ALGEMEEN NIEUWS- F.N APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. GILLET Miilionair tegen wil en dank ASPIRIN M OTORS No. 8685 WOENSDAG 27 MEI 1931 71 e Jaargang. BINNEHLAND. yntHLLETOS, eenig op de wereld BUIT1NLAMD. sfcgsii De Burgemeester van TER NEUZfN door E. PHILLIPS OPPENHEIM. Een koele luchtsfroom, Jillillrr- "irn«ssssBta^sxm«s<rmamsaes .^-TSSBaBB-^aBS>H*Xiiw-r» assMMSSE^jmaKSBpawsr-' trasMt.. i SSB^?*SS9 i &SM&1S& 55 ^'5- ABONNESOENTSPRIJS: Blnnen Ter Neuzen /1.40 per 3 maanden Bulten Ter Neuzen f. pe- post f 1 80 per 3 maanden Bij voor udtbetallng fr. per post 6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post Ahonnementen voor het bnitenland alleen bri voorultbetaling. Ultjjeefster: Flrma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25. ADVERTENTI6NVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0.2U Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentl6n bij regelabonnement tegen verminderd tarlef, hetwelk op aanvraag verkrfjgbaar is. Inzending van advertentlen liefst 66n dag voor de ultgave. DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEKEN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRWD AG AVOND. 5t\- &r*m vp-rt BENOEMING LID VAN DEN GEMEENTERAAD. De Voorzitter van het Hoofd- tevens Cen- traalstemlbu reau voor de verkiezing van de leden van den Gemeenteraad maakt bekend, dat ter gemeente-secretarie voor een ieder ter inzage is nedergelegd het besluit, waarbij wegens de ontslagname van den heer N. A. HAMELINK. is benoemd verklaard tot lid van den Gemeenteraad de heer ANTHONIJ JACOBUS HARTE. Ter Neuzen, den 22 Mei 1931. De Voorzitter voomoemd, J. HUIZINGA. brengt het volgende ter algemeene kennis: DE MINISTER VAN STAAT, MINISTER VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN EN LANDBOUW, Gelet op artikel 14 van het Waddenzee- visscherijreglement (Stbl. 1915 No. 206), laatstelijk gerwijizigd bij Koninklijk ibesluit van 15 Januari 1925 (Stbl. No. 14); HEEFT GOEDGEVONDEN onder intrekking van de beschikking van 4 Februari 1924. No. 220, afdeeling Vissche- rjjen, zooals die laatstelijk is gewijzigd bij beschikking van 3 Mei 1929, No. 986, afdee ling Visscherijen, nader te bepalen als volgt: le. met ingang van 2 Juni 1931 tot aan nader vast te stellen datum wordt een aan- gegeven gedeelte van de Waddenzee gesloten voor de visscherij; 2e. het visschen binnen dat gedeelte wordt vergund op voorwaarde, dat niet gevischt wordt met een mossel-, oester- of wulken- vischtuig en dat geen gebruik gemaakt wordt van eenig middel am mossels, oesters of wulken te vangen; 3e. het districtshoofd kan in bijzondere gevallen schriftelijk ontheffing verleenen van de sub 2e gestelde voorwaarden, onder de noodige bepalingen ter voorkoming van mis- bruik; 4e. het onider le bedoelde gedeelte van de Waddenzee wordt omschreven als volgt: In het Oosten begrensd door de lijn, gaande van de spitse ton van Uithuizen over den molen van den Lauwerpolder, naar de Oost- zijde van het eiland Rottum en in het Zuiden door de lijn, gaande van het kustlicht bij de Ven (Noord-Holland) naar den toren van Warns (Friesland). Ter Neuzen, 27 Mei 1931. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. DE KONINKLIJKE F AMI LIE NAAR PARIJS. Volgens de Echo de Paris zullen de Ko- ningin, de Prins en de Prinses 16 Juni in het Elysee het noenmaal gebruiken. Voor deze gelegenheid wordt het incognito opgeheven. Van de ministers zullen aanzitten Laval, Briand, Tardieu, Reynaud, Flandin en Rollin, onderscheidenlijk president van den minister- raad, minister van buitenlandsche zaken, van landbouw, van kolonien, van financien en van handel. REORGANISATIE BELASTINGDIENST. Het hoofdbestuur van den Oentr. Ned. Ambtenaarsbond meldit, dat de minister van Financien aan de bijzondere commissie van overleg heeft meegedeeld, dat het hem, in venband met de tijdsomstandigheden, ge- wenscht voorkomt de beslissing over het al dan niet uitvoeren van het plan