staat en men dan uitsluitend is aangewezen op het beschikbare brandbluschmateriaal. Al gemeen kwam men dan ook tot de slotsom naar aanleiding van de ervaring opgedaan bij de gehouden oefeningen, dat bet beschikbare brandbluschimateriaal van de gemeente abso luut onvoldoende is om met eenig succes, een eenigszins groote brand in het centrum van de plaats te kunnen bestrijden. Met algemeene stemmen werd dan ook besloten bij burge meester en wethouders er ten sterkste op aan te dringen om aanschaffing van een auto motorspuit met minstens de dubbele capaci- teit van de bestaande motorspuit, dus een automotorspuit met een vermogen van min stens 1600 liter. Met een dergeljjke motorspuit kan in het cent rum met 4 stralen water gegeven worden, ejjnde het minimum aantal stralen waarbij met eenige zekerheid een groote brand be- streden kan worden en tevens de belendende gebouwen kimnen worden behouden. Behalve dat met de aanschaffing van een grootere motorspuit een veel grootere veilig- taeid tegen brandgevaar wordt verkregen wordt tevens ook bereikt, dat ook Sluiskil af- doende kan worden geholpen, aangezien de be staande motorspuit dan naar Sluiskil kan worden verplaatst. Dat geeft tevens het groote voordeel, dat als het moet direct over 2 automotorspuiten kan worden beschikt, ter wrjl dit nu niet het geval is. Mocht nu de hulp van de motorspuit in Sluiskil noodig «jjn, dan duurt dit minstens een uur voordat deze spuit ter plaatse van de brand in de kom is gearriveerd en behoeft dit geen ver- der betoog, dat in het algemeen dit veel te iaat is. Waar in deze gemeente vlak bij de Kom zeer groote hoeveelheden zeer brandbare goederen zjjn opgeslagen, hout, kunstmest, steenkolen e.d., waardoor dus het brandgevaar zeer wordt vergroot, is het brandweerbestuur van mee- ning dat met de bestaande brandweerblusch- middelen de kom en een groot gedeelte der buitenwjjken van Ter Neuzen zoo goed als on- beschermd zijn voor brandgevaar. Een voort- bestaan van dezen toestand is in hooge mate onverantwoordelijk. Een uitslaande brand in de Noordstraat kan niet bestreden worden en gezien de geringe breedte dier straat beteekende dit een ramp. Voordat er door de omliggende gemeenten hulp kan worden geboden, waarbij het de vraag is of het slangenmateriaal voldoende eal zijn om bij den brand te komen, zal een groot gedeelte van het centrum, gezien de zeer ineengedrongen bouwwijze, geheel in brand staan, hetgeen beteekend, dat zoo goed als bijna alle groote winkels en magazijnen in asch worden gelegd. Wat dit voor de plaats beteekent, behoeft hier niet nader te worden uiteengezet. Ondergeteekende en met hem het geheele brandweerbestuur, kan dan ook niet anders dan met de meeste klem UEdelachtbare Hee- ren op de groote ernst van de bestaande toe- eland wijzen. Zoolang deze toestand voort- duurt kan ik geen enkele verantwoording op mi) nemen aangezien m.i. zooals boven reeds is gezegd de brandweer hier ter plaatse abso- luut onvoldoende is en niet in staat is de haar opgelegde taak naar behooren te verrichten. Ik reken het dan ook tot mijn plicht er bij UEdelachtbare Heeren met de meeste klem op aan te dringen zoo spoedig mogeljjk over te gaan tot de aanschaffing van een auto- motorbrandspuit met een vermogen van min stens 1600 Liter." Uit bovenstaande blijkt toch wel zeer duide- ljjk, dat het in hooge mate onverantwoorde lijk zou zijn als niet tot aanschaffing van een brandspuit van behoorljjke capaciteit werd overgegaan. Evenmin als het brandweer bestuur kan ook ons college verdere verant woordelijkheid op zich nemen voor rampen, die uit deze onvoldoende toestand zouden kunnen ontstaan. In verband met het bovenstaande stellen wjj U nogmaals voor: punt 78 te ramen op 0600 en dit bedrag af te nemen van de post onvoorziene uitgaven. De heer SCHEELE merkt op, dat er met be- trekking tot de kwestie der motorbrandspuit voorbereidend werk is verricht; toen deze zaak in de raadszitting bij de vaststelling der ge- meentebegrooting werd behandeld en verwor- pen, is dit geschied op grond van gevestigde weloverwogen meeningen. Men heeft zich ech- ter blijkbaar bij die verwerping niet neerge- legd en nu komt van een hooger