ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Millionair tegen wil en dank ALLES No 8720 VRIJDAG 14 AUGUSTUS 1931 71e JAARGANG. TWEEDE BLAD Onze Prijsvragen gedurende de Winkeiweek. BIf RSSIIID- Plaat in lijst 1e prijs: een 2e prijs: een 3e prijs een 4e prijs een FEU ILL ETON, ,„o, AUTOS k°P MOTORS NIJVERHEID BUITEHLABTD. De opgaaf luidt als volgt: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 kleinigheid niet blank onzijdig oude maat persoonlijk akelig fonds -- uitroep diep gezonken koekje gadeslaan aanzegging stevig onachtzaam trein plaatsje in Limburg menschenras onderzoek land plant geraas ongewenscht persoon lekker rivier munt De zin met het gezegde luidt: Naam: Ad res: Onze laatste prijsvraag is weder een lettergreepraadsel. Men heeft thans de lettergrepen in de advertenties en reclames te zoeken, deze te ordenen en men ver- krijgt door de eerste letter en zesde letter van boven naar beneden te lezen een bekende zin met een toepasselijk gezegde. Alleen maken wij er opmerkzaam op dat het 24ste en 25ste woord slechts geen 6 letters bevat dus hiervoor alleen de eerste letter in aanmerking komt. Het geheel bestaat uit 68 lettergrepen, vormende 25 woorden. Wij wenschen de speurders onder onze lezers een goed succes en loven voor dezen bijzonder interessanten wedstrijd de volgende fraaie prijzen uit: aan Terwijl er nog 4 troosfprijzen beschikbaar worden gesteid. Inzendingen kunnen tot Woensdaft 2€> Augustus U.S. ons Bureau ingeleverd worden. Inzendingen na dien datum ingezonden komen niet in aanmerking. Op de enveloppe gelieve men in den linkerbovenhoek te sch'rijven: Derde Lettergreepraadsel. REDACTIE TER NEUZENSCHE COURANT. TER NEUZENSCHE CO U RANT MB. P. RINK TACHTIG JAAB. Het Eerste Kamerlid, oud-minister P. Rink, vierde gister zijn 80en verjaardag. G'eboren te Tiel 13 Augustus 1851, bezocbt h\j aldaar de Latijnsche school en studeerde daarna aan de rijksuniversiteit te Utrecht, waar hij in 1874 met een proefschrift „Over noodweer" promoveerde tot doctor in de rechtswetenschappen. Na zijn promotie ves- tigde hij zich als advocaat in zijn geboorte- plaats, waar hij zitting kreeg in verschillende bestuurscolleges. Zoo was hij er o.m. jaren lang lid van den gemeenteraad en wethouder. Hetzelfde jaar dat hij voor de liberale parfij voor het eerst in den raad werd gekozen, in 1883, zag hij zich eveneens afgevaardigd naar de Prov. Staten van Gelderland. i In 1891 deed hij zijn intrede in de Staten- Generaal, waarin hij thans nog zitting heeft. Hij werd toen nl. in het district Amhem tot lid der Tweede Kamer gekozen, een functie, welke hij onafgebroken bleef vervullen tot na j de verkiezingen in 1905 het kabinet-Kuyper moest heengaan en Goeman Borgesius hem i aanzocht om zitting te nemen in het kabinet- De Meester. Van 17 Augustus 1905 tot 11 Februari 1908, toen de Tweede Kamer door de verwerping der oorlogsbegrooting het mi- nisterie dwong heen te gaan, heeft mr. Rink j de portefeuille van binnenlandsche zaken ge- voerd. Daarna keerde hij terug in de Tweede Kamer, thans als afgevaardigde van Hooge- zand. In 1922 ging hij heen om echter het volgend jaar, in Zuid-Holland gekozen, zijn intrede te doen in de Eerste Kamer, waar h ij zijn zetel tot nu toe onafgebroken bezet en tevens de leider is der liberale fractie. In „de Vrijheid" van deze week wordt hij door velen gehuldigd, onder wie ook oud-mi nister De Visser. MINISTER TERPSTRA'S BEZUINIGING. De Haagsche correspondent van het Han- delsblad meldt, dat de minister van Onderwijs K. en W. zich met een circulaire gewend heeft tot de directeuren van de Rijks Hoogere Bur- gerscholen en de Rijkskweekscholen, alsmede tot de besturen van gesubsidieerde gymnasia, lycea, H.B.S.