voor reorga- nisatie van den belastingdienst nog eenigen tijd op te schorten. DE ZUIDERZEE WERKEN. Het Tweede Kamerlid de heer Lingfbeek heeft den Minister van Waterstaat de volgen de vraag gesteld: Acht de Minister het niet gewenscht, na de verschijning in de jongste dagen van eenige belangrijke artikelen in de bladen be- treffende de Zuiderzeeiwerken, dat zoowel met het oog op de veran-tiwoordelijkheid der re- geering en volksvertegenwoordiging als tot geruststelling der natie worde overgegaan tot instelling van een onpartijdige deskundige commissie van onderzoek, die zel hebben na te gaan of het wel gewenscht is, met de af- sluiting van de Zuiderzee door middel van den reeds voor een deel tot stand gebrachten dijk nu reeds ten einde toe door te gaan? DE IN1V ERKINGTREDING DER TARWEWET. Het Cor. Bureau vemeemt, dat het in de bedoeling ligt op het tijdstip (1 Juli) waarop de maatregelen tot invoering van de Tarwe- wet 1931 in werking zullen treden over te gaan tot een scherpe controle van de bij de bakkers aanwezige voorraden, bloem en krop- meel. Mocht blijken, dat zich bij bakkers te groote voorraden in verhouding tot hun om- zet bevinden dan kan daarvan heit gevolg zijn, dat voor die voorraden geen vergunning tot het voorhanden hebben wordt gegeven, waar- door de betrokken bakkers in groote moei- lijkheden kurrnen komen. DE AMBTENAARSSALARISSEN. Het Tweede Kamerlid Braat heeft aan den Minister van Financien gevraagd of de Minis ter bereid is mede te deelen, of door hem reeds maatregelen genomen worden om de salarissen van de ambtenaren hier te lande in overeenstemming te ibrengen met de alge meene conjunctuursdaling en de daaruit voortvloeiende daling van de levensmididelen MR. VAN DOORNE EN DE A.V.R.O. Op verzoek van het hoofdibestuur van het Genootschap „Vrij Nederland" en van Mr. Van Doorne heeft zich een eereraad gevormd bestaanide uit de heeren prof. mr. C. W. Star Busmann, hoogleeraar aan de Rijksuniversi- teit te Utrecht, prof. mr. J. A. Eigeman, hoog leeraar aan de H. Krijgsschool te 's Graven- hage, en prof. mr. H. R. Rilblbius, hoogleeraar aan de H. Handelsschool te Rotterdam, die het bekende conflict mr. Van DoorneA.V. R.O.-bestuur zal onderzoeken. Door het ge- nootschapstoestuur en mr. Van Doorne zijn resp. aangezocht prof. Star Busmann en prof. Eigeman, die in gezamenink overleg als derde prof. Ribbius hebben uitgenoodigd. Aan den eereraad is verzocht te willen onderzoeken: A. Of het royement van mr. Van Doorne en zijn ontslag als bestuurslid van de A.V. R.O. op regelmatige wijze heeft plaats ge- vonden. B. Of de door en vanwege het A.V.R.O.- bestuur gepubliceerde beschuldigingen tegen mr. Van Doorne geuit, waarop zijn royement en ontslag gebaseerd zijn, gerechtvaardigd zijn. OPCENTEN SIGARETTENACCIJNS. De Minister van Financien heeft, na advies van de commissie van deskundigen voor den tabaksaceijns, door opneming in de ,,Staats- 19) Vervolg. HOOFDSTUK VIII. De vacantie-dagen in Folkestone door- gebracht, waren een volmaakt succes. Geen oogenblik betreurden de broers de duffe voorkamer te Worthing, hun mor- genwandeling op het strand, de nauw- keurige plichtgetrouwe wijze, waarop ze een zekere hoeveelheid ozon inademden, de avondwandeling langs den boulevard en de onvermijdelijke eentonigheid van voorgaande vacanties. Ze genoten van hun luxueuse zitkamers in het duurste hotel van Folkestone: het was een heer- lijke afleiding voor hen dagelijks het laden en lossen der schepen gade te slaan, maar een bron van de grootste vreugde vormde voor hen de lange autotochten, welke ze bij alle mogelijke gelegenheden onder- namen. Hun op een eenigszins eigenaardige wijze uitgekozen wagen bleek van een uitstekend fabrikaat te zijn, de geleende chauffeur verstond volmaakt zijn vak en was daarbij ook niet te oneerlijk. Het leven had een nieuwe, groote aantrek- kingskracht voor hen gekregen, wanneer ze zich van de eene provincie naar de andere lieten rijden. Iedereen