Tar Neuzensche Courant
Tweede 81ad.
81 s s e s x. a a.
8 UIT I I I I 1 D,
PAARDENFOKKERIJ.
Maandag 23 Maart 1931. Ho. 8659.
het voormalige paleis van
VAN
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Vrijdag.
Besloten wordt Woensdag a.s. het ontwerp
tot steunverleening aan suikerbietenverbou-
wers te behandelen.
Brj het ontwerp inzake het notari3ambt
verdedigt mevr. BakkerNort (v.d.het
amendement om vrouwen benoembaar te
verklaren tot notaris.
De voorzitter acht dit amendement niet
toelaatbaar.
De heer Oud (v.d.) verdedigt het stand-
punt van mevr. Bakker-Nort; de heer Beumer
(a.r.) bestrijdt dit.
MeJ. Groeneweg (s.d.) sluit zich aan bij
mevr. Bakker-Nort, doch de heeren Nolens
(r.k.) en Knottenbelt (lib) en mej. Katz (c.h.)
scharen zich aan de zijde van den voorzitter.
De heer Wijnkoop (comm.) critiseert de
houding van den heer Knottenbelt.
De heer Vliegen (s.d.) is voor het voorstel
van den voorzitter, omdat hij thans geen uit-
spraak wenscht over het geschil van de be-
noembaarheid van de vrouw tot notaris.
Het voorstel van den voorzitter tot niet-
toelaatbaar-vdrklaring van de amendenjenten
van mevrouw Bakker-Nort wordt aangeno-
men met 49 tegen 20 stemmen.
Mevrouw Bakker-Nort zal terugkomen met
een initiaitiefvoorstel.
Het ontwerp wordt zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
KRANSLEGGING BIJ THORBECKE'S
STANDBEELD.
Ter herdenking van 't felt, dat 't Donder-
dag 100 jaar geleden was, dat Thorbecke be-
noemd werd tot hoogleeraar aan de Leidsche
Hoogeschool, zijn Donderdag aan den voet
van zijn standbeeld te Amsterdam kransen
neergelegd door prof. dr. J. Ph. Vogel, rector-
magnificus van de rijksuniversiteit te Lei
den, namens den academischen senaat, en
door mr. H. Smeenge, namens de liberale
staatspartij ,,De Vrijheidsbond".
In een korte rede herinnerde mr. Smeenge
eraan, dat het Nederlandsche volk veel ver-
plicht is aan Thorbecke. Hij is het geweest,
die heeft gemaakt, dat het begrip Vrijheid in
ons land meer is dan een ijdele klank. Op
dezen dag heeft de liberale staatspartij ,,Oe
Vrijheidsbond" van zijn verknochtheid aan
Thorbecke willen getuigen. De liberale staats
partij wil in zijn geest ten opzichte van het
ataatsbestuur voortgaan.
Zich wendend tot mevrouw AsserThor
becke te Amsterdam, sprak mr. Smeenge er
zijn vreugde over uit, dat een kleindochter
van den grooten staatsman bij de plechtigheid
aanwezig was. Ook uitte hij zijn voldoening
over de aanwezigheid van de ,,Jonge Libera-
len".
Ook de „Vrouwengroep" van den Vrijheids
bond was vertegenwoordigd.
Namens dezen voerde nog het woord c
voorzitter van de afdeeling Amsterdam van
den Bond, de heer J. L. van Amerongen.
VERBETERINGEN WEG VERBINDIN GEN
TUSSCHEN NEDERLAND EN BELGIE.
De correspondent van de N. R. Crt. te Brus-
»el meldt:
Naar de Antwerpsche courant .Neptune"
vemeemt, hebben dezer dagen ingenieurs van
den Nederlandschen waterstaat en van het
Belgische departement van openbare werken
een bijeenkomst gehouden, ten einde samen
de mogelijke verbetering van de wegverbin-
dingen tusschen Nederland en Belgie te be-
gpreken. Een .groot deel dezer bespreking
eou geloopen hebben over de noodzakelijk-
heid van den aanleg van een nieuwen weg,
in hoofdzaak voor het autoverkeer bestemd,
tuaschen Amsterdam en Antwerpen.
DE LOODSGELDEN.
De Kamer van Koophandel te Amsterdam
heeft adhaesie betuigd aan het verzoek der
Nederlandsche Reedersvereeniging, strekken-
de tot een belangrijke, in ieder geval 50
beloopende verlaging van het tegenwoordige
tarief der loodsgelden, zoo ook aan de overige
maatregelen, welke genoemde vereeniging in
haar adres bepleit, namelijk: a het openen
van de mogelijkheid tot het verkrijgen van
een loodscertificaat voor Nederlandsche ge-
zagvoerders, welke certificaten recht zouden
geven op het verrichten van loodsdienst op
eigen schip, gepaard gaande met vrijstelling
▼an loodsgeld; b. het invoeren van een ver
laging van het tarief van het loodsgeld bij
▼eelvuldig bezoek aan een Nederlandsche
haven; c. het toekennen van vermindering of
ontheffing van loodsgeld bij het aandoen van
meer dan 6en Nederlandsche haven op dezelf-
de rels.
