msm
Hoofdpijn
en Kiespsjn
GEMEENTERAAD VAN
TER NEUZEN.
FJETSBANDENj
Mijnhardt's Poeders
Vergadering van Donderdag 21 Mei 1931,
<j3c nainiddags 2 uur.
Voorzitter de heer J. Huizinga, burge
meester.
Tegenwoordig de leden: J. J. de Jager, L.
J. Geelhoedt, D. Scheele, C. A. Verlinde, A. de
Bruijne, P. F. de Bakker, H. J. Colsen, L. J.
van Driel, C. van den Bulck, D. van Aken en
W. Bedet.
Afwezig de heeren F. Dekker en N. A.
Hamelink.
(3. Slot.)
10. Verleenjen van medewerking aan het
Genootschap tot Opvoedjng te Roosen-
daal voor een 3-klassige meisjesschool.
Burgemeester en wethouders van Ter
Neuzen stellen voor, bet volgende besluit te
nemen:
Da gemeenteraad van Ter Neuzen,
gezien een op 14 April 1931 ingekomen
adres van bet besbuur van het Genootschap
tot Opvoeding, gevestigd te Roosendaal
(N.-Br.), houdende verzoek om ingevolge
artikel 72 der Lager Onderwijswet 1920 gelden
beschikbaar te stellen voor den bouw van een
R.K. meisjesschool voor gewoon lager onder-
wijB op het terrein acbter de R.K. kerk, naast
de bestaande bewaarscbool en de kosten van
eerste inrichting,
overwegende dat bet aantal kinderen der
R-K. school voor gewoon lager onderwys zoo-
danig is toegenomen, dat reeds twee klassen
«syn ondergebracbt in bet Patronaatsgebouw,
dat aangezien het leerlingenaantal nog
stijgende is, eerlang tot het bijbouwen van
eenige lokalen zou moeten worden overge-
gaan,
dat in plaats daarvan de medewerking
wordt gevraagd voor den bouw van een drie-
klassige meisjesschool voor gewoon lager
onderwijs, en de kosten van eerste inrichting,
dat hiervoor gelden kunnen worden aange-
vraagd uit de gemeentekas,
dat is voldaan aan het bepaalde by artikel
77 eerste lid der Lager Onderwijswet 1920,
gehoord een voorstel van burgemeester en
wethouders,
besluit:
*Qne medewerking te verleenen.
De heer VAN DRIEL geeft te kennen, dat
betgeen hij nu zegt, misschien zonderling zal
aandoen, aangezien zijne fraotie ook voor-
stander is van de gelijkstelling van het onder
wijs, maar dat hij juist daarom voor dit voor
stel niet kan stemmen. Het is hem bekend,
dat er aan het openbaar onderwijs in deze ge
meente zddveel tekort is, dat zelfs voorstan
ders van het openbaar onderwijs daarin aan-
ieidlng vinden om die school te verlaten en
ze naar het bijzonder onderwijs te sturen. Op
die wyze komen we weer in den ouden school-
strijd. En nu weet hy wel, dat er niets aan te
doen is, dat die medewerking voor het by-
izonder onderwys toch moet worden verleend,
maar aangezien naar zijn meening het bijzon
der onderwijs alhier tegenover het openbaar
onderwijs wordt bevoorrecht, meent hy op deze
wijze uiting aan zijn gevoelens te moeten ge
ven, als protest tegen die verwaarloozing van
bet openbaar onderwijs, zoowel wat gebouwen
ale leermiddelen betreft, en hy meent, dat
daarin geen verandering ten goede kan komen,
indien burgemeester en wethouders aan het
standpunt vasthouden met betrekking tot de
scholen alleen het advies der hoofden in te
winnen, met voorfbijgaan der klasse-onderwij-
zers. Hy verwaoht van de voorstanders van
het bijzonder onderwys steun in zijn pogingen
«m het openbaar onderwijs de plaats te ver-
zekeren die het toekoant.
De heer COLSEN verklaart, dat hem dit
betoag van den heer Van Driel pijnigtdeze
gaat een straatje om, om aan burgemeester
en wethouders en tevens ook aan den ge
meenteraad, een verwijt te maken dat zij niet
zorgen voor de openbare school. Dit geldt al-
thans volgens spreker evengoed den raad,
want als er iets aan hapert heeft deze ook
niet zijn plioht gedaan, want die moet voor
alle soholen zorgen. Daarom pijnigt de mede
deeling van den heer Van Driel spreker. Spre
ker herinnert, hier meermalen voor de open-
bare school te Sluiskil te hebben gepleit, hoe
bet hier in de kom is weet hij niet, maar als
zoo'n mededeeling in openbare vengadering
gedaan wordt, zouden dan toch gebreken be-
hooren te worden genoemd. Maar wat spreker
ook tegenivalt is, dat de heer Van Driel nu op
dien grond niet mee wil werken aan inwilli-
ging van het gedaan verzoek voor het by-
zonder onderwijs. Het gaat toch niet aan, om
te zeggen: opdat ik vind dat deze straat slecht
is, werk ik ook niet mede aan het verbete-
ren van een andere straat. Spreker had van
den heer Van Driel een reeeler standpunt ver-
wacht.
