INGKZONDEN STUKKEN. UITSLAG VERKOOPINGEN, AANBESTEDINGEN, ENZ. AANLEGPLAATS TE HOEDEKENSKERKE. dezen zgn overeengekomen dat hg voor de gemeente op dat perceel zou bieden tot een bepaalde som. Dit bedrag bleek echter niet toereikend, doch toen heeft de heer Van 't Hoff de woning toch gekocht voor eigen rekening. De kooper heeft toen aan den heer Oggel meegedeeld, dat hij bereid was het perceel alsnog aan de gemeente af te staan voor den- zelfden prijs waarvoor hij het gekocht had, terwijl hij voorts ook bereid was een stukje van het perceel, noodig voor straatverbete- ring, op de ter vergadering vertoonde teeke- ning met rood aangegeven, aan de gemeente te verkoopen. Hij zou dan het perceel afbre- ken en er een winkelhuis bouwen. Aangezien het de bedoeling van Burge- meester en Wethouders alleen was die hin- derlijke bocht te laten vervallen en zulks venkregen wordt met een stukje van het per ceel te koopen, stellen zij voor dat stukje te koopen voor den prijs van 1000, onder voor- waarde dat de verkooper het huis afbreekt en er binnen een jaar een winkelhuis zal stichten. Hij brengt voorts openlijk dank aan den heer Van 't Hoff voor de zeer loyale houding die hij in deze zaak tegenover de gemeente heeft aangenomen. Het voorstel wordt met algemeene stem- men aangenomen. b. Aankoop van het perceel staande te Schapenbout, plaatselijk gemerkt O no. 38. Burgemeester en Wethouders deelen het volgende mede: De woning van Lev. den Deurwaarder op Schapenbout, plaatselijk gemerkt O no. 38, belemmert, zooals alle leden weten, het ver- keer daar ter plaatse zoodanig dat meerma- len van Uwe zijde een opmerking is gemaakt; evenzoo van vele anderen, die daar ter plaatse bekend zijn. Het was ons ook bekend, doch wij hebben hieraan niets steeds de voile aan- dacht geschonken. Thans is met de eigenares van die woning onderhandeld om dit van haar te koopen en daarna te sloopen, waardoor het uitzicht ge- heel vrij zal worden, wat noodzakelijk is. Wat de prijs betreft: deze is zoodanig dat dit geen bezwaar kan zijn. Er is overeenge komen dat zij dit voor 650 aan de gemeente wil verkoopen. Wij stellen voor dit aan te koopen. Wat de overige stukjes grond voor de wo- ningen van de aangrenzende bewoners be treft, stellen wij U voor, niet tot aankoop over te gaan, daar deze personen te veel geld vragen en dan de noodzakelijkheid naar vo- ren kornt om die gedeelten te verharden. Met den aankoop van bovengenoemd per ceel hebben wij reeds al iets belangrijks be- reikt. Bij aankoop van dit perceel stellen wij voor -deze kosten van aankoop etc. uit een geld- leening te dekken. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 5. Openen van een rekening-courant voor de gasfabriek by de gemeente. Door het college van Gedeputeerde Staten zijn, naar Burgemeester en Wethouders meedeelen nadere bepalingen vastgesteld ■omtrent het uitzetten van kasgelden, enz. Hierbij is naar voren gebracht dat een bedryf niet rechtstreeks een rekening-courant over- eenkomst mag hebben met een bank. Dit behoort te geschieden via de gemeentekas. Waar het hun voorkwam, dat dit een om- vangrijke administratie was, hebben zij ge- vraagd goed te keuren, dat op dien grond dit rechtstreeks met een bepaalde bank alsnog kon plaats hebben. Dit kon niet worden ingewilligd, dus rest hun niets anders dan voor te stellen te be- sluiten, dat de gem. gasfabriek een rekening- courant opent bij de gemeente, tegen dezelf- de rentevergoeding, die zij van de banken •ontvangt of moet betalen. Tevens wordt overgelegd een schrijven van Gedeputeerde Staten van Zeeland, luidende als volgt: Naar aanleiding van den ter zyde aange- haalden brief van den Burgemeester Uwer gemeente deelen wij TJ mede, dat op grond van de raadsbesluiten van 20 December 1928 de bedrgven uwer gemeente niet zelfstandig met een bankinstelling in rekening-courant kunnen staan. Immers is in artikel 2 van de in die besluiten vermelde voorwaarden bepaald, dat de opnemingen over de kas van den Ontvanger zullen loopen. De bezwaren in den meer aangehaalden brief vermeld zijn niet zoo zwaarwichtig dat wg onzen eisch, dat de bedrgven niet met een bankinstelling