staat en men dan uitsluitend is aangewezen
op het beschikbare brandbluschmateriaal. Al
gemeen kwam men dan ook tot de slotsom
naar aanleiding van de ervaring opgedaan bij
de gehouden oefeningen, dat bet beschikbare
brandbluschimateriaal van de gemeente abso
luut onvoldoende is om met eenig succes, een
eenigszins groote brand in het centrum van
de plaats te kunnen bestrijden. Met algemeene
stemmen werd dan ook besloten bij burge
meester en wethouders er ten sterkste op aan
te dringen om aanschaffing van een auto
motorspuit met minstens de dubbele capaci-
teit van de bestaande motorspuit, dus een
automotorspuit met een vermogen van min
stens 1600 liter.
Met een dergeljjke motorspuit kan in het
cent rum met 4 stralen water gegeven worden,
ejjnde het minimum aantal stralen waarbij
met eenige zekerheid een groote brand be-
streden kan worden en tevens de belendende
gebouwen kimnen worden behouden.
Behalve dat met de aanschaffing van een
grootere motorspuit een veel grootere veilig-
taeid tegen brandgevaar wordt verkregen
wordt tevens ook bereikt, dat ook Sluiskil af-
doende kan worden geholpen, aangezien de be
staande motorspuit dan naar Sluiskil kan
worden verplaatst. Dat geeft tevens het
groote voordeel, dat als het moet direct over
2 automotorspuiten kan worden beschikt, ter
wrjl dit nu niet het geval is. Mocht nu de
hulp van de motorspuit in Sluiskil noodig
«jjn, dan duurt dit minstens een uur voordat
deze spuit ter plaatse van de brand in de
kom is gearriveerd en behoeft dit geen ver-
der betoog, dat in het algemeen dit veel te
iaat is.
Waar in deze gemeente vlak bij de Kom zeer
groote hoeveelheden zeer brandbare goederen
zjjn opgeslagen, hout, kunstmest, steenkolen
e.d., waardoor dus het brandgevaar zeer wordt
vergroot, is het brandweerbestuur van mee-
ning dat met de bestaande brandweerblusch-
middelen de kom en een groot gedeelte der
buitenwjjken van Ter Neuzen zoo goed als on-
beschermd zijn voor brandgevaar. Een voort-
bestaan van dezen toestand is in hooge mate
onverantwoordelijk.
Een uitslaande brand in de Noordstraat kan
niet bestreden worden en gezien de geringe
breedte dier straat beteekende dit een ramp.
Voordat er door de omliggende gemeenten
hulp kan worden geboden, waarbij het de
vraag is of het slangenmateriaal voldoende
eal zijn om bij den brand te komen, zal een
groot gedeelte van het centrum, gezien de zeer
ineengedrongen bouwwijze, geheel in brand
staan, hetgeen beteekend, dat zoo goed als
bijna alle groote winkels en magazijnen in
asch worden gelegd. Wat dit voor de plaats
beteekent, behoeft hier niet nader te worden
uiteengezet.
Ondergeteekende en met hem het geheele
brandweerbestuur, kan dan ook niet anders
dan met de meeste klem UEdelachtbare Hee-
ren op de groote ernst van de bestaande toe-
eland wijzen. Zoolang deze toestand voort-
duurt kan ik geen enkele verantwoording op
mi) nemen aangezien m.i. zooals boven reeds
is gezegd de brandweer hier ter plaatse abso-
luut onvoldoende is en niet in staat is de haar
opgelegde taak naar behooren te verrichten.
Ik reken het dan ook tot mijn plicht er bij
UEdelachtbare Heeren met de meeste klem
op aan te dringen zoo spoedig mogeljjk over
te gaan tot de aanschaffing van een auto-
motorbrandspuit met een vermogen van min
stens 1600 Liter."
Uit bovenstaande blijkt toch wel zeer duide-
ljjk, dat het in hooge mate onverantwoorde
lijk zou zijn als niet tot aanschaffing van een
brandspuit van behoorljjke capaciteit werd
overgegaan. Evenmin als het brandweer
bestuur kan ook ons college verdere verant
woordelijkheid op zich nemen voor rampen,
die uit deze onvoldoende toestand zouden
kunnen ontstaan.
In verband met het bovenstaande stellen
wjj U nogmaals voor: punt 78 te ramen op
0600 en dit bedrag af te nemen van de post
onvoorziene uitgaven.
