msm Hoofdpijn en Kiespsjn GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. FJETSBANDENj Mijnhardt's Poeders Vergadering van Donderdag 21 Mei 1931, <j3c nainiddags 2 uur. Voorzitter de heer J. Huizinga, burge meester. Tegenwoordig de leden: J. J. de Jager, L. J. Geelhoedt, D. Scheele, C. A. Verlinde, A. de Bruijne, P. F. de Bakker, H. J. Colsen, L. J. van Driel, C. van den Bulck, D. van Aken en W. Bedet. Afwezig de heeren F. Dekker en N. A. Hamelink. (3. Slot.) 10. Verleenjen van medewerking aan het Genootschap tot Opvoedjng te Roosen- daal voor een 3-klassige meisjesschool. Burgemeester en wethouders van Ter Neuzen stellen voor, bet volgende besluit te nemen: Da gemeenteraad van Ter Neuzen, gezien een op 14 April 1931 ingekomen adres van bet besbuur van het Genootschap tot Opvoeding, gevestigd te Roosendaal (N.-Br.), houdende verzoek om ingevolge artikel 72 der Lager Onderwijswet 1920 gelden beschikbaar te stellen voor den bouw van een R.K. meisjesschool voor gewoon lager onder- wijB op het terrein acbter de R.K. kerk, naast de bestaande bewaarscbool en de kosten van eerste inrichting, overwegende dat bet aantal kinderen der R-K. school voor gewoon lager onderwys zoo- danig is toegenomen, dat reeds twee klassen «syn ondergebracbt in bet Patronaatsgebouw, dat aangezien het leerlingenaantal nog stijgende is, eerlang tot het bijbouwen van eenige lokalen zou moeten worden overge- gaan, dat in plaats daarvan de medewerking wordt gevraagd voor den bouw van een drie- klassige meisjesschool voor gewoon lager onderwijs, en de kosten van eerste inrichting, dat hiervoor gelden kunnen worden aange- vraagd uit de gemeentekas, dat is voldaan aan het bepaalde by artikel 77 eerste lid der Lager Onderwijswet 1920, gehoord een voorstel van burgemeester en wethouders, besluit: *Qne medewerking te verleenen. De heer VAN DRIEL geeft te kennen, dat betgeen hij nu zegt, misschien zonderling zal aandoen, aangezien zijne fraotie ook voor- stander is van de gelijkstelling van het onder wijs, maar dat hij juist daarom voor dit voor stel niet kan stemmen. Het is hem bekend, dat er aan het openbaar onderwijs in deze ge meente zddveel tekort is, dat zelfs voorstan ders van het openbaar onderwijs daarin aan- ieidlng vinden om die school te verlaten en ze naar het bijzonder onderwijs te sturen. Op die wyze komen we weer in den ouden school- strijd. En nu weet hy wel, dat er niets aan te doen is, dat die medewerking voor het by- izonder onderwys toch moet worden verleend, maar aangezien naar zijn meening het bijzon der onderwijs alhier tegenover het openbaar onderwijs wordt bevoorrecht, meent hy op deze wijze uiting aan zijn gevoelens te moeten ge ven, als protest tegen die verwaarloozing van bet openbaar onderwijs, zoowel wat gebouwen ale leermiddelen betreft, en hy meent, dat daarin geen verandering ten goede kan komen, indien burgemeester en wethouders aan het standpunt vasthouden met betrekking tot de scholen alleen het advies der hoofden in te winnen, met voorfbijgaan der klasse-onderwij- zers. Hy verwaoht van de voorstanders van het bijzonder onderwys steun in zijn pogingen «m het openbaar onderwijs de plaats te ver- zekeren die het toekoant. De heer COLSEN verklaart, dat hem dit betoag van den heer Van Driel pijnigtdeze gaat een straatje om, om aan burgemeester en wethouders en tevens ook aan den ge meenteraad, een verwijt te maken dat zij niet zorgen voor de openbare school. Dit geldt al- thans volgens spreker evengoed den raad, want als er iets aan hapert heeft deze ook niet zijn plioht gedaan, want die moet voor alle soholen zorgen. Daarom pijnigt de mede deeling van den heer Van Driel spreker. Spre ker herinnert, hier meermalen voor de open- bare school te Sluiskil te hebben gepleit, hoe bet hier in de kom is weet hij niet, maar als zoo'n mededeeling in openbare vengadering gedaan wordt, zouden dan toch gebreken be- hooren te worden genoemd. Maar wat spreker ook tegenivalt is, dat de heer Van Driel nu op dien grond