BMiHi A mmtm m RugpijnNierenPillen' Dam- en Schaakrubriek. m m DAMMEN. SCHAKEN. a q a HOOGWATER TE TER NEUZEN. (Zonnetyd.) voorm. nam. Het lot van een nierlijder is vaak ellendig; dikwijls is hij niet in staat om zijln werk te doen. Bij elke beweging scbieten scherpe, stekende pijnen door zijn lendenen. Nare urinekwalen, waterzuchtige zwellingen, hoofd- pijn en duizeligheid kunnen zijn leven nog onaangenamer maken. En den volgenden dag is het weder joist hetzelfde nieraandoe- ningen worden niet van zelf beter. Getoruik onmiddellijk Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Uitstel kan leiden tot rheuma- tiek, spit, ischias, blaasontsteking, nierwater- zucht, nierzand en -gruis enz. Foster's Pillen geven aan de nieren juist de hulp, die zij noodig hebben, en wekken ze op tot hernieuw- de werkzaamheid. Zij werken uitsluitend op de nieren en blaas, en kunnen vol vertrouwen en veilig gebruikt worden. Bij alle drogisten enz. f 1.75 p. flacon. Te Ter Neuzen bjj Firma A. van Overbeeke Leunis, Axelsobestr. en Westkolkstr. 35 (IngeZ. Med.) De VOORZITTER merkt op, dat we hier in een gelukkige stad wonen, waar we niet op elkaar behoeven te loopen maar er ge- noeg plaats is dat elk zijn weg kan gaan. De heeren moeten niet uit het oog verliezen, de groote verbetering die men door in deze mede te werken kan krijtgen aan de aanlegplaats der boot. Die verbetering is niet onbelang- rijk. Het is volkomen juist, dat de menschen die daar aan de Scheldekade hebben gebouwd, hebben geweten, dat daar het gebouw van de boot stond, en dat er voor dien grond lets minder betaald is. Dat kon toen niet anders, men moest rekening houden met den bestaan- den toestand en er bestond toen geen uitzicht, dat dit gebouw te eeniger tijd zou verdwjjnen. Er is zeker voor de gemeente en ook voor de bewoners der Scheldekade in het algemeen belang bij, op het verzoek van gedeputeerde etaten in te gaan. Indiien men het bestaande gebouw zou vergrooten, zou de raad dit niet kunnen tegenhouden en evenmin zou er be zwaar tegen gemaakt kunnen worden als men er een verdieping op ging zetten voor een woninig van den agent van den stoomboot- dienst. Indien het verzoek niet wordt inge- willigd staat zulks te wachten en dan zal de toestand er zeker niet op verbeteren. Door het verzoek in te willigen komt er juist een beteren toestand, dan knijgt men meer ruimte aan de aanlegplaats, die thans door de vele auto's die daar op een gegeven oogenblik samemkomen al zeer beperkt is. En wat de aangevoerde bezwaren betreft, zal naar spreker meent niemand het in zijn hoofd krijgen om de aangevoerde vrachtgoedeiren eerst van de ponton naar boven aan de Scheldekade te stichten magazijn te dragen en ze daar pas op vrachtauto's of andere voertuigen te laden. Er zal nog wel eens een pakje blij.ven staan, dat er geborgen moet worden. Men zal er ook wel eens fietsen stal- len van personen die met de boot meegaan. Dhar dient de bergplaats meer voor dan voor bepaalde opslagplaats van goederen. Ook zal het todh geen bezwaar zijn, dat een reiziger, die aan de wachtkamer komt even een paar koffers op straat zet. Er is door het formu- leeren der voorwaarden voor gezorgd, dat de straat daar boven niet mag worden gebruikt als stapelplaats, en de bewoners daarvan alzoo geen overiast kunnen hebben. Er kan