- en Handelsscholen, en kweek- scholen en tot de gemeentebesturen, die der- gelijke scholen onder hun beheer hebben, in welke circulaire mr. Terpstra er op wijst, dat het plicht is van ieder, die rechtstreeks of zijdelings invloed kan oefenen op den omvang der uitgaven ten laste van het rijk, er toe mede te werken, dat deze zooveel mogelijk worden beperkt, en dat geen gelegenheid tot bezuiniging ongebruikt wordt gelaten. De minister verzocht aan de hoofden van bovengenoemde onderwijsinrichtingen er ern- stig naar te streven, dat van de voor de school toegestane som een zoo groot mogelijk ge- deelte onbesteed blijft. De minister vertrouwt naar hij in z'n circulaire schrijft, dat, indien hij het aan hen, die voor den gang van zaken door E. PHILLIPS OPPENHEIM. 51) (Vervolg.) ,,Ik zal Mosenchein even opbellen om te zeggen dat u onderweg is", vervolgde hij. ,,Hij zal u wel terecht helpen, maar koop niet te veel tegelijk. Aldersey woont precies op den hoek van Stafford Street, niet ver van hier verwijderd. Dus tot straks! Ik geef u de verzekering, dat u er nooit spijt van zult hebben deze Gustave Send gekocht te hebben". De broeders bedankten hem en ver- trokken. Stephen overhandigde den brief aan den heer Mosenchein, die hen bij den ingang van het verkooplokaal, dat een eenigszins armoedigen indruk maak- te, opwachtte. De man heette hen harte- lijk welkom en stelde hen voor aan zijn verschillende vrienden, die hier en daar in de vrijwel leege zaal in groepjes ston- den te praten. De schilderijen, welke voor dien tijd verkocht werden, waren niet veel bijzonders, doch nummer 43 was lang niet onaardig. Het stelde een dame voor van volumineuse afmetingen, in mid- deleeuwsch kostuum gestoken, die pein- zend over een balcon staarde. „Wat denk jij er van George Henry?" fluisterde Stephen. ,,Het lijkt me heel goed verkondigde zijn broer. ,,Vindt je, dat wij het moeten koopen?" „In elk geval", haastte George Henry zich te zeggen. ,,jij moet maar bieden Het werd ingezet voor vijftig pond, om geleidelijk tot een bedrag van vier hon- derd en vijf en zeventig op te loopen. Toen ging het niet zoo vlot meer. Stephen was zich er van bewust, dat hij slechts een enkelen tegenstander had, een man, die zich in de buurt van Mosenchein be- vond. Hij stond op, haalde zijn lorgnet te voorschijn, en bekeek het schilderij aandachtig, waarna hij op zijn gewone, kalme manier weer plaats nam. Hij was tot de conclusie gekomen, dat er iets in het gezicht van de vrouw lag, dat hem niet beviel. ,,Als jij er niets op tegen hebt, George Henry, zal ik het laten loopen", fluisterde hij. „Bovendien ben ik bang, dat het te groot is voor onze kamers". ,,Zooals je wilt", gaf George Henry eenigszins teleurgestela toe. ,,Vier honderd en vijf en zeventig pond was het laatste bod, mijnheer", merkte de afslager op, terwijl hij hem aankeek. ,,Niemand meer dan vier honderd vijf en zeventig?" Stephen schudde ontkennend met het hoofd. ..Ik zal er geen gebruik van maken", zei hij. Geheel in zijn catalogus verdiept, be- merkte hij niets van de opschudding, die er achter in de zaal plaats vond. De hamer viel en het schilderij werd wegge- dragen. Mijnheer Mosenchein, die haas- tig van achteren kwam aanloopen, was in een woordenwisseling gewikkeld met den FOURNITURES GEN ER ALES Borluutstraat 8, GENT. Tel. 12415. (Nabij 't Stadhuis) (Ingez. Med.) helper van den afslager. Stephen voeldc groote belangstelling voor het volgende stuk, dat thans aan de beurt kwam. Dit stelde de figuur van een jongen voor die achter een eg, waarvoor een paar paarden gespannen waren, liep. Als geboeid staarde hij naar de laatste stralen der ondergaande zon. ,,Wat denk je daarvan, George Hen ry?" vroeg Stephen. ,,Laat dat alsjeblieft niet voorbijgaan". zei hij bijna smeekend. „Het is juist de goede grootte en ik ben er van overtuigd, dat de afwezigheid van elke vrouwen- figuur beter is voor onze vrijgezellen- appartementen