ALGEMEEN NIEUWS- F.N AQVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. De Purperen Schaduw No 8660 WOENSDAG 25 M ART 1931 71 e Jaargang. 3IN5BNLANB BUITKNLAHD. FBVILLETON. door EDMUND SNELL. 48) Dames Nieuwe Modecorsets -i 1—1 "iiiWiimi i ina~~i 'T"i i" 11mfiHT-T-t—gmnaHaMMEatamsBSSKHBBaa IK" UZENSCHE COURANT. UJONNDMKNT8PBM8: Binnen Ter Neuzen f 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen ft per post 1,80 per 3 mnanden By voor udtbetaling fr. per post 6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,25, overige Ian den /2,60 per 3 maanden fr. per post a ponnementen voor bet bultenlisd Rlleen bil voomitbetaling. ntgceNter: Flrma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 85. ADVERTENTI8N: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20, Grootere letters en cllch6's worden naar plaatsrulmte berekend. Handelsadvertentien by regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrilgbepr is. - Inzending van advertentien liefst e8n dag voor de nit gave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. EERSTE KAMER. Vergadering van Dinsdag. Bg de voortgezelte .behandieling van de be- grooting van Binnenlandsche Zaken en Land- tjouiw vraagt de heer Diepenhorst (a.-r.) (weftenschappelijke proefnemingen op bak- iwaarde van inlandsohe tarwe, ingevolge de T&rwewet, zoomede opneming van den oogst van. 1930 in de uitvoering van de Tarwewet. De heer De Savomin Ldhman (c.-ih.) zegt, dat de burgemeester van Nijmegen, ondanks de actio van de S.D.A.P., de Koningin had bebooren udt te noodigen bij de juibileum- feesten. De beer Janssen (r.-k.) bestrijdt de criitiek ram den heer Memdels c*p de gebeurtenissen Maastricht, in October 1929. TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. De heer Kortenhorst (R.-K.) vraagt verlof tot het houden van een interpellatie over het jilet tot stand komen van de handelsconven- tie te Geneve en het standpumt van de regee- •rlng ten opaichte van de Internationale han- delspolitiek. Vandaag wordt hierover beslist. Bij de suppletoire justitiebegrooting voor 1930 kamt de heer Van der Heijden (s.-d.) pp tegen opheffing van het rijfesopvoedings- gestichit te Avereest. Hij ziet daarin afbraak ▼an het rijkslucht- en opvoedingswezen en *cht den maatregel in deeen Fjid onverant- •woordelijk met het oog op mogelijke toene- ming van criminaliiteit in verband met de •risis. De beer Vos (lib.) sluit zich aan bij de heer Tan der Heide; reserve aan plaatsruimte kan a,i. niet worden geanist. De heer Duymaer van Twist (a.-r.) gelooft, dat de bezuiniging niet groot zal zyn. De heer Wijnkoop (comm.) kamt op tegen de meening van den Minister, dat de gods- dienstige opvoeding meer tot haar recht moet komen. Spreker ziet in godsdienst slechts een klasse-instrument. De heer Schokking (c.-h.) verdedigt het etrtwerp en meent, dat aan het gesticht weinig behoefte meer bestaat. Minister Donner betoogt, aan de hand van etjfers, dat bet aantal kinderen in de rijks- opvoedingsgestichten sinds 1922 steeds terug- geloopen is, doordat de particuliere zorg groeide. Hij meent, dat op een tijdeiijk ver- ochijinsel als een crisis geen bl'jwende organi- eatie kan worden gebouwd. NEDERLAND—BELGIe-WEDSTRIJD. Naar het Hbl. vemeemt zal de K. R. O. den tnternationalen voetbalwedstrijd Nederland Belgie, welke Zondag a.s. in het Stadion te Amsterdam wordt gespeeld, door een oogge- tuige per radio op golflengte 298 meter doen uitzenden. De Kon. Ned. Voetbalbond