HEVEA GILLET MOTORS - FIETSBANDEN /ic fit loop end l/ze/'st-er/t PROVINCIALE STATEN VAN ZEELAND. GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. (Ingez. Med.) j "Utrecht gepleegden moord op mej. A. B., aan- gehouden en ter beschikking van de justitie j gesteld den 47-jarigen modelmaker W. N. te Zuilen, op wien ter zake van dit misdrijf reeds aanstonds de aandacht was gevallen. AUTO IN BRAND. Maandagavond omstreeks half elf is op den Rotterdamschen dijk, dicht bij Schiedam, ver- moedelijk door kortsluitimg, een auto in brand geraakt. Een andere auto die juist passeerde stopte direct en de bestuurder kiwam onmid- dellyk te hulp met een bluschapparaat, waar- door gevaar voor vernieling voorkomen werd. EEN ONGELUK VOORKOMEN. Maandagmiddag om 12 uur is op den be- waakten overweg van den spoorweg Straelen Venlo aan wachtpost I op den Molenweg de beladen vrachtauto van den heer J. H., be- stuurd door den chauffeur G., door de neer- gelaten afsluitiboomen gereden. De wachter V., die een personen trein zag naderen, liep met een roode vlag den trein tegemoet. De wachter van het verder op gelegen hooge sein- huis, die ook het ongeluk zag, zette onmid- dellijk het reeds op veilig staande signaal op onveilig terug. Hierdoor is gelukt den trein juist voor den op den overweg staanden auto te doen stoppen. Met vereende krachten heeft men den auto weggereden, zoodat de trein kon doom'jden. Proces-verbaal is opgemaakt. De chauffeur verklaarde den auto niet te hebben kunnen remmen, toen hij de gesloten boom was genaderd. De auto is niet verzekerd en is ernstig beschadigd. EEN ONAFHANKEUJK VORST. Door de rechtbank te Maastricht werd oehandeld de zaak tegen Mr. F. J. Leufkens, zich noemende vorst van Geleen, die terecht had gestaan terzake van het niet plakken van zegels voor zijn dienstbode. Hij had voor zijn verweer zich er op beroepen te zijn vorst van een onafhankelijken staat. De rechtbank ver klaarde verdachte niet ontvamkelijk in zijn verweer en de officier vroeg bevestiging van het vomnis, zijnde een geldboete. HONDENTROUW. In het Natuurhistorisch Maandblad vertelt de heer Kengen een merkwaardig staaltje van hondentrouw. Een hond werd cadeau gedaan aan iemand die zea K.M. verder woonde, over de Maas. Nadat het dier eenigen tijd aan den ketting had gelegen, werd het losgelaten. Den vol- genden ochtend was het bij zijn vorigen baas terug. Toen het beest hier drie jongen had gekregen, werd het met de jongen weer naar den nieuwen baas gebracht. Maar den vol- genden morgen was het wederom in het oude huis terugmet de jongen, welke het daar- voor een voor een de Maas had overgedragen. X>e hond had dus dien nacht 30 K.M. afgelegd en was daarbij nog vijfmaal de Maas over- gezwommen. EEN ON WILLI GE GEMEENTERAAD. Men schrijft uit Diepenveen: Maandag zou de gemeenteraad van Die penveen vergaderen, maar toen het aanvangs- uur had geslagen bleef een aantal raadsleden buiten het gemeentehuis staan en wilde niet naar binnen. De heeren wenschten vlak voor de gemeenteraadsverkiezimg, a.s. Woensdag, niet te vergaderen. Bovendien was het de ge- woonte steeds op Donderdagen te vergaderen en daar wilden zij de hand aan houden. De burgameester, de heer Arriens, uitte zyn ver- ontwaardiging over de houding van een deel der vroede vaderen en trok aan de bramdbel van het gemeentehuis, om te verkondigen, dat de raadsvergadering een aanvang zou nemen, maar ook dit „alarm" hielp niets. De burge- meester opende daarop de vergadering, doch sloot haar spoedig weer wegems onvoltallig- heid. De eigenlijke oorzaak van dit conflict moet gelegen zijn in het feit, dat op deze vergade ring het wegenplan van een der wethouders zou worden behandeld en men zag daarin, met het oog op de a.s. raadsverkiezingen, politieke propaganda. De wethouder ontkent ten stel- ligste, dat het wegenplan een politieken ach- tergrond heeft. BRAND OP EEN HAVENEMPLACEMENT. Op