HEVEA
GILLET
MOTORS
- FIETSBANDEN
/ic fit loop end
l/ze/'st-er/t
PROVINCIALE STATEN VAN
ZEELAND.
GEMEENTERAAD VAN
TER NEUZEN.
(Ingez. Med.) j
"Utrecht gepleegden moord op mej. A. B., aan-
gehouden en ter beschikking van de justitie j
gesteld den 47-jarigen modelmaker W. N. te
Zuilen, op wien ter zake van dit misdrijf
reeds aanstonds de aandacht was gevallen.
AUTO IN BRAND.
Maandagavond omstreeks half elf is op den
Rotterdamschen dijk, dicht bij Schiedam, ver-
moedelijk door kortsluitimg, een auto in brand
geraakt. Een andere auto die juist passeerde
stopte direct en de bestuurder kiwam onmid-
dellyk te hulp met een bluschapparaat, waar-
door gevaar voor vernieling voorkomen werd.
EEN ONGELUK VOORKOMEN.
Maandagmiddag om 12 uur is op den be-
waakten overweg van den spoorweg Straelen
Venlo aan wachtpost I op den Molenweg
de beladen vrachtauto van den heer J. H., be-
stuurd door den chauffeur G., door de neer-
gelaten afsluitiboomen gereden. De wachter
V., die een personen trein zag naderen, liep
met een roode vlag den trein tegemoet. De
wachter van het verder op gelegen hooge sein-
huis, die ook het ongeluk zag, zette onmid-
dellijk het reeds op veilig staande signaal op
onveilig terug. Hierdoor is gelukt den trein
juist voor den op den overweg staanden auto
te doen stoppen. Met vereende krachten heeft
men den auto weggereden, zoodat de trein kon
doom'jden. Proces-verbaal is opgemaakt. De
chauffeur verklaarde den auto niet te hebben
kunnen remmen, toen hij de gesloten boom
was genaderd. De auto is niet verzekerd en is
ernstig beschadigd.
EEN ONAFHANKEUJK VORST.
Door de rechtbank te Maastricht werd
oehandeld de zaak tegen Mr. F. J. Leufkens,
zich noemende vorst van Geleen, die terecht
had gestaan terzake van het niet plakken van
zegels voor zijn dienstbode. Hij had voor zijn
verweer zich er op beroepen te zijn vorst van
een onafhankelijken staat. De rechtbank ver
klaarde verdachte niet ontvamkelijk in zijn
verweer en de officier vroeg bevestiging van
het vomnis, zijnde een geldboete.
HONDENTROUW.
In het Natuurhistorisch Maandblad vertelt
de heer Kengen een merkwaardig staaltje van
hondentrouw.
Een hond werd cadeau gedaan aan iemand
die zea K.M. verder woonde, over de Maas.
Nadat het dier eenigen tijd aan den ketting
had gelegen, werd het losgelaten. Den vol-
genden ochtend was het bij zijn vorigen baas
terug. Toen het beest hier drie jongen had
gekregen, werd het met de jongen weer naar
den nieuwen baas gebracht. Maar den vol-
genden morgen was het wederom in het oude
huis terugmet de jongen, welke het daar-
voor een voor een de Maas had overgedragen.
X>e hond had dus dien nacht 30 K.M. afgelegd
en was daarbij nog vijfmaal de Maas over-
gezwommen.
EEN ON WILLI GE GEMEENTERAAD.
Men schrijft uit Diepenveen:
Maandag zou de gemeenteraad van Die
penveen vergaderen, maar toen het aanvangs-
uur had geslagen bleef een aantal raadsleden
buiten het gemeentehuis staan en wilde niet
naar binnen. De heeren wenschten vlak voor
de gemeenteraadsverkiezimg, a.s. Woensdag,
niet te vergaderen. Bovendien was het de ge-
woonte steeds op Donderdagen te vergaderen
en daar wilden zij de hand aan houden. De
burgameester, de heer Arriens, uitte zyn ver-
ontwaardiging over de houding van een deel
der vroede vaderen en trok aan de bramdbel
van het gemeentehuis, om te verkondigen, dat
de raadsvergadering een aanvang zou nemen,
maar ook dit „alarm" hielp niets. De burge-
meester opende daarop de vergadering, doch
sloot haar spoedig weer wegems onvoltallig-
heid.
De eigenlijke oorzaak van dit conflict moet
gelegen zijn in het feit, dat op deze vergade
ring het wegenplan van een der wethouders
zou worden behandeld en men zag daarin, met
het oog op de a.s. raadsverkiezingen, politieke
propaganda. De wethouder ontkent ten stel-
ligste, dat het wegenplan een politieken ach-
tergrond heeft.