college den wenk om tot de aanschaffing eener nieuwe auto-motorbrandspuit over te gaan. Hij kan wel verklaren, dat zijn overtuiging inmiddels niet veranderd is, ook niet na kennisneming van het advies van burgemeester en wethou ders. Naar zijn meening gaat het college ech- ter wel wat te ver, met te kennen te geven dat het, indien de raad het voorstel niet aan- neemt, alle verantwoordeliikheid van zich af- schut. Er is bij de vorige behandeling dezer zaak op gewezen dat onze tegenwoordige auto- motorbrandspuit, al moge die dan niet z66 zwaar zijn als die in verschillende gemeenten van ons land, toch in zeer goeden staat ver- keerde. Spreker kan niet aannemen dat de spuit inmiddels versleten of ongeleefd is. Ware dit z66, dan was het iets anders. Thans eiet hjj de noodzakelijkheid der aanschaffing van een nieuwe spuit nog niet in en kan hij er niet directelijk zijn stem aan geven. Hij zal zeker nadere inlichtingen moeten krjjgen eer hy er zijn stem aan geeft. De heer VAN DRIEL verklaart ook met verwondering dit stuk van burgemeester en wethouders te hebben ontvangen. Hij is het eens met den heer Scheele, dat dit stuk ge- tuigt van over-ibeschaving, n.l. waar burge meester en wethouders met een schaaf de verantwoordelijkheid van zich willen af- sehuiven. Hij wil echter het Japansche schaafje gebruiken waarmede men zooals bekend 23 in elkaar passende eieren kan ver- vaardigen, die schaafjes schuiven terug, en boo wil hij die verantwoordelijkheid weer terugschuiven naar burgemeester en wet houders. Als burgemeester en wethouders nu kunnen eeggen, dat, als de raad de aanvraag inwil- Ugt, we dan beveiligd zijn tegen gefoeurte- nlssen als te Middelburg en Leiden, dan zou het gewenscht zijn, dat de raad het maar spoedig toestaat. Hij1 herinnert, dat al sinds eenige jaren de post voor onvoorziene uit gaven op 6000 werd uitgetrokken. Zijn we dan nu z66 gegroeid, dat burgemeester en wethouders daaruit een uitgaaf kunnen vin- den van 9600 Of hebben ze een bijzonderen spaarpot? Er wordt in de toelichting gezegd, dat met de spuit niet op de rioleering kan worden gewerkt. Is voldoende onderzocht Of het niet meer mogelijk is die rioleering aan te wenden voor watervoorziening voor de brandspuit? Omtrent een en ander zou de fractie van spreker gaarne worden ingelicht. Is de spuit echter werkeljjk noodig en kunnen burgemeester en wethouders de verzekering geven, dat de gemeentenaren na het aan- echaffen der spuit voortaan gerust kimnen rflapen, dat een grootere spuit daarvoor wer kelijk noodig is, dan zijn zij bereid terug te krabbelen en v66r het voorstel te stemmen. Hfl vraagt, of het voorstel tot aanschaffing dezer nieuwe spuit soms ook verband houdt met den fabrieksbouw te Sluiskil en of het bluschmaterieel daAr wel in orde Is. Moet Ter Neuzen soms een spuit aanschaffen om vei- iigheid te venzekeren, ook op Axelsch grond- gebied? Beschikt men op de cokesfabriek over voldoende blusohmateriaal of moet het pagticulier bedrijf hier drjjven op de zorg van de gemeente? Hij wiij'st op het bericht in de courant, dat men te Selzaete van ge- meentewege geen brandspuit er op na houdt. Daar hebben echter de fabrieken wel spuiten. Doet zich ook hier niet voor? Is dat alles goed onderzocht en dan daarbij met zekerheid komen vast te staan, dat we deze nieuwe spuit werkelijk noodig hebben? Zou het ook waar zijn, dat gedeputeerde staten ter zake zdd'n druk op den gemeente- raad willen uitoefenen, dat zij, als de raad niet aan hun verlangen voldeed, tot andere maatregelen zouden overgaan? Of, is het een legende, dat dharom nog geen goedkeu- ring aan de begrooting is verleend? Is dat allemaal een kletspraatje? Als men kan aantioonen, dat de spuit werkelijk noodig is, dan heeft spreker geen bezwaar om er v66r te stemmen. De heer VAN AKEN deelt mede, momen- teel nog niet bereid te zijn vodr het voorstel te stemmen. Het is hem niet duideljjk, waarom het oude spuiriool niet voor aanvoer van water zou kunnen worden gebruikt. Hij ziet dikwijls dat wanneer er met het riool ge- spuid wordt, dat de menschen uit de omgeving van een zinkput daaruit helder, schoon water scheppen. Waarom zou het dan niet moge lijk zijn, dat