ALGEMEEN NIEUWS- F.N APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
GILLET
Miilionair tegen wil en dank
ASPIRIN
M OTORS
No. 8685
WOENSDAG 27 MEI 1931
71 e Jaargang.
BINNEHLAND.
yntHLLETOS,
eenig op de wereld
BUIT1NLAMD.
sfcgsii
De Burgemeester van TER NEUZfN
door
E. PHILLIPS OPPENHEIM.
Een koele
luchtsfroom,
Jillillrr- "irn«ssssBta^sxm«s<rmamsaes
.^-TSSBaBB-^aBS>H*Xiiw-r» assMMSSE^jmaKSBpawsr-' trasMt..
i SSB^?*SS9
i &SM&1S&
55 ^'5-
ABONNESOENTSPRIJS: Blnnen Ter Neuzen /1.40 per 3 maanden Bulten Ter Neuzen
f. pe- post f 1 80 per 3 maanden Bij voor udtbetallng fr. per post 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post
Ahonnementen voor het bnitenland alleen bri voorultbetaling.
Ultjjeefster: Flrma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 25.
ADVERTENTI6NVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0.2U
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentl6n bij regelabonnement tegen verminderd tarlef, hetwelk op aanvraag
verkrfjgbaar is. Inzending van advertentlen liefst 66n dag voor de ultgave.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEKEN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRWD AG AVOND.
5t\- &r*m vp-rt
BENOEMING LID VAN DEN
GEMEENTERAAD.
De Voorzitter van het Hoofd- tevens Cen-
traalstemlbu reau voor de verkiezing van de
leden van den Gemeenteraad maakt bekend,
dat ter gemeente-secretarie voor een ieder
ter inzage is nedergelegd het besluit, waarbij
wegens de ontslagname van den heer N. A.
HAMELINK. is benoemd verklaard tot lid
van den Gemeenteraad de heer ANTHONIJ
JACOBUS HARTE.
Ter Neuzen, den 22 Mei 1931.
De Voorzitter voomoemd,
J. HUIZINGA.
brengt het volgende ter algemeene kennis:
DE MINISTER VAN STAAT,
MINISTER VAN BINNENLANDSCHE
ZAKEN EN LANDBOUW,
Gelet op artikel 14 van het Waddenzee-
visscherijreglement (Stbl. 1915 No. 206),
laatstelijk gerwijizigd bij Koninklijk ibesluit van
15 Januari 1925 (Stbl. No. 14);
HEEFT GOEDGEVONDEN
onder intrekking van de beschikking van 4
Februari 1924. No. 220, afdeeling Vissche-
rjjen, zooals die laatstelijk is gewijzigd bij
beschikking van 3 Mei 1929, No. 986, afdee
ling Visscherijen, nader te bepalen als volgt:
le. met ingang van 2 Juni 1931 tot aan
nader vast te stellen datum wordt een aan-
gegeven gedeelte van de Waddenzee gesloten
voor de visscherij;
2e. het visschen binnen dat gedeelte wordt
vergund op voorwaarde, dat niet gevischt
wordt met een mossel-, oester- of wulken-
vischtuig en dat geen gebruik gemaakt wordt
van eenig middel am mossels, oesters of
wulken te vangen;
3e. het districtshoofd kan in bijzondere
gevallen schriftelijk ontheffing verleenen van
de sub 2e gestelde voorwaarden, onder de
noodige bepalingen ter voorkoming van mis-
bruik;
4e. het onider le bedoelde gedeelte van de
Waddenzee wordt omschreven als volgt:
In het Oosten begrensd door de lijn, gaande
van de spitse ton van Uithuizen over den
molen van den Lauwerpolder, naar de Oost-
zijde van het eiland Rottum en in het Zuiden
door de lijn, gaande van het kustlicht bij de
Ven (Noord-Holland) naar den toren van
Warns (Friesland).
Ter Neuzen, 27 Mei 1931.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
DE KONINKLIJKE F AMI LIE
NAAR PARIJS.