niet mee wil werken aan inwilli- ging van het gedaan verzoek voor het by- zonder onderwijs. Het gaat toch niet aan, om te zeggen: opdat ik vind dat deze straat slecht is, werk ik ook niet mede aan het verbete- ren van een andere straat. Spreker had van den heer Van Driel een reeeler standpunt ver- wacht. De heer SCHEELE merkt op, dat de heer Van Driel in raadselen heeft gesproken. Hij vindt het goed, dat men uitspreekt wat ons op het hart ligt, maar hij meent, dat, waar toch ook de partij van den heer Van Driel behoort tot die welke voorstanders zijn der gelijkstel- iing van het onderwijs, van den heer Hamelink, indien deze nog hier was, een ander geluid zou zyn vemomen. De gelijkstelling van het onderwys is ingevoerd, opdat het mogelijk zou worden dat iedere groep voor het onder wijs der jeugd de beginselen zou uitdragen die in hen leven en spreker staat er van te kijken, dat de heer Van Driel nu, omdat er volgens hem aan een bepaalde richting van onderwys iets hapert, geen medewerking wil verleenen ten bate van een andere groep. Staande op bet recht der ouders, am aan hunne kinderen het onderwijs te kunnen geven dat ze begee- ren, kan spreker niet anders dan het voorstel van burgemeester en wethouders steunen. Indien de heer Van Driel echter fouten Kent, die het openbaar onderwys in deze genieente aankleven, dan zal hp die nader hebben mede te deelen, opdat die kunnen opgelost worden. Spreker kan echter op het oogenblik nog geenszins inzien, dat het bijzonder onderwijs hier in een bevoorrechte positie zou verkee- ren. De heer BEDET wil zich niet mengen in de principieele kwestie tunschen de heeren Scheele en Van Driel, doch deelt mede, dat hem dit verzoek van het Genootschap tot Op- voeding te Roosendaal niet sympathiek is. Juist waar het een vereeniging tot opvoeding toetreft, wil hp het over die opvoeding heb ben en het komt hem voor in stryd met een goede opvoeding te zijn, door de splitsing te maken tusschen jongens en meisjes, op de scholen. Dat gaat z.i. wel wat ver, en het is took niet in het belang van het onderwijs. Men schuift voor de opvoeding te veel op de ?chool af, doch vergeet, dat het gezin de taak der opvoeding behoort, men schuift die taak daar echter hoe langer hoe meer buiten. De school is voor de kinderen wel van groote beteeke- nis, maar moet zich niet indringen in het op- voedingssysteem, dat thuis behoort bij de op voeding in het gezin, bij de ouders. Deze inrichting is ook niet te beschouwen in het belang van het onderwijs, aangezien daaruit voortvloeit een school met 2 klassen in <5<5n lokaal, dat niet aanbevelenswaard is; dat is het systeem van kleine scholen, in plaats van een groote school, krijgt men nu 2 kleine. Als die splitsing moest voortgezet worden by (luge/,. Med.) de andere scholen, over geheel Nederland, waar zou het dan met de kosten van het on derwijs terecht moeten komen? De heer SCHEELE geeft spreker den raad, het voorstel toch eens wat verder te lezen. De heer BEDET wil het hebben over het opvoedingssysteem en wat nu hieruit voort vloeit. De heer SCHEELE: Leest u dan het adres, dan zult u kunnen zien, dat, wanneer deze meisjesschool niet zou gebouwd worden, de ge- mengde school zou moeten worden uitgebreid. Uw betoog gaat er dus naast. De VOORZITTER moet ook opmerken, dat het betoog van den heer Bedet langs de kwes tie waarover het loopt heengaat, als hp tijd had, zou hij gaarne wel eens een debatavond met dezen over zijn onderwerp willen hebben. De heer VAN DRIEL verklaart, dat het hem toch genoegen doet, zijn nieuw standpunt hier te hebben ontwikkeld, aangezien dit toch aan- leiding is, dat men zal gevoelen waar het by hem om gaat. Hij wil niet tegenhouden uit- breidingen of verbeteringen voor het bijzonder onderwijs, maar hp komt op tegen achter- stelling van de openbare school. En wanneer hij dan iets moet mededeelen, hoe 't daarmede gaat, moet hij een historie in herinnering bren gen, die hier indertyd is voorgevallen met hec oud-hoofd van school B, de heer