Tor Neuzensche Courant Tweede Blad. 8 I H N E W L A N P Maandafl 16 Maart 1031. No. 8656, GEMEENTERAAD VAN HOEK. VAN GEMEENTE- EN KIJKSSTEUN AAN KLEINE VLASSERS. Ingevolge het besluit, genomen in de ver- gadering van den R. K. Vlasserbond in Wes- telijik Noord-Brabant, die vorige week te Noordhoek (gemeente Standdaarbuitenwere! gehouden, zijn aan diverse gemeentebesturen en aan het Rijk verzoeken gericht, om aan de kleine vlassers eenzelfden steun in eigen be drijf te verleenen als aan de vlasfabrieken e Steenbengen en Zevenbergen, n.l. in totaai 55 In Zevenbergen is thans de toezeggmg tot steun van het Rijk binnengekamen, waarna ook het gemeentebestuur steun heeft toege- zegd. In deze gemeente is de hulpverleening aan de kleine vlasindustrie dus reeds tot stand gekomen. VOLKSBOND XEGEN DRANKMISBRIJIK. Aan het jaarverslag 1930 van den 1 ol^s" bond tegen drankmisbruik ontleenen wij, dat in het afgeloopen jaar wederom drie ontspan- ningslokalen werden geopend voor de arbei- ders bij de Zuidenzeewerken; in totaai zijn er daar nu tien, die zich alle in een druk bezoek mogen verheugen. Het toezenden van boeken, platen en tijdschriften voor de duizenden arbeiders bij de Zuiderzeewerken wordt zeer op prijs gesteld. In Rotterdam opende de afdeelimg van den volksibond een koffiehuis op den Bchiedam- schedijk en een op Katendrecht, speciaal voor zeelieden. Een oniderzoek ingesteld naar het bezoek aan de cantines op den Schiedamsche- diik aan de Delistraat en aan de Rntahaven heeft uitgeiweizen, dat in het verslagjaar bijna 40 000 zeelieden van allerlei nationaliteit, die lokalen bezochten. Gezien dit drukke bezoek is het bestuur van oordeel, dat er te Rotter dam behoefte bestaat verdere uitbreiding te geven aan de voor zeelieden bestaande ont- spanningsgelegenheden en is het ijverig werk- zaam om daartoe te geraken. Te Amsterdam bestaan achttien Rome- huizen en arbeiderscantines van den Volks- bond, waarvan de exploitatie den invloed van de minder gunstige tijdsomstandigheden on- dervond. Het aantal leden, dat voor den oorlog ruim 20.000 bedroeg, is geleidelijk gedaald toi bijna 15.000. KAMER VAN ItOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE TER NEUZEN. In de Zaterdag j.l. alhier gehouden alge- meene vergadering der Kamer van Koop- handel en Fabrieken voor Zeeuwsch-Vlaande- ren werd door den voorzitter, den heer J. A. van Rompu de volgende rede uitgesproken: Mijne Heeren, Nu we voor de eerste maal in dit jaar bijeenkomen, is het mij een voorrecht u weer welkom te kunnen heeten in denzelfden kring waarmede we het vorig jaar zijn ingetreden, en dit beeinidigd hebben. Ik wensch U al en geluk zoowel voor uzelf als in uwe farfulie, in uw zaken, bedrijf of ambt, en hoop, dat bet alien in dezen jaarkring wel moge gaan. Ik voeg hieraan toe de hoop, dat ons weer de krachten en het noodige ibeleid zullen wor- den geschonken, om als leden van dit college de belangen die aan onze zorgen zijn toever- trouwd naar behooren en met het juiste door- zicht te behartigen, en dat onze bescheiden pogingen onder Gods Zegen ZU I mogen strekken tot bevordermg van de wel- vaart onzer streek in het bijzonder, tot wel- zijn van ons vaderland in het algemeen, en dat we spoedig het einde zullen mogen be- leven van den zwaren druk waaronder bijna de geheele wereld in economisch opzicht ver- keert. En wanneer ik, mijne heeren mijne wen- schen aldus beeindig, kom ik terstonf in het vraagstuk, dat thans de grootste aan- dacht vraagt van de verantwoordelijke regee- ringspersoneh in de meeste landen: de econo- misc^e crisis, daling in den omzet van het ge produceerde, daling van prijzen benedenpro- ductiekostein, werkloosheid van duizenden j duizenden, een toestand, zooals men die mm- mer heeft gekend^.