Volgens de Echo de Paris zullen de Ko-
ningin, de Prins en de Prinses 16 Juni in het
Elysee het noenmaal gebruiken. Voor deze
gelegenheid wordt het incognito opgeheven.
Van de ministers zullen aanzitten Laval,
Briand, Tardieu, Reynaud, Flandin en Rollin,
onderscheidenlijk president van den minister-
raad, minister van buitenlandsche zaken, van
landbouw, van kolonien, van financien en
van handel.
REORGANISATIE BELASTINGDIENST.
Het hoofdbestuur van den Oentr. Ned.
Ambtenaarsbond meldit, dat de minister van
Financien aan de bijzondere commissie van
overleg heeft meegedeeld, dat het hem, in
venband met de tijdsomstandigheden, ge-
wenscht voorkomt de beslissing over het al
dan niet uitvoeren van het plan voor reorga-
nisatie van den belastingdienst nog eenigen
tijd op te schorten.
DE ZUIDERZEE WERKEN.
Het Tweede Kamerlid de heer Lingfbeek
heeft den Minister van Waterstaat de volgen
de vraag gesteld:
Acht de Minister het niet gewenscht, na
de verschijning in de jongste dagen van
eenige belangrijke artikelen in de bladen be-
treffende de Zuiderzeeiwerken, dat zoowel met
het oog op de veran-tiwoordelijkheid der re-
geering en volksvertegenwoordiging als tot
geruststelling der natie worde overgegaan tot
instelling van een onpartijdige deskundige
commissie van onderzoek, die zel hebben na
te gaan of het wel gewenscht is, met de af-
sluiting van de Zuiderzee door middel van
den reeds voor een deel tot stand gebrachten
dijk nu reeds ten einde toe door te gaan?
DE IN1V ERKINGTREDING DER
TARWEWET.
Het Cor. Bureau vemeemt, dat het in de
bedoeling ligt op het tijdstip (1 Juli) waarop
de maatregelen tot invoering van de Tarwe-
wet 1931 in werking zullen treden over te
gaan tot een scherpe controle van de bij de
bakkers aanwezige voorraden, bloem en krop-
meel. Mocht blijken, dat zich bij bakkers te
groote voorraden in verhouding tot hun om-
zet bevinden dan kan daarvan heit gevolg zijn,
dat voor die voorraden geen vergunning tot
het voorhanden hebben wordt gegeven, waar-
door de betrokken bakkers in groote moei-
lijkheden kurrnen komen.
DE AMBTENAARSSALARISSEN.
Het Tweede Kamerlid Braat heeft aan den
Minister van Financien gevraagd of de Minis
ter bereid is mede te deelen, of door hem
reeds maatregelen genomen worden om de
salarissen van de ambtenaren hier te lande
in overeenstemming te ibrengen met de alge
meene conjunctuursdaling en de daaruit
voortvloeiende daling van de levensmididelen
MR. VAN DOORNE EN DE A.V.R.O.
Op verzoek van het hoofdibestuur van het
Genootschap „Vrij Nederland" en van Mr.
Van Doorne heeft zich een eereraad gevormd
bestaanide uit de heeren prof. mr. C. W. Star
Busmann, hoogleeraar aan de Rijksuniversi-
teit te Utrecht, prof. mr. J. A. Eigeman, hoog
leeraar aan de H. Krijgsschool te 's Graven-
hage, en prof. mr. H. R. Rilblbius, hoogleeraar
aan de H. Handelsschool te Rotterdam, die
het bekende conflict mr. Van DoorneA.V.
R.O.-bestuur zal onderzoeken. Door het ge-
nootschapstoestuur en mr. Van Doorne zijn
resp. aangezocht prof. Star Busmann en prof.
Eigeman, die in gezamenink overleg als derde
prof. Ribbius hebben uitgenoodigd. Aan den
eereraad is verzocht te willen onderzoeken:
A. Of het royement van mr. Van Doorne
en zijn ontslag als bestuurslid van de A.V.
R.O. op regelmatige wijze heeft plaats ge-
vonden.
