ALGEMEEN NIEUWS- F.N AQVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
De Purperen Schaduw
No 8660
WOENSDAG 25 M ART 1931
71 e Jaargang.
3IN5BNLANB
BUITKNLAHD.
FBVILLETON.
door
EDMUND SNELL.
48)
Dames
Nieuwe Modecorsets
-i 1—1 "iiiWiimi i ina~~i 'T"i i" 11mfiHT-T-t—gmnaHaMMEatamsBSSKHBBaa
IK"
UZENSCHE COURANT.
UJONNDMKNT8PBM8: Binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen
ft per post 1,80 per 3 mnanden By voor udtbetaling fr. per post 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,25, overige Ian den /2,60 per 3 maanden fr. per post
a ponnementen voor bet bultenlisd Rlleen bil voomitbetaling.
ntgceNter: Flrma P. J. VAN DE SANDE.
GIRO 38150 TELEFOON No. 85.
ADVERTENTI8N: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20,
Grootere letters en cllch6's worden naar plaatsrulmte berekend.
Handelsadvertentien by regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrilgbepr is. - Inzending van advertentien liefst e8n dag voor de nit gave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
EERSTE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
Bg de voortgezelte .behandieling van de be-
grooting van Binnenlandsche Zaken en Land-
tjouiw vraagt de heer Diepenhorst (a.-r.)
(weftenschappelijke proefnemingen op bak-
iwaarde van inlandsohe tarwe, ingevolge de
T&rwewet, zoomede opneming van den oogst
van. 1930 in de uitvoering van de Tarwewet.
De heer De Savomin Ldhman (c.-ih.) zegt,
dat de burgemeester van Nijmegen, ondanks
de actio van de S.D.A.P., de Koningin had
bebooren udt te noodigen bij de juibileum-
feesten.
De beer Janssen (r.-k.) bestrijdt de criitiek
ram den heer Memdels c*p de gebeurtenissen
Maastricht, in October 1929.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
De heer Kortenhorst (R.-K.) vraagt verlof
tot het houden van een interpellatie over het
jilet tot stand komen van de handelsconven-
tie te Geneve en het standpumt van de regee-
•rlng ten opaichte van de Internationale han-
delspolitiek. Vandaag wordt hierover beslist.
Bij de suppletoire justitiebegrooting voor
1930 kamt de heer Van der Heijden (s.-d.)
pp tegen opheffing van het rijfesopvoedings-
gestichit te Avereest. Hij ziet daarin afbraak
▼an het rijkslucht- en opvoedingswezen en
*cht den maatregel in deeen Fjid onverant-
•woordelijk met het oog op mogelijke toene-
ming van criminaliiteit in verband met de
•risis.
De beer Vos (lib.) sluit zich aan bij de heer
Tan der Heide; reserve aan plaatsruimte kan
a,i. niet worden geanist.
De heer Duymaer van Twist (a.-r.) gelooft,
dat de bezuiniging niet groot zal zyn.
De heer Wijnkoop (comm.) kamt op tegen
de meening van den Minister, dat de gods-
dienstige opvoeding meer tot haar recht moet
komen. Spreker ziet in godsdienst slechts
een klasse-instrument.
De heer Schokking (c.-h.) verdedigt het
etrtwerp en meent, dat aan het gesticht weinig
behoefte meer bestaat.
Minister Donner betoogt, aan de hand van
etjfers, dat bet aantal kinderen in de rijks-
opvoedingsgestichten sinds 1922 steeds terug-
geloopen is, doordat de particuliere zorg
groeide. Hij meent, dat op een tijdeiijk ver-
ochijinsel als een crisis geen bl'jwende organi-
eatie kan worden gebouwd.
NEDERLAND—BELGIe-WEDSTRIJD.
Naar het Hbl. vemeemt zal de K. R. O. den
tnternationalen voetbalwedstrijd Nederland
Belgie, welke Zondag a.s. in het Stadion te
Amsterdam wordt gespeeld, door een oogge-
tuige per radio op golflengte 298 meter doen
uitzenden.
De Kon. Ned. Voetbalbond heeft bereids
e(jn toestemming verleend.
EEN REDEVOERING VAN DEN
BELGISCHEN MINISTER-PRESIDENT.