kende ge- leidelijk de broers, zooals ze daar onberis- pelijk gekleed naast elkaar 's morgens of s avonds in hun mooie auto uitreden. Ze zaten altijd naast elkaar, gedroegen zich op een waardige manier en waren vol maakt gelukkig. Het was een groote ver- andering voor hen beiden. Tweemaal in de week hadden ze een onderhoud met hun procuratiehouder, die met den och- tendtrein van Londen kwam. Ze gaven hem hun advies en de noodige instructies omtrent de leiding der zaak, doch zoodra de man weer vertrokken was veraaten ze het bestaan daarvan geheek-en al tot het daarop volgend bezoek. Hun wekelijk- sche rekeningen vormden telkens een aan- gename verrassing voor hen. De garage- onkosten, welke eenigszins verontschul- digd door Brooks, hun chauffeur, werden gemaakt, deden hen bijna trillen van geluk. ,,Deze vacantie," gaf Stephen te ken- nen, nadat hij een groot gedeelte van den avond druk met potlood en papier was bezig geweest, „heeft minstens dertig maal zooveel aekost als onze uitstapjes Dit i resultaat. van vroeg er. is een zeer bevredigend ,.Dat ben ik volkomen met je eens," verklaarde George Henry. ,,Ik hoop dan ook van harte, dat zich niet weer een der- gelijk geval zal voordoen als die kwestie met de Zuid-Amerikaansche effecten. waardoor al onze pogingen mislukten." ,,We doen ons best," zei Stephen een- voudig. ,,Meer kan er niet van ons ver- wacht worden Den volgenden morgen heel vroeg, zoo goed als onveranderd, met uitzondering van een ietwat gebruinde gelaatskleur, en het feit, dat ze nog steeds gekleed waren in hun grijs geruite tweed kostuums voorgeschreven door den autocraat van Savile Row), keerden Stephen en George Henry naar de stad terug. Nog voordat ze Londen bereikt hadden, werd hun aandacht reeds getrokken door courant" ter kennis van beianghehbenden ge- Ibracht o.a., dat met ingang van 1 Juni a.s. dertig opcenten worden geheven op den taibaksaccijns op sigaretten. Deze heffing ge&chiedt, behoudens uitzon- deringsgeivallen, door middel van aanvullings- zegels, waarvan moeten zijn voorzien alle met het gewone accijnszegel gezegelde verpakkin- gen, welke van genoemdea datum af in het vrije verkeer worden gebracht. Op aanvullingszegeis wordt geen melding gemaakt van kleinhandelsprjjs en aantal sigaretten. Fabrikanten en importeurs zijn niet verplicbt, hun naam of him fabrieks- of handelsmerk, dan wel het hun toegekende nummer op de aanvullingszegeis te vermel- den. Ten einde de nagevorderde opcenten op den accijns te kunnen voldoen, moeten winkeliers, grossiers, enz. aanvullingszegeis v66r 20 Juni a.s. aanvragen bij den ontvanger der invoer- rechten en of accijnizen, onder wiens kantoor de sigaretten in voorraad zijn. De aandacht wordt er op gevestigd, dat overtreding van de voor de navordering van opcenten gegeven voorschriften wordt ge- straft met een geldboete van tenminste vijf- en-twintig en ten hoogste duizend gulden. Wet afgekondigd. Afgekondigd is een Staatsblad, bevattende de wet van 15 Mei j.l. ter aaavulling en wijzi- ging van de Leeningwet 1914 en heffing van opcenten op den tabaksaceijns op sigaretten. AANVULLING LEERPLICHTWET. Een tegemoetkoming aan het platte land. Blijkens het voorloopig verslag der Tweede Kamer omtrent het wetsontwerp tot aanvul- ling van de leerplichtwet, betuigden vele ieden zich met deze aanvulling ingenomen. Zij juichten het toe, dat daardoor niet alleen het volgen van middelbaar onderwijs, van uitgebreia lager onderwijs en van nijvenheids- onderwijs, maar ook het bezoeken van een lagere land- of tuinbouwschool zal leiden tot gedeeltelijike vrijstelling van den wettelijken ieerplicht. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de verlangens, welke te dien aanzien ten platte'lande leven. Verscheidene ieden betreurden intusschen dat de wijziging der leerplichtwet, welke wordt voorgesteld, van zoo beperkte strek- king Is. Zij drongen er bij den Minister op aan, om een stap verder te gaan en een zoo- danige wijziging voor te stellen, dat na vol- bracht.e zeven leerjaren van 'n gewone lagere school, de ieerplicht in ieder geval eindigt. Verscheidene andere leden betreurden, dat de aanvaardinig van dit wetsontiwerp zal kunnen ieiden tot verzwakking van de leer plichtwet. Bovendien waren ziji van oordeel, dat in plaats van den in bepaalde omstandig- heden geldenden eisch van het volgen van een achtste leerjaar aan een school voor algemeen vormend lager onderwijs voor een deed der jeugd te schrappen, deze eisch veeleer tot alle kinderen diende te worden uitgabreid, waarbij intusschen sommigen er prijs op stelden te verklaren, dat het onderwijs in het achtste leerjaar ook in ruime mate op de practijk des levens gericht zou moeten worden. H. VAN DE CALSEYDE 8 Borluutstraat (dicht bij Stadhuis) GENT. Tel. 12415. CRISIS WEE. Fel woedt nog steeds sohrijft men ons de crisis, drukkend is nog immer de malaise. Geen hoekje waar geen slagen vallen, geen groep in de maatichappij die aan het leed j geen uiting geeft in geklaag. De vele ledige tijd laat daarbij ook alle gelegenheid tot tiheo- retische bespiegelingen over de middelen, die de gevolgen van de crisis zouden kunnen temperen. Het bedrukte gemoed laat daarbij aan de fantasie al heel gauw vrij spel en zoo komt het, dat men zelfs onder middenstan- ders (die wel in de eerste plaats de gevolgen van de verminderde koopkradht van het pu- bliek gevoelen) hoort betoogen, dat loonen en salarissen maar zoo weinig mogelijk vermin derd moeten worden, omdat het puibliek dan kan blijven koopen en zoodoende wel de ma laise uit de wereld zal helpen. Kortom, men bepleit in zijn crisisvrees onaantastbaarheid van loonen en salarissen. Met dit verschil, dat de een speciaal doelt op de Overheidsloonen, en de ander meer het oog heeft op de loonen in het algemeen. Besohouwen wij de kwestie eens wat nader. Sedert eenige jaren speelt bij besprekingen over de loonhoogte een groote rol de grootere koopkradht, welke door hoogere loonen ont- staat. Wij hebben dat vooral aan Ford te dan- ken, die leeraarde, dat het in het belang is van de fabrikanten om hooge loonen te geven, omdat daardoor de arbeiders grootere koop- kracht verkrijgen en meer artikelen kunnen koopen, zoodat de productie kan worden uit- gezet. Men moest eohter lezen: de arbeiders moeten door hooge loonen in staat gesteld worden een Fordje op afbetaling te koopen. Wanneer er dan op gewezen werd, dat deze hooge loonen van de industrie-arbeiders door de rest van de bevolking, in de eerste plaats de landlbouwers, moesten worden opgebracht, zweeg Ford in alle talen. Ware Ford's leer juist, er zouden nimmer loonkwesties zijn. De practijk heeft helaas bewezen, dat zijn leer in de meeste gevallen niet opgaat. Toch is van Ford's betoog veel blijven hangen, en hoort men nog dikwijls in tijden van malaise verkondigen, dat loonsver- laging, b.v. in de besehutte bedrijven en voor het Overheidspersoneel, moet worden verme- den, omdat zij de koopkracht zou verminderen en daarmede de „onderconsumptie" (den gee- sel van onzen tijd) nog zou verergeren. De koopkracht van een volk in werke- lijklheid de ruilkraeht hestaat uit de totale opbrengst van zijn productie; deze koopkracht kan sleohts grooter worden, wanneer meer goederen worden geproduceerd, in ruil waar- voor wij in het buitenland meer geld kunnen krijgen of meer goederen kunnen koopen. Men kan edhter nimmer de koopkracht vergrooten door de verdeeling kunstmatig te wijzigen. Een hooger loon kan nimmer de productie of de vraag naar producten doen toeneman, zoo- danig, dat de koopkracht der natie, dus de algemeene welvaart, toeneemt. Er gaan in onze dagen door het gebrek aan soepelheid van de belooning der productie-faotoren enorme bedragen aan koopkracht, d.i. natio- nale welvaart, verloren. Het productievermogen is zoodanig toege- nomen, dat tijdelijk de toeneming van de be volking en van het consumptievermogen hier- door overvleugeld