Van Dix- hoom, die hier eens ontboden werd, en hem de vraag werd ge'steld, zeker omdat men meende dat hij nogal hoog gegaan was, of hij niet wat kon schrappen. Deze gaf toen te kennen, dat hp zijn geheele aanvraag „knn schrappen", en ging daarop heen. Dat zyn geen juiste toestanden, en als overtuigde voor standers van het openbaar onderwijs hun kin deren daar wegnemen om ze naar een bpzon- dere school te sturen, dan zullen de heeren toch zelf wel overtuigd zijn. dat daarvoor een aanleiding moet zpn. De heer SCHEELE: Ligt dat dan aan de leermiddelen De heer VAN DRIEL: Och, leermiddelen, schoolgebouwen, en wat dies meer zij, de heeren gevoelen wel, waarop hp spreekt, en zoolang dat niet in orde is, zoolang de in richting van alle scholen niet dezelfde is. zal ik moeten weigeren voor de bpzondere scholen mee te werken, al spyt my dit zelf. En als ik daarmede maar bereiken kan, dat er volledige gelijkstelling komt, zal hp voldaan zijn. De S.D.A.P. strpd voor de openbare school, al komt het ook hier voor, dat partpgenooten een kind naar de bpzondere school sturen. Hy eischt voor hen hetzelfde recht op als de heer Duijs, huiseiyke verhoudimgen kunnen daartoe aanleiding geven, maar iijn- partij als zoo- danig strijdt voor volledige gelijkstelling. Hy zal daarom thans tegen het voorstel moeten stemmen, doch hoopt dat dit in de toekomst weer anders zal worden. De heer SCHEELE trekt hieruit de conclu- sie, dat de heer Van Driel dus beweert, dat het college van burgemeester en wethouders niet voldoende zorg voor de openbare scholen draagt, en hij voegt er zelfs aan toe: jullie kunnen het weten! De heer VAN DRIEL: Door alleen van de echoolhoofden adviezen te vragen worden ze eenzijdig ingelicht; ook de klasse-onderwijzers zouden moeten worden geraadpleegd. De VOORZITTER geeft te kennen, dat deze besprekingen hem wel eenigszins ppnlpk hebben getroffen. Onderwyis is n.l. zijn af- deeling, en wanneer er iets hapert, zou dit dus in de eerste plaats een gebrek aan zorg zp'nerzpds zijn. Hij is zich daarvan echter niet bewust en door den heer Van Driel zijn ook geen bepaalde feiten genoemd. Allddn een speciale zaak heeft hp genoemd, het zenden van een kind naar een bijzondere school, door een voorstanaer van het openbaar onderwys, omdat het onderwijs daar niet in orde zou zpn. Spreker kan, met betrekking tot de ver- strekking van leermiddelen verklaren, dat de hoofden van scholen krijgen, wat ze vragen. Wat wil men meer? Men kan er toch geen leermiddelen heenbrengen die ze niet vragen? Alledn 1 jaar, naar spreker meent, was dit het jaar 1921, toen het er met de financien min der gunstig voorstond, is aan de hoofden van scholen verzocht te trachten het wat zuinig te doen. De heer VAN DRIEL: Zie je wel! De VOORZITTER verzoekt den heer Van Driel hierop niet aanstonds zoo door te gaan en verder te luisteren. Hetgeen spreker mee- deelde, heeft zich tot dat dene jaar bepaald, we beleven nu 1931 en sinds hebben de hoof den van scholen steeds gekregen wat ze aan- vroegen. Daarop legt spreker nadruk. Hetgeen in dat jaar achterwege is gebleven betroffen kaarten en platen, waarvan de aanscnaffing later ook nog kon geschieden, doch betroffen niet het direct noodige. Er wordt door burgemeester en wethouders advies gevraagd van de hoofden van schoien, dat wordt niet gevraagd aan de klasse-onder- wijzers. De hoofden hebben de leiding der school en burgemeester en wethouders moeten aannemen dat de hoofden ook overleg plegen met de klasse-onderwijzers. Burgemeester en Wethouders zijn in deze te goed of niet goed, zij meenen de zaken echter niet anders te kunnen nagaan. Als zij het beginsel zouden aanvaarden om ook advies te vragen aan de klasse-onderwijzers, zouden zij evengoed als thans critiek krygen. Zij meenen echter de schoolzaken te moeten regelen met de hoofden van scholen. Wanneer hier wordt verteld, dat de leer middelen op de scholen niet voldoende zouden zijn, dan moet dit toch dddruit voortspruiten, dat er niet voldoende