ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 8547 MAANDAG 23 FEBRUARI 1931 71s Jaargang. RAADSVERQADERING. BINNENLAND. BUITEJLAND. Qecn wo/. ^aorWybe,.;/ msmaaoR 'yfmiiiiimm iff'i nw* Hm/Wii ii* Hiri wmwr" ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden - Buiten Ter Neuzen fr t>e- nost f 1 80 per 3 maanden - Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar - Voor Be'gie cn Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post - Abonnementen voor het bultenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefstcr: Flrma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 - TELEFOON No. 35. ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meei 0,20. Grootere letters en clichAs worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien br) regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrrjgbaar Is. Inzending van advertentien liefst A6n dag voor de uitgave. DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. IKil'A'UHiWi'D - De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend, dat eene Openbare Vergadering van den gemeenteraad is ibelegd op Donderdag 26 Februari 1931, des namiddags 2 uur. Ter Neuzen, den 21 Februari 1931. De Burgemeester voomoemd, J. HUIZINGA. KIEZERSLIJST 1931/1932. De vastgestelde kietzerslijst voor het jaar 1931/1932 ligt op de gemeentesecretarie voor een ieder ter inzage vanaf den 23sten Februari tot en met den 16 Maart 1931. De lijlst is tegen betaling der kosten in af- schrift en stemdistrictsgewijize in uittreksel verkrrjgfbaar. Ter Neuzen, den 23 Februari 1931. J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. EERSTE KAMER. De tarwewet aangenomen met 23 tegen 20. Bij de replieken wees de heer Diepenhorst (a.-r.) er tegenover de scherpe critiek die in „Het Volk" is gevoerd op, dat in de Tweede Kamer de soc.-dem. Schaper, Van der Heijden en Hiemstra v66r het ontwerp hobben ge- stemd. Spreker acht noch het denkbeeld van den heer Wibaut (bijslag uit de schatkist) nodh dat van den heer Blomjous uitvoerbaar. Het percentage inlandsche tarwe zal op ten hoogste 25 worden gesteld, dooh dit zal in de praktijk er veel beneden blijven. Overigens zrjn geheele geslachten opgevoed met brood van uitsluitend inlandsche tarwe. Ook zal de prijs bij lange na niet zoo hoog worden als hijv. in Zwitserland. Tachtig pro- cent buitenlandsohe tarwe zal kunnen blijven aangewend tegen de geldende prijzen. A an den Minister zal de noodige vrijtoeid moeten worden gelaten. Men kan van hem niet verwachten, dat hij een door hem als het beste gekozen stelsel onmiddellijk op zij zal zetten. De bewindsman heeft een eerlijke proef toagezegd. De belangen, die hier op het spel staan, eischen aanneming van het ontwerp. De heer Pollema (c.-h.) heeft zeer emstige bezwaren tegen het ontwerp, al spreekt hij al- dus voor zichzelf. Intussohen zal hij verschil lende vragen stellen, die ook de instemming van zijn fractiegenooten hebben. In het ontwerp ziet spreker geen andere strekking, dan dat men zich wil onttrekken aan het internationale gebeuren. Men wil den landbouiw in Nederland maken tot een be- schut bedrijf. Daartegen heeft spreker be- zwaar, evenals tegen het verhaal op een be- paalde categorie van consumenten, van steun aan eenige bedrijfsgroep. Ook acht spreker het onjuist, dat men in landibouwkringen dit ontwerp wil beschouwen als een toetssteen voor politieke igezindheid. Had nu in boerenkringen een leider een groo- ten stijl, dan zou deze uiting niet zijh erkend. Een van de beide hoofdbezwaren van spre ker is, dat de Staten-Generaal ten deze af- stand doen van hun controleerende bevoegd- heid en dat bij den algemeenen maatregel van bestuur aan de Regeering een te groote be- voegdheid wordt verleend, waarvoor hij de Regeering niet voldoenide economisch georien- teerd acht. Het andere hoofdbeawaar is, dat zonder