GEMEEN TERAAD VAN AXEL. I Bij machinaal broeden zijn we daar nog lang niet zeker van, daar juist heel vaak tijdens bet uitkomen de kuikens afsterven. Dit z.g. ,,-dood in den dop" is wel een der alleronaan- genaamste feiten bij machine-broed, omdat men dan al het werk voor niets gedaan heeft en vaak niet weet waar de oorzaak schuilt. Dr. TE HENNEPE. Vergadering van Dinsdag 28 April 1931, des voormiddags 10 uur. Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester. Tegenwoordig de leden J. M. Oggel, A. E. C. Kruijsse, M. W. Koster, A. Esselbrugge, C. Th. van de Bilt, A. Th. 't Gilde, F. Diele- man, J. de Feijter en P. de Fejjter, benevens de Secretaris J. L. J. Maris. Afwezig de heeren H. Wolfert en Ch. G. Claeasens. De VOORZITTER opent de vergadering door het uitspreken van het gebedsformulier. Hjj deelt mede, dat de heer Olaessens hem heeft bericht, wegens zaken de vergadering op heden niet te kunnen bijwonen. A an de orde komt: 1. Notulen. Burgemeester en Wethoilers stellen voor, de notulen der vergadering van 3 Maart 1.1. vast te stellen zooals deze in druk zijn ver- schenen. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 2. Ingekomen stukken. a. Een schryven van den Minister van Ar- bedd, Handel en Nijverheid, waarin deze, naar aanleiding der adhaerfebetuiging aan het adres van den gemeenteraad van Westdorpe, betref- fendie het arbeiden van Belgische werkkrach- ten in de grensstreek bericht, dat hij aan het gemeentebestuur van Westdorpe inlichtingen heeft gevraagd o.a. omtrent het aantal niet- Nederlandsche arbeiders te Westdorpe of in de omgeving werkzaam. Aangenomen voor kennisgeving. b. Het raadsbesluit van 3 Maart 1931, tot het aangaan eener geldleening van ten hoog ste 40.000 voor den bouw eener R.K. school, voorzien van het bewijs der goedkeuring door Gedeputeerde Staten. Aangenomen voor kennisgeving. c. Bericht van Gedeputeerde Staten van Zeeland, d.d. 27 Maart 1931, dat zij hunne be- sligsing omtrent de gemeentebegrooting nader hebben verdaagd tot 1 Juli 1931. Aangenomen voor kennisgeving. d. Een schrijven van Gedeputeerde Staten van Zeeland, d.d. 1 April 1931, berichtende dat de jaarmarkt te Aardenburg, die thans wordt gehouden op Donderdag na de Pinksterweek tot en met Zaterdag d.a.v., in het vervolg zal worden gehouden van den 2en Zaterdag na Pinksteren tot en met Maandag d.a.v. Even- tueele bezwaren worden eventueel gemotiveerd ingewacht voor 18 Mei e.k. Aangenomen voor kennisgeving. e. Een schrijven van den Inspecteur van het Lager Onderwijs in de Inspectie Ter Neu- zen, luidende als volgt: Herhaalde malen is door Zijne Excellentle den Minister van Onderwijs, Kunsten en We- tenschappen de medewerking van de ambte- naren van het Rijksschooltoezicht ingeroepen bij de herplaatsinig der wachtgelders, welke ten laste van de schatkist zijn. Volkomen terecht! Het rijksbelang eischt, dat deze wachtgelders zoo spoedig mogelijk worden herplaatst. Het was daarom, dat door mij in mijn advies van 21 Februari 1931 betrekking hebbend op de vervulling der vacature aan de o. 1. school te Axel, met aandrang de wachtgelder, die als nummer 1 op de voordracht voorkwam, ter be- noeming werd voorgedragen. Deze was boven- dien een zeer geschikte leerkracht, zoodat de raad van Axel, dezen wachtgelder accepteeren- de, zeker een uitstekende keuze zou hebben gedaan. Blijkens het verelag voorkomende in de Ter Neuzensche Courant van 11 Maart 1931, heb ben de raadsleden Koster en Dieleman daarin gezien een „opdringen" en een ,,in de schoe- nen duiwen". Deze opvatting blijft natuurlijk geheel voor rekening van genoemde leden. Het heeft mij gespeten, dat juist mijn aan drang om nummer 1 te benoemen, voor ge noemde raadsleden en voor hen, die mede hun stem op nummer 2 hebben uitgebracht, een aanleiding is geweest den wachtgelder juist niet te benoemen. Dit uit kleimgeestige dwars- drijverij, want het argument, dat nr. 1 zich niet heeft gepresenteerd, zou hen ook moeten hebben weerhouden hun stem op nr. 2 uit te brengen. Ik beb gemeend aan Zijne Excellentie den Minister van Onderwijs, Kuni-ten en Weten- schappen te moeten berichten, hoe sommige vroede vaderen van