De heer SCHEELE merkt op, dat de heer
Van Driel in raadselen heeft gesproken. Hij
vindt het goed, dat men uitspreekt wat ons op
het hart ligt, maar hij meent, dat, waar toch
ook de partij van den heer Van Driel behoort
tot die welke voorstanders zijn der gelijkstel-
iing van het onderwijs, van den heer Hamelink,
indien deze nog hier was, een ander geluid
zou zyn vemomen. De gelijkstelling van het
onderwys is ingevoerd, opdat het mogelijk
zou worden dat iedere groep voor het onder
wijs der jeugd de beginselen zou uitdragen die
in hen leven en spreker staat er van te kijken,
dat de heer Van Driel nu, omdat er volgens
hem aan een bepaalde richting van onderwys
iets hapert, geen medewerking wil verleenen
ten bate van een andere groep. Staande op
bet recht der ouders, am aan hunne kinderen
het onderwijs te kunnen geven dat ze begee-
ren, kan spreker niet anders dan het voorstel
van burgemeester en wethouders steunen.
Indien de heer Van Driel echter fouten Kent,
die het openbaar onderwys in deze genieente
aankleven, dan zal hp die nader hebben mede
te deelen, opdat die kunnen opgelost worden.
Spreker kan echter op het oogenblik nog
geenszins inzien, dat het bijzonder onderwijs
hier in een bevoorrechte positie zou verkee-
ren.
De heer BEDET wil zich niet mengen in de
principieele kwestie tunschen de heeren
Scheele en Van Driel, doch deelt mede, dat
hem dit verzoek van het Genootschap tot Op-
voeding te Roosendaal niet sympathiek is.
Juist waar het een vereeniging tot opvoeding
toetreft, wil hp het over die opvoeding heb
ben en het komt hem voor in stryd met een
goede opvoeding te zijn, door de splitsing te
maken tusschen jongens en meisjes, op de
scholen. Dat gaat z.i. wel wat ver, en het is
took niet in het belang van het onderwijs. Men
schuift voor de opvoeding te veel op de ?chool
af, doch vergeet, dat het gezin de taak der
opvoeding behoort, men schuift die taak daar
echter hoe langer hoe meer buiten. De school
is voor de kinderen wel van groote beteeke-
nis, maar moet zich niet indringen in het op-
voedingssysteem, dat thuis behoort bij de op
voeding in het gezin, bij de ouders.
Deze inrichting is ook niet te beschouwen
in het belang van het onderwijs, aangezien
daaruit voortvloeit een school met 2 klassen
in <5<5n lokaal, dat niet aanbevelenswaard is;
dat is het systeem van kleine scholen, in plaats
van een groote school, krijgt men nu 2 kleine.
Als die splitsing moest voortgezet worden by
(luge/,. Med.)
de andere scholen, over geheel Nederland,
waar zou het dan met de kosten van het on
derwijs terecht moeten komen?
De heer SCHEELE geeft spreker den raad,
het voorstel toch eens wat verder te lezen.
De heer BEDET wil het hebben over het
opvoedingssysteem en wat nu hieruit voort
vloeit.
De heer SCHEELE: Leest u dan het adres,
dan zult u kunnen zien, dat, wanneer deze
meisjesschool niet zou gebouwd worden, de ge-
mengde school zou moeten worden uitgebreid.
Uw betoog gaat er dus naast.
De VOORZITTER moet ook opmerken, dat
het betoog van den heer Bedet langs de kwes
tie waarover het loopt heengaat, als hp tijd
had, zou hij gaarne wel eens een debatavond
met dezen over zijn onderwerp willen hebben.
De heer VAN DRIEL verklaart, dat het hem
toch genoegen doet, zijn nieuw standpunt hier
te hebben ontwikkeld, aangezien dit toch aan-
leiding is, dat men zal gevoelen waar het by
hem om gaat. Hij wil niet tegenhouden uit-
breidingen of verbeteringen voor het bijzonder
onderwijs, maar hp komt op tegen achter-
stelling van de openbare school. En wanneer
hij dan iets moet mededeelen, hoe 't daarmede
gaat, moet hij een historie in herinnering bren
gen, die hier indertyd is voorgevallen met hec
oud-hoofd van school B, de heer Van Dix-
hoom, die hier eens ontboden werd, en hem
de vraag werd ge'steld, zeker omdat men
meende dat hij nogal hoog gegaan was, of hij
niet wat kon schrappen. Deze gaf toen te
kennen, dat hp zijn geheele aanvraag „knn
schrappen", en ging daarop heen. Dat zyn
geen juiste toestanden, en als overtuigde voor
standers van het openbaar onderwijs hun kin
deren daar wegnemen om ze naar een bpzon-
dere school te sturen, dan zullen de heeren
toch zelf wel overtuigd zijn. dat daarvoor een
aanleiding moet zpn.