heeft bereids e(jn toestemming verleend. EEN REDEVOERING VAN DEN BELGISCHEN MINISTER-PRESIDENT. In het lokaal der katholieke kiesvereeniging Luik heeft Jarpar, de minister-president, Vervolg.) ,,Ja, ik raadde het en het was toch iets meer dan raadwerk, het was een vaste overtuiging, die op heel wat dingen ge- grond was, dingen, die we allemaal wel wisten, die Ho-Min me onder vier oogen verteld had en dingen, die in de duisternis tot mij kwamen. Ik had naar een man gezocht, Barnes naar een geest. Hij wou dat wel niet toeaeven, maar het kwam toch erop neer. In zeker opzicht geloof ik, dat we allebei gelijk hadden. In ieder geval besloot ik om mevrouw Kennard te overduvelen. Ik zei haar, dat ik wist, wie de moordenaar was, op ee'n manier, die weinig twijfel aan zijn identiteit liet, en ik liet doorschemeren, dat ik vermoedde, dat zij het ook wist. Even voor het ont- bijt had ik Ho-Min opdracht gegeven om haar te volgen, waar ze ook heen ging, want ik was er van overtuigd, dat ze zou trachten dien man op te zoeken, om hem te waarschuwen en ik wist, dat hij dan hier naar mij toe zou komen". April keek met verbaasde oogen. ,,Dus dat bedoelde je, toen je zeide, dat je een val had gezet met je zelf als lokaas". ,,Dat herinner jij je dus nog?" ,,Dr. Simonis!" Ze zeide het heel zacht, zoodat Westerman het nauwelijks hoorde. „Ia". ,,Maar het is ongeloofelijk, dat een blanke zoo iets afschuwelijks zou doen! ,,Een blanke heeft het ook niet ge- daan", hield hij vol. „Simonis is door een Zondag een lange redevoering gehouden en zijn regeeringspolitiek verdedigd. De interna- tionale toestand, zeide hij, is thans heel wat beter dan een half jaar geleden, maar toch blijft voor Belgie in de eerste plaats groote waakzaamheid geboden. Daarom zal de re- geering binnenkort haar forten-plan by het parlement indienen. Verder had de premier hdt over het nationaliteitsvraagstuk in Bel gie en verklaarde hij zoowel bet noorden als het zuiden voldoening te willen geven op taal- gebied, doch beslist tegen alle seperatisme te zullen blijven ingaan. Ook over de economische crisis liet Jaspar eich vry optimistisch uit, maar toch ontkende hij niet meer, dat nieuwe bela tingen noodig zullen zijn om bet even- wicht in de begrooting te verzekeren. EEN „RAAD VAN VLAANDEREN" GESTICHT. In ,,De Scbelde" deelt dr. August Borms mede, dat de door hem aangekondigde oprich- ting van een Raad van Vlaanderen op 15 Maart te Antwerpen is geschied. Borms zelf voorzitter van den Raad, welks doel is de zelfstandigheid van Vlaanderen ook in staatkundig opzicht. DE RUSSISCHE DUMPING. Men schrijft uit Boedapest aan de N. R. Ct. Naar aanleiding van een artikel van Dr. Heinrich Mataja, den gewezen Oostenrijk- schen minister van buitenlandsche zaken ge- titeld: Wankelt het economisch systeem der Sowjets? publiceert de Pester Lloyd van 18 dezer een hoofdartikel van den president van de Britsch-Hongaarsche Bank, den in het Hongaarsche economische leven zeer beken- den graaf Imre Kdrolyi, waarin deze de vraag van Dr. Mataja meent zoo beslist mogelijk ontkennend te moeten beantwoorden. Dr. Ma taja schrijft, dat het moeiiyk is, betrouwbare berichten uit Ru land te ontvangen, dit ont- kent graaf Karolyi ten stelligste. Integendeel, zoo schrijft hij, Rusland wordt door industriee- len en ingenieurs, meestal geheel onbevangen vakmenschen, bereisd, terwijl men volstrekt niet genoodzaakt is, op de inderdaad onbe- trouiwbare officieele gegevens der Sowjets