ALGEMEEN NIEUWS- F.N APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
IN UW PUP:
ROO
Eerste Blad.
De Purperen Schaduw
Oude Christen-vervolgingen.
No. 8661
VRIJDAG 27 MAART 1931
71 e Jaargang.
P KIT III.* TOW.
BIITSENLAND.
KOUSEM
VELDSTRAAT 55 - GENT
Kosteloos en onzichtbaar herstel.
3ataaMMMaeaBB&MfcaaB*e3MM'i m ii'iiin 11 mm
ABONNEMENTSPUIJSBinnen Ter Neuzen /1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
fr. per poat 1,30 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
Voor BelglS en Amerika f 2,25, overtge lan den f 2,60 per 3 maanden fr. per post
Aboimeroenten voor bet buitenland alleen bij vooruitoetaling.
Citgrrfster: Firma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TEEEFOON No. 25.
II.
Het aantal slachtoffers.
Het is met zoo gemakkelijk om uit te
maken, hoeveel vervolgingen er geweest
zijn. Er is bij zulke dingen altijd een
streven om precies af te bakenen, en als
parallel met de tien plagen uit het oude
Egypte en in overeenstemming met de
tien hoornen van het beest uit de Open-
baring van Johannes heeft men graag van
tien vervolgingen willen spreken. Dan
moest en zou er echter bij elke vervolging
ook een keizer worden gevonden, tijdens
wiens regeering zoo'n vervolging had
plaats gehad, en dat lukte niet te best.
Over sommige keizers was er groote over
eenstemming: Nero, Domitionnar, Tra-
janus, Decius en Diocletianus worden
daar alleen genoemd, maar over de ver-
dere vijf is men lang niet eenstemmig.
Bovendien vergist men zich sterk, indien
men zich deze voorstelling zou vormen,
dat er alleen ten tijde van deze tien ver
volgingen eigenlijk sprake zou zijn ge
weest van lijden en verdrukking, terwijl
dan verder alles in pais en vree zou zijn
verloopen. Het was zeker niet te wij ten
aan de nukken, grillen of invallen van een
of ander keizer, indien er weer een ver
volging losbrandde, het was veel meer
dit, dat telkens en telkens het aldoor
smeulend vuur weer uitbrak in lichte
laaie en dan weer een hoogtepunt be-
reikte, zooals men dat ook ziet bij uit-
barstingen van een vuurspuwenden berg.
Maar er was nooit ook maar een oogen-
blik van volstrekte rust over de heele
linie!
Ook kwamen deze vervolgingen nooit
gelijktijdig voor over de geheele uitge-
gtrektheid van het groote Romeinsche rijk.
neen, dan werd weer eens deze streek
geteisterd en dan een andere, en eigen-
aardig genoeg hingen deze vervolgingen
veelal ook sainen met natuurrampen, die
hier of daar voorkwamen, en waarvoor de
oorzaak bij de Christenen werd gezocht.
Dat waren dan zulke vervolgingen, zooals
er worden bedoeld in een woord van
Tertullianus, dat men wel eens aange-
haald zal hebben gezien: ,,Als de Tiber
buiten zijn oevers treedt, als de Nijl bin
nen zijn boorden blijft, als de hemel van
koper is of de aarde beeft, als hon-
gersnood heerscht of andere geesels het
menschdom treffen, dan verheft zich on-
middellijk het geschreeuw: ,,De Christe
nen voor de leeuwen!"
Het was wel heel dwaas, maar toch
gebeurde het niet zelden, dat de Christe
nen door het volk op aanstoken van zijn
priesters voor athe'isten werden uitge-
maakt. En in zoo n geval baatte het
niets, of de Christenen al zeiden, dat het
juist het ongeloof of bijgeloof was van de
heidenen, waarom God deze rampen over
het menschdom deed komen, want het
volk rustte niet, voordat het zijn wraak-
door
EDMUND SNELL.
49)
(Vervolg.)
HOOFDSTUK XXXIII.
Binnen een half uur, nadat de contro-
leur vertrokken was uit de administratie-
woning, kwam Simonis.