De heer SCHEELE merkt op, dat er met be-
trekking tot de kwestie der motorbrandspuit
voorbereidend werk is verricht; toen deze zaak
in de raadszitting bij de vaststelling der ge-
meentebegrooting werd behandeld en verwor-
pen, is dit geschied op grond van gevestigde
weloverwogen meeningen. Men heeft zich ech-
ter blijkbaar bij die verwerping niet neerge-
legd en nu komt van een hooger college den
wenk om tot de aanschaffing eener nieuwe
auto-motorbrandspuit over te gaan. Hij kan
wel verklaren, dat zijn overtuiging inmiddels
niet veranderd is, ook niet na kennisneming
van het advies van burgemeester en wethou
ders. Naar zijn meening gaat het college ech-
ter wel wat te ver, met te kennen te geven
dat het, indien de raad het voorstel niet aan-
neemt, alle verantwoordeliikheid van zich af-
schut. Er is bij de vorige behandeling dezer
zaak op gewezen dat onze tegenwoordige auto-
motorbrandspuit, al moge die dan niet z66
zwaar zijn als die in verschillende gemeenten
van ons land, toch in zeer goeden staat ver-
keerde. Spreker kan niet aannemen dat de
spuit inmiddels versleten of ongeleefd is.
Ware dit z66, dan was het iets anders. Thans
eiet hjj de noodzakelijkheid der aanschaffing
van een nieuwe spuit nog niet in en kan hij
er niet directelijk zijn stem aan geven. Hij zal
zeker nadere inlichtingen moeten krjjgen eer
hy er zijn stem aan geeft.
De heer VAN DRIEL verklaart ook met
verwondering dit stuk van burgemeester en
wethouders te hebben ontvangen. Hij is het
eens met den heer Scheele, dat dit stuk ge-
tuigt van over-ibeschaving, n.l. waar burge
meester en wethouders met een schaaf de
verantwoordelijkheid van zich willen af-
sehuiven. Hij wil echter het Japansche
schaafje gebruiken waarmede men zooals
bekend 23 in elkaar passende eieren kan ver-
vaardigen, die schaafjes schuiven terug, en
boo wil hij die verantwoordelijkheid weer
terugschuiven naar burgemeester en wet
houders.
Als burgemeester en wethouders nu kunnen
eeggen, dat, als de raad de aanvraag inwil-
Ugt, we dan beveiligd zijn tegen gefoeurte-
nlssen als te Middelburg en Leiden, dan zou
het gewenscht zijn, dat de raad het maar
spoedig toestaat. Hij1 herinnert, dat al sinds
eenige jaren de post voor onvoorziene uit
gaven op 6000 werd uitgetrokken. Zijn we
dan nu z66 gegroeid, dat burgemeester en
wethouders daaruit een uitgaaf kunnen vin-
den van 9600 Of hebben ze een bijzonderen
spaarpot? Er wordt in de toelichting gezegd,
dat met de spuit niet op de rioleering kan
worden gewerkt. Is voldoende onderzocht
Of het niet meer mogelijk is die rioleering aan
te wenden voor watervoorziening voor de
brandspuit? Omtrent een en ander zou de
fractie van spreker gaarne worden ingelicht.
Is de spuit echter werkeljjk noodig en kunnen
burgemeester en wethouders de verzekering
geven, dat de gemeentenaren na het aan-
echaffen der spuit voortaan gerust kimnen
rflapen, dat een grootere spuit daarvoor wer
kelijk noodig is, dan zijn zij bereid terug te
krabbelen en v66r het voorstel te stemmen.
Hfl vraagt, of het voorstel tot aanschaffing
dezer nieuwe spuit soms ook verband houdt
met den fabrieksbouw te Sluiskil en of het
bluschmaterieel daAr wel in orde Is. Moet Ter
Neuzen soms een spuit aanschaffen om vei-
iigheid te venzekeren, ook op Axelsch grond-
gebied? Beschikt men op de cokesfabriek
over voldoende blusohmateriaal of moet het
pagticulier bedrijf hier drjjven op de zorg
van de gemeente? Hij wiij'st op het bericht
in de courant, dat men te Selzaete van ge-
meentewege geen brandspuit er op na houdt.
Daar hebben echter de fabrieken wel spuiten.
Doet zich ook hier niet voor? Is dat alles
goed onderzocht en dan daarbij met zekerheid
komen vast te staan, dat we deze nieuwe
spuit werkelijk noodig hebben?
Zou het ook waar zijn, dat gedeputeerde
staten ter zake zdd'n druk op den gemeente-
raad willen uitoefenen, dat zij, als de raad
niet aan hun verlangen voldeed, tot andere
maatregelen zouden overgaan? Of, is het
een legende, dat dharom nog geen goedkeu-
ring aan de begrooting is verleend? Is dat
allemaal een kletspraatje? Als men kan
aantioonen, dat de spuit werkelijk noodig is,
dan heeft spreker geen bezwaar om er v66r
te stemmen.
De heer VAN AKEN deelt mede, momen-
teel nog niet bereid te zijn vodr het voorstel
te stemmen. Het is hem niet duideljjk,
waarom het oude spuiriool niet voor aanvoer
van water zou kunnen worden gebruikt. Hij
ziet dikwijls dat wanneer er met het riool ge-
spuid wordt, dat de menschen uit de omgeving
van een zinkput daaruit helder, schoon water
scheppen. Waarom zou het dan niet moge
lijk zijn, dat water ook te gebruiken voor de
spuit? Is wel alles wat in het rapport is
neergeschreven behoorlijk onderzocht en be-
proefd? Hij kan niet aannemen, dat het ge-
bruik van water uit de spuiriolen zoo'n be-
ziwaar oplevert.