BRAND OP EEN HAVENEMPLACEMENT.
Op het havenemplaeement van St. John in
New Brunswyk (Canada) is een groote brand
uitgebroken. Talrijke graansilo's en vele in de
haven voor anker liggende schepen zijn een
prooi der vlammen geworden. Het stoomschip
...Express" van de Canadian Pacific Line werd
door een ketelexplosie die op den brand volgde
verwoest. Men vreest dat hierbij vele perso-
nen om het leven zijn gekomen. De materieele
schade bedraagt vele millioenen dollars. De
brandweercorpsen deden vergeefsche moeite
het snel om zich heen grijpende vuur te be-
strijden. De brand dreigde daarna op de stad
over te slaan, toen deze door het plotseling
omslaan van den wind van den ondergang ge-
red werd. Tot dusverre is 6en persoon gedood
terwijl talrijke gewond werden. Vier kaden
zijn volkomen afgebrand.
De brand is de grootste die men in Canada
heeft gehad sinds in 1917 het westelijk deel
van de stad Halifax door het vuur werd ver-
nield. De schade wordt geschat op ongeveer
10 millioen dollar.
ONTZAGLI.JKE HAGELBUI.
Zaterdagmiddag heeft boven de stad Rosen
heim bij Bad Branneniberg a. d. Inn in Ober-
Bayem een ontzaglijke hagelbui gewoed. Be-
geleid door een tot een orkaan aanzwellenden
wind en wolkbreukachtige regens, kletterde
de hagel neer.
Na het noodweer zag de stad er wintersch
uit. Boomen waren volkomen ontbladerd,
daken verwoest. Op het kerkhof werd het dak
van het lijkenhuis 100 M. ver over de graf-
steenen geslingerd.
Nog heviger dan in de stad Rosenheim hield
het noodweer in de omgeving huis. Hier is de
oogst volkomen verwoest.
EEN ONTPLOFFING.
Terwijl iedereen aan het werk was vond in
de staatskruitfabriek te Zagoschazoni een
ontploffing plaats, waardoor twee arbeiders
op slag werden gedood en een derde persoon
ernstig werd gewond. De ontploffing zou door
onvoorzichtigheid van de arbeiders zelf zijn
veroorzaakt.
DE IIITTEGOLF TE NEW-YORK.
In de afgeloopen dagen heeft In New-York
en omgeving weer een hittegolf een groot
aantal slachtoffers gemaakt. In totaal zijn
26 personen aan de gevolgen van de hitte
overleden. Maandag is er echter wat wind
komen opzetten, waardoor de invloed van de
warmte gebroken werd en Dinsdag viel boven
de stad een malsche regenbui.
VUANDEN DER BELGISCHE VLAG.
Twee inwoners van het Brabantsche dorp
Sinte-Kathelijne-Lombeek, een spoorwegarbei-
der en een kroegbaas hebben voor de boet-
straffelijke rechtbank der hoofdstad terecht
gestaan wegens het afrukken, in den nacht
van 11 op 12 November, van een Belgische
vlag, welke aan den gevel hing van het raad-
huis hunner gemeente. Er was slechts <5<5n
getuige, die beweerde de twee mannen, met
een ladder, op weg naar het raadhuis te heb
ben ontmoet. De beklaagden, die alle schuld
loochenden, werden veroordeeld tot ieder 2
maanden gevangenisstraf en een geldboete van
182 francs.
GERED DOOR DE PARACHUTE.
De bewoners van Sevilla zijn eenige dagen
geleden getuige geweest van een sensationeel
schouwspel. De Cubaansche vliegeracrobaat
Diego Calindo zou namelijk 't stoute stukje
wagen, op een hoogte van 700 meter van het
eene vliegtuig op een ander over te stappen.
Alles ging prachtig: het vliegtuig deinde op
de gewenschte hoogte, Calindo klom op een
van de vleugels en waarschuwde den piloot
van het andere intusschen naderbij gekomen
vliegtuig, dat alles gereed was voor den hals-
brekenden toer.
Tienduizend menschen stonden beneden in
spanning en met ingehouden adem te kyken.
Beide toestellen zoemden naast elkaar.
Wat is dat? Aarzelt Calindo?
Een seconde later ziet de menigte een man
vallen. Een gil, uitgestooten door duizenden
kelen, weerklinkt. Veertig meter duurt de
angst, dan opent zich een parachute. Calindo
die misgestapt was, is gered. Langzaam dwar-
relt hij naar beneden en komt na eenigen tyd,
afgedreven door den wind, terecht op het dak
van een auto op den weg van Sevilla naar
Cadix.