ook nog worden bepaald, dat het gebouw moet aansluiten aan den bestaanden bouw aan de Scheldekade, Indien men echter ziet welke gebouwen van wege den provin- cialen stoombootdienst te Breskens en te Vlissingen zijn gezet, gelooft hij, dat men zich omtrent den strjl en de inrichting wel niet ongerust behoeft te maken en dat men dan niet bevreesd behoeft te zjjn, dat men daar een schuur met een groote deur zal bouwen, en dat men eerder kan verwachten dat het te stichten gebouw een sieraad zal zijn tus- schen de andere. Ook is er aanmerking op gemaakt, dat de gemeente hierbij een offer zou brengen van 2600. Dat bestaat echter alleen op papier. Men kan alleen zeggen, dat dit een offer is, indien men den grond voor den vollen prtijs aan een ander zou kunnen verkoopen. Voorts moet, indien het gebouw te eeniger tijd van bestemming zou veranderen, het resteerende van de koopsom worden bijbetaald. Hiervoor zijn dezelfde voorwaarden gesteld die indertjjd zijn gesteld aan de Z. V. T. M. voor het stich ten van haar gebouw. Aan den heer Colsen merkt spreker op, dat de provincie zeker ook nog wel op andere wijze uitbreiding aan haar bestaand gebouw zou kunnen geven. Zooals spreker reeds geeft opgemerkt, is het dan echter de vraag, of de misstand aan de Scheldekade niet grooter zal worden. In de tweede plaats wijst spreker er op, dat het ook zeker tegenover de provincie een goeden indruk maakt, indien de gemeente door ook harerzijds iets te doen, blijk van waardeering geeft tegenover hetgeen tot ver betering van den stoombootdienst wordt ge- daan. Door den heer Van Driel is reeds gewezen op hetgeen in de toekomst verwaciht kan worden, als de sliktong in de haven wordt opgeruimd. Dit opent dan allerlei mogelyk- heden. Door den heer Scheele is beweerd, dat de provincie tegenover Ter Neuzen niet erg toeschietelijk blijlkt te zijn, door feitelijk voor het stichten van dit wachtlokaal een bij- drage der gemeente te vergen, terwijl men zulks in Vlissingen en Breskens niet heeft gedaan. Laat spreker er dan op wijzen, dat die gemeenten de kans niet hebben gehad om op dergelijke wijze de provincie te steunen, aangezien die gemeenten ter plaatse waar men het noodig had niet over bouwgrond be- schikten, dat is allemaal rijksgrond. Hij meent te mogen veronderstellen, dat die ge meenten, ook voor het geval geplaatst, zeker geen medewerking zouden hebben geweigerd He gemeenteraad van Ter Neuzen krijgt de kans zich van een goede zjjde te laten kennen, en dat kan naar hij meent op deze wiijize voor de heeren ook geen bezwaar zijn. De heer SCHEELE wijst er naar aanlei ding van het geldeljjk offer dat hiervoor van wege de gemeente gevraagd wordt op, dat het ten slotte niet gaat over f 100 meer of min der rente, doch hoe we met het kapitaal uit- komen. Toen indertijd begonnen is met het aanleggen der Scheldekade is er een exploi- tatierekeming opgemaakt en daarbij is vast gesteld wat de grond zou moeten opbrengen. En daama is er maar steeds grond afgegaan waardoor de opbrengst natuurlijk omlaag ge- drukt werd. Eerst is er grond afgegaan voor de hoogere burgerschool, later voor de kop- sc_ool, hetgeen veriies van kapitaal betee- kent, evengoed als het voor lageren prijs af- staan van grond aan de Z. V. T. M. en nu weer anni de provincie. Op die manier komt de gemaakte