maar uitsluitend met den ge- meente-ontvanger in rekening-courant kun nen staan, kunnen laten varen. Dat het gasbedrijf dagelijks gelden in reke ning-courant zou moeten opnemen of stor- ten komt ons niet waarschijnlijk voor. Ver- der is het niet duidelijk dat het voldoen aan onzen eisch een massa werk zou medebren- gen. Voor het bedrijf toch blijft het geheel geiijk of het met een bankinstelling dan wel met den gemeente-ontvanger in rekening- courant staat. Voor den gemeente-ontvanger bestaan de meerdere werkzaamheden in bet bijhouden van een rekening-courant en het maken van een rente-berekening byv. eens per drie maanden. Ten slotte behoeven er evenmin als tus schen bankinstelling en het bedryf moeilyk- heden over rente-verschillen te rijzen tusschen den gemeente-ontvanger en het bedryf. Indien het gasbedrijf thans nog zelfstandig met een bankinstelling, anders dan met de firma van Heel Co., in rekening-courant staat dient daaraan door Uw College een einde te worden gemaakt. Naar aanleiding hiervan stellen Burgemees ter en Wethouders voor, het volgende besluit te nemen: De Raad der gemeente Axel; gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders om ten behoeve der gemeente- lijke gasfabriek een rekening-courant over- eenkomst met de gemeente te sluiten, daar een dergelijke overeenkomst niet rechtstreeks met het bedryf en een bank tot stand ge bracht kan worden; besluit de gemeente zal met het gemeentelijke gas bedrijf een rekening-courant overeenkomst aangaan, en zulks onder de navolgende be palingen Artikel 1. De gemeente bepaalt de rente voor de saldi in debet en credit en zal geiijk zgn aan de rente, die de bank aan de gemeente vergoedt. Artikel 2. De gemeente-ontvanger zal aan den boek- houder geen gelden uitbetalen, onverschillig of dit geschiedt in mindering van een crediet- saldo, dan wel daardoor een debetsaldo ont- staat, dan op vertoon van een aan hem te overhandigen of toe te zenden schrifteiyk gedagteekende verklaring van den burge meester, die de opneming tot het daarin ge- noemde bedrag goedkeurt. In spoedeischende gevallen kan de betaling op telefonische aanvrage van den boekhouder geschieden, mits met machtiging van den burgemeester, en de schriftelijke aanvrage onmiddellijk wordt nagezonden, vergezeld van dezelfde verklaring, als in het eerste lid van het artikel bedoeld. Artikel 3. De gemeente-ontvanger zal na het eindigen van ieder kwartaal aan de gasfabriek een af- schrift der rekening-courant toezenden. De eventueele zegelkosten zijn voor reke ning van het bedrijf. Artikel 4. Voor het geval te eeniger tijd, tengevolge van eenige wetsbepaling, een of meer van de bepalingen van deze overeenkomst gewijzigd moeten worden, erkennen beide partijen, die wijzigingen stilzwijgend als in deze overeen komst opgenomen, zonder dat zulks de rechts- kracht dezer overeenkomst verzwakt. De heer 't GILDE ziet niet in dat, hoewel de omstandigheden nu eenmaal vereischen dat te dezer zake een andere weg gevolgd zal moeten worden, dat deze zaak aan vor- men en formules zal worden gebonden. In de eerste plaats betreurt hij dat deze zaak niet in de Gascommissie is geweest. Een besluit dat zoozeer de belangen van het gas bedrijf raakt behoort toch zeker eerst en vooral in de Gascommissie grondig te worden onderzocht, temeer omdat wij daar de men- schen uit de praktyk er bij hebben, wat voor al te dezer zake van de grootste beteekenis is. Verschillende opmerkingen en vragen zijn bij hem omtrent deze voorgestelde overeen komst gerezen. Allereerst is daar de moeilijkheid dat het kantoor van den gemeente-ontvanger maar 3 halve dagen per week is geopend, terwyi de gasfabriek toch evenals elke andere zaak iederen dag gelegenheid moet hebben om gel den op te nemen of te storten. Het geld kan moeilijk blijven liggen tot het kantoor van den ontvanger geopend is. Hetzelfde geldt als de Gasfabriek contanten moet hebben. Ook dan is dezelfde weg af te leggen eer het geld er is. De boekhouder moet eerst bij den Burgemeester machtiging vragen, by accoordbevinding geeft de Burge meester een schrifteiyk gedagteekende ver klaring Cn dan eerst zal de ontvanger