In het lokaal der katholieke kiesvereeniging
Luik heeft Jarpar, de minister-president,
Vervolg.)
,,Ja, ik raadde het en het was toch iets
meer dan raadwerk, het was een vaste
overtuiging, die op heel wat dingen ge-
grond was, dingen, die we allemaal wel
wisten, die Ho-Min me onder vier oogen
verteld had en dingen, die in de duisternis
tot mij kwamen. Ik had naar een man
gezocht, Barnes naar een geest. Hij wou
dat wel niet toeaeven, maar het kwam
toch erop neer. In zeker opzicht geloof
ik, dat we allebei gelijk hadden. In ieder
geval besloot ik om mevrouw Kennard te
overduvelen. Ik zei haar, dat ik wist, wie
de moordenaar was, op ee'n manier, die
weinig twijfel aan zijn identiteit liet, en
ik liet doorschemeren, dat ik vermoedde,
dat zij het ook wist. Even voor het ont-
bijt had ik Ho-Min opdracht gegeven om
haar te volgen, waar ze ook heen ging,
want ik was er van overtuigd, dat ze zou
trachten dien man op te zoeken, om hem
te waarschuwen en ik wist, dat hij dan
hier naar mij toe zou komen".
April keek met verbaasde oogen.
,,Dus dat bedoelde je, toen je zeide, dat
je een val had gezet met je zelf als
lokaas".
,,Dat herinner jij je dus nog?"
,,Dr. Simonis!" Ze zeide het heel zacht,
zoodat Westerman het nauwelijks hoorde.
„Ia".
,,Maar het is ongeloofelijk, dat een
blanke zoo iets afschuwelijks zou doen!
,,Een blanke heeft het ook niet ge-
daan", hield hij vol. „Simonis is door een
Zondag een lange redevoering gehouden en
zijn regeeringspolitiek verdedigd. De interna-
tionale toestand, zeide hij, is thans heel wat
beter dan een half jaar geleden, maar toch
blijft voor Belgie in de eerste plaats groote
waakzaamheid geboden. Daarom zal de re-
geering binnenkort haar forten-plan by het
parlement indienen. Verder had de premier
hdt over het nationaliteitsvraagstuk in Bel
gie en verklaarde hij zoowel bet noorden als
het zuiden voldoening te willen geven op taal-
gebied, doch beslist tegen alle seperatisme te
zullen blijven ingaan. Ook over de economische
crisis liet Jaspar eich vry optimistisch uit,
maar toch ontkende hij niet meer, dat nieuwe
bela tingen noodig zullen zijn om bet even-
wicht in de begrooting te verzekeren.
EEN
„RAAD VAN VLAANDEREN"
GESTICHT.
In ,,De Scbelde" deelt dr. August Borms
mede, dat de door hem aangekondigde oprich-
ting van een Raad van Vlaanderen op 15
Maart te Antwerpen is geschied. Borms
zelf voorzitter van den Raad, welks doel is
de zelfstandigheid van Vlaanderen ook in
staatkundig opzicht.
DE RUSSISCHE DUMPING.
Men schrijft uit Boedapest aan de N. R. Ct.
Naar aanleiding van een artikel van Dr.
Heinrich Mataja, den gewezen Oostenrijk-
schen minister van buitenlandsche zaken ge-
titeld: Wankelt het economisch systeem der
Sowjets? publiceert de Pester Lloyd van 18
dezer een hoofdartikel van den president van
de Britsch-Hongaarsche Bank, den in het
Hongaarsche economische leven zeer beken-
den graaf Imre Kdrolyi, waarin deze de vraag
van Dr. Mataja meent zoo beslist mogelijk
ontkennend te moeten beantwoorden. Dr. Ma
taja schrijft, dat het moeiiyk is, betrouwbare
berichten uit Ru land te ontvangen, dit ont-
kent graaf Karolyi ten stelligste. Integendeel,
zoo schrijft hij, Rusland wordt door industriee-
len en ingenieurs, meestal geheel onbevangen
vakmenschen, bereisd, terwijl men volstrekt
niet genoodzaakt is, op de inderdaad onbe-
trouiwbare officieele gegevens der Sowjets te
vertrouwen, aangezien in dit opzicht de in-
voerstatistieken van de landen, waar de Rus-
sische export binnen stroomt, ter be-chikking
staan. Van de zeer talrijke rapporten van des-
kundigen, die ter beschikking zyn, verwyst
graaf Karolyi slechts naar dat van den naar
Rusland gezonden specialen correspondent
van het Amerikaansche tydschrift Nation, die
op grond, niet van hypotheken, maar aange
zien hij zich de overtuiging kan verschaffen,
dat de noodzakelijke voorwaarden overal reeds
vervuld zijn, tot de conclusie komt, dat het
vijfjaren plan volkomen zeker in het laatst
van 1933 zal zyn uitgevoerd.