water ook te gebruiken voor de spuit? Is wel alles wat in het rapport is neergeschreven behoorlijk onderzocht en be- proefd? Hij kan niet aannemen, dat het ge- bruik van water uit de spuiriolen zoo'n be- ziwaar oplevert. De heer OOLSEN herinnert, dat bjj de be handeling der begrooting met groote meer- derheid is besloten nog niet tot aanschaffing van een nieuwe spuit over te gaan. Waarom moet daarop nu tusschentjjds worden terug- gekomen? Hij veronderstelt dat, indien men in de gemeente 2 auto-brandspuiten had, de heeren met dit voorstel niet zouden zijn aan- gekomen. Is het niet mogelijk om de motor brandspuit van Sluiskil op een auto-chassis te plaatsen. Dat is altijd een goede spuit ge weest. Bij de excercities heeft deze steeds goed voldaan en men kan er van af het kanaal mede komen tot voorbij de Roomsch-Katho- lieke kerk. Is er geen aanleiding dat eens te onderzoeken? Er wordt van gesproken, die spuit te stationneeren te Driewegen. Hij vindt dat daarvoor geen goede plaats. Men kan dan, als er later weer eens een spuit aange- schaft wordt er wel over gaan denken er ook een te plaatsen bij de 7 huisjes. Als men z66 gaat handelen met de spuit te Sluiskil dan wordt een goede spuit gestopt in een hoek waar ze niet noodig is. Hij stemt toe, dat het, als de spuit door een paard getrokken wordt te lang duurt eer men er de kom mede berei- ken kan, maar als die ook op een autochassis stond, dan was het bezwaar ondervangen. Hij kan zijn stem aan de nieuwe spuit niet geven. De heer DE BAKKER veronderstelt, dat gedeputeerde staten over deze nieuwe spuit schrijven in verband met den brand te Mid delburg. Maar als we nu zoo'n hoog bedrag moeten beschikibaar stellen voor beveiliging tegen gevaar voor brand, is het dan niet mogelijk zoo'n groote spuit aan te schaffen met medewerking van de aangrenzende ge meenten De heer VERLINDE: Voor Ter Neuzen? De heer DE BAKKER ziet hierin een poging van gedeputeerde staten om van Ter Neuzen gedaan te krijgen, dat het zijn brand weer goed inricht, om desnoods ook elders te kunnen optreden. Om water te gebruiken uit het spuiriool acht hij niet mogelijk. Als de riolen doorgespuid worden, komt niet alles dat zich in de riolen bevindt los, maar dit zou wel het geval zijn als men er met een sterke motorspuit in zou gaan werken. Als men met het riool vuil, vermengd met den inhoud der W. C.'s gaat spuiten, is dat nog erger dan de brand zelf. Hij zou dat eerst wel eens willen zien, eer hij zou adviseeren om daartoe over te gaan. Misschien komt er in dat opzicht wel eenige verbetering, door de in de Roeiers- gang te leggen groote buizen, daar men dan beter kan doorspoelen. Evenwel, het leggen van slangen van af het kanaal kost z.i. veel te veel tijd en het zou aanbeveling verdienen in het centrum der kom een put te maken met een toevoerleiding van zuiver water uit het kanaal. Men is voor wat de brandweer betreft nog in het geheel niet in regel. De eerste die van een brand op de hoogte behoort te zijn is toch wel de inspecteur van politie en die heeft nog niet eens een telefoon. Hij meent, dat er veel te zeggen is voor het aanschaffen eener nieuwe spuit. De heer VERLINDE herinnert, dat hij bij de vorige behandeling van dit onderwerp niet in de vergadering tegenwoordig was. Hij was er destijds sterk voor, om een nieuwe spuit aan te schaffen. Later is hij wel eenigszins tot andere gedachten gekomen en heeft hij zich afgevraagd of het niet beter zou zijn van af het kanaal een leiding te maken naar verschillende plaatsen in de stad. Naar hij vernomen heeft, zou dat echter veel meer kosten dan thans het aankoopen eener nieuwe spuit kost. Op grond daarvan zal hij zich vereenigen met het voorstel van burgemeester en wethouders, doch zou dan gaarne de ver zekering hebben, dat die spuit van 1800 liter per minuut ook werkelijk van afdoende capa citeit zal zijn, anders zou hij liever nog iets meer besteden, om beslist op afdoende wijze te kunnen optreden. De vorige maal is ook te kennen gegeven, dat de auto-motorbrand spuit voldoende capaciteit had, maar als we toen alles vooraf geweten hadden, zouden we toch een krachtiger spuit hebben aangekocht. Indien men er aan zou