ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 8547
MAANDAG 23 FEBRUARI 1931
71s Jaargang.
RAADSVERQADERING.
BINNENLAND.
BUITEJLAND.
Qecn wo/.
^aorWybe,.;/
msmaaoR
'yfmiiiiimm iff'i nw* Hm/Wii ii* Hiri wmwr"
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden - Buiten Ter Neuzen
fr t>e- nost f 1 80 per 3 maanden - Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar -
Voor Be'gie cn Amerika 2,25, overige lan den 2,60 per 3 maanden fr. per post -
Abonnementen voor het bultenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefstcr: Flrma P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 - TELEFOON No. 35.
ADVERTENTIeNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meei 0,20.
Grootere letters en clichAs worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien br) regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrrjgbaar Is. Inzending van advertentien liefst A6n dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
IKil'A'UHiWi'D -
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt
bekend, dat eene Openbare Vergadering van
den gemeenteraad is ibelegd op Donderdag 26
Februari 1931, des namiddags 2 uur.
Ter Neuzen, den 21 Februari 1931.
De Burgemeester voomoemd,
J. HUIZINGA.
KIEZERSLIJST 1931/1932.
De vastgestelde kietzerslijst voor het jaar
1931/1932 ligt op de gemeentesecretarie voor
een ieder ter inzage vanaf den 23sten Februari
tot en met den 16 Maart 1931.
De lijlst is tegen betaling der kosten in af-
schrift en stemdistrictsgewijize in uittreksel
verkrrjgfbaar.
Ter Neuzen, den 23 Februari 1931.
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
EERSTE KAMER.
De tarwewet aangenomen met 23 tegen 20.
Bij de replieken wees de heer Diepenhorst
(a.-r.) er tegenover de scherpe critiek die in
„Het Volk" is gevoerd op, dat in de Tweede
Kamer de soc.-dem. Schaper, Van der Heijden
en Hiemstra v66r het ontwerp hobben ge-
stemd. Spreker acht noch het denkbeeld van
den heer Wibaut (bijslag uit de schatkist)
nodh dat van den heer Blomjous uitvoerbaar.
Het percentage inlandsche tarwe zal op ten
hoogste 25 worden gesteld, dooh dit zal in de
praktijk er veel beneden blijven. Overigens
zrjn geheele geslachten opgevoed met brood
van uitsluitend inlandsche tarwe.
Ook zal de prijs bij lange na niet zoo hoog
worden als hijv. in Zwitserland. Tachtig pro-
cent buitenlandsohe tarwe zal kunnen blijven
aangewend tegen de geldende prijzen.
A an den Minister zal de noodige vrijtoeid
moeten worden gelaten. Men kan van hem
niet verwachten, dat hij een door hem als het
beste gekozen stelsel onmiddellijk op zij zal
zetten. De bewindsman heeft een eerlijke
proef toagezegd.
De belangen, die hier op het spel staan,
eischen aanneming van het ontwerp.
De heer Pollema (c.-h.) heeft zeer emstige
bezwaren tegen het ontwerp, al spreekt hij al-
dus voor zichzelf. Intussohen zal hij verschil
lende vragen stellen, die ook de instemming
van zijn fractiegenooten hebben.
In het ontwerp ziet spreker geen andere
strekking, dan dat men zich wil onttrekken
aan het internationale gebeuren. Men wil den
landbouiw in Nederland maken tot een be-
schut bedrijf. Daartegen heeft spreker be-
zwaar, evenals tegen het verhaal op een be-
paalde categorie van consumenten, van steun
aan eenige bedrijfsgroep.
Ook acht spreker het onjuist, dat men in
landibouwkringen dit ontwerp wil beschouwen
als een toetssteen voor politieke igezindheid.
Had nu in boerenkringen een leider een groo-
ten stijl, dan zou deze uiting niet zijh erkend.
Een van de beide hoofdbezwaren van spre
ker is, dat de Staten-Generaal ten deze af-
stand doen van hun controleerende bevoegd-
heid en dat bij den algemeenen maatregel van
bestuur aan de Regeering een te groote be-
voegdheid wordt verleend, waarvoor hij de
Regeering niet voldoenide economisch georien-
teerd acht.
