De Zwarte Lieve Vrouw HEEREN en KINDEREN GOEDKOOPST dezen WINTER L. van de Waele, voorzien van hat bewijs der goedkeuring door Gedeputeerde Staten. Aangenomen voor kennisgeving. b. De raadsbesluiten d.d. 27 Augustus 1931, tot aankoop van grond, resp. van A. van 't Hoff en Levina den Deurwaarder, voor zien van bet bewijs der goedkeuring door Gedeputeerde Staten. Aangenomen voor kennisgeving. c. Het raadsbesluit d.d. 27 Augustus 1931, tot het aangaan eener geldleening, groot f 2500, tot dekking der kosten van aankoop van de onder letter b der ingekomen stuk- ken bedoelde perceelen, voorzien van het be wijs der goedkeuring door Gedeputeerde Staten. Aangenmen voor kennisgeving. d. Proces-verbaal van de op 23 September 1931 ten kantore van den gemeente-ontvanger gehouden opneming der boeken en kas, waar bij bleek: dat he t batig slot van den dienst 1930 blijkens de ingeleverde rekening bedraagt van den gewonen dienst 25.532,93% en van den kapitaaldienst 11.921,70, dat ten bate van den dienst 1931 komt het batig slot der vastgestelde rekening over 1929, voor zoover dat niet reeds in de vastgestelde rekening over het dienstjaar 1930 is verantwoord, van den gewonen dienst 10.372,16% en van den kapitaal dienst 27,82, terwijl de inkomsten van den dienst 1931 tot op datum hebben bedragen 144.101,36, benevens van het bij- joumaal beerruiming f 5,te zamen 191.161,03; dat de uitgaven over den dienst 1931 tot op datum hebben bedragen 150.580,12, zoodat in kas moest zijn f 41.380,91, hetgeen over- eenkomt met het totaal der in de kas bevon- den en hiervoren omschreven waarden. Aangenomen voor kennisgeving. e. Een schrijven van C. van Campen, die daarin mededeelt, dat hij, in verband met het raadsbesluit om voorloopig aan te houden zijn verzoek tot aankoop van gemeentegrond, van dien aankoop afziet, en hy zich inmiddels van ander bouwterrein heeft voorzien. De VOORZITTER merkt op, dat die aan- vraag betrof het terrein waarop het slacht- huisje is gebouwd. Aangenomen voor kennisgeving. f. Een adres van P. de Kort en E. Tiele- man, respectievelijk voorzitter en secretaris der R.K. Werkliedenvereeniging ,,St. Joseph" te Axel, die zich daarin tot den raad wenden met het verzoek: 1. De voorgenomen werkverschaffing, zoo- als die nog in de oude raad is besproken, zoo- spoedig doenlijk ter hand te nemen; 2. De steunregeling voor werkloozen in te voeren met dezelfde normen, zooals in de na- burige gemeente Ter Neuzen; 3. Zoolang die regeling nog niet is inge- voerd, de nog bestaande weer te doen func- tioneeren; Een en ander willen ondergeteekenden U in bijgaande memorie toelichten. Vertrouwend, dat U zult medewerken om de toestand der werkloozen te helpen ver- beteren, teekenen zij met hoogachting, enz. Memorie van toelichting: De indiening van bijgaand adres geschiedt op de volgende gronden: 1. Nog steeds zijn er werkloozen in onze gemeente; 2. Het aantal zal spoedig toenemen, als de nog restende veldarbeid zal zijn verricht. 3. Meerdere georganiseerden zijn reeds bijna uitgetrokken, vooral daar verschillende werkeloozen hun crisisuitkeering hebben moe- ten opnemen in de afgeloopen winter, wijl bij de werkverschaffing de ongeorganiseerden voorgingen. Meerderen hebben dezen zomer, buiten hun schuld niet kunnen werken, hebben alzoo wei- nig of geen inkomen gehad en zien dienten- gevolge de winter met angst aankomen. 4. Waar de R. K. W. V. arbeid stelt boven steun, wenschte zij een werkverschaffing, waarbij tegen een billijk loon de werkloozen kunnen te werk gesteld worden. Het zal toch duidelijk zijn, dat by nagenoeg geen inkomen der arbeiders, den middenstand eveneen3 wordt gedupeerd, wijl de koopkracht ver- mindert en er toch moet worden geleefd, al wordt er niet verdiend. De gelden uit werkverschaffing en steun blijven in de gemeente en zullen met de arbei ders ook de reeds in moeilijkheden komende (of zijnde) middenstand ten goede komen. De R. K. W. V. meende daarom met klem erop te moeten aandringen, dat U de noodige maatregelen neemt, vooral wijl ook het rijk zal helpen. De VOORZITTER merkt op, dat dit adres eerst gisteren is ingekomen. Op de agenda dezer vergadering komt als