twijfelen, dan zou hij den raad geven een spuit van nog grootere capaciteit aan te koopen. Men moet dan op geen paar duizend gulden zien. Een andere vraag is nog voor hem, of de spuit, die hier niet voldoende meer is, dat wel zal zijn voor Sluiskil. Misschien zal daar dan ook nog wel iets anders moeten gedaan worden. De VOORZITTER merkt op, dat bij het ontvangen van het schrijven van gedeputeerde staten burgemeester en wethouders moeilijk van standpunt konden veranderen. Mogelijk is, dat ook wel bij de andere heeren het ge val, maar burgemeester en wethouders hebben toch gemeend, in verband met de hierbij be- trokken belangen, dit onderwerp nogmaals aanhangig te moeten maken. Om de noodzakelijkheid der aanschaffing nader aan te toonen, wil spreker enkele cijfers noemen. Van af het kanaal gerekend is de afstand naar de Ned. Herv .kerk 280 M., de R. K. kerk staat op 400 M. afstand van het water, de hofstede van den heer Dekker op 200, het ziekenhuis 450 M., de Moffenschans 530 M. Indien er met 300 tot 400 M. slangen gewerkt wordt, kan men met de tegenwoor dige spuit, die 600 tot 700 liters water per minuut geeft wel bij den brand komen en water op het brandende perceel werpen, maar is het niet mogelijk tevens waterstralen te richten voor bescherming van belendende perceelen. Indien een zoo groote lengte slan genmateriaal moet gebruikt worden, wordt de kracht der waterstraal die gespoten wordt minder. He brengen van water middeis jjzereh buizen uit het kanaal naar een duiker, bjv, aan de drukkerij van de firma Van de Sande, spreker zal niet zeggen dat dit in de toekomst i toch niet gebeuren zal, zou nogal wat kosten I vorderen en vooralsnog zouden burgemeester en wethouders het met een krachtiger spuit willen doen. Dit is ook noodig om, indien b.v. in de Noordstraat, waar verschillende hooge huizen staan, een eventueelen brand i afdoende te kunnen bestrijden. Indien men alles vooruit kan gereed maken is er met het tegenwoordig materiaal ook al heel wat te bereiken, maar een brand waarschuwt niet en komt op 't onverwachts. Er is gevraagd hobben we nu in eens een spuit van 1400 tot 1800 liter noodig, terwijl vroeger 600 voldoende werd geacht. Spreker wil er op wijzen, dat, toen 6 jaren geleden de De heer VAN DRIEL deelt mede, dat zijn fractie dat denkbeeld ook heeft overwogen, doch tot de conclusie is gekomen, dat het met de waterleiding nog wel zoolang kan duren dat ook deze nieuwe spuit oud en versleten kan zijn eer die er is, want er blijkt dat er nog veel menschen behebt zijn met water- vrees. En wanneer zij dan de beschrijving der toestanden hebben gezien, zooals die in het rapport van den opperbrandmeester zijn weergegeven De heer BEDET: Die zijn toch altijd zoo geweest? De heer VAN DRIEL vervolgt, dat zij het j dan vroeger verkeerd hebben bezien. Die 400 M. slang zijn niet voldoende en spuiten met i het water uit het spuiriool, dat ook veront- reinigd is met faecalien acht hij ook niet meer mogelijk. De vraag is nu hoe komen we aan vorige autobrandspuit werd aangekocht we de water bij een eventueelen brand op eenigen Piet waren van geheel Zealand, het is een- - afstand van het kanaal. Het eenige antwoord zelfde spuit als die van Bergen op Zoom die daarop is: door het aanschaffen eener nieuwe te Middelburg zooveel heeft bijgedragen tot spuit. Spreker wil het voorstel thans aan- het blusschen van den brand. De omstandig- vaarden, omdat hij overtuigd is, dat men er heden zijn inmiddels veranderd en de afstan- anders na korten tij'd toch weer mee voor den den die moeten bereikt worden grooter. Wanneer we er op letten, dat hier belang- rijke opslagplaatsen van kunstmeststoffen zijn, klemt des te meer de eisch, de beschik- king te hebben over krachtig bluschmateriaal. Men herinnert zich maar eens de enorme ge- volgen die de brand in de bergplaatsen van kunstmest te Wormerveer hadden. Zulke branden moeten krachtig kunnen worden aangepakt. De kwestie van het bluschmateriaal kan dag komt en de raad aan de aanschaffing van die spuit niet zal ontkomen. Hij vraagt zich af, waarom we er dan nog longer mee zullen wachten. Een volgend jaar is de spuit geen cent goedkooper en waarom zal men, als men