betalen. De vraag is echter of de ontvanger aan alle aanvragen zal kunnen voldoen, met het oog op het voorradige kasgeld. Tot welke bedragen worden soms door de Gasfabriek niet opgenomen, hetgeen de Bur gemeester wel eens aan den Raad kan mede- deelen, dan weten de raadsleden dat ook eens en zal de moeiiykheid weer temeer in 't oog springen. Als de ontvanger daarop ook nog moet rekenen, ontstaat voor de gemeente nog eens renteverlies. Moet hy daarop niet rekenen, dan zal wel eens stagnatie in de betaling ont- staan, hetgeen niet in het belang der fa- briek is. En als de Burgemeester eens een paar dagen uit de stad is, hoe zal het dan gaan? Moeten dan de betalingen maar uitgesteld worden. Dit voorstel is een gewrocht van moeilyk- heden die wg onnoodig gaan scheppen. M.i. kan wel een betere en eenvoudiger wyze van werken worden gevolgd, byv. een regeling, waarbg de ontvanger en de boekhouder tegen eenvoudige kwitantie geldzaken kunnen ver- richten tot een vast te stellen maximum b.v. Dat dan een bepaling worde gemaakt waarin bg overschryding van dat maximum machti ging van den Burgemeester vereischt worde. Beide ambtenaren hebben toch zekerheid ge- steld. Kan de Burgemeester ook steeds behoor- lyk controleeren of geld noodig is? Dat zal wel buitengesloten zijn, daar onmogelijk alles is na te gaan, vooral niet bg dingen waar men niet in zit. Men moet niet noodeloos bepalingen gaan maken waardoor het op den duur misloopt. Hoe minder ambtelgike sleur en rompslomp des te beter voor een bedrijf. Men moet alles niet in een keurslyf van bepalingen en voor- sdhriften wikkelen. Gaame had ik een nadere toelichting van de bedoelde regeling voor spoedeischende ge vallen. Wil de voorzitter daar eens een goede toelichting van geven. Art. 3 bepaalt, dat de gemeente-ontvanger na ieder kwartaal een af- schrift zal zenden aan de gasfabriek, b.v. eind Maart, Juni, September en December. Moet daarbij, dan geen renterekening worden over gelegd Het is Burgemeester en Wethouders toch wel van den laatsten tijd en reeds langer be kend, dat men in de gascommissie en aan de gasfabriek maar geen genoegen neemt met oncontroleerbare cgfers. Verder wordt nog gewag gemaakt van zegelkosten dat die voor rekening van het bedryf zijn. Zijn dan de stortingen en opname van een gemeentebedrijf bij den gemeente- ontvanger dan niet vry van zegel? De VOORZITTER: Er wordt ook slechts gesproken van eventueele" zegelkosten. Het kan voorkomen dat in een bepaald geval zegelkosten moeten worden betaald. De heer 't GILDE: Ook art. 4 mag m.i. zoo niet worden geformuleerd, omdat op de daarin voorgestelde manier personen zouden worden gedupeerd door iets waarvan zij niets afweten. Als door wetsbepalingen bepalingen der over eenkomst moeten gewyzigd worden dan be hoort dit door het college te geschieden, dat deze verordening opstelde en dient behoorlyk kennis aan de betrokken personen te worden gegeven. Deze regeling staat mij niet aan omdat zij aanleiding geeft en schept tot ambtenarij en door den wil van Gedeputeerde Staten zou de gemeente en het gasbedrijf maar schade door renteverlies moeten lijden. Last en schade anders hebben wg er niet van! Ook zal de ontvanger er -zijn administratie nog door moeten uiibbreiden. De valutadagen worden in het concept niet geregeld, het zal m.i. wel noodig zyn hiervoor een behoorlyke regeling te maken. Alles bij elkander zou ik willen voorstellen dit voorstel terug te zenden aan Burgemees ter en Wethouders en ook en vooral de Gas commissie om nader te worden bezien. De VOORZITTER geeft te kennen, dat Burgemeester en Wethouders al die groote bezwaren die de heer 't Gilde aanvoert niet kunnen ondersehryven. Dat deze kwestie niet in de Gascommissie is behandeld vindt daarin zgn oorzaak, dat het in den laatsten tijd zeer moeilijk was deze bgeen te krijgen en op de uitgeschreven vergaderingen geen voor het houden eener vergadering voldoend aantal leden opkwam. Daaraan vdel niets te doen, evenals aan de omstandigheid dat het ambtenarenreglement voor deze vergadering niet meer aan de orde kon worden gesteld. Deze kwestie is al enkele weken hangende en ondertusschen staat