April zat bij de lamp te naaien en toen
ze opkeck zag ze hem opeens bij de trap
staan. Zooals hij daar stond, slank, goed-
verzorgd, onberispelijk gekleed, was het
bijna niet aan te nemen, dat hij een reeks
van elkaar snel opvolgende misdaden had
gepleegd, misdaden, die zoo afschuwelijk
waren, dat een heele gemeenschap eenige
dagen in doodsangst had verkeerd en die
de onmiddellijke aanleiding tot een revo-
lutie waren geweest.
Toen hij zijn hoed afnam, merkte ze
het keurig verbandje om zijn pols op.
..Goeden avond, juffrouw Gould."
..Goeden avond" stamelde ze. Ik
ik wist niet, dat er iemand was. Ik had
u niet hooren aankomen."
Zijn blik zwierf langzaam door de
galerij.
,,Neen", antwoordde hij. ,,Ik wou ook
niet dat iemand me hooren zou. Ik had
Westerman willen overvallen. Is hij hier
in de buurt
Ze leunde weer achterovcr in haar stoel
en nam haar werk op.
,,Moet u hem noodzakelijk spreken
vroeg ze aldoor in duizend vreezen, dat
een gebaar, een verandering van toon,
verraden zou, dat zij wist.
ADVERTKNTieN: Van 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer 0,20,
Grootere letters en clicbS's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelaadvertentlen bt( regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst dag voor de nitgave.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRI.J DAG AVOND
zucht bevrediqpd zag, en zijn wreedheid
de noodige verlangde offers had ont-
vangen. De magistraat zag vaak het
onbillijke van dit alles wel in, maar durfde
aan de opgewonden volksmenigte, die
door het zien van het bloed steeds bloed-
dorstiger werd, haar wensoh niet weiae-
ren. En zoo werden dan de schriikice-
lijkste wreedheden begaan.
Op de vraag, hoeveel vervolgingen
er geweest zijn, kan dus geen antwoord
worden gegeven, maar evenxnin is het
gemakkelijk om te zeggen, hoe groot het
aantal bloedgetuigen geweest is. Er is
niemand, die het waagt een bepaald getal
op te geven, maar de ramincjen loopen
toch wel hier ver uiteen. Tegenover
sommigen, die spreken van een ontelbare
massa, staan anderen, die zeggen, dat het
er slechts enkelen zijn geweest. Wie za!
nu het dichtst bij de waarheid zijn? Het
is een oude vraag, die telkens aan de orde
werd gesteld, sinds Dodwell in 1684 reeds
een verhandeling schreef (in het Latijn)
met den titel: ,,over het klein aantal der
martelaren". Sommigen zeggen, dat er
niet veel martelaren kunnen zijn geweest,
om de eenvoudige reden, dat er nog niet
veel Christenen waren. Dit geldt zeker
voor de eerste eeuwen na Christus. Daar-
tegenover zeggen weer heidensche schrij-
vers als Taatus en Plinius, dat het getal
belijders van den nieuwen godsdienst lang
niet gering was, en dan zouden zij onbe-
doeld steun geven aan het overigens zeker
niet van overdrijving vrij te pleiten woord
van Tertullianus, dat het Romeinsche
rijk zoo vol was van Christenen, dat een
uittocht van deze volgelingen van Jezus
op een ware ontvolking zou neerkomen.
De kerkvader Irenaeus heeft betuigd, dat
de kerk ten alien tijde vele martelaars tot
den Vader had gezonden, en Clemens
Alexandrinus getuigde: ,,Wij zien dage-
lijks voor onze oogen veel martelaars ont-
hoofden, verbranden en ook kruisigen
Het was een halve eeuw later, dat Orige-
nes schreef, dat slechts weinigen, wier
getal gemakkelijk zou kunnen worden
opgegeven, voor de zaak des Heeren
waren gestorven. Ziedaar dus enkele
getuigenissen, die elkander lijnrecht
schijnen tegen te spreken, engetui
genissen van menschen, die toch wel alien
moeten worden geacht goed op de hoogte
te zijn geweest. Veel en weinig zijn
echter altijd betrekkelijke begrippen ge
weest, en de bedoelinq, die men met zijn
mededeelingen heeft, spreekt daarbij
natuurlijk een groot woord mee. Wil
iemand de vijandschap der wereld aan-
toonen, dan telt iedere martelaar mede;
maar wil men, zooals Origenes deed, een
bewiis er van geven, dat de kerk steeds
onder Gods hoede heeft gestaan, dan zijn
betrekkelijk velen toch altijd nog maar
weinigen. Ook mogen wij niet uit het oog
verliezen. dat Origenes zijn opgave ge
daan heeft voordat de groote vervolging
onder Decius was begonnen, maar in dien
tijd zijn toch ook te Alexandrie, waar zich
een groot aantal Christenen bevonden,
slechts tien personen om hun Christen-
zijn gedood. Tot terechtstellingen in het
groot ging de magistraa niet zoo spoedig
over. Men spaarde de jnenschen zoo veel
mogelijk, en het was pas onder Diocle
tianus, dat er groote massa's Christenen
werden gedood en kerken vol menschen
uit den weg werden geruimd.