overtuigd is, dat de spuit noodig is nog een maand of 9 met den aankoop wach ten? Dat zou dan juist niet verantwoord zijn. De raad moet dan maar door den zuren appel heen bijten. Gelukkig is hij op het punt der beteekenis van het schrijven van gedeputeer- niet worden opgelost door het denkbeeld van 5 de staten gerust gesteld, nu dit niets meer is den heer Colsen om de motorspuit van Sluis- dan een mededeeling dat zij die spuit nuttig kil op een autochassis te plaatsen, aangezien j en noodig oordeelen. De heer SCHEELE merkt op, dat, nu uit de j verschillende stemmen blijkt, dat, indien de i raad thans niet op het voorstel zou ingaan, het toch maar een uitstel van executie be die spuit sleohts een capiciteit van 350 liters heeft. Dit betreffende de zakelijke kwestie. Zich tot den heer Van Driel wendende merkt spreker op, dat men niet moet spreken van teekent, er volgens hem ook ook geen reden een bijzonderen drang van gedeputeerde sta ten. Dit college heeft in het algemeen het toezicht op den goeden gang van zaken in de gemeenten, in geheel Zeeland. Er is nu een brandweerbond opgericht voor geheel Zeeland. De Commissaris der Koningin interesseert zich bijzonder voor hetgeen in dit opzicht door de gemeenten wordt gedaan. Gedepu teerde Staten doen thans niets anders dan eens nader informeeren, of de gemeenteraad zich werkelijk bij de tegenwoordige inrichting van het brandweermateriaal wel verantwoord gevoelt tegenover de gemeenschap. Er is hier geen sprake van het mes op de keel zetten, het schrijven moet beschouwd worden als een waarschuwing. Spreker komt er tegenop, dat burgemeester en wethouders de verantwoording op een ander zouden willen schuiven en kan ook evenmin toezeggen dat men bij aanneming van het voorstel in alle opzichten gedekt zou zijn, Men moet de voorzorgen nemen die mensche- lijker wijs te nemen zijn, men kan het niet met een schaartje knippen. Wat de vragen omtrent de fabrieken te Sluiskil betreft kan spreker iets mede deelen, al zal zijn collega te Axel dit misschien eenigs zins kwalpk nemen. De heer Gaumon, direc- teur der l'Azote, heeft zich indertijd bij spre ker vervoegd, om naar het beschikbaar bluschmateriaal te informeeren. Hij deelde toen mede, dat hij op zijn fabrieksterrein over voldoende water en persing beschikte om een eventueelen brand te kunnen beheerschen. Hij stelde zich echter op de hoogte van het hier beschikbaar slangenmateriaal om dat bij noodzaak ook op zijn waterleidingprjpen te kunnen aansluiten. Hij verklaarde voorts, dat het anders gesteld was met de woningen in het tuindorp, daar ligt geen water en ook geen persings-inrichting. Spreker heeft hem daarop te kennen gegeven, dat hij maar eens moest afwachten en wel zou getracht worden daarin te voorzien. Toen is de collega van spreker uit Axel ge komen en heeft daarover zijn ontevredenheid uitgesproken, zeggende dat het daar zijn grond was, waarop spreker hem te kennen gaf, dat hij dan ook maar moest doen wat er gedaan moet worden. Hij vertrouwt dan ook, dat het gemeentebestuur van Axel deswege maatregelen getroffen heeft, terwijl het over- rigens van zelf spreekt dat bjj eventueele noodzaak, uit hoofde van een bestaande riva- liteit niet zou worden nagelaten hulp te ver- leenen. W-at de cokesfabriek betreft, kan spreker niets meedeslen. Hij herinnert dat de spuit daar eens gewerkt heeft bij den brand in den teerput. Hij weet niet of de fabriek bepaalde voorzieningen in dit opzicht bezit, maar mag aannemen van wel. Dit voorstel wordt ech ter gedaan onafhankelijk van de vraag of ook de fabrieken de hulp van de gemeentebrand- weer behoeven. Indien de auto-<brandspuit naar Sluiskil wordt verplaatst kan men daar het uiterste eind van de Pierssenspolderstraat mee berei ken. Wat de dekking der kosten betreft wijst spreker er op, dat, toen deze post bjj de be grooting werd afgestemd, dat bedrag is ge- bracht op onvoorziene uitgaven, welk bedrag toen tot f 22.000 is verhoogd, zoodat de hier- voor noodige 9600 daaruit kunnen worden gevonden. De aanschaffing is in dat opzicht geen bezwaar, het geld is er. Door den heer Van Aken is nog ter sprake gebracht het aansluiten der pompen op de rio leering. Spreker