het havenemplaeement van St. John in New Brunswyk (Canada) is een groote brand uitgebroken. Talrijke graansilo's en vele in de haven voor anker liggende schepen zijn een prooi der vlammen geworden. Het stoomschip ...Express" van de Canadian Pacific Line werd door een ketelexplosie die op den brand volgde verwoest. Men vreest dat hierbij vele perso- nen om het leven zijn gekomen. De materieele schade bedraagt vele millioenen dollars. De brandweercorpsen deden vergeefsche moeite het snel om zich heen grijpende vuur te be- strijden. De brand dreigde daarna op de stad over te slaan, toen deze door het plotseling omslaan van den wind van den ondergang ge- red werd. Tot dusverre is 6en persoon gedood terwijl talrijke gewond werden. Vier kaden zijn volkomen afgebrand. De brand is de grootste die men in Canada heeft gehad sinds in 1917 het westelijk deel van de stad Halifax door het vuur werd ver- nield. De schade wordt geschat op ongeveer 10 millioen dollar. ONTZAGLI.JKE HAGELBUI. Zaterdagmiddag heeft boven de stad Rosen heim bij Bad Branneniberg a. d. Inn in Ober- Bayem een ontzaglijke hagelbui gewoed. Be- geleid door een tot een orkaan aanzwellenden wind en wolkbreukachtige regens, kletterde de hagel neer. Na het noodweer zag de stad er wintersch uit. Boomen waren volkomen ontbladerd, daken verwoest. Op het kerkhof werd het dak van het lijkenhuis 100 M. ver over de graf- steenen geslingerd. Nog heviger dan in de stad Rosenheim hield het noodweer in de omgeving huis. Hier is de oogst volkomen verwoest. EEN ONTPLOFFING. Terwijl iedereen aan het werk was vond in de staatskruitfabriek te Zagoschazoni een ontploffing plaats, waardoor twee arbeiders op slag werden gedood en een derde persoon ernstig werd gewond. De ontploffing zou door onvoorzichtigheid van de arbeiders zelf zijn veroorzaakt. DE IIITTEGOLF TE NEW-YORK. In de afgeloopen dagen heeft In New-York en omgeving weer een hittegolf een groot aantal slachtoffers gemaakt. In totaal zijn 26 personen aan de gevolgen van de hitte overleden. Maandag is er echter wat wind komen opzetten, waardoor de invloed van de warmte gebroken werd en Dinsdag viel boven de stad een malsche regenbui. VUANDEN DER BELGISCHE VLAG. Twee inwoners van het Brabantsche dorp Sinte-Kathelijne-Lombeek, een spoorwegarbei- der en een kroegbaas hebben voor de boet- straffelijke rechtbank der hoofdstad terecht gestaan wegens het afrukken, in den nacht van 11 op 12 November, van een Belgische vlag, welke aan den gevel hing van het raad- huis hunner gemeente. Er was slechts <5<5n getuige, die beweerde de twee mannen, met een ladder, op weg naar het raadhuis te heb ben ontmoet. De beklaagden, die alle schuld loochenden, werden veroordeeld tot ieder 2 maanden gevangenisstraf en een geldboete van 182 francs. GERED DOOR DE PARACHUTE. De bewoners van Sevilla zijn eenige dagen geleden getuige geweest van een sensationeel schouwspel. De Cubaansche vliegeracrobaat Diego Calindo zou namelijk 't stoute stukje wagen, op een hoogte van 700 meter van het eene vliegtuig op een ander over te stappen. Alles ging prachtig: het vliegtuig deinde op de gewenschte hoogte, Calindo klom op een van de vleugels en waarschuwde den piloot van het andere intusschen naderbij gekomen vliegtuig, dat alles gereed was voor den hals- brekenden toer. Tienduizend menschen stonden beneden in spanning en met ingehouden adem te kyken. Beide toestellen zoemden naast elkaar. Wat is dat? Aarzelt Calindo? Een seconde later ziet de menigte een man vallen. Een gil, uitgestooten door duizenden kelen, weerklinkt. Veertig meter duurt de angst, dan opent zich een parachute. Calindo die misgestapt was, is gered. Langzaam dwar- relt hij naar beneden en komt na eenigen tyd, afgedreven door den wind, terecht op het dak van een auto op den weg van Sevilla naar Cadix. Calindo is slechts licht gewond. De eenigs- zins onthutste chauffeur van den auto, welke