uiterste noodzakelijkheid, steun wordt ver leend. Komende tot het maal- en menggebod, wijst sipreiker er op, dat de Regeering een kunst- matig afzetgebied sohept, waarvan het gevolg zal zijn, dat het natuurlijke afzetgebied ver- loren zal gaan, omdat de tegeniwoordige af- nemer buitenlandsche tarwe zal gaan koopen uit Polen of Belgie, die goedkooper kan wor den geleverd. Bovendien is deze wet een uitlokking tot overtreding. Het doet spreker ernstig leed, dat hij de Regeering hij dit ontwerp niet kan steunen. De Minister van Rinnenlandsche Zaken en Landibouiw, de heer Ruys de Beerenbrouck, zegt, dat de tarwe het meest in aanmerking kwam als gewas, waardoor aan den in nood verkeerenden landibouiw stetm kon worden ver leend, daar tarwe een algemeen gebruikt artikel is, waarvan de inlandsche productie kan worden verbeterd. Spreker geeft toe, dat niet alle land- en tuinbouiwbedrijlven daarvan zullen profiteeren. De Regeering is van meening, dat het ont werp geen protectionistische gevaren bezit. Evenmin bestaat gevaar voor trustvorming. Noch de import wordt belemmerd, noch de maalindustrie in een monopolistische positie geibracht. Verwerking van een zekere hoeveelheid in landsche tarwe zal van het brood eerder den srnaak verbeteren dan verminderen. De tariweprijzen zijn over het algemeen weer tot het v66r-oorlogspeil gedaald. Moet nu alleen de landbouwer de slagen opvangen? Bij een vermenging met het maximum van 25 inlandsche tarwe zal, wanneer men 180 brooden van 4 ons per zak meel berekent, de broodprijs slechts met een fractie van een cent per 400 gram worden verhoogd. Intus- schen staat ook een dergelijke verhooging nog geenszins vast. Het is de Regeering slechts te doen om den afzet van binnenlandsohe tarwe te verbeteren. Via de aankooporganisaties zal de Regee ring zich kunnen overtuigen van de werkelijke uitvoering der te nemen maatregelen. De importeurs zullen, evenals andere be- langhelbbende groepen, worden vertegenwoor- digd in de commissie van advies. De ibeeiwaren van den heer Pollema zijn in het voorloopig verslag niet tot uiting ge- komen. Sipreker antwoordt, dat art. 3 niet gaat over leveringsplicht, doch over prijszet- ting in het uiterste geval. Spreker stelt zich gaarne oibjectief beschik- baar, om te worden overtuigd van de uitvoer- baarheid van het stelsel Boon-Oud. Indien hij daarvan wordt overtuigd, zal hiji geen oogen- blik aarzelen om het minder vergaande te ver- kiezen boven het verder gaande. De samenstelling van de commissie van ad vies biedt alle zekerheid voor een gelijkwaar- dige beschouwing van beide stelsels. De heer Wibaut (s.-d.) repliceerend, dient, mede namens de fractie van den heer Rink (lib.) een motie in, luidende: ,,De Kamer, overwegende, dat de toestand van de tariweteelt in Nederland op dit oogen- blik alle aanleiding geeft tot het tijdelijk ver- leenen van steun van Rijkswege; dat deze steun behoort te worden bekostigd door den Staat en niet de strekking mag heb ben, den broodprijs te verhoogen, noch o.a. door een meng- en maalgebod verstoring en benadeeling teiweeg te brengen van bedrijven van verschillende groepen der bevolking, gaat over tot de orde van den dag". De heer Van Ernbden (v.-d.) zegt, dat zijn fractie v66r de motie zal stemmen. Minister Ruys de Beerenbrouck ontraadt de aanneming der motie en beveelt aanneming van het wetsontwerp aan. De motie-Wibaut wordt met 24 tegen 19 stemmen (rechts-lihks) verworpen. Het wetsontwerp wordt met 23 tegen 20 stemmen aangenomen (v66r de rechterzijde, behalve de heeren Amtz (r.-k.) en Pollema Cc.