wil in dit verband eens her- inneren aan den brand in de Noordstraat bjj De Zeeuw. Toen maakten de menschen wel degeljjk bezwaar, dat er met rioolwater ge spoten werd, uit v-rees voor schade. En dezer dagen is de gemeente Leiderdorp door een ingezetene tot schadevergoeding aangespro- ken, omdat men bij een brand met modder had gespoten. Er is daaromtrent nog wel geen uitspraak, maar men ziet er toch uit welke moeilijkheden men kan beloopen. Wanneer het riool wordt doorgespuid komt er na korten tijd wel helder water doorstroomen, maar men kan er van verzekerd zijn, dat, indien men op een gegeven oogenblik de spuit op de riolee ring zet en vooral indien het dan een nog krachtiger pomp was, deze spoedig veel vuil zou opwoelen, dat thans nog vast bljjft zitten. Burgemeester en wethouders vragen niets dat overzet is, zij vragen een spuit die vol- doet aan de behoefte om hier in de kom der gemeente met vrucht tegen brand te kunnen optreden. -De heer BEDET heeft nog niets gezegd, maar wil te kennen geven, dat het hem toch eigenaardig voorkomt, dat men weer opnieuw begint over deze spuit. Als de raad eens kon besluiten de besprekingen thans te schorsen en deze kwestie weer opnieuw aan de orde te stellen bjj de volgende begrooting. De loopende begrooting is nu eenmaal vastgesteld, laat ons nu wachten tot de nieuwe, want het gaat toch maar bezwaarlijk om te zeggen, dat we mis geweest zjjn. De toestanden zooals die thans bestaan, hebben zich al jaren lang voorgedaan. Er is ook in uitzicht gesteld, dat de waterleiding in geval van brand groote diensten zou kunnen bewjjzen. Bij de vast stelling der volgende begrooting hebben we weer een nieuwen raad en op grond van dat alles zou spreker deze zaak daarheen willen verwjjzen. De heer DE BRUIJNE kan dat voorstel steunen. j is om er dan nog een half jaar mede te wachten. Geldeljjk blijft het dan toch hetzelf- de en wil hij die 6 of 9 maanden langer wach ten ook wel cadeau doen. Hij wil nog even iets opmerken omtrent het van zich af schuiven der verantwoordelijk heid door burgemeester en wethouders en zegt, dat dit een uitdrukking is die niets be teekent. Het college van burgemeester en wethouders draagt nu eenmaal de verant woordelijkheid zoolang het daar zit, en kan die niet van zich afwerpen. De personen die er van deelmaken zouden kunnen zeggen over een of ander de verantwoording niet te kun nen dragen, maar zouden dan evenals een minister de portefeuillekwestie moeten stellen en heengaan als hun voorstel niet werd aangenomen. Dat doen de wethouders echter niet, die blijven toch zitten. Ze behouden dan ook hun verantwoordelijkheid. Spreker verklaart ten slotte onder deze verhoudingen te zullen voor stemmen. De heer DE BAKKER acht het een te zwa- ren post voor Ter Neuzen alleen, iets anders was het, als men de spuit voor eenige ge meenten in Zeeuwsch-Vlaanderen aankocht. Het zal niet lang duren of we krjjgen er nog een chauffeur brj ook. De VOORZITTER zou aanstellen van zoo'n functionaris moeten ontraden. Het voorstel wordt aangenomen met 7 tegen 4 stemmen. Voor stemmen de heeren De Jager, Geel- hoedt, Scheele, Verlinde, Van Driel, Van den Bulck en Van Aken; tegen stemmen de heeren Bedet, De Bruijne, De Bakker en Colsen. De heer Dekker is bij deze stemming niet tegen woordig. 13. VVijziging begrooting Woningbedrjjf dienst 1931. Burgemeester en wethouders stellen voor, de begrooting voor het gemeenteljjk Woning bedrjjf, dienst 1930, te wijtzigen als volgt: Afdeeling I. Baten. No. 3a. Verhaal van bijdragen voor eigen- en weduwen- en weezenpensioen ingevolge artikel 36 der pensioenwet 1922 (Staatsiblad no. 240) f 23,10; no. 4. uitkeering aan de ge meente wegens andere grondslagen (art. 38 Woningwet) f 79,20; no. 19a. verhaal van bij dragen voor eigen- en weduwen- en weezen pensioen ingevolge artikel 36 der pensioen wet 1922 (Staatsiblad no. 240) f 8,40; no. 20. uitkeering van de gemeente wegens andere grondslagen (art. 38 Woningwet) f 28,80; totale vermeerdering 139,50. Afdeeling I. Lasten. No. 15a. uitkeering aan de gemeente wegens bijdragen voor eigen- en weduwen- en weezenpensioen ingevolge artikel 36 der pensioenwet 1922 (Staatsblad no. 240) 102,30; no. 31a. wegens idem 37,20; totale vermeerdering 139,50. Toelichting: De Administrateur van het woningbedrjjf, wiens salaris 225 bedraagt en die op 13 Februari 1928 als zoodanig in dienst is ge- treden, is tot voor eenige we-ken niet aan den pensioenraad opgegeven. Pensioensbijdragen zijn dan ook noch be- taald, noch ingehouden. Ten laste der,22 woningen komt een bedrag van 22 X f 7,50 is f 165 van de jaarwedde. Dit is over 4 jaar (1928 t./m 1931) 4 X 165 is /660. Verschuldigd is daarvoor 15% is 15,5 X 6,60 is 102,30 (zie volgno. 