Calindo als „landingsplaats" had gekregen, nam den accrobaat mee en vertrouwde hem in het dorpje Los Palacios toe aan de goede zor- gen der zusters van het ziekenhuis. Bijdrage Provincie verpleeg- kosten krankzinnigen. Bij besluit van 23 Juli 1925 werd bepaald, dat van wege de provincie een vierde der ver- pleegkosten per jaar en per patient tot een maximum van f 210 wordt betaald voor arm- lastige krankzinnigen. Het totaal bedrag over 1930 was niet minder dan ruim 75.000, terwijl de provincie dezen last geheel vrijwillig op zich heeft genomen. Art. 30 der Armenwet brengt de kosten, integraal ten laste der ge meente of instelling van weldadigheid; eene verplichting voor de provincie om hierin een bijdrage te verleenen, kent de wet niet. Waar ook uit anderen hoofde steeds zwaarder of fers van de Provinciale kas worden gevergd, terwijl anderzijds als gevolg der emstige cri sis de bronnen van inkomsten gedurende de volgende jaren steeds spaarzamer zullen vloeien, is bij Ged. Staten de vraag gerezen, of de Staten nog wel op den ingeslagen weg mogen voortgaan. Met het oog op een goed financieel beleid meenen zij deze vraag met de meeste stelligheid ontkennend te moeten beantwoorden. Temeer daar de provincie niet bij machte is hare bronnen van inkomsten te verruimen, en het groote meerendeel der ge- meenten daarentegen tengevolge der nieuwe wet op de financieele verhouding niet onbe- langrijk hoogere bijdragen uit 's Rijks kas zal genieten. Een en ander noopt Ged. Staten voor te stellen met 1 Juli 1931 bedoelde bij drage der Provincie terug te brengen van een vierde op een achtste, tot een maximum van f 100 per jaar en per patient. Zij spreken daarbij de overtuiging uit, dat het meerendeel der gemeenten of instellingen van weldadig heid, door deze verlaging niet al te zwaar zal worden getroffen; veel minder zwaar althans dan met de Provincie het geval zou zijn, wan- neer de bijdrage van een vierde zou worden gecontinueerd. In verband met de desbetreffende wijziging der Armenwet en verzoeken van de directies van Vrederust en Venray, stellen Ged. Staten ook voor bij te dragen in de verpleging van patienten, die niet beslist als krankzinnig te boek staan in daarvoor aangewezen inrichtin- gen. Ged. Staten zetten verder in den breede uit- een hoe de gevoerde onderhandelingen met de directie van Vrederust over de kosten van „nazorg", het terugbrengen der patienten in de maatschappij, o.a. door verpleging in ge- zinnen van familie of anderen en van „voor- zorg", het opsporen van personen, die nu be handeld kunnen worden zonder in een ge- sticht te worden opgenomen. Dit samen vormt den buitendienst, waarvan de kosten kunnen worden onderverdeeld in: reis- en verblyfkos- ten van den buitendienstarts en van zijn hulp; salaris van beiden; kosten, besteed voor con sults tie-bureaux; en verplegingskosten der armlastige patienten. Ged. Staten stellen voor de tot nu toe ge- maakte kosten ad ongeveer 6000 geheel voor rekening der Provincie te nemen en ook in de toekomst die van ,,voor- en nazorg", be- halve die voor de verpleging, welke voor 1la voor rekening der provincie en voor 7Is van die der gemeente of instelling van weldadig heid ware te brengen. Een andere vorm, verhooging van het ver- pleeggeld van /800 op /810 is in dezen tijd, nu eerder naar verlaging moet worden ge- streefd, bezwaarlijk. Overnaming weg in beheer en onderhoud. Burg, en Weth. van Heinkenszand verzoe ken overeenkomstig het besluit van den ge meenteraad over te nemen in toeheer en onder houd het in die gemeente gelegen gedeelte van den weg 's Heer ArendskerkeHeinkens zand, welke weg voorkomt onder no. 13g van het Provinciaal wegenplan. Waar ibedoeld wegvak moet worden be- schouwd als overeenkomstig het Prov. wegen plan te zijn verbeterd zal dit in beheer en on derhoud kunnen worden overgenomen, evenals voor het deel, gelegen in de gemeente 's Heer Arendskerke