te vertrouwen, aangezien in dit opzicht de in- voerstatistieken van de landen, waar de Rus- sische export binnen stroomt, ter be-chikking staan. Van de zeer talrijke rapporten van des- kundigen, die ter beschikking zyn, verwyst graaf Karolyi slechts naar dat van den naar Rusland gezonden specialen correspondent van het Amerikaansche tydschrift Nation, die op grond, niet van hypotheken, maar aange zien hij zich de overtuiging kan verschaffen, dat de noodzakelijke voorwaarden overal reeds vervuld zijn, tot de conclusie komt, dat het vijfjaren plan volkomen zeker in het laatst van 1933 zal zyn uitgevoerd. Inderdaad is het jui:t, schrijft graaf K&- rilyi, dat de koers van de Tsjernowetz voort- durend afbrokkel't. Echter kan de Sowjetunie tengevolge van den gedwongen binnenland- schen koers en de vaststelling van de prijzen van alle verbruiksartikelen van overheids- wege deze toestand nog jarenlang volhouden. Tot zoolang echter zal zij zich de geldmidde- len voor den invoer van fabrieksinrichtingen tot uitvoering van het vijfjarenplan ook ver der door uitvoer in massa tot elken prys ver schaffen. Graaf K&rolyi herinnert dan aan den zin in een van de geschriften van Lenin, dat wan- neer in imperialistische tsarenoorlogen tien millioen Ru sen sterven moesten, men met duivel bezeten!" April staarde hem aan. „M... maar... d... dat meen je toch niet?" „Welzeker. Eindelijk het ik een glimp gezien van het mystieke Oosten! Ik ge loof. dat Simonis den aap stal, ginds bij den waringinboom en toen hij het deed, gebeurde er iets vreemds met hem. Als ik me hierin verais, bega ik een grove onrechtvaardigheid aan een rasgenoot, maar als ik gelijk heb, komt het beest, dat zich voordoet als dokter Simonis, van- avond hier om mij te vermoorden!" April vloog naar hem toe. „Denis! Luister eens naar mij. je moet zorgen, dat dit niet gebeurt. Je moet mijnheer Barnes een boodschap sturen, dat Simonis gearresteerd moet worden. Waarom zou j ij dat doen?" ,,Omdat", antwoordde Westerman, ,,ik hem beschuidigd heb en hij zal nu heusch hier komen, of we het prettig vinden of niet. Neen vrouwke, ik moet deze zaak zelf uitmaken. Barnes is niet geschikt voor zooiets". Hij keek op zijn horloge en glimlachte. ,,Weet je", zei hij opeens, in een poging om van onderwerp te veranderen. ,,ik heb beloofd dat ik om drie uur in Poetatan zou zijn, om Alimah te helpen verhooren!" ,,In alle geval zou ik Barnes.nu laten halen", meende Flavin. ,,We zullen hem noodig hebben om de orde te herstellen ,,Ja", zei de planter. ,,Dat zal ik dadelijk doen. Onmiddelliik na de thee trok Wester man er op uit, vergezeld van twee wakers, om de onderneming te inspecteeren. Fla vin had aangeboden om mee te gaan, maar Westerman had het glad-weg qe- weigerd. Jij zorgt nu maar, had hij hem verteld, dat je zoo gauw moqelijk weer opknapt. Er was geen verdere reden tot ongemstheid, meende hij, want het w»" koeh'e-aard om het eene oonenb1;k n" t staan en het volqend v^r worpen te wezen, en de opstandcmie-i voile recht het leven van nog eens tien mil lioen voor de verwezenlijking van de commu- nistische wereldorde kan opofferen en komt dan tot de conclusie, dat, wanneer het der Sowjet gelukt, de door hunne eigen fouten reeds thans met een buitengewoon zware economische crisis worstelende kapitalistische staten door den woelarbeid harer propagan- disten verder te besmetten en door de dum ping de productie dezer landen nog meer in de war te brengen, de ellende en