Inderdaad is het jui:t, schrijft graaf K&-
rilyi, dat de koers van de Tsjernowetz voort-
durend afbrokkel't. Echter kan de Sowjetunie
tengevolge van den gedwongen binnenland-
schen koers en de vaststelling van de prijzen
van alle verbruiksartikelen van overheids-
wege deze toestand nog jarenlang volhouden.
Tot zoolang echter zal zij zich de geldmidde-
len voor den invoer van fabrieksinrichtingen
tot uitvoering van het vijfjarenplan ook ver
der door uitvoer in massa tot elken prys ver
schaffen.
Graaf K&rolyi herinnert dan aan den zin in
een van de geschriften van Lenin, dat wan-
neer in imperialistische tsarenoorlogen tien
millioen Ru sen sterven moesten, men met
duivel bezeten!"
April staarde hem aan.
„M... maar... d... dat meen je toch
niet?"
„Welzeker. Eindelijk het ik een glimp
gezien van het mystieke Oosten! Ik ge
loof. dat Simonis den aap stal, ginds bij
den waringinboom en toen hij het deed,
gebeurde er iets vreemds met hem. Als
ik me hierin verais, bega ik een grove
onrechtvaardigheid aan een rasgenoot,
maar als ik gelijk heb, komt het beest, dat
zich voordoet als dokter Simonis, van-
avond hier om mij te vermoorden!"
April vloog naar hem toe.
„Denis! Luister eens naar mij. je moet
zorgen, dat dit niet gebeurt. Je moet
mijnheer Barnes een boodschap sturen,
dat Simonis gearresteerd moet worden.
Waarom zou j ij dat doen?"
,,Omdat", antwoordde Westerman, ,,ik
hem beschuidigd heb en hij zal nu heusch
hier komen, of we het prettig vinden of
niet. Neen vrouwke, ik moet deze zaak
zelf uitmaken. Barnes is niet geschikt
voor zooiets".
Hij keek op zijn horloge en glimlachte.
,,Weet je", zei hij opeens, in een poging
om van onderwerp te veranderen. ,,ik heb
beloofd dat ik om drie uur in Poetatan
zou zijn, om Alimah te helpen verhooren!"
,,In alle geval zou ik Barnes.nu laten
halen", meende Flavin. ,,We zullen hem
noodig hebben om de orde te herstellen
,,Ja", zei de planter. ,,Dat zal ik
dadelijk doen.
Onmiddelliik na de thee trok Wester
man er op uit, vergezeld van twee wakers,
om de onderneming te inspecteeren. Fla
vin had aangeboden om mee te gaan,
maar Westerman had het glad-weg qe-
weigerd. Jij zorgt nu maar, had hij hem
verteld, dat je zoo gauw moqelijk weer
opknapt. Er was geen verdere reden tot
ongemstheid, meende hij, want het w»"
koeh'e-aard om het eene oonenb1;k n" t
staan en het volqend v^r
worpen te wezen, en de opstandcmie-i
voile recht het leven van nog eens tien mil
lioen voor de verwezenlijking van de commu-
nistische wereldorde kan opofferen en komt
dan tot de conclusie, dat, wanneer het der
Sowjet gelukt, de door hunne eigen fouten
reeds thans met een buitengewoon zware
economische crisis worstelende kapitalistische
staten door den woelarbeid harer propagan-
disten verder te besmetten en door de dum
ping de productie dezer landen nog meer in
de war te brengen, de ellende en de ontevre-
denheid in die landen zoo zeer zal stijgen, dat
de Europeesche bodem geheel zal ondermijnd
zijn. Dan zal waarschijnlijk de Sowjetregee-
ring den tijd gekomen achten, om ook mili-
tair tot den aanval over te gaan, vooral,
wanneer Duitschland zijn verdere uitbuiting
niet meer kan dragen en zich in zijn verbitte-
ring als bondgenoot aanbiedt. Echter ook
zonder deze ergste mogelijkheid, besluit graaf
Kerolyi, bewijst alles, wat in Rusland ge-
schiedt, dat geen oogenblik langer kan wor
den gewacht, om een einde te maken aan den
waanzin, dengenen de brandende fakkels in
de hand te drukken, die openlijk toegeven, dat
zij de wereld in brand willensteken. Wan
neer niet de regeeringen van alle groote
staten samenwerken ter afwering van het
gevaar, kan de ineenstorting van de thans be-
staande maatschappij door niets worden
tegengehouden.