De heer SCHEELE: Ligt dat dan aan de
leermiddelen
De heer VAN DRIEL: Och, leermiddelen,
schoolgebouwen, en wat dies meer zij, de
heeren gevoelen wel, waarop hp spreekt, en
zoolang dat niet in orde is, zoolang de in
richting van alle scholen niet dezelfde is. zal
ik moeten weigeren voor de bpzondere scholen
mee te werken, al spyt my dit zelf. En als ik
daarmede maar bereiken kan, dat er volledige
gelijkstelling komt, zal hp voldaan zijn. De
S.D.A.P. strpd voor de openbare school, al
komt het ook hier voor, dat partpgenooten
een kind naar de bpzondere school sturen. Hy
eischt voor hen hetzelfde recht op als de heer
Duijs, huiseiyke verhoudimgen kunnen daartoe
aanleiding geven, maar iijn- partij als zoo-
danig strijdt voor volledige gelijkstelling. Hy
zal daarom thans tegen het voorstel moeten
stemmen, doch hoopt dat dit in de toekomst
weer anders zal worden.
De heer SCHEELE trekt hieruit de conclu-
sie, dat de heer Van Driel dus beweert, dat
het college van burgemeester en wethouders
niet voldoende zorg voor de openbare scholen
draagt, en hij voegt er zelfs aan toe: jullie
kunnen het weten!
De heer VAN DRIEL: Door alleen van de
echoolhoofden adviezen te vragen worden ze
eenzijdig ingelicht; ook de klasse-onderwijzers
zouden moeten worden geraadpleegd.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat
deze besprekingen hem wel eenigszins ppnlpk
hebben getroffen. Onderwyis is n.l. zijn af-
deeling, en wanneer er iets hapert, zou dit
dus in de eerste plaats een gebrek aan zorg
zp'nerzpds zijn. Hij is zich daarvan echter niet
bewust en door den heer Van Driel zijn ook
geen bepaalde feiten genoemd. Allddn een
speciale zaak heeft hp genoemd, het zenden
van een kind naar een bijzondere school, door
een voorstanaer van het openbaar onderwys,
omdat het onderwijs daar niet in orde zou zpn.
Spreker kan, met betrekking tot de ver-
strekking van leermiddelen verklaren, dat de
hoofden van scholen krijgen, wat ze vragen.
Wat wil men meer? Men kan er toch geen
leermiddelen heenbrengen die ze niet vragen?
Alledn 1 jaar, naar spreker meent, was dit het
jaar 1921, toen het er met de financien min
der gunstig voorstond, is aan de hoofden van
scholen verzocht te trachten het wat zuinig te
doen.
De heer VAN DRIEL: Zie je wel!
De VOORZITTER verzoekt den heer Van
Driel hierop niet aanstonds zoo door te gaan
en verder te luisteren. Hetgeen spreker mee-
deelde, heeft zich tot dat dene jaar bepaald,
we beleven nu 1931 en sinds hebben de hoof
den van scholen steeds gekregen wat ze aan-
vroegen.
Daarop legt spreker nadruk. Hetgeen in
dat jaar achterwege is gebleven betroffen
kaarten en platen, waarvan de aanscnaffing
later ook nog kon geschieden, doch betroffen
niet het direct noodige.
Er wordt door burgemeester en wethouders
advies gevraagd van de hoofden van schoien,
dat wordt niet gevraagd aan de klasse-onder-
wijzers. De hoofden hebben de leiding der
school en burgemeester en wethouders moeten
aannemen dat de hoofden ook overleg plegen
met de klasse-onderwijzers. Burgemeester en
Wethouders zijn in deze te goed of niet goed,
zij meenen de zaken echter niet anders te
kunnen nagaan. Als zij het beginsel zouden
aanvaarden om ook advies te vragen aan de
klasse-onderwijzers, zouden zij evengoed als
thans critiek krygen. Zij meenen echter de
schoolzaken te moeten regelen met de hoofden
van scholen.
Wanneer hier wordt verteld, dat de leer
middelen op de scholen niet voldoende zouden
zijn, dan moet dit toch dddruit voortspruiten,
dat er niet voldoende opgegeven worden.