Het andere hoofdbeawaar is, dat zonder
uiterste noodzakelijkheid, steun wordt ver
leend.
Komende tot het maal- en menggebod, wijst
sipreiker er op, dat de Regeering een kunst-
matig afzetgebied sohept, waarvan het gevolg
zal zijn, dat het natuurlijke afzetgebied ver-
loren zal gaan, omdat de tegeniwoordige af-
nemer buitenlandsche tarwe zal gaan koopen
uit Polen of Belgie, die goedkooper kan wor
den geleverd.
Bovendien is deze wet een uitlokking tot
overtreding.
Het doet spreker ernstig leed, dat hij de
Regeering hij dit ontwerp niet kan steunen.
De Minister van Rinnenlandsche Zaken en
Landibouiw, de heer Ruys de Beerenbrouck,
zegt, dat de tarwe het meest in aanmerking
kwam als gewas, waardoor aan den in nood
verkeerenden landibouiw stetm kon worden ver
leend, daar tarwe een algemeen gebruikt
artikel is, waarvan de inlandsche productie
kan worden verbeterd. Spreker geeft toe, dat
niet alle land- en tuinbouiwbedrijlven daarvan
zullen profiteeren.
De Regeering is van meening, dat het ont
werp geen protectionistische gevaren bezit.
Evenmin bestaat gevaar voor trustvorming.
Noch de import wordt belemmerd, noch de
maalindustrie in een monopolistische positie
geibracht.
Verwerking van een zekere hoeveelheid in
landsche tarwe zal van het brood eerder den
srnaak verbeteren dan verminderen.
De tariweprijzen zijn over het algemeen
weer tot het v66r-oorlogspeil gedaald. Moet
nu alleen de landbouwer de slagen opvangen?
Bij een vermenging met het maximum van
25 inlandsche tarwe zal, wanneer men 180
brooden van 4 ons per zak meel berekent, de
broodprijs slechts met een fractie van een
cent per 400 gram worden verhoogd. Intus-
schen staat ook een dergelijke verhooging nog
geenszins vast.
Het is de Regeering slechts te doen om den
afzet van binnenlandsohe tarwe te verbeteren.
Via de aankooporganisaties zal de Regee
ring zich kunnen overtuigen van de werkelijke
uitvoering der te nemen maatregelen.
De importeurs zullen, evenals andere be-
langhelbbende groepen, worden vertegenwoor-
digd in de commissie van advies.
De ibeeiwaren van den heer Pollema zijn in
het voorloopig verslag niet tot uiting ge-
komen. Sipreker antwoordt, dat art. 3 niet
gaat over leveringsplicht, doch over prijszet-
ting in het uiterste geval.
Spreker stelt zich gaarne oibjectief beschik-
baar, om te worden overtuigd van de uitvoer-
baarheid van het stelsel Boon-Oud. Indien hij
daarvan wordt overtuigd, zal hiji geen oogen-
blik aarzelen om het minder vergaande te ver-
kiezen boven het verder gaande.
De samenstelling van de commissie van ad
vies biedt alle zekerheid voor een gelijkwaar-
dige beschouwing van beide stelsels.
De heer Wibaut (s.-d.) repliceerend, dient,
mede namens de fractie van den heer Rink
(lib.) een motie in, luidende:
,,De Kamer, overwegende, dat de toestand
van de tariweteelt in Nederland op dit oogen-
blik alle aanleiding geeft tot het tijdelijk ver-
leenen van steun van Rijkswege;
dat deze steun behoort te worden bekostigd
door den Staat en niet de strekking mag heb
ben, den broodprijs te verhoogen, noch o.a.
door een meng- en maalgebod verstoring en
benadeeling teiweeg te brengen van bedrijven
van verschillende groepen der bevolking,
gaat over tot de orde van den dag".
De heer Van Ernbden (v.-d.) zegt, dat zijn
fractie v66r de motie zal stemmen.
Minister Ruys de Beerenbrouck ontraadt de
aanneming der motie en beveelt aanneming
van het wetsontwerp aan.
De motie-Wibaut wordt met 24 tegen 19
stemmen (rechts-lihks) verworpen.
Het wetsontwerp wordt met 23 tegen 20
stemmen aangenomen (v66r de rechterzijde,
behalve de heeren Amtz (r.-k.) en Pollema
Cc.-h.)tegen met de heeren Amtz en Pollema
en de linkenzijde, op den heer Smeenge na.