HET DUITSCH-OOSTENRIJKSCHE
HANDELSVERDRAG.
Het bericht, Vrijdagavond door de Neue
Freie Presse gepubliceerd, dat binnen enkele
dagen het eerste regionale douaneverdrag
tusschen Oostenrijk en Duitschland tot stand
zou komen, heeft dadelijk, schrijft de N. R.
Crt,, groote beroering gewekt in geheel Euro-
pa, te meer daar een uitlating van minister
Schuerff van Maandagavond al duidelijk had
gemaakt, dat dit regionale verdrag merk-
waardig veel op een tolverbond zou gelijken.
Het behoeft dan ook geen verwondering te
baren, dat er Zaterdag reeds, nog voor de
nadere bijzonderheden bekend waren, te Wee-
nen van ver:chillende zijden verzet tegen het
voorgenomen verdrag aangeteekend werd. Dit
verzet was niet gegrond op de vredesverdra-
gen, wat allerlei netelige gevolgen met zich
had kunnen sleepen, doch op het protocol van
Geneve van 4 October 1922, waarby Oosten-
rijks herstel van Volkenbondswege geregeld
werd en het een internationale leening van
880 millioen schilling, mitsgaders uitstel van
vergoedingsbetalingen voor een periode van
20 jaar gewaarborgd kreeg, maar waarbij de
onderteekenende staten bovendien de waar-
borging van de onvervreembare onafhanke-
lijkheid en soevereiniteit des lands op econo
misch en politiek gebied op zich namen. De
Fransehe, de Italiaansche en de Tijechoslo-
waaksche gezant hebben er dadelijk op gewe
zen, dat een tolverbond met Duitschland de
economische onafhankelijkheid in gevaar zou
brengen. Vermoedelijk heeft Schober, die in
het ontstaan van dit voorloopig verdrag een
groot aandeel moet hebben, getracht hun te
overtuigen, dat zulks niet zoo is; een taak
welke ook de Duitsche gezant te Parijs bij
Briand op zich moet hebben genomen. Zij
zijn daarbij natuurlijk uitgegaan van de richt-
snoeren, die volgens een officieele mededee-
ling uit Berlijn bij de totstandkoming van dit
verdrag gegolden hebben. Volgens deze richt-
snoeren blijft de onafhankelijkheid van beide
landen onaangetast. Alleen zullen zij een ge-
lykluidend douanetarief en een gelijkluidende
van heden zouden morpen berouwvolle
zondaars blijken. En Flavin, die het
Chineesche karakter goed kende, was het
met hem eens.
Met het vallen van de duisternis was de
administrateurswoning weer het oude,
gezellige nestje; de barricades waren
neergehaald, de matrassen weer op de
bedden gelegd, waar ze vandaan waren
genomen en Man-Sena was weer geheim-
zinnig verschenen. Hij schuifelde naar
binnen met de lamp, liet geen oog van
April af en haastte zich weer naar de
keuken, k,aarblijkelijk zeer verheugd, dat
hij zijn afwezigheid niet hoefde te ver-
klaren.
Even voor achten kwam Barnes met
zijn mannetjes.
,,Zoo, juffrouw Gould, waar is de
groote man?" vroeg hij, terwijl hij de trap
opliep.