er een groot bedrag renteloos op de girorekening. Burgemeester en Wethouders zouden gaame hebben gezien, dat er voor de gasfabriek rechtstreeks een rekening-courant bg de Bank van Nederland- sche gemeenten kon worden genomen, maar aangezien Gedeputeerde Staten daarmede geen genoegen nemen kan het niet anders, dan dat de gemeente zelf voor de gasfabriek een rekening-courant opent. Bovendien kun nen Burgemeester en Wethouders den heer 't Gilde niet toegeven, dat het gevolg van deze regeling zou zijn een vermeerdering van ambtelyke sleur en rompslomp. Het is naar het oordeel van spreker precies hetzelfde, of de boekhouder der gasfabriek geld zou moeten brengen of halen op een particuliere bank, dan wel bij den gemeente-ontvanger. Hy moet daarvoor evengoed een schriftelijke verkla ring van den burgemeester hebben. De vrees van den heer 't Gilde, dat de zaken zouden i kunnen hokken, als de burgemeester afwezig was, behoeft niet te bestaan. De „burgemees- ter" is steeds in de gemeente aanwezig en te bereiken. Indien spreker, al is het ook maar voor e6n uur, buiten de gemeente gaat, is zijn plaatsvervanger daar om zoo noodig op te treden. Ook de omstandigheid, dat de ontvanger maar 3 halve dagen per week zitting houdt, behoeft geen bezwaar te zijn. Indien het in j een vooruitgaande gemeente als Axel noodig zou blijken dat de gemeente-ontvanger meer dagen zitting houdt behoeft de gemeenterand het besluit daartoe maar te nemen, en dan gebeurt het. Toen aan Burgemeester en Wethouders bleek, dat een andere oplossing niet mogelijk was, hebben zij na rijp overleg besloten dit voorstel te doen, omdat zij het een bezwaar achten, dat een groot bedrag zoo lang rente loos ligt en om dat door het nemen van dit besluit te ondervangen. De heer CLABSSENS verklaart zich op hetzelfde standpunt te stellen als de heer t Gilde; hij heeft bezwaar tegen het voorstel en zou dit geregeld wenschen te zien los van den gemeente-ontvanger, die ook maar 3 halve dagen per week zitting houdt. De VOORZITTER acht dit niet zoo'n groot bezwaar, maar als de raad dat wel moest meenen is dat, zooals hg reeds aangaf, te ondervangen wanneer men wil. Hij is trou- wens wel van den gang der zaken bij) de gas fabriek, voor wat de uitgaven betreft, op de boogte, die komen dagelgksch onder zijn oogen, in verband met de daarvoor te teeke- nen machtigingen. Het zal geen meerdere bezwaren ondervinden indien de gelden via den gemeente-ontvanger moeten gaan dan bij een andere bank. De heer't GILDE heeft de zaak ook met de mensohen die het in deze weten kunnen be- sproken en het blijft bg hem een grief, dat dit niet iby de Gascommissie is aanhangig ge maakt. Deze streeft naar vereenvoudiging. De VOORZITTER: Wij ook. De heer 't GILDE: Het geld moet nu maar steeds van de een naar den ander. De heer KRUIJSSE: Dat zou toch ook zoo zijn bij een particuliere bank? De heer 't GILDE: Waarom kan dan niet bepaald worden, dat de boekhouder niet meer dan een bepaald bedrag, b.v. f 4000 dn kas mag houden? Dan kan hij voort en zal niet gestadig kasgeld moeten opnemen, en voor betalingen in moeiliijlkheden kunnen komen. De VOORZITTER ontkent, dat er moei- lijkheden behoeven te rijzen. Indien het be talingen van eenige beteekenis betreft, weet de boekhouder toch altijd zeker twee, drie, tot vijf dagen te voren wanneer hg betalen moet en heeft dus voldoende gelegenheid om via den burgemeester tijdig kasgeld aan te vragen. Met den gemeente-ontvanger gaat het toch precies evenzoo? Die moet toch ook wel eens bedragen betalen die zijn kasgeld te boven gaan? Het is volstrekt niet de bedoe ling van Burgemeester en Wethouders moei- lijkheden te scheppen, maar wel om deze te ondervangen. Zij streven er juist naar, hierin zoo min mogelijk ambtenarg of moeilgkheden te brengen. Hg herinnert nog, dat, toen Burgemeester en wethouders indertgd voorstelden voor de gemeente een rekening-courant te openen bg de Bank van Nederlandsche gemeenten de heer 't Gilde ongeveer precies hetzelfde heeft gezegd, hg noemde dat toen ook allemaal ambtenarg. Maarhoe dankbaar is men thans niet dat indertijd dat besluit geno men is! De heer P. DE FEIJTER