^ ge_ Tal van wijd aan den oorsprong der crisis, met uiteen- loopende meeningen omtrent de oorzaken. Ik zal mij daarin niet verdiepen. Dit kan uit wetenschappelijk oogpunt nut kebben, maar het helpt er ons niet uit, en juist dahrvoo worden nog geen afdoende middelen aan e hand gedaan. We dienen daarom paraat te blr'lven om te kunnen medewerken, aan he. maatsohappelijk herstel, indien we van oor deel zijn in die richting iets te kunnen tot stand brengen. Overigens hebben de omstandigheden jammer genoeg ruimschoots bevestigd de overtuiging die ik reeds vorige jaren m mgn overzicht uitsprak, dat, ook indien kon ge- sproken worden van een oplevmg van handel en Industrie in het algemeen zoowel alsi vm b-"drijven in het bijzonder, het mi] toch steed, toescheen, dat dit een schijn-welvaart was zonider vasten ondergrond, die weer even spoedig kon verdwijnen als ze was en dat ik daarom het vorig jaar, verschillenide opziohten op lichtpunten moest wijzen, meende te moeten spreken van „getemperd" optimisme. Ik heb de vrees uitgesproken, dat de crisis, die toen m e Vereenigde Staten izijn intrede had gedaan, niet zonder meer ook over ons land, over onze streek zou voorbijgaan, doch nimmer heb ik kunnen vermoeden, dat zip van z66 ingrijpen- den aard zou worden, in het bijzonder voor het gebied onizer Kamer, waarvan. de land- bouw de voomaamste bron van bestaan uit- maakt, nadat ik twee jaar geleden juist van een verlichting van den toestand had meenen te kunnen spreken, in verband met de toen zoo gunstige uitkomsten van dienzelfden landbouw, welke nu, ook in verband met de prijzen der landibouwproducten op de wereld- markt, voor vers chill ende producten niet meer loonenid is, en waarvan het de vraag is, of zij zelfs met niet onbeduidenden regee- ringssteim nog in staat zal zijn bepaalde hoofdproducten te teelen. Die ongunstige omstandigheden zullen nun stempel zetten op het geheele economisch leven onzer streek, aangezien tal van middel- standers en werklieden afhankelijk zijn van de welvaart der landbouwbedrijven, zooals onze Kamer in hare adressen aan de Regeermg en aan de beide Kamers der Staten<leneraal duidelijk heeft uiteengezet, en te meer een ongunstigen invloed hebben, daar ook de an- dere bronnen van ons bestaan, verschillende industrieen en de scheepvaart onder den in vloed van de malaise verkeeren. Uit het land van waar het eerst de crisis- berichten kwamen, werd dezer dagen van eenige opleving gesproken, moge deze verder voortgaan en door sterke Westenwinden gedreven ook spoedig onze landpalen be- reiken. Wat het gebied der Kamer betreft, waren de gevolgen der depressie in den loop van het jaar nog niet zoo erg voelbaar. behoudens dan voor den landbouw, die ook reeds het jaar te voren, ondanks een bijzonder goeden oogst door lage prijzen ongunstige resultaten boekte. De opleving die in 1929 was ingetre den door het bouwen van het groote fabrieks- complex der „Compagnie Neerlandaise de 1'Azote" te Sluiskil, hetgeen zeer vele werk- krachten vorderde, met het gevolg, dat in Zeeuwsch-Vlaanderen niet alleen geen sprake meer was van werkloosheid, doch daar ook vele buitenlanders bij den bouw en de mon tage werkzaam waren, werd vrijwel het ge heele afgeloopen jaar bestendigd. Die bedrij- vicheid, dat werk voor alien, was van goeden invloed voor den middenstand. Eerst na de voltooiing van den bouw der fabriek. ge- paard met den inmiddels door den landbouw ondervonden enormen terugslag, trad in de laatste weken van het jaar een zeer uitge- breide werkloosheid op. In verschillende ge- meenten steeg het cijfer der werkloozen tot vroeger nooit gekende getallen. De hiervoren gememoreerde bedrijvigheid gedurende het jaar, aangevangen in 1929, was zeer vermoe- delijk oorzaak, dat de in de vorige jaren ge- constateerde achteruitgang der bevolking van Zeeuwsch-Vlaanderen niet alleen tot stilstand kwam, doch dat deze vooruitging. Was in 1929 de achteruitgang nog 131 hetgeen ik beschouwde als een normaal verloop, wegens den trek van het platteland naar de steden thans steeg de bevolking van 82.297 op 1 Januari 1930 tot 82.894 op 1 Januari 1931, een vermeerdering van 597 personen. Zij kwam daarmede weer op het peil van 1927, toen het aantal 82.881 bedroeg. Wel is er ech- ter nog eenig verschil in het verloop der be volking bij de gemeenten onderling te consta- teeren^ Zoo bijv. steeg van 20 gemeenten het cijfer, van 15 daalde het. De grootste toe- name wees Axel aan met 223, Ter Neuzen met 216, Breskens met 78, Zuidzande met 78, Hontenisse met 47, Hoek met 46 en Zaam- slag met 31 personen. De sterkste afname was te