de ontevre- denheid in die landen zoo zeer zal stijgen, dat de Europeesche bodem geheel zal ondermijnd zijn. Dan zal waarschijnlijk de Sowjetregee- ring den tijd gekomen achten, om ook mili- tair tot den aanval over te gaan, vooral, wanneer Duitschland zijn verdere uitbuiting niet meer kan dragen en zich in zijn verbitte- ring als bondgenoot aanbiedt. Echter ook zonder deze ergste mogelijkheid, besluit graaf Kerolyi, bewijst alles, wat in Rusland ge- schiedt, dat geen oogenblik langer kan wor den gewacht, om een einde te maken aan den waanzin, dengenen de brandende fakkels in de hand te drukken, die openlijk toegeven, dat zij de wereld in brand willensteken. Wan neer niet de regeeringen van alle groote staten samenwerken ter afwering van het gevaar, kan de ineenstorting van de thans be- staande maatschappij door niets worden tegengehouden. HET DUITSCH-OOSTENRIJKSCHE HANDELSVERDRAG. Het bericht, Vrijdagavond door de Neue Freie Presse gepubliceerd, dat binnen enkele dagen het eerste regionale douaneverdrag tusschen Oostenrijk en Duitschland tot stand zou komen, heeft dadelijk, schrijft de N. R. Crt,, groote beroering gewekt in geheel Euro- pa, te meer daar een uitlating van minister Schuerff van Maandagavond al duidelijk had gemaakt, dat dit regionale verdrag merk- waardig veel op een tolverbond zou gelijken. Het behoeft dan ook geen verwondering te baren, dat er Zaterdag reeds, nog voor de nadere bijzonderheden bekend waren, te Wee- nen van ver:chillende zijden verzet tegen het voorgenomen verdrag aangeteekend werd. Dit verzet was niet gegrond op de vredesverdra- gen, wat allerlei netelige gevolgen met zich had kunnen sleepen, doch op het protocol van Geneve van 4 October 1922, waarby Oosten- rijks herstel van Volkenbondswege geregeld werd en het een internationale leening van 880 millioen schilling, mitsgaders uitstel van vergoedingsbetalingen voor een periode van 20 jaar gewaarborgd kreeg, maar waarbij de onderteekenende staten bovendien de waar- borging van de onvervreembare onafhanke- lijkheid en soevereiniteit des lands op econo misch en politiek gebied op zich namen. De Fransehe, de Italiaansche en de Tijechoslo- waaksche gezant hebben er dadelijk op gewe zen, dat een tolverbond met Duitschland de economische onafhankelijkheid in gevaar zou brengen. Vermoedelijk heeft Schober, die in het ontstaan van dit voorloopig verdrag een groot aandeel moet hebben, getracht hun te overtuigen, dat zulks niet zoo is; een taak welke ook de Duitsche gezant te Parijs bij Briand op zich moet hebben genomen. Zij zijn daarbij natuurlijk uitgegaan van de richt- snoeren, die volgens een officieele mededee- ling uit Berlijn bij de totstandkoming van dit verdrag gegolden hebben. Volgens deze richt- snoeren blijft de onafhankelijkheid van beide landen onaangetast. Alleen zullen zij een ge- lykluidend douanetarief en een gelijkluidende van heden zouden morpen berouwvolle zondaars blijken. En Flavin, die het Chineesche karakter goed kende, was het met hem eens. Met het vallen van de duisternis was de administrateurswoning weer het oude, gezellige nestje; de barricades waren neergehaald, de matrassen weer op de bedden gelegd, waar ze vandaan waren genomen en Man-Sena was weer geheim- zinnig verschenen. Hij schuifelde naar binnen met de lamp, liet geen oog van April af en haastte zich weer naar de keuken, k,aarblijkelijk zeer verheugd, dat hij zijn afwezigheid niet hoefde te ver- klaren. Even voor achten kwam