En wat de gebouwen betreft, spreker ge-
looft, dat we met het gebouw achter de
H. B. S. goed uit zijn. Het is wel eenigen tijd
niet in orde geweest met de waterspoeling,
maar nu dat dan goed is aangepakt, laat dit
niets meer te wenschen. De speelplaats is
ook bevloerd met tegels, zoodat over school
A zeker wel geen klachten zullen vallen, en
ook gelooft spreker niet, dat school C aan
leiding geeft tot klachten.
Over de school te Sluiskil is hier al heel
wat gekibbeld, doch dit is in een stadium ge-
komen, dat burgemeester en wethouders een
plan voor een nieuwe school met 3 klassen en
een gymnastieklokaal gereed hebben en daar-
over aan het overleggen zijn met de Ouder-
Commissie en de Commissie van Toezicht op
het Lageronderwijs. Die nieuwe school, zal
ongeveer een halve ton kosten. Dat komt dus
ook voor elkaar. Dat burgemeester en wet
houders daarmede niet eerder gekomen zijn?
Ja, er zijn van die kwesties die moeten rijpen,
thans zijn zp het er over eens, dat het stich-
ten eener nieuwe school te Sluiskil nu maar
eens moet gebeuren, en spreker kan niet aan
nemen dat de raad aan die buurt een nieuwe
school niet zou gunnen.
Dan nog heeft de heer Van Driel opge-
merkt, dat er voorstanders van het openbaar
onderwijs zouden zijn, die hun kinderen over-
plaatsen naar een bijzondere school. Ja, er is
inderdaad een oogenblik een gerucht geweest,
dat iemand er over dacht voor zpn zoontje
van school te veranderen. Nu is zoo ie„s een
teere kwestie. Spreker heeft in het verleden
van Minister De Visser al eens een opmerking
gekregen, dat hij zich te veel bemoeid had met
de plaatsing van kinderen op de openbare
scholen.
Burgemeester en wethouders wenschten
I onltrent dat geval toch wel op de hoogte te
z(jn, omdat geacht kan worden, dat daarvoor
i een bijizondere aanleiding is. Daar werd dus
een onderzoek naar ingesteld. Daarbij bleek,
dat het niet was wegens de onderwijzers, het
was evenmin om de leermiddelen, het lag ook
buiten het gebouw. Ten laatste bleek, dat de
betrokken vader het abuis voor had en die
verandering heeft ook niet plaats gehad.
Een ander geval deed zich voor, waar bur
gemeester en wethouders niet op in gaan,
toen een moeder op hoogen toon kwam
eischen, dat haar kind op een bepaalde school
zou worden geplaatst, onder bedreiging, dat
zij haar kind anders naar het Schulpenpadje
zou zenden. Daar gaan burgemeester en wet
houders niet op in; als er in de menschen
z66 weinig ziel blpkt te zitten, omtrent de
keuze der school waar ze hun kind zullen zen
den, behoeft men die gevallen niet zoo hoog
aan te slaan.
Spreker heeft gemeend, een en ander uit-
voerig te moeten meedeelen, maar dat betee-
kent niet, dat, wanneer de heeren Van Driel
en Van den Biilck meenen dat men in iets
tekort schiet, en zij daarvan mededeeling doen,
spreker dat nader onderzoeken zal.
De heer VAN DRIEL merkt op, door die
mededeelingen toch wel iets nieuws te heb
ben gehoord.
Het voorstel van burgemeester en wethou
ders wordt aangenomen met algemeene stem-
men.
11. Benoemen van 2 leden uit den raad voor
het Orgaan belast met de uitvoerlng
der steunregeling.
De VOORZITTER verzoekt over te gaan
tot het benoemen van twee leden uit den ge
meenteraad voor het Orgaan belast met de
uitvoering der steunregeling voor werkloozen.
Hp noodigt de heeren Van Aken en Bedet
uit met hem het stembureau te vormen.
Bp eerste stemming worden uitgebracht op
de heeren Verlinde 4, Scheele 3, Colsen 2,
De Bruijne en De Bakker 1 stem.
Bp tweede vrpe stemming verkrpgen de
heeren Verlinde 5, Scheele 3, Colsen 2 en Van
Driel 1 stem.
De nu volgende herstemming heeft tot uit-
slag, dat gekozen wordt de heer Verlinde met
6 stemmen; de heer Scheele heeft 3 stemmen.
Bp de stemming voor het tweede lid wordt
gekozen de heer Scheele met 6 stemmen. Op
den heer Colsen zijn 3, op den heer Bedet 2
stemmen uitgebracht.
De heer Scheele en Verlinde verklaren
de benoeming aan te nemen.
12. Benoeming leden van de schatting.icom-
missie voor de inkomstenbelasting.