Axel hun besturende taak opvatten. Men kan dan in Den Haag weten, hoe deze volksvertegenwoordigers in plaats van mede te werken om het Rijk van een financieelen last af te helpen, in ruil waarvoor zjj een uitstekend onderwjjzer zouden hebben gekregen, zich voor de belangen van 's Rijks schatkist ongevoelig toonen. Burgemeester en Wethouders stellen voor, dit schrijven aan te nemen voor kennisgeving. De heer DIELEMAN: Mijnheer de Voorzit ter! Naar aanleiding van het schrijven van den inspecteur van het L. O., inspectie Ter Neu- zen, dient toch het volgende gezegd te wor den, nl. dat het voor een hooggeplaatst ambte- naar als de inspecteur niet te pas komt om op dergelijke manier als in dit schrijven, zijn overkropt gemoed lucht te geven. Is misschien de benoeming van no. 2 niet uitgevallen zoo als hij dat zeif wenschte, dan is daarvoor de verantwoordelijkheid voor hem zelf. Immers, beide ondenwijzers hadden in het bijzijn van Burgemeester en Wethouders, het hoofd der school en den inspecteur van het L. O. proef- les gegeven, en nu een van beide mijnheer de Voorzitter, de proeflessen hebben van no. 1 en 2 even goed voldaan, of ze hebben niet voldaan en dan hadden beiden aanbevolen moeten wor den of geen van beide, maar omdat er alleen aanbevelingen waren voor no. 1, kreeg de meerderheid in den Raad den indruk dat no. 2 slechts diende voor aanvulling, voor stroopop. En nu dient ook een inspecteur van het L. O. te begrijpen, mijnheer de Voorzitter, dat de meerderheid in den Raad zich niet leent voor stemmachine, want deze heele benoeming heeft met wachtgelders en bezuiniging niet te maken. Mijnheer de voorzitter, immers no. 1 stond benoemd te worden ergens in Noord- Brabant; de financieele zijde was dus opge- lost, waarom ter wereld haalt die man er dan al die dingen bij, en dan dient het toch voor een inspecteur van het L. O. hetzelfde te zijn wie er benoemd wordt, we verwachten toch een aanbevelinig van 2 ongeveer gelijke per- eonen. En nu, mijnheer de Voorzitter, wat betreft de uitdrukkingen in het schrijven van den In specteur, zullen we laten voor wat het is. De man is vreeselijk boos omdat hij zijn zin niet heeft kunnen doorzetten, maar dat overkomt elk mensch toch wel eens. Ik wilde hem echter nog een goeden raad geven, voor hij zich met zijn klacht wendt tot Zijn Excellentie den Minister van Onderwijs, en wel deze, dat hij gerust de moeite kan sparen zich naar Den Haag te wenden, want de gemeenteraad van Axel (of om des Inspecteurs termen te gebrui- ken) de vroede vaderen van Axel, zijn al en- kele jaren in Den Haag bekend, ten eerste om de electricitoeitsbeweging in de gemeente, waardoor we veel goedkooper uit zijn, dan andere gemeenten en ten tweede om de water- leidinigkwestie, waardoor de burgerij nog altijd is bewaard gebleven voor van boven op- gelegde dwingelandij, die niet noodzakelijk is. Mogelijk mijnheer de Voorzitter, dat dit meer met bezuiniging te maken heeft dan een wachtgelder, die straks toch benoemd wordt. De VOORZITTER verklaart, dat het hem spijt, dat de heer Dieleman de twee laatste argumienten, n.l. de electriciteit en de water- leiding, hierbij heeft aangehaald. Wat het be- toog zelf betreft, daar kan spreker niet mee instemmen. Het rijk heeft wachtgelders, die aan den Staat veel geld kosten. Door niet no. 1 der voordracht te benoemen, heeft de meer derheid van den gemeenteraad blrjk gegeven in deze den Staat te willen tegemoetkomen. De heer Dieleman heeft daar wel aangevoerd, dat de verwachting was, dat no. 1 op een andere plaats zou worden benoemd, maar dat had hij toch maar van hooren zeggen en in elk'geval was die benoeming er toch nog niet. De heer DIELEMAN geeft te kennen de electriciteit en de waterleiding er bij te heb- s ben gehaald omdat den gemeenteraad wordt j aangewreven de zuinigheid niet be betrachten en naar zijn meening de raad in die twee ge- vallen juist blijk gaf in hooge mate op de zui- nigheid te letten. En dat no. 1 der voordracht waarschijnlijk ergens in Noord-Brabant zou worden benoemd had spreker niet van hooren zeggen, doch dit was te lezen in een brief die bij de stukken lag. De VOORZITTER: Er moest toch