Het bewuste doek werd ingezet op vijf en twintig pond, en Stephen bood onmiddel- lijk vijftig. Men onderscheide een on- derdrukt gefluister in een hoek van de zaal. Eenigszins aarzelend deed de heer Mosenchein het volgend bod. Stephen scheen echter vastbesloten te zijn en Mosenchein liep met zijn hoofd in de hand op en neer. Hij kocht het stuk voor honderd pond, welk bedrag hij met een cheque betaalde, terwijl hij een der knechts opdroeg dit voor hem naar de wachtende auto te brengen. „Er staan verder geen belangrijke din- gen in den catalogus", merkte Stephen op, ,,als je er dus niets op tegen hebt, zullen we nu naar kantoor gaan ,,Zeker, ik ben gereed", zei George Henry. Mijnheer Rosenhein kwam hen geheel buiten adem op straat achterop en legde zijn "hand op Stephen s schouder. „Mijnheer Underwood", zei hij, „ik geloof dat wij wel een regeling kunnen maken betreffende nummer 43. Een vriend van mij heeft het gekocht voor het bedrag van vier honderd en vijf en zeventig pond. Dit is buitengewoon goedkoop. Hij heeft echter hierdoor meer geld uitgegeven, dan hij van plan was. Het is evenwel heel moeilijk weerstand te bieden, wanneer men een schilderij voor de helft van de waarde ziet weggaan, zooals dit vandaag het geval was. Als u verantiwoordelijk zijn, zelf overlaat te beoor- deelen, op welke posten het best een vermin- dering kan worden toegepast, een bezuiniging van beleekems zal worden verkregen, zonder dat de onderwijsresultaten daardoor emstig worden geschaad. Met eenige voorbeelden maakt mr. Terpstra in de circulaire z'n bedoeling duidelijk. Op de brandstoffen zal bijv. kunnen worden be- spaard door ze tijdig voor zomerprijzen in te koopen en door met het stoken in bet a.s. winterseizoen niet te beginnen, vddrdat de temperatuur dit volstrekt noodig maakt. Er kan ook worden toegezien, dat in geen enkel lokaal langer dan noodig licbt brandt, dat alle onnoodige verlicbting ook van gangen, porta- len enz. nagelaten wordt. Aanvulling van schoolbibliotheken zou voorloopig achterwege kunnen worden gelaten. Werken alien, zoo ongeveer schreef de mi nister, van heeler harte mede om op deze wijze de lasten van 's lands scbatkist te ver- lichten dan zullen ongetwijfeld aanzienlijke bedragen bespaard en ingrijpender maatrege- len die anders onvermijdelijk zullen blijken, vermeden kunnen worden. Een dergelijke circulaire is, naar het blad verder vemam, ook uitgegaan naar het colle ge van curatoren van de rijksuniversiteiten en hoogescholen, terwijl ook op de directies van de musea een beroep is gedaan. De laat- sten zouden bijv. kunnen bezuinigen op bet aanschaffen van nieuwe schilderijen enz. De hoofden van scholen voor nijverheids- onderwijs tenslotte kunnen dezer dagen even eens een dergelijke circulaire van minister Terpstra verwachten. Intusschen is reeds gebleken, dat het be roep op medewerking niet tevergeefs is ge daan. Van verschillende kanten kwamen reeds antwoorden in, op de toch eerst onlangs uit- gegane circulaire. En uit die antwoorden blijkt, dat inderdaad als 't moest, bezuinigd kan worden. Zelfs worden verschillende wegen aangegeven, welke tot bepaalde bezuiniging kunnen leiden. Wanneer langs dezen weg iets bereikt kan worden moet dit ongetwijfeld als een betere methode worden beschouwd dan een algeheele bezuinigingsmaatregel over de geheele lime met een bepaald percentage, zooals aanvan- kelijk in de bedoeling van den minister heeft gelegen. Een dergelijke maatregel toch zou voor de eene inrichting waar reeds de uiter- ;ste zuinigheid wordt betracht, een onbillijk- heid beteekenen, terwijl bij een andere inrich ting, waar dat laatste niet zoo het geval is, een verdergaan.de bezuiniging zou kunnen worden toegepast. Minister Terpstra heeft dus een beroep op de moreele verantwoordelijkheid van hoofden en besturen willen