HAVEN TE VLISSINGEN.
In de memorie van antwoord op het voor-
loopig verslag van de afdeelingen der Eerste
Kamer op de begrooting van waterstaat,
wordt het volgende medegedeeld:
Het ligt in de bedoeling de exploitatie van
de haven te Vlissingen op te dragen aan een
N.V., waarin naast het rijk de gemeente Vlis
singen, de provincie Zeeland, de Nederland
sche Spoorwegen, de Kamer van Koophandel
en Fabrieken te Middelburg, en eenige parti-
culiere maatschappijen zullen deelnemen. In
verband hiermede zal de medewerking van
den wetgever worden gevraagd, waaromtrent
nog overleg met de departementen van finan-
cien en justitie loopende is.
KONING WILLEM II.
Naar de Maasbode uit goede bron verneemt
hebben de erfgenamen van wijlen Z.M. Koning
Willem II, onder wie enkele leden van Duit-
sche vorstenhuizen, aan het gemeentebestuur
van Tilburg de vrije beschikking en het bezit
overgedragen van het door genoemden vorst
te Tilburg gebouwde koninklijke paleis.
In dit paleis is destjjds volgens beschikking
der erfgenamen de R. h. B. S. gehuisvest en
eonder hunne toestemming kon aan dit ge-
bouw geen andere bestemming worden ge-
geven.
Volgens de plannen van het gemeente
bestuur van Tilburg zal thans het voormalig
koninklijk paleis worden gerestaureerd als re-
presentief gebouw voor de stad met raads-
eaal, receptiezalen en kamers voor B. en W.
GEEN SOLLICITANTEN.
Voor de betrekking van hoofd der o. 1.
school te Kollumerpomp (Fr.) noch voor de
tijdelijk waarneming daarvan heeft zich een
sollicitant aangemeld. In overleg met den be-
trokken inspecteur van het lager onderwiis,
stellen B. en W. voor, het onderwijs aan die
school te schorsen.
KLOMPENMAKERSHOUT UIT RUSL YND.
Naar aan de Zutph. Crt. uit Dinxperlo ge-
meld wordt, heeft het comity van actie van
de klompenmakersbonden besloten, weer het
benoodigde klompenmakershout uit Rusland
te betrekken, omdat dit goedkooper en voor
grohdstof geschikter wordt geacht. In Mei zal
men een proefzending ontvangen. Wanneer
deze goed uitvalt, zullen meer bestellingen
volgen. Vodr den oorlog maakte men van dit
Russische hout reeds gebruik.
STUWADOORSWET.
Aan het V. V. der Tweede Kamer over het
wetsontwerp tot wijziging van de Stuwa-
doorswet (o.b. 8 Nov. j.l.) is het volgende ont-
leend
Sommige leden spraken er hun verwonde-
ring over uit (dat het wetsontwerp is inge-
diend op een tijdstip, waarop de haventoe-
standen slecht zijn en slechter worden). An
dere leden meenden, dat de indiening bij de
thans bestaande economische crisis niet tot
bezwaren aanleiding behoeft te geven.
Verschillende leden konden wel met doze
regeling medegaan, al zou een volledige om-
schrijving in de wet van den stuwadoors-
arbeid bij algemeenen maatregel van bestuur
verkieslijker zijn. Over het algemeen wordt
in deze wet te veel aan regeling bij algemee
nen maatregel van bestuur overgelaten. Ver-
scheiden leden juichten het toe dat de wer-
kingsfeer der stuwadoorswet aanmerkelijk
wordt uitgebreid. Andere leden merkten op,
dat door de voorgestelde regeling ook een
deel van het expeditiebedrijf onder de werking
van de wet wordt gebracht, hetgeen b.v. ten-
gevolge zal hebben dat de daaronder vallende
ondernemingen een hoogere ongevallenpremie
zullen betalen. Dit gaat naar hun meening te
ver.
Verscheidene leden oordeelden, dat regelin-
gen tusschen werkgevers en orbeiders onder-
ling beter en soepeler werken. In bepaalde ge-
vallen is een arbeid van tien uur onvermijde-
lijk. Het is in het belang van het bedrijf dat,
met betrekking tot het verleenen van de daar-
voor noodige vergunningen, geen moeilijkhe-
den worden gemaakt. Deze leden dachten
daarbij aan de toch reeds scherpe concurren
ce met buitenlandsche havens, met name
Antwerpen.