Barnes met zijn mannetjes. ,,Zoo, juffrouw Gould, waar is de groote man?" vroeg hij, terwijl hij de trap opliep. ,,Hij is na de thee uitgegaan", ant woordde zij, „en is sinds dien niet terug geweest. Ik hoop, dat er niets met hem is". De ambtenaar streek eens met zijn hand over zijn haar. ,,Ik hoor, dat het hier nogal warm is toeaeaaan". o ,!Wat al te warm om pleizierig te zijn" zeide April. ,,Het is begonnen, toen het bericht. dat een waker vermoord was, de ronde deed en het is den heelen dag door- gegaan". ,,Ongevallen met doodelijken aflnop? .Hoopjes denk ik. Mijnheer Flavin liqt in bed met kwetsuren aan het hoofd. Zij hebben vanochtend zijn huis in brand gestoken." Barnes streek eens over den rand van zijn tropenhelm. ,,En waarom hebben ze niet eerder om mij nestmtrd?" Ze hebhen het peorobeerd, maar hun ^r-rle w^rd oopehouden door de oproer- tt/'p dachten. dat mevrouw Ken- vprt^d hebben, zoodra contrnVur lachte. douanewet invoeren, die voortaan slechts op grond van een onderlinge overeenkomst ge- wijzigd kunnen worden. Het papier is gedul- dig, hoe men echter het laatste kan rijmen met onafhankelijkheid op economisch gebied is ons een raadsel. Ook de bepaling, dat ieder land vrij blijft in zijn overeenkomsten met andere landen, beteekend niets, daar een mits de onaantastbaarheid van de tolunie toch weer voorop plaatst. Wat dit betreft, kan men den indruk niet van zich afzetten, dat men te Weenen en Berlijn de protesten, die voor een iegelijk te voorzien waren, al vooruit heeft trachten te ontzenuwen door voor het tolver bond een formuleering te zoeken, die van de gebruikelijke afweek, zonder den geest van zoo'n economisch samengaan aan te tasten. Dat de protesten voor een iegelijk te voor zien waren, behoeft schier geen toelichting. De aan luiting van Oostenrijk bij Duitschland, sinds het uiteenvallen van de Donaumonarchie een actueel vraagstuk, is voor de staten der kleine Entente, Polen en Frankrijk een voort- durend schrikbeeld, maar tevens voor Oos tenrijk een ideaal, dat het met groote hard- nekkigheid nastreeft. Het denkbeeld, dat door de overgroote meerderheid van het volk, zoo wel als van de politici gedeeld wordt, is eigen- lijk nimmer van de baan. Wel vormen de vre- desverdragen een beletsel voor de politieke aansluiting, maar geen verdrag kan een eco nomische en cultureele toenadering tusschen twee landen, bewoond door een volk van e6n taal en 6en stam, beletten. Langs den weg van cultureele toenadering is men begonnen, waarbij men een krachtig middel om de een- heid tusschen beide landen naar buiten voel- baar te maken, heeft gevonden in het gelijk- maken der wetten. Met het nieuwe handels- verdrag, dat feitelijk een tolunie inhoudt, doet men een nieuwen, flinken stap, zoo flink, dat als zij tot stand komt de politieke aan sluiting op den duur vanzelf volgen moet. De landen, die deze aansluiting onder elke voor- waarde willen beletten, zijn dus wel gedwon gen zich met hand en tand tegen dit plan van een tolunie te verzetten. Of zij er verstandig aan doen om op deze wijze een natuurlijken gang van zaken te belemmeren, moge thans buiten kwestie blijven. Wel zij er nog op ge wezen, dat Duitschland en Oostenrijk door in het verdrag het toetreden van andere staten open te laten een krachtige troef tegen de protesten van derden in handen gehouden heb ben. Zij gaan daarbij uit van de veronderstel- ling, dat er daartoe geen gegadigden zullen zijn, een veronderstelling, die vermoedelijk