De legende heeft niet gehuiverd om
het aantal der vervolgden sterk te ver-
grooten. Herinnerd kan b.v. worden aan
het bekende voorbeeld van de elf duizend
maagden. Het verhaal daarover luidt,
dat de Britsche prinses Ursula met elf
duizend jonkvrouwen. benevens eenige
heeren van het hof, een pelgrimstocht
ondernam naar Rome. Op haar terug-
reis, die geleid werd door de bisschoppzn
Petrus van Rome en Paulus van Bazel,
kreeg koning Ezel, die Keulen belegerde,
haar lief, en het geheele leger der Hun-
nen volgde het voorbeeld van dien eenen
aanvoerder. Toch wezen de Christelijke
maagden de hand van de heidensche min-
naars af en nu was het gevolg, dat alien
gedood werden. Het was in de negende
eeuw, dat deze legende het eerst te voor-
schijn kwam, maar toen waren het nog
maarelf maagden, wier aantal in de
twaalfde eeuw eenvoudig maar met
duizend werd vermenigvuldigd. Te
Keulen in de Ursulakerk worden nog de
beenderen getoond, die waarschijnlijk op
BomuammmmKmmmmmKmmtmmommissmtt WMttau+tmuami mmi—
heid niet is uitgesloten, dat men soms
kan hebben getracht om te herinneren aan
een niet volkomen onbezoedeld leven uit
te wisschen door een bewonderden mar-
teldood, zoodat men dan op die wijze zijn
misdrijf weer goed maakte. Dan zijn er
ook heel wat menschen in de vervolgingen
weer bezweken, die door het strooien van
enkele wierookkorrels op het altaar aan
een wissen marteldood nog juist ont-
kwamen, en die zich dan verontschuldig-
den door te zeggen, dat zij alleen maar
met hun hand aan Christus ontrouw wer
den. Het is vooral in den tijd van keizer
Decius geweest, dat velen den moed mis-
ten om martelaar te worden.
Mochten menigmaal de heidenen, die
toch door hun Stoicynsche wijsbegeerte
wel konden geleerd hebben om een der-
gelijken moed op de rechte waarde te
schatten, in de volharding der bloed
getuigen niets anders hebben gezien dan
koppigheid, het blijft toch de onverwelke-
lijke roem van Christus' gemeente, dat zij
Zijn kruis heeft gedeeld. Maar niet
alleen werd aan haar des Meesters woord
vervuld, die gezegd had: .Hebben zij
Mij vervolgd, zij zullen ook u vervolgen",
zij ondervond tevens de waarheid van
's Meesters voorzegging: ..Hebben zij
Mijn woord bewaard, zij zullen ook het
uwe bewaren".
Hebt U reeds dit modern
magazijn bezocht? Het
loont zich de moeite
BESTE ZIJOEN KOUSEN
aan ongelooflijke prijzen,
- De fijnste kleuren. -
Zelfde huis
Rond Punt Vlas nderstt aat).
(ingez. Med.)
een slagveld zijn opgegraven.
elijk,
ving van elf tot elfduizend ontstaan is
Het is best mogelijk, dat de overdrij-
door een onjuiste verklaring van het op-
schrift op den grafsteen, zoodat M, dat
hier ..martelaar" aanduidde, later werd
opgevat als te bedoelen het getal mille,
duizend.