De VOORZITTER verzoekt over te gaan
tot het benoemen van 4 leden der schattings-
commissie voor de inkomstenbelasting,
wegens periodieke aftreding der heeren J.
Huizinga, Abr. Dees, A. F. Mannaert en Jac.
van Drongelen. Met de aftredende worden
ter benoeming aanbevolen de heeren J. C. J.
Olijislager, J. de Bruijne, P. Galle en I. Ver-
helst.
Herbenoemd worden de heeren Huizinga met
11, Van Drongelen met 10, Mannaert met 9
en Dees met 8 stemmen; op de heeren De
Bruijne en Galle zijn 2, op de heeren Olijislager
en Verhelst 1 stem uitgebracht.
13. Wijziging gemeentebegrootingen.
Burgemeester en wethouders stellen voor, te
wpzigen
a. de gemeentebegrooting voor den dienst
1930.
onder de uitgaven te vermeerderen de vol
gende posten:
schrijf- en bureaubehoeften 120; dmk- en
bindwerk /385; abonnement op het Staats-
blad, provinciaal blad, dag-, week- en maand-
bladen en aankoop van boeken 15; reisgeld
voor passanten en overige uitgaven der politie
0,005; onderhoud der lantaams en verdere
kosten der verlichting f 360; aandeel van het
rijk in het voordeelig saldo van de exploitatie
rekening der middenstandwoningen 90,78;
kosten terzake van verzekering 200; adver-
tentiekosten f 6; aanschaffen en onderhouden
van schoolboeken, leermiddelen en schoolbe-
hoeften 25; advertentiekosten 3,40; by-
dragen aan de gemeenten in de kosten voor
het middelbaar npverheidsonderwps f 20;
advertenties 12
totale vermeerdering der uitgaven 1237,185;
onder de uitgaven te verminderen de vol
gende post:
onvoorziene uitgaven 1237,185;
kosten vemieuwing bestrating in de Noord-
straat, Schoolweg en Grenulaan en leggen
trottoirs aan den Schoolweg f 3000; aankoop
van rentegevend goed f 2900;
totale vermeerdering der uitgaven 5900;
onder de uitgaven te verminderen de vol
gende post:
rioleering van de Axelsche straat en Kerk-
hoflaan en verandering der rioleering in de
Roeiersgang f 3000;
onder de inkomsten te vermeerderen de vol
gende post:
opbrengst verkoop van gemeente-eigen-
dommen 2900;
totale vermeerdering der inkomsten /2900;
b. de gemeentebegrooting voor den dienst
1931, jtr
onder de inkomsten te vermeerderen de
volgende posten:
ontvangst wegens over een vorigen dienst
te weinig genoten vergoeding van het Rijk
krachtens art. 56 der L. O. wet 1920 memorie;
ontvangst wegens over een vorigen dienst
te weinig genoten vergoeding van het Rpk
krachtens art. 56 der L. O. wet 1920 memorie;
uitkeering van andere gemeenten in de aan
schoolbesturen te betalen vergoeding bedoeld
in art. 205 der L.O. wet 1920 f 265; kosten
van verzekering, pens, van ambtenaren en
beambte f 139,50;
totale vermeerdering der uitgaven 404,50;
geldleening overgebracht van hoofdstuk XVI
336.673,11; bpdrage van de Woningbouw-
vereeniging „Werkmansbelang" in de kosten
van het sluiten der geldleening 377,68; geld
leening overgebracht van hoofdstuk XVI
58.355; opbrengst van den verkoop van
gemeente-eigendommen 7800; geldleening
overgebracht van hoofdstuk XVI 61.000;
geldleening overgebracht van hoofdstuk XVI
139.929,99; buitengewone aflossing op het
door het bedrijf aan de gemeente verschuldigd
kapitaal 139.929,99; bedrage van hoofdstuk
VII van den kapitaaldienst /13.800; uitkeering
van het bedrijf wegens kost-n der geldleening
277,29; bpdrage van hoofdstuk V van den
kapitaaldienst /377,68; bpdrage van hoofdstuk
XIHI-3 van den kapitaaldienst 277,29;
totale vermeerdering der inkomsten
658.798,03;
onder de uitgaven te vermeerderen de vol
gende posten: kleeding en rijwieltoelagen
f 120; jaarwedden van het personeel ten dien-
ste van het beheer der openbare werken 960;
kosten ter zake van verzekering, pensionnee-
ring enz. van amibtenaren en beambten
139,50; totale vermeerdering der uitgaven
1219,50;
onder de uitgaven te verminderen de vol
gende posten:
kleeding en uitrusting der politiedienaars
/120; onvoorziene uitgaven 695;
totale vermindering der uitgaven /815;
buitengewone aflossing van geldleeningen
ten laste van hoofdstuk V komende
336,673,11; bijdrage aan hoofdstuk XVI in
de kosten van het sluiten van geldleeningen
377,68; bestrating te Sluiskil 12.000; rio-
leeringswerken lage stadsgedeelte 40.000;
nieuwe beerschuit S 6.355bpdrage aan hoofd
stuk XIH-3 van den kapitaaldienst 13.800;
kosten van stichting, uitbreiding, verbouw of
verandering van inrichting van gebouwen en
van aankoop en inrichting van terreinen voor
het onderwijs in licnamelijke oefening
f 61.000; kapiiaalvers trek king aan het bedrpf
153.729,99; buitengewone aflossing van geld
leeningen ten laste van hoofdstuk XIHI-3
komende 139.929,99; bijdrage aan hoofdstuk
XVI van den kapitaaldienst wegens kosten
van het sluiten van geldleeningen 277,29;
kosten van het sluiten van geldleeningen
654,97;
totale vermeerdering der uitgaven
764.798,03;
onder de uitgaven te verminderen de vol
gende post: aankoop van rentegevend goed
6000;
totale vermindering der uitgaven 6000.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
14. Wijziging begrooting van het Woning-
bedxpf, dienst 1931.