juist is. Het zou voor het overige wel de moeite waard zijn de houding van de Duitsche protectionisten waar te nemen als bijvoorbeeld Polen eens onmiddellijk den wensch te ken- nen gaf toe te treden. Waar zou men dan blijven met de zoo moeizaam verworven be- scherming voor zijn landbouw in het Oosten? De kans op iets dergelijks is zoo gering, dat men het er wel op kan wagen. Zoo krijgt men het voordeel, dat men kan poseeren, als voorganger van de denkbeelden van een Pan- Europeesch tolverbond, zonder dat men voor- alsnog gevaar loopt, daarnaar inderdaad te moeten handelen. Dit zijn nog maar enkele opmerkingen, waartoe het Duitsch-Oostenrijksche plan aan leiding geeft; het zal nog wel lang genoeg aan de orde blijven om er mettertijd meer van te zeggen. De ontvangst van de Duitsch-Oostenrijksche tolunie in de verschillende landen zal, schrijft de N. R. Crt., Weenen en Berlijn vermoede- ,,Nu ibeaint het te dagen. Mevrouw Kennard is heelemaal niet bij mij geweest. Ze ging regelrecht naar het huis van den dokter en ging er met hem door de achter- deur van door, toen mijn mannetjes de voorgalerij binnenkwamen. Poetatan is ook niet onbewogen gebleven, dat kan ik u wel vertellen! Zoodra ze hoorde, dat mevrouw Kennard gekomen was, deed Alimah haar mond open en verraadde alles. Ik heb Jesselton opgebeld en heb toen bevel gekregen om Simonis' woning te doorzoeken. We hadden dien kerel al half en half verdacht, ziet ge. Zelfs toen we Alimah's getuigenis zwart op wit hadden, was het nog heel moeilijk om er aan te gelooven. Er was genoeg hekserij, toovenarij en zwarte kunst in en meer van dien onzin, om je haren te berge te doen rijzen. Wat Simonis er eigenlijk bij lapte, was het feit. dat we den koperen aap in zijn huis vonden". April's oogen werden heel groot. Heeft hij het dan heusch gedaan?" Barnes sprong op. ,,Ja, er is geen twijfel meer aan. Boven dien is de handschoen, dien Westerman gevonden heeft, juist zijn nummer en zijn bediende gaf toe dat zijn pols verbonden was. Daar heeft Westerman hem ge- raakt. En nu moet ik eens gaan kijken, wat er voor mij hier te doen valt „Is dat al het nieuws?" Hij wreef zich langs zijn kin. ,,Vrijwel, ja, behalve dat Alimah er ook van door is gegaan. Ik weet niet, of ze den kerel, die haar bewaken moest, be- tooverd heeft of verdoofd. In ieder qeval is ze hem den baas qeworden, zocht in zijn zakken naar den sleutel, en ver- dween. Gelukb'q, dat ik haar al ver- hoord had, niet „En ofZe bracht hem de stoep af. Mijnheer Barnes," zeide ze, toen ze hem de hand dr-kte. „Een ding zou ik non nrppn vrrf~-n.' nf" Ze spee1de met een stukje rotan. dat ze lijk wel meevallen. Dat het oordeel te Parijs en te Praag ongunstig zou zijn en dat men daar onmiddellijk zou zoeken naar middelen om de tolunie te wreken, stond tevoren vast. Italie's houding is echter lang niet zoo afwe- rend en op de Engelsche persstemmen af~ gaande, zou men. de ontvangst in Engelaml evenals in Amerika het geval schijnt te zijn zelf; gunstig kunnen noemen. Daar ziet men in het Duitsche-Oostenryksche ver drag vooral het begin van de zoozeer begeer- de aaneensluiting van Europa op douane- gebied, die overigens ook in de landen der Kleine Entente bijvoorbeeld al lang aan Ue orde is. De Frankfurter Zeitung herinnerde zeer van pas aan de pogingen van anderhalf jaar geleden om een Roemeensch-Zuidslavlsch tolverbond te sluiten. Wel is dat niet geschied, maar de onderhandelingen tot nauwere aan eensluiting