BEGROOTING BINNENLANDSOHE ZAKEN
EN LANDBOUW.
Verschenen is het voorloopig verslag der
Eerste Kamer over de begrooting van Bin-
nenlandsche Zaken en Landibouw voor 1931.
Aan dit verslag wordt het volgende ont-
leend:
De bekende beziwaren, welke de z.g. zomer-
tijid voor het platteland met zich medebrengt,
werden weder naar voren gebracht. Betoogd
werd, dat bezwaarlijk zal kunnen worden ge-
zegd, dat dit instituut het onder ons volk als
geheel genomen tot een beteekenende mate
van populariteit heeft gebracht.
Sommige leden wraakten de juistheid van
den theoretischen grondslag bij benoemingen
van burgemeesters, zooals de Minister dien ten
vorigen jare heeft aangegeven. Andere leden
betoogden, dat toij de benoeming van burge
meesters niet zoozeer op de partijen, waartoe
de candidaten behooren, dan wel op hun ge-
schiktheid moet worden gelet.
Het zou dezen leden geenszins verwonderen,
indien de Minister, na de bekende verklaring
van den heer Albarda, zijn ten vorigen jare
kenibaar gemaakte ziensiwijze niet meer zou
handhaven. Deze leden toch meenden, dat,
aangezien biuiten alien twijfel vast moet staan,
dat burgemeesters in geval van mobilisatie, de
hun door de wet opgelegde verantwoordelijke
plichten zullen nakomen, leden eener politieke
partij, die uitdrukkelijk voor zich het recht
opeischt, om van geval tot geval uit te maken,
of de wettelijike voorschriften aangaande de
mobilisatie zouden worden nagekomen, dan
wel op nader door de partij vast te stellen
wijze zouden worden gesaboteerd, hetzij in
het geheel niet, hetzij eerst nadat door hen op
dit punt een bevredigende verklaring zou zijn
afgelegd, tot burgemeester zouden kunnen
worden benoemd. De betrokkenen zouden zicb
daarover bezwaarlijk kunnen beklagen, daar,
wie zich buiten de wet stelt, de gevolgen daar
van heeft te aanvaarden.
De houiding, door den burgemeester van
Nijmegen tegenover de Koningin aangenomen
naar aanleiding van de feestelijke herd'enking
van het 700-jarig bestaan dier gemeente,
noemden vele leden ten hoogste ergerlijk.
Van andere zijde werd het vorenstaande niet
geheel onderschreven, doch de houding van
den burgemeester, eenigszins lijidelijk genoemd.
Weder andere leden hadden niets dan lof voor
de houding van dezen burgemeester.
Sommige leden maakten de opmerking, dat
in het weergeven van den aard en omvang
van het tijdens en in verband met de staking
te Maastricht op den open/baren weg voorge-
vallene, met name de z.g. relletjes en mole-
staties, schromelijk is overdreven.
Overtuigd van de onpartijdigiheid, waarmede
Mr. CouvCe het onderzoek heeft gevoerd, kon-
den deze leden echter de door dien enqueteur
getrokken conclusies geenszins billijken.
Verscheidene leden verklaarden, dat in
dezen trjd het bij de politie geheel en al aan
een krachtig beleid heeft ontbroken. Onvol-
doende gesteund, verloor de gemeentelijke
politie allengs haar prestige.
Binnenschipperij. Ondersteuning
van werkloozen.
Gewezen werd op den noodtoestand, waarin
vele binnenschippers, vooral in Groningen, ver-
keeren en gevraagd, wat de Minister daar
tegen denikt te doen.
Men zoiu gaarne vememen in hoeverre de
in de laatste jaren, getroffen steunregelingen
voor werkverschaffing en werkloosheid in
overeenstemming kunnen worden geacht te
zijn met de Armeniwet.
Hoewel werd ingestemd met het streven
der Regeering om in crisistijd het doen uit-
voeren van werken door gemeentehesturen
aan te moedigen, door het verleenen van fi-
nancieelen steun in de aan te werk gestelde
werkloozen uitbetaalde loonen, had men be-
awaar, dat het loon daarbij; werd gesteld op
lager peil dan dat van vak-arbeiders ter
plaatse.