Andere leden merkten op, dat tusschen
Rotterdam en Antwerpen de strijd niet gaat
om den arbeidstijd. Het groot aantal onge-
vallen in de havenbedrijven gaf verscheiden
leden aanleiding aan te dringen op zoo scherp
mogelijke veiligheidsmaatregelen. De instel-
ling van veiligheidscommissies achtten ver
scheidene leden zeer gewenscht.
NATION ALE MAATSCHAPPIJ VAN
BELGISCHE SPOORWEGEN.
De correspondent der N. R. Crt. te Brussel
meldt:
In de Vrijdag gehouden bijeenkomst van
den raad van beheer der Nationale Maat-
schappij van Belgische Spoorwegen is mede
gedeeld, dat over 1930 een superdividend van
1 pCt. zal kunnen worden uitgekeerd.
Verder is besloten, voor de periode April
October 1931, slechts 50.000 ton steenkolen
in het buitenland te bestellen en zich, voor
de levering van ongeveer 1.050.000 ton tot de
Belgische mijnen te wenden. Ook zal een
bestelling van 12.000 ton rails bij de Belgische
en Luxemiburgsche Industrie worden gedaan.
EEN GIFT' VAN 50.000 DOLLARS VOOR
HET OPBO UWFONDS VAN PALESTINA.
Voor zijn vertrek uit Amerika, waar hij in
verschillende plaatsen wetenschappelijke
lezingen heeft gehouden, werd ter eere van
professor Einstein te New-York een banket
georganiseerd, waar de bekende Palestina-
kenner, de bankier Felix M. Warburg, een
bedrag van 50.000 dollar geteekend heeft voor
den opbouw van Palestina. Ook meerdere
groote giften werden bij deze gelegenheid ge-
schonken voor het Palestina-opbouwfonds
.Keren Hajesod".
HERMANN MI LLER, f
De oud-n'rjkskanselier van Duitschland, Her
man Miiller, is Vrijdagavond overleden.
Herman Miiller werd 18 Mei 1876 te Mann
heim geboren. Hij bezocht eerst aldaar en
later Dresden-Neustadt het gymnasium. Op
verlangen van zijn ouders werd hij daarna
leerling-koopman te Frankfurt aan Main en
later te Breslau. Reeds op 17jarigen leeftijd
sloot hij zich aan bij de sociaal-democratische
partij. Hij liet daarom in 1898 zijn koop-
manschap varen en werd redacteur van de
„Gorlitzer Volksiztg. te Gorlitz, waar hi'ji later
ook gemeenteraadslid werd. In 1916 werd
hij lid van het bestuur der socialistische par
tij in Berlijn. In den Rijksdag deed hij eerst
in 1916 zijn intrede.
Na de revolutie was hij eerste lid van het
executieve comitd en sinds het einde van 1918
van den centralen raad der Duitsche repu-
bliek.
In 1919 werd hij gekozen als afgevaardigde
ter nationale vergadering en in Juni 1919
werd hij op den partijdag te Weimar tezamen
met Wels tot voorzitter van de socialistische
partij gekozen.
B'ji de vorming van het kabinet Beuer, den
23sten Juni 1919 werd hij rijksminister van
buitenlandsche zaken, zoodat ook hij mede
het vredesverdrag van Versailles ondertee-
kende. In 1920 was ho eenige maanden rijks-
kanselier. Sinds den 20sten Juni 1920 echter
was hij uitsluitend werkzaam als voorzitter
der socialistische partij, totdat hij in Juni
1928 voor de tweede maal als rijkskanselier
een kabinet vormde.
In Juli 1929 onderging hij te Heidelberg
reeds een ernstige operatie wegens galblaas-
ontsteking, waarna hij eeniige maanden rust
moest nemen.
In Maart 1930 trad hi'j; geheel buiten ver-
wachting met het geheele kabinet af, daar
er imzake de financieele hervormingsvoorstel-
len van Moidenhauer met zijn eigen partij
geen overeenstemming te bereiken was.
EENZIJDIGE ONTWAPENING IN
DENEMARKEN
Toen in 1926 het eerste kabinet-Stauning
aftrad, nadat het Landsting (de Senaat) het
socialistische ontwapeningsprogram had ver-
worpen, heeft, schrijft de N. R. Crt., demis-
sionaire eerste-minister zijn partijgenooten
verzekerd, dat hij, als zijn tijd eens weer
mocht komen, dat program aanstonds weer
zou indienen.
Die belofte heeft brj gestand gedaan toen
in April 1929, met den val van het kabmet-
Madsen Mygdal, een vergelijk tusschen de
socialisten en radicalen tot stand kwam, als
gevolg waarvan het tweede kabinet-Stauning
optrad.