B. Of de door en vanwege het A.V.R.O.-
bestuur gepubliceerde beschuldigingen tegen
mr. Van Doorne geuit, waarop zijn royement
en ontslag gebaseerd zijn, gerechtvaardigd
zijn.
OPCENTEN SIGARETTENACCIJNS.
De Minister van Financien heeft, na advies
van de commissie van deskundigen voor den
tabaksaceijns, door opneming in de ,,Staats-
19)
Vervolg.
HOOFDSTUK VIII.
De vacantie-dagen in Folkestone door-
gebracht, waren een volmaakt succes.
Geen oogenblik betreurden de broers de
duffe voorkamer te Worthing, hun mor-
genwandeling op het strand, de nauw-
keurige plichtgetrouwe wijze, waarop ze
een zekere hoeveelheid ozon inademden,
de avondwandeling langs den boulevard
en de onvermijdelijke eentonigheid van
voorgaande vacanties. Ze genoten van
hun luxueuse zitkamers in het duurste
hotel van Folkestone: het was een heer-
lijke afleiding voor hen dagelijks het laden
en lossen der schepen gade te slaan, maar
een bron van de grootste vreugde vormde
voor hen de lange autotochten, welke ze
bij alle mogelijke gelegenheden onder-
namen.
Hun op een eenigszins eigenaardige
wijze uitgekozen wagen bleek van een
uitstekend fabrikaat te zijn, de geleende
chauffeur verstond volmaakt zijn vak en
was daarbij ook niet te oneerlijk. Het
leven had een nieuwe, groote aantrek-
kingskracht voor hen gekregen, wanneer
ze zich van de eene provincie naar de
andere lieten rijden. Iedereen kende ge-
leidelijk de broers, zooals ze daar onberis-
pelijk gekleed naast elkaar 's morgens of
s avonds in hun mooie auto uitreden. Ze
zaten altijd naast elkaar, gedroegen zich
op een waardige manier en waren vol
maakt gelukkig. Het was een groote ver-
andering voor hen beiden. Tweemaal in
de week hadden ze een onderhoud met
hun procuratiehouder, die met den och-
tendtrein van Londen kwam. Ze gaven
hem hun advies en de noodige instructies
omtrent de leiding der zaak, doch zoodra
de man weer vertrokken was veraaten ze
het bestaan daarvan geheek-en al tot het
daarop volgend bezoek. Hun wekelijk-
sche rekeningen vormden telkens een aan-
gename verrassing voor hen. De garage-
onkosten, welke eenigszins verontschul-
digd door Brooks, hun chauffeur, werden
gemaakt, deden hen bijna trillen van
geluk.
,,Deze vacantie," gaf Stephen te ken-
nen, nadat hij een groot gedeelte van den
avond druk met potlood en papier was
bezig geweest, „heeft minstens dertig
maal zooveel aekost als onze uitstapjes
Dit i
resultaat.
van
vroeg
er.
is een zeer bevredigend
,.Dat ben ik volkomen met je eens,"
verklaarde George Henry. ,,Ik hoop dan
ook van harte, dat zich niet weer een der-
gelijk geval zal voordoen als die kwestie
met de Zuid-Amerikaansche effecten.
waardoor al onze pogingen mislukten."
,,We doen ons best," zei Stephen een-
voudig. ,,Meer kan er niet van ons ver-
wacht worden
Den volgenden morgen heel vroeg, zoo
goed als onveranderd, met uitzondering
van een ietwat gebruinde gelaatskleur, en
het feit, dat ze nog steeds gekleed waren
in hun grijs geruite tweed kostuums
voorgeschreven door den autocraat van
Savile Row), keerden Stephen en George
Henry naar de stad terug.
Nog voordat ze Londen bereikt hadden,
werd hun aandacht reeds getrokken door
courant" ter kennis van beianghehbenden ge-
Ibracht o.a., dat met ingang van 1 Juni a.s.
dertig opcenten worden geheven op den
taibaksaccijns op sigaretten.
Deze heffing ge&chiedt, behoudens uitzon-
deringsgeivallen, door middel van aanvullings-
zegels, waarvan moeten zijn voorzien alle met
het gewone accijnszegel gezegelde verpakkin-
gen, welke van genoemdea datum af in het
vrije verkeer worden gebracht.