,,Hij is na de thee uitgegaan", ant
woordde zij, „en is sinds dien niet terug
geweest. Ik hoop, dat er niets met hem is".
De ambtenaar streek eens met zijn hand
over zijn haar.
,,Ik hoor, dat het hier nogal warm is
toeaeaaan". o
,!Wat al te warm om pleizierig te zijn"
zeide April. ,,Het is begonnen, toen het
bericht. dat een waker vermoord was, de
ronde deed en het is den heelen dag door-
gegaan".
,,Ongevallen met doodelijken aflnop?
.Hoopjes denk ik. Mijnheer Flavin
liqt in bed met kwetsuren aan het hoofd.
Zij hebben vanochtend zijn huis in brand
gestoken."
Barnes streek eens over den rand van
zijn tropenhelm.
,,En waarom hebben ze niet eerder om
mij nestmtrd?"
Ze hebhen het peorobeerd, maar hun
^r-rle w^rd oopehouden door de oproer-
tt/'p dachten. dat mevrouw Ken-
vprt^d hebben, zoodra
contrnVur lachte.
douanewet invoeren, die voortaan slechts op
grond van een onderlinge overeenkomst ge-
wijzigd kunnen worden. Het papier is gedul-
dig, hoe men echter het laatste kan rijmen
met onafhankelijkheid op economisch gebied
is ons een raadsel. Ook de bepaling, dat ieder
land vrij blijft in zijn overeenkomsten met
andere landen, beteekend niets, daar een mits
de onaantastbaarheid van de tolunie toch
weer voorop plaatst. Wat dit betreft, kan men
den indruk niet van zich afzetten, dat men te
Weenen en Berlijn de protesten, die voor een
iegelijk te voorzien waren, al vooruit heeft
trachten te ontzenuwen door voor het tolver
bond een formuleering te zoeken, die van de
gebruikelijke afweek, zonder den geest van
zoo'n economisch samengaan aan te tasten.
Dat de protesten voor een iegelijk te voor
zien waren, behoeft schier geen toelichting.
De aan luiting van Oostenrijk bij Duitschland,
sinds het uiteenvallen van de Donaumonarchie
een actueel vraagstuk, is voor de staten der
kleine Entente, Polen en Frankrijk een voort-
durend schrikbeeld, maar tevens voor Oos
tenrijk een ideaal, dat het met groote hard-
nekkigheid nastreeft. Het denkbeeld, dat door
de overgroote meerderheid van het volk, zoo
wel als van de politici gedeeld wordt, is eigen-
lijk nimmer van de baan. Wel vormen de vre-
desverdragen een beletsel voor de politieke
aansluiting, maar geen verdrag kan een eco
nomische en cultureele toenadering tusschen
twee landen, bewoond door een volk van e6n
taal en 6en stam, beletten. Langs den weg
van cultureele toenadering is men begonnen,
waarbij men een krachtig middel om de een-
heid tusschen beide landen naar buiten voel-
baar te maken, heeft gevonden in het gelijk-
maken der wetten. Met het nieuwe handels-
verdrag, dat feitelijk een tolunie inhoudt,
doet men een nieuwen, flinken stap, zoo flink,
dat als zij tot stand komt de politieke aan
sluiting op den duur vanzelf volgen moet. De
landen, die deze aansluiting onder elke voor-
waarde willen beletten, zijn dus wel gedwon
gen zich met hand en tand tegen dit plan van
een tolunie te verzetten. Of zij er verstandig
aan doen om op deze wijze een natuurlijken
gang van zaken te belemmeren, moge thans
buiten kwestie blijven. Wel zij er nog op ge
wezen, dat Duitschland en Oostenrijk door in
het verdrag het toetreden van andere staten
open te laten een krachtige troef tegen de
protesten van derden in handen gehouden heb
ben. Zij gaan daarbij uit van de veronderstel-
ling, dat er daartoe geen gegadigden zullen
zijn, een veronderstelling, die vermoedelijk
juist is. Het zou voor het overige wel de
moeite waard zijn de houding van de Duitsche
protectionisten waar te nemen als bijvoorbeeld
Polen eens onmiddellijk den wensch te ken-
nen gaf toe te treden. Waar zou men dan
blijven met de zoo moeizaam verworven be-
scherming voor zijn landbouw in het Oosten?