-h.)tegen met de heeren Amtz en Pollema en de linkenzijde, op den heer Smeenge na. BEGROOTING BINNENLANDSOHE ZAKEN EN LANDBOUW. Verschenen is het voorloopig verslag der Eerste Kamer over de begrooting van Bin- nenlandsche Zaken en Landibouw voor 1931. Aan dit verslag wordt het volgende ont- leend: De bekende beziwaren, welke de z.g. zomer- tijid voor het platteland met zich medebrengt, werden weder naar voren gebracht. Betoogd werd, dat bezwaarlijk zal kunnen worden ge- zegd, dat dit instituut het onder ons volk als geheel genomen tot een beteekenende mate van populariteit heeft gebracht. Sommige leden wraakten de juistheid van den theoretischen grondslag bij benoemingen van burgemeesters, zooals de Minister dien ten vorigen jare heeft aangegeven. Andere leden betoogden, dat toij de benoeming van burge meesters niet zoozeer op de partijen, waartoe de candidaten behooren, dan wel op hun ge- schiktheid moet worden gelet. Het zou dezen leden geenszins verwonderen, indien de Minister, na de bekende verklaring van den heer Albarda, zijn ten vorigen jare kenibaar gemaakte ziensiwijze niet meer zou handhaven. Deze leden toch meenden, dat, aangezien biuiten alien twijfel vast moet staan, dat burgemeesters in geval van mobilisatie, de hun door de wet opgelegde verantwoordelijke plichten zullen nakomen, leden eener politieke partij, die uitdrukkelijk voor zich het recht opeischt, om van geval tot geval uit te maken, of de wettelijike voorschriften aangaande de mobilisatie zouden worden nagekomen, dan wel op nader door de partij vast te stellen wijze zouden worden gesaboteerd, hetzij in het geheel niet, hetzij eerst nadat door hen op dit punt een bevredigende verklaring zou zijn afgelegd, tot burgemeester zouden kunnen worden benoemd. De betrokkenen zouden zicb daarover bezwaarlijk kunnen beklagen, daar, wie zich buiten de wet stelt, de gevolgen daar van heeft te aanvaarden. De houiding, door den burgemeester van Nijmegen tegenover de Koningin aangenomen naar aanleiding van de feestelijke herd'enking van het 700-jarig bestaan dier gemeente, noemden vele leden ten hoogste ergerlijk. Van andere zijde werd het vorenstaande niet geheel onderschreven, doch de houding van den burgemeester, eenigszins lijidelijk genoemd. Weder andere leden hadden niets dan lof voor de houding van dezen burgemeester. Sommige leden maakten de opmerking, dat in het weergeven van den aard en omvang van het tijdens en in verband met de staking te Maastricht op den open/baren weg voorge- vallene, met name de z.g. relletjes en mole- staties, schromelijk is overdreven. Overtuigd van de onpartijdigiheid, waarmede Mr. CouvCe het onderzoek heeft gevoerd, kon- den deze leden echter de door dien enqueteur getrokken conclusies geenszins billijken. Verscheidene leden verklaarden, dat in dezen trjd het bij de politie geheel en al aan een krachtig beleid heeft ontbroken. Onvol- doende gesteund, verloor de gemeentelijke politie allengs haar prestige. Binnenschipperij. Ondersteuning van werkloozen. Gewezen werd op den noodtoestand, waarin vele binnenschippers, vooral in Groningen, ver- keeren en gevraagd, wat de Minister daar tegen denikt te doen. Men zoiu gaarne vememen in hoeverre de in de laatste jaren, getroffen steunregelingen voor werkverschaffing en werkloosheid in overeenstemming kunnen worden geacht te zijn met de Armeniwet. Hoewel werd ingestemd met het streven der Regeering om in crisistijd het doen uit- voeren van werken door gemeentehesturen aan te moedigen, door het verleenen van fi- nancieelen steun in de aan te werk gestelde werkloozen uitbetaalde loonen, had men be- awaar, dat het loon daarbij; werd gesteld op lager peil dan dat van vak-arbeiders ter plaatse. De leiding van de afdeeling Landbouw. Eenige leden drongen met klem aan op wedervaststelling van een directeur-generaal van den landlbou/w. Andere leden waren van oordeel, na de zeer stellige uitlatingen van den Minister nog on- langs in de Tweede Kamer tegen de aanstel- ling van een directeur-generaal voor den land bouw, daarop thans niet te moeten terug- komen, hoewel zij geenszins overtuigd waren van het