punt voor het benoemen van een lid der Commissie voor de Steunverleening. Zoodra die commissie com- pleet is, zal spreker deze bij;eenroepen en de versohillende adressen betreffende steunver leening in handen dier commissie stellen, welke dan advies kan uitbrengen aan Burge- meester en Wethouders, die naar gelang van dat advies kunnen besluiten. De heer 't GILDE vindt dat een zeer lan- gen weg. Het is met die steunverleening hier eigenlijk een lijdensweg. Wanneer men ziet, dat hier, ondanks de benarde omstandigheden waarin een deel der arbeidende klasse ver- keert, de steuhverleening kalm weg werd stop gezet, terwijl men ziet dat die in kleine dorpjes in de omgeving het geheele jaar door in tact bleef, dan moet men toch beseffen, dat dit voor de betrokken arbeiders een ge- gronde reden tot diepgaande ergemis is. Hij zou daarom wenschen, dat in deze vergade ring werd uitgemaakt, dat de steunverleening weer in werking zal treden. Het is toch niet dat er nu gisteren pas een adres is ingeko men, aangezien er een tyd geleden al een desbetreffend adres is ingekomen van de modeme anbeidersorganisatie. Als men het nu weer gaat verwijzen naar de commissie, wordt dat een te langen weg, dan gaan er weken by weken overheen, terwyl er thans reeds menschen zijn die het hard noodig hebben. De heer C. HAMBLINK kan zich met de strekking van het oog van den heer 't Gilde vereenigen. Hy kan er in komen, dat de oude raad op 27 Augustus 1.1. het besluit nam om een beslissing over het adres van den plaat- selijken raad der S.D.A.P. en den Axelschen Besturenbond, tot het wederinvoeren van de steunregeling te verwijzen naar den nieuwen raad, maar hij moet het ook wel eigenaardig noemen, dat dit adres thans nog niet op de agenda voorkomt ter afdoening, en dat in dezen tyd van enorme werkloosheid, waar- door de nood de gezinnen der betrokkenen der mate teistert, dat him toestand dien van wanhoop nabij komt, als gevolg van de om- standigheid, dat de steunverleening eenige maanden geleden botweg is stop gezet. Hij vindt ook, dat het hiermede een ware lijdens weg wordt. Zooals hij reeds zeide: het laat zich plaatsen, dat de oude raad in zyn laat- ste vergadering besloot, de beslissing te laten aan den nieuwen raad; maar het laat zich niet plaatsen, dat er nu eerst weer een keer of drie door den nieuwen raad moet vergaderd worden eer dat verzoek xan worden afge- werkt. Hij zou daarom die stukken niet meer wil len stellen in handen der commissie, doch de verzoeken in deze raadszitting afhandeleh. Men moet de werkloozen geen „stukken" geven, waaraan ze niets hebben, doch centen. Spreker is het eens met den inhoud van het adres. Als de arbeiders geen ondersteuning krijgen, kunnen ze ook niets uitgeven en blijft de middenstand ook zonder inkomsten. Door bestendiging van den bestaanden toe stand kan men het economised leven in de gemeente niet gezonder maken. Hij noemt het een plidht der overheid, om ten spoedigste te voldoen aan het verzoek van den plaatse- lljken raad der S.D.A.P. en den Axelschen Besturenbond om een eind te maken aan den bestaanden wantoestand, die door stopzetting der steunverleening is ontstaan. Hij wijst op de gemeente Hoek, waar in tegenstelling met deze gemeente, de steunverleening niet onder- broken heeft gefunctionneerd. En toch heb ben hier ook voortdurend tientallen zonder werk geloopen. De heer SEGHERS spreekt de hoop uit, dat er hier een meerderheid zal gevonden worden om in de toekomst een steunregeling in te voeren, zooals deze wordt gevraagd door de R.K. Werkliedenvereeniging, die zeker velen zal bevredigen, maar zou ook direct willen in- werking stellen de tot hiertoe hier gewerxt hebbende regeling. De VOORZITTER betoogt, dat het onjuist is, het te willen voorstellen alsof de steun verleening zonder meer is stopgezet, alsof er geen vuiltje aan de lucht was. De steunver leening is in werking gebleven tot de daar- voor ingestelde commissie van oordeel was dat zij niet meer noodig was en Burgemeester en Wethouders in dien geest adviseerde, welk college daarop besloot de steunuitkeering op te schorten. In de commissie is echter de af- spraak gemaakt, dat spreker, als