doen. ONTEVREDEN CUBA. Uit de telegrammen over Cuba blijkt, schrijft de N. R. Crt., dat daar op het oogen- blik opstand is. Wij vreezen, dat tal van lezers weinig aandacbt zullen schenken aan dergelijke berichten. Want zij vormen vrijwel een vast© rub risk met slechts deze afwisse- ling, dat men telkens den naam van een andere ZuM-Amerikaansche republiek ermede verhonden vindt. Het gaat daar steeds rond en zoo krijigt ieder zijn beurt. Wanneer wij het wagen bier even aandacbt voor den opstand op Cuba te vragen, dan is dat niet omdat deze zooveel belangwekkender zou zijn dan bet gebruikelijke type, maar om- bereid is tien of vijf pond naar boven te gaan, zouden er misschien zaken gedaan kunnen worden". Stephen maakte een ontkennend hoofd- gebaar. „Wilt u uw vriend hartelijk bedanken voor zijn royaal aanbod, maar na het schilderij meer critisch bekeken te hebben, heb ik mijn belangstelling daarvoor ge heel verloren. Ik ben daarom erg blij het niet gekocht te hebben en mijn broer is het volkomen met me eens Op Mosenchein's gelaat speelden zich verschillende emoties af. Maar ik acht" ,begon hij Douglas veronderstelde, dat u tot vijf honderd pond zou bieden". ,,Als mijn broer of ik er iets voor had- den gevoeld, zou de prijs zeer zeker van geen belang zijn geweest". ,,En wat wilt u doen met het doek, dat u voor den heer Douglas kocht?" vroeg Mosenchein een weinig angstig. ,,Ik zie. dat het reeds in de auto geplaatst is". Stephen begon zich langzaam te ver- wijderen. ,,Ik vermoed, dat er een misverstand in het spel is", zei hij op vriendelijken toon. ,,Ik had geen opdracht van genoemden heer, doch kocht dit schilderij voor mezelf. Ik vind het bijzonder mooi, en wanneer het noodig was geweest, had ik er nog veel meer voor willen betalen Groote goedheid, man, dat wil ik gelooven", riep Mosenchein uit. ,,Het is een echte TiernayWe hebben er allemaal op geloerd, doch we lieten het u houden, omdat Douglas ,,Ik herhaal nog eens, dat het een ver- gissing zal zijn", antwoordde Stephen, die den man verre van sympathiek vond. ,,De heer Sholitt Douglas weet mijn adres, dus als hij zich met mij in verbin- ding wil stellen, kan hij dit doen". De auto reed weg, en de heer Mosen chein bleef blootshoofdsen vloekend op het trottoir staan „Die gelegenheid beviel me allerminst", bekende Stephen. „Het verbaast me een weinig, dat de dat bet soms wel aardig is een exemplaar van de species in de hand te nemen om die zij het slechts met bet bloote oog, wat nader te bekijken. Men ontdekt dan ailicht de een of andere scbilderachtige speling van. de exotische politieke natuur, die ons een. oogenblik aangenaam kan bezighouden. Het gaat op Cuba tegen den president, generaal Machado. De generaal is aan zijn tweede regeeringsperiocle bezig; dat is wel- licht een hoofdoorzaak der moeilijkhedem Want tijdens zijn eersten termijn beeft nie- mand bezwaar gemaakt tegen zijn bewdnd, ofschoon bet waarschijnlgk niet zoo erg ver- schillend zal geweest zijn. Maar bet feit dat bij, onder een doorzichtig voorwendsel, dezen tweeden termijn in beslag heeft genomen, was bij voorbaat geschikt om een ergernis te welt- ken die nu ten slotte tot uitbarsting is ge komen. Het is ermede alsof driftige lieden voor een telefooncel staan te wacbten, waarin iemand een gesprek naar bun smaak noode- loos rekt. Als die man dan, na den horen opgehangen te hebben, opbelt voor een nieuw gesprek, dan kan bet gebeuren, dat bet ge- duld der wachtenden ten einde raakt. Dit oageduld wordt voor den lezer stellig duidelijker als wij opsommen wat de grieven zijn tegen den generaal. In Mei 1929 is zijn nieuwe, zesjarige termijn begonnen. Hij had een sterke meerderheid in het Congres, en hij Het bovendien geen critiak aan bet woord komen. Zijn positie was dus sterk. Hij regeerde volmaakt als dictator. Men