reeds is voorgesteld. In overeen- stemming met het advies van den Provin- cialen hoofdingenieur, stellen Ged. Staten voor te bepalen, dat de gemeente jaarlijks een be drag van 170,29 zal moeten betalen of wel een afkoopsom van f 3784. Provincli.le rekening 1929. Ged. Staten stellen voor de Provinciale rekening over 1929 vast te stellen op 8 655.379.27 in ontvang en 9.295.038.87 in uitgaaf, alzoo een kwaad slot van 549.659,60. H. VAN DE CALSEYDE 8 Borluutstraat (dicht bjj Stadhuis) GENT. Tel. 12415. (Ingez. Med.) De P. Z. E. M. Ged. Staten stellen voor aan de N.V. „P. Z. E. M." een crediet te verleenen van 16.000 voor ovememing van het laagspanningsnet der gemeente Biervliet en een van f 25.000 voor ovemame van dat der gemeente Hoek. Verder wordt een crediet voorgesteld van 135.000 ten behoeve van de electrificatie van de Noordgroep en wel 120.000 voor de elec trificatie van de gemeente Tholen en over- neming van het bedrijf der vereeniging ,,De Oooperatieve Centrale" te Scherpenisse en f 15.000 voor het aanhrengen van eene inrich- ting in het station te Nieuw-Vossemeer, die de spanning bij de wisseling van de belasting constant houdt. De Plompetoren te Haanistede. Naar aanleiding van een verzoek van Jhr. L. van Citters en J. A. Hubregtse, voorzitter en secretaris der commissie tot het bjeen- brengen van gelden voor de restauratie van den z.g. Plompetoren te Haamstede om eene subsidie, deelen Ged. Staten mede, dat reeds in 1929 de raad van Haamstede zich tot de Rijksregeering wendde met verzoek om ge- noemden toren, die Rijkseigendom is, te doen herstellen, en zij daar aan op verzoek gaame steun hebben verleend. Zij hebben daarbij ge- wezen op een schrijven dd. 6 Juli 1867 waar- in de Minister van Binnenlandsche Zaken Ged. Staten attent maakte op de wenschelijk- heid om den toren in stand te houden en op het daarop gegeven antwoord dd. 29 Nov. 1867, waar uit blijkt, dat destijds de Minister van Marine den toren, als baken en heirken- ningsteeken voor zeelieden van geen genoeg- zaam belang beschouwde, om daaraan van- wege zijn departement gelden te besteden, doch dat nu de vraag was ontstaan of die in- standhouding niet zou zijn in het belang der visschers en andere in die streken thuis be- hoorende kleine vaartuigen, en of daartoe dan van provincie- of gemeentewege eenige gelden zouden kunnen worden aangewezen. Ged. Staten stelden toen een onderzoek in en uit een schrijven van Burg, en Weth. van Zierikzee bleek, dat naar het oordeel vdn de Kamer van Koophandel en Fabrieken aldaar, de vraag in bepaald ontkemnenden zin moest worden heantwoord, terwijl Burg, en Weth. voornoemd meenden, dat de toren, niettegen- staande niemand zich daaromtrent als eige- naar schijnt te gedragen, in vrij goeden staat verkeerde en zeker nog vele jaren in denzelf- den toestand zou kunnen blijven, zoolang men hem althans ongemoeid liet. Aan Burg, en Weth. van Haamstede werd toen gevraagd of de toren niet geacht kon worden eigendom dier gemeente te wezen en in alien geval of zij zich met beheer en on derhoud voor het vervolg zouden willen foe- lasten. Aanvankelijk was het gemeentebe- stuur daartoe niet ongezind onder voorwaarde echter, dat ook de rond den toren liggende grand als eigendom der gemeente zou worden beschouwd. De centrale directie van Schou- wen achtte dit in het belang der zeewering niet raadzaam, doch was bereid het gemeente- bestuur van Haamstede steeds den vereisch- ten toegang tot den toren te verzekeren. Hiema besloot de gemeenteraad van de zaak af te zien. Tot zoover het schrijven van 64 jaaT geleden. Sedert 1929 hebben Ged. Staten van de zaak niets vernomen, totdat het verzoek der com missie inkwam. Naar aanleiding daarvan hebben zij zich tot den Minister van Onder- wijs, Kunsten en Wetenschappen gewend met de vraag of de restauratie van den toren door de Regeering alleen zal worden bevorderd, indien ook anderen