Thans, twee jaar later, staat de on_wape-
nin°*skwestie weer in het midden van den
politieken striid. Het Fclketing heeft het
ontwerp. dat den dienstplicht wil afschaffen
en de weermacht wil veranderen in een grens-
en een kustwacht, die voomamelijk politie-
aierusicen zunen verrichten, aangenomen, genjk
het trouwens ook in 1926 had gedaan.
In het Landsting echter hebben de verkie-
zingen van 1929 weliswaar de meerderheid,
waarover de oppositie in den Senaat be-
schikte, teruggdbracht tot 4 stemmen, rnaar
ze is er nog en het staat te bezien of het
kabinet ook daar zijn ontwapeningsprogram
kan doorzetten.
De oppositie, d. z. de eonservatieven en de
liberale boerenpartij zien in dit program een
schending van de verplichtingen jegens den
volkenbond om zoo noodig manu militari
mede te helpen aan sancties tegen een staat
die den vrede verstoort.
De voorstanders van het program, in de
eerste plaats dus de socialisten, voeren daar-
tegen aan dat de huidige weermacht zoo ge-
brekkig is, dat niemand in emst van Dene-
marken voor een Volkenbondsactie militaire
hulp, doch alleen oeconomischen en moreelen
steun kan verwachten.
Voor deze argumentatie nu schijnen enkele
leden van den linkervleugel der liberate
boerenpartij in het Landsting wel iets te ge-
voelen en naar verluidt zal Stauning zich tot
hen wenden om him steun voor het program
te krijgen. Dat zal natuurlijk niet gaan zon
der dat het kabinet water in zijn wat al te
rooden ontwapeningswir'n doet en het zal be-
langwekkend zijn om te zien hoever die ver-
dunning zal gaan.
Komt er geen vergelijk dan zijn er twee
mogelijkheden: een herhaling van de crisis
van 1926 en nieuwe verkiezingen met als in-
zet de kwestie der eenzijdige ontwapening.
Immers, als in Denemarken de weermacht
zooveel gebreken heeft als de socialisten
meenen, dan zijn er twee altematievenle.
ontwapening en erkenning, dat men weerloos
is en 2e. verbetering van 't geen niet deugt
en schepping van een weermacht die klein
moge zijn, maar toch voldoende om de neutra-
liteit van den staat te handhaven.
In een bewogen tijd als den huidigen tot
eenzijdige* ontwapening over te gaan lijkt ons
een hoogst roekeloos bedrijf, waarvan een
land dat ze invoert, vroeg of laat de wrange
vruchten moet plukken.
DE TUSSCHENTIJDSCHE VERKIEZING
VOOR HET LAGERHUIS.
De politieke partijen in Engeland hebben
schrijft de N. R. Crt. elk haar eigen
oneenigheden. Alle drie hebben zij te kampen
met middelpuntvliedende krachten, die het
moeilijk maken het verband met de uiterste
vleugels te bewaren. De arbeiderspartij en
de hberalen, wier belangen tot zekere hoogte
evenwijdig loopen, hebben dit euvel al aan den
lijve gevoeld doordat het kabinet jn het Lager-
huis herhaaldelijk in de minderheid is geble-
ven door tegenstemmen of absentelsme van
vele leden. De gevoeligste klap was in dit
opzicht de verwerping van het artikel uit de
kieswetnovelle, dat beoogde aan de vertegen-
woordiging der universiteiten in het parlement
een einde te maken. Op zichzelf was deze
nederlaag van weinig belang, maar zij haalde
een streep door de rekening van snelle af-
doening der novelle, die in hoofdzaak strekt
tot invoering van de alternatieve stem.
De methode van verkiezing in Engeland
schept namelijk dit onrecht, dat bij een drie-
hoekverkiezing, als dus de drie partijen can-
didaten hebben gesteld in een district, de can-
didaat die de meeste stemmen krijgt, ook
al brengt hij het niet tot de volstrekte meer
derheid, gekozen is. De kleinste partij, de
liberale, heeft daar het meeste nadeel van en
zou bij evenredige vertegenwoordiging aan
merkelijk meer leden in het parlement hebben
dan thans. Daar evenredige vertegenwoordi
ging in Engeland niet populair is, zijn libe-
ralen en arbeiderspartij overeengekomen, de
leemte aan te vullen door invoering van de
alternatieve stem, welke den kiezer het recht
geeft, behalve op den candidaat zijner keuze
nog zijn stem uit te brengen op den candidaat
die hij op edn na den beste acht.