constateeren te Sluis 74, voorts te Hoofdplaat 66, Clinge 46, Hulst 31. Hieruit valt wel eenigszins af te leiden, dat een ver- plaatsing naar het industrie-centrum heeft plaats gehad. De verwachtingen door velen wel in overdreven mate gekoesterd dat het indus trie-centrum door de vestiging der nieuwe industrie in zeer ruime mate blijvend zou bij- dragen tot werkverruiming, werden aan het eind van het jaar, toen de eigenlijke exploi tatie begon, niet vervuld. Vooral wekt het teleurstelling, dat ongeschoold personeel uit het buitenland aan het werk wordt gehouden, met voorbijgaan van de Nederlandsche werk lieden, waarvan er nu talloozen werkloos zijn. Het is een uiterst teere zaak, om zich te men- gen in de zaken van een particular bedrijf, maar toch meen ik, dat de opmerking op zijn plaats is, dat, indien een dergelijke gedrags- lijn zonder een bepaalde economische of technische reden wordt genomen, deze niet tactisch is te noemen, en vooral onder de huidige omstandigheden, prikkelend moet werken en aanleiding kan worden tot ge- spannen verhoudingen met voor het algemeen belang minder goede gevolgen. Zulke sympto- men zijn er reeds. De gekoesterde vooruii- zichten zijn er ook niet beter op geworden, sinds de productie der stikstofmeststoffen ook te kampen kreeg met een te veel, het geen de belanghebbenden tot een overeen- komst dreef om de productie te beperken, waardoor deze nieuwe inrichting ternauwer- nood op de helft harer capaciteit kan wer ken, terwijl het ook nog een open vraag is, wat de in nood verkeerende landbouwers als meststoffen zullen afnemen. Mijn algemeene beschouwingen hebben mij gebracht op het terrein van edn onderneming, als gevolg van de omstandigheid, dat hare i stichting zeer diep ingreep in het economisch leven van onze streek. Ik wil thans mijn blik laten gaan over verschillende terreinen. Daarbij staat het is een overzicht over het vorig jaar gelukkig nog niet alles in mineur-toon, al bleven nog verschillende wen- schen die door de Kamer ter bevordering van de belangen van ons gewest worden gekoes terd, onvervuld. De loodsgelden voor de haven van Ter Neu zen zijn nog steeds een kwestie, zonder veel uitzicht op een gunstige oplossing, al zijn daarvoor in de Staten-Generaal reeds her- haalde malen pleidooien gehouden. Een licht- punt is misschien, dat ook de groote Neder landsche havens, Amsterdam en Rotterdam zich deswege gaan roeren. Weer moet gezegd worden, dat eveamm tot oplossing kwam de kwestie der electrifi- catie der kanaalbruggen te Sluiskil en Sas van Gent. Bij vernieuwing moet ik betreu- ren, dat die kwestie onopgelost blijft als ge volg van den internationalen politieken toe stand. Het getuigt toch niet bijzonder van welwillendheid, tegen ons, indien gebrek aan medewerking bestaat over dergelijke kleine kwesties, die toch evenals andere zaken het kanaal GentTer Neuzen betreffende, wel zouden op te lossen zijn, zonder eenigen in vloed uit te oefenen op de aanhangige groo- tere politieke vraagstukken. In tegenstelling met die houding ten onzen opzichte meen ik ,dat zeer gunstig afsteekt die van de Nederlandsche autoriteiten, met name die van den Waterstaat, die, toen de groote Westsluis op 12 October 1930 onklaar geraakte, waardoor de zeevaart op Gent zeer ernstig gestoord werd, onverwijld de meest krachtige maatregelen nam tot herstelling der schade en dit ook binnen den tijd van 18 dagen wist klaar te spelen, daarmede een stuk kranig werk leverende. Jammer genoeg, schijnt men ten Zuiden der grens nog steeds niet overtuigd, dat het electrisch bewegen der kanaalburggen, ook der zeer drukke scheepvaart op Gent zou ten goede komen. In den loop van het jaar zijn de losplaatsen te Ter Neuzen uitgebreid met een paar hon- derd meters kademuur, een verlenging van de steigers der z.g. nieuwe kade, welke zeer te stade zal komen. Evenwel gaat ons ver- 1 an gen uit naar de uitvoering van het van wege den Rijkswaterstaat ontworpen plan voor het maken eeher nieuwe kanaalhaven, wegens de dringende behoefte die bestaat aan uitbreiding der los- en laad- maar ook vooral van opslagplaatsen. Met de uitvoering van het eerste gedeelte van dat plan, zou de haven van Ter Neuzen