rekening heelemaal niet uit. En het is volgens spreker een scheeve voorstel- ling van zaken, door te beweren, dat de staten het zouiden gaan beschouwen als een mindere waardeering van den stoombootdienst, wan- neer de raad van Ter Neuzen wil trachten uiteindelijk van zijn verkochten grond een kloppende rekening te knijgea. De heer COLSEN merkt op, dat het onjuist is, wat de burgemeester beweerde, dat het magazijn maar zou dienen voor bergplaats van rijwielen van passagiers der boot, want daar dient het juist niet voor. Als er een pakje met de boot aankomt waarop staat wordt afgehaald" mogen ze dat niet aan de boot laten liggen, doch moet het worden ge borgen in magazijn. De voorzitter somt wel op de voordeelen, maar niet de nadeelen die er aan verbonden zijn. Men zal het later wel zien, dat er, om pakjes af te halen, auto's bij het magazijn komen, dat is met voorwaar den in het contract niet te voorkomen. Spre ker acht de bezwaren die een vergrooting van het bestaande gebouw zelfs met een verdie ping er op niet zoo bezwarend, daar dit het uitzicht weinig meer belemmeren zou en voor hen die met de wetenschap dat het gebouw er stond grond kochten dus weinig beteekent. Andere bewoners dupeert men echter indien daar het bouwen van een wachtlokaal met magazijn wordt toegestaan. De heer GEELHOEDT zal, na al hetgeen hierover gezegd is, er niet te diep op ingaan, doch vraagt nog alleen het woord omdat de wethouder van publieke werken in de discus- sie genoemd Is. Men moet dan wel in het oog houden, dat burgemeester en wethouders had- den te kiezen tusschen twee dingen, n.l. het verkoopen van een stuk grond aan de Schelde kade voor het bouwen van een mieuw wacht lokaal enz. of wel uitbreiding van het be staande gebouw. Burgemeester en wethou ders waren van oordeel, dat door dit laatste nog meer bewoners der Scheldekade dan reeds thans het geval is zouden worden gedupeerd door meerdere belemmering van uitzicht, en dat het uitzicht in het algemeen zou ver beteren, als het bestaande gebouw werd op geruimd. Voorloopig blijft de aanlegplaats der boot waar deze is. Wordt de sliktong opgeruimd en komt er verandering, dan heeft men in elk geval meer ruimte op de aanleg plaats gekregen. Dan is er daar genoeg gelegenheid voor trjdelijke opslag van goede ren. En wat ontsiering van de Scheldekade betreft, daartegen is te waken door voor zekerheid nog in de voorwaarden op te nemen „het te stichten gebouw moet als geheel aan- „sluiten btiji de bestaande gebouwen, zoodat het „aanzien van de Scheldekade niet wordt ge- schaad". Door inwilliging vein het verzoek wordt de toestand voor verschillende bewoners der Scheldekade beter, door het te weigeren wordt het integendeel sleohter. De heer DE JAGER deelt mede, dat hij in den aanvang in het college van burgemeester en wethouders er ten zeerste tegen heeft ge- ageerd, om den grond goedkooper af te staan en bij de besprekingen heeft hjj getracht het bedrag der koopsom op 1000 te krijgen, het geen hem echter niet is gelukt. Indien het gebouw echter zeewaarts wordt vergroot wordt de situatie aan de Scheldekade en de aanlegplaats slechter, zoodat hij ten slotte heeft gemeend te moeten toegeven. Hij wilde echter alleen doen uitkomen, dat het niet aan pogingen om het voor de gemeente voordee- liger op te lossen heeft