voorzitter, het tijdstip daartoe gekomen achtte, terwijl daaraan werd vastgeknoopt dat de leden, in- dien de voorzitter niet tot samenroepen was overgegaan en een of meer leden van oordeel waren dat het tijdstip om weer uit te keeren gekomen was, zij den voorzitter zouden wear schuwen. Nu heeft spreker in de vergadering van 1 September medegedeeld, dat hij de commis sie zou samenroepen zoodra deze weer com- pleet was. Dat zal heden het geval worden, zoodat hij dan nog in deze week de commis sie ter vergadering zal oproepen, die dan haar advies zal uitbrengen. Hij zou het zeer on- voorzichtig noemen, indien de gemeenteraad thans een beslissing zou nemen, met uitscha- keling der commissie. De heer 't GILDE merkt op, dat de ge meenteraad in elk geval toch een beslissing moet nemen, want zonder goedkeuring van den gemeenteraad kan de commissie niet werken. De VOORZITTER betoogt, dat de heer 't Gilde zich vergist; er is op de begroofing een post uitgetrokken voor uitkeering aan werkloozen. Indien Burgemeester en Wethou ders van oordeel zijn, -dat het tijdstip is aan- gebroken om uitkeering te geven, kan dit college daartoe besluiten en aan de beschik- bare gelden die bestemming geven. Zoolang het beschikbare bedrag niet verbruikt is, is de medewerking van den gemeenteraad niet noodig. De heer 't GILDE acht, dat de omstandig heden van dien aard geworden zyn, dat het in het belong der geheele gemeenschap is, de steunverleening weer van kracht te doen worden. Het is volkomen juist, dat het van algemeen belang is, dat de arbeidende klasse haar koopkracht behoudt. Hij merkt echter op, dat niet Burgemeester en Wethoudets hierover hebben te beslissen, want dat is niet de hoogste macht in de gemeente, doch de gemeenteraad. De VOORZITTER geeft den heer't Gilde te kennen, dat hij er niet omheen moet draaien; het geld is ter beschikking van Burgemees ter en Wethouders gesteld. Dit is een uitvoe- rend college en besohikt over die middelen zoodra het zulks noodig oordeelt. De heer C. HAMELINK: Indien ik het dus goed heb verstaan, was afgesproken, dat de leden der commissie u zouden waarschu- wen, zoodra zij meenden dat het noodig was om weer met de uitkeering te beginnen? De VOORZITTER: Ik zou de leden op roepen, zoodra ik dat noodig achtte, doch wanneer de leden meenden, dat ik daarmede te lang wachtte, zouden zij mij waarschuwen. En, waar nu de heeren hier zeggen, dat de nood bij velen al zoo hoog is, moet het dan toch verwondering baren, dat geen der leden van de commissie, die verschillende catego- rien vertegenwoordigen, bij spreker is ge komen om hem dat te vertellen. De heer C. HAMELINK: Hieruit blijkt, dat u meer vertrouwen hebt gesteld in de leden der commissie, dan in de mededeelingen in de adressen. Ik meen echter, dat de werk loozen die in nood verkeeren niet de dupe mogen worden van de meening van de leden der commissie; die mogen daaraan niet wor den opgeofferd. De VOORZITTER: Ik moet er tegen op komen, indien men het hier zou willen doen voorkomen, alsof niet voldoende aandacht werd geschonken aan het vraagstuk der werkloosheid. Ik laat my iederen dag door den correspondent der Arbeidsbemiddeling inlichten over het aantal personen dat zich werkloos heeft gemeld. En toen het adres van de modeme georganiseerden kwam, was er juist een vraag van de fabriek gekomen om werkkrachten. Zaterdag j.l. stonden slechts 23 personen werkloos ingeschreven. De heer C. HAMELINK: Er zyn er ook meer geweest. De VOORZITTER: Maar ook minder. De heer C. HAMELINK Wijst er op, dat het wel schijnt, dat, nu het rijk de werkloo- zenkassen in de gdlegenheid heeft gesteld wat langer uit te keeren, daarop van wege de gemeentebesturen gesteund wordt en men nu van de veronderstelling uitgaat, dat die werk loozen maar eerst hun eigen kassen moeten uitputten, eer men tot het verleenen van steun overgaat. Hij meent, dat men in dezen geen kiekeboe moet spelen, doch zich er voor of er tegen moet verklaren. Met gewone liefdes- betuigingen komt men niet verder, daar schieten de menschen voor geen cent mee op, en men behoort nu eens te beginnen met het verleenen van daadwerkelyken steun, waarbij de