15a), terwijl verhaald moet worden 3% is 3,5 X /6,60 is 23,10 (zie volgno. 3a) Met het verschil is volgno. 4 verhoogd. Ten laste der 8 woningen komt een bedrag van 8 X 7,50 is 60. Dit is over 4 jaar (1928 t/m 1931) 4 X 60 is 240. Verschul digd is daarvoor 15% is 15,5 X f 2,40 is 37,20 (zie volgno. 31a), terwijl verhaald moet worden 3% is 3,5 X f 2,40 is f 8,40 (zie volgno. 19a). Met het verschil is volgno. 20 verhoogd. De heer DE BAKKER komt er op tegen, dat voor dit gemeenteljjk woningbedrjjf nog 7,50 per woning voor administratiekosten wordt uitgegeven. De VOORZITTER merkt op, dat dit aldus door den Minister is vastgesteld. De heer DE BAKKER: Dat wil zeggen, dat de Minister daaraan goedkeuring heeft verleend, maar niet dat wij het salaris aldus moesten vaststellen. Hij acht het een be zwaar dat voor dergeljjk werk van de ge meente extra moet betaald worden. De VOORZITTER kan dat niet helpen. Het voorstel wordt aangenomen met alge meene stemmen. 14. Tegemoetkoming Ingevolge art. 13 der Lager Onderwijswet. Ingekomen is een verzoek van P. F. de Njjs, om een tegemoetkoming in de kosten van het beizoek der R.K. lagere school te Ter Neuzen. Naar hij meedeelt zijn de tramkosten in 1930 30,40 per kind geweest. Burgemeester en wethouders stellen naar aanleiding hiervan voor het volgende besluit te nemen: De gemeenteraad van Ter Neuzen, Gezien een op 14 Maart j.l. ingekomen ver zoek van Petrus Franeiscus de Njjs, wonende te Ter Neuzen, Wjjk O, no. 182, om steun uit de gemeentekas ter tegemoetkoming in de kosten, verbonden aan het bezoeken van de R.K. Lagere School in de Kom door zjjme kinderen, gedurende 1931, overwegende, dat adressant drie leerplich- tige kinderen heeft, waarvan twee sinds 1 Januari, en 6dn sinds 15 Maart jl. voomoemde school bezoeken, dat het perceel Wijk O, no. 182, meer dan 4 K.M. verwijiderd is van de R.K. lagere school in de kom; dat ingevolge artikel 13 der Lager Onder wijswet 1920 op grond van het bovenstaande, de gevraagde tegemoetkoming moet worden toegekend; dat de totale tramkosten over 1931 zullen bedragen 84,87 dat bij Kon. Besluit van 4 Augustus 1922 is beslist, dat bjj de steunverleening inge volge genoemd artikel, de financieele draag- kracht van invloed kan zijn bij de bepaling van de hoe grootheid van den steun; dat de financieele draagkracht van verzoe- ker in aanmerking genomen, eene tegemoet koming van i/3 der totale kosten voldoende moet worden geacht; gehoord een voorstel van burgemeester en wethouders, besl-uit Aan Petrus Franeiscus de Nijs voornoemd een steun toe te kennen uit de gemeentekas van acht en twintig gulden negen en twintig cent 28,29), ter tegemoetkoming in de kos ten, verbonden aan het bezoeken der R.K. lagere school in de kom, door zijne leerplich- tige kinderen in 1931. De heer OOLSEN heeft met verwondering bemerkt, dat burgemeester en wethouders rekening houden met den financieelen toe stand van den verzoeker. Hjj meent, dat er alle aanleiding is om het voile bedrag van het tramgeld te vengoeden. Er wordt wel eens gezegd, dat men dan maar niet zoover buiten de kom moet gaan wonen, maar men moet in aanmerking nemen, dat er overal volk noodig is. De ibuitenmenschen zijn toch al van veel verstoken. Spreker weet wel, dat verschil lende gemeenten het desbetreffend wets- artikel aldus uitleggen, dat ze met de gegoed- heid der verzoekers rekening houden, maar hij acht dat toch niet billjjk. De menschen worden verplicht hun kinderen naar school te zenden en daarom moet men hen in verband met de kosten tegemoetkomen. Het zenden van kinderen naar een school kost toch veel geld. Hjj weet dit bij ervaring, men