verklaart zich te kunnen aansluiten bij het voorstel van Bur gemeester en Wethouders. Hg begrijpt den heer 't Gilde niet, want men heeft nu toch van den voorzitter gehoord, dat de oorzaak dat dit punt niet bg de Gascommissie werd behandeld, is gelegen in de omstandigheid dat de heeren niet ter vergadering kwamen. En toch is dat hun plicht, want indien ze dan heelemaal geen tijd hebben, moeten ze geen lid van zoo'n college willen zgn. Dat wegblg- ven van de vergaderingen mag ten slotte niet gaan ten koste van het gasbedrijf. De heer CLAESSENS is het met die opvat- ting niet eens; de leden van de Gascommis sie kunnen toch niet een geheel jaar in Axel blgven om tegenwoordig te zgn indien er eens een enkele maal een vergadering gehoude* wordt. De VOORZITTER geeft als zijn meening te kennen dat leden van een of ander college bepaald bijzondere reden moet hebben om van een uitgeschreven vergadering weg te blgven en dat zij anders verplicht zgn ter vergade ring te komen. Hg wgst er op, dat het voor stel in het belang der gasfabriek is, omdat het gewenscht is het groote bedrag dat op de giro staat zoo spoedig mogelijk rente- gevend te maken. Overigens wgst hij er op, dat Burgemeester en Wethouders aansprake- lgk zgn voor het financieel beheer en voor hun voorstel. De Gascommissie is ten slotte geen uitvoerend lichaam, doch alleen een commissie van advies. De heer 't GILDE: Anders wordt alles toch eerst bg de Gascommissie behandeld. De VOORZITTER: Niet alles. De heer 't GILDE: Het is de gewone gang van zaken en dat de vergaderingen der Gas commissie niet kunnen doorgaan is niet zijn schuld, hg vermeent nog nimmer van een uit geschreven vergadering te zijn weggebleven. De heer OGGEL merkt naar aanleiding van het betoog van den heer 't Gilde op, dat de oplossing dezer kwestie niet een uitvinding is van Burgemeester en Wethouders, aangezien die liever zouden hebben gehad dat de Gas fabriek zelf een rekening-courant bij de Bank van Nederlandsche gemeenten of een andere bank zou hebben kunnen openen, maar aan gezien dit door Gedeputeerde Staten niet wordt goedgekeurd, waren Burgemeester en Wethouders wel verplicht deze oplossing voor te stellen, waarbg de gasfabriek geld krggt via den gemeente-ontvanger. Dat de ge meente-ontvanger er in betrokken moet wor den moge iets meer omslachtig zgn, maar Burgemeester en Wethouders kunnen het onder deze omstandigheden niet anders rege- len. Spoedeischende gevallen, dat het gasbe drijf plotseling zou komen te staan voor een uitgaaf van b.v. f 10.000, kunnn zich niet voordoen, men weet dat altgd te voren en dat kan dus geen bezwaar zijn. Wat de grief betreft, dat dit ontwerp niet aan het oordeel der Gascommissie is onder- worpen, valt op te merken dat de leden dier commissie een paar malen zijn opgeroepen, doch niet verschenen en dat het dus niet aan de orde kon gesteld worden. Maar bovendien is de Gascommissie ingesteld om Burgemees ter en Wethouders van advies te dienen over de interne zaken van het bedrijf, waaronder een onderwerp als dit toch niet te rekenen valt. Het bedrgf zelf wordt door het voorstel niet geraakt, dat staat daar buiten. Omtrent de opmerking dat de gemeente- ontvanger maar drie halve dagen zitting houdt sluit spreker zich aan bij de woorden van den voorzitter, dat de raad, wanneer men dat te weinig vindt, besluiten kan dat deze iederen dag zitting moet houden. Trouwens, Axel maakt daarin een uitzondering met de gemeenten in de omgeving, dat is een oude toestand die hier nog is blijven voortbestaan, doch in Ter Neuzen, zoowel als in Zaamslag houdt de gemeente-ontvanger iederen dag zit ting voor het publiek. Daartoe kan men dus nog altijd besluiten. Men kan echter eerst af- wachten, of de voorgestelde regeling, een maal in uitvoering, daarvan bezwaren on- dervindt. Van uit het publiek zijn nog geen klachten gekomen dat de zitdagen van den ontvanger te beperkt zijn. De heer DIELEMAN is vein meening, dat de redeneering van de heeren P. de Feijter en Oggel niet opgaat. Wanneer het gewichtige aangelegenheden van het gasbedrijf betreft, dient de Gascommissie daarover zeker ge hoord, men beschikt dan ook over het