Hoe deze nieuwigheid in de praktijk zal
werken, dient afgewacht, maar de liberale
leider Lloyd George verwacht er voor zijn
partij een belangrijke versterking van en is
op zijn achtersten zolder over de vertraging,
die de wetwording van de novelle thans onder-
gaat. De liberale whip, wiens oproep aan de
leden om alien op hun post te zijn en als 55n
man voor het_ ontwerp te stemmen zoo weinig
uitwerking heeft gehad, heeft al te kennen
gegeven dat hij de zweep er bij neerlegt en
Dinsdag zal de parlementaire liberale partij
bijeenkomen om dit en andere geschillen zoo
mogelijk in het reine te brengen. Het is te
voorzien dat in die bijeenkomst de spaanders
er af zullen vliegen en velen achten zelfs een
scheuring in de partij niet onmogelijk.
De tweespalt in de coniervatieve partij is
weliswaar minder ernstig, maar gaat met veel
gerucht gepaard dat uiteraard de aandach*.
trekt, omdat het gericht is tegen den partij-
leider Stanley Baldwin en best'endig gevoed
wordt door de krantenmagnaten Rothermere
en Beoverbrook, die dagelijks den volke kond
doen dat de officieele conservatieve politick
bezig is de partij en Engeland te gronde te
richten.
Hoe sterk de dissidente groep, die het on-
eens is met Baldwin's gedragslijn ten aanzien
van Britsch-Indie en van de oeconomische
politiek, eigenlijk is, valt moeilijk te zeggen,
maar het staat wel vast dat zij grooter is
dan het groepje om Churchill.
In verband met deze tegenstellingen werd
de tusschentijdsche verkiezing in St. George-
Westminster met groote belangstelling tege-
rnoet gezien. Het is een vast conservatief
district en de andere partijen hadden dan ook
geen candidaten gesteld. De strijd ging bij-
gevolg tusschen den officieelen partij-candi-
daat Sir Alfred Duff-Cooper en den dissident
Ernest Petter, die den luidruchtigen steun ge-
noot van Rothermere, een der twee dagblad-
koningen. Overigens was er niet veel ver-
schil tusschen de concurrenten, maar de stem
ming was een soort toets-wedstrijd voor of
tegen het leiderschap van Baldwin.
De officieele candidaat is zegevierend uit
den strijd gekomen en heeft zijn tegenstander
bijna 6000 stemmen achter zich gelaten. Uit
het feit dat Petter nog 11,532 stemmen heeft
gekregen, valt evenwel af te leiden dat er ook
een scheidingslijn loopt door het kiezerskorps,
dat blijkbaar niet immuun is voor de cam-
pagne tegen Baldwin.
Niettemin is diens positie door dezen uit-
slag gesterkt.
HET Z. B. S.
Donderdagmiddag hield het Z. B. S. hare
algemeene vergadering op de bovenzaal vaa
hotel ,,Du Commerce" te Ter Neuzen.
Voorzitter den heer M. van Fraaijenhove.
Van het bertuurslid den heer P. de Maat
was bericht ingekomen van verhindering.
De Voorzitter opende als volgt:
Mijne Heeren.
Het jaar 1930 was voor onze vereeniging
een jaar vi^i veel werk.
Wanneer we nu alles eens rustig overzien.
dan geloof ik te kunnen zeggen, dat we de
vuurproef hebben doorstaan, en dat er wer-
kelgK een tijd is aangebroken, dat er voor ons
ook in ons land een plaatsje is bevochten
waarop we recht hebben.
Van deze plaats past een woord van dank
aan alien, die daartoe hebben meegewerkt.
Aan ons bestuur en aan onze jury, denken
we daarbij in de eerste plaats. Niets was
hun te veel, en steeds is met lust en opge-
wektheid door beiden het werk verricht, dat
zich menigmaal uitstrekte tot in de residen-
tiestad.
Ook in het naburige Belgie is door hen met
kracht gewerkt om te komen tot het voorge
stelde doel, en we mogen het niet verheelen,
dat ook dat werk, bedriegen de teekenen niet,
eerlang met gunstig succes zal worden be-
kroond.
We denken ook aan onze controleurs, die
ook hun taak met lust hebben vervuld, en
alles doen wat maar even mogelijk is om ons
stamboek op goede basis op te bouwen.
Ook onze leden hebben dit jaar weer ge-
toond, dat ze begrijpen welk belang er schuilt
in het hebben van een goed georganiseerd
stamiboek in het fokdistriet dat zeker niet
van achter staat.
Ook enkele hoogstaande mannen hebben
ons het aan hun steun niet laten ontbreken.
Ook hen betuigen wij van deze plaats daar-
voor onzen dank.
We hopen, dat we in deze vergadering op-
gewekt en eensgezind ons werk zullen kunnen
verrichten.
Met dezen wensch open ik deze vergade
ring.