afge- wacht worden, of die benoeming ook volgen zou. De heer DIELEMAN: Als no. 1 der voor dracht thans nog niet ergens benoemd is, zou spreker wel aan de waarheid van het schrij ven van den inspecteur moeten gaan twijfe- len. De heer ESSELBRUGGE meent aan teeke- nen van instemmdng van den heer 't Gilde te moeten afleiden dat deze insbemt met de woor- den van den heer Dieleman. Maar welke angu- menten had deze heer om niet no. 1 der aan- beveling te stemmen. Hij zou dat graag hoo ren. De heer't GILDE merkt op, dat hij nog niet in de gelegenheid was hierover het woord te voeren; hij zal daarover 't zijne zeggen. Hoe hjj gestemd heeft is zjjn zaak, de stemming is naar hij meende geheim en moet hier buiten bespreking bljjven. Zeker, spreker gaat accoord met het be- toog van den heer Dieleman; hij vond het zeer ontactisch van den inspecteur om op deze wijze aan den gemeenteraad een onderwijzer te willen opdringen, waar hem toch voldoende bekend kon zijn, dat de gemeenteraad van Axel van die veel te ver gaande ambtelijke bemoeiingen niet hebben moet. Het was te hopen, dat men zich overal elders daartegen ook eens ging verzetten. De heer ESSELBRUGGE: Dat was dus een vingerwijzing De heer 't GILDE merkt voorts op, dat 2 candidaten werden aanbevolen, en dat niet ge- bletken is, dat no. 2 minder geschikt was. Hij zegt dit, afgedacht van de vraag wie hij ge stemd hieeft. Daarover moet hier niet worden gesproken, de stemming is geheim. De VOORZITTER deelt mede, dat de in specteur van het Lager Onderwijs bij hem geweest i's en hem heeft medegedeeld, dat hij bij een bezoek aan het Deparbement van On derwijs, Kunsten en Wetenschappen in Den Haag deze kwestie heeft besproken en de desbetreffende ambtenaar van het Departe- ment het aan den gemeenteraad onbzettend kwalijk heeft genomen, dat de raad van Axel den wachtgelder niet heeft benoemd en te kennen gaf, dat, indien in de toekomst van- wege de gemeente Axel eens iets gevraagd wordt, daarmede aan het Departement ter dege rekening zal worden gehouden. De heer 't GILDE: Dat is ongehoord. De heer DIELEMAN: Krijgen we dan z66- veel uit Den Haag? De heer KOSTER vond den brief van den Inspecteur bij de stukken en vond het in het geheel niet vreemd, dat die geschreven is. Als men niet naar de pijpen dier heeren danst, zijn ze verbolgen. Spreker lapt dat echter aan zijn laars. Hij neemt de verantwoordelijkheid voor zijn spreken en stemmen in die kwestie ten voile voor zijn verantwoording. Indien no. 2 geen goede onderwijskracht was, had de in specteur hem niet op de voordracht mogen plaatsen. Spreker neemt dus van het gezegde niets terug. En wat betreft de bewering dat de gemeenteraad van Axel niet zou willen medewerken aan bezuiniging, merkt hij op, dat men dan in Den Haag niet moet beginnen met te trachten het wachtgeld van een enke- len onderwijzer te bezuinigen. doch dat men dan beter zou doen met eens te beginnen aan verlaginig der hooge tractementen. De VOORZITTER wijst er op, dat het er alleen over gaat, dat de raad niet heeft wil len meewerken aan het benoemen van een wachtgelder; daar loopt het over. De heer P. DE FEIJTER vindt deze zaak, hoe langer hoe meer er over gesproken wordt, een zeer lage taktiek, om het op de gemeente te willen wreken, dat de raad den zin nie heeft willen doen van den Inspecteur. De VOORZITTER kan die woorden „lage taktiek" niet toelaten. De heer P. DE FEIJTER is toch van oor- deel, dat de Inspecteur daarvoor volstrekt niet naar Den Haag behoefde te gaan, aangezien er toch een gelijkwaardig persoon benoemd is, te meer daar hij zelf mededeelde, dat no. 1 vermoedelijk in Brabant zou benoemd worden. De heer 't GILDE vraagt, of die mededee- linig, dat men van uit Den Haag in de toe komst de gemeente met dezelfde maat zal meten, schriftelijk is gedaan? Het gaat toch niet op, dat dergelijke bedreigingen worden geuit, omdat de raad den zin van den Inspec teur niet heeft willen doen of dit nu door den secretards-generaal of door den Minister zelf gezegd is, doet niets ter zake, het gaat niet aan. dat men ter wille van zooiets met repressailles dreigt. Het zou noodig zijn, dat de Minister den betrokken