De leiding van de afdeeling Landbouw.
Eenige leden drongen met klem aan op
wedervaststelling van een directeur-generaal
van den landlbou/w.
Andere leden waren van oordeel, na de zeer
stellige uitlatingen van den Minister nog on-
langs in de Tweede Kamer tegen de aanstel-
ling van een directeur-generaal voor den land
bouw, daarop thans niet te moeten terug-
komen, hoewel zij geenszins overtuigd waren
van het bevredigende van den tegenwoordigen
toestand. Aan de aanstelling van een consu-
lent in algemeenen dienst achtten deze leden
beziwaren veribonden.
In veriband met het ontwerp Tarwewet acht
ten sommige leden het van belang dat in
Nederland proeven worden genomen met het
kweeiken en onderzoeken van tarwesoorten op
haar bakwaarde en dat een bijzondere instel-
ling daarvoor worde aanigeiwezen.
Enkele leden wenschten de aandacht van
den Minister te vestigen op de fruitteelt,
welke, naar zij meenden, hier te lande sterk
is achteruitgegaan.
Enikele leden brachten de bestrijding van
het mond- en klauiwzeer ter sprake en zouden
gaame vernemen, hoe de Regeering staat
tegenover de critiek, voorkomend in het Tijd-
schrift voor diergeneeskunde, alsmede tegen
over het bestrijdingsmiddel van den heer Van
den Berg.
VERSTOORD EVENWICHT.
De Standaard (Anti-rev.) bevat een belang-
wekkend artikel over het verstoord evenwicht
tusschen productie en consumptie. Er wordt
op gewezen, hoe aan den eenen kant een
groote productie en een grooter productie-
vermogen is ontstaan, waarmede het con-
sumptievemiogen geen gelijken tred heeft ge-
houden. Vandaar ook dat het productie-appa-
raat niet op voile kracht kan werken. Zoo
stelde bijv. het Duitsche conjunctuur-instituut
vast, dat de Duitsche industrie slechts werkt
met 53 pet. van haar uren-capaciteit en 59
pet. van haar machinaal vermogen.
Het artikel constateert dan, dat blijkens
de zorgvuldig bewerkte statistieken van het
Volkenbondssecretariaat, de productie van
levensmiddelen en grondstoffen sinds 1913 met
25 pet. is gestegen. D.w.z. de werkelijke pro
ductie. De stijging van productievermogen
is grooter.
Neemt men nu eenerzijds in aanmerking
dat de stijging van de bevolking der aarde,
volgens diezelfde statistieken, in datzelfde
tijdsverloop, niet meer dan 10 pot. bedragen
heeft, en dat bovendien bij een groot deel der
aardebeiwoners de koopkracht, het consumptie-
vermogen, in vergelijking met den vooroorlog-
schen tijd, vrij aanzienlijk afgenomen is, dan
ligt het voor de hand om aan te nemen, dat
in de verstoring van het evenwicht tusschen
voortbrenging-.Van de huidige depressie moec
worden gezocht.
Hoe kan dat evenwicht weer worden her-
steld? En moet het ook mogelijk worden ge
acht om het bestaande productie-apparaat,
welks capaciteit het huidige verbruik met
meer dan 25 pet. overtreft, in zijn geheel ren-
dabel te maken?
Voor de eerstkomende jaren acht de schrij-
ver dat uitgesloten. Reeds met gedeeltelijk
gebruik van het productie-apparaat is het ver
stoord evenwicht ontstaan. Het zal dus ge-
ruimen tijd vorderen, eer het volledig gebruik
ervan een consumptie vindt, die in staat is
alles op te nemen wat voortgebracht kan wor
den bij voile benutting van het productief
vermogen.
Men zal er voorshands dus in hebben te
berusten, dat groote kapitalen, in den loop
der jaren in het productie-apparaat gestoken,
hun rente niet zullen opbrengen. Bij sommige
thkken van voortbrenging zal zelfs blijvend
verlies te duchten zijn. Want wel zijn de be-
hoeften van den mensch onbegrensd, wel kan,
bij verhooging van koopkracht (of sterke
prijsdaling over de geheele linie, wat hetzelf-
de effect heeft), wel meer verbruikt worden
dan thans geschiedt, maar dat geldt niet voor
alle artikelen en zeker niet voor alle in de-
zelfde mate.