outbroken. De heer GEELHOEDT geeft nog te ken nen, dat de voorwaarde opgenomen onder no. 9 aldus is vastgesteld in een bespreking van burgemeester en wethouders met gedepu teerde staten, zoodat deze er dus voldoende kennis van dragen. De heer VAN AKEN had in 't geheel niet de bedoeling, ten deze een blaam fe werpen op burgemeester en wethouders, maar hij vindt, dat door den eisch van gedeputeerde staten de liefde wel wat te veel van een kant moet komen. De heer COLSEN heeft vemomen, dat het plan is gevormd om het bestaande gebouw 2 M. naar de eene en 1,25 M. naar de andere zijde te verbreeden. Hij meent, dat niemand daarvan hinder zou hebben gehad. De heer DE BAKKER wijst er op, dat men hierbij moet letten op hetgeen nog in de toe komst ligt, de verbetering der aanlegplaats, die niet meer aan de eischen van dezen tijd voldoet. Als men ziet hoe men bij lagen waterstand met auto's de boot moet bereiken of verlaten houdt men z'n hart vast voor on- gelukken. En aangezien in het midden van dit college ook een lid der Staten tegenwoor- dig is, vertrouwt hij, dat deze niet zal na- laten op dien slechten toestand te wijzen, tot daarin verbetering komt. Als de gemeente thans ook iets doet, kan men mettertijd te gemakkelijker ook iets vragen. Het is in het belang van Ter Neuzen. De heer SCHEELE is van oordeel dat de gemeente als zoodanig er eigenlijk niets mee te maken heeft. Het voorstel wordt aangenomen met 8 tegen 5 stemmen. Voor stemmen de heeren De Bakker, Van Driel, Van den Bulck, Harte, De Jager, Geel- hoedt, Verlinde en De Bruijne; tegen stemmen de heeren Colsen, Van Akee, Bedet, Scheele en Dekker. 6. Steunuitkeering aan werkloozen. Bij de toepassing der steunregeling, zooals deze door den minister van binnenlandsche zaken en landbouw is goedgekeurd, blijkt schrijven burgemeester en wethouders wel dat daarin niet is voorzien voor alle gevallen waarin steun noodig Is. Dit komt, omdat er verschillende werkloozen om steun komen, die behooren tot bedrijven, welke de minister niet, of nog niet in zijne steunregeling wil op- nemen. Oat niet opnemen in zjjne regeling wil alleen zeggen, dat hij voor die werkloozen geen subsidie wil toekennen. Nu is „Het Orgaan" volgens de regeling alleen bedoeld als hulp aan den minister om de steun te bepalen voor degenen, waarvoor de Minister subsidie aan de gemeente geeft. Betreffende uitkeeringen aan andere catego- rieen die vallen buiten de bedrijven door den minister van binnenlandsche zaken met name te noemen, heeft dan ook „Het Orgaan" geen taak. Die ondersteunden zouden zich dus als voorheen hebben te wenden tot het Burgerliik Armbestuur. Wij gelooven niet dat dit de bedoeling van Uw college is geweest en daarom stellen wjj voor „Het Orgaan" aan te wijzen als het lichaam, dat ook de steun zal bepalen voor al die bedrijven, die de minister nog niet heeft aangewezen, waarbjj wordt aangenomen, dat alle bepalingen der steunregeling, voorzoover zulks mogelijk is ook op die gesteunden van toepassing zullen zijn. Na aanneming van dit voorstel ware te be palen, dat het grondloon der werkloozen, voor wie in de toekomst ook de steunregeling zal worden toegepast, zal worden vastgesteld door ons, In overleg met „Het Orgaan". De VOORZITTER voegt hieraan toe, dat burgemeester en wethouders dit voorstel doen omdat zij meenen