Burgemeester en wethouders stellen voor,
de begrooting voor het Woningbouwbedrpf,
dienst 1931, te wijzigen als volgt:
Baton.
Uitkeering van de gemeente wegens andere
grondslagen 279,97; totale vermeerdering
f 279,97.
La&ten.
Rente van het verhoogd bouwvoorschot
2,68; kosten vallende op het aangaan van
eene geldleening 227,29; totale vermeerde
ring 279,97.
Kapitaalsinkomsten.
Kapitaalverstrekking door de gemeente
109.597,89; kaptiaalverstrekking door de
gemeente f 18.757,19; kapitaalverstrekking
door de gemeente 11.574,93; kapitaalver
strekking door de gemeente 13.800; totale
vermeerdering 153.730,01.
Kapitaalsuitgaven.
Uitkeering aan de gemeente wegens bui
tengewone aflossing 109.597,89; uitkeering
aan de gemeente wegens buitengewone aflos
sing 18.757,19; uitkeering aan de gemeente
fegens buitengewone aflossing f 11.574,93;
osten wegens uitbreiding en vemieuwingen
13.800; totale vermeerdering 153.730.01.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
16. Wyziging van de rioolbelasting.
Burgemeester en wethouders stellen voor
het navolgende besluit te nemen:
De gemeenteraad van Ter Neuzen
besluit
in de verordening op de heffing en invordering
eener rioolbelasting in de gemeente Ter Neu
zen, de navolgende wijziging te brengen:
Artikel 3 van de heffingverordening wordt
gelezen als volgt: De belalstinig bedraagt per
jaar voor iedere aansluiting van een perceel:
a. wanneer gebruik geanaakt wordt van
een waterspoeling of wat door burgemees
ter en wethouders daarmee kan worden
gelijik gesteld /2,50;
b. in alle andere gevallen f 1,
Artikel 10 van de heffingsverordening wordt
gelezen
Deze verordening wordt geacht in werking
te treden op 1 Januari 1931. Alsdan vervalt
de thans geldende verordening van 28 April
1927, Koninklpk goedgekeurd 2 September
1927 no. 11. Deze blijft van kracht ten aan-
zien van belastingjaren welke voor 1 Januari
1931 zijn geeindigd.
Artikel 4 van de invorderingsverordening
wordt gelezen:
De invordering dezer belasting geschiedt
overeenkomstig de artikels 291295 der ge-
meentewet.
Artikel 6 der invorderingsverordening ver
valt.
Vastgesteld door den raad der gemeente
Ter Neuzen in de openbare vergadering van
den 21 Mei 1931.
In hun toelichting op dit voorstel schrijven
burgemeester en wethouders het volgende:
Bij raadsbesluit van 26 Februari 1.1. tot wy
ziging van de verordening op de heffing van
rechten op het ruimen van privaatputten en
tonnen in de gemeente Ter Neuzen, goedge
keurd bij Koninklpk besluit van 21 April 1931
no. 8, is vervallen de bepaling: „Zij die gebruik
maken van een waterspoeling betalen een
recht van f 5 per jaar, onverschillig welk in-
komen zp hebben".
Bij de behandeling van bovengenoemde ver
ordening is door Uw college de wensch te ken
nen gegeven, dat voor een waterspoeling een
recht blijft gegeven. Om meer eenheid in de
belastingheffing te verkrijgen hebben wij toen
verklaard een voorstel te zullen doen om in de
rioolbelasting een dergelijke bepaling op te
nemen.