advies van menschen die ter zake kundig zijn, aan gezien die vergaderingen ook worden bijge- woond door den directeur en den boekhou der. De VOORZITTER is het omtrent het ge- wicht dezer aangelegenlheid met den heer Dieleman niet eens, het heeft voor het be dryf niets om 't lgf. De heer OGGEL: Het is een ding van niets. De heer DIELEMAN: Het wordt nu toch altijd een heen en weer gaan naar den ge meente-ontvanger. De beer OGGEL: Met een rekening-courant bij een bankinstelling is dat niet anders. De heer DIELEMAN acht het niet gemak- kelijk als men voor alle betalingen een dag of drie te voren geld moet aanvragen. De VOORZITTER wijst er op, dat dit niet noodig is voor alle uitgaven, de boekhouder mag voor loopende uitgaven ook een zeker bedrag in kas houden. Als Burgemeester en Wethouders overtuigd waren, dat tegen de voorgestelde regeling bezwaren bestonden zooals de heeren die thans naar voren bren gen, zouden zij natuurlijk zoo'n regeling niet voorstellen. De heer 't GILDE vraagt, of Gedeputeerde Staten dus niet toestaan dat het anders dan over den ontvanger gaat. De VOORZITTER wijst er op, dat dit uit hun schrijven blij'kt. De heer DIELEMAN zou het voorstel wil len terugwijzen naar Burgemeester en Wet houders om het dan, alvorens hier in behan- deling te komen, te stellen in handen der Gascommissie om advies. De heer J. DE FEIJTER kan aan dit voor stel zijn stem niet geven. De toestand is ge- boren uit den eisch van Gedeputeerde Staten en hij meent, dat er niets tegen is om het voorstel van Burgemeester en Wethouders aan te nemen. Indien mocht iblijken, dat zich in de practijjk tegen de regeling bezwaren voor doen, dan kan het (besluit nog altijd gewijzigd worden. Misschien ware dan een oplossing te vinden in de verhooging van het bedrag van het kasgeld. De heer DIELEMAN wgst er op, dat de Gascommissie, die voor den goeden gang van zaken vein het bedrijf verantwoording heeft te dragen, als het spaak mocht loopen hier thans geheel buiten staat. De VOORZITTER wijst er op, dat het in den laatsten tijd niet mogelijk was met de Gascommissie te vergaderen, aangezien enkele leden niet aanwezig waren. De heer DIELEMAN meent, dat het niet opgaat, om, op grond dat leden door verschil lende omstandigheden niet ter vergadering kunnen zgn, sommige zaken dan eenvoudig maar niet in de Gascommissie te behandelen. De heer 't GILDE dringt aan op een een voudiger manier van werken. De heer OGGEL antwoordt, dat dit niet kan. De heer 't GILDE: Het is dus een decreet van Gedeputeerde Staten? De VOORZITTER: Die staan in elk geval niet toe, dat het gasbedrijf zelf by een bank een rekening-courant opent. Aangezien Bur gemeester en Wethouders bzwaar hebben, dat het groote bedrag nog langer renteloos bij de giro blig|ft staan en zg voor den goeden gang van zaken van het bedryf verantwoondelyk zijn maken zg bezwaar een beslissing nog uit te stellen en zal hij het voorstel van Burge meester en Wethouders in stemming brengen. Dit wordt aangenomen met 5 tegen 3 stemmen. Voor stemmen de heeren Kruijsse, Van de Bilt, J. de Feijter, P. de Fey ter en Oggel; tegen stemen de heeren Claessens, Dieleman en 't Gilde. 6. Vaststellen schoolgeldverordening. Burgemeester en Wethouders merken op, dat de vorige door den gemeenteraad vastge- stelde schoolgeldverordening was goedgekeurd tot 1 April 1931, zoodat deze opnieuw moet worden vastgesteld. Na berekening zgn zij tot de conclusie gekomen, dat het bestaande tarief kan gehandhaafd worden, weshalve zij voorstellen de ontwerp, heffings- en invorde- ringsverordening zoodanig vast te stellen. Met algemeene stemmen wordt aldus besloten. (Zie verder het Tweede Blad.) (Buiten verantwoordclijkheid der Redactie.) DE BLIJDE BOODSCHAP. Het Neuzenlied gecomponeerd. Onder bovenstaanden titel deelde de Voor zitter der Winkeliersvereeniging „Ter Neu zen Klimop", de heer Van den Bruele, in uw nummer van 13 Juli 1.1. mede dat een com' positie voor het „Neuzenlied" was aanvaard. Hg noemde het „een blgde boodschap" maar voor mij en anderen is aan die geschie- denis wel eenigen wrangen smaak verbonden en vooral in verband met de wyze waarop in bedoeld stuk de