Mag het al waar zijn, dat er niet weinig
overdrijving in de getallen dan aanwezig
mag zijn, overigens vormen de geschiede-
nissen der martelaren, toch al mee de
roemrijkste bladzijden uit de kerkgeschie-
denis. Overal komt ons daar een onge-
loofelijke geloofsmoed tegen, en wij
kunnen begrijpen, hoe het bloed dezer
moedige getuigen het zaad werd der
kerk, ja, dat zelfs somwijlen de beulen
zelf door het aanschouwen van het uit-
einde hunner slachtoffers tot het Chris
tendom werden bekeerd. Daarnaast
mogen wij het echter evenmin verzwij-
gen, dat dat vrijwillig zich aanbieden en
clat zichzelf als 't ware werpen in de
kaken van den dood, niet zelden was vrij
te pleiten van overmoedigheid en van een
iiveren zonder verstand. Paulus spreekt
er reeds in zijn beroemdste hoofdstuk:
I Cor. 13, van, dat iemand zijn lichaam
zou kunnen overgeven om verbrand te
worden zonder, dat hij de liefde bezat, en
ijdelheid kan hier zeker wel eens parten
hebben gespeeld, waarnaast de mogelijk-
EERSTE KAMER.
Vergaderinig van Woensdag.
Aan de orde is de begrootiag van Finan-
cien.
De heer De Jongh (r.-k.) dringt aan op
maatregelen tegen immoreele beurspraktijken,
met name baisse-speculaties.
Met de reorganisatie van den belasting-
dienst zou tuj willen zien gewacht, tot de
Kamer zieh een voliedig oordeel heeft kunnen
vormen. Samenvoeging van directe belastin-
gen met registratie acht hij niet gewenscht.
De heer Wibaut (s.-d.) beveelt een onder-
zoek naar beursspeculaties aan en bepleit
verhooging van de inkomensgrens inzake vrij-
stelling van de rijwielbeiasting.
Reorganisatie van den belastingdienst van
spreker bij afzonderlijk wetsontwerp willen
zien voorgesteld.
De heer De Gijselaar (c.-h.) wenscht een
billijker regeling van de belasting op schen-
kingen uit inkomen en een billijke heffing
van grond- en vermogensbelasting.
De heer Van der Lande (r.-k dringt aan
op gelijke heffing van belasting van ver-
tegenwoordigingen van bandelshuizen uit het
buitenland in Nederland, als Nederlanders in
het buitenland moeten betalen.
Mevroi.w Pothuis-Smit (s.-d.) bepleit tege-
moetkoming in den nood van oud-gepension-
neerden.
De heer Foch (lib.) wensoht, evenals de
heeren De Jong en Wibaut, aanhouding van
de reorganisatie van de belastingdiensten.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Woensdag.
De heer Kortenhorst (r.-k.) krijigt verlof te
interpelleeren over het niet tot stand komen
van de handelsconventle van Geneve.
Na aanneming van eenige kleine ontwer-
pen komt aan de orde het onteigenings-
ontwerp inzake het boschplan van Amster
dam.
De heer Beumer (a.-r.) heeft financieeJe
bezwaren tegen het on twerp en meent, dat
met verlangens te Nieuwer-Amstel niet vol-
doende rekening is gehouden.
Het plan wordt verdedigd door de heeren
Ketelaar (v.-d.), Wijnkoop (comm.), Kupers
(s.-d en Vos (lib.). Laatstgenoemden zien
in het plan ook een middel tot werkverschaf-
fing.
^Minister Ruys de Beerenbrouck acht het
plan financieel verantwoord; de aanleg van
bosch gold het opject werkverschaffing. Spre
ker zal zijn invloed aanwenden om de par-
ti'en tot elkaar te brengen.
De heer Beumer geeft hieraa zijn op
posite op.
Het ontwerp wordt zonder hoofdeljjke
stemming aangenomen.
DE
PALEIS-RAADHUISKWESTIE TB
AMSTERDAM.
Woensdagavond verscheen in het Amster-
damsche Gemeenteblad een voordracbt, waar-
bij. Burg, en Weth. machtiging vragen.
le. tot het aangaan van een overeen-
komst met den Staat der Nederlandem,
waarbij
a. de gemeente aan het Rijk om niet en
kosteloos af staat den eigendom van het voor-
malige Raadhuis op den Dam, thans in ge-
bruik als Koninklijk Paleis;
b. het Rijk aan ds gemeente Amsterdam
verstrekt de kosten voor den bourw van een
Raadhuis en daarvoor een bedrag van ten
hoogste 15 millioen grulden beschikbaar stelt,
uit te keeren te beginnen in 1933 in jaarlijk-
sche termijnen van 1 millioen gulden.