ambtenaar daar over eens tot de orde riep. De raad gaat in deze geheel vrij uit. De VOORZITTER: Dat is uw meening, en dat staat u vrij. De heer 't GILDE vervolgt, dat men ter wille van zoo iets de belangen van de ge meente niet mag achteruit schuiven; dit was volstrekt geen kwestie om d&arvoor naar Den Haag te gaan. De VOORZITTER deelt mede, dat dit ook niet gebeurd is; de inspecteur moest voor andere zaken in Den Haag zjjn en heeft toen ook het ten deze voorgevallene besproken. De inspecteur heeft van het besprokene aan hem mededeeling gedaan en met nadruk te ken nen gegeven, dat men er in Den Haag niet over te spreken was, dat men in Axel de be langen van het Rijk niet had willen beharti- gen en daaraan was toegevoegd, dat men daarmede in de toekomst, indien Axel eens wat vroeg, rekening zou houden. Het is mon- deling meegedeeld. De heer't GILDE acht dat geen geoorloofde j handeling en zal daarover zelf aan den Mi nister schrijven, desnoods een Kamerlid in den arm nemen. De heer J. DE FEIJTER moet zijn spijt uit- drukken, dat deze zaak z66 opgeblazen is ge- worden, hij acht dat niet in het belang van het onderwijs of van de onderwijzers. Alsnu wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. f. Het verslag van de bevindingen en han- delingen der Gezondheidscommissie, wier zetel is gevestigd te Ter Neuzen, over 1930. De heer 't GILDE merkt op, dat uit het ver slag niet blijkt, dat de arbeidssfeer der Ge- zondheidscommiissie voor het gebied der ge meente Axel zeer weinig beteekent. Hij wijst op een ander punt, dat in deze vergadering aan de orde komt en vraagt, of het voor de Gezondheidscommissie geen aanbeveling zou verdienen aan die zaak eens haar aandacht te sdhenken, in verband met de klacht die uit de bevolking tot uiting komt. De VOORZITTER merkt op, dat de heer 't Gilde twee verschillende punten bespreekt; het gaat thans alleen over het verslag der commissie, de andere kwestie kan, als de heer 't Gilde zulks wenscht, bij het andere punt of bij de omvraag besproken worden. Het verslag wordt hierna overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders met algemeene stemmen voor kennisgeving aangenomen. g. Bericht van Iz. de Feijter, dat de benoe ming tot lid der sohattlngscommissie ingevolge de Wet op de Rijksinkomstenbelasting 1914 door hem wordt aanvaard. Aangenomen voor kennisgeving. h. Beridht van G. W. Smeenk, te Doetln- chem, dat de benoeming tot onderwijzer aan de O. L. School door hem onder dankzegglng wordt aanvaard. Aangenomen voor kennisgeving. i. Een schrijven van het bestuur der Alge meene zangvereeniging „Orelio" en van het bestuur der Harmonie „Concordia", die daarin den raad dankzeggen voor de verleende toe- stemming tot het gebruik van een lokaal der openbare school voor het houden van repeti- ties hunner vereenigingen. Aangenomen voor kennisgeving. Proces-verbaal van de op 18 Maart 1931 ten kantore van den gemeente-ontvanger ge houden opneming der boeken en kas, waarbij is ge-bleken, dat het batig slot over he't dienst- jaar 1929 blijkens de voorloopige vastgestelde rekening bedraagt, van den gewonen dienst 10.372,16%, van den kapitaaldienst 27,82 dat de inkomsten over den dienst 1930 tot op datum hebben bedragen 208.408,49 en die over den dienlst 1931 17,248,41 benevens op bij-joumalen 17,54, te zamen 236,074,42%, dat de uitgaven over den dienst 1930 tot op datum hebben beloopen f 195.852,90, en die over den dienst 1931 30.830.16, te zamen f 226.683,07, zoodat in kas moest zijn 9391,35%, hetgeen overeenkomt met het totaal der in de kas bevonden en in het pro ces-verbaal omschreven waarden. Aangenomen voor kennisgeving. k. Verslagen van de hoofden van scholen van de cursussen voor avondonderwijs ge- durende den afgeloopen winter. Het hoofd der o. 1. school deelt mede, dat 4 avonden per week, telkens 1% uur, on derwijs werd gegeven. De lesrooster omvatte de vakken lezen, rekenen, Ned. taal, aardrijks- kunde en geschiedenis. De lessen zijn gegeven door hem en den heer Schieman, en wel 22% uur door hem en 70% uur door den heer Schie man. Daar het bezoek der lessen op 't laatst te ongeregeld plaats had, heeft het hoofd dezer school de lessen op eind Februari stop gezet, zoodat het maximum aantal uren niet bereikt is. De opkomst der deelnemenden aan den cur- sus is over 't algemeen voldoende geweest. Het hoofd der R. K. school schrijft, dat de cursus voor avondonderwijs 10 Februari is ge- eindigd. De deelnemers zijn tot de laatste les opgekomen. De resultaten waren bevredigend. Vooral door de ouderen werd met ijver ge- werkt, een bewijs, dat zg het onderwijs op prijs stellen. Gemiddeld namen 14 jongens aan de lessen deel. Aangenomen voor kennisgeving. 