Calindo is slechts licht gewond. De eenigs-
zins onthutste chauffeur van den auto, welke
Calindo als „landingsplaats" had gekregen,
nam den accrobaat mee en vertrouwde hem in
het dorpje Los Palacios toe aan de goede zor-
gen der zusters van het ziekenhuis.
Bijdrage Provincie verpleeg-
kosten krankzinnigen.
Bij besluit van 23 Juli 1925 werd bepaald,
dat van wege de provincie een vierde der ver-
pleegkosten per jaar en per patient tot een
maximum van f 210 wordt betaald voor arm-
lastige krankzinnigen. Het totaal bedrag over
1930 was niet minder dan ruim 75.000, terwijl
de provincie dezen last geheel vrijwillig op
zich heeft genomen. Art. 30 der Armenwet
brengt de kosten, integraal ten laste der ge
meente of instelling van weldadigheid; eene
verplichting voor de provincie om hierin een
bijdrage te verleenen, kent de wet niet. Waar
ook uit anderen hoofde steeds zwaarder of
fers van de Provinciale kas worden gevergd,
terwijl anderzijds als gevolg der emstige cri
sis de bronnen van inkomsten gedurende de
volgende jaren steeds spaarzamer zullen
vloeien, is bij Ged. Staten de vraag gerezen,
of de Staten nog wel op den ingeslagen weg
mogen voortgaan. Met het oog op een goed
financieel beleid meenen zij deze vraag met
de meeste stelligheid ontkennend te moeten
beantwoorden. Temeer daar de provincie niet
bij machte is hare bronnen van inkomsten te
verruimen, en het groote meerendeel der ge-
meenten daarentegen tengevolge der nieuwe
wet op de financieele verhouding niet onbe-
langrijk hoogere bijdragen uit 's Rijks kas zal
genieten. Een en ander noopt Ged. Staten
voor te stellen met 1 Juli 1931 bedoelde bij
drage der Provincie terug te brengen van een
vierde op een achtste, tot een maximum van
f 100 per jaar en per patient. Zij spreken
daarbij de overtuiging uit, dat het meerendeel
der gemeenten of instellingen van weldadig
heid, door deze verlaging niet al te zwaar zal
worden getroffen; veel minder zwaar althans
dan met de Provincie het geval zou zijn, wan-
neer de bijdrage van een vierde zou worden
gecontinueerd.
In verband met de desbetreffende wijziging
der Armenwet en verzoeken van de directies
van Vrederust en Venray, stellen Ged. Staten
ook voor bij te dragen in de verpleging van
patienten, die niet beslist als krankzinnig te
boek staan in daarvoor aangewezen inrichtin-
gen.
Ged. Staten zetten verder in den breede uit-
een hoe de gevoerde onderhandelingen met de
directie van Vrederust over de kosten van
„nazorg", het terugbrengen der patienten in
de maatschappij, o.a. door verpleging in ge-
zinnen van familie of anderen en van „voor-
zorg", het opsporen van personen, die nu be
handeld kunnen worden zonder in een ge-
sticht te worden opgenomen. Dit samen vormt
den buitendienst, waarvan de kosten kunnen
worden onderverdeeld in: reis- en verblyfkos-
ten van den buitendienstarts en van zijn hulp;
salaris van beiden; kosten, besteed voor con
sults tie-bureaux; en verplegingskosten der
armlastige patienten.
Ged. Staten stellen voor de tot nu toe ge-
maakte kosten ad ongeveer 6000 geheel voor
rekening der Provincie te nemen en ook in
de toekomst die van ,,voor- en nazorg", be-
halve die voor de verpleging, welke voor 1la
voor rekening der provincie en voor 7Is van
die der gemeente of instelling van weldadig
heid ware te brengen.
Een andere vorm, verhooging van het ver-
pleeggeld van /800 op /810 is in dezen tijd,
nu eerder naar verlaging moet worden ge-
streefd, bezwaarlijk.
Overnaming weg in beheer en
onderhoud.
Burg, en Weth. van Heinkenszand verzoe
ken overeenkomstig het besluit van den ge
meenteraad over te nemen in toeheer en onder
houd het in die gemeente gelegen gedeelte
van den weg 's Heer ArendskerkeHeinkens
zand, welke weg voorkomt onder no. 13g van
het Provinciaal wegenplan.