is er nog niet met dat tramgeld alleen. Hij acht dat ook geen bezwaar, omdat Ter Neuzen in de gelukkige omstandigheid verkeert, dat door de ligging der gemeente ten opzichte van ver schillende scholen het aantal gezinnen dat verder dan 4 K.M. van een school verwjjderd woont niet groot is. Behalve Zaamslag, waar maar een derde wordt tegemoetgekomen, zijn er andere gemeenten, b.v. Hoek en Honte- nisse, waar de voile kosten worden vergoed, en daar wonen toch ook niet allemaal arme menschen. Hij zou het voile tramgeld willen vergoeden. De heer DE BAKKER steunt het denk beeld van den heer Colsen. De VOORZITTER erkent, dat volgens het voorschrift der wet de voile vergoeding kan gegeven worden. Sleehts heel weinig ge meenten doen dat echter, burgemeester en wethouders hebben gemeend met hun voorstel adressant billjjk te behandelen, denkt de raad er anders over, dan moet die er maar wat bijdioen. De heer SGHEELE merkt op, dat verzoe ker wel kapitaal bezit, maar dat het niette- min zeer wel mogeljjk is, dat die man in deze tjjden bjj de exploitatie van zjjn bedrjjf ook met een tekort te kampen heeft. Er is door het wetsartikel op de gemeenten de plicht gelegd om de ouders van kinderen die meer dan 4 K.M. van de school verwjjderd wonen in de te maken kosten een tegemoetkoming te verleenen. Nu moet men niet trachten er met zoo weinig mogelijk af te komen. Die kinderen moeten een verre reis maken. Het bedrag door burgemeester en wethouders voorgesteld is wel wat krap. De heer OOLSEN: Naar recht en billijk- heid zou de gemeente de tramkosten moeten betalen. De heer SCHEELE steunt dat denkbeeld. Het voorstel van burgemeester en wethou ders wordt aangenomen met 7 tegen 4 stem- men. Voor stemmen de heeren Bedet, De Jager, Geelhoedt, Verlinde, De Brujjne, Van Driel en Van den Bulck; tegen stemmen de heeren Scheele, De Bakker, Colsen en Van Aken. 15. Conversie van verschillende rijksvoor- schotten verleend in het belang der Volkshuisvesting. Burgemeester en wethouders schrijven aan den gemeenteraad het volgende: Onder de door het Rijk verstrekte voor- schotten in het belang der volkshuisvesting bevinden zich meerdere bedragen waarvan de annu'iteit is berekend tegen een rentetype van 5 en 6 In verband met de verlaging van de cre- dietprijs hebben wij bij de regeering pogingen aangewend tot verlaging van deze annuitei- ten. Deze is evenwel niet genegen de annui- teiten met het thans geldend rentetype in overeenstemming te brengen. In het belang van de gemeentefinancien hebben wjj verschil lende groote instellingen gevraagd, tot con versie van bovenbedoelde voorschotten, de ge meente een aanbieding te doen tot het sluiten van een geldleening. Door tusschenkomst van de N.V. Rotter- damsche bankvereeniging hebben wjj van het Algemeen Mijnwerkersfonds van de Steenko- lenmijnen in Limburg een aanbieding ontvan gen van een totaal bedrag van 241.986,82 tegen een annuiteit berekend naar een rente- vergoeding van 4% Van de N.V. Maatschappjj voor gemeente- crediet te Amsterdam is een aanbieding inge komen voor f 38.752,58 en 195.863,70, beide bedragen eveneens met een annu'iteit berekend tegen een rentevergoeding van 4% Bij acceptatie van deze aanbiedingen kun nen alle voorschotten tegen een rentevergoe ding van 5 en 6 worden afgelost. De totale rentebesparing door deze conver sie bedraagt 2207,02; de verdeeling van dit bedrag zal plaats hebben in overeenstemming met de regeering. De gemiddelde credietprijs voor in 1931 bjj onderhandsche schuldbekentenis door ge meenten gesloten leeningen kan op 4,46 worden gesteld. Hieronder komen meerdere bedragen voor opgenomen door groote ge meenten. Wjj achten de bedongen rentevergoeding dan ook billijk en stellen voor de bovengenoemde aanbiedingen te aanvaarden. In verband met dit schrijven wordt voor gesteld de volgende besluiten te nemen: A. De gemeenteraad van Ter Neuzen, overwegende dat de gemeente van het Rjjk de navolgende voorschotten heeft loopen, ver leend in het belang van de volkshuisvesting: restant bedrag rentetype looptjjd 7717,47 6 1996 ,,10664,44 6 1997 ,,20271,08 5 1996 99,59 6 2000 38752,58

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 7