1. Het rapport in zake het gasbedrijf te Axel, over den dienst 1930, van wege het ac- countantskantoor Joh. J. Moret. Daaruit blijkt, dat in 1930 werden geprodu- ceerd 761.932 M3 (677.600) gas, waarvoor wer den gebruikt 2.529.146 K G. (2.275.913) kolen. zoodat de gasproductie per 1000 K.G. kolen bedroeg 301,24 M3 (297,715). De aflevering van het gas was als volgt: licht- en kookgas 239.653 M3 (228.008), ver- warmingsgas 25.227 M3 (26.162), krachtgas (industrie en bakkers) 41.642 M3 (39.479), muntgas 308.734 M3 (271.329), straatverlich- t-ing 45.330 M3 (geschat 40.000), eigen gebruik 60.401 M3 (30.000), gasverlies 40.945 M3 (42.622). De productiekosten per 1000 M3 gas, afge- leverd aan den verbruiker, bedroegen 91,43% 97,88%), de opbrengst der bijproducten 23,75% If 21,88), blijft alzoo voor fabrica- gekosten van 1000 M3 gas 67,68 76.00%). Met inbegrip der distributiekosten was de kostprijs van 1000 M3 gas in de gemeente Axel 100,34% 106,67), en in de gemeente Ter Neuzen 135,59 153,66). In laatstgenoem- de gemeente daalde de kostprijs alzoo met f 18.07 per 1000 M3. De balans wijst aan een winstcijfer van f 5874,41, voor Axel is de winst der gasreke- ning f 8.752,90, voor Ter Neuzen 180,46. De heer DIELEMAN heeft, bij inzage van dit rapport, gelezen, dat een vordering op de gemeente Ter Neuzen ad f 4000, nog niet is ontvangen. Hoe zit dat in elkaar? De VOORZITTER deelt mede, dat dit be- drag de afrekening is van het bij voorschot betaalde bedrag voor herstelling van straten. De afrekening daarvan is nog niet ontvangen, dodh dat komt in orde. Dat zal binnen korten tijd afgerekend worden. De heer DIELEMAN wijst er op, dat dit toch al van het vorige jaar is, dat loopt zeker al 2 jaar. De uitbetaling van dat aan deze gemeente toekomend saldo geschiedt dan toch wel wat laat. De VOORZITTER erkent dat het wel wat lang hangende blijft, maar kan den heer Die leman volkomen gerust stellen, dat dit wel in orde komt. Het was misschien wel beter ge weest, dat het wat eerder was afgerekend, maar in orde komt het wel. De heer VAN DE BILT heeft er zoo iets van gehoord, dat er geen overeenstemming over was, De VOORZITTER deelt mede, dat dit de af rekening niet zal vertragen, dat is maar een verschil over enkele vierkante meters bestra- ting. In elk geval mag de verwachting ge- koesterd worden, dat het in orde komt. Het rapport wordt aangenomen voor kennis- geving m. Een adres van den gemeenteraad van Zaamslag, waarbij mededeeling wordt gedaan van een door den raad dier ge meente tot Gedeputeerde Staten van Zeeland gericht verzoek tot algeheele herziening van de jaarwedden van burgemeesters, secretaris- sen, ontvangers en wethouders der gemeenten in Zeeland, speciaal van de hoogste bezoldig- den, aangezien die salarissen in verband met den crisistoestand te hoog zijn vastgesteld. De inhoud van het adres is als volgt: 4. c. Een schrijven van als voren houdende bericht dat bij Koninklijk besluit van 25 November 1930 No. 26 goedkeuring is ver- leend aan het besluit van 12 September 1930 No. 40, 3de afdeeling, tot vaststelling van eene regeling van de jaarwedden van Bur gemeesters, secretarissen, ontvangers en wet houders der gemeenten in Zeeland. De heer Haak: Mijnheer de Voorzitter! Wat de goedkeuring betreft door den Kroon van het besluit van Gedeputeerde Staten over de bewuste kwestie van de salarissen van Burgemeester, Secretaris, enz. is al zooveel afkeuring uitgesproken, dat ik daar niet veel over wil zeggen, alleen dit, dat ik mij aansluit bij diengenen, die daar hun afkeuring over hebben uitgesproken. Mijnheer de Voorzitter! Toen destijds het