georganiseerden in de eerste plants ge- holpen dienen te worden. De georganiseer den toch, moeten een flinken duit in 't zakje doen, om hunne reglementaire uitkeering te kunnen verwerven. Hier in Axel heeft men echter het feit gezien, dat die georganiseer den bij ongeorganiseerden by de werkver schaffing werden achtergesteld, en dat zij niet genomen werden alvorens hun werkloo- zenkas geheel geplunderd was. Hij acht dit een zeer verkeerde toestand en meent, dat de menschen die blijk hebben gegeven zelf heel wat te willen opofferen voor verbetering ban ner positie in kommervollen tijd, voorrang behoorden te hebben op hen die deze voorzorg niet nemen, doch die zorg geheel aan anderen overlaten. Het ging hier den vorigen winter echter zoo, dat zij die begrepen hebben, dat ze ook voor zichzelf moeten zorgen, op een houtje konden bijten, met voortrekken der zorgelooze ongeorganiseerden. Spreker stelt er met het oog op dit alles veel prijs op, dat er in deze vergadering een beslissing zal worden genomen, omtrent het adres der heeren De Kort en Tieleman en der S.D.A.P. plaatselijke raad en dat aan de com missie voor steunverleening een opdraciht zal worden gegeven om met de uitkeeringen te beginnen, doch dat. niet zal worden afgewacht het advies van de commissie. Hij wensoht, dat de leden van den raad aan den wantoe stand een eind zullen maken. De heer SEGHERS wijst er op, dat ds voorzitter te kennen gaf, dat hij met het be- leggen eener vergadering heeft gewacht, tot de commissie voltallig was. Maar, vraagt hij, die was toch voltallig? Laat staan dan, dat later de heer Van de Bilt heeft bedankt, maar die was toch lid en had dus ook kunnen op- geroepen worden. De VOORZITTER: Die heeft zich terug- getrokken, omdat hij inmiddels wethouder geworden is. Bovendien was, zooals ik reeds aanstipte, het aantal werkloozen verminderd tot 23. De heer SEGHERS meent, dat er toch al te veel tijd is verloopen, sinds de toezegging tot het bijeenroepen eener vergadering der commissie; er kan nu weer iemand bedanken. Hij is daarom ook v66r een beslissing. De VOORZITTER moet ontraden om de voor de behandeling der zaken normale werk- Wijze te verlaten, en die is, om het adres te stellen in handen van Burgemeester en Wet houders, die dit dan weer zullen stellen in handen der commissie en wanneer deze noodig oordeelt, dat met de uitkeeringen wordt aan- gevangen zullen Burgemeester en Wethouders ook in dien geest een besluit nemen. De heer SEGHERS is v66r afdoend werk. De heer DE RUIJTER vermeent uit de be- sprekingen te kunnen afleiden, dat, wanneer het advies der commissie zou zyn om met i uitkeeringen te beginnen, zulks direct kan geschieden, aangezien er geld voor in kas is. De VOORZITTER bevestigt dit; wanneer de nood aan den man komt, kan direct met uitkeering worden begonnen. Het is vol- strekt niet de bedoeling van Burgemeester en Wethouders om de zaak te rekken. Indien de commissie zou oordeelen, dat het noodig is, kan zij er terstond geld voor krijgen. Het is trouwens nog niet voorgekomen, dat, wan neer de nood aan den man kwam Burge meester en Wethouders achterwege zijn ge bleven met het nemen van de noodige maat regelen en de raad heeft steeds het noodige crediet beschikbaar gesteld of verhoogd, als dat noodig bleek. Hij verwacht, dat dit ook nu weer het geval zal zijn. De heer OGGEL bevestigt ook, dat, zoo noodig, direct met de uitkeering kan worden begonnen. De VOORZITTER herhaalt, dat hij, zoodra de commissie voltallig is deze zal bijeenroe pen en dat naar haar advies zal worden ge- handeld. Ook hebben Burgemeester en Wet houders nog werk in petto voor werkver schaffing. De heer C. HAMELINK wyst op de onjuiste stelling, dat het verzoek pas gisteren is inge komen; er was reeds voor lang een verzoek. het Groote Kleedingmagazijn voor is wederom het Rijke keus, Schoonste snede Zuivelbrug 7 - GENT. Er is maar 66n ingang, die is juist a. d. Brug. (Ingez. Med.) De VOORZITTER: Maar aan de orde was alleen het verzoek van de R. K. Werklieden vereeniging. De heer C. HAMELINK: Maar u hebt toch toegestaan, dat ook het andere adres bespro ken werd, dat, omtrent de materie der zaak, toch