Waar ibedoeld wegvak moet worden be-
schouwd als overeenkomstig het Prov. wegen
plan te zijn verbeterd zal dit in beheer en on
derhoud kunnen worden overgenomen, evenals
voor het deel, gelegen in de gemeente 's Heer
Arendskerke reeds is voorgesteld. In overeen-
stemming met het advies van den Provin-
cialen hoofdingenieur, stellen Ged. Staten voor
te bepalen, dat de gemeente jaarlijks een be
drag van 170,29 zal moeten betalen of wel
een afkoopsom van f 3784.
Provincli.le rekening 1929.
Ged. Staten stellen voor de Provinciale
rekening over 1929 vast te stellen op
8 655.379.27 in ontvang en 9.295.038.87 in
uitgaaf, alzoo een kwaad slot van 549.659,60.
H. VAN DE CALSEYDE
8 Borluutstraat (dicht bjj Stadhuis)
GENT. Tel. 12415.
(Ingez. Med.)
De P. Z. E. M.
Ged. Staten stellen voor aan de N.V. „P. Z.
E. M." een crediet te verleenen van 16.000
voor ovememing van het laagspanningsnet
der gemeente Biervliet en een van f 25.000
voor ovemame van dat der gemeente Hoek.
Verder wordt een crediet voorgesteld van
135.000 ten behoeve van de electrificatie van
de Noordgroep en wel 120.000 voor de elec
trificatie van de gemeente Tholen en over-
neming van het bedrijf der vereeniging ,,De
Oooperatieve Centrale" te Scherpenisse en
f 15.000 voor het aanhrengen van eene inrich-
ting in het station te Nieuw-Vossemeer, die
de spanning bij de wisseling van de belasting
constant houdt.
De Plompetoren te Haanistede.
Naar aanleiding van een verzoek van Jhr.
L. van Citters en J. A. Hubregtse, voorzitter
en secretaris der commissie tot het bjeen-
brengen van gelden voor de restauratie van
den z.g. Plompetoren te Haamstede om eene
subsidie, deelen Ged. Staten mede, dat reeds
in 1929 de raad van Haamstede zich tot de
Rijksregeering wendde met verzoek om ge-
noemden toren, die Rijkseigendom is, te doen
herstellen, en zij daar aan op verzoek gaame
steun hebben verleend. Zij hebben daarbij ge-
wezen op een schrijven dd. 6 Juli 1867 waar-
in de Minister van Binnenlandsche Zaken
Ged. Staten attent maakte op de wenschelijk-
heid om den toren in stand te houden en op
het daarop gegeven antwoord dd. 29 Nov.
1867, waar uit blijkt, dat destijds de Minister
van Marine den toren, als baken en heirken-
ningsteeken voor zeelieden van geen genoeg-
zaam belang beschouwde, om daaraan van-
wege zijn departement gelden te besteden,
doch dat nu de vraag was ontstaan of die in-
standhouding niet zou zijn in het belang der
visschers en andere in die streken thuis be-
hoorende kleine vaartuigen, en of daartoe dan
van provincie- of gemeentewege eenige gelden
zouden kunnen worden aangewezen.
Ged. Staten stelden toen een onderzoek in
en uit een schrijven van Burg, en Weth. van
Zierikzee bleek, dat naar het oordeel vdn de
Kamer van Koophandel en Fabrieken aldaar,
de vraag in bepaald ontkemnenden zin moest
worden heantwoord, terwijl Burg, en Weth.
voornoemd meenden, dat de toren, niettegen-
staande niemand zich daaromtrent als eige-
naar schijnt te gedragen, in vrij goeden staat
verkeerde en zeker nog vele jaren in denzelf-
den toestand zou kunnen blijven, zoolang men
hem althans ongemoeid liet.
Aan Burg, en Weth. van Haamstede werd
toen gevraagd of de toren niet geacht kon
worden eigendom dier gemeente te wezen en
in alien geval of zij zich met beheer en on
derhoud voor het vervolg zouden willen foe-
lasten. Aanvankelijk was het gemeentebe-
stuur daartoe niet ongezind onder voorwaarde
echter, dat ook de rond den toren liggende
grand als eigendom der gemeente zou worden
beschouwd. De centrale directie van Schou-
wen achtte dit in het belang der zeewering
niet raadzaam, doch was bereid het gemeente-
bestuur van Haamstede steeds den vereisch-
ten toegang tot den toren te verzekeren.
Hiema besloot de gemeenteraad van de zaak
af te zien.
Tot zoover het schrijven van 64 jaaT geleden.