2e. Als plaats voor den bouw van boven-
bedoeld Raadhuis te bestemmen 't terrein aan
het Frederiksplein (het terrein van het voor-
malige Paleis voor Volksvlijt) en voorts be-
grensd door het Oosteinde, de Singelgracht en
het Westein.de.
Bij de voordracht is gevoegd een uitvoerige
toelichting, waarin zijn opgenomen, de reeds
gewisselde stukken met de Regeering, be-
n-ovens een motie van de wethouders de
Miranda en Kropman, die zich niet met deze
voordracht kunnen vereenigen.
Zj zijn van meening, dat het Raadhuis op
den Dam eigendom meet blijven van de stad.
(Ingez. Med.)
Si'monis legde zijn hoed op den grond
en ging zitten.
,,rleel noodzakelijk' zeide hij tusschen
zijn tanden: ,,aller-noodzakelijkst, juf
frouw Gould."
,,Ik geloof, dat hij op het oogenblik uit
is en ik weet heelemaal niet, hoe laat hij
terug komt. Ziet u, we hebben last met
het volk gehad en hij heeft het druk om
alles weer voor elkaar te krijgen. Hebt u
Isobel ook ergens gezien
Hij keek snel op.
,,Mevrouw Kennard Hm, jaik
eigenlijk heb ik haar in Poetatan ach-
ter gelaten. Barnes is pas hier geweest,
hoor ik
Ze slaagde er in om te glimlachen.
,,Die is ook al weer weg. Met mijnheer
Westerman mee. We hebben hem na
tuurlijk gevraagd om ons te helpen.
Simonis haalde een cigaret uit zijn
koker.
Heeft hij... e... mijn naam misschien
genoemd
Het meisje kreeg een kleur.
.Waarom zou hij dat gedaan hebben
„Dat weet ik niet. Ik dacht het. Mag
ik rooken
,,Gaat u gang. Ik ben blij, dat Isobel
goed en wel bij u is aangekomen. Ik
maakte me wat ongerust over haar, ziet u.
Je weet nooit. wat er gebeuren kan, als
het volk zoo oproerig wordt.
„Neen, dat kan wel."
Toen ze zag, hoe hij den lucifer uitbhes
en over de balustrade wierp, kreeg ze in-
eens een helderen inval.
De apotheker heeft zijn handen vol
met al die gewonden," verklaarde zij.
Zij zullen u wel heel noodig hebben."
Simonis neep zijn lippen tezamen. Als
ze nu en dan een blik in zijn richting
wierp. dan zan ze ho? zijn vingers zich
krampachtig kromden en rekten om de
armieuning van zijn stoel, een vreemd
licht speelde in zijn donkere oogen.
,,Ik denk, dat ik Westerman maar za!
afwachten, eer ik me bezighoud met an
dere zaken", besloot hij.
,,Maar waarom gaat u hem dan niet
zoeken Hij kan nog een heelen tijd weg-
blijven."
Hij keek haar argwanend aan.
,,Neen", herhaalde hij, ,,ik zal hier op
hem wachten. In jedex geval komt hij
weer hier terug."
April beet zich op de lippen. Ze stond
haastig op en gleed langs hem naar de
gang toe en zijn oogen volgden haar
voortdurend.
,,We zijn vandaag allemaal ih de war'
verklaarde ze, op zoo natuurlijk moge-
lijken toon. „Dat begrijpt u zeker wel.
Man-Seng is over zijn zenuwen heen en
we wachten met opdoen totdat mijnheer
Westerman terug is. Ik weet heusch niet,
hoe de boel smaken zal, ^Js hij er een-
maal is. Als u mij een oogenblik wilt
excuseeren, ga ik even kijken of de soep
niet aanbrandt."