Daar de ruiming der privaatputten voor de
gemeente een jaarlijks terugkeerend nadeelig
slot geeft en de waterspoeling daarentegen
een zuivere winst beteekent, achten wij het
gewenscht het gebruik der waterspoeling zoo-
veel mogelijk aan te moedigen.
Wp stellen U daarom voor de belasting,
wanneer mede gebruik wordt gemaakt van
een waterspoeling op f 2.50 te stellen, waarin
dus 1,50 voor de waterspoeling is begrepen.
Bij opneming van de voorgestelde bepaling
zal ook voor de waterspoeling de eigenaar van
het betrokken perceel de belastingplichtige
zijn.
In deze gemeente zijn thans ongeveer 40
j waterspoelingen.
Het kohier der rioolbelasting 1930 bedroeg
1604. Over 1931 kan de opbrengst door deze
wijziging dub op 1664 worden geraamd.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
17. Omvraag.
a. De heer VAN DEN BULCK deelt mede,
dat tegenover hem de klacht is geuit, dat de
vertegenwoordigers van verschillende partijen
die den geheelen dag op de stembureaux bi-
vakkeeren, bij de tegenwoordige plaatsing van
de stemlessenaars en de groote stembiljetten
zeer goed kunnen nagaan op welke lijst een
kiezer zijn stem uitbrengt. Dit is toch niet zoo-
als het behoort, aangezien de stemming ge-
heim is. Hij zou in overweging geven die con-
troleuns een plaats aan te wijzen waarbij ze
dit niet kunnen zien.
De VOORZITTER merkt op, dat hier 4
voorzitters van stembureaux tegenwoordig
zijn, die kunnen daaromtrent misschien inlich-
tingen verstrekken
De heer VAN DEN BULCK deelt nog mede,
dat vooral over het bureau aan de Jozina-
zuilen spoedig bedaren door
Vraag daarom Mijnhardt's Hoofdpijnpoedera
en Mijnhardt's Kiesprjmpoeders. Alleen echt als
op doos en poeders de naam Mijnhardt staat.
Let bij het koopen hierop. Per poeder 8 ct. en
per doos 45 ct. Verkrijgbaar bij Uw drogist.
(Ingez. Med J
straat geklaagd werd, waar de controleurs boo
hoog zitten.
De heer SCHEELE deelt mede, dat ook
door het stemibureau in de Jozinastraat die
aanmerking is gemaakt en de tafel ran het
stembureau verplaatst is, om aan de contro
leurs van verschillende partijen een andere
plaats te kunnen geven, daar ze inderdaad
konden zien hoe de kiezers stemden, als ze
daar op wilden letten, Een voorziening daar-
tegen wais wel gewenscht.
De heer VERLINDE oppert het denkbeela
er van boven gordijntjes voor te hangen,
waardoor men het stemmen niet kan zien,
De VOORZITTER zegt overweging toe on
herhaling te voorkomen.
b. De heer VAN DEN BULCK vraagt, ho*
lang dat gat in de straat aan den van Steen-
bergenlaan, bij de bloot gemaakte rioleering
nog moet biyven liggen. De bewoners van de
woningen waarvoor het uitkomende zand ge-
worpen is hebben er veel hinder van, dat de
passage voor hun woningen geheel Is ge-
stremd. Ze moeten nu ver loopen met hun vuil-
nisbakken, melkboeren en groentenkarren
kunnen er nu niet komen. Zou er geen gele-
genheid zyn hun van dien overlast te ontslaan
De heer VAN DRIEL voegt hieraan toe, dat
de grond bij de bewoners daar al 7 weken
voor de deur ligt en dat er nog geen uitzicht
is, wanneer de gemaakte put zal kunnen wor
den dichtgeworpen. Het bezwaar gaat niet
zoozeer over dien put, want als men die nu
dicht zou maken, moet men die later toch
weer uitgraven, maar hij meent dat het wel
mogelijk zou zyn den grond naar den andereu
kant van de straat te werken en een meter of
drie voor de woningen vrij te maken. Men zal
dan misschien wel eenls een rozenstruikje moe
ten vemielen, maar dat is dan toch later te
vervangen. Nu Is het voor de bewoners groot
ongerief.
De heer GEELHOEDT zal den gemeente-
bouwmeester opdragen daarvoor te zorgeo;
voor de rioleering worden nieuwe buizen ge
maakt, ter vervanging van de bloot gemaakte,
die stuk bleken.