De kans op iets dergelijks is zoo gering, dat
men het er wel op kan wagen. Zoo krijgt men
het voordeel, dat men kan poseeren, als
voorganger van de denkbeelden van een Pan-
Europeesch tolverbond, zonder dat men voor-
alsnog gevaar loopt, daarnaar inderdaad te
moeten handelen.
Dit zijn nog maar enkele opmerkingen,
waartoe het Duitsch-Oostenrijksche plan aan
leiding geeft; het zal nog wel lang genoeg
aan de orde blijven om er mettertijd meer van
te zeggen.
De ontvangst van de Duitsch-Oostenrijksche
tolunie in de verschillende landen zal, schrijft
de N. R. Crt., Weenen en Berlijn vermoede-
,,Nu ibeaint het te dagen. Mevrouw
Kennard is heelemaal niet bij mij geweest.
Ze ging regelrecht naar het huis van den
dokter en ging er met hem door de achter-
deur van door, toen mijn mannetjes de
voorgalerij binnenkwamen. Poetatan is
ook niet onbewogen gebleven, dat kan ik
u wel vertellen! Zoodra ze hoorde, dat
mevrouw Kennard gekomen was, deed
Alimah haar mond open en verraadde
alles. Ik heb Jesselton opgebeld en heb
toen bevel gekregen om Simonis' woning
te doorzoeken. We hadden dien kerel
al half en half verdacht, ziet ge. Zelfs
toen we Alimah's getuigenis zwart op wit
hadden, was het nog heel moeilijk om er
aan te gelooven. Er was genoeg hekserij,
toovenarij en zwarte kunst in en meer van
dien onzin, om je haren te berge te doen
rijzen. Wat Simonis er eigenlijk bij lapte,
was het feit. dat we den koperen aap in
zijn huis vonden".
April's oogen werden heel groot.
Heeft hij het dan heusch gedaan?"
Barnes sprong op.
,,Ja, er is geen twijfel meer aan. Boven
dien is de handschoen, dien Westerman
gevonden heeft, juist zijn nummer en zijn
bediende gaf toe dat zijn pols verbonden
was. Daar heeft Westerman hem ge-
raakt. En nu moet ik eens gaan kijken,
wat er voor mij hier te doen valt
„Is dat al het nieuws?"
Hij wreef zich langs zijn kin.
,,Vrijwel, ja, behalve dat Alimah er ook
van door is gegaan. Ik weet niet, of ze
den kerel, die haar bewaken moest, be-
tooverd heeft of verdoofd. In ieder qeval
is ze hem den baas qeworden, zocht in
zijn zakken naar den sleutel, en ver-
dween. Gelukb'q, dat ik haar al ver-
hoord had, niet
„En ofZe bracht hem de stoep
af. Mijnheer Barnes," zeide ze, toen ze
hem de hand dr-kte. „Een ding zou ik
non nrppn vrrf~-n.'
nf"
Ze spee1de met een stukje rotan. dat ze
lijk wel meevallen. Dat het oordeel te Parijs
en te Praag ongunstig zou zijn en dat men
daar onmiddellijk zou zoeken naar middelen
om de tolunie te wreken, stond tevoren vast.
Italie's houding is echter lang niet zoo afwe-
rend en op de Engelsche persstemmen af~
gaande, zou men. de ontvangst in Engelaml
evenals in Amerika het geval schijnt te
zijn zelf; gunstig kunnen noemen. Daar
ziet men in het Duitsche-Oostenryksche ver
drag vooral het begin van de zoozeer begeer-
de aaneensluiting van Europa op douane-
gebied, die overigens ook in de landen der
Kleine Entente bijvoorbeeld al lang aan Ue
orde is. De Frankfurter Zeitung herinnerde
zeer van pas aan de pogingen van anderhalf
jaar geleden om een Roemeensch-Zuidslavlsch
tolverbond te sluiten. Wel is dat niet geschied,
maar de onderhandelingen tot nauwere aan
eensluiting in Zuid- en Oost-Europa zyn
sindsdien toch steeds gaande gebleven. De
Frankfurter Zeitung hoopt dan ook, dat de
beweging tegen de Duit :ch-Oostenrijksche
assimilatie wel zal luwen als men de zaken
wat nader bekijkt. Misschien was de wijze van
publicatie en het tijdstip ook niet best geko-
zen. Men zou de zaak minder verrassend be
kend hebben kunnen maken en had dat niet
bepaald vlak voor de bijeenkomst van de
Europeesche conferentie te Parys behoeven
te doen. De groote moeilykheid blijft echter
gelegen in de kans op de geleidelijke politieke
aansluiting van Oostenrijk bij Duitschland. De
Frankfurter waagt nu de paradox dat dit ver
drag aan de aansluitingsidee een einde maakt.