Daarna worden de notulen der vorige ver
gadering onveranderd vastgesteld.
De secretaris, de heer F. C. Zonnevijlle,
brengt het volgende jaarverslag uit.
Mijne heeren,
Het jaar 1930 was voor uwe vereeniging
een zeer bewogen jaar.
Uw bestuur heeft zeer hard moeten werken
en heeft onverpoosd op de bres moeten staan
die men trachtte in onze vaste muren te moe
ten aanbrengen.
We zouden wel mogen zeggen, het jaar 1930
heeft gestaan in het teeken der vergade-
ringen.
De vergadering waarvan wij reeds spraken
in onze vorige algemeene vergadering heeft
plaats gehad in den Haag op 3 Maart, in het
departement van Binnenlandsche Zaken en
Landbouiw, onder voorzittersohap van Z. Exc.
den Minister.
De Minister heeft ons daar de vraag ge
daan, die wij reeds hadden voorzien op onze
algemeene vergadering, of wij niet zouden
willen terugkeeren naar het N. T. S. Wij heb
ben daar het antwoord van uwe vergadering
op gegeven, n.l. dat wij dat nimmer zullen
doen, daarmede handelende geheel in uw
geest. Wel hebben wij ons volkomen gesteld
op het standpunt van den Minister en uitge-
sproken, dot wij ten alien tijde bereid zijn om
met het N. T. S. een federatie aan te gaan,
waarvan de basis zijn moet, het rustig biij-
ven voortbestaan van het Z. B. S. zooals het
door u is gevormd, zonder dat ook maai'
eenigszins aan ons bestaansrecht mag worden
getornd. Op dien grondslag waren we en zijn
we nog tot samenwerking bereid.
Bovendien hebben wij ons geheel gesteld op
het standpunt van den Minister, dat eene
samenkomst met de leidende personen van
het N. T. S. nuttig zou kunnen zijn. Wij heb
ben dan ook gaarne aan zijn verzoek vol-
daan en op 7 April eene samenkomst gehou
den met de heeren van het N. T. S., ook in
het departement van B. Z. en L., onder pre
sidium van Z. E. den Minister.
Door ons is als voorwaarde gesteld voor
het deelnemen aan die besprekingen, dat niet
getornd mocht worden aan het bestaansrecht
van het Z. B. S.
Deze vergadering vooral is nuttig geweest
voor uw bestuur.
Het is daarin door den voorzitter van het
N. T. S. uitgesproken, dat wij volkomen recht
hebben lid te zijn van het Z. B. S. Maar ver
der is daar gebleken, en door het N. T. S.
uitgesproken, dat het voor hen niet mogelijk
is een federatief verband aan te gaap met
het Z. B. S., omdat wanneer men dit zou doen,
er ook in Limburg een afscheiding zou plaacs
hebben. en men dus door zoo'n federatief
verband met het Z. B. S. zich zelf zou ver-
nielen.
Het N. T. S. heeft derhalve door zijn wci-
gering het eigen belang boven het algemeen
belang gesteld, en geweigerd zich te plaatsen
op het standpunt van den Minister.
Ook heeft men daar geweigerd op ons ver
zoek om erkenning van onze pedigrees.
Het mag echter in dit verband worden op-
gemerkt, dat het veel schijn heeft, dat men
nu van die laatste meening denkt terug te
keeren. Verschillende feiten toonen aan, dat
men aan den overkant min of meer toeschie-
telijker wordt, wat ons zeer verheugd en wat
ons hoop doet koesteren, dat men in dezen
langzamerhand een meer reeel standpunt gaat
innemen. Van onzen kant is in dat opzicht
ook in de heetste dagen van strijd alles ge
daan wat mogelijk was om de pedigrees van
het N. T. S. de waarde toe te kennen die zij
werkelijk hebben. Hierin schuilt naar ons in-
zicht wijze politiek. Door het blijven weige-
ren van de erkenning der pedigrees van het
Z. B. S. waarvan vele kleine fokkers lid zijn,
onderstreept men op bedenkelijke wijze het
argument dat ook bij onze oprichting naar
voren is gekomen, dat men met een groote
organisatie alleen voor de grooten werkt, en
de kleinen het liefst aan hun lot overlaat.
In dezen democratischen tijd voert zoo'n
standpunt allicht tot het inzicht dat de klei
nen slechts goed zijn zoolang ze de grooten
helpen met allerlei opofferingen. Doch men
voelt ook dat de tegenwoordige constellatie
dwtngt met zoo'n standpunt te breken.
Op 13 Nov. had na onze oprichting de eerste
vergaaering plaats ingevolge art. 20 van het
Kon. Besl. van 14 Aug. 1922.