hetzelfde beoogt. Het gaat bij mij niet over dit of dat adres, doch ik wil er de aan dacht op vestigen, dat de kwestie der steun verleening door een voor enkele weken inge komen adres reeds aan de orde is gekomen en dat thans op dat verzoek ook nog geen voorstel aanhangig is gemaakt. Ik zou de steunverleening nu direct willen doen func- tionneeren. De heer 't GILDE onderschrijft de woor- den van den heer C. Hamelink geheel en al; indien een voorstel gedaan wordt om ter stond te beginnen, krijgt dat zijn steun. De VOORZITTER acht dat in strijd met den normalen gang van zaken. De heer C. HAMELINK stelt voor, de steunverleening (terstond in te voeren. De heeren 't GILDE en SEGHERS steunen dat voorstel. De heer VAN BENDEGEM meent, dat het water by de menschen nog niet zoo aan de lippen is gekomen als men hier wel wil doen voorkomen; men ziet hier en daar wel groepjes tegen de dijken liggen luieren, ter wijl er op 't land toch wel achtergebleven aardappelen te rapen zijn, die toch ook te gelde kunnen worden gemaakt. (Stem op de tribune): Daar mag je niet aankomen! De VOORZITTER waarschuwt het publiek zich van inmenging in de besprekingen te onthouden. De heer DIELEMAN wil hiervan niet veel zeggen, maar meent toch, dat de wyze van optreden der heeren toch wel wat te voor- barig lijkt. De oude raad heeft steeds goed voor leniging van den nood der werkloozen gezorgd en hij twijfelt er niet aan, of dat zal ook de nieuwe raad doen. De commissie is nu sinds 4 jaren werkzaam. Vroeger trad zij alleen op in de maanden December en Ja- nuari. In dit jaar was het reeds Januari. Wel- licht zal zy hare werkzaamheden thans vroe ger in den winter moeten aanvangen. In de laatste vergadering der commissie is wel de- gelijk afgesproken, toen in verband met de zomermaanden de steunverleening werd stop gezet, dat, zoodra de commissie dacht dat het noodig was, weer zou worden begonnen. Hij acht het daarom ook regelmatig, dat eerst advies der commissie wordt ingewonnen. De steunverleening kan zoo spoedig mogelyk aanvangen. Men behoeft hier daarover niet zooveel groote woorden te gebruiken. De com missie en de raad hebben tot hiertoe gehol- pen, hij hoopt, dat dit ook in de toekomst zal geschieden. De commissie zal zeker het hare doen, om te trachten den grootsten nood te lenigen. Hij zal daarom zijn stem geven aan het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Er wordt thans ook gevraagd om een nieuwe regeling. Mogelijk zal hij daaraan ook zijn stem kunnen geven, al zullen daaraan ook wel bezwaren verbonden zijn. Daarover valt echter te praten. Een feit is het, dat de bestaande regeling tot veler genoegen heeft gewerkt; hij zou deze dus thans willen hand- haven, om daarna te zien, of deze verbeterd kan worden. Hij wenscht echter eerst den ge wonen weg te volgen, dat is: om de verzoe ken eerst te stellen in handen der commissie voor de steunverleening. Deze bestaat uit menschen van allerlei richting en stand en vertegenwoordigers der verschillende bon- den. Men moet ook wel bedenken, dat aan elke regeling fouten zullen kleven, of men dit in den eenen of in een anderen vorm doet. De heer C. HAMELINK wenscht hierop nog wat te zeggen. De VOORZITTER wijst er op, dat volgens het reglement van orde de leden over het zelfde onderwerp tweemaal het woord mo gen voeren. De heer Hamelink is nu wel al driemaal aan 't woord geweest. De heer C. HAMELINK merkt op, dat de Voorzitter, nadat hij spreker's voorstel reeds in temming wilde brengen, nog het woord heeft verleend aan den heer Dieleman, die tot dat oogenblik nog niet had gesproken en nu met nieuwe argumenten aankomt, waarop spreker dan geen gelegenheid meer krijgt te antwoorden. De VOORZITTER meent zich toch aan de vastgestelde regeling te moeten houden. Als niemand der andere leden hierover nog het woord wenscht, zal hij het voorstel van den heer C. Hamelink, gesteund door de heeren 't Gilde, Ortelee en Seghers, in stemming brengen. Het voorstel wordt verworpen met 7 tegen 5 stemmen. Voor stemmen de heeren 't Gilde, A. Hame link, C. Hamelink, Ortelde en Seghers; tegen stemmen de heeren Oggel, De Ruijter, Van Bendegem, Van de Bilt, Dieleman, J. de Feijter en I. de Feijter. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt hierna beschouwd als met alge- meene stemmen te zijn aangenomen. g. Een adres van den volgenden inhoud: Ondergeteekenden, respectievelijk voorzit ter en secretaris der Axelsche Bestuurders- bond, geven met verschuldigden eerbied te kennen dat de Axelsche Bestuurdersbond, die thans reeds 320 leden telt nog steeds is vertegen- woordigd door slechts een man in de commis sie van advies voor werkverschaffing en steunverleening, terwijl de christelijke be stuurdersbond, die numeriek toch belangrijk minder is, door 2 man is vertegenwoordigd dat zij op grond hiervan Uwen raad beleefd doch dringend verzoeken aan dezen wantoe stand ten spoedigste een einde te willen ma ken, door nog een onzer in de commissie te benoemen. h. Naar aanleiding van de vragen van den beer C. Hamelink, luidende: 1. Is het aan het college bekend, dat de plaatsing en aanwerving van arbeids- krachten over de arbeidsbeurs soms op willekeurige en ook wel zeer onbillijke wyze geschiedt, en zoo ja, 2. is UW College dan niet van meening dat zulks ontoelaatbaar moet worden geacht en bereid daaraan voor goed een einde te maken deelen Burgemeester en Wethouders mede, dat het hun niet bekend is dat de plaatsing en aanwerving van arbeidskrachten over de arbeidsbeurs soms op willekeurige of onbil lijke wijze geschiedt. Wel weet het college dat wanneer een aan- vrage inkomt, met inachtneming van de ge- uite wenschen van werkgevers, deze zoo serieus mogelijk wordt behandeld. De heer C. HAMELINK zat te wachten op het sein van den voorzitter, of iemand iets had te zeggen naar aanleiding van het adres van den Besturenibond, doch die gelegenheid is niet gegeven. De VOORZITTER heeft dit met opzet niet gedaan, omdat straks bij het desbetreffend punt der agenda de raad met dit schrijven rekening kan houden. De heer C. HAMELINK kan daarmede ac- coord gaan. Hij zal zich dan bepalen tot het antwoord op zijn vragen. Toen hij die stelde, was een regen van klachten bij hem inge komen. Hij heeft omtrent verschillende van die klachten met medewerking van den voor zitter een onderzoek ingesteld. Bij dat on- derzoek bleek, dat sommige klachten juist waren, andere niet. Hij is naar aanleiding van die ervaring verrast geworden door het antwoord van Bur gemeester en Wethouders en moet bijna be- twyfelen, of wel een emstig onderzoek is in gesteld. Er waren toch klachten van zeer emstigen aard. Hij heeft het genoegen gehad verschillende daarvan met medewerking van den voorzitter op te lossen, maar moet er toch op wijzen, dat het voor hem toch niet mogelijk is om alles na te gaan. Het ge- meentebestuur heeft voor het behandelen van die zaak ambtenaren; die behooren daarvoor goed te worden betaald, doch zij moeten daarentegen (hunne diensten naar behooren verrichten. In verband met bekende feiten had spreker van Burgemeester en Wethouders een loyaal antwoord verwacht, maar geen ontkenning dat het hun bekend is, dat zich onjuiste be handeling van weikloozen hebben voorge- daan. Spreker heeft zich bij het lezen van dit antwoord moeten afvragen, of dan al de daarop wijzende feiten, die bij zijn onderzoek zijn geibleken onjuist waren, Hy deelt mede, dat er op 28 Juli 1.1. voor de fabriek te Sluis- kil werkkrachten zijn aangenomen waaronder niet-werkloozen, terwijl er toch op de lijst der modeme organisatie alleen nog 30 werklooze leden te boek stonden. Er zijn toen verschil lende werkkrachten voor de fabriek aange- wezen, waaronder meerderen die zich niet als werkloos hadden aangemeld. Daaruit blijkt dan toch van een onjuiste behandeling der zaak door den correspondent der arbeidsbe middeling. Naar aanleiding daarvan moet spreker betwijfelen of Burgemeester en Wet houders een emstig onderzoek hebben inge steld. De VOORZITTER merkt op, dat de be zwaren gaan tegen het te werk stellen van personeel voor de fabriek te Sluiskil. Hij deelt mede, dat het herhaalde malen is voor gekomen, dat hem nog des avonds na bezetten tyd wordt getelefoneerd, dat er des morgens een bepaald aantal werklieden noodig is. Dat moet dan met spoed behandeld worden en hij