opgegeven worden. En wat de gebouwen betreft, spreker ge- looft, dat we met het gebouw achter de H. B. S. goed uit zijn. Het is wel eenigen tijd niet in orde geweest met de waterspoeling, maar nu dat dan goed is aangepakt, laat dit niets meer te wenschen. De speelplaats is ook bevloerd met tegels, zoodat over school A zeker wel geen klachten zullen vallen, en ook gelooft spreker niet, dat school C aan leiding geeft tot klachten. Over de school te Sluiskil is hier al heel wat gekibbeld, doch dit is in een stadium ge- komen, dat burgemeester en wethouders een plan voor een nieuwe school met 3 klassen en een gymnastieklokaal gereed hebben en daar- over aan het overleggen zijn met de Ouder- Commissie en de Commissie van Toezicht op het Lageronderwijs. Die nieuwe school, zal ongeveer een halve ton kosten. Dat komt dus ook voor elkaar. Dat burgemeester en wet houders daarmede niet eerder gekomen zijn? Ja, er zijn van die kwesties die moeten rijpen, thans zijn zp het er over eens, dat het stich- ten eener nieuwe school te Sluiskil nu maar eens moet gebeuren, en spreker kan niet aan nemen dat de raad aan die buurt een nieuwe school niet zou gunnen. Dan nog heeft de heer Van Driel opge- merkt, dat er voorstanders van het openbaar onderwijs zouden zijn, die hun kinderen over- plaatsen naar een bijzondere school. Ja, er is inderdaad een oogenblik een gerucht geweest, dat iemand er over dacht voor zpn zoontje van school te veranderen. Nu is zoo ie„s een teere kwestie. Spreker heeft in het verleden van Minister De Visser al eens een opmerking gekregen, dat hij zich te veel bemoeid had met de plaatsing van kinderen op de openbare scholen. Burgemeester en wethouders wenschten I onltrent dat geval toch wel op de hoogte te z(jn, omdat geacht kan worden, dat daarvoor i een bijizondere aanleiding is. Daar werd dus een onderzoek naar ingesteld. Daarbij bleek, dat het niet was wegens de onderwijzers, het was evenmin om de leermiddelen, het lag ook buiten het gebouw. Ten laatste bleek, dat de betrokken vader het abuis voor had en die verandering heeft ook niet plaats gehad. Een ander geval deed zich voor, waar bur gemeester en wethouders niet op in gaan, toen een moeder op hoogen toon kwam eischen, dat haar kind op een bepaalde school zou worden geplaatst, onder bedreiging, dat zij haar kind anders naar het Schulpenpadje zou zenden. Daar gaan burgemeester en wet houders niet op in; als er in de menschen z66 weinig ziel blpkt te zitten, omtrent de keuze der school waar ze hun kind zullen zen den, behoeft men die gevallen niet zoo hoog aan te slaan. Spreker heeft gemeend, een en ander uit- voerig te moeten meedeelen, maar dat betee- kent niet, dat, wanneer de heeren Van Driel en Van den Biilck meenen dat men in iets tekort schiet, en zij daarvan mededeeling doen, spreker dat nader onderzoeken zal. De heer VAN DRIEL merkt op, door die mededeelingen toch wel iets nieuws te heb ben gehoord. Het voorstel van burgemeester en wethou ders wordt aangenomen met algemeene stem- men. 11. Benoemen van 2 leden uit den raad voor het Orgaan belast met de uitvoerlng der steunregeling. De VOORZITTER verzoekt over te gaan tot het benoemen van twee leden uit den ge meenteraad voor het Orgaan belast met de uitvoering der steunregeling voor werkloozen. Hp noodigt de heeren Van Aken en Bedet uit met hem het stembureau te vormen. Bp eerste stemming worden uitgebracht op de heeren Verlinde 4, Scheele 3, Colsen 2, De Bruijne en De Bakker 1 stem. Bp tweede vrpe stemming verkrpgen de heeren Verlinde 5, Scheele 3, Colsen 2 en Van Driel 1 stem. De nu volgende herstemming heeft tot uit- slag, dat gekozen wordt de heer Verlinde met 6 stemmen; de heer Scheele heeft 3 stemmen. Bp de stemming voor het tweede lid wordt gekozen de heer Scheele met 6 stemmen. Op den heer Colsen zijn 3, op den heer Bedet 2 stemmen uitgebracht. De heer Scheele en Verlinde verklaren de benoeming aan te nemen. 