is. Met als gevolg: zeerlage goederenprijzen. De voorstanders van onaan- tastbare loonen accepteeren voor handel en industrie noodigedwongen deze lage prijzen, maar willen de loonen (die na de enorme sta ging der laatste jaren door de crisis nog groo tere koopkracht hebben gekregen) bescher- men, kunstmatig handhaven op een op de vrije markt onhoudbaar peil. Het zou hen vergaan als de helden van de Grieksche treurspelen, die juist door de wijze waarop zij aan het voor die in het warme jaar- gefijde zoo weldadic aandoei, heeff vaak een verkoudheid ter» gevolge. Neemt dart Aspirin-Tabletfen. L»f op oranje band en Bayerkruis. Prijs 75 cfs. (Ingez. mcU.) groote aanplakbiljetten van de operette ,,De zingende Vogel", welke op de gek- ste plaatsen schenen te zijn aangebracht. Met groote vlammende letters kwam deze titel op iedere schutting of zuil voor. Bij elken theater-agent pronkte een derge- lijke affiche. ,,Heb jij soms een critiek gelezen over de opvoering van „De zingende Vogel"? vroeg Stephen een weinig zenuwachtig aan zijn broer. ,,Nee," bekende George Henry. ,,Ik interesseer me zelden voor de rubrieken, welke handelen over tooneelnieuws. Ik geloof dat ik evenals jij alleen gelet heb op de marktprijzen en de hoofdartikelen." „Dat is zoo," gaf Stephen toe. „We kunnen dus niet weten of het stuk een succes, of een mislukking is geweest. Juf- frouw Whitney heeft waarschijnlijk aete- legrafeerd of geschreven naar de Milan". Zooals je weet, is onze particuliere cor respondence ons niet nagezonden. Ik hm heb het als vanzelf sprekend be- schouwd, dat de operette vallen zou." ,,Ik meende, dat het vrijwel een feit was," zei George Henry op klagenden toon, ,,want voor dengene, die het geld fourneert, zijn dergelijke speculaties altijd noodlottig. Bij al onze calculates hebben wij er voortdurend rekening mede gehou- den, dat die zes duizend pond als verloren beschouwd konden worden. Het zal ons aardig wat achterop brengen, als de ope rette een succes blijkt te zijn." Zoodra ze het kantoor bereikten, kre- gen ze de waarheid gauw genoeg te hoo- ren. Ze vonden zelfs stapels te1. 'gram- men en felicitatiebrieven. Mijnheer Jar- dine die van hun terugkomst gehoord had begroette hen op een bijna eerbie- dige wijze. Mijnheer Sephen," zei hij, „en ook u, mijnheer George Henry, heb ik steeds be schouwd als handige zakenmenschen, die 'n buitengewoon scherpen blik hadden op voordeelige geldbeleggingen, maar nooit in mijn leven had ik kunnen vermoeden, dat U genieen waart. Vandaag moet ik echter bekennen, dat U dit inderdaad is. De zesduizend pond, welke U in dit stuk „De zingende Vogel" heeft gestoken en Uw eisch om de eenige leden van het syn- dicaat te blijven, zullen U voor zoover ik de cijfers kan nagaan vier of vijf hon- derd percent winst opleveren." Niettegenstaande het een teleurstellend oogenblik was, wisten de beide broeders hen bestemde lot wiiden ontkomen, er aan ten offer vielen! Dat men goederen, die zoozeer in prijs zijn gedaald, voor dezelfde loonen kan laten produceeren, kan zelfs Ford niet volhou- den. Kan men zich verweren tegen de buiten landsche concurrence met hooge loonen, d.w.z. dure producten? Het zou een zekere onder- garng zijn. Neen, wij moeten den vijand be- kampen met zijn eigen wapens, wij moeten er naar streven zoo goedikoop mogelijk te pro duceeren en daardoor de koopkracht te ver- *neerderen. De goedkoope voorthrenging is de hefiboom van onze welvaart, maar niet een verdeeling, die 6en groep in staat stelt. een paar artikelen meer te koopen. Intusschen zij opgemerkt, dat inderdaad de salarissen van het Overheidspersoneel niet de sluitpost mogen vormen, en dat deze dus niet onmiddellijk verlaagd mogen worden bij da- lende conjunetuur. Maar het omgekeerde is ook waar, en dat wordt dikwijls uit het oog verloren. Salarissen, die dikwerf op tijden van hooge conjunetuur zijn gebaseerd, mogen in tijden van groote crisismoeilijkheden zeker niet nog verhoogd