tracht dat met het personeel der secretarie uit de gegevens van den correspondent der arbeidsbemiddeling, die dan dikwijls afwezig is de namen op te diepen van de werklieden die beschikbaar zyn. Er wordt zoo goed mogelijk gezocht, en indien er dan wel eens een abuis wordt gemaakt, geschiedt dat niet door Visser, maar door spreker. Het kan wel wezen, dat dan daarvan eens een werklooze de dupe wordt, maar er kan dan toch niet anders gehandeld worden. Er moet worden gezorgd, dat de fabriek tijdig zijn menschen krijgt. Het schijnt niet mogelyk dat z66 voor elkaar te krijgen, dat daarbij alles precies in de puntjes gaat. Spreker is al blij, als er zoo'n aanvraag komt, en onder de omstandig heden waaronder dan aan de aanvraag moet worden voldaan moet men werkelyk niet zoo nauw letten en behoort wel eens wat door de vingers te worden gezien. Het antwoord van Burgemeester en Wethouders is in het kort gegeven, en dan is het inderdaad juist, dat bij Burgemeester en Wethouders geen em- stige klachten omtrent de behandeling der zaken door den correspondent der arbeids bemiddeling bekend zijn. De heer OGGEL wijst er op, dat de vragen in het algemeen zijn gesteld en dat deze daar om ook in het algemeen zijn beantwoord. Indien de heer Hamelink bepaalde feiten had genoemd, hadden Burgemeester en Wethou ders naar die feiten een onderzoek kunnen instellen. De VOORZITTER: Ja, wanneer u werke- lijk positieve klachten hebt, deel ze ons dan mee, dan kunnen we die onderzoeken. De heer C. HAMELINK geeft te kennen, dat het aan bezwaar onderhevig is namen te noemen, wegens de bezwaren die daaruit voor de betrokkenen kunnen voortvloeien. Het blijft echter een feit, dat voor te werkstelling aan de fabriek sommigen uit ander werk zijn gehaald, terwijl anderen die werkloos zijn regelmatig worden gepasseerd. Dat gaat toch de aandacht trekken. De VOORZITTER stelt zich steeds beschik baar om menschen die klachten hebben ge- hoor te verleenen en zal er ook voor zorgen, dat, indien hun klachten gegrond zijn, dat hun reciht gedaan wordt. De heer C. HAMELINK stelt zich op het standpunt dat de administratie van den cor respondent der arbeidsbemiddeling zoo goed in orde moet zijn, dat, al was het half nacht, daaruit behoort te kunnen worden gezien, wie al of niet werkloos zijn. Op 6 Augustus 1.1. kwam het voor, dat 8 niet-werkloozen werden aangewezen, terwyl ook weer personen war den gepasseerd, die op 28 Juli gepasseerd waren. Daaruit blijkt toch, dat het gemeen- telijk apparaat niet goed werkt, ook acht hij het niet juist, dat de correspondent aan iemand toevoegt: „jij komt niet meer op de fabriek voor je brutaal gezicht!" Dat is grievend voor de menschen. Spreker heeft geen namen genoemd, doch wil die wel aan den voorzitter persoonlijk meedeelen. Hij: stipt voorts nog aan het aantal werkloozen inge schreven bij den modemen bond, na verschil lende te werkstellingen bij de fabriek, waarbij personen werden aangewezen, die werk had den. Op 6 Augustus was dit met 8 het geval, waarvan 1 nog zeide: „hoe komen ze er bij, ze we ten toch dat ik werk heb?" De VOORZITTER: Zet u de feiten en namen zwart op wit en dan ben ik bereid tot het instellen van een onderzoek en tegemoet te komen aan de rechtmatig blijkende grie- ven. Burgemeester en Wethouders stellen er prijs op, dat de zaak serieus wordt uitge- voerd. De heer C. HAMELINK merkt op, dat, als iemand op die wijze broodeloos wordt ge maakt, het niet verwonderen moet, dat hij wat uit den toon valt, want dan wordt hy door die ervaring ook redeloos. De heer OGGEL wijst er op, dat het toch ook kan voorkomen, dat een werkgever be zwaar heeft een bepaald per soon aan te nemen en daarvoor ook reden zijn. Men moet de zaak van beide kanten kunnen beschou- wen. De heer VAN BENDEGEM is overtuigd, dat de heer C. Hamelink zich voor een onder zoek van de door hem gesignaleerde feiten niet heeft vervoegd bij den correspondent der arbeidsbemiddeling. Hij heeft naar aanleiding der vragen eens met den correspondent ge sproken en heeft daarbij de overtuiging ge- kregen, dat deze steeds naar recht de zaken heeft behandeld. Deze behoort ook rekening te houden met de wenschen