12. Benoeming leden van de schatting.icom- missie voor de inkomstenbelasting. De VOORZITTER verzoekt over te gaan tot het benoemen van 4 leden der schattings- commissie voor de inkomstenbelasting, wegens periodieke aftreding der heeren J. Huizinga, Abr. Dees, A. F. Mannaert en Jac. van Drongelen. Met de aftredende worden ter benoeming aanbevolen de heeren J. C. J. Olijislager, J. de Bruijne, P. Galle en I. Ver- helst. Herbenoemd worden de heeren Huizinga met 11, Van Drongelen met 10, Mannaert met 9 en Dees met 8 stemmen; op de heeren De Bruijne en Galle zijn 2, op de heeren Olijislager en Verhelst 1 stem uitgebracht. 13. Wijziging gemeentebegrootingen. Burgemeester en wethouders stellen voor, te wpzigen a. de gemeentebegrooting voor den dienst 1930. onder de uitgaven te vermeerderen de vol gende posten: schrijf- en bureaubehoeften 120; dmk- en bindwerk /385; abonnement op het Staats- blad, provinciaal blad, dag-, week- en maand- bladen en aankoop van boeken 15; reisgeld voor passanten en overige uitgaven der politie 0,005; onderhoud der lantaams en verdere kosten der verlichting f 360; aandeel van het rijk in het voordeelig saldo van de exploitatie rekening der middenstandwoningen 90,78; kosten terzake van verzekering 200; adver- tentiekosten f 6; aanschaffen en onderhouden van schoolboeken, leermiddelen en schoolbe- hoeften 25; advertentiekosten 3,40; by- dragen aan de gemeenten in de kosten voor het middelbaar npverheidsonderwps f 20; advertenties 12 totale vermeerdering der uitgaven 1237,185; onder de uitgaven te verminderen de vol gende post: onvoorziene uitgaven 1237,185; kosten vemieuwing bestrating in de Noord- straat, Schoolweg en Grenulaan en leggen trottoirs aan den Schoolweg f 3000; aankoop van rentegevend goed f 2900; totale vermeerdering der uitgaven 5900; onder de uitgaven te verminderen de vol gende post: rioleering van de Axelsche straat en Kerk- hoflaan en verandering der rioleering in de Roeiersgang f 3000; onder de inkomsten te vermeerderen de vol gende post: opbrengst verkoop van gemeente-eigen- dommen 2900; totale vermeerdering der inkomsten /2900; b. de gemeentebegrooting voor den dienst 1931, jtr onder de inkomsten te vermeerderen de volgende posten: ontvangst wegens over een vorigen dienst te weinig genoten vergoeding van het Rijk krachtens art. 56 der L. O. wet 1920 memorie; ontvangst wegens over een vorigen dienst te weinig genoten vergoeding van het Rpk krachtens art. 56 der L. O. wet 1920 memorie; uitkeering van andere gemeenten in de aan schoolbesturen te betalen vergoeding bedoeld in art. 205 der L.O. wet 1920 f 265; kosten van verzekering, pens, van ambtenaren en beambte f 139,50; totale vermeerdering der uitgaven 404,50; geldleening overgebracht van hoofdstuk XVI 336.673,11; bpdrage van de Woningbouw- vereeniging „Werkmansbelang" in de kosten van het sluiten der geldleening 377,68; geld leening overgebracht van hoofdstuk XVI 58.355; opbrengst van den verkoop van gemeente-eigendommen 7800; geldleening overgebracht van hoofdstuk XVI 61.000; geldleening overgebracht van hoofdstuk XVI 139.929,99; buitengewone aflossing op het door het bedrijf aan de gemeente verschuldigd kapitaal 139.929,99; bedrage van hoofdstuk VII van den kapitaaldienst /13.800; uitkeering van het bedrijf wegens kost-n der geldleening 277,29; bpdrage van hoofdstuk V van den kapitaaldienst /377,68; bpdrage van hoofdstuk XIHI-3 van den kapitaaldienst 277,29; totale vermeerdering der inkomsten 658.798,03; onder de uitgaven te vermeerderen de vol gende posten: kleeding en rijwieltoelagen f 120; jaarwedden van het personeel ten dien- ste van het beheer der openbare werken 960; kosten ter zake van verzekering, pensionnee- ring enz. van amibtenaren en beambten 139,50; totale vermeerdering der uitgaven 1219,50; onder de uitgaven te verminderen de vol gende posten: kleeding en uitrusting der politiedienaars /120; onvoorziene uitgaven 695; totale vermindering der uitgaven /815; buitengewone aflossing van geldleeningen ten laste van hoofdstuk V komende 336,673,11; bijdrage aan hoofdstuk XVI in