De VOORZITTER zegt dat uit deze mede
deeling valt af te leiden, dat er aandacht aan
zal worden geschonken.
c. De heer VERLINDE heeft vemomeh,
dat er weer kinderen verbaliseerd zyn voor het
voetballen op de openbare straat. Hy vraagt.
of er toch niet wat aan gedaan zou kunnen
worden, om voor de kinderen speelruimte te
krygen. Een groepje kinderen heeft er lets op
gevonden, door op een terrein achter de Axel
sche straat voor J 8 per jaar een stuk gras-
land te huren, dat ze nu hebben ingericht voor
voetbalterrein. Dat zal echter niet lang duren,
want naar hij verneemt zullen daar binnen
kort een paar woningen worden gebouwd en
dan is die pret weer uit. Hy vraagt of het niet
mogelyk zou zijn de beschikking te krygen
over het lage gedeelte van de voormallge bat
tery ten weteten van de middensluis. Misschien
zou daarover met de graspachters wel een
overeenkomst zyn te treffen. De kinderen die-
nen toch plaats te hebben am te spelen. Nu
trachten ze zich op allerlei wyzen te helpen,
en voetballen ook op straat. Ook bij spreker
geschiedt dat, met het gevolg dat men dan
ieder oogenblik een bal tegen deuren en ramen
krijgt. Hij gelooft niet, dat de kosten voor het
huren van zoo'n terrein zoo groot zouden zyn.
en dat het een goede gelegenheid zou bieden.
De VOORZITTER antwoordt, dat hieraan de
noodige aandacht zal gewyd worden, het voor-
nemen hestaat, dat hy de nieuwe verpachting
in het volgend jaar, de gemeente alles zal
nemen.
De heer DE BAKKER wyst er op, dat daar
aan de Van Steenbergenlaan zoo'n prachtlg
sportterrein ligt. Waarom wordt daarvan geen
gebruik gemaakt Dan heeft men ooik een
speelterrein gehad bij de Oostkolkstraat, maar
dat is nu weer ingenomen voor huizenbouw
Indifen er binnenkort niet ingegrepen wordt,
zal hij er een voorstel van maken om de be-
tchikking over dat sportterrein te krijgen.
De VOORZITTER merkt op, dat de ge
meente dit sportterrein heeft moeten aanleg-
gen ten dienste der Rijks H. B. S., en dit ter
beschikking dier instelling is. De directeur va»
de school kan er binnen het raam der voor-
schriften over beschikken.
De heer COLSEN vraagt, of daaraan 8»n
niets te doen is.
De VOORZITTER merkt op, dat ae
directeur niet verder kan gaan, dan zyn be-
voegdheid strekt.
De heer VERLINDE wijst er op, dat het
sportterrein reeds meermalen voor bepaalde
doeleinden, voetbalwedstryden of sportfeesten
ten gebruike is afgei taan; het zal echter niet
voor algemeen speelterrein kunnen worden
beschikbaar gesteld.
d. De heer VAN AKEN vraagt, of er nog
geen verzoek Is binnengekomen voor het ge
bruik van een gymnastieklokaal.
De VOORZITTER deelt mede, dat dit te laat
is binnengekomen om het thans nog ter tafel
te brengen.
De heer VAN AKEN vraagt, of burgemees
ter en wethouders daarover niet kunnen be-
slissen. Indien weer een raadszitting moet
worden afgewacht, zal er nogal eenigen tyd
verloopen en hij zou het gewenscht achtan, dat
spoedig een gunstige beschikking verkregen
werd. Hy beveelt inwilliging van het verzoek
daarom ten zeerste aan.
De VOORZITTER weet niet, of hierover
door burgemeester en wethouders zal kunnen
worden beslist; Indien mogelijk zal dat wel
geschieden.
e. De heer VAN DRIEL deelt mede, dat
1 in den laatsten tijd weer verschillende wiel-
rijders, die in de richting van het postkantoor
het klinkerpad van de Nieuwstraat bereden,
zijn verbaliseerd voor links van den weg te
rijden. Het pad ligt daar misleidend. Uit de
Noordstraat komend neemt men allicht dien
kant van de straat, omdat er meestal auto's
staan voor het „Hotel des Pays-Bas" en als
men dan eenmaal aan die zijde rijdt, blijft
op dat klinkerpad rijden. Hij overweegrt om de
desbetreffende bepaling uit de Politieverorde-
ning te lichten of dat pad tot rijwlelpad te
verklaren, als zou dan daarvan ook het ge
volg zijn, dat de verlepte boomenry aan den
anderen kant der Nieuwstraat ook moest op-
geruimd en daar een steilen mupr gemaakt
worden voor straatverbreeding. Van den bs-
staanden toestand worden echter onwillekeu-
rig veel wielrijders de dupe en beloopen pro-
ces-verbaal. Dat moet worden voorkomen.
De VOORZITTER schorst de openbare ver
gadering, die overgaat in een zitting met ge-
sloten deuren.
Na het weder openbaar worden der vergade
ring, wordt deze door den VOORZITTER ge-
sloten.