met name de provincie, in de kosten daarvan bijdragen, zooals Ged. uit het adres meenden te moeten afleiden, en voorts of de genoemde commissie gerechtigd mocht worden geacht die restauratie van harentwege te doen uitvoeren en daartoe eene bijdrage van de Provincie te vragen. Tevens vroegen zij of in dat geval het de bedoeling van de Regeering is om den toren ook na de restauratie Rijkseigendom te doen blijven, dan wel of hij aan een ander b.v. de gemeente Haamstede, in eigendom zou worden over gedragen. Blijkens het antwoord van den Minister, mag als vrij zeker worden aange- nomen, dat ook nh de restauratie de toren Rijkseigendom zal blijven. In het algemeen is er, naar de meening van Ged. Staten, geen plaats voor finantieelen steun van de Provincie ten behoeve van het onderhoud van Rijkseigendommen, en in de gegeven omstandigheden kunnen zij dan ook geene aanleiding vinden op 's Ministers aan- prijzen in te gaan en voor te stellen eene bij drage te verleenen. Indien de Rijksregeering erkent, gelijk zij doet, dat ibedoeld bouwwerk zoowel uit historisch als uit bouwkundig oog- punt van zoodanig belang is, dat de instand- houding er van niet mag worden verwaar- loosd, dan behoort het naar Ged. Staten mee nen, ook geheel tot haar taak om die instand- houding te bevorderen. Met een bijdrage uit de Prov. kas tot dat doel zou bovendien een voorbeeld gesteld worden, dat in voorkomende gevallen wellicht navolging zou moeten vin den. Ged. Staten stellen dan ook voor afwij- zend op het verzoek te beschikken. Kleine motorboot voor den Westerscheldedienst. Naar aanleiding van het destijds gepubli- ceerde verzoek van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Ter Neuzen om een kleine boot voor het overbrengen van post en enkele passagiers bij mist aan te schaffen, deelen Ged. Staten mede, dat reeds v66rdien in hun college de vraag was gerezen of het niet ge- wenscht zou zijn, ten behoeve van den Wes- terscheldedienst een dergelijk vaartuig te doen bouwen of aan te schaffen. Inmiddels had de Provincie de beschikking gekregen over den nog in zeer goeden staat zijnde motor van de Zuidvliet van den veerdienst KortgeneWol- phaartsdijk, welke motor om het schip in dienst te kunnen stellen op het veer Veere Kamperland door £6n met meer capaciteit moest worden vervangen. Op weinig kost- bare wijze kon toen tot den bouw der bedoel de boot worden overgegaan, waartoe de Kon. Maatschappij ,,De Schelde" te Vlissingen zich voor een bedrag van f 8000 bereid verklaarde, welk bedrag alleszins aannemelijk voorkwam, zoodat Ged. Staten meenden, toen reeds het bouwen aan die maatschappij te moeten op- dragen en wel om de boot gereed te hebben vddr den tijd van het jaar, waarin de meeste mist voorkomt. Uit een schrijven van den Directeur blijkt, dat de hoofdafmetingen van het vaartuig zullen zijn: lengte over alles 13.70 M.; lengte 1.1. 13.50 M.; depl. ongeveer 14.000 K.G.; B.m. 3 M.. Behalve bij mist zal het scheepje, dat met een Deutzmotor van ongeveer 24 P.K. een snelheid van 14 tot 16 K.M. zal hebben, ook gebruikt worden om buiten de vastgestelde diensturen passagiers over te brengen, die zeer veel haast hebben en niet op een volgende boot kunnen wachten. Wanneer het scheepje bij mist de post zal vervoeren, is het als regel kalm weer en waar verder het scheepje alleen gebruikt wordt voor extra reizen kan aldus de directeur veilig worden aangenomen, dat het nimmer met slecht weer vaart. De Hoofdinspecteur voor de scheepvaart, door Ged. Staten op het plan gehoord, deelde mede, dat het vaartuig voor zoover aan de hand der beschikbare gegevens door hem kon worden beoordeeld bruikbaar zal zijn om bij niet te woelig water een beperkt aan tal passagiers te vervoeren. Ged. Staten vertrouwen, dat de Prov. Sta ten zich met deze maatregelen wel zullen kunnen vereenigen en stellen voor deze mede- deelingen voor kennisgeving aan te nemen. (ieen