de kosten van het sluiten van geldleeningen 377,68; bestrating te Sluiskil 12.000; rio- leeringswerken lage stadsgedeelte 40.000; nieuwe beerschuit S 6.355bpdrage aan hoofd stuk XIH-3 van den kapitaaldienst 13.800; kosten van stichting, uitbreiding, verbouw of verandering van inrichting van gebouwen en van aankoop en inrichting van terreinen voor het onderwijs in licnamelijke oefening f 61.000; kapiiaalvers trek king aan het bedrpf 153.729,99; buitengewone aflossing van geld leeningen ten laste van hoofdstuk XIHI-3 komende 139.929,99; bijdrage aan hoofdstuk XVI van den kapitaaldienst wegens kosten van het sluiten van geldleeningen 277,29; kosten van het sluiten van geldleeningen 654,97; totale vermeerdering der uitgaven 764.798,03; onder de uitgaven te verminderen de vol gende post: aankoop van rentegevend goed 6000; totale vermindering der uitgaven 6000. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 14. Wijziging begrooting van het Woning- bedxpf, dienst 1931. Burgemeester en wethouders stellen voor, de begrooting voor het Woningbouwbedrpf, dienst 1931, te wijzigen als volgt: Baton. Uitkeering van de gemeente wegens andere grondslagen 279,97; totale vermeerdering f 279,97. La&ten. Rente van het verhoogd bouwvoorschot 2,68; kosten vallende op het aangaan van eene geldleening 227,29; totale vermeerde ring 279,97. Kapitaalsinkomsten. Kapitaalverstrekking door de gemeente 109.597,89; kaptiaalverstrekking door de gemeente f 18.757,19; kapitaalverstrekking door de gemeente 11.574,93; kapitaalver strekking door de gemeente 13.800; totale vermeerdering 153.730,01. Kapitaalsuitgaven. Uitkeering aan de gemeente wegens bui tengewone aflossing 109.597,89; uitkeering aan de gemeente wegens buitengewone aflos sing 18.757,19; uitkeering aan de gemeente fegens buitengewone aflossing f 11.574,93; osten wegens uitbreiding en vemieuwingen 13.800; totale vermeerdering 153.730.01. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 16. Wyziging van de rioolbelasting. Burgemeester en wethouders stellen voor het navolgende besluit te nemen: De gemeenteraad van Ter Neuzen besluit in de verordening op de heffing en invordering eener rioolbelasting in de gemeente Ter Neu zen, de navolgende wijziging te brengen: Artikel 3 van de heffingverordening wordt gelezen als volgt: De belalstinig bedraagt per jaar voor iedere aansluiting van een perceel: a. wanneer gebruik geanaakt wordt van een waterspoeling of wat door burgemees ter en wethouders daarmee kan worden gelijik gesteld /2,50; b. in alle andere gevallen f 1, Artikel 10 van de heffingsverordening wordt gelezen Deze verordening wordt geacht in werking te treden op 1 Januari 1931. Alsdan vervalt de thans geldende verordening van 28 April 1927, Koninklpk goedgekeurd 2 September 1927 no. 11. Deze blijft van kracht ten aan- zien van belastingjaren welke voor 1 Januari 1931 zijn geeindigd. Artikel 4 van de invorderingsverordening wordt gelezen: De invordering dezer belasting geschiedt overeenkomstig de artikels 291295 der ge- meentewet. Artikel 6 der invorderingsverordening ver valt. Vastgesteld door den raad der gemeente Ter Neuzen in de openbare vergadering van den 21 Mei 1931. In hun toelichting op dit voorstel schrijven burgemeester en wethouders het volgende: Bij raadsbesluit van 26 Februari 1.1. tot wy ziging van de verordening op de heffing van rechten op het ruimen van privaatputten en tonnen in de gemeente Ter Neuzen, goedge keurd bij Koninklpk besluit van 21 April 1931 no. 8, is vervallen de bepaling: „Zij die gebruik maken van een waterspoeling betalen een recht van f 5 per jaar, onverschillig welk in- komen zp hebben". Bij de behandeling van bovengenoemde ver ordening is door Uw college de wensch te ken nen gegeven, dat voor een waterspoeling een recht blijft gegeven. Om meer eenheid in de belastingheffing te verkrijgen hebben wij toen verklaard een voorstel te zullen doen om in de rioolbelasting een dergelijke bepaling op te nemen. Daar de ruiming der privaatputten