mededeeling werd gedaan, acht ik het wel van algemeen belang in rui- mer kring bekendheid te geven aan de ge- schiedenis dier zaak, waarmede ik echter, om geen wanklank te verwekken heb gemeend te moeten wachten tot na afloop der feest week. Door het Bestuur van ,,Ter Neuzen Klimop" werd d.d. 30 Juni 1.1. aan my en anderen ter plaatse een uitnoodiging gezonden naar een prysvraag voor een compositie van het Neu zenlied van den heer Van den Bruele, om aan onze stad een eigen lied te schenken. Als voorwaarden werd o.m. gesteld: de compositie moest vierstemmig worden geschreven; als jury zouden asm het bestuur drie des- kundigen worden toegevoegd; indien geen der inzendingen zou bevredigen behield het bestuur zich het recht voor een nieuwe prgsvraag uit te schrijven. Volgens myn bescheiden meening neemt men, een dergelyke prgsvraag uitschrijvende, naast de eischen die men daarbg zelf stelt ook verplichtingen op zich waaraan men zich ook dient te houden. Ten opzichte van dit laatste zgn de inzen- ders echter geheel teleurgesteld. In de eer ste plaats meen ik, in verband met de namen, die mij naast mevr. Doussy genoemd zgn, in alle bescheidenheid te mogen betwyfelen of daarbg sprake kon zgn van deskundigen. Ten tweede is geen nieuwe prgsvraag uitge schreven. Indien werkelijk de bedoeling voor- zat aan onze stad een eigen lied te schenken hadden de opmerkingen van het bestuur ook ter kennis kunnen gebracht worden van de inzenders en deze hadden dan best, met die opmerkingen of wenschen rekening houden- de, hunne composities kunnen wijzigen. 't Is zeer de vraag of het resultaat dan minder of slechter zou geweest zijn dan de muziek die thans is aanvaard, zonder dat ten slotte het Bestuur of wie ook het lied, zooals het thans wordt gezongen, te voren heeft gehoord. Wat mij in ,,de blijde boodschap" het meest trof, was de mededeeling dat, waar de inzen ders hadden gefaald, het aan mevr. D. zou gelukt zijn binnen het uur een prachtige, zeer pakkende, gemakkelijk zingende melodie te schrijven. (Of het tot den goeden toon be hoort dat een jurylid, na kennisneming van 5 inzendingen van anderen aanbiedt zelf een compositie te leveren is m.i. ook te betwy felen, het is dan bovendien na kennisneming van het andere werk en de gehoorde wen schen belachelijk eenvoudig het den heeren naar den zin te maken). Aangezien het Bestuur zich te voren reglementair in ande ren zin had vastgelegd, had dit ook het aan- bod niet mogen aanvaarden. Later bleek my evenwel dat er aan die ddn-uur compositie wel iets haperde, deze was pas acht dagen later klaar. Zij Werd mij ter hand gesteld met het verzoek die muziek te willen instrumenteeren voor harmonie, aangezien mevr. D. had te kennen gegeven dat ik daarvoor meer bekwaam was dan zy. In myn verlangen am, waar mogelijk, voor algemeene zaken ten bate onzer goede stad werkzaam te zijn, heb ik mij toen laten ver- leiden die opdracht te aanvaarden, hoewel ik al spoedig het gevoel met my omdroeg, dat, in verband met de behandeling die inzenders van composities hadden ondergaan, ik voor dat werk had moeten bedanken. Ik had echter aangenomen en zou mij aan 't werk zetten. Hoe verbaasd was ik echter toen my bleek dat het zoo hoog geprezsn refrein absoluut foutief was in elkaar gezet! Ik zag in, dat indien het lied, z66 uitgevoerd, zou vallen als een baksteen, zulks aan mijn instrumentatie zou toegeschreven worden. Met voorkennis van den Voorzitter schreef ik aan mevr. D., in bedekte termen op een en ander wijzende. Dit had tot gevolg dat zy hierheen kwam en ik haar in een gesprek dat van 2 tot 4 uur duurde op de grove fouten wees. Samen hebben we toen de muziek technisch in orde gemaakt, waarvoor het noodig was driemaal een maat te laten ver vallen en daardoor natuurlijk ook andere wijzigingen aan te brengen. Ofschoon het my toen nog geen ,,schlager" scheen, nam ik aan voor mevr. D. de piano en koorpartgen weer over te schrijven, en het werk voor de har monie te instrumenteeren. Toen dit werk reeds voor meer dan de helft verricht was kwam er een telegram ,,stuur wijziging 's Avonds kwam de Voorzitter mg die wgzi- ging brengen. Die wyziging betrof