen 500 te noemen. De SECRETARIS merkt op dat dat er dan ook uit moet. De heer A. MEERTENS begrijpt het dan zoo, dat alles onder het salaris valt behou dens werk dat op den kapitaaldienst komt. De heer JANSEN verklaart dat dit zijne bedoeling is. De heer A. MEERTENS gaat dan daarmee accoord. De heer JANSEN vraagt als de oude op zichter met 1 October weggaat of er dan geen opvolger moet worden benoemd. De VOORZITTER antwoordt dat dit later komt. Hij stelt voor de veranderingen in de instructie aan te brengen en de volgende maal dezelve nader vast te stellen.,, Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten. 11. Wijziging begrooting gemeente 1931. De heer JANSEN vraagt wat die /600 be- teekenit voor werkloozenzorg. De SECRETARIS antwoordt dat dit een bedrag is dat over 1930 moest worden be taald, maar dat te laat kwam om op de be grooting van dat jaar te brengen. De heer JANSEN: en dan de crisissteun? De SECRETARIS antwoordt, dat die vol gens het raadsbesluit is uitgegeven. 12. Verzoek van C. Zegers en anderen, om verharding van den zijkantweg voor hunne woningen. De VOORZITTER stelt namens B. en W. voor daar wat macadam te strooien. De heer JANSEN wijst er op, dat het hier een plaats buiten de kom betreft en dat het niet gaat om voor elk groepje woningen der- gelijke verzoeken toe te staan. De heer J. A. MEERTENS wijst er op, dat het hier allemaal zijkantweg is die toch in het gewone onderhoud valt, zoo goed als daar, waar geen woningen staan. De heer JANSEN stemt dat toe, maar wil maar zeggen, als men aan al die verzoeken moet toegeven het dan te duur wordt. De VOORZITTER is van oordeel dat de raad door dit aldus te doen, niet gebonden is in hare beslissingen tegenover andere verzoe ken. De heer BUIJZE wijst er op dat ook de buitenmenschen belasting betalen en recht hebben op een fatsoenlijk onderhoud van de aan hun woningen palende wegen. Wanneer U alleen rekening houdt met de kombewoners dan krijgen we weer hetzelfde als vroeger toen een der leden de meening opperde dat men dan maar naar Hoek zelf moet komen wonen. Als het weinig kost waarom moet men het dan weigeren? De heer JANSEN merkt op dat volgens de leer van den heer Buijze spreker ook recht heeft op wegsverbetering, wat daar niet overbodig zijn zou. De heer BUIJZE merkt op dat het daar polderweg is. De heer DIELEMAN is voor verbetering, maar destijds is op het Gat ook den weg ver- beterd en als de menschen dat daar zelf heb ben betaald dan ben ik er tegen om het hier uit de gemeentekas te doen. De VOORZITTER is van oordeel dat men niet alles op een goudschaaltje kan afwegen, en men gerust zoo'n kleinigheid kan toestaan. De heer A. MEERTENS zou aan het ver zoek in zoover tegemoet komen, dat men het verhardt ter breedte van de gewone onder- houdsverharding. De rest is hun eigendom en daarvoor moeten ze zelf zorgen. Wat die ver harding van het Gat betreft, dat was daar geen overbodige weelde, want het is daar doorgaans een groote slijkboel en men mag daar wel eens iets doen. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten om aan het verzoek van adressanten te vol- doen in verhouding tot de breedte van den gewonen zijberm. 13. Verzoek van den A. N. W. B. om toc- treding als buitengewoon lid. Namens B. en W. stelt de VOORZITTER voor afwijzend op het verzoek te beschikken. De A. N. W. B. is ongetwijfeld nuttig, maar de gemeentefinancien veroorlooven ons niet al die lidmaatschappen aan te nemen. Zonder hoofdelijke stemming wordt beslo ten overeenkomstig het voorstel van B. en W. 14. Wijziging keuringsverordening. De VOORZITTER deelt mede dat tenge- volge het hooge gewicht dat in de verorde ning is bepaald voor betaling van minder keurloon men op den dienst te kort komt door de weinige ontvangsten en het daarom noodig is, dit gewicht van 100 K.G. terug te brengen tot 70. De heer A. MEERTENS vraagt of er weinig van inkomt. De SECRETARIS licht toe dat men thans voor varkens beneden de 100 K.G. 1 betaalt en daarboven 2. De heer A. MEERTENS heeft er bezwaar tegen dat juist de kleine man er door wordt getroffen. Bovendien kan die wijziging voor de gemeente niet zooveel beteekenen. De SECRETARIS antwoordt, dat geraamd wordt 80. De heer A. MEERTENS wijst er op dat het tenslotte drukt op de menschen die hun var- ken uitslachten om er iets aan te verdienen. De heer J. A. MEERTENS zegt dat het voorstel van B. en W. komt uit overweging dat de keuringsdienst zooveel mogelijk zich zelf dekken moet. Nu is dat tekort te groot, omdat de meeste varkens beneden de 100 K.G. blijven. De heer A. MEERTENS wijst er op dat de menschen hun varken uitslachten omdat ze er meer van zouden maken, terwijl de slager zijn keurloon verhaalt op den consument. De heer J. A. MEERTENS merkt op, dat dit ook bjj de menschen zelf gebeurt. De heer A. MEERTENS betwist dat, die verkoopen aan een minderen prjjs. De heer JANSEN vraagt hoe men er toe- komt om, wanneer de keuringsveearts met verlof gaat, uit de gemeentekas diens plaats- vervanger te betalen, terwijl men weet dat er te kort is. De heer A. MEERTENS merkt op, dat de raad dit destijds met algemeene stemmen heeft toegestaan. De heer JANSEN zou wenschen dat de heer Brons dat zelf betaalde. De VOORZITTER wijst er op, dat ieder recht heeft op vacantie en het onbillijk is, dat men daarvoor betalen moet. De heer JANSEN is dat niet met den Voorzitter eens. Hij gunt ieder zijn vacantie, maar hij moet het zelf betalen. De VOORZITTER merkt op, dat het er hier om gaat, het gewicht te verlagen. De heer A. MEERTENS is er tegen, omdat de mindere man er door wordt getroffen. Met 4 tegen 2 stemmen, die van de heeren A. Meertens en Buijze, wordt het voorstel van B. en W. aangenomen. 15. Rondvraag. De heer A. MEERTENS verzoekt het dem- pen van den sloot aan het rusthuis korter op te werken en daar vlugger zand over het ingeworpen vuil te doen gooien. Het is nu een stinkboel' en hinderlijk voor de bewoners van cli0 straat De VOORZITTER zal het onderzoeken. De heer JANSEN geeft in overweging het nieuwe gedeelte van de begraafplaats te ver- huren, zoolang men het niet in gebruik neemt.. De VOORZITTER antwoordt, dat men van plan is daar rond een heg te plaatsen en er gras te zaaien voor de ooglijkheid tegen den tijd dat men het in gebruik nemen moet. De heer J. A. MEERTENS ziet er geen be zwaar in dan het gras later te verpachten zoolang er niet begraven wordt. Niemand meer het woord verlangende en niets meer te behandelen zijnde, sluit de VOORZITTER de vergadering.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 6