Op aanvullingszegeis wordt geen melding
gemaakt van kleinhandelsprjjs en aantal
sigaretten. Fabrikanten en importeurs zijn
niet verplicbt, hun naam of him fabrieks- of
handelsmerk, dan wel het hun toegekende
nummer op de aanvullingszegeis te vermel-
den.
Ten einde de nagevorderde opcenten op den
accijns te kunnen voldoen, moeten winkeliers,
grossiers, enz. aanvullingszegeis v66r 20 Juni
a.s. aanvragen bij den ontvanger der invoer-
rechten en of accijnizen, onder wiens kantoor
de sigaretten in voorraad zijn.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
overtreding van de voor de navordering van
opcenten gegeven voorschriften wordt ge-
straft met een geldboete van tenminste vijf-
en-twintig en ten hoogste duizend gulden.
Wet afgekondigd.
Afgekondigd is een Staatsblad, bevattende
de wet van 15 Mei j.l. ter aaavulling en wijzi-
ging van de Leeningwet 1914 en heffing van
opcenten op den tabaksaceijns op sigaretten.
AANVULLING LEERPLICHTWET.
Een tegemoetkoming aan het platte land.
Blijkens het voorloopig verslag der Tweede
Kamer omtrent het wetsontwerp tot aanvul-
ling van de leerplichtwet, betuigden vele
ieden zich met deze aanvulling ingenomen.
Zij juichten het toe, dat daardoor niet alleen
het volgen van middelbaar onderwijs, van
uitgebreia lager onderwijs en van nijvenheids-
onderwijs, maar ook het bezoeken van een
lagere land- of tuinbouwschool zal leiden tot
gedeeltelijike vrijstelling van den wettelijken
ieerplicht. Hiermee wordt tegemoetgekomen
aan de verlangens, welke te dien aanzien
ten platte'lande leven.
Verscheidene ieden betreurden intusschen
dat de wijziging der leerplichtwet, welke
wordt voorgesteld, van zoo beperkte strek-
king Is. Zij drongen er bij den Minister op
aan, om een stap verder te gaan en een zoo-
danige wijziging voor te stellen, dat na vol-
bracht.e zeven leerjaren van 'n gewone lagere
school, de ieerplicht in ieder geval eindigt.
Verscheidene andere leden betreurden, dat
de aanvaardinig van dit wetsontiwerp zal
kunnen ieiden tot verzwakking van de leer
plichtwet. Bovendien waren ziji van oordeel,
dat in plaats van den in bepaalde omstandig-
heden geldenden eisch van het volgen van een
achtste leerjaar aan een school voor algemeen
vormend lager onderwijs voor een deed der
jeugd te schrappen, deze eisch veeleer tot alle
kinderen diende te worden uitgabreid, waarbij
intusschen sommigen er prijs op stelden te
verklaren, dat het onderwijs in het achtste
leerjaar ook in ruime mate op de practijk
des levens gericht zou moeten worden.
H. VAN DE CALSEYDE
8 Borluutstraat (dicht bij Stadhuis)
GENT. Tel. 12415.
CRISIS WEE.
Fel woedt nog steeds sohrijft men ons
de crisis, drukkend is nog immer de malaise.
Geen hoekje waar geen slagen vallen, geen
groep in de maatichappij die aan het leed j
geen uiting geeft in geklaag. De vele ledige
tijd laat daarbij ook alle gelegenheid tot tiheo-
retische bespiegelingen over de middelen, die
de gevolgen van de crisis zouden kunnen
temperen. Het bedrukte gemoed laat daarbij
aan de fantasie al heel gauw vrij spel en zoo
komt het, dat men zelfs onder middenstan-
ders (die wel in de eerste plaats de gevolgen
van de verminderde koopkradht van het pu-
bliek gevoelen) hoort betoogen, dat loonen en
salarissen maar zoo weinig mogelijk vermin
derd moeten worden, omdat het puibliek dan
kan blijven koopen en zoodoende wel de ma
laise uit de wereld zal helpen. Kortom, men
bepleit in zijn crisisvrees onaantastbaarheid
van loonen en salarissen. Met dit verschil, dat
de een speciaal doelt op de Overheidsloonen,
en de ander meer het oog heeft op de loonen
in het algemeen. Besohouwen wij de kwestie
eens wat nader.