subsidie. Ged. Staten stellen voor afwijzend te be schikken op het verzoek van de Vereeniging tot bevordering van vakopleiding voor hand- werkslieden in Nederland, om een bijdrage voor een te houden Nationaal Congres. Hoe- zeer in 1919 200 werd toegekend voor zulk een congres, meenen Ged. Staten, dat er thans geen aanleiding toe bestaat nu de Provincie wettelijk met het Nijverheidsonderwijs geen bemoeiingen meer heeft. Renteloos voorschot wegs- verbetering. Ged. Staten stellen voor een renteloos voor schot van ten hoogste f 35.900 te geven aan de gemeente Oost- en West Souburg voor de verbetering van den West-Souburgschen weg, doch niet voor 30 jaar zooals gevraagd is, maar voor 20 jaar en zonder rekening te hou den met de kosten van beplanting, die wel is toe te juichen, maar niet voor Prov. steun in aanmerking komt. Vergadering van Maandag 15 Juni 1931, des avonds 8 uur. Voorzitter de heer J. Huizinga, burge- meester. Tegenwoordig de leden: J. J. de Jager, L. J. Geelhoedt, D. Scheele, F. Dekker, C. A. Ver- linde, P. F. de Bakker, H. J. Colsen, L. J. van Driel, C. van den Bulck, D. van Aken en W. Bedet. Afwezig de heeren A. de Bruijne en N. A. Hamelink. (2. Slot.) 5. Wijziging gemeentebegrooting 1931. Burgemeester en wethouders stellen voor: onder de inkomsten op te nemen een post „subsidie van het nijk in de kosten van den werkloozensteun" 13.950; onder de uitgaven op te nemen een post „uitkeering van werkloozensteun" 26.000; onder de uitgaven te verlagen de posten „aanschailing van a. brandbluschmiddelen" 9600,„uitkeering van het rijk van het aandeel in de kwade posten wegens de directe belastingen" f 2450, op den kapitaaldienst, onder de inkomsten op te nemen een post „geldleening overge- bracht van hoofdstuk XVI" 9600; „geld- leening" f 9600,waarvan komt ten laste van hoofdstuk III 9600,blrjft ten bate van hoofdstuk XVI nihil. In de mexnorie van toelichting wjjzen bur gemeester en wethouders er op, dat door den gemeenteraad met ingang van 22 Maart 1.1. is ingevoerd een steunregeling voor de werklooze arbeiders. Het orgaan belast met de uitvoering van de steunregeling heeft heden de staten ingezon- den van over Mei 1.1. verstrekten steun. Daar- uit bl'ijkt, dat over Mei gemiddeld ongeveer f 800,per week moest worden uitgekeerd. Krachtens het raadsbesluit van 26 Februari 1.1. tot instelling der steunregeling worden de kosten bestreden door het Burgerlgk Armbe- stuur uit de door de gemeente aan dat bestuur toegestane subsidie. Tot 1 Juli zal voor de werkloozen zijn uit gekeerd een bedrag van f 12.000. Daar het zich laat aanzien, dat de werk- loosheid over het 2e halfjaar niet zal vermin- deren, moet ter zake nog worden gerekend op een uitgaaf van ongeveer f 19.000. Over 1931 zijn de totale kosten dan te ramen op f 31.000. Wij hopen, dat de rijksbijdrage zal bedragen 45 welk percentage over het tij.dvak 22 Maart2 Mei 1931 wordt uitgekeerd. De ontvangst ter zake is door ons daarom ge- raamd op 13.950, Wij stellen voor, de verhooging van de raming wegens werkloozensteun thans als af- zonderlijke post op de begrooting te ramen; de schakel van het Burgerltjk Armibestuur tusschen de gemeente en het orgaan vervalt dan. Daar in de subsidie van het Burgerlijk Armbestuur 5000 is begrepen voor werk loozensteun, moet nog een ipost groot 26.000 worden uitgetrokken. Wat de post betreft onder Volgnos. 78, 329a en 329b, in verband met de aanschaffing eener nieuwe ibrandspuit, het thans niet mogelyk de kosten uit de gewone middelen te vinden, In verband hiermede stellen burgemeester en wethouders voor de uitgaaf voor de aanschaf fing van de brandspuit van den gewonen dienst naar den kapitaaldienst over te bren gen en hiervoor te zijner tijd een geldleening te sluiten. Volgno. 300. Doordat in 1930 een zeer hoog bedrag voor kwade posten is ingehouden is dit bedrag blijkens van den inspecteur der directe belastingen ontvangen raming over 1931 aanmerkelyk lager. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 6. Onderzoek geloofsbrief benoemd lid van d«-n gemeenteraad. De VOORZITTER stelt den ingekomen ge loofsbrief met ibijlagen van het ter voorziening in de vacature ontstaande door de ontslag- neming van den heer N. A. Hamelink be noemd lid van den gemeenteraad den heer A. J. Harte in handen eener commissie voor het uitbrengen van advies, waartoe hy be noemd de heeren Scheele en Colsen. Gedurende het onderzoek schorst hij de ver gadering. Na de heropening der vergadering deelt de heer SCHEELE namens de commissie mede, dat de stukken in orde zyn bevonden en zy tot toelating adviseert. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 7. Omvraag. a. De heer VAN DRIEL wil opmerkzaam maken op de putten liggende in de bestrating der Dekkerstraat. Daarin is gegraven en de putten zyn wel aangevuld, maar later verier ingezakt. Deze kunnen zeer ligt oorzaak zyn van vallen als men daar in het duister pas- seert. De VOORZITTER zegt toe, dat hiernaar zal gezien worden. b. De heer VAN DRIEL herinnert de vo- rige maal te hebben verzocht de doorgang voor de woningen aan de Van Steenbergen- laan bij de M. Eijkestraat vrij te maken. Het uitgegraven zand ligt daar nu al een maand of 4 voor de woningen. Men heeft nu wel een klein paadje vrij gemaakt, maar dat was niet zyn bedoeling, de melkwagens, groentenkarren en de vuilniskar kan er nu nog niet komen. De menschen moeten met hun vuilnisbak enz. nog ver loopen en de karren moeten een heelen omweg maken om van de een naar de ander te komen. Hy is van oordeel, dat daaraan nu eens een eind moet gemaakt worden. Men kan het uitgegraven zand best opzy gooien op dat terrein waar dat stekelbosje staat. Het is nu wel z66 gemaakt, dat de woningen eenigszins beveiligd zijn en de passeerenden niet in den put zullen vallen, maar z66 had hij het toch niet gevraagd. Hij wenscht de passage ook voor voertuigen open. De heer GEELHOEDT zegt toe, dat hy aan het verzoek zal voldoen; hij heeft trouwens na de vorige vergadering terstond aan den gemeentebouwmeester opdracht gegeven er voor te zorgen. De heer VAN DRIEL: Als u dddrmede vol- staat wordt er weer geen donder aan gedaan. Op die manier wordt men met een kluitje in het riet gestuurd. De heer GEELHOEDT kan toch de opdracht maar geven. De heer VAN DRIELU kunt de zaak laten opknappen door er desnoods over de Arbeids- beurs werkloozen op te zetten. Bovendien, als u een opdracht geeft, moet u zorgen dat die ook wordt uitgevoerd, of anders moet u den gemeente-bouwmeester schorsen, als hy die niet uitvoert. D&ar neem ik dan ook rrede mee! De heer GEELHOEDT: Ja c. De heer SCHEELE wyst er op, dat in den laatsten tijd onze gemeente bezocht werd door gezelschappen wereldreizigers welke rondzworven en voorzien waren van zeer lange messen en dolken. Deze brengen bezoe- ken bij de burgers en hy vraagt of die men schen niet zijn te werenofte verwijderen. Men moet wel bedenken, dat die lieden niet alleen in de kom loopen en ook by de menschen bui ten komen, waar ze soms vrouwen en meisjes alleen thuis treffen. Het zou allicht kunnen voorkomen, dat daar die bezoeken niet goed afloopen er er ongelukken uit voortkomen. Het is voorgekomen dat die personen welke van de burgerij geld trachten los te krijgen, een ge- heelen dag dronken liepen. Het wordt werke- lijk hoog tyd, dat daartegen wordt opgetre- den en de noodige maatregelen daarvoor wor den getroffen, ter beveiliging van de ingezete- nen. Men zou zich niet moeten verwonderen, indien daar beroovingen of moorden uit voort- kwamen. De heer SCHEELE moet er voorts z(jn em stige afkeuring over uitspreken, dat het gis- teravond in de stad zoo rumoerig geweest is, als gevolg van de vergunning die gegeven is om eenige heeren, die hebben gemeend naar Goes te moeten gaan voetballen, bjj hun terugkeer alhier met muziek af te halen en