bevredigende van den tegenwoordigen toestand. Aan de aanstelling van een consu- lent in algemeenen dienst achtten deze leden beziwaren veribonden. In veriband met het ontwerp Tarwewet acht ten sommige leden het van belang dat in Nederland proeven worden genomen met het kweeiken en onderzoeken van tarwesoorten op haar bakwaarde en dat een bijzondere instel- ling daarvoor worde aanigeiwezen. Enkele leden wenschten de aandacht van den Minister te vestigen op de fruitteelt, welke, naar zij meenden, hier te lande sterk is achteruitgegaan. Enikele leden brachten de bestrijding van het mond- en klauiwzeer ter sprake en zouden gaame vernemen, hoe de Regeering staat tegenover de critiek, voorkomend in het Tijd- schrift voor diergeneeskunde, alsmede tegen over het bestrijdingsmiddel van den heer Van den Berg. VERSTOORD EVENWICHT. De Standaard (Anti-rev.) bevat een belang- wekkend artikel over het verstoord evenwicht tusschen productie en consumptie. Er wordt op gewezen, hoe aan den eenen kant een groote productie en een grooter productie- vermogen is ontstaan, waarmede het con- sumptievemiogen geen gelijken tred heeft ge- houden. Vandaar ook dat het productie-appa- raat niet op voile kracht kan werken. Zoo stelde bijv. het Duitsche conjunctuur-instituut vast, dat de Duitsche industrie slechts werkt met 53 pet. van haar uren-capaciteit en 59 pet. van haar machinaal vermogen. Het artikel constateert dan, dat blijkens de zorgvuldig bewerkte statistieken van het Volkenbondssecretariaat, de productie van levensmiddelen en grondstoffen sinds 1913 met 25 pet. is gestegen. D.w.z. de werkelijke pro ductie. De stijging van productievermogen is grooter. Neemt men nu eenerzijds in aanmerking dat de stijging van de bevolking der aarde, volgens diezelfde statistieken, in datzelfde tijdsverloop, niet meer dan 10 pot. bedragen heeft, en dat bovendien bij een groot deel der aardebeiwoners de koopkracht, het consumptie- vermogen, in vergelijking met den vooroorlog- schen tijd, vrij aanzienlijk afgenomen is, dan ligt het voor de hand om aan te nemen, dat in de verstoring van het evenwicht tusschen voortbrenging-.Van de huidige depressie moec worden gezocht. Hoe kan dat evenwicht weer worden her- steld? En moet het ook mogelijk worden ge acht om het bestaande productie-apparaat, welks capaciteit het huidige verbruik met meer dan 25 pet. overtreft, in zijn geheel ren- dabel te maken? Voor de eerstkomende jaren acht de schrij- ver dat uitgesloten. Reeds met gedeeltelijk gebruik van het productie-apparaat is het ver stoord evenwicht ontstaan. Het zal dus ge- ruimen tijd vorderen, eer het volledig gebruik ervan een consumptie vindt, die in staat is alles op te nemen wat voortgebracht kan wor den bij voile benutting van het productief vermogen. Men zal er voorshands dus in hebben te berusten, dat groote kapitalen, in den loop der jaren in het productie-apparaat gestoken, hun rente niet zullen opbrengen. Bij sommige thkken van voortbrenging zal zelfs blijvend verlies te duchten zijn. Want wel zijn de be- hoeften van den mensch onbegrensd, wel kan, bij verhooging van koopkracht (of sterke prijsdaling over de geheele linie, wat hetzelf- de effect heeft), wel meer verbruikt worden dan thans geschiedt, maar dat geldt niet voor alle artikelen en zeker niet voor alle in de- zelfde mate. De hoeveelheid levensmiddelen b.v., die de mensch tot zich neemt, wordt niet uitsluitend bepaald door zijn vermogen om ze aan te schaffen. Dat moge gelden voor zeer vele andere goederen, bij de voeding spelen ook andere factoren een rol, vooral bij een der be- langrijkste voedingsmiddelen als brood bij- voorbeeld. Als er een groote overproductie is van broodgraan, dan moge verhoogde welvaart het gebruik iets doen stijgen, daaraan is toch een grens. En vaak ziet men zelfs het omgekeerde gebeuren, n.l. dat andere