Sedert 1929 hebben Ged. Staten van de zaak
niets vernomen, totdat het verzoek der com
missie inkwam. Naar aanleiding daarvan
hebben zij zich tot den Minister van Onder-
wijs, Kunsten en Wetenschappen gewend met
de vraag of de restauratie van den toren door
de Regeering alleen zal worden bevorderd,
indien ook anderen met name de provincie, in
de kosten daarvan bijdragen, zooals Ged. uit
het adres meenden te moeten afleiden, en
voorts of de genoemde commissie gerechtigd
mocht worden geacht die restauratie van
harentwege te doen uitvoeren en daartoe eene
bijdrage van de Provincie te vragen. Tevens
vroegen zij of in dat geval het de bedoeling
van de Regeering is om den toren ook na de
restauratie Rijkseigendom te doen blijven, dan
wel of hij aan een ander b.v. de gemeente
Haamstede, in eigendom zou worden over
gedragen. Blijkens het antwoord van den
Minister, mag als vrij zeker worden aange-
nomen, dat ook nh de restauratie de toren
Rijkseigendom zal blijven.
In het algemeen is er, naar de meening van
Ged. Staten, geen plaats voor finantieelen
steun van de Provincie ten behoeve van het
onderhoud van Rijkseigendommen, en in de
gegeven omstandigheden kunnen zij dan ook
geene aanleiding vinden op 's Ministers aan-
prijzen in te gaan en voor te stellen eene bij
drage te verleenen. Indien de Rijksregeering
erkent, gelijk zij doet, dat ibedoeld bouwwerk
zoowel uit historisch als uit bouwkundig oog-
punt van zoodanig belang is, dat de instand-
houding er van niet mag worden verwaar-
loosd, dan behoort het naar Ged. Staten mee
nen, ook geheel tot haar taak om die instand-
houding te bevorderen. Met een bijdrage uit
de Prov. kas tot dat doel zou bovendien een
voorbeeld gesteld worden, dat in voorkomende
gevallen wellicht navolging zou moeten vin
den. Ged. Staten stellen dan ook voor afwij-
zend op het verzoek te beschikken.
Kleine motorboot voor den
Westerscheldedienst.
Naar aanleiding van het destijds gepubli-
ceerde verzoek van de Kamer van Koophandel
en Fabrieken te Ter Neuzen om een kleine
boot voor het overbrengen van post en enkele
passagiers bij mist aan te schaffen, deelen
Ged. Staten mede, dat reeds v66rdien in hun
college de vraag was gerezen of het niet ge-
wenscht zou zijn, ten behoeve van den Wes-
terscheldedienst een dergelijk vaartuig te doen
bouwen of aan te schaffen. Inmiddels had de
Provincie de beschikking gekregen over den
nog in zeer goeden staat zijnde motor van de
Zuidvliet van den veerdienst KortgeneWol-
phaartsdijk, welke motor om het schip in
dienst te kunnen stellen op het veer Veere
Kamperland door £6n met meer capaciteit
moest worden vervangen. Op weinig kost-
bare wijze kon toen tot den bouw der bedoel
de boot worden overgegaan, waartoe de Kon.
Maatschappij ,,De Schelde" te Vlissingen zich
voor een bedrag van f 8000 bereid verklaarde,
welk bedrag alleszins aannemelijk voorkwam,
zoodat Ged. Staten meenden, toen reeds het
bouwen aan die maatschappij te moeten op-
dragen en wel om de boot gereed te hebben
vddr den tijd van het jaar, waarin de meeste
mist voorkomt. Uit een schrijven van den
Directeur blijkt, dat de hoofdafmetingen van
het vaartuig zullen zijn: lengte over alles
13.70 M.; lengte 1.1. 13.50 M.; depl. ongeveer
14.000 K.G.; B.m. 3 M..
Behalve bij mist zal het scheepje, dat met
een Deutzmotor van ongeveer 24 P.K. een
snelheid van 14 tot 16 K.M. zal hebben, ook
gebruikt worden om buiten de vastgestelde
diensturen passagiers over te brengen, die zeer
veel haast hebben en niet op een volgende
boot kunnen wachten. Wanneer het scheepje
bij mist de post zal vervoeren, is het als regel
kalm weer en waar verder het scheepje alleen
gebruikt wordt voor extra reizen kan aldus
de directeur veilig worden aangenomen, dat
het nimmer met slecht weer vaart.
De Hoofdinspecteur voor de scheepvaart,
door Ged. Staten op het plan gehoord, deelde
mede, dat het vaartuig voor zoover aan
de hand der beschikbare gegevens door hem
kon worden beoordeeld bruikbaar zal zijn
om bij niet te woelig water een beperkt aan
tal passagiers te vervoeren.
Ged. Staten vertrouwen, dat de Prov. Sta
ten zich met deze maatregelen wel zullen
kunnen vereenigen en stellen voor deze mede-
deelingen voor kennisgeving aan te nemen.