dat dit geheel ligt in de lijn van de oorspronkelijke bedoeling van den gemeenteraad. De heer VAN DRIEL vraagt, of het ook de bedoeling is, hieronder te begrijpen de werkloozen boven de 60 jaar. De VOORZITTER antwoordt ontkennend; die zijn in de steunregeling niet begrepen en het is alleen de bedoeling de steunregeling aan te vullen in dien zin, dat deze in over- eenstemming komt met de werkelijke bedoe ling van den gemeenteraad. Deze heeft inder tijd bedoeld alle werkloozen, die daarvoor volgens bestaande usance in aanmerking ko men door het daarvoor ingestelde orgaan te laten steunen en daarvoor ook de normen vastgesteld. Nu zijn echter door den Minister b.v. de bouwvakarbeiders en de metaalbewer- kers niet in de lyst der crisiswerkloozen op genomen, zoodat deze niet door het Orgaan gesteund konden worden, zonder dat nog een aanvullend raadsbesluit genomen werd. De werkloozen boven 60 jaar vallen er niet onder. De heer VAN DRIEL wenscht voor te stel len die ook op te nemen, opdat ook deze men schen steun kunnen ontvangen via hun vak- vereeniging. De VOORZITTER antwoordt dat dit niet kan. De heer VAN DRIEL weet wel dat de mi nister voor die menschen geen subsidie geeft, maar meent, dat die er toch evengoed onder kunnen opgenomen worden als de vakken die de minister niet tot crisisvakken rekent. De VOORZITTER acht het niet raadzaam door hetgeen de heer Van Driel thans wil de door burgemeester en wethouders voorge- stelde aanvulling in de waagschaal te stel len en geeft den raad dan daarvoor later een afzonderlijke regeling voor te stellen, dat be hoeft er heelemaal geen van 26 artikelen te zijn. Hij wijst er op, dat er in den laatsten tijd ook al door schippers steun gevraagd is; die vallen ook onder de thans voorgestelde wijzi- ging. De heer VAN DRIEL was ook van meening dat dit op een eenvoudige wijze is op te los sen, n.l. door te bepalen dat „bovenjarigen op dezelfde wijze worden behandeld". De heer SCHEELE oppert tegen het voor stel van den heer Van Driel bezwaar; er moet toch eindelijk eens een eind komen; later kan men weer wel komen om de uitkeeringen uit- te breiden tot personen van 65 tot 70jarigen leeftijd. Hij ontraadt om hierop in te gaan. De VOORZITTER geeft ook den raad er thans niet verder op in te gaan; wenscht de heer Van Driel er toch op door te gaan, laat hem dan wachten tot de volgende vergade- ring. De heer VAN DRIEL gaat daarmede accoord. De heer BEDET vraagt thans welke cate- gorien werkloozen met de aanvulling worden bedoeld. Vallen er dan onder metaalbewer- kers, schippers, drukkers De VOORZITTER: Renteniers! De heer BEDET: Die zullen ook wel moe ten gaan komen. De heer VERLINDE deelt mede, dat door het Orgaan een metaalbewerker op de lijst voor uitkeeringen geplaatst was, doch dit kon volgens den minister niet, omdat deze niet tot de crisiswerkloozen gerekend wordt. Door den raad is indertijd besloten de werkloozen in het algemeen voor uitkeering in aanmer king te nemen, opdat deze niet naar het arm bestuur zouden behoeven te gaan. Wat de kwestie van den leeftijd der werkloozen be treft, die is indertijd bij het vaststellen der regeling breedvoerig besproken, en daama een besluit genomen. Het staat natuurlijk den heer Van Driel vrg met een nieuw voorstel te komen. Het voorstel wordt aangenomen met alge- meene stemmen. 