Sedert eenige jaren speelt bij besprekingen
over de loonhoogte een groote rol de grootere
koopkradht, welke door hoogere loonen ont-
staat. Wij hebben dat vooral aan Ford te dan-
ken, die leeraarde, dat het in het belang is
van de fabrikanten om hooge loonen te geven,
omdat daardoor de arbeiders grootere koop-
kracht verkrijgen en meer artikelen kunnen
koopen, zoodat de productie kan worden uit-
gezet. Men moest eohter lezen: de arbeiders
moeten door hooge loonen in staat gesteld
worden een Fordje op afbetaling te koopen.
Wanneer er dan op gewezen werd, dat deze
hooge loonen van de industrie-arbeiders door
de rest van de bevolking, in de eerste plaats
de landlbouwers, moesten worden opgebracht,
zweeg Ford in alle talen.
Ware Ford's leer juist, er zouden nimmer
loonkwesties zijn. De practijk heeft helaas
bewezen, dat zijn leer in de meeste gevallen
niet opgaat. Toch is van Ford's betoog veel
blijven hangen, en hoort men nog dikwijls in
tijden van malaise verkondigen, dat loonsver-
laging, b.v. in de besehutte bedrijven en voor
het Overheidspersoneel, moet worden verme-
den, omdat zij de koopkracht zou verminderen
en daarmede de „onderconsumptie" (den gee-
sel van onzen tijd) nog zou verergeren.
De koopkracht van een volk in werke-
lijklheid de ruilkraeht hestaat uit de totale
opbrengst van zijn productie; deze koopkracht
kan sleohts grooter worden, wanneer meer
goederen worden geproduceerd, in ruil waar-
voor wij in het buitenland meer geld kunnen
krijgen of meer goederen kunnen koopen. Men
kan edhter nimmer de koopkracht vergrooten
door de verdeeling kunstmatig te wijzigen.
Een hooger loon kan nimmer de productie of
de vraag naar producten doen toeneman, zoo-
danig, dat de koopkracht der natie, dus de
algemeene welvaart, toeneemt. Er gaan in
onze dagen door het gebrek aan soepelheid
van de belooning der productie-faotoren
enorme bedragen aan koopkracht, d.i. natio-
nale welvaart, verloren.
Het productievermogen is zoodanig toege-
nomen, dat tijdelijk de toeneming van de be
volking en van het consumptievermogen hier-
door overvleugeld is. Met als gevolg: zeerlage
goederenprijzen. De voorstanders van onaan-
tastbare loonen accepteeren voor handel en
industrie noodigedwongen deze lage prijzen,
maar willen de loonen (die na de enorme sta
ging der laatste jaren door de crisis nog groo
tere koopkracht hebben gekregen) bescher-
men, kunstmatig handhaven op een op de vrije
markt onhoudbaar peil. Het zou hen vergaan
als de helden van de Grieksche treurspelen,
die juist door de wijze waarop zij aan het voor
die in het warme jaar-
gefijde zoo weldadic
aandoei, heeff vaak
een verkoudheid ter»
gevolge. Neemt dart
Aspirin-Tabletfen.
L»f op oranje band en Bayerkruis. Prijs 75 cfs.
(Ingez. mcU.)
groote aanplakbiljetten van de operette
,,De zingende Vogel", welke op de gek-
ste plaatsen schenen te zijn aangebracht.
Met groote vlammende letters kwam deze
titel op iedere schutting of zuil voor. Bij
elken theater-agent pronkte een derge-
lijke affiche.
,,Heb jij soms een critiek gelezen over
de opvoering van „De zingende Vogel"?
vroeg Stephen een weinig zenuwachtig
aan zijn broer.