voor een afzienbaren tijd ge- holpen worden. Thans moeten voortdurend ver zoeken om plaats voor lossen en opslaan van koopwaren worden afgewezen. Dit is, vooral in een periode van werkeloosheid te betreu- ren, maar bovendien nadeelig voor het ver- keer op den haven. De klant kan niet wach- ten: bij zoekt elders relaties, met de kans dat hij, daar goed bediend wordende of er instal- laties gesticht hebbende ook blijft. Na den gemeenteraad van Ter Neuzen hebben ook de Provinciale Staten van Zeeland de van wege den Minister van Rijikswaterstaat in de kosten van uitvoering gevorderde toijdrage gevoteerd. Het werk zelf was op de Staats- begrooting geplaatst, doch nog slechts met een memoriepoat. Dankhaar kan ik er aan herinneren, dat verschillende leden der Tweede Kamer bij de behandeling der Water- staatsbegrooting een lans hebben gebroken voor de spoedige uitvoering van dit haven- plan, nl. de heeren Dockefeer, Krijger, Drop en Prof, van der Bilt. Moge het den Minister, dien de steun die van verschillende zijden aan het ontwerp van zijn Departement werd ver- leend wel aangenaam zal zijn, spoedig kun nen gelukken dit tot uitvoering te brengen. Het zou voor de moeilijke tijden die we ook in Zeeuwsch-Vlaanderen beleven, zeer goed te stade komen een dergelijk werk uit te voeren, doch het zou ook een bron van voortdurend inkomsten vormen, door de uit breiding van werkgelegenheid die er het ge volg van kan worden. Voor de haven van Ter Neuzen bleef even- eens onopgelost de kwestie der speciale spoor- wegtarieven, een zaak, waarbij we geheel af hankelijk izijn van met de Belgische Regeering Vosren oniderhandelingep.. We zullen dar.r- omtrent moeten afwachten, of onze Regee ring die te eeniger tijd als tegenprestatie voor een aan Belgie te verleenen welwillendheid zal kunnen bedingen. Een ruil-object ligt bij na voor de hand. De Gentsohe haven heeft voor hare ontploohng medewerking noodig der Nederlandsche Regeering. Wij daaren- tegen voor een herstel van den vroegeren toe stand de medewerking der Belgische regee ring. Die kwestie schijnt heel eenvoudig. Zij zou het wellioht ook zijn, indien het alleen Gent en Ter Neuzen betrof. De polemieken die in de Belgische bladen over die kwestie worden gewoerd toonenechter aan, dat de haven van Gent in eigen land emstigen tegenstand ondervindt bij hare pogingen om van de Regeering te Brussel te verkrijgen. dat de medewerking van Nederland zal wor den ingeroepen voor het bouwen der in het belang der Gentsche haven zoozeer noodige tweede groote sluis en de verruiming van het kanaal. De vaart op Gent is dermate toege- nomen dat deze, wanneer de noodzakelijike voorziening uitblijft, ten slotte zal vastloopen. Het is niet denkbeeldig, dat de tegenstand die vooral van de Sinjorenstad aan de Schelde uitgaat, niet alleen uit politieke overwegingen wordt geleid, doch dat men daar ook met leede oogen den sterken bioei van de Gentsche haven waameemt en dit op deze wijze ook tracht te remmen. Overigens zal, indien het te eeniger tijd tot onderhandelen komt over dit onderwerp, zaak zijn goed toe te zien. Als goede kooplieden trachten de Belgen uit alles te halen wat er uit te halen valt en men moet daartegenover dus evengoed koopman trachten te zijn. Er zijn teekenen die er Op wijzen, dat Gent sche belanghebbenden, toon zij bij hun eigen regeering geen troost vonden, hebben ge- tracht Nederlandsche belangstellenden voor hun belangen te interesseeren. Daarbij werd het belang dat Nederland zou hebben by een nieuwe en groote sluis, wel wat te sterk be- licht, en is dat ook onder het oog gebracnt. In een puiblieatie van den heer Jan Borluu verschenen te Antwerpen, werd hetzelfde naar voren gebracht, om te betoogen, dat Nederland, met het oog op de zeer groote be langen die het Nederlandsch gedeelte er b] hac° een aanzienlijk bedrag in de kosten zou behooren bij te dragen. Het valt met te ont- kennen. dat van die werken door Nederland ook mede zou kunnen geprofiteerd worden maar een behoefte zijn die werken voor ons niet. In den laatsten tijd Ijeeft men er blijkens enkele dagbladartikelen Jweer iets anders op °-evonden Men zou er toe kunnen overkomen, om als ruilmiddel aan