verzoek van Gedeputeerde Staten tot de ge- meentebesturen gericht werd om advies over bovengenoemde zaak, hebben bijna alle ge- meentebesturen daar afwijzend op beschikt. Toch hebben Gedeputeerde Staten de vrij- moedigheid gehad de salarissen gedeeltelijk te verhoogen. Van dit gemeentebestuur is zelfs nog een verzoek gericht tot de Kroon om de regeling van Gedeputeerde Staten niet goed te keuren, maar ondanks dat is toch de regeling van Gedeputeerde Staten goedgekeurd. Nu vraag ik mij af: Hebben die heeren toen nog niets gezien of bemerkt van de crisis, of zijn we zoo verambtenaard, dat het algemeen belang ver- drongen wordt voor persoonlijke belangen? Mijnheer de Voorzitter! Ik wil in dezen een stapje verder gaan en een voorstel in- dienen om van uit deze gemeenteraad een verzoek te richten tot Gedeputeerde Staten om een algeheele herziening van de salarissen, speciaal van de hoogstbezoldigde, en tevens aan ieder gemeentebestuur in onze provincie verzoeken aan dit adres adhaesie te willen betuigen. Mijnheer de Voorzitter! Ik wil mijn voorstel in dezen nader motiveeren. De salarissen van de ambtenaren waren voor den oorlog te laag, maar de salarissen zijn in en na den oorlog in overeenstemming gebracht met den tijd. Toen was het een t(jd van hoog-conjunc- tuur, maar mijnheer de Voorzitter, nu spre ken we niet meer over hoog-conjunctuur, maar nu is alles zoo laag gezakt dat het een wereld-crisis geworden is, die speciaal wat onze provincie met al zijn landbouw betreft, zulke afmetingen aanneemt, dat de ellende ervan niet te overzien is. Daarom is het een dringende eisch, dat de salarissen wederom in overeenstemming gebracht worden met den tijd waarin we op het oogenblik leven, als we zien, dat bijna alles gebukt gaat onder de uitwerking van de geweldige crisis, speciaal de landbouw, scheepvaart en handel en alles wat daarbij betrokken is, geloof ik dat het een dringende eisch is, dat de ambtenaren in dezen moeilijken tijd ook een offer brengen. Nu moeten de heeren niet denken, dat ik tegen de ambtenaren ben, verre van daar, ik zou zelfs niet graag zien dat ambtenaren met een salaris van pl.m. 1500 verlaagd werden. Die menschen mogen dat gerust hebben, maar de schoen wringt op een andere plaats, het zit hem van boven, waar duizenden en duizenden guldens door een persoon genoten worden, waardoor onze maatschappij op zijn beenen komt staan te schudden, en als we dan zien dat er werkgevers en werknemers zijn die fatsoenlijk armoede lijden, en bij aldien niet meer in staat zijn belasting te betalen, dan vraag ik mij af: Waar moet op den duur het geld vandaan komen Daarom doe ik in dezen een ernstig beroep op mijn medeleden, om dit voorstel aan te nemen. Mogelijk, dat het college van Gedeputeerde Staten intus- schen van den emst doordrongen is, en zullen trachten te redden wat nog te redden is. De Voorzitter merkt op, dat de heer Haak weet, hoe Burgemeester en Wethouders heb ben getracht, de verhooging tegen te hou den. Zij staan nog op hetzelfde standpunt. De heer A. Dees steunt het voorstel van den heer Haak. Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. De heer Haak dankt zijn medeleden voor hunne medewerking. Burgemeester en Wethouders deelen mede. dat in de eerstvolgende vergadering van hun college na de ontvangst van dit stuk is be sloten aan den raad voor te stellen daaraan adhaesie te betuigen. Dezer dagen is aan Burgemeester en Wet houders gelbleken, dat door Gedeputeerde Staten op het adres van Zaamslag besloten is, hieraan geen gevolg te geven. Gezien de genomen beslissing op dit adres, kan van adhaesiebetuiging thans geen sprake meer zijn, weshalve zij voorstellen, dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen. De heer VAN DE BILT zou aan dat ver zoek toch nog adhaesie wenschen te be tuigen. De VOORZITTER merkt op, dat dit niet gaat, aangezien op dat verzoek zelf door het betrokken college reeds afwijzend is beschikt. Indien de heer Van de Bilt zijn doel wil be- reiken, zal hij dan moeten voorstellen van wege dezen raad zelf een verzoek te doen. De heer OGGEL stemt daarmede in, dan moet men een nienw verzoek doen in den- zelfden geest. De