De heer OOLSEN herinnert, dat bjj de be
handeling der begrooting met groote meer-
derheid is besloten nog niet tot aanschaffing
van een nieuwe spuit over te gaan. Waarom
moet daarop nu tusschentjjds worden terug-
gekomen? Hij veronderstelt dat, indien men
in de gemeente 2 auto-brandspuiten had, de
heeren met dit voorstel niet zouden zijn aan-
gekomen. Is het niet mogelijk om de motor
brandspuit van Sluiskil op een auto-chassis
te plaatsen. Dat is altijd een goede spuit ge
weest. Bij de excercities heeft deze steeds
goed voldaan en men kan er van af het kanaal
mede komen tot voorbij de Roomsch-Katho-
lieke kerk. Is er geen aanleiding dat eens te
onderzoeken? Er wordt van gesproken, die
spuit te stationneeren te Driewegen. Hij vindt
dat daarvoor geen goede plaats. Men kan
dan, als er later weer eens een spuit aange-
schaft wordt er wel over gaan denken er ook
een te plaatsen bij de 7 huisjes. Als men z66
gaat handelen met de spuit te Sluiskil dan
wordt een goede spuit gestopt in een hoek
waar ze niet noodig is. Hij stemt toe, dat het,
als de spuit door een paard getrokken wordt
te lang duurt eer men er de kom mede berei-
ken kan, maar als die ook op een autochassis
stond, dan was het bezwaar ondervangen. Hij
kan zijn stem aan de nieuwe spuit niet geven.
De heer DE BAKKER veronderstelt, dat
gedeputeerde staten over deze nieuwe spuit
schrijven in verband met den brand te Mid
delburg. Maar als we nu zoo'n hoog bedrag
moeten beschikibaar stellen voor beveiliging
tegen gevaar voor brand, is het dan niet
mogelijk zoo'n groote spuit aan te schaffen
met medewerking van de aangrenzende ge
meenten
De heer VERLINDE: Voor Ter Neuzen?
De heer DE BAKKER ziet hierin een
poging van gedeputeerde staten om van Ter
Neuzen gedaan te krijgen, dat het zijn brand
weer goed inricht, om desnoods ook elders te
kunnen optreden. Om water te gebruiken uit
het spuiriool acht hij niet mogelijk. Als de
riolen doorgespuid worden, komt niet alles
dat zich in de riolen bevindt los, maar dit zou
wel het geval zijn als men er met een sterke
motorspuit in zou gaan werken. Als men met
het riool vuil, vermengd met den inhoud der
W. C.'s gaat spuiten, is dat nog erger dan de
brand zelf. Hij zou dat eerst wel eens willen
zien, eer hij zou adviseeren om daartoe over
te gaan. Misschien komt er in dat opzicht
wel eenige verbetering, door de in de Roeiers-
gang te leggen groote buizen, daar men dan
beter kan doorspoelen.
Evenwel, het leggen van slangen van af het
kanaal kost z.i. veel te veel tijd en het zou
aanbeveling verdienen in het centrum der kom
een put te maken met een toevoerleiding van
zuiver water uit het kanaal. Men is voor
wat de brandweer betreft nog in het geheel
niet in regel. De eerste die van een brand op
de hoogte behoort te zijn is toch wel de
inspecteur van politie en die heeft nog niet
eens een telefoon. Hij meent, dat er veel te
zeggen is voor het aanschaffen eener nieuwe
spuit.
De heer VERLINDE herinnert, dat hij bij de
vorige behandeling van dit onderwerp niet in
de vergadering tegenwoordig was. Hij was
er destijds sterk voor, om een nieuwe spuit
aan te schaffen. Later is hij wel eenigszins
tot andere gedachten gekomen en heeft hij
zich afgevraagd of het niet beter zou zijn
van af het kanaal een leiding te maken naar
verschillende plaatsen in de stad. Naar hij
vernomen heeft, zou dat echter veel meer
kosten dan thans het aankoopen eener nieuwe
spuit kost. Op grond daarvan zal hij zich
vereenigen met het voorstel van burgemeester
en wethouders, doch zou dan gaarne de ver
zekering hebben, dat die spuit van 1800 liter
per minuut ook werkelijk van afdoende capa
citeit zal zijn, anders zou hij liever nog iets
meer besteden, om beslist op afdoende wijze
te kunnen optreden. De vorige maal is ook
te kennen gegeven, dat de auto-motorbrand
spuit voldoende capaciteit had, maar als we
toen alles vooraf geweten hadden, zouden we
toch een krachtiger spuit hebben aangekocht.