Ter Neuzen weer terug te geven de speciale spoorwegtaneven, maar. dan zou de Nederlandsche Regee ring zich moeten verplichten om voor Ter Neuzen haven- en kadegelden in te v°eren' anders wordt Ter Neuzen bevoorrecht boven de- Belgische havens, en noemt men dat oum- ning (van havenkosten). Ik wil opmerken dat°dezerzijds gevraagd wordt, herstel van den voor-oorlogschen toestand, toen evenmrn haven- of kadegelden bestonden, en Ter Neu zen evenmin Gent of Antwerpen overtroefde. Trouwens, dat ligt ook niet in de hedoelmg. Men is met een bescheiden verkeer tevreden. Maar wat nu die bawering over dumping be treft is het wel vreemd, die van Belgische ziide te hooren, aangezien men dddr juist verschillende dumpingsmaatregelen neemt, om de Belgische havens kunstmatig te be- voordeelen. In de eerste plaatS zU gewezen on het loodsgelid, dat vastgesteld s op het beginsel van gelijkheid met dai voor de Nederlandsche havens aan de Sche.de, w e k. beginsel men thans ontduikt, door de ciausule op zij te zetten en het loodsgeld voor de Belgische havens te berekenen in P^P^" francs, of ongeveer een zevende van het taruf dat het zou behooren te zijn. Dan wijs ik nog voorts op het gratis slee per naar en van Dordrecht, de toeslag op - ■heepvaart. In het licht van zulke feiten bestaat toch zeker geen aanleidmg om te spreken van dumping, indien de haven van Tep Neuzen evenals alle rijkshavens in o land vrij is van hawengeld. Er bli]kt echte wel uit, dat men nog niet tot elkaar gekomen is en uitkiiken de boodschap olijft. Een andere zaak die onze beiangstelling had, ni die van kanaliseermg van Zeeuwsch Vlaanderen is nog geen stap verd®r en (ie huidige toestand zal daarvoor wel me gunstig zijn. eventmin als dit het geval za S voor het stand komen van de nog nader ontworpen plannen voor uitbreiding der tram lijnen in ons gewest. De stoombootdienst op de Wester-Schelde onderging verschillende verbetenngen, terwijl nog eenige van groote beteekems in uitvoe- ring zijn. Voor wat betreft het mateneele zij aangestipt het bestellen eener tweede groote veerboot voor den dienst Vlissingen Breskens, het besluit der Staten om ook een dergelijk schip, zij het van klemer afmeting, te bouwen voor Walsoorden-Hansweert, de verbeteringen aan het steiger te Walsoorden door een vierde getijbrug en het aanbrengen van losse kleppen, en ten slotte het maken eener nieuwe aanlegplaats met ponton en brug te Hoedekenskerke, welk werk werd aangevangen. Verkregen werd een aanmer- kelijke verlaging van het vrachtgoederen- tarief, dat nu onlangs nog is gevolgd door een aanzienlijke verlaging van het tarief voor het overzetten van auto's, en invoering van eendaagsche retourbiljetten met 33 G kor- ting op de gewone vracht. Al is hiermede nog niet aan alle wenschen voldaan. zoo blijfct toch, dat we steeds gaan in de goede rich- ting. Ik wil hierbij nog aanstippen de groote verbetering die is tot stand gekomen in de verzending naar en de bestelling der post m Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen in den mor- gen. Dit constateerende, moet ik mijn spijt uit- drukken, dat het met het verbeteren van de wegen te land niet in hetzelfde tempo is ge- gaan De oorzaken daarvan, de omstandig heid dat men daarvoor de medewerking van zooveel corporaties, besturen en personen noodig heeft, is nog onlangs breedvoerig in de Kamer besproken. Ik wil de hoop uitspre- ken dat de toekomst hierin verbetering zal orengen en dat het verzoek dat de Kamer deswege tot de Staten van Zeeland heeft ge rieht als andere middelen falen daartoe de stoot moge geven. Bij de voortvarendheid die het gemeentebe stuur van Ter Neuzen aan den dag legt voor de verbetering van straten, ook voor het aan- leggen van goede doorgaande wegen, is het binden ook de beide straatjes in de Hoeksche wei te beklinkeren en hij daartegen is. De heer J. A. MEERTENS deelt mede, een hard voorstander te zijn van verbetering. Vroeger toen ik wethouder was waren wij ge- woon boven den post voor grind en macadam een post uit te trekken van 1700 voor ver betering van wegen, en werd daardoor de be- grooting niet bezwaard. Ik ben er niet voor te verwachten dat dit niet zal rusten, tot ook te