,,Nee," bekende George Henry. ,,Ik
interesseer me zelden voor de rubrieken,
welke handelen over tooneelnieuws. Ik
geloof dat ik evenals jij alleen gelet heb
op de marktprijzen en de hoofdartikelen."
„Dat is zoo," gaf Stephen toe. „We
kunnen dus niet weten of het stuk een
succes, of een mislukking is geweest. Juf-
frouw Whitney heeft waarschijnlijk aete-
legrafeerd of geschreven naar de Milan".
Zooals je weet, is onze particuliere cor
respondence ons niet nagezonden. Ik
hm heb het als vanzelf sprekend be-
schouwd, dat de operette vallen zou."
,,Ik meende, dat het vrijwel een feit
was," zei George Henry op klagenden
toon, ,,want voor dengene, die het geld
fourneert, zijn dergelijke speculaties altijd
noodlottig. Bij al onze calculates hebben
wij er voortdurend rekening mede gehou-
den, dat die zes duizend pond als verloren
beschouwd konden worden. Het zal ons
aardig wat achterop brengen, als de ope
rette een succes blijkt te zijn."
Zoodra ze het kantoor bereikten, kre-
gen ze de waarheid gauw genoeg te hoo-
ren. Ze vonden zelfs stapels te1. 'gram-
men en felicitatiebrieven. Mijnheer Jar-
dine die van hun terugkomst gehoord
had begroette hen op een bijna eerbie-
dige wijze.
Mijnheer Sephen," zei hij, „en ook u,
mijnheer George Henry, heb ik steeds be
schouwd als handige zakenmenschen, die
'n buitengewoon scherpen blik hadden op
voordeelige geldbeleggingen, maar nooit
in mijn leven had ik kunnen vermoeden,
dat U genieen waart. Vandaag moet ik
echter bekennen, dat U dit inderdaad is.
De zesduizend pond, welke U in dit stuk
„De zingende Vogel" heeft gestoken en
Uw eisch om de eenige leden van het syn-
dicaat te blijven, zullen U voor zoover ik
de cijfers kan nagaan vier of vijf hon-
derd percent winst opleveren."
Niettegenstaande het een teleurstellend
oogenblik was, wisten de beide broeders
hen bestemde lot wiiden ontkomen, er aan ten
offer vielen! Dat men goederen, die zoozeer
in prijs zijn gedaald, voor dezelfde loonen kan
laten produceeren, kan zelfs Ford niet volhou-
den. Kan men zich verweren tegen de buiten
landsche concurrence met hooge loonen, d.w.z.
dure producten? Het zou een zekere onder-
garng zijn. Neen, wij moeten den vijand be-
kampen met zijn eigen wapens, wij moeten er
naar streven zoo goedikoop mogelijk te pro
duceeren en daardoor de koopkracht te ver-
*neerderen. De goedkoope voorthrenging is de
hefiboom van onze welvaart, maar niet een
verdeeling, die 6en groep in staat stelt. een
paar artikelen meer te koopen.
Intusschen zij opgemerkt, dat inderdaad de
salarissen van het Overheidspersoneel niet de
sluitpost mogen vormen, en dat deze dus niet
onmiddellijk verlaagd mogen worden bij da-
lende conjunetuur. Maar het omgekeerde is
ook waar, en dat wordt dikwijls uit het oog
verloren. Salarissen, die dikwerf op tijden van
hooge conjunetuur zijn gebaseerd, mogen in
tijden van groote crisismoeilijkheden zeker niet
nog verhoogd worden, al ware het reeds uit
tactische overwegingen tegenover de noodlfj-
dende bevolking. Dit meerdere is ook niet op
zijn plaats, wanneer het gegeven wordt als
vacantietoeslag of opheffing van op zichzelf
niet onhillijke pensioenpremie, welke toch ook.
door het Rijk wordt gekort op het salaris.
Een oude dichter zong:
,,Och, waren alle menschen wijs.
En wiiden alien wel,
Deez' aarde was een paradijs,
Nu is ze vaak een hel."