Indien men er aan zou twijfelen, dan zou hij
den raad geven een spuit van nog grootere
capaciteit aan te koopen. Men moet dan op
geen paar duizend gulden zien. Een andere
vraag is nog voor hem, of de spuit, die hier
niet voldoende meer is, dat wel zal zijn voor
Sluiskil. Misschien zal daar dan ook nog wel
iets anders moeten gedaan worden.
De VOORZITTER merkt op, dat bij het
ontvangen van het schrijven van gedeputeerde
staten burgemeester en wethouders moeilijk
van standpunt konden veranderen. Mogelijk
is, dat ook wel bij de andere heeren het ge
val, maar burgemeester en wethouders hebben
toch gemeend, in verband met de hierbij be-
trokken belangen, dit onderwerp nogmaals
aanhangig te moeten maken.
Om de noodzakelijkheid der aanschaffing
nader aan te toonen, wil spreker enkele cijfers
noemen. Van af het kanaal gerekend is de
afstand naar de Ned. Herv .kerk 280 M., de
R. K. kerk staat op 400 M. afstand van het
water, de hofstede van den heer Dekker op
200, het ziekenhuis 450 M., de Moffenschans
530 M. Indien er met 300 tot 400 M. slangen
gewerkt wordt, kan men met de tegenwoor
dige spuit, die 600 tot 700 liters water per
minuut geeft wel bij den brand komen en
water op het brandende perceel werpen, maar
is het niet mogelijk tevens waterstralen te
richten voor bescherming van belendende
perceelen. Indien een zoo groote lengte slan
genmateriaal moet gebruikt worden, wordt de
kracht der waterstraal die gespoten wordt
minder.
He brengen van water middeis jjzereh
buizen uit het kanaal naar een duiker, bjv,
aan de drukkerij van de firma Van de Sande,
spreker zal niet zeggen dat dit in de toekomst
i toch niet gebeuren zal, zou nogal wat kosten
I vorderen en vooralsnog zouden burgemeester
en wethouders het met een krachtiger spuit
willen doen. Dit is ook noodig om, indien
b.v. in de Noordstraat, waar verschillende
hooge huizen staan, een eventueelen brand
i afdoende te kunnen bestrijden. Indien men
alles vooruit kan gereed maken is er met het
tegenwoordig materiaal ook al heel wat te
bereiken, maar een brand waarschuwt niet en
komt op 't onverwachts.
Er is gevraagd hobben we nu in eens een
spuit van 1400 tot 1800 liter noodig, terwijl
vroeger 600 voldoende werd geacht. Spreker
wil er op wijzen, dat, toen 6 jaren geleden de
De heer VAN DRIEL deelt mede, dat zijn
fractie dat denkbeeld ook heeft overwogen,
doch tot de conclusie is gekomen, dat het met
de waterleiding nog wel zoolang kan duren
dat ook deze nieuwe spuit oud en versleten
kan zijn eer die er is, want er blijkt dat er
nog veel menschen behebt zijn met water-
vrees. En wanneer zij dan de beschrijving
der toestanden hebben gezien, zooals die
in het rapport van den opperbrandmeester
zijn weergegeven
De heer BEDET: Die zijn toch altijd zoo
geweest?
De heer VAN DRIEL vervolgt, dat zij het
j dan vroeger verkeerd hebben bezien. Die 400
M. slang zijn niet voldoende en spuiten met
i het water uit het spuiriool, dat ook veront-
reinigd is met faecalien acht hij ook niet meer
mogelijk. De vraag is nu hoe komen we aan
vorige autobrandspuit werd aangekocht we de water bij een eventueelen brand op eenigen
Piet waren van geheel Zealand, het is een- - afstand van het kanaal. Het eenige antwoord
zelfde spuit als die van Bergen op Zoom die daarop is: door het aanschaffen eener nieuwe
te Middelburg zooveel heeft bijgedragen tot spuit. Spreker wil het voorstel thans aan-
het blusschen van den brand. De omstandig- vaarden, omdat hij overtuigd is, dat men er
heden zijn inmiddels veranderd en de afstan- anders na korten tij'd toch weer mee voor den
den die moeten bereikt worden grooter.
Wanneer we er op letten, dat hier belang-
rijke opslagplaatsen van kunstmeststoffen
zijn, klemt des te meer de eisch, de beschik-
king te hebben over krachtig bluschmateriaal.
Men herinnert zich maar eens de enorme ge-
volgen die de brand in de bergplaatsen van
kunstmest te Wormerveer hadden. Zulke
branden moeten krachtig kunnen worden
aangepakt.
De kwestie van het bluschmateriaal kan
dag komt en de raad aan de aanschaffing
van die spuit niet zal ontkomen. Hij vraagt
zich af, waarom we er dan nog longer mee
zullen wachten. Een volgend jaar is de spuit
geen cent goedkooper en waarom zal men,
als men overtuigd is, dat de spuit noodig is
nog een maand of 9 met den aankoop wach
ten? Dat zou dan juist niet verantwoord zijn.