vinden dit werk te doen uitvoeren boven het verkeersobstakel over den Oostelijken j het gewone werk, aangezien de ernstige cri- kanaalarm is vervangen door een brug vol- doende aan het tegenwoordig verkeer. Al mocht ik daaromtrent in den laatsten tijd j niets vememen, zoo druk ik toch de verwach- ting uit, dat dit plan niet is opgeborgen. Komende tot de resultaten van het haven- bedrijf zij medegedeeld, dat de bedrijvigheid over het algemeen iets minder was dan het jaar te voren. Die bedrijvigheid hangt ook af van de soort der lading, de eene vergt veel, de andere weinig werkkrachten. Er kwamen binnen 196 zeeschepen, met een inihoud van 151.162 reg. tonnen en 2858 bin- nenvaartuigen meit een inhoud van 580.652 leg. ionnen hier lading aanbrachten, terwujl 2588 binnenvaartuigen metende 655.064 reg. tonnen van Ter Neuzen met lading vertnok- ken. Blijkens de gegevens van het Oentraal Bureau voor de Statistiek was het totaai van het haven-verkeer (in- en uitvoer) te Ter Neuzen (w.o. Sluiskil) ter zee 521.086, langs de rivieren 733.299, samen 1.254.385 tonnen, welke cijfers over het jaar 1929 waren resp. 722.816, 555.974, samen 1.278.790 ton. Van over zee werd minder aangevoerd hout, steen- kolen en ijzer, terwijl ook minder waren de uitvoer van steensoorten en gemengde ladingen. Hoewel de vaart voor de groote zeevaart gedurende ongeveer 2 weken geheel gestremd was, hetgeen op het verkeer wel van invloed was, gingen de cijfers van het havenverkeer voor Gent weer omhoog. Er kwamen binnen 3040 zeeschepen, meit een inhoud van 2.660.184 reg. tonnen, tegen 2935, met 2.424.446 reg. tonnen in het jaar te voren. Voor Sas van Gent kwamen binnen 46 zee schepen, met een inhoud van 42.330 ton. Was het aantal schepen het dubbele van het jaar te voren, de tonneninhoud was ongeveer gelijk. Om te lossen kwamen te Ter Neuzen 2858 binnenvaartuigen met een inhoud van 580.652 tonnen (het jaar tevoren 2343 met 476.727 ton) terwijl met lading vertrokken 2588 binnenschepen metende 655.064 (het jaar te voren 2672 met 505.173 ton). De vermeer dering ontstond door meerdere schepen met stukgoederen, gemengde lading, steenkolen, hout, gebakken steen, grind en zand, terwijl minder werden aangevoerd meststoffen en aardappelen. Uitgevoerd werden meer stuk goederen, gemengde ladingen, gebakken steen en ijzer, minder steenkolen, natuursteen, meststoffen en beetwortelen. Indien we als beeld van de bedrijvigheid in de haven ook als basis mogen aannemen de geregistreerde werkloosheid, zij meegedeeld dat in 1929 werden aangeteekend 20.216 en de steunuitkeering beliep 3264,84; over het jaar 1930 werd dit 21.097 dagen en aan uitkee- ringen een bedrag van 1493,60. Met betrekking tot de haven van Ter Neu zen valt nog het belangrij(ke feit te releveeren, dat, als gevolg van de ovemame van de lrjn der spoorwegmaatschappij GentTer Neuzen op het Belgisch gedeelte door dien staat, het deel dier lijn op Nederlandsch gebied is over- genomen -door de spoorwegmaatschappij MechelenTer Neuzen, een oplossing, die ook dezerzijds steeds is voorgestaan. De handel te Ter Neuzen ondervinidt daarvan het ge- mak, daar het gebruik van het spoorweg- emplacement door twee maatschappijen voortdurend aanleiding gaf tot wrijving en moeilijkheden, waarvan niet zelden de handel de dupe werd. Vooral deed zich dat menig- vuldig voor bij aanvragen om waggons. Dat thans alles in den hand zit en naar twee richtingen kan verzonden worden, schept een groot gerief. De spoorwegmaatschappij is ook aangevangen met de noodige werken tot uitbreiding van -het emplacement, en heeft ook de spoorlijn langs den kanaal d;1k weer aangesloten aan het emplacement Ter Neu zen, zoodat die van hieruit bediend kan worden. Het publiek profiteerde er ook door, daar de Maatschappij op het traject Ter Neuzen— Selzaete terstond het hooge passagierstanef liet vervallen en dit verving door het voor hare lijn Mechelen-Ter Neuzen geldende. Ik weet niet of ook andere factoren daartoe heb ben meegewerkt, maar een feit is het toch, dat het reizigersverkeer op dat traject het afgeloopen jaar drukker was dan daarvoor. (Wordt vervolgd.) Vergadering van Dinsdag 24 Februari 1931, des voormiddags ten