De hoeveelheid levensmiddelen b.v., die de
mensch tot zich neemt, wordt niet uitsluitend
bepaald door zijn vermogen om ze aan te
schaffen. Dat moge gelden voor zeer vele
andere goederen, bij de voeding spelen ook
andere factoren een rol, vooral bij een der be-
langrijkste voedingsmiddelen als brood bij-
voorbeeld.
Als er een groote overproductie is van
broodgraan, dan moge verhoogde welvaart het
gebruik iets doen stijgen, daaraan is toch een
grens. En vaak ziet men zelfs het omgekeerde
gebeuren, n.l. dat andere voedingsmiddelen dan
de plaats van brood innemen. Het valt dan
ook niet in te zien hoe een vermindering der
productie van broodgraan, over de geheele
wereld genomen, te vermijden is. Door allerlei
maatregelen kan men In een bepaald land die
vermindering voorkomen, zelfs nog wel ver-
meerdering in het leven roepen, doch dat be-
teekent dan slechts dat de vermindering
elders zich nog sterker zal doen gevoelen.
Een fabriek kan men tijdelijk stilleggen en
haar onderhouden, om haar weer in gebruik
te stellen, als er afzet voor haar productie te
vinden is. Dat hangt slechts aan het finan-
cieel uithoudingsvermogen van hem die er de
bezitter van is. Vooropgesteld althans, dat in
dien tusschentijd nieuwe vindingen hem niet m
de achterhoede hebben gebracht. Maar bij
enkele der voomaamste levensmiddelen is o.i.
een inkrimping van productie voor langereu
tijd niet te vermijden. En dat brengt een
direct verlies mee van kapitalen, die gestrekt
hebben om die te groote productie in het
leven te roepen.
Waarschijnlijk geldt hetzelfde van eenige
andere belangrijke producten, waarbij stijging
van het verbruik nauwelijks te verwachten is.
B.v. bij de steenkoolproductie, die in olie en
electrieiteit geduchte concurrenten heeft ge-
kregen.
DE BELGISCHE VERDEDIGINGS-
PLANNEN.
In een te Bergen (Mons) gehouden lezing
over de Belgische vestingplannen, heeft lui-
tenant-generaal Hellebaut, gewezen com
mandant van het tweede legerkorps, zijn mee
ning omtrent deze plannen nogmaals uiteen-
gezet en verduidelijkt. Interessant was vooral
het deel van zijn rede, waarin hij de bewe
ring onjuist noemde, dat het defensieplan van
de Belgische Regeering ingegeven zou zijn
door neutraliteitsverplichtingen, wordt uit
Brussel aan de N. R. Crt. gemeld. Het defen-
sie-systeem der Regeering is enkel en alleen
gericht tegen een bedreiging uit het oosten,
welke eventueel ook over Nederlandsch grond-
gebied zou kunnen komen. Tegen Nederland
zijn deze vestingplannen niet gericht en in
dien Antwerpen wordt versterkt, dan is het
niet om zich tegen Nederland te verdedigen.
Anderzijds zou slechts eCn enkel der forten
van Namen, welke men van zin is te herstel-
len, een inval, komende uit het Zuiden, kun
nen hinderen, terwijl verder geen enkele ver-
dedigingslinie is voorzien, om bij een derge
lijke mogelijkheid weerstand te bieden. Gene-
raal Hellebaut verklaarde verder, dat het on-
zinnig zou zijn, tot de neutraliteit van 1914
te willen terugkeeren. ,,Wij moeten", vervolg-
de hij, „op onze geallieerden kunnen rekenen
en met al onze buren militaire accoorden slui-
ten, ten einde in den geest van het Volkec-
bondspact de waarborgen van vrede en veilig-
heid te versterken. Het is noodig, het militair
accoord met Frankrijk te completeeren door
middel van accoorden met Nederland en En-
geland, wat trouwens de argumenten dergenen
die het huidige accoord om anti-Fransche
redenen bestrijden, te niet zou doen. Het is
van het hoogste toelang, dat Belgie zich met
Nederland verstaat over de verdediging van
Maastricht en Limburg en over de verlenging
van 