7. Wijziging beheersverordenjng van het gemeentelijk woningbedrijf. Burgemeester en wethouders schrlijven aan den raad het volgende: De overtollige kasgelden van het gemeente lijk woningbedrijf zijn tot nu toe bij de Coo- peratieve Boeremleenbank alhier gestort op een spaarbankboekje, waarbij de rente ver- rekening op het eind van het jaar plaats heeft. De opname van kasgeld is geregeld in arti- kel 14 der beheersverordening, dat ons college machtigt aan. het Woningbedrijf bij wijze van kasgeld een som te verstrekken van maximum f 3000. Nu ingevolge artikel 228 der gewij- zigde gemeentewet ook het uitleenen van gelden aan de goedkeuring van gedeputeerde staten is onderworpen, kan zonder meer op den ingeslagen weg niet worden voortgegaan. Een besluit waarbij het Woningbedrijf ge- machtigd zou worden gelden in loopende rekening te storten resp. op te nemen bij eenige bankinstelling, verkrijgt in geen geval de goedkeuring van gedeputeerde staten. Mede op dezen grond komt het ons ge- weascht voor, de kasgelden van het Woning bedrijf, voorzoover zij een door ons te bepalen bedrag (welk bedrag op /100 ware vast te stellen), overschrijden, in loopende rekening te storten bij den gemeemte-ontvanger, door wien omgekeerd in rekening-courant kasmid- delen kunnen worden verstrekt aan het be- drijf, een en ander onder nadere voorwaarden door ons te bepalen. In verband hiermede stellen wij U voor, artikel 14 der verordeaing betreffende het financieel beheer van het Woningbedrjjf der gemeente Ter Neuzen, vastgesteld in Uwe vergaderingen van den 15 Maart14 Juni 1928, goedgekeurd door gedeputeerde staten van Zeeland bij hun besluit van den 22 Juni 1928, onder no. 49, le Afd. te lezen als volgt: Artikel 14. 1. De gemeente verstrekt aan het bedrijf zoo noodig kasmiddelen in loopende reke ning met den gemeente-ontvanger; 2. Voorzoover de beschikbare kasgelden van het bedrijf een door burgemeester en wet houders vast te stellen bedrag overschnij- den, worden deze gelden onverwijld bij den gemeente-ontvanger in loopende rekening gestort; 3. Over de saldi der door het bedrijf in loo pende rekening met den gemeente-ont vanger opgenomen en gestorte gelden wordt rente berekend naar door burge meester en wethouders vast te stellen regelen. Deze wijziging treedt in werking, zoodra zij door gedeputeerde staten van Zeeland zal zijn goedgekeurd. Met algemeene stemmen wordt aldus besloten. 8. Ontheffing van de bepalingen der ver- ordening houdende nadere eischen der verlofslokaliteiten. Burgemeester en wethouders van Ter Neu zen stellen den raad dier gemeente voor, het volgende -besluit te nemen: De gemeenteraad van Ter Neuzen: Gezien een op 23 Juli 1931 ingekomen ver zoek van Abraham Jacobus Faas te Ter Neu zen, om ontheffing van het bepaalde in artikel 1 en 2 der verordening houdende vas-tstelling van nadere eischen waaraan een lokaliteit moet voldoen, waarvoor verlo-f wordt verleend voor den verkoop van aleoholhoudenden drank, anderen dan sterken drank, voor ge- bruik ter plaatse van verkoop, voor het per- ceel Kanaalweg 4546; overwegende, dat de oppervlakte 4,41 M2, en de hoogte 0,55 M. te klein is, dat de loka liteit echter voldoet aan de eischen in de Drankwet gesteld; dat het betrokken pe-rceel reeds jaren als verlofslokaliteit wordt gebruikt en de