negen ure. Voorzitter Mr. J. A. van Tienhoven. Secretaris de heer J. Dregmans. Aanwezig de heeren; H. Pladdet, J. van 't Hoff, A. Meertens, M. de Feijter, J. D. de Feijter, J. A. Meertens en D. J. Jansen. (Slot.) 8. Verzoek van de bewoners van de Tramstraat om beklinkering van den weg en het leggen van een trottoir. De VOORZITTER stelt namens Burgemees- ter en Wethouders voor niet aan het verzoek te voldoen zooals het is gesteld, aangezien daarin aan de gemeente bepaalde eischen wor den gesteld inzake de uitvoering, terwijl in de eerste plaats de betrokken personen den grond waarop het trottoir zou komen te lig- gen in eigendom aan de gemeente dienen af te staan en niet in erfpacht, zooals in het verzoek wordt voorgesteld. Mijn persoonlijk gevoel, aldus de Voorzitter, is, dat de menschen die er belang bij hebben in de eerste plaats dienen mee te werken om het mogelijk te maken om dat te doen. Na mens Burgemeester en Wethouders, ten min- ste namens de meerderheid, is er een ander voorstel, waartegen ik persoonlijk ben gekant, en daarom geef ik naar aanleiding daarvan het woord aan de wethouders. De heer PLADDET is van oordeel dat men moeilijk van gedacht kan zijn dat hij zou willen ingaan op het adres zooals het hier ter tafel ligt. In de eerste plaats zoolang daar bij Moens steenen worden aangevierd en Van Hermon daarover heen en weer met een wagen zal rijden is er van het leggen van een trottoir met banden geen sprake, en dan ten tweede dient de gemeente de vrije beschik- king over den grond te krijgen. Ik ben er voor iets te doen, maar dan moet de gemeente in elk geval baas zijn over den grond. De heer VAN 't HOFF deelt mede dat hij verschillende onderteekenaars van het adres heeft gesproken en die willen wel afstand van den grond doen, maar er zijn er ook die niet geteekend hebben. Burgemeester en Wethou ders b.v. zijn niet van plan daar bij Van Tatenhove en A. Meertens die heiningen weg te doen en dat lag in de bedoeling van den eersten onderteekenaar Wieland. De VOORZITTER merkt op dat de wethou ders aan de inwilliging van het verzoek ver- sis ons bezuiniging voorschrijft. De VOORZITTER zou eerst gaarne de wet houders gelegenheid willen geven hun voor stel te verdedigen, al is hij er zelf tegen. De heer A. MEERTENS zou er voor zijn dat eerst het verzoek aangaande de Tram straat werd afgewerkt. Hij zou het adres willen renvoyeeren naar Burgemeester en Wethouders, teneinde zich met de menschen in verbinding te stellen tot het komen met mildere voorstellen. De raad is daar niet direct tegen, maar op die voorwaarden is het niet mogelijk. Eerst daarna kunnen wij ver der spreken over de straatjes. De VOORZITTER antwoordt dat de heer Van 't Hoff het plan van de Tramstraat zou uitbreiden met de straatjes in de Hoeksche wei. Dit is het voorstel van de meerderheid van Burgemeester en Wethouders, waar ik ■tegen ben. En daarom wou ik eerst de wet houders gelegenheid geven zich uit te spreken. De heer PLADDET merkt op, dat de Tram straat en de straatjes ten slotte twee afzon- derlijke zaken zijn. En wat de Tramstraat be treft, ik meen dat ik reeds gezegd heb dat men daar den grond aan de gemeente moet afstaan. De heer JANSEN is er tegen de Tramstraat en de beide straatjes in een post aan te ne- men, dan worden de uitgaven veel te hoog. Te dien opzichte is hij het eens met den heer J. A. Meertens, dat de Tramstraat uit de be- grooting dient te moeten worden bestreden. De heer VAN 't HOFF wijst er op dat op de begrooting de post van 1700 voor ver betering van wegen daarvoor zeer goed kan worden gebruikt, aangezien er op andere plaatsen niet veel te doen is, en men zou b.v. aan de kerk kunnen beginnen naar de tram, zonder bezwaring der begrooting en dan kun nen we het volgend jaar weer verder gaan. De VOORZITTER verklaart daar niet heelemaal voor te zijn. In de vorige vergade ring is er door den heer A. Meertens op ge- wijzen, dat het wenschelijjk is het riool in de Langestraat te verbeteren en dat moet ook uit dien post worden betaald, dus dan zou ik willen vragen welke van die twee werken dan nu gabeuren moet. Mijn plan was jaarlijks een bedrag vast te stellen van b.v. f 2000. Dan kan er een