De raad moet dan maar door den zuren appel
heen bijten. Gelukkig is hij op het punt der
beteekenis van het schrijven van gedeputeer-
niet worden opgelost door het denkbeeld van 5 de staten gerust gesteld, nu dit niets meer is
den heer Colsen om de motorspuit van Sluis- dan een mededeeling dat zij die spuit nuttig
kil op een autochassis te plaatsen, aangezien j en noodig oordeelen.
De heer SCHEELE merkt op, dat, nu uit de
j verschillende stemmen blijkt, dat, indien de
i raad thans niet op het voorstel zou ingaan,
het toch maar een uitstel van executie be
die spuit sleohts een capiciteit van 350 liters
heeft.
Dit betreffende de zakelijke kwestie. Zich
tot den heer Van Driel wendende merkt
spreker op, dat men niet moet spreken van teekent, er volgens hem ook ook geen reden
een bijzonderen drang van gedeputeerde sta
ten. Dit college heeft in het algemeen het
toezicht op den goeden gang van zaken in de
gemeenten, in geheel Zeeland. Er is nu een
brandweerbond opgericht voor geheel Zeeland.
De Commissaris der Koningin interesseert
zich bijzonder voor hetgeen in dit opzicht
door de gemeenten wordt gedaan. Gedepu
teerde Staten doen thans niets anders dan
eens nader informeeren, of de gemeenteraad
zich werkelijk bij de tegenwoordige inrichting
van het brandweermateriaal wel verantwoord
gevoelt tegenover de gemeenschap. Er is hier
geen sprake van het mes op de keel zetten,
het schrijven moet beschouwd worden als een
waarschuwing.
Spreker komt er tegenop, dat burgemeester
en wethouders de verantwoording op een
ander zouden willen schuiven en kan ook
evenmin toezeggen dat men bij aanneming van
het voorstel in alle opzichten gedekt zou zijn,
Men moet de voorzorgen nemen die mensche-
lijker wijs te nemen zijn, men kan het niet
met een schaartje knippen.
Wat de vragen omtrent de fabrieken te
Sluiskil betreft kan spreker iets mede deelen,
al zal zijn collega te Axel dit misschien eenigs
zins kwalpk nemen. De heer Gaumon, direc-
teur der l'Azote, heeft zich indertijd bij spre
ker vervoegd, om naar het beschikbaar
bluschmateriaal te informeeren. Hij deelde
toen mede, dat hij op zijn fabrieksterrein over
voldoende water en persing beschikte om een
eventueelen brand te kunnen beheerschen. Hij
stelde zich echter op de hoogte van het hier
beschikbaar slangenmateriaal om dat bij
noodzaak ook op zijn waterleidingprjpen te
kunnen aansluiten. Hij verklaarde voorts, dat
het anders gesteld was met de woningen in
het tuindorp, daar ligt geen water en ook
geen persings-inrichting. Spreker heeft hem
daarop te kennen gegeven, dat hij maar eens
moest afwachten en wel zou getracht worden
daarin te voorzien.
Toen is de collega van spreker uit Axel ge
komen en heeft daarover zijn ontevredenheid
uitgesproken, zeggende dat het daar zijn
grond was, waarop spreker hem te kennen
gaf, dat hij dan ook maar moest doen wat er
gedaan moet worden. Hij vertrouwt dan ook,
dat het gemeentebestuur van Axel deswege
maatregelen getroffen heeft, terwijl het over-
rigens van zelf spreekt dat bjj eventueele
noodzaak, uit hoofde van een bestaande riva-
liteit niet zou worden nagelaten hulp te ver-
leenen.
W-at de cokesfabriek betreft, kan spreker
niets meedeslen. Hij herinnert dat de spuit
daar eens gewerkt heeft bij den brand in den
teerput. Hij weet niet of de fabriek bepaalde
voorzieningen in dit opzicht bezit, maar mag
aannemen van wel. Dit voorstel wordt ech
ter gedaan onafhankelijk van de vraag of ook
de fabrieken de hulp van de gemeentebrand-
weer behoeven.
Indien de auto-<brandspuit naar Sluiskil
wordt verplaatst kan men daar het uiterste
eind van de Pierssenspolderstraat mee berei
ken.
Wat de dekking der kosten betreft wijst
spreker er op, dat, toen deze post bjj de be
grooting werd afgestemd, dat bedrag is ge-
bracht op onvoorziene uitgaven, welk bedrag
toen tot f 22.000 is verhoogd, zoodat de hier-
voor noodige 9600 daaruit kunnen worden
gevonden. De aanschaffing is in dat opzicht
geen bezwaar, het geld is er.