voedingsmiddelen dan de plaats van brood innemen. Het valt dan ook niet in te zien hoe een vermindering der productie van broodgraan, over de geheele wereld genomen, te vermijden is. Door allerlei maatregelen kan men In een bepaald land die vermindering voorkomen, zelfs nog wel ver- meerdering in het leven roepen, doch dat be- teekent dan slechts dat de vermindering elders zich nog sterker zal doen gevoelen. Een fabriek kan men tijdelijk stilleggen en haar onderhouden, om haar weer in gebruik te stellen, als er afzet voor haar productie te vinden is. Dat hangt slechts aan het finan- cieel uithoudingsvermogen van hem die er de bezitter van is. Vooropgesteld althans, dat in dien tusschentijd nieuwe vindingen hem niet m de achterhoede hebben gebracht. Maar bij enkele der voomaamste levensmiddelen is o.i. een inkrimping van productie voor langereu tijd niet te vermijden. En dat brengt een direct verlies mee van kapitalen, die gestrekt hebben om die te groote productie in het leven te roepen. Waarschijnlijk geldt hetzelfde van eenige andere belangrijke producten, waarbij stijging van het verbruik nauwelijks te verwachten is. B.v. bij de steenkoolproductie, die in olie en electrieiteit geduchte concurrenten heeft ge- kregen. DE BELGISCHE VERDEDIGINGS- PLANNEN. In een te Bergen (Mons) gehouden lezing over de Belgische vestingplannen, heeft lui- tenant-generaal Hellebaut, gewezen com mandant van het tweede legerkorps, zijn mee ning omtrent deze plannen nogmaals uiteen- gezet en verduidelijkt. Interessant was vooral het deel van zijn rede, waarin hij de bewe ring onjuist noemde, dat het defensieplan van de Belgische Regeering ingegeven zou zijn door neutraliteitsverplichtingen, wordt uit Brussel aan de N. R. Crt. gemeld. Het defen- sie-systeem der Regeering is enkel en alleen gericht tegen een bedreiging uit het oosten, welke eventueel ook over Nederlandsch grond- gebied zou kunnen komen. Tegen Nederland zijn deze vestingplannen niet gericht en in dien Antwerpen wordt versterkt, dan is het niet om zich tegen Nederland te verdedigen. Anderzijds zou slechts eCn enkel der forten van Namen, welke men van zin is te herstel- len, een inval, komende uit het Zuiden, kun nen hinderen, terwijl verder geen enkele ver- dedigingslinie is voorzien, om bij een derge lijke mogelijkheid weerstand te bieden. Gene- raal Hellebaut verklaarde verder, dat het on- zinnig zou zijn, tot de neutraliteit van 1914 te willen terugkeeren. ,,Wij moeten", vervolg- de hij, „op onze geallieerden kunnen rekenen en met al onze buren militaire accoorden slui- ten, ten einde in den geest van het Volkec- bondspact de waarborgen van vrede en veilig- heid te versterken. Het is noodig, het militair accoord met Frankrijk te completeeren door middel van accoorden met Nederland en En- geland, wat trouwens de argumenten dergenen die het huidige accoord om anti-Fransche redenen bestrijden, te niet zou doen. Het is van het hoogste toelang, dat Belgie zich met Nederland verstaat over de verdediging van Maastricht en Limburg en over de verlenging van 'n ononderbroken Fransch-Belgisch front. NATIONAAL CONGRES VOOR VAK- OPLEIDIN GS VR A AGSTUKKEN De voorbereidingen voor het nationaal con- gres voor vakopleidingsvraagstukken, dat ge- organiseerd wordt door de Vereeniging tot bevordering van de vakopleiding voor hand- werkslieden in Nederland en dat in Augustus a.s. te 's Gravenhage zal gehouden worden, vorderen reeds belangrijk. De Grafelijke zalen op het Binnenhof zijn voor het congres beschikbaar gesteld, aan rijk, provincie en gemeenten is subsldie ge vraagd, een aantal vereenigingen verklaarden zich bereid medewerking, ook financieel, te verleenen. Verschillende studiecommissies zijn ingesteld en een speciale commissie van voor- bereiding, ook van de persaangelegenheden, bestaande uit de heeren ir. J. M. Steffelaar, J. de