der werkgevers. Men kan hun b.v. geen timmerman zenden voor het rooien van aardappelen. De heer ORTELEE kan niet met de woor den van den heer Van Bendegem, dat de correspondent steeds naar recht de zaken be- handelt, instemmen. Hy kan in dit opzicht van persoonlijke ervaring spreken. Ook spre ker werd dezer dagen werkloos en kwam voor de eerste maal bij den correspondent. Hij kreeg direct werk, terwijl er toch achter hem stonden, die reeds dagen achtereen werk loos waren. De correspondent moet hem niet door de vingers zien omdat hij hier aan den raad is toegevoegd of omdat hij in de Lange Noordstraat woont. Hij had niet het recht om aan spreker terstond werk te geven, met voorbijgaan van anderen. Hij zeide tot spre ker: ,,Je kunt gaan naardoch zeg het tegen niemand." De VOORZITTER vindt het jammer dat, wanneer men kennis neemt van verkeerde feiten of toestanden, men daarmede niet komt naar het hoofd der gemeente. Indien de burgemeester niet van. die feiten op de hoogte is kan hij die met den betrokken ambtenaar niet in orde brengen, wanneer blijkt, dat deze zijn boekje is te buiten ge- gaan. Als men er mededeeling van doet kan hij direct optreden. De heer C. HAMELINK merkt op, dat de heer Van Bendegem, uit hetgeen hij daar- even van een papier voorlas wel vooraf ver wacht moet hebben, dat spreker critiek zou uitoefenen op De Visser; hij had diens ver- dediging reeds te voren opgeschreven. Toch moet spreker er op wijzen, dat hij het bij zyn critiek niet heeft over den persoon, doch over den betrokken ambtenaar, wie dit ook zij. Er is hier schuld, wie nu de schuldige is, daarvan trekt h'ij: zich niets aan. Wanneer een ambtenaar zijn werk slordig verricht, moeten daartegen maatregels worden getrof- fen. Is zulks het gevolg van te geringe be- zoldiging, dan moet daarin ook voorzien wor den. Burgemeester en Wethouders dragen de verantwoording en moeten dus uitmaken aan wie, of door welke omstandigheden hier schuld is. Hij wil genoegen nemen met de toezegging van den voorzitter, dat deze maat regelen wil nemen om in de toekomst zulke handelingen te voorkomen. De heer DIELEMAN acht het best moge lijk, dat hier sprake is van vermeende fouten. Men dient van een en ander volledig op de hoogte te zijn. Het is best mogelyk, dat er menschen zijn die voor een dag of drie, vier werk kunnen krygen en dan niet naar den correspondent gaan om te stempelen. Maar het zou toch nog al erg zijn, dat, als er dan werkvolk wordt gevraagd voor de fabriek, die menschen, omdat ze op dat oogenblik juist voor een paar dagen werk hebben, voor plaatsing op de fabriek niet in aanmerking zouden komen. Hy zou dat althans onbillyk vinden. Misschien heeft men, waar het aan- wyzing betrof van menschen die werk had den, wel met zulke gevallen te doen. De VOORZITTER acht het zeer moeilijk en zeer lastig uit te voeren, zonder dat er aanleiding is om aanmerkingen te maken; het is niet altyd met een schaartje te knip- pen. Hy zal everrwel een en ander nader onderzoeken. De heer VAN BENDEGEM spreekt als zijn meening uit, dat men een zaak van weers- zijden moet onderzoeken en dat heeft de heer C. Hamelink niet gedaan. De heer C. HAMELINKIs u by de arbei ders geweest voor uw onderzoek? De heer VAN BENDEGEM: Ik stel ver trouwen in den correspondent der arbeids bemiddeling. De heer C. HAMELINK: En ik in de mededeelingen der arbeiders! De heer 't GILDE merkt op, dat uit de mededeelingen van den voorzitter blijkt, dat de werkwijze van den correspondent toch niet juist is, dat anderen uit de aanteekeningen niet steeds den juisten weg kunnen vinden en zulks aanleiding wordt tot het scheppen van precedenten. Hij zou het daarom gewenscht achten, dat iederen avond ter secretarie een lijst werd achtergelaten van werkloozen, op- dat men zich daar ten alien tyde zal kunnen vergewissen welke personen werkloos zijn. Als de correspondent dagelijks hier zoo'n lijst achterlaat, kan er dan toch geen mis- verstand zijn. Uit een en ander blykt, dat de werkwijze behoort veranderd te worden. De VOORZITTER ziet niet in, dat de werk wijze moet veranderd worden. Als er 's

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 3