Schober heeft ingezien, dat deze toch niet voor
verwezenlijking vatbaar is en is nu tot de
nieuwe conceptie gekomen van een Oosten
rijk, ruggelings op Duitschland steunende, dat
als bemiddelaar optreedt tusschen Middel- en
Zuid-Oost-Europa en aldus Weenen zijn oude
plaats als cultureel centrum hergeeft en het
groote gebied, dat door de vredesverdragen
van Versailles en St. Germain in stukken ge-
scheurd is, weer een gemeenschappelijke func-
tie verschaft, niet van politieken, doch van
economischen aard, waarin de afzonderlyke
deelen zich politiek volkomen onafhankelijk
kunnen bewegen en hun sympathien en anti-
pathien den vrijen loop kunnen laten. Dit ver-
onderstelt natuurlijk een toetreden van die
landen tot de tolunie, daar zy anders eerder
afgestooten dan aangetrokken zouden worden.
Als men de zaak zoo bekijkt, opent zy inder
daad grootsche vooruitzichten. Bij het wan
trouwen, dat er hij landen als Tsjechoslowa-
kije en Polen tegen Duitschland en Oosten
rijk heerscht is een dergelijke aansluiting
echter ondenkbaar. De mogelijkheid van uit-
breiding van een tolverbond onder Duitsch-
lands leiding tot nog meer landen zal eerder
verlangt ge
gemakkeiijk en sterk, be-
stel deze in het Huis
JULIENNE SCHELFHOUT,
Brabantdam 6, Dampoort-
straat 25, Gent. Trotiwe
bediening. Afzonderlijke
modellen voorzwaarlijvige
Dames.
(Ingez. Med.)
uit de armleuning van haar stoel had ge-
wurmd.
Waarom heeft dokter Simonis Ken
nard vermoord. Was het om Isobel
,,Ik denk het wel."
„Is het niet afsohuwelijk Denkt u
heusch, dat ze het geweten heeft
Hij zette zijn hoed op.
,,Ik weet het niet" antwoordde hij lang-
zaam. „Ze is nu met hem meegegaan.
Dat is op zich zelf al genoeg om argwaan
te wekken."
„Behalve," zeide April en speelde weer
met het stukje riet, ..behalve als het ellen-
dige lets, dat dokter Simonis bezeten
heeft, er haar toe bracht."
Barnes sprong om'hoog.
,,Zeg," riep hij uit. ,,Wat is dat alle
maal Wie heeft u gezegd dat hij door
iets bezeten is
Ze glimlachte tegen hem.
Denis mijnheer Westerman heeft
het me gezegd."
,,Nu nog mooier daar wist hij niets
van."
,,Jawel," weersprak ze hem. Hij heeft
het geraden."
De controleur nam zijn hoed af en voer
met gespreide vingers door zijn haar.
Geraden herhaalde hij, „geraden
Maar gisteravond heeft hij me nog ver-
zekerdIk zal dien kerel nooit heele
maal begrijpen, juffrouw Gould, hij is me
te slim af."
April lachte.
,.Ik geloof, dat ik hem begrijp," mom-
pelde ze.
Hij keek haar eens aan een blik vol
meevoelen.
Staan de zaken zoo
Ze liep de trap weer op nog lachend.
,,Zorg maar goed voor hem," riep ze
hem toe. ,,En brenq hem zoo gauw mo
qelijk mee voor ,,mahar" eten. Ik verga
van honqer."
Hij ging naar zijn mannen, die hem
wachtten.
(Wordt vervolgd.)