Door den heer Van Aken is nog ter sprake
gebracht het aansluiten der pompen op de rio
leering. Spreker wil in dit verband eens her-
inneren aan den brand in de Noordstraat bjj
De Zeeuw. Toen maakten de menschen wel
degeljjk bezwaar, dat er met rioolwater ge
spoten werd, uit v-rees voor schade. En dezer
dagen is de gemeente Leiderdorp door een
ingezetene tot schadevergoeding aangespro-
ken, omdat men bij een brand met modder
had gespoten. Er is daaromtrent nog wel geen
uitspraak, maar men ziet er toch uit welke
moeilijkheden men kan beloopen. Wanneer
het riool wordt doorgespuid komt er na korten
tijd wel helder water doorstroomen, maar men
kan er van verzekerd zijn, dat, indien men op
een gegeven oogenblik de spuit op de riolee
ring zet en vooral indien het dan een nog
krachtiger pomp was, deze spoedig veel vuil
zou opwoelen, dat thans nog vast bljjft zitten.
Burgemeester en wethouders vragen niets
dat overzet is, zij vragen een spuit die vol-
doet aan de behoefte om hier in de kom der
gemeente met vrucht tegen brand te kunnen
optreden.
-De heer BEDET heeft nog niets gezegd,
maar wil te kennen geven, dat het hem toch
eigenaardig voorkomt, dat men weer opnieuw
begint over deze spuit. Als de raad eens kon
besluiten de besprekingen thans te schorsen
en deze kwestie weer opnieuw aan de orde te
stellen bjj de volgende begrooting. De
loopende begrooting is nu eenmaal vastgesteld,
laat ons nu wachten tot de nieuwe, want het
gaat toch maar bezwaarlijk om te zeggen, dat
we mis geweest zjjn. De toestanden zooals
die thans bestaan, hebben zich al jaren lang
voorgedaan. Er is ook in uitzicht gesteld, dat
de waterleiding in geval van brand groote
diensten zou kunnen bewjjzen. Bij de vast
stelling der volgende begrooting hebben we
weer een nieuwen raad en op grond van dat
alles zou spreker deze zaak daarheen willen
verwjjzen.
De heer DE BRUIJNE kan dat voorstel
steunen.
j is om er dan nog een half jaar mede te
wachten. Geldeljjk blijft het dan toch hetzelf-
de en wil hij die 6 of 9 maanden langer wach
ten ook wel cadeau doen.
Hij wil nog even iets opmerken omtrent het
van zich af schuiven der verantwoordelijk
heid door burgemeester en wethouders en
zegt, dat dit een uitdrukking is die niets be
teekent. Het college van burgemeester en
wethouders draagt nu eenmaal de verant
woordelijkheid zoolang het daar zit, en kan
die niet van zich afwerpen. De personen die
er van deelmaken zouden kunnen zeggen over
een of ander de verantwoording niet te kun
nen dragen, maar zouden dan evenals een
minister de portefeuillekwestie moeten
stellen en heengaan als hun voorstel niet werd
aangenomen. Dat doen de wethouders echter
niet, die blijven toch zitten. Ze behouden dan
ook hun verantwoordelijkheid.
Spreker verklaart ten slotte onder deze
verhoudingen te zullen voor stemmen.
De heer DE BAKKER acht het een te zwa-
ren post voor Ter Neuzen alleen, iets anders
was het, als men de spuit voor eenige ge
meenten in Zeeuwsch-Vlaanderen aankocht.
Het zal niet lang duren of we krjjgen er nog
een chauffeur brj ook.
De VOORZITTER zou aanstellen van zoo'n
functionaris moeten ontraden.
Het voorstel wordt aangenomen met 7
tegen 4 stemmen.
Voor stemmen de heeren De Jager, Geel-
hoedt, Scheele, Verlinde, Van Driel, Van den
Bulck en Van Aken; tegen stemmen de heeren
Bedet, De Bruijne, De Bakker en Colsen. De
heer Dekker is bij deze stemming niet tegen
woordig.
13. VVijziging begrooting Woningbedrjjf
dienst 1931.
Burgemeester en wethouders stellen voor,
de begrooting voor het gemeenteljjk Woning
bedrjjf, dienst 1930, te wijtzigen als volgt:
Afdeeling I. Baten.
No. 3a. Verhaal van bijdragen voor eigen-
en weduwen- en weezenpensioen ingevolge
artikel 36 der pensioenwet 1922 (Staatsiblad
no. 240) f 23,10; no. 4. uitkeering aan de ge
meente wegens andere grondslagen (art. 38
Woningwet) f 79,20; no. 19a. verhaal van bij
dragen voor eigen- en weduwen- en weezen
pensioen ingevolge artikel 36 der pensioen
wet 1922 (Staatsiblad no. 240) f 8,40; no. 20.
uitkeering van de gemeente wegens andere
grondslagen (art. 38 Woningwet) f 28,80;
totale vermeerdering 139,50.
Afdeeling I. Lasten.
No. 15a. uitkeering aan de gemeente
wegens bijdragen voor eigen- en weduwen-
en weezenpensioen ingevolge artikel 36 der
pensioenwet 1922 (Staatsblad no. 240)
102,30; no. 31a. wegens idem 37,20; totale
vermeerdering 139,50.
Toelichting:
De Administrateur van het woningbedrjjf,
wiens salaris 225 bedraagt en die op 13
Februari 1928 als zoodanig in dienst is ge-
treden, is tot voor eenige we-ken niet aan den
pensioenraad opgegeven.