Kanter en G. E. E. Kuijntjes, is in drukke actie. Aan tal van vereenigingen en personen is gevraagd zitting te willen nemen in sub- commissies ten einde te beslissen over de keuze van prae-adviseurs. De in studie ge nomen punten zijn: bekwaamheidseischen voor leerkrachten bij de vakopleiding; inrich- ting voor het avondnijverheidsonderwijs; in- vloed van vakorganisaties bij de vakopleiding, leermiddelencentrale, opleiding van machinis- ten ter koopvaardij, opleiding bij de binnen- vaart, onderzoek van beroepsgeschiktheid bij opleiding in vakschool of bedrijf, resultaten van de nijverheids-onderwijswet, vakopleiding aan volwassenen, vakopleiding in het bedrijf met aanvullend en aanpassend nijverheids- onderwijs, voorlichting bij de keuze van be- roep en vakopleiding, vooropleiding in de vak school met aansluitende opleiding in het be drijf, vraagpunten van vakopleiding en huis- houdonderwijs voor meisjes, zeevaart-onder- wijs. De conclusies door deze subcommissie ge nomen, worden door een speciale deikundigc voorbereidingscommissie behandeld en daama aan het congresbestuur voorgelegd. De heer Mathol de Jongh te 's Gravenhage is secretaris der voorbereidingscommissie en als bijstand van den algemeenen secretaris van het congresbestuur G. E. E. Kuijntjes is be noemd de heer mr. E. P. Uittenbroek te Leiden. Reeds is van zooveel zijden medewerking toegezegd, dat verwacht mag worden, dat het congres zal slagen. AANSLAG OP KONING ACHMED ZOGOE VAN ALBANIe TE WEENEN. Voor het gebouiw van de staatsopera te Weenen is Vrijdag op koning Zogoe van Alba- nie een aanslag gepleegd. Na de voorstelling der staatsopera loste een onlbekende man voor het gebouiw talrijke revolverschoten, welke den sedert eenige weken te Weenen vertoevenden koning Zogoe van Albanie zouden hebben gegolden, die de voorstelling had bijgeiwoond. Omtrent den aanslag is nog het volgende bekend geworden: Na afloop der operavoor- stelling tegen halfelf verllet Zogoe met zijn gevolg en begeleid door vier recihercheurs het gebouw. Terwijl de koning met eenige heeren van zijn gevolg wegreed, stapten zijn persoonlijke adjudant en een tweede hofambtenaar in een auto in een zijstraat naast de opera. Nauwe lijks waren zij gezeten, toen twee elegant ge- kleede jonge mannen den wagen naderden en op de inzittenden talrijke revolverschoten losten. De adjudant viel terstond dood op de hank neer, terwijl de tweede ambtenaar ofschoon zwaar geiwond, een revolver kon trekken en op een der daders ettelijke schoten kon lossen, zonder hem evemwel te treffen. Deze dader werd door het puibliek terstond gegrepen en aan de politie overgeleverd. De tweede dader poogde te vluchten, werd even- wel ingehaald en eveneens gearresteerd. Een das yerwent Uw hals. Neem Wybert. Hei beste afweermiddel tegen verkoudheid en besmetting. dcozen a 25, 45 en to cti- (Ingez. Med.) Beiden werden door de politie aan een ver- hoor onderworpen. Verder werden nog twee jonge Albaneezen gearresteerd, die bij den aanslag betrokken zouden zijji- Hun indentiteit kon nog niet worden vastgesteld, maar men gelooft met stelligheid met Alibaneesche emigranten te doen te hebben. De aanslag gold koning Zogoe, die evenwel eerst vemam wat er was geschied, toen hij reeds in zijn hotel was teruggekeerd. De Times geeft een andere lezing van het gebeurde. Volgens dezen correspondent was de aanslag wel degelijk op koning Zogoe gericht. Toen hij met zijn minister de opera verliet, kwam een Albanees op hem toe, die zijn revolver op den koning richtte. De minister plaatste zich op hetzelfde oogenblik voor den koning en ontving het doodelijke schot. De chauffeur van koning Zogoe is er, naar gezegd wordt, in geslaagd den moordenaar te grijpen en aan de politie over te geven. De koning zelf bleef ongedeerd. De Weensche politie heeft tot dusver geweigerd een verklaring