heer VAN DE BILT steit voor, dat de raad zich dan met een verzoek van gelijke strekking tot Gedeputeerde Staten zal wen den. De heer 't GILDE spreakt er zijn leed- wezea over uit, dat dit adres pas thans, nadat de mandaten van de heeren in Middel- burg weer zijn hemieuwd in behandeling komt. Het is intiisschen ondanks, dat reeds tot uiting gekomen, dat het in Middelbuirg klop- pen bUfjft aan een doovemansdeur. Gedepu teerde Staten zullen geen gevolg geven aan datgene wat door Zaamslag wordt gevraagd. Het loopt de spuigaten uit! En toch moeten wij op dit aambeeld blijven doorhameren. De salarissen van de meeste der hier genoemde functionnarissen zijn te hoog, schrikbarend hoog zelfs voor landelijke gemeenten, als b.v. Axel. Het treurige van de geschiedenis is, dat de kiezers nog niet genoeg gebruik weten te maken van him macht om een andere geest te doen vaardig worden. Een geest, die door- dringt tot in het College van Ged. Staten. het College dat door en uit het midden van de Staten benoemd wordt. Dit college een- maal gekozen zijnde heeft een veel te onbe- perkte macht gekregen, dank zrj de Grondwet Cort van der Linden. Voor de wet van 16 December 1927 toch oefenden Gedeputeerde Staten toezieht uit op de gemeentebesturen in naam van de Prov. Staten. Deze konden hen toen tot verant woording roepen. Thans echter oefenen Gedeputeerde Staten het eigen zelfstandig be- stuursrecht het toezieht uit. Zrj zijn nu geen verantwoording meer schuldig aan de Prov. Staten. Hij zegt dit omdat hij heeft overwogen een adresbeweging op touw te zetten aan de Prov. Staten of de leden daarvan individueel. Het onderzoek daamaar heeft hem echter geleerd, dat wi) daarmede niets vooruit komen. Gedeputeerde Staten zijn nu eenmaal geen verantwoording meer schuldig aan de Staten zooals dit vroeger het geval was, en het is daarom des te meer klemmend, dat het kie- zerscorps met deze gewijzigde toestand geen rekening blijft houden. De breede massa van kiezers heeft overigens geen interesse voor veel van al dat geschar- rel en gedoe op wetgevend terrein, omdat het eenvoudig voor geen enkelen gemiddelden burger is bij te houden. De tijden zijn daarbfc moeilijk en zwaar genoeg om zich door het leven te slaan. Maar daarom moest er ook een andere mentaliteit vaardig worden, niet alleen in het hoogste college onzer provincie, maar ook in de regeeringabureaux in Den Haag en in de Tweede Kamer. Het is daarom, mijnheer de Voorzitter, dat ik het betreur, dat dergelijke zaken zoo op den achtergrond worden gedrongen. Wij, gemeentebesturen ten platten lande (en vooral van een plaats als Axel kan ten dezen opzichte wel eens iets goeds uitgaan) wij moeten steeds maar weer op dabzelfde aambeeld bljijiven hameren. Een salaris van ongeveer f 3500,-voor een gemeentesecretaris en van f 3000 voor een burgemeester is rijk betaald. Ik zou er veel voor voelen maar opnleuw onze meening in Middelburg kenbaar te maken en te protesteeren tegen de inmiddels door Gedeputeerde Staten t.o.v. het Zaam- slagsche adres genomen beslissing. In elk geval is er weer wat nieuw bloed in de Staten en zullen de heeren toch wel eens eenmaal tot inkeer komen. Ik ga accoord met het voorstel van den heer Van de Bilt. Dit voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. n. De rekening en verantwoording der Gezondheidscommissie, wier zetel is gevestigd te Ter Neuzen, over den dienst 1930. De ontvangsten hebben bedragen 1579,12% de uitgaven f 1089,25, goed slot 489,87. Burgemeester en Wethouders stedlen toot, deze rekening goed te keuren. o. Een adres van H. Vogelaere en 6 anderen, alien bewoners van de Axelsche vlakte, die daarin te kennen geven, dat het vuil, dat overwaaid van het fabrieksterreln der Compagnie N6erlandaise de 1'Azote in sterke mate hunne perceelen bevuilt, waar door drinkwater en alles wat naar buiten komt, ten zeerste wordt beschadigd, waarom zij den raad verzoeken maatregelen te willen treffen, waardoor herhaling wordt voor- komen of voor geieden of te lijden schade behoorlijke vergoeding wordt verleend. Hieromtrent wordt overgelegd een schrij ven van den directeur der ammomak fabriek te Sluiskil aan den