zaak bij inwilliging van het verzoek door een zoon van adressant zal worden voortgezet; dat het daarom billijk wordt geacht de gevraagde ontheffing te verleenen; besluit: Aan Abraham Jacobus Faas voomoemd, de gevraagde ontheffing der genoemde veror dening te verleenen. De heer VAN AKEN verklaart er zac-h tegen. De VOORZITTER merkt op, dat voor dit lokaal al eens afwijking is toegekend en het betreft een overgang van vade-r op zoon. De heer VAN AKEN weet dit, doch hij is tegen elke ontheffing. De heer SCHEELE merkt op, dat het slechts een geringe afwijking betreft en kan er daarom wel averheen stappen. Het voorstel wordt met alleen de stem van den beer Van Aken tegen aangenomen. 9. Tegemoetkoming ingevolge art. 13 der Lager Onderwyswet. Burgemeester en wethouders van Ter Neuzen stellen den raad voor het volgende besluit te nemen: De gemeenteraad van Ter Neuzen; gezien een op 3 Juli 1931 ingekomen adres van Petrus Ludovicus van Leemput, wonende te Ter Neuzen, Wijk O no. 62, houdende ver zoek om steun uit de gemeentekas ter tege moetkoming in de kosten, verbonden aan het bezoeken vein de R.K. lagere school in de kom door zijn kind; overwegende, dat adressant een leerplichtig kind heeft dat voomoemde school bezoekt, dat het perceel Wijk O no. 62 meer dan 4 K.M. verwijderd is van de R.K. lagere school in de kom; dat op grond van bovenstaande ingevolge artikel 13 der Lager Onderwjjswet 1920 de gevraagde tegemoetkoming moet worden toe gekend; dat gevraagd wordt eene vergoeding van f30 per jaar; dat dit bedragt'billijk is te noemen; besluit Aan P. L. van Leemput voomoemd, voor 1931 een steun toe te kennen uit de gemeente kas van dertig gulden 30) ter tegemoet koming in de kosten verbonden aan het be zoeken der R.K. lagere school in de kom, door zijn leerplichtig kind. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. (Wordt vervolgd.) CCXXVTI. De stem onzer lezers. Naar aanleiding van de party Meijers Roelans, opgenomen in onze rubrlek CCXXIII ontvingen we eenige opmerkingen, die van voldoende belang zijn om gepubliceerd te worden. Allereerst een waardevolle bemerking van den heer J. A. van Dixhoorn te Zaamslag, die ons schrijft, dat wit na 49 zetten een groote kans op remise voorbij heeft laten gaan. Hy heeft hier de volgende positie uit bovenge- noemde partij op het oog: ZWART 1 2 3 4 5 Aan het slot van dezelfde partij schreven wy, dat wit gerust had kunnen opgeven. Dit was voor den heer J. Strooband te Middelburg aanleiding ons te schrijven, dat de afgebroken stand nog niet zoo eenvoudig was als op het eerste gezicht wel schynen zou. Om zyn mee ning te staven, zendt hy ons eenige leerzame varianten van den stand, waarin de bedoelde partij na 52 zetten werd afgebroken. Zwart: 17, 19, 31 en 42. Wit: 28, 29 en 35. Wit is aan zet. We geven nu het woord aan den heer Stroo band. Op 29—24 (19X30) en 35X24 volgt: 2419 gedw. 2822 gedw. 22X11 11—6 42—47 (dam) 47—41 41X14 14—23 23—1 en zwart wint Op 2823 volgt: 1. 28—23 2. 29—24 3. 24—19 4. 19—13 48 49 Stand in cijfers: Zwart: 17, 19, 22, 24 en 29. Wit: 25, 28, 32, 33 en 35. Wit aan zet speelde hier 3227 en verloor toen spoedig. De heer Van Dixhoorn geeft hier het volgende spel aan voor wit. 1- 3530 29X27 meersl. 2. 28—23 19X28 of 24X35 3. 