(ieen subsidie.
Ged. Staten stellen voor afwijzend te be
schikken op het verzoek van de Vereeniging
tot bevordering van vakopleiding voor hand-
werkslieden in Nederland, om een bijdrage
voor een te houden Nationaal Congres. Hoe-
zeer in 1919 200 werd toegekend voor zulk
een congres, meenen Ged. Staten, dat er thans
geen aanleiding toe bestaat nu de Provincie
wettelijk met het Nijverheidsonderwijs geen
bemoeiingen meer heeft.
Renteloos voorschot wegs-
verbetering.
Ged. Staten stellen voor een renteloos voor
schot van ten hoogste f 35.900 te geven aan
de gemeente Oost- en West Souburg voor de
verbetering van den West-Souburgschen weg,
doch niet voor 30 jaar zooals gevraagd is,
maar voor 20 jaar en zonder rekening te hou
den met de kosten van beplanting, die wel is
toe te juichen, maar niet voor Prov. steun in
aanmerking komt.
Vergadering van Maandag 15 Juni 1931,
des avonds 8 uur.
Voorzitter de heer J. Huizinga, burge-
meester.
Tegenwoordig de leden: J. J. de Jager, L. J.
Geelhoedt, D. Scheele, F. Dekker, C. A. Ver-
linde, P. F. de Bakker, H. J. Colsen, L. J. van
Driel, C. van den Bulck, D. van Aken en W.
Bedet.
Afwezig de heeren A. de Bruijne en N. A.
Hamelink.
(2. Slot.)
5. Wijziging gemeentebegrooting 1931.
Burgemeester en wethouders stellen voor:
onder de inkomsten op te nemen een post
„subsidie van het nijk in de kosten van den
werkloozensteun" 13.950;
onder de uitgaven op te nemen een post
„uitkeering van werkloozensteun" 26.000;
onder de uitgaven te verlagen de posten
„aanschailing van a. brandbluschmiddelen"
9600,„uitkeering van het rijk van het
aandeel in de kwade posten wegens de directe
belastingen" f 2450,
op den kapitaaldienst, onder de inkomsten
op te nemen een post „geldleening overge-
bracht van hoofdstuk XVI" 9600; „geld-
leening" f 9600,waarvan komt ten laste
van hoofdstuk III 9600,blrjft ten bate van
hoofdstuk XVI nihil.
In de mexnorie van toelichting wjjzen bur
gemeester en wethouders er op, dat door den
gemeenteraad met ingang van 22 Maart 1.1. is
ingevoerd een steunregeling voor de werklooze
arbeiders.
Het orgaan belast met de uitvoering van de
steunregeling heeft heden de staten ingezon-
den van over Mei 1.1. verstrekten steun. Daar-
uit bl'ijkt, dat over Mei gemiddeld ongeveer
f 800,per week moest worden uitgekeerd.
Krachtens het raadsbesluit van 26 Februari
1.1. tot instelling der steunregeling worden de
kosten bestreden door het Burgerlgk Armbe-
stuur uit de door de gemeente aan dat bestuur
toegestane subsidie.
Tot 1 Juli zal voor de werkloozen zijn uit
gekeerd een bedrag van f 12.000.
Daar het zich laat aanzien, dat de werk-
loosheid over het 2e halfjaar niet zal vermin-
deren, moet ter zake nog worden gerekend op
een uitgaaf van ongeveer f 19.000.
Over 1931 zijn de totale kosten dan te
ramen op f 31.000.
Wij hopen, dat de rijksbijdrage zal bedragen
45 welk percentage over het tij.dvak 22
Maart2 Mei 1931 wordt uitgekeerd. De
ontvangst ter zake is door ons daarom ge-
raamd op 13.950,
Wij stellen voor, de verhooging van de
raming wegens werkloozensteun thans als af-
zonderlijke post op de begrooting te ramen;
de schakel van het Burgerltjk Armibestuur
tusschen de gemeente en het orgaan vervalt
dan.
Daar in de subsidie van het Burgerlijk
Armbestuur 5000 is begrepen voor werk
loozensteun, moet nog een ipost groot 26.000
worden uitgetrokken.
Wat de post betreft onder Volgnos. 78, 329a
en 329b, in verband met de aanschaffing eener
nieuwe ibrandspuit, het thans niet mogelyk de
kosten uit de gewone middelen te vinden, In
verband hiermede stellen burgemeester en
wethouders voor de uitgaaf voor de aanschaf
fing van de brandspuit van den gewonen
dienst naar den kapitaaldienst over te bren
gen en hiervoor te zijner tijd een geldleening
te sluiten.