worden, al ware het reeds uit tactische overwegingen tegenover de noodlfj- dende bevolking. Dit meerdere is ook niet op zijn plaats, wanneer het gegeven wordt als vacantietoeslag of opheffing van op zichzelf niet onhillijke pensioenpremie, welke toch ook. door het Rijk wordt gekort op het salaris. Een oude dichter zong: ,,Och, waren alle menschen wijs. En wiiden alien wel, Deez' aarde was een paradijs, Nu is ze vaak een hel." Zoolang we dit paradijs nog niet hebben, zullen wij helaas malaise blijven ondervinden met de noodzakeliike loonsverlagingen! LOONSVERLAGING IN DE VEREENIGDE STATEN OP TIL. Uit New York wordt aan de Daily Tele graph geseind, dat een stemming onder de vakvereenigingen de vastbeslotenheid bij de overweldigende meerderheid aan het lidht heeft gebracht, om zich te verzetten tegen een algeheele loonsverlaging of verlaging van het levenspeil. Op deze politiek wordt aangestuurd door bankiers en financieele belangen. De bankiers zouiden een algemeene loonsverlaging willen forceeren door het inhouden van credieten aan de werkgevers, die instemmen met het argu ment der arbeiders, dat de snelste weg tot economisch herstel is het handhaven van de sterkste koopkracht der arbeiders. Dit argu ment wordt gedeeld door president Hoover en andere regeeringspersonen en industrieele ei ders als Henry Ford, Farrell, leider van de U. S. Steel Corporation, en Swepe, directeur van de General Electric Company. De arbei- zicTi toch waardig te gedragen. Ze pro- beerden zoo spoedig mogelijk aan het on derhoud met den heer Jardine een eind te maken. Stephen leunde achterover in zijn stoel en stak zijn hroer zijn hand toe. George Henry", zei hij op flinken toon, „we mogen niet wanhopen. Niet tegenstaande deze eene succesvolle be- legging moeten we toch steeds ons doel voor oogen houden. Er wordt nog genoeg geld in de wereld verloren en uitgegeven en wij zullen dit eveneens doen.' George Henry beantwoordde den hand- druk van zijn broer met warmte. „Ik benijd je je moed, Stephen," gaf hij toe. ,,Ik moet je eerlijk zeggen. dat ik een weinig terneergeslagen ben. Tenge- volge van de winsten van „De zingende Vogel" en de groote stijging in waarde van de Zuid-Amerikaansche effecten, hebben we nog heel weinig kunnen be- reiken." ,,Wij mogen den moed niet opgeven," bleef Stephen beslist aandringen. ,,We hebben nog kansen genoeg over. Wat zou je er van denken, als we het geheele ge- zelschap van ,,De zingende Vogeleens een souper aanboden of beter nog op Zondag een diner, gevolgd door een sou per en juweelen ten geschenke gaven aan ieder der medespelenden waarvan wij de waarde vehborgen kunnen houden. Een diamanten collier bijvoorbeeld voor juffrouw Whitney en een kleine auto voor haar echtgenoot. Deze zullen werkelijk gemotiveerde uitgaven zijn. Laat het maar aan mij over, George Henry. Op de een of andere manier kunnen wij die winsten wel doen verminderen." George Henry zag er eensklaps veel opgewekter uit. Op hun terugweg naar de „Milan" deed Stephen nog een verder voorstel. ,,Ik geloof", zei hij, „dat het van onze zijde niet meer dan beleefd is, om zoo spoedig mogelijk de voorstelling bij te wonen." „Ik was juist van plan iets dergelijks te zeggen, bekende zijn broer. ,,Het zou beter zijn, met het oog op de groote winsten, als wij een loge bespra- ken," zei Stephen. ,,Natuurlijk een loge," riep George Henry uit. „Wij zullen er een nemen. die vlak bij het tooneel is." Toen ze zich vervoegden bij het theater- bureau in het hotel, en hun wenschen te kennen gaven, kon de man onwillekeurig een glimlach niet onderdrukken. ,,Gedurende de eerstvolgende maand is er geen plaats meer te krijgen," kondigde hij aan. Dagelijks moeten er honderaera menschen teleurgesteld worden." „Dat is heel jammer," verklaarde Stephen. ,,Wij hebben bepaalde redenen. waarom wij de opvoering willen zien. De man keek hen eenige oogenblikken belangstellend aan. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 1