Zoolang we dit paradijs nog niet hebben,
zullen wij helaas malaise blijven ondervinden
met de noodzakeliike loonsverlagingen!
LOONSVERLAGING IN DE VEREENIGDE
STATEN OP TIL.
Uit New York wordt aan de Daily Tele
graph geseind, dat een stemming onder de
vakvereenigingen de vastbeslotenheid bij de
overweldigende meerderheid aan het lidht
heeft gebracht, om zich te verzetten tegen een
algeheele loonsverlaging of verlaging van het
levenspeil.
Op deze politiek wordt aangestuurd door
bankiers en financieele belangen. De bankiers
zouiden een algemeene loonsverlaging willen
forceeren door het inhouden van credieten aan
de werkgevers, die instemmen met het argu
ment der arbeiders, dat de snelste weg tot
economisch herstel is het handhaven van de
sterkste koopkracht der arbeiders. Dit argu
ment wordt gedeeld door president Hoover en
andere regeeringspersonen en industrieele ei
ders als Henry Ford, Farrell, leider van de
U. S. Steel Corporation, en Swepe, directeur
van de General Electric Company. De arbei-
zicTi toch waardig te gedragen. Ze pro-
beerden zoo spoedig mogelijk aan het on
derhoud met den heer Jardine een eind te
maken. Stephen leunde achterover in zijn
stoel en stak zijn hroer zijn hand toe.
George Henry", zei hij op flinken
toon, „we mogen niet wanhopen. Niet
tegenstaande deze eene succesvolle be-
legging moeten we toch steeds ons doel
voor oogen houden. Er wordt nog genoeg
geld in de wereld verloren en uitgegeven
en wij zullen dit eveneens doen.'
George Henry beantwoordde den hand-
druk van zijn broer met warmte.
„Ik benijd je je moed, Stephen," gaf
hij toe. ,,Ik moet je eerlijk zeggen. dat ik
een weinig terneergeslagen ben. Tenge-
volge van de winsten van „De zingende
Vogel" en de groote stijging in waarde
van de Zuid-Amerikaansche effecten,
hebben we nog heel weinig kunnen be-
reiken."
,,Wij mogen den moed niet opgeven,"
bleef Stephen beslist aandringen. ,,We
hebben nog kansen genoeg over. Wat zou
je er van denken, als we het geheele ge-
zelschap van ,,De zingende Vogeleens
een souper aanboden of beter nog op
Zondag een diner, gevolgd door een sou
per en juweelen ten geschenke gaven aan
ieder der medespelenden waarvan wij
de waarde vehborgen kunnen houden.
Een diamanten collier bijvoorbeeld voor
juffrouw Whitney en een kleine auto voor
haar echtgenoot. Deze zullen werkelijk
gemotiveerde uitgaven zijn. Laat het
maar aan mij over, George Henry. Op de
een of andere manier kunnen wij die
winsten wel doen verminderen."
George Henry zag er eensklaps veel
opgewekter uit. Op hun terugweg naar
de „Milan" deed Stephen nog een verder
voorstel.
,,Ik geloof", zei hij, „dat het van onze
zijde niet meer dan beleefd is, om zoo
spoedig mogelijk de voorstelling bij te
wonen."
„Ik was juist van plan iets dergelijks te
zeggen, bekende zijn broer.
,,Het zou beter zijn, met het oog op de
groote winsten, als wij een loge bespra-
ken," zei Stephen.
,,Natuurlijk een loge," riep George
Henry uit. „Wij zullen er een nemen. die
vlak bij het tooneel is."
Toen ze zich vervoegden bij het theater-
bureau in het hotel, en hun wenschen te
kennen gaven, kon de man onwillekeurig
een glimlach niet onderdrukken.
,,Gedurende de eerstvolgende maand is
er geen plaats meer te krijgen," kondigde
hij aan. Dagelijks moeten er honderaera
menschen teleurgesteld worden."
„Dat is heel jammer," verklaarde
Stephen. ,,Wij hebben bepaalde redenen.
waarom wij de opvoering willen zien.
De man keek hen eenige oogenblikken
belangstellend aan.
(Wordt vervolgd.)