Volgno. 300. Doordat in 1930 een zeer hoog
bedrag voor kwade posten is ingehouden is dit
bedrag blijkens van den inspecteur der
directe belastingen ontvangen raming over
1931 aanmerkelyk lager.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
6. Onderzoek geloofsbrief benoemd lid van
d«-n gemeenteraad.
De VOORZITTER stelt den ingekomen ge
loofsbrief met ibijlagen van het ter voorziening
in de vacature ontstaande door de ontslag-
neming van den heer N. A. Hamelink be
noemd lid van den gemeenteraad den heer
A. J. Harte in handen eener commissie voor
het uitbrengen van advies, waartoe hy be
noemd de heeren Scheele en Colsen.
Gedurende het onderzoek schorst hij de ver
gadering.
Na de heropening der vergadering deelt de
heer SCHEELE namens de commissie mede,
dat de stukken in orde zyn bevonden en zy tot
toelating adviseert.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
7. Omvraag.
a. De heer VAN DRIEL wil opmerkzaam
maken op de putten liggende in de bestrating
der Dekkerstraat. Daarin is gegraven en de
putten zyn wel aangevuld, maar later verier
ingezakt. Deze kunnen zeer ligt oorzaak zyn
van vallen als men daar in het duister pas-
seert.
De VOORZITTER zegt toe, dat hiernaar zal
gezien worden.
b. De heer VAN DRIEL herinnert de vo-
rige maal te hebben verzocht de doorgang
voor de woningen aan de Van Steenbergen-
laan bij de M. Eijkestraat vrij te maken. Het
uitgegraven zand ligt daar nu al een maand
of 4 voor de woningen. Men heeft nu wel een
klein paadje vrij gemaakt, maar dat was niet
zyn bedoeling, de melkwagens, groentenkarren
en de vuilniskar kan er nu nog niet komen. De
menschen moeten met hun vuilnisbak enz. nog
ver loopen en de karren moeten een heelen
omweg maken om van de een naar de ander
te komen. Hy is van oordeel, dat daaraan nu
eens een eind moet gemaakt worden. Men
kan het uitgegraven zand best opzy gooien
op dat terrein waar dat stekelbosje staat. Het
is nu wel z66 gemaakt, dat de woningen
eenigszins beveiligd zijn en de passeerenden
niet in den put zullen vallen, maar z66 had
hij het toch niet gevraagd. Hij wenscht de
passage ook voor voertuigen open.
De heer GEELHOEDT zegt toe, dat hy aan
het verzoek zal voldoen; hij heeft trouwens
na de vorige vergadering terstond aan den
gemeentebouwmeester opdracht gegeven er
voor te zorgen.
De heer VAN DRIEL: Als u dddrmede vol-
staat wordt er weer geen donder aan gedaan.
Op die manier wordt men met een kluitje in
het riet gestuurd.
De heer GEELHOEDT kan toch de opdracht
maar geven.
De heer VAN DRIELU kunt de zaak laten
opknappen door er desnoods over de Arbeids-
beurs werkloozen op te zetten. Bovendien, als
u een opdracht geeft, moet u zorgen dat die
ook wordt uitgevoerd, of anders moet u den
gemeente-bouwmeester schorsen, als hy die
niet uitvoert. D&ar neem ik dan ook rrede
mee!
De heer GEELHOEDT: Ja
c. De heer SCHEELE wyst er op, dat in
den laatsten tijd onze gemeente bezocht werd
door gezelschappen wereldreizigers welke
rondzworven en voorzien waren van zeer
lange messen en dolken. Deze brengen bezoe-
ken bij de burgers en hy vraagt of die men
schen niet zijn te werenofte verwijderen. Men
moet wel bedenken, dat die lieden niet alleen
in de kom loopen en ook by de menschen bui
ten komen, waar ze soms vrouwen en meisjes
alleen thuis treffen. Het zou allicht kunnen
voorkomen, dat daar die bezoeken niet goed
afloopen er er ongelukken uit voortkomen. Het
is voorgekomen dat die personen welke van de
burgerij geld trachten los te krijgen, een ge-
heelen dag dronken liepen. Het wordt werke-
lijk hoog tyd, dat daartegen wordt opgetre-
den en de noodige maatregelen daarvoor wor
den getroffen, ter beveiliging van de ingezete-
nen. Men zou zich niet moeten verwonderen,
indien daar beroovingen of moorden uit voort-
kwamen.