juist de zoo zeer bij andere inzenders gewraakte be- werking op de woorden ,,Weer de Schelde bruist". Maar tot overmaat van smart, waren dat juist 8 maten (het lied was oorspronkeiyk in -»/4 en het refrein in 2/4 maat geschreven terwijl het refrein nu ook in '''-i moest gezet worden), die nu 4 maten werden, endie geheel gelyk waren aan die uit een der com posities die door mevr. D. als jury waren bo- en VERoordeeld. Het was toen nog 10 dagen voor den tgd, ik zou het werk weer geheel opnieuw hebben moeten aanvangen, het gevoel dat ik aan iets werkte, dat niet in den haak was, was in- middels ook sterker geworden en ik heb be- richt mij voor de bewerking der muziek terug te trekken. Ik wenschte ten slotte niet te werken aan een lied dat niet door een jury was gekeurd, dat zelfs door geen enkel be- stuurslid gehoord was, waaraan ten slotte in plaats van een eigen" lied, met uitzondering dan misschien van die ten slotte ingelaschts 4 maten niets plaatselijks, zelfs niets natio- naals jjjj Aangezien de ervaring die ik had verkre- gen met de tegenover de inzendingen van stadgenooten zoo hoog geprezen compositie, heb ik gemeend deze met de bewerking myner lotgenooten, welke my op verzoek zijn ver- strekt, in handen te moeten stellen van een bij uitstek bevoegd muziekkenner, iemand niet alleen van Nederlandsche, maar zelfs van Europeesche vermaardheid, een man van onbetwistbare autoriteit alzoo, wonend te Amsterdam. De bewerkingen zijn door my zonder eenig commentaar opgezonden. Omtrent de oorspronkelijk aanvaarde com positie van het Neuzenlied luidt de analyse, nadat gezegd is dat de muziek goed in den volkstoon is geschreven, resumeerend: ,,het is echt dilettantenwerk, met monsterachtig re frein, dat geen enkele kans van slagen heeft". Commentaar is hierbij, naar ik meen, over- bodig. Voor belangstellenden ligt deze uitvoenge analyse bij mij ter inzage, evenals die betref- fende 4 der afgewezen inzenders. Het werk van mijn lotgenooten krijgt in- tegendeel een bijzonder mooie recensie. Van een luidt het „een knap stuk werk, de koorzetting bewijst, dat de componist zyn handwerk verstaat" en resumeerende worden de plaatselijke componisten met hun werk gefeliciteerd. ((Overigens zullen de Ter Neu- zenaren vermoedelijk nog wel in de gelegen heid gesteld worden om kennis te maken met de composities hunner stadgenooten, die niet in de gunst hebben kunnen deelen.) Ik heb mij verplicht gevoeld zoowel tegen over mij zelf als tegenover de andere inzen ders aan onze stadgenooten een en ander in het licht te moeten stellen. Het is, naar ik met alle bescheidenheid meen, een bewijs, dat er voor leeken een gevaar in schuilt om zon der meer op gevoel af de loftrompet te laten schallen over het werk van de een, en daar door anderen in een hoekje te duwen. Moge het voor de toekomst ook een waar- schuwing zgn, voor organiseerende besturen dat men zich ook zelf aan opgelegde verplich tingen en afspraken houdt. Dankend voor de plaatsing, A. I. B. SCHIRRIS. Ter Neuzen, 27 Aug. 1931. Namens Ged. Staten van Zeeland is Woens- dag aanbesteed het maken van een beschoei- ing, twee geleidingspijlers, vier dukdalven en bijkomende werken voor een drijvende aan- legplaats te Hoedekenskerke voor den Pro- vincialen Stoombootdienst op de Wester- Schelde. Raming 79.000. Inschryvers waren: A. A. de Wilde, Mid- delburg, 83.980; A. de Waard, Dordrecht, 83.200; N.V. Aannemersbedrrjf v. d. Dongen en van Hove, Dordrecht, 82.400; N.V. Th. Smeulers Aannemersbedrijf, Rotterdam, 82.000; N.V. v.h. C. Kasteleyn en Zoon, Dordrecht, 81.400; J. Wisse, Axel, 81.966; N.V. Waterwerken, Amsterdam, 81.000; N.V. van Splunders Handels- en Aannemers bedrijf, Ridderkerk, 80.738; N.V. Vissers eu Smits' Aannemersmaatschappij, Papendrecht, 80.460; P. Dekker, Veere, 80,200; N.V. v.h. P. A. van Wijnen, Dordrecht, 79.990 P. J. de Bourgraaf, Wemeldinge, 79.580; N.V. v.h. H. J. Nederhorst, Gouda, 79.543; A. J. Ver- jaal, Dreischor en J. den Ouden, Zierikzee, f 77.900; J. Steensma, Lemmer, 76.800; A. v. d. Straaten Jr., Hansweert, 76.560; A. Verhagen. Made, f 76.490.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 3