Toen ze door de gang snelde, werd ze
zich op de een of andere manier bewust,
dat hij uit zijn stoel opstond en zich ge-
reed maakte om haar te volgen. Ze
hoorde hem aohter zich schreeuwen:
,,Hier. Kom terug Kom terug, zeg Ik
moet u even spreken." De krankzinnige
toon in ziin stem deed haar nog sneller
vlieden. Ze rende de achtertrap af in een
hoogst opgewonden toestand en riep den
toekang goeda bij zich uit de keuken,
waar hij juist een hevig twistgesprek
voerde aangaande een vermisten toekang
ayer (waterdrager).
..Vlug" zeide ze tot hem; „ga onmid-
deili'k den toewan besar zoeken. Zeg
hem dat xoewan Simonis hier is.
De inlander mompelde iets om te be-
wijzen, dat hij het verstaan had en snelde
i weg. Een oogenblik later klapte het tuin-
hekje en April hoorde Westerman's stem,
die klonk als een klok:
,,Wat zeg je, Toewan Simonis, zoo.
Dat is prachtig. Ik ga naar hem toe.
Haar hart scheen stil te staan. Het
hoogtepunt was nu bereikt en Wester
man was alleen teruggekomen.
Ze was doodsbang, angstiger dan toen
ze den planter had zien vechten tegen
een overweldigend sterk er tegenpartij.
Toen ze op den tast haar weg vond naar
het hoofdgebouw, hoorde ze nog, hoe
Westerman eens gezegd had: ,,Dokter
Simonis komt in den nacht om mij te
dooden
De toekang koeda, die zijn taak vervuld
had, keerde weer achterom naar de keu
ken terug. Ze keerde zich om en kwam
naar hem toe.
,,Zoek den toewan controleur, beval
ze. ,,Zeg hem. dat dokter Simonis hier is
en dat de toewan besar bij hem is. Vraag
hem om zoo gauw mogelijk te komen.
Zeq, dat ik je gezonden heb."
Ze sloop weer langs de gang terug en
vroeg zich af. wat ze nu nog verder kon
doen om hem te helpen, vroeg zich af
welk monster Westerman wilde uit-
bannen.
Opeens bleef ze staan. Simonis stond
in het voile gezicht van waar zij was. Hij
was uit zijn stoel opgestaan en keek strak
naar iets, dat tusschen hem en de trap
stond. Ze wist, dat het Westerman was,
het kon niemand anders zijn.
,,Zoo Simonis hoorde ze de welbe-
kende stem van den planter. ,,Je wou me
graag zien
De ander richtte zich heel hoog op.
„Jij hebt vanochtend met mevrouw
Kernand over m <"i gesproken
,,Inderdaad Wat zou dat
„Wat dat zou Ik eisch dat ie de
woorden herhaalt hier in deze galerij."
Er volgde een lange stilte.
April, die nog was blijven staan met de
handen tegen den muur gedrukt, kwam
in de verzoeking om het uit te schreeu
wen: ,,Het is zoo. Hij heeft het gedaan
Barnes heeft den koperen aap in zijn huis
gevonden Ze voelde, dat als hij alles
wist, wat er ontdekt was, Westerman
zekerder van zich zelf zou zijn. Maar de
vrees, die haar had aangegrepen, scheen
haar lippen verstijfd te hebben en ze
waren onmachtig de woorden te uiten, die
zich in haar hersens vormden.
Er klonk iets dTeigends in ieder woord.
toen de planter weer sprak:
„Ik heb alleen maar iets tegen mevrouw
Kennard geopperd, Simonis. Maar met
jou zal ik omstandiger zijn."
De ander stak zijn hoofd naar voren.
„Zoo, zal je dat
,,Ja veel omstandiger. Gisteravond,
Simonis, trachtte iemand, die zeemleeren
handschpenen droeg, het venster van
mevrouw Kennard binnen te klimmen.
Hierdoor werd het huishouden opge-
schrikt. Ik vuurde op hem en trof hem.
maar hij ontkwam. Ik zou wel eens willen
weten, of die arm, dien je achter je houdt,
verbonden is, tusschen twee haakjes."
„Dat is mijn zaak."
„Juist maar misschien is het ook de
zaak van heel veel anderen De dames
schrokken en om die reden bleef ik wak-
ker in de voorgalerij. Ik ging in een lan-
gen stoel liggen en dacht. Je wist niet,
dat dit huis behekst was, is het wel,
Simonis
,,Neen", antwoordde de ander heesch.
(Slot volgt.)