Pensioensbijdragen zijn dan ook noch be-
taald, noch ingehouden.
Ten laste der,22 woningen komt een bedrag
van 22 X f 7,50 is f 165 van de jaarwedde.
Dit is over 4 jaar (1928 t./m 1931) 4 X 165
is /660. Verschuldigd is daarvoor 15% is
15,5 X 6,60 is 102,30 (zie volgno. 15a),
terwijl verhaald moet worden 3% is 3,5
X /6,60 is 23,10 (zie volgno. 3a) Met het
verschil is volgno. 4 verhoogd.
Ten laste der 8 woningen komt een bedrag
van 8 X 7,50 is 60. Dit is over 4 jaar
(1928 t/m 1931) 4 X 60 is 240. Verschul
digd is daarvoor 15% is 15,5 X f 2,40 is
37,20 (zie volgno. 31a), terwijl verhaald
moet worden 3% is 3,5 X f 2,40 is f 8,40
(zie volgno. 19a). Met het verschil is volgno.
20 verhoogd.
De heer DE BAKKER komt er op tegen,
dat voor dit gemeenteljjk woningbedrjjf nog
7,50 per woning voor administratiekosten
wordt uitgegeven.
De VOORZITTER merkt op, dat dit aldus
door den Minister is vastgesteld.
De heer DE BAKKER: Dat wil zeggen,
dat de Minister daaraan goedkeuring heeft
verleend, maar niet dat wij het salaris aldus
moesten vaststellen. Hij acht het een be
zwaar dat voor dergeljjk werk van de ge
meente extra moet betaald worden.
De VOORZITTER kan dat niet helpen.
Het voorstel wordt aangenomen met alge
meene stemmen.
14. Tegemoetkoming Ingevolge art. 13 der
Lager Onderwijswet.
Ingekomen is een verzoek van P. F. de Njjs,
om een tegemoetkoming in de kosten van het
beizoek der R.K. lagere school te Ter Neuzen.
Naar hij meedeelt zijn de tramkosten in 1930
30,40 per kind geweest.
Burgemeester en wethouders stellen naar
aanleiding hiervan voor het volgende besluit
te nemen:
De gemeenteraad van Ter Neuzen,
Gezien een op 14 Maart j.l. ingekomen ver
zoek van Petrus Franeiscus de Njjs, wonende
te Ter Neuzen, Wjjk O, no. 182, om steun uit
de gemeentekas ter tegemoetkoming in de
kosten, verbonden aan het bezoeken van de
R.K. Lagere School in de Kom door zjjme
kinderen, gedurende 1931,
overwegende, dat adressant drie leerplich-
tige kinderen heeft, waarvan twee sinds 1
Januari, en 6dn sinds 15 Maart jl. voomoemde
school bezoeken,
dat het perceel Wijk O, no. 182, meer dan
4 K.M. verwijiderd is van de R.K. lagere
school in de kom;
dat ingevolge artikel 13 der Lager Onder
wijswet 1920 op grond van het bovenstaande,
de gevraagde tegemoetkoming moet worden
toegekend;
dat de totale tramkosten over 1931 zullen
bedragen 84,87
dat bij Kon. Besluit van 4 Augustus 1922
is beslist, dat bjj de steunverleening inge
volge genoemd artikel, de financieele draag-
kracht van invloed kan zijn bij de bepaling
van de hoe grootheid van den steun;
dat de financieele draagkracht van verzoe-
ker in aanmerking genomen, eene tegemoet
koming van i/3 der totale kosten voldoende
moet worden geacht;
gehoord een voorstel van burgemeester en
wethouders,
besl-uit
Aan Petrus Franeiscus de Nijs voornoemd
een steun toe te kennen uit de gemeentekas
van acht en twintig gulden negen en twintig
cent 28,29), ter tegemoetkoming in de kos
ten, verbonden aan het bezoeken der R.K.
lagere school in de kom, door zijne leerplich-
tige kinderen in 1931.
De heer OOLSEN heeft met verwondering
bemerkt, dat burgemeester en wethouders
rekening houden met den financieelen toe
stand van den verzoeker. Hjj meent, dat er
alle aanleiding is om het voile bedrag van het
tramgeld te vengoeden. Er wordt wel eens
gezegd, dat men dan maar niet zoover buiten
de kom moet gaan wonen, maar men moet in
aanmerking nemen, dat er overal volk noodig
is. De ibuitenmenschen zijn toch al van veel
verstoken. Spreker weet wel, dat verschil
lende gemeenten het desbetreffend wets-
artikel aldus uitleggen, dat ze met de gegoed-
heid der verzoekers rekening houden, maar
hij acht dat toch niet billjjk. De menschen
worden verplicht hun kinderen naar school te
zenden en daarom moet men hen in verband
met de kosten tegemoetkomen. Het zenden
van kinderen naar een school kost toch veel
geld. Hjj weet dit bij ervaring, men is er nog
niet met dat tramgeld alleen. Hij acht dat
ook geen bezwaar, omdat Ter Neuzen in de
gelukkige omstandigheid verkeert, dat door
de ligging der gemeente ten opzichte van ver
schillende scholen het aantal gezinnen dat
verder dan 4 K.M. van een school verwjjderd
woont niet groot is. Behalve Zaamslag, waar
maar een derde wordt tegemoetgekomen, zijn
er andere gemeenten, b.v. Hoek en Honte-
nisse, waar de voile kosten worden vergoed,
en daar wonen toch ook niet allemaal arme
menschen. Hij zou het voile tramgeld willen
vergoeden.