burgemeester, waarin deze in verband met een bezoek aan de fabriek de verzekering geeft, al het mogelijke te zul len doen om te zorgen, dat de bewoners van de woningen langs den weg SluiskilAxel geen overlast meer zullen hebben van het stof, veroorzaakt door het deponeeren of ver- voeren van de materialen op de opslagter- reinen der fabriek. De directie is reeds eenigen tijd bezig een afdoende oplossing te zoeken, hetwelk evenwel, zooals ook de bur- gemeesteT ter plaatse zal hebben gezien, niet zoo eenvoudig is. Mochten er misschien zrjnerzijds speciale wenschen zijn of voorstel len worden geopperd, dan zal hij de directie ten voile bereid vinden daaraan zooveel mo gelijk gevolg te geven. De kwestie heeft de geheele aandacht der directie en zij hoopt dan ook ten spoedigste tot een goed resultaat te komen. Burgemeester en Wethouders deelen mecte, dat onlangs, bij het vervoer voor het eerst in lossing brengen van een schip met pyriet en vetfijnkolen eenige van te voren niet voor- ziene moeilijkheden zijn voorgekomen, ten- gevolge van een bepaalde windrichting welke onaangenaam waren voor de bewoners daar ter plaatse. Zoodra dit bekend was, heeft het college zich met de directie in verbinding gesteld, die dit euvel onmiddellijk heeft verholpen. De directie heeft verzekerd, dat, mochten er niet van te voren te vermoeden omstandigheden zich voordoen, waardoor overlast wordt ver oorzaakt, zij steeds bereid is, hieraan tege- moet te komen, hetgeen ook moge blijken uit de bij de stukken ovepgelegden brief aan den burgemeester, Zooals een ieder zal begrijpen, komen in een pas in werking zijmd bedr|ij)f op versohil- lende tijdstippen onvoorziene feiten voor, die met den meest mogelijken spoed worden ver holpen of uit den weg geruimd. Zij stellen voor, dit adres overigens voor kennisgeving aan te nemen. De VOORZITTER kan hieraan nog toe- voegen, dat door hem herhaaldelijk met de directie besprekingen zijn gehouden en dat hem van wege de directie de verzekering is gegeven, dat zij alle mogelijke moeite zal doen om de fouten, die aan de inridhting kleven, te verhelpen. Hij geeft toe, zooiets zou niet moeten voorkomen, er zijn ook reeds monsters genomen van het stof van de daken en uit de regenhakken. Alles is echter nieuw en dan valt er nog wel eens iets te veranderen. Er zal nu dus moeten worden afgeiwacht, wat er gebeuren zal. Indien er nieuwe klachten komen, zullen Burgemeester en Wethouders niet stU zitten. De heer DIELEMAN neemt ook wel aan dat de directie al het mogelijke zal willein doen om den overlast voor de daar wonenden te voorkomen, maar hjij gelooft dat het aan de directie onmogelijk zal blijken de menschen daar ongehinderd te laten wonen, hoe de windrichting ook is. Het beste zou zijn de menschen elders een goede woning te geven en hen te laten verhuizen. De VOORZITTER: De menschen onder- vinden er zeker grooten hinder. We kunnen er niets aan doen, het beste zal zijn, dat de menschen als ze weer iets ondervinden, zich rechtstreeksoh tot de directie wenden. De heer 't GILDE wijst er op, dat dit voor de menschen ook moeilijk is. Daarom hebben er ook maar 6 op het adres geteekend, ze verdienen daar aan de fabriek hun brood en staan dus niet vrij. De toestand van die menschen wordt meer en meer onhoudbaar, het betreft niet alleen pyriet of vetfijnkolen, maar imbusschen heeft de geheele buurt hier onder de ammomiak gezeten; de vorige week Maandag en Dinsdag leek het alsof het gesneeuwd had op de daken der bewoners en den weg ter plaatse. De toestand wordt voor de bewoners onhoudbaar het drinkwater deugt niet meer voor het ge bruik en telkens komen er klachten over de verontreiniging daarvan. De VOORZITTER deelt mede. dat dit au weer is afgeloopen; men kan niets doen dan zijn tijd afwachten en daarom stellen Burge meester en Wethouders voor het adres voor kennisgeving aan te nemen. Met algemeene stemmen wordt aldus beslo ten. p. Het raadsbesluit van 3 Maart 1931, tot wijziging der gemeentebegrooting voor 1930. voorzien van het bewijs der goedkeuring door Gedeputeerde Staten. Aangenomen voor kennisgeving. (Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 6