voor de gemeente een jaarlijks terugkeerend nadeelig slot geeft en de waterspoeling daarentegen een zuivere winst beteekent, achten wij het gewenscht het gebruik der waterspoeling zoo- veel mogelijk aan te moedigen. Wp stellen U daarom voor de belasting, wanneer mede gebruik wordt gemaakt van een waterspoeling op f 2.50 te stellen, waarin dus 1,50 voor de waterspoeling is begrepen. Bij opneming van de voorgestelde bepaling zal ook voor de waterspoeling de eigenaar van het betrokken perceel de belastingplichtige zijn. In deze gemeente zijn thans ongeveer 40 j waterspoelingen. Het kohier der rioolbelasting 1930 bedroeg 1604. Over 1931 kan de opbrengst door deze wijziging dub op 1664 worden geraamd. Het voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. 17. Omvraag. a. De heer VAN DEN BULCK deelt mede, dat tegenover hem de klacht is geuit, dat de vertegenwoordigers van verschillende partijen die den geheelen dag op de stembureaux bi- vakkeeren, bij de tegenwoordige plaatsing van de stemlessenaars en de groote stembiljetten zeer goed kunnen nagaan op welke lijst een kiezer zijn stem uitbrengt. Dit is toch niet zoo- als het behoort, aangezien de stemming ge- heim is. Hij zou in overweging geven die con- troleuns een plaats aan te wijzen waarbij ze dit niet kunnen zien. De VOORZITTER merkt op, dat hier 4 voorzitters van stembureaux tegenwoordig zijn, die kunnen daaromtrent misschien inlich- tingen verstrekken De heer VAN DEN BULCK deelt nog mede, dat vooral over het bureau aan de Jozina- zuilen spoedig bedaren door Vraag daarom Mijnhardt's Hoofdpijnpoedera en Mijnhardt's Kiesprjmpoeders. Alleen echt als op doos en poeders de naam Mijnhardt staat. Let bij het koopen hierop. Per poeder 8 ct. en per doos 45 ct. Verkrijgbaar bij Uw drogist. (Ingez. Med J straat geklaagd werd, waar de controleurs boo hoog zitten. De heer SCHEELE deelt mede, dat ook door het stemibureau in de Jozinastraat die aanmerking is gemaakt en de tafel ran het stembureau verplaatst is, om aan de contro leurs van verschillende partijen een andere plaats te kunnen geven, daar ze inderdaad konden zien hoe de kiezers stemden, als ze daar op wilden letten, Een voorziening daar- tegen wais wel gewenscht. De heer VERLINDE oppert het denkbeela er van boven gordijntjes voor te hangen, waardoor men het stemmen niet kan zien, De VOORZITTER zegt overweging toe on herhaling te voorkomen. b. De heer VAN DEN BULCK vraagt, ho* lang dat gat in de straat aan den van Steen- bergenlaan, bij de bloot gemaakte rioleering nog moet biyven liggen. De bewoners van de woningen waarvoor het uitkomende zand ge- worpen is hebben er veel hinder van, dat de passage voor hun woningen geheel Is ge- stremd. Ze moeten nu ver loopen met hun vuil- nisbakken, melkboeren en groentenkarren kunnen er nu niet komen. Zou er geen gele- genheid zyn hun van dien overlast te ontslaan De heer VAN DRIEL voegt hieraan toe, dat de grond bij de bewoners daar al 7 weken voor de deur ligt en dat er nog geen uitzicht is, wanneer de gemaakte put zal kunnen wor den dichtgeworpen. Het bezwaar gaat niet zoozeer over dien put, want als men die nu dicht zou maken, moet men die later toch weer uitgraven, maar hij meent dat het wel mogelijk zou zyn den grond naar den andereu kant van de straat te werken en een meter of drie voor de woningen vrij te maken. Men zal dan misschien wel eenls een rozenstruikje moe ten vemielen, maar dat is dan toch later te vervangen. Nu Is het voor de bewoners groot ongerief. De heer GEELHOEDT zal den gemeente- bouwmeester opdragen daarvoor te zorgeo; voor de rioleering worden nieuwe buizen ge maakt, ter vervanging van de bloot gemaakte, die stuk bleken. De VOORZITTER zegt dat uit deze mede deeling valt af te leiden, dat er aandacht aan zal worden geschonken. c. De heer VERLINDE heeft vemomeh, dat er weer kinderen verbaliseerd zyn voor het voetballen op de openbare straat. Hy vraagt. of er toch niet wat aan gedaan zou kunnen worden, om voor de kinderen speelruimte te