De heer DE BAKKER steunt het denk
beeld van den heer Colsen.
De VOORZITTER erkent, dat volgens het
voorschrift der wet de voile vergoeding kan
gegeven worden. Sleehts heel weinig ge
meenten doen dat echter, burgemeester en
wethouders hebben gemeend met hun voorstel
adressant billjjk te behandelen, denkt de
raad er anders over, dan moet die er maar
wat bijdioen.
De heer SGHEELE merkt op, dat verzoe
ker wel kapitaal bezit, maar dat het niette-
min zeer wel mogeljjk is, dat die man in deze
tjjden bjj de exploitatie van zjjn bedrjjf ook
met een tekort te kampen heeft. Er is door
het wetsartikel op de gemeenten de plicht
gelegd om de ouders van kinderen die meer
dan 4 K.M. van de school verwjjderd wonen
in de te maken kosten een tegemoetkoming
te verleenen. Nu moet men niet trachten er
met zoo weinig mogelijk af te komen. Die
kinderen moeten een verre reis maken. Het
bedrag door burgemeester en wethouders
voorgesteld is wel wat krap.
De heer OOLSEN: Naar recht en billijk-
heid zou de gemeente de tramkosten moeten
betalen.
De heer SCHEELE steunt dat denkbeeld.
Het voorstel van burgemeester en wethou
ders wordt aangenomen met 7 tegen 4 stem-
men.
Voor stemmen de heeren Bedet, De Jager,
Geelhoedt, Verlinde, De Brujjne, Van Driel en
Van den Bulck; tegen stemmen de heeren
Scheele, De Bakker, Colsen en Van Aken.
15. Conversie van verschillende rijksvoor-
schotten verleend in het belang der
Volkshuisvesting.
Burgemeester en wethouders schrijven aan
den gemeenteraad het volgende:
Onder de door het Rijk verstrekte voor-
schotten in het belang der volkshuisvesting
bevinden zich meerdere bedragen waarvan de
annu'iteit is berekend tegen een rentetype van
5 en 6
In verband met de verlaging van de cre-
dietprijs hebben wij bij de regeering pogingen
aangewend tot verlaging van deze annuitei-
ten. Deze is evenwel niet genegen de annui-
teiten met het thans geldend rentetype in
overeenstemming te brengen. In het belang
van de gemeentefinancien hebben wjj verschil
lende groote instellingen gevraagd, tot con
versie van bovenbedoelde voorschotten, de ge
meente een aanbieding te doen tot het sluiten
van een geldleening.
Door tusschenkomst van de N.V. Rotter-
damsche bankvereeniging hebben wjj van het
Algemeen Mijnwerkersfonds van de Steenko-
lenmijnen in Limburg een aanbieding ontvan
gen van een totaal bedrag van 241.986,82
tegen een annuiteit berekend naar een rente-
vergoeding van 4%
Van de N.V. Maatschappjj voor gemeente-
crediet te Amsterdam is een aanbieding inge
komen voor f 38.752,58 en 195.863,70, beide
bedragen eveneens met een annu'iteit berekend
tegen een rentevergoeding van 4%
Bij acceptatie van deze aanbiedingen kun
nen alle voorschotten tegen een rentevergoe
ding van 5 en 6 worden afgelost.
De totale rentebesparing door deze conver
sie bedraagt 2207,02; de verdeeling van dit
bedrag zal plaats hebben in overeenstemming
met de regeering.
De gemiddelde credietprijs voor in 1931 bjj
onderhandsche schuldbekentenis door ge
meenten gesloten leeningen kan op 4,46
worden gesteld. Hieronder komen meerdere
bedragen voor opgenomen door groote ge
meenten.
Wjj achten de bedongen rentevergoeding dan
ook billijk en stellen voor de bovengenoemde
aanbiedingen te aanvaarden.
In verband met dit schrijven wordt voor
gesteld de volgende besluiten te nemen:
A. De gemeenteraad van Ter Neuzen,
overwegende dat de gemeente van het Rjjk
de navolgende voorschotten heeft loopen, ver
leend in het belang van de volkshuisvesting:
restant bedrag rentetype looptjjd
7717,47 6 1996
,,10664,44 6 1997
,,20271,08 5 1996
99,59 6 2000
38752,58