zou daarmede ook wel goed- of kwaad- schiks genoegen hebben genomen als de malaise, de vijand van al het goede op deze wereld, niet gekomen was. Zij die erdoor ge- troffen werden badden toen blijkbaar lang genoeg den zon in bet presidentieele water zien schijnen. Zoo kwamen dan bescbuldigingen los. De president zou een vermogen voor zich zeif hebben gebaald uit de staatsloterij. Hij zou de leden van bet Congres, die zoo trouw aan zijn zijide stonden, hebben omgekocbt door de verdeeling van 2000 collecteurskantoren, waar men de loten ver boven den wettelijken prijs verkocht, enz. Men begon nu ook emstig bezwaar te maken tegen de onderdrukking van het vrije woord, en bet willekeurig gevan- gen zetten van politieke tegemstanders. Met bet dalen van dien suikerprijs steeg de politieke ontevredenheid. (Gelukkig is bet niet zoo op Java!) In September 1930 maak- ten de studenten te Havana relletjes. Dit kwam den president echter zeer gelegen, want nu konden de verkiezingen voor bet Congres, die in November gebouden werden, onder den staat van beleg plaats vinden. Het gevolg waren natuurlijk weer nieuwe grieven. Lieden. die nooit tevreden zijrg waagden bet te beweren, dat de verkiezingen niet „vrij" waren geweest. Verder besehul- digde men nu den president nog, de prijzen van brood en melk te Havana ten eigen bate te hebben omhoog gedreven. Nieuwe relletjes braken uit, en dezen keer niet alleen m de hoofdstad. Zeventien leiders van de oppositie gingen de gevangenis in; professoren arresteerde men biji bosjes. Er vielen vele dooden en gewonden, en zelfs een aanslag op den president hoorde tot de ver- schijnselen van onrust. Nu is men dan tot zekere hoogte aan een burgeroorlog toe. In Amerika heeft men natuurlijk bijzondere belangstelling voor deze gebeurtenissen; want Cuba wordt oeconomisch door het Amerikaan- sche kapitaal beheerscht. Nadat de Veree- nigde Staten Cuba badden losgemaakt van Spanje, hebben zij zich niet alleen het recht toegekend tussdhen beide te komen voor de onafbankelijkbeid van Cuba maar zelfs, om daar een regeering te helpen handhaven die in staat is leven, bezit en persoonlijke vrijljeid- te besohermen. heer Sholitt Douglas ons heeft aange- raden daarheen te gaan." ,,Er waren meer leegloopers dan wer- kelijke koopers," gaf Stephen te kennen, ,,en het bieden scheen op een heel eigen- aardige manier in zijn werk te gaan.' ,,Ik heb nog nooit zooiets meegemaakt en ik kreeg den indruk, dat het een zoodje was, waagde George Henry op te mer- ken. ,,Ik heb er het zelfde idee van," gaf zijn broer toe. Onder deze omstandigheden ben ik blij dat wij de Italiaansche dame, niet gekocht hebben." HOOFDSTUK XXII. Op den morgen na de veiling liep Harold, onrustig voor het prive kantoor van zijn ooms op en neer. Tweemaal had hij dit reeds betreden en werd hij telkens weg- gezonden met een opdracht betreffende de zaak, zoodat hij geen gelegenheid kreeg te praten over iets, wat hem op het hart lag. Stephen en George Henry hadden dan ook nauwelijks plaats genomen aan hun tafel in de Milan" of hij kwam direct op hen toe en zijn houding was veel minder zelfbewust dan gewoonlijk. Stephen nam hem met een killen blik op. ,,Dit is niet je gewone dag om hier te lunchen, Harold," zei hij. „Ik heb iemand beloofd dat ik even met u praten zou," ieade Harold uit. ,,Wat beloofd en aan wien intor- meerde Stephen. „Sholit Douglas. Oom Stephen, u heeft hem in een heel leelijk parket gebrachf," voegde Harold er verwijtend aan toe. De broers wisselden een blik met el~ kaar, en ze waren ten zeerste verbaasd. „Verklaar je nader, Harold," verzocht Stephen. ,,Wij weten niet, wat je bedoelt, licht- te George Henry toe. ,,Wij begrijpen niet in welk opzicht ons optreden tecjenover den heer Douglas onjuist was (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 5