naar hun lokaal te brengen, waar zy den avond verder feestelijk hebben gevierd. Hij zou daarvan niets hebben gezegd, indien een en ander op een afgesloten terrein had plaats ge had, maar hij stelt zich op het standpunt dat de overheid geroepen is om de schending van de Zondagsheiliging op de openbare straat te voorkomen en dat zij geen vergunningen mag geven waardoor de rust op de openbare straat wordt gestoord door het doortrekken van een muziekgezelschap met een springende en hup- pelende menigte. De heer DEKKER verklaart het geheel met den heer Scheele eens te zijn. De heer BEDET geeft te kennen, dat het ook zijn voornemen was, het gister voorge- vallene weer ter sprake te brengen, dat zeer tot zyn spyt weer is voorgekomen. Hij- is het met den heer Scheele eens, dat zooiets niet zou mogen voorkomen en het is met leedwezem dat door hem iwordt waar- genomen, dat wordt voortgegaan met zooiets toe te laten, tot ergemis van zeer vele In woners dezer plaats. iSpreker wil echter niet alleen wijzen op het principieel ibezwaar, dat daartegen by hem bestaat, maar het is ook verboden bij artikel 21 der politieverordening, dat voorschrijft, dat er alleen afwijking mag worden toegestaan of vergunning verleend door burgemeester en wethouders, terwijl, als hij goed is ingelicht de vergunning ditmaal is gegeven door den bur gemeester alleen en de wethouders er niet eens over zijn gehoord. Hy moet eerlijk zeg- gen, dat hij het nu heelemaal niet begnijpt, want dat is dan toch een overtreding van art. 21. Hij zou hebben verwacht, dat de heer Huizinga, wiens standpunt als burgemeester over dit onderwerp nu eenmaal bekend is, zich toch wel zou gehouden hebben aan de bepalin- gen der politieverordening. Dat alles is voor hem een bezwaar. Het is hem ter andere zjjde aangenaam, dat gebleken is, dat voor deze vergunning niet kan gesproken worden van een eenstemmigheid van burgemeester en wethouders, dat ook niet kan gezegd worden dat iemand in het college overvleugeld is, en hij acht zich dan ook verplicht het eerlijk te zeggen, dat de wethouder, de heer De Jager wiens principe daarmede ook niet in overeen- stemming kan zijn, er geheel buiten staat. Hy wil dit gaame openbaar uitspreken. De heer VAN DRIEL wil hierover ook lets zeggen, maar zal een ander geluid moeten doen hooren, want indien hem ooit lets bevre- diging heeft geschonken, dan was het toen hjj gisteravond met andere menschen op straat zynde de muziek kon zien uittrekken en hooren, en waaruit ten duidelykste de onmls- baarheid van een muziekgezelschap voor ge- legenheden als die van gisterenavond bleek. Onze politieverordening verbiedt in het al gemeen het maken van muziek in het open baar maar zy bepaald tevens, dat er afwy- kingen mogen worden toegestaan, en spreker is den voorzitter hoogst dankbaar, dat hij als burgemeester deze vergunning heeft verleend, tot bevrediging van de groote meerderheid der bevolking. Dit moest nu eenmaal op Zondag plaats hebben. Aller gedachten gaan tegen woordig uit naar de sport en de arbeiders kunnen die sport nu eenmaal niet anders dan op Zondag uitoefenen, omdat ze op de dagen der week voor hun dagelijksch brood moeten werken. Spreker betwist, dat het gebeurde lnbreuk zou maken op de Zondagsheiliging en in elk geval is gebleken, dat het naar den geest was van het overgroote deel der bevolking, uit het ontzaglijk aantal menschen dat bij de ont vangst der voetballers tegenwoordig wilde zijn. Toen het muziekgezelschap den hoek bij Wolfert al gepasseerd was was daarachter de Nieuwstraat geheel gevuld en stroomde het nog van af de Scheldekade bij de aanlegplaats der provinciale boot. Daaruit bleek, dat het inhalen der voetballers op deze wtfze een prachtig idee geweest is, alles ging ook orde- lijk en opgewekt, en hij pr'rjet het in den bur gemeester, dat deze, hoe ook zyn persoonlyke

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 2