in Zuid- en Oost-Europa zyn sindsdien toch steeds gaande gebleven. De Frankfurter Zeitung hoopt dan ook, dat de beweging tegen de Duit :ch-Oostenrijksche assimilatie wel zal luwen als men de zaken wat nader bekijkt. Misschien was de wijze van publicatie en het tijdstip ook niet best geko- zen. Men zou de zaak minder verrassend be kend hebben kunnen maken en had dat niet bepaald vlak voor de bijeenkomst van de Europeesche conferentie te Parys behoeven te doen. De groote moeilykheid blijft echter gelegen in de kans op de geleidelijke politieke aansluiting van Oostenrijk bij Duitschland. De Frankfurter waagt nu de paradox dat dit ver drag aan de aansluitingsidee een einde maakt. Schober heeft ingezien, dat deze toch niet voor verwezenlijking vatbaar is en is nu tot de nieuwe conceptie gekomen van een Oosten rijk, ruggelings op Duitschland steunende, dat als bemiddelaar optreedt tusschen Middel- en Zuid-Oost-Europa en aldus Weenen zijn oude plaats als cultureel centrum hergeeft en het groote gebied, dat door de vredesverdragen van Versailles en St. Germain in stukken ge- scheurd is, weer een gemeenschappelijke func- tie verschaft, niet van politieken, doch van economischen aard, waarin de afzonderlyke deelen zich politiek volkomen onafhankelijk kunnen bewegen en hun sympathien en anti- pathien den vrijen loop kunnen laten. Dit ver- onderstelt natuurlijk een toetreden van die landen tot de tolunie, daar zy anders eerder afgestooten dan aangetrokken zouden worden. Als men de zaak zoo bekijkt, opent zy inder daad grootsche vooruitzichten. Bij het wan trouwen, dat er hij landen als Tsjechoslowa- kije en Polen tegen Duitschland en Oosten rijk heerscht is een dergelijke aansluiting echter ondenkbaar. De mogelijkheid van uit- breiding van een tolverbond onder Duitsch- lands leiding tot nog meer landen zal eerder verlangt ge gemakkeiijk en sterk, be- stel deze in het Huis JULIENNE SCHELFHOUT, Brabantdam 6, Dampoort- straat 25, Gent. Trotiwe bediening. Afzonderlijke modellen voorzwaarlijvige Dames. (Ingez. Med.) uit de armleuning van haar stoel had ge- wurmd. Waarom heeft dokter Simonis Ken nard vermoord. Was het om Isobel ,,Ik denk het wel." „Is het niet afsohuwelijk Denkt u heusch, dat ze het geweten heeft Hij zette zijn hoed op. ,,Ik weet het niet" antwoordde hij lang- zaam. „Ze is nu met hem meegegaan. Dat is op zich zelf al genoeg om argwaan te wekken." „Behalve," zeide April en speelde weer met het stukje riet, ..behalve als het ellen- dige lets, dat dokter Simonis bezeten heeft, er haar toe bracht." Barnes sprong om'hoog. ,,Zeg," riep hij uit. ,,Wat is dat alle maal Wie heeft u gezegd dat hij door iets bezeten is Ze glimlachte tegen hem. Denis mijnheer Westerman heeft het me gezegd." ,,Nu nog mooier daar wist hij niets van." ,,Jawel," weersprak ze hem. Hij heeft het geraden." De controleur nam zijn hoed af en voer met gespreide vingers door zijn haar. Geraden herhaalde hij, „geraden Maar gisteravond heeft hij me nog ver- zekerdIk zal dien kerel nooit heele maal begrijpen, juffrouw Gould, hij is me te slim af." April lachte. ,.Ik geloof, dat ik hem begrijp," mom- pelde ze. Hij keek haar eens aan een blik vol meevoelen. Staan de zaken zoo Ze liep de trap weer op nog lachend. ,,Zorg maar goed voor hem," riep ze hem toe. ,,En brenq hem zoo gauw mo qelijk mee voor ,,mahar" eten. Ik verga van honqer." Hij ging naar zijn mannen, die hem wachtten. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 1