krygen. Een groepje kinderen heeft er lets op gevonden, door op een terrein achter de Axel sche straat voor J 8 per jaar een stuk gras- land te huren, dat ze nu hebben ingericht voor voetbalterrein. Dat zal echter niet lang duren, want naar hij verneemt zullen daar binnen kort een paar woningen worden gebouwd en dan is die pret weer uit. Hy vraagt of het niet mogelyk zou zijn de beschikking te krygen over het lage gedeelte van de voormallge bat tery ten weteten van de middensluis. Misschien zou daarover met de graspachters wel een overeenkomst zyn te treffen. De kinderen die- nen toch plaats te hebben am te spelen. Nu trachten ze zich op allerlei wyzen te helpen, en voetballen ook op straat. Ook bij spreker geschiedt dat, met het gevolg dat men dan ieder oogenblik een bal tegen deuren en ramen krijgt. Hij gelooft niet, dat de kosten voor het huren van zoo'n terrein zoo groot zouden zyn. en dat het een goede gelegenheid zou bieden. De VOORZITTER antwoordt, dat hieraan de noodige aandacht zal gewyd worden, het voor- nemen hestaat, dat hy de nieuwe verpachting in het volgend jaar, de gemeente alles zal nemen. De heer DE BAKKER wyst er op, dat daar aan de Van Steenbergenlaan zoo'n prachtlg sportterrein ligt. Waarom wordt daarvan geen gebruik gemaakt Dan heeft men ooik een speelterrein gehad bij de Oostkolkstraat, maar dat is nu weer ingenomen voor huizenbouw Indifen er binnenkort niet ingegrepen wordt, zal hij er een voorstel van maken om de be- tchikking over dat sportterrein te krijgen. De VOORZITTER merkt op, dat de ge meente dit sportterrein heeft moeten aanleg- gen ten dienste der Rijks H. B. S., en dit ter beschikking dier instelling is. De directeur va» de school kan er binnen het raam der voor- schriften over beschikken. De heer COLSEN vraagt, of daaraan 8»n niets te doen is. De VOORZITTER merkt op, dat ae directeur niet verder kan gaan, dan zyn be- voegdheid strekt. De heer VERLINDE wijst er op, dat het sportterrein reeds meermalen voor bepaalde doeleinden, voetbalwedstryden of sportfeesten ten gebruike is afgei taan; het zal echter niet voor algemeen speelterrein kunnen worden beschikbaar gesteld. d. De heer VAN AKEN vraagt, of er nog geen verzoek Is binnengekomen voor het ge bruik van een gymnastieklokaal. De VOORZITTER deelt mede, dat dit te laat is binnengekomen om het thans nog ter tafel te brengen. De heer VAN AKEN vraagt, of burgemees ter en wethouders daarover niet kunnen be- slissen. Indien weer een raadszitting moet worden afgewacht, zal er nogal eenigen tyd verloopen en hij zou het gewenscht achtan, dat spoedig een gunstige beschikking verkregen werd. Hy beveelt inwilliging van het verzoek daarom ten zeerste aan. De VOORZITTER weet niet, of hierover door burgemeester en wethouders zal kunnen worden beslist; Indien mogelijk zal dat wel geschieden. e. De heer VAN DRIEL deelt mede, dat 1 in den laatsten tijd weer verschillende wiel- rijders, die in de richting van het postkantoor het klinkerpad van de Nieuwstraat bereden, zijn verbaliseerd voor links van den weg te rijden. Het pad ligt daar misleidend. Uit de Noordstraat komend neemt men allicht dien kant van de straat, omdat er meestal auto's staan voor het „Hotel des Pays-Bas" en als men dan eenmaal aan die zijde rijdt, blijft op dat klinkerpad rijden. Hij overweegrt om de desbetreffende bepaling uit de Politieverorde- ning te lichten of dat pad tot rijwlelpad te verklaren, als zou dan daarvan ook het ge volg zijn, dat de verlepte boomenry aan den anderen kant der Nieuwstraat ook moest op- geruimd en daar een steilen mupr gemaakt worden voor straatverbreeding. Van den bs- staanden toestand worden echter onwillekeu- rig veel wielrijders de dupe en beloopen pro- ces-verbaal. Dat moet worden voorkomen. De VOORZITTER schorst de openbare ver gadering, die overgaat in een zitting met ge- sloten deuren. Na het weder openbaar worden der vergade ring, wordt deze door den VOORZITTER ge- sloten.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 2