En hoewel als oorzaa.k van het sinds 1927
niet houden van die vergadering officieel is
opgegeven, dat er geen stof voor aanwezig
was, bleek de agenda zeer uitgebreid.
De vergadering heeft gestaan in het teeken
van strijd tusschen enkele meeningen, waar
van wel de voomaamste was, de mogelijkheid
om van de stamboeken af te nemen de be-
voegdheid tot goedkeuren der hengsten.
Door uw 'bestuur is krachtig aangetoond,
dat het niet mogelijk is met de wet in de
hand om een eenmaal gegeven recht weer af
te nemen. Zelfs niet na eventueele wets-
wijziging. daar een wet nimmer terugwerken-
de kracht hebben mag, op grond van de
Algemeene Bepalingen.
Verder is er meer dan ddn lans gebroken
om te komen tot een regeling waarbij in den
vervolge alleen zal worden gekeurd met een
Rij-kscommissie op de hengstenkeuringen.
Van verschillende zijden is men het met dat
denkbeeld eens, en ook Uw bestuur heeft zich
bereid verklaard haar keuringscommissie
buiten werking te stellen, wanneer ons stam
boek in de Rijkscommissie zal zi_n vertegen
woordigd, en wij hebben niet geschroomd aan
te toonen, dat dit voor een Rijkskeuring de
meest legale toestand zal zijn.
Evenals het N. T. S. wachten ook wij met
snann'ng af wat het gevolg zal zijn van de
besprekingen die over dit punt hebben plaats
gehad.
Pijnlrjk doet het aan steeds weer, en dat
nog wel op officieele vergaderingea te
moeten hooren, dat ons werk als afval wordt
beschouwd, ja zelfs als bedrog wordt aange-
merkt, en dat nog wel door hen, die ons be
staansrecht ten voile hebben erkend.
Het is zoo!
Zij die van onder den druk uit willen
komen, zich daartoe vereenigen en zich tn-
spannen voor eigen organisaties en eigen
economisch voordeel, worden als bedriegers
gescholden, als misleiders. Toch dat hebben
ook de kleine luiden ondervonden. Maar bij
volharding, wordt dat wel anders. Ik hoorde
het de groote Anseele in Gent eenmaal zeg
gen: Bij het ontstaan der partij de sociaal-
democratie in Gent, werd ik gescholden voor
bedrieger en misleider, en gooide men mij met
rotte appelen, en dezelfde heeren nemen nu
den hoed voor mij af. Er is niets nieuws
onder de zon. Maar dat men durft beweren
dat ens werk voert tot nationale oneer, dat
is een uitlating, die den zegger zelf karakteri-
seerd. Werd ze ons niet over de Nederland
sche grenizen toegeroepen, we zouden er ons
meer aan ergeren.
Wat baselt men van nationale oneer!
Dat is nationale oneer, dat een groot stam
boek, met alle middelen ruim voorzien, alle
export naar andere landen laat verloren gaan,
door verkeerde inzichten en reglementen en
keuringen. Dat is nationale oneer, dat men
een nijver deel van het Nederlandsche volk,
werkend aan den zelfkant van het land, met
zulke speciale belangen ook tegenover het
buitenland, tracht buiten te sluiten buiten den
inlandschen handel, tracht te vangen door den
broodval. Maar deze dingen zullen zich
wreken, en dan zal niet de schuld te werpen
zijn op die kleine luiden die strijden voor eigen
belang in plaats van voor het belang van
enkelen, maar op hen, die tegenover deze
kleine fokkers, de nationale oneer durfden
in het gareel brengen!
Wat moet men verwend geraakt zijn, om
maar steeds te doen alsof men het goed recht
van ons fokkers niet begrijpt om zelf aan te
pakken wanneer men niet naar ons wilt
luisteren. Is dat dan toch zoo moeilijk?
Ons ledental is in 1930 met drie vermin-
derd tegenover het vorige jaar. De tijds-
omistandigheden waren oorzaak, dat het *an-
tal ingeschreven veulens iets verminderde.
Bij enkele onzer leden werden minder veu
lens geboren dan gewoonlijk. Zoowel verwer-
pen als gustblijven was hiervan de oorzaak,
terwrjl ook moet opgemerkt worden, dat bij
velen een kleiner getal merries was gedekt.
De afdracht dekgelden is zeer vooruitge-
gaan. Dit is het gevolg van het groeiend aan
tal Z. B. S.-hengsten, die voor den dekdienst
zijn goedgekeurd.
De statistiek is in dezen zeer interest;ant.
In 1929 dekten in Zeeland 6 Z. B. S.-heng
sten totaal 374 merries; in 1930 dekten in
Zeeland 11 Z. B. S.-hengsten in totaal 582
merries.