30X19 of 23X14 met een goede kans op remise. Dit is inder- daad zoo! Wij zeggen den inzender dank voor zijn juiste opmerking, die bewijst, dat de dam- rubrieken nauwlettend worden nagespeurd. Na bovenstaande spelgang is de partij zeer, zeer moeilijk meer te winnen. Mocht een onzer lezers den eindstand willen analyseeren en een winnende variant ontdekken, dan staat deze rubriek voor hem open. 19X28 4247 dam 47—20 20—3 5. 3530 3136 6. 30—25 3641 7. 2520 3 X 25 8. 13—8 17—21 en wint met 4 tegen 1. Op 2923 volgt: 1. 29—23 1924 2. 2318 4248 dam 3. 18—13 48—25 4. 28—23 gedwongen, want op 138 volgt 253 (82) en 325! 4. 31—36 5. 23—19 25—3 6. 19X30 3641 7. 3024 4147 dam 8. 2419 4741 wint En ten slotte de mooiste variant: 1. 3530 4247 dam 2. 2823 47X35 3. 23X14 31—36!!! 4. 1410 (a) 3519 5. 104 gedw. 1721 6. 4—15 19—10 7. 15X4 2127 wint Variant (a) beginnen bij den 4e zet in de laatste spelgang. 4. 149 3513 5. 9X18 17—22 6. 18X27 3641 wint Een pracbtig gevarieerd en leerzaam eind- spel dus, waarvoor wij den heer Strooband ten zeerste erkentelijk zijn. Voor dergelyke bij dragen houden wy ons ten alien tyde aan- bevolen. Onderstaande partij is de derde uit de onlangs gespeelde match EuweLandau, welke door Euwe met 4 tegen 2 gewonnen werd. De daarop volgende week speelde deze een match tegen Noteboom ter voorbereiding van de zware partijen, die bem wachtten tegen Capablanca. Noteboom moest met 1% tegen 4M> het onderspit delven, terwijl Euwe tegen den lubaan met 6 tegen 4 verloor. 3e Matchparty. Wit: S. Landau. Zwart: Dr. M. Euwe. Colle-opening. 1. d2d4 d7d5 2. Pgl—f3 Pg8—f6 3. e2e3 Het Colle-systeem, waaraan het denkbeeld ten grondslag ligt, zoo spoedig mogelijk agressief met e3e4 door te gaan. 3. LcS-f5 Het beste antwoord. 4. Lfld3 e7e6 Zwart getroost zich het nadeel van een dubbelpion, om e4 nog eens te bestrijden. 5. Ld3Xf5 Volgens Dr. Euwe is c4 of 00 beter. 5. e6Xf5 6. Ddld3 Dd8c8 Anders gaat een pion verloren Wit dreigt n.l. ook Db5j. 7. c2c4 d5 X c4 8. Dd3Xc4 Lf8e7 9. 0—0 0—0 10. b2fo3 De bekende manoeuvre om Lcl tegen Le7 te ruilen. 10. 11. 12. 13. 14. Pb8d7 Pd7b6 Le7Xa3 Pb6-d5 Pf6e4 Lcla3 Dc4c2 PblXa3 Talcl Zwart staat nu in 66n woord geweldig. 15. Pa3c4 Tf8e8 16. Pf3d2 Wit stuurt terecht op ruil aan, maar daar mede wordt tevens de zwarte dubbelpion op- gel ost. 16. 17. 18. 19. 20. 21. De8e6 f5Xe4 Ta8d8 De6a6 Da6g6 f7f5! Pd2Xe4 Pc4>d2 Dc2c5 Dc5c2 Dc2c5 Zwart kan a7 gerust offeren. Hij dredgt de partij met f4 in zijn voordeel te beslissen. 22. Kglhi f5f4 23. Tel—el Te8e6 24. Pd2c4 b7b6 25. Dc5ib5 c7c6 26. Db5a6 Dg6h5 Zie diagram). Zwart hoopt thans een winnenden konings- aanval te kunnen ondememen. Misschien was hier 26. f4f3 sterker geweest. 27. f 2f3 Een sterke zet! Natuurlyk ging exf4 niet wegens Th6. 28. h3, PXf4 en daama PXh3 met winst. 27. 28. TflXf3 29. Da6Xa7 30. Da7a3 31. Da3—cl 32. Pc4Xe3! Wit werkt zich keurig los. 32. 33. 34. e4Xf3 f4Xe3 Te6e7 Dh5—h4 Dh4 X d4 Td8—e8 Dd4c3 Te7elf Dc3 X cl g7Xf6 Tel X flf Te8e2 Te2 X a2 Tel—dl! Pe3Xd5 35. Tf3—fl 36. Pd5fflf 37. TdlXcl 38. Tel X fl 39. Khl—gl 40. TflXf6 Geen der partiijen kan iets beginnen. 40. Ta2c2 41. b3ib4 Kg8g7 42. Tf6d6 Remise. Zaterdag Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag 22 8.11 8.55 23 9.42 10.31 24 11.12 11.47 25 12.17 26 0.42 1.04 27 1.24 1.41 28 1.58 2.14

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 3