af te leggen. De daders. Omtrent den aanslag wordt nog aan de N. R. Crt. gemeld, dat de politie alle te Wee nen verblijvende Albaneezen een nauwkeurig verhoor heeft afgenomen, waarna verschillen- den in arrest gehouden werden. Er loopt een gerucht, dat een derde dader ontkomen is. De gearresteerde daders behooren tot de partij van den vroegeren Albaneeschen niinis- ter-president Fannoli, die in 1924 uit Albanie vluchtte, geruimen tijtd te Weenen woonde, daama naar Moskou verhuisde en tegenwoor- dig als orthodox bisschop in Amerika optreedt. De beide daders vertoefden reeds vrij lang te Weenen en leefden in besoheiden omstan- digheden. Gjeloshi is in 1893 te Skoetari ge- boren. Gedurende den oorlog was hij officier bij een Oostenrijiksch regiment infanterie; later werd bij officier bij de Alibaneesche gen darmerie. In 1925 heeft hij deelgenomen aan de organisatie van den opstand,- dien de natio- nalisten tegen Zogoe voortoereidden. De andere dader. Cami, is Mohammedaan en in 1893 ge- horen. Hij was onder Fannoli's beiwind kapi- tein en vluchtte na Fannoli's val naar Italie. Sedert 1925 woonde hij te Weenen. Wegens een zenuwziekte is hij reeds een keer in een inrichting opgenomen. De toestand van den gewonden hofminister is gunstig. Van zijn ziekibed heeft hij een telegram gezonden aan de koningin-moeder om haar geluk te wensohen met de redding van haar zoon. De daders hebben toegegeiven, dat zij den koning wilden dooden, omdat bij Albanie ge- knecht en verraden heeft. Beiden geraakten in vertiwijfeling, toen zij hoorden, dat de Koning ongedeerd was ge- bleven. Van andere zijde meldt men nog: Gjeloshi heeft aan de politie verklaard, dat hij Vrijdagavond toevallig langs de opera is gekomen, waar hij den auto van den Albanee schen koning zag. Daarop had hij besloten hem te dooden. Een auto met andere perso nen had hij niet gezien. Cami verkiaarde echter, dat men reeds 19 Februari in een ge- sprek in het cafe Opera besloten had tot den moordaanslajg. Hiji was met Gjeloshi langs de opera gekomen, waiar men den auto van koning Zogoe had gezien. Daarop had hij, daar hij geen wapen hij zich had, op aandrin- gen van Gjeloshi snel zijn revolver van huis gehaald. Beide aanvallers genoten ondersteuning van de Albaneesche emigrantengroep der Bastini Oombatare, die te Genfeve een blad uitgeeft. De koning heeft den wensoh geuit, dat de obductie van het lijk van den adjudant, majoor Topola, zoo snel mogelijk geschieden zal, op- dat de doode in vaderlandsehen bodem kan komen te rusten. Ten aanzien van het ver- trek van den koning is officieel niets bekend. Aangenomen wordt echter, dat hij zijn verblijf te Weenen zal bekorten. Uit het gevolg van den koning blijkt ook nog de gezantschapsraad Pascal Saraci uit verweer te heibben geschoten, terwijl verschil lende personen bovendien verklaarden, dat Zogoe zelf toen het eerste schot klonk, uit zijn achterzak een revolver te voorsohijn haalde, die hij ook nog in de hand zou hebben gehad, toen hij uit den auto sprong en naar de opera terug snelde. FRANKRIJK EN ITALIe EN HET VLOOT- VRAAGSTUK. Uit Parijs wordt aan de Daily Telegraph geseind, dat de hesprekingen tusschen Crai- gie, den vertegenwoordiiger van het Engelsche ministerie van buitenlandsohe zaken, en ver- tegeniwoordigers van de Quai d Orsay en van het Fransche ministerie van marine, nopens de beiperking van de Fransche vloot, een beslis- sende vordering gemaakt heibben. Craigie is, volgens het Engelsche blad, thans in staat aan het Engelsche ministerie van buitenlandsche Zaken en de admiraliteit een ontwerp van een overeenkomst ter goedkeu- ring voor te leggen. Deze overeenkomst is echter noig afhankelijk van de toestemming van Italie. Het is te verwachten, meent de correspondent der Telegraph, dat de beslissing

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 1