werk- program worden opgemaakt in overleg met den heer De Bruijne en jaarlijks geleidelijk worden voortgewerkt. We kunnen wel een leening doen, maar dit lijkt mij voordeeliger. De heer JANSEN vraagt wat de rioleering te maken heeft met den post verbetering van wegen. Hij is van oordeel dat die post van 1700 uitsluitend voor de wegen was. De SECRETARIS licht toe dat men daar- mee niet verder komt omdat er voor onder- houd van riolen maar 50 op de begrooting staat. De VOORZITTER is van oordeel dat men met dit bedrag weinig beginnen kan. De heer J. A. MEERTENS heeft gezien dat in de Langestraat hardsteenen banden zijn aangebracht, maar dat kan heel goed met betonnen banden, aangezien daar zoo goed als niet wordt gereden en het veel goed- kooper is. Voor hardsteenen banden zal men 1200 moeten betalen tegen f 300 voor betonnen. Dat was in de Langestraat wat anders, daar wordt onophoudelijk gereden. De heer J. A. MEERTENS gelooft dat in de Tramstraat, waar voerlui wonen, men nooit jets bereiken zal, daar kunnen wij beter eerst wat oude keien verwerken. De heer M. DE FEIJTER merkt op, dat men nu ten slotte met drie verschillende wer ken tegelijk afkomt. Als alles niet tegelijk kan doet dan wat wel kan en maakt eerst het geen het hardste noodig is. Doet dan eerst een straatje in de Hoeksche wei, want alles daar te samen is veel te duur. Waar moet het geld vandaan komen! We moeten later nog geld hebben voor verlenging van steun ook. Zendt dat verzoek van de Tramstraat terug voor nader onderzoek. De VOORZITTER vindt wat hem betreft het prachtig om die straatjes in de Hoeksche wei te verharden, maar er moeten nog weer andere meer noodzakelijke werken worden uitgevoerd, b.v. de Tramstraat is veel urgen- ter, maar alles tegelijk is te veel. De heer Van 't Hoff heeft ook een begrooting ge- maakt, die wil hij misschien wel eens mee- deelen. De heer VAN 't HOFF deelt mede dat de rioleering in die beide straatjes ook niet in orde is. Die straatjes iiggen daar al meer dan 30 jaren en de menschen daar hebben steeds meelbetaald in de belasiting, terwijl er door de gemeente nog nooit iets is gedaan. Met inbegrip van de riolen zouden die straat jes dan kosten ongeveer /5000. De heer PLADDET antwoordt dat het voor hem niet gemakkelijk is in dezen raad te geven, aangezien hij er zelf woont en men mogelijk hierin eenig eigenbelang zou zien, maar als hij meewerkt tot verbetering dan doet hij dat voor de menschen die er wonen. Het is eigenaardig dat men altijd hoog op- geeft over Rijkssubsidie van 25 tot 75 pet., die men in andere gemeenten krijgt. maar als ik daamaar zie dan komen we hier nog al wat te kort. Het plan van den heer Van 't Hoff om aan te leggen een nieuwe straat aansluitende aan de Tramstraat, zou ik in overweging willen geven. De heer J. A. MEERTENS adviseert om geleidelijk van den begrootingspost voort te werken. De VOORZITTER zou dan een werkpro- gram willen vaststellen. De een komt met dit, de ander met dat en tenslotte komt van alles nicts terecht. De heer J. A. MEERTENS merkt naar aanleiding van het gezegde van den heer Pladdet omtrent subsidie van het Rijk op. dat deze werken voor werkverschaffing van geen waarde zijn. De heer PLADDET voelt veel voor het geen de heer J. A. Meertens zegt om niet boven de begrooting te gaan, maar aan den anderen kant is er geen bezwaar om te lee- nen voor een werk dat er reeds 30 jaren ligt en verbetering behoeft. Dan kan men 'oeter alles tegelijk doen en jaarlijks 2000 befalen aan rente- en aflos. De heer J. A. MEERTENS: en dan kun je toch niet ieder jaar gaan leenen voor het gewone onderhoud De VOORZITTER: wat mij betreft laat ons eerst de oude leeningen aflossen, b.v. die van -het vorige gemeentehuis, dat inmiddels al lang weg is en die van den Binnendijk. Maar nu staan wij voor groote kosten. Zie b.v. de reparatie aan de openbare school, die begroot wordt op 3000 en die gebeuren moet terwijl er nog f 3000 bijkomt voor de bijzondere school. De heer A. MEERTENS merkt op, dat men niet tot een gelijke uitkesring aan de bijzon dere school verplicht is, wanneer de gemeente voor dat werk een leening doen moet.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 5