De heer SCHEELE moet er voorts z(jn em
stige afkeuring over uitspreken, dat het gis-
teravond in de stad zoo rumoerig geweest is,
als gevolg van de vergunning die gegeven is
om eenige heeren, die hebben gemeend naar
Goes te moeten gaan voetballen, bjj hun
terugkeer alhier met muziek af te halen en
naar hun lokaal te brengen, waar zy den
avond verder feestelijk hebben gevierd. Hij zou
daarvan niets hebben gezegd, indien een en
ander op een afgesloten terrein had plaats ge
had, maar hij stelt zich op het standpunt dat
de overheid geroepen is om de schending van
de Zondagsheiliging op de openbare straat te
voorkomen en dat zij geen vergunningen mag
geven waardoor de rust op de openbare straat
wordt gestoord door het doortrekken van een
muziekgezelschap met een springende en hup-
pelende menigte.
De heer DEKKER verklaart het geheel met
den heer Scheele eens te zijn.
De heer BEDET geeft te kennen, dat het
ook zijn voornemen was, het gister voorge-
vallene weer ter sprake te brengen, dat zeer
tot zyn spyt weer is voorgekomen.
Hij- is het met den heer Scheele eens, dat
zooiets niet zou mogen voorkomen en het is
met leedwezem dat door hem iwordt waar-
genomen, dat wordt voortgegaan met zooiets
toe te laten, tot ergemis van zeer vele In
woners dezer plaats.
iSpreker wil echter niet alleen wijzen op het
principieel ibezwaar, dat daartegen by hem
bestaat, maar het is ook verboden bij artikel
21 der politieverordening, dat voorschrijft, dat
er alleen afwijking mag worden toegestaan of
vergunning verleend door burgemeester en
wethouders, terwijl, als hij goed is ingelicht de
vergunning ditmaal is gegeven door den bur
gemeester alleen en de wethouders er niet
eens over zijn gehoord. Hy moet eerlijk zeg-
gen, dat hij het nu heelemaal niet begnijpt,
want dat is dan toch een overtreding van art.
21. Hij zou hebben verwacht, dat de heer
Huizinga, wiens standpunt als burgemeester
over dit onderwerp nu eenmaal bekend is, zich
toch wel zou gehouden hebben aan de bepalin-
gen der politieverordening. Dat alles is voor
hem een bezwaar. Het is hem ter andere zjjde
aangenaam, dat gebleken is, dat voor deze
vergunning niet kan gesproken worden van
een eenstemmigheid van burgemeester en
wethouders, dat ook niet kan gezegd worden
dat iemand in het college overvleugeld is, en
hij acht zich dan ook verplicht het eerlijk te
zeggen, dat de wethouder, de heer De Jager
wiens principe daarmede ook niet in overeen-
stemming kan zijn, er geheel buiten staat. Hy
wil dit gaame openbaar uitspreken.
De heer VAN DRIEL wil hierover ook lets
zeggen, maar zal een ander geluid moeten
doen hooren, want indien hem ooit lets bevre-
diging heeft geschonken, dan was het toen hjj
gisteravond met andere menschen op straat
zynde de muziek kon zien uittrekken en
hooren, en waaruit ten duidelykste de onmls-
baarheid van een muziekgezelschap voor ge-
legenheden als die van gisterenavond bleek.
Onze politieverordening verbiedt in het al
gemeen het maken van muziek in het open
baar maar zy bepaald tevens, dat er afwy-
kingen mogen worden toegestaan, en spreker
is den voorzitter hoogst dankbaar, dat hij als
burgemeester deze vergunning heeft verleend,
tot bevrediging van de groote meerderheid der
bevolking. Dit moest nu eenmaal op Zondag
plaats hebben. Aller gedachten gaan tegen
woordig uit naar de sport en de arbeiders
kunnen die sport nu eenmaal niet anders dan
op Zondag uitoefenen, omdat ze op de dagen
der week voor hun dagelijksch brood moeten
werken.
Spreker betwist, dat het gebeurde lnbreuk
zou maken op de Zondagsheiliging en in elk
geval is gebleken, dat het naar den geest was
van het overgroote deel der bevolking, uit het
ontzaglijk aantal menschen dat bij de ont
vangst der voetballers tegenwoordig wilde
zijn. Toen het muziekgezelschap den hoek
bij Wolfert al gepasseerd was was daarachter
de Nieuwstraat geheel gevuld en stroomde het
nog van af de Scheldekade bij de aanlegplaats
der provinciale boot. Daaruit bleek, dat het
inhalen der voetballers op deze wtfze een
prachtig idee geweest is, alles ging ook orde-
lijk en opgewekt, en hij pr'rjet het in den bur
gemeester, dat deze, hoe ook zyn persoonlyke