Dit geeft een vooruitgang van rond 60
Deze vooruitgang in een tijd, dat de dekkin-
gen in onze provincie zelfs met over de dui-
zend merries verminderden, toont duidelijk
aan, dat het Z. B. S. op gezonde basis voort-
werkt.
In de dekkingen uwer hengsten, laat dat
niet vergeten worden, ligt de groei van uw
stamboek. Een opwekking hieraan te denken
zal naar ik hoop wel niet noodig zijn.
De veulenkeuring te Biervliet wa3 een
bewija van de opbloei der fokkerij in die stre-
ken als gevolg van de werking van ons stam
boek. Men is daar met een besten Avenirzoon
op den goeden weg.
Het zal noodig zijn in heel ons rayon te
komen tot veulenkeuringen. Daarvan gaat
een groote kracht uit en vooral in het inge-
treden jaar, waarin naar alles zich laat aan
zien, de veulens een begeerd handels-object
zullen vormen, zal van die keuringen ook een
groot voordeel voor den afzet uitgaan.
Er is in ons werk vooruitgang. Er ttntelt
leven.
Wij denken met grooten dank aan den
steun die wij van verschillende leden d-.r
Tweede Kamer mochten ondervinden. Ook
van andere vooraanstaande zijde werd ons
steeds gaarne hulp verschaft. Dat is noodig
gebleken.
Het aantal in het hulpboek opgenomen
paarden liep iets terug. Dat is de logische
gang van zaken. Maar het valt niet te ont-
kennen, dat steeds duidelijk uitkomt, dat de
mogelijkheid van inschrrjving in het Hulp
boek, voor vele kleine fokkers van zeer groot
belang is.
De handel liet in 1930 nog steeds te wen-
schen over. Echter zij meegedeeld, dat veel
onzer veulens met onze papieren naar overig
Nederland zijn verkocht, ook enkele beste
fokmerries vonden naar daar gretig afzet.
Ook verscheidene van onze veulens met een
besten Belgischen hengst als vader vonden
gretig afzet naar Belgie. Het wordt door uw
bestuur verwacht, dat 1931 in dit opzicht
voor ons stamboek voordeelig zal zijn.
We willen in dit verband met nadruk aan-
dringen op het laten inschrijven van alle ge
boren veulens en op het aanhouden van alle
hengstveulens van goed model en afkomst.
Met vreugde mogen we allerwege constatee-
ren, dat de paardenhandel zoo goed als de
crisis voorbij is. Was er onder de koopers
meer kapitaal beschikbaar, en waren de ver-
koopers niet door geldzorgen menigmaal ge-
dwongen aan lageren prijs te verkoopen, ge
kunt er u van overtuigd houden dat de prij-
zen onzer producten zich op een merkelijk
hooger niveau zouden bewegen.
Laat ons moedig voorwaarts gaan.
De heer Zonnevijlle wordt onder applaus
dank gebracht voor zijn keurig jaarverslag.
Daarna wordt de begrooting voor het
dienst.jaar 1931 goedgekeurd.
Periodiek zijn als bestuurslid aan de beurt
van af treden de heeren: H. A. Suif, A. Leen-
houts en L. A. C. van Esbroeck. Door het
bestuur zijm de volgende tweetallen opge-
maakt H. A. Suij, C. Verdonck; L. A. C. van
Esbroeck, aftr., Th. Verbiest; A. Leenhouts,
aftr., W. P. Dhondt.
De drie aftredende heeren worden alien
herkozen. De heer Suij neemt zijn henbe-
noeming aan onder dank, terwrjl de andere
heeren in kennis zullen worden gesteld.
Vervolgens komt aan de orde: Verkiezing
jury-lid voor de keuring van hengsten.
Aftredend is de heer H. A. Suij, als tegen-
candidaat is gesteld, de heer C. Verdonck.
Aftredend zijn als plaatsvervangers de
heeren D. Fassaert en M. Dieleman, terwijl
deze heeren met Jul. Vereecken en Jan Die
leman Azn. worden voorgedragen.
Benoemd worden de heeren Suij, Fassaert
en M. Dieleman, welke hun herbenoeming
gaarne aanvaarden.
De heer Mangnus is er tegen het over-
schrijven van merries op f 2,50 te bepalen in
verband met de tijdsomstandigheden. Wij
hebben vele leden noodig en daarom is het z.i.
gewenscht dit niet te hoog te stellen.
De voorzitter meent, dat de historie heeft
geleerd, dat overschrijvingen weinig plaats
hebben voor f 2.50. maar ook weinig voor
1, hetgeen voor 1 jaar werd aangenomen.
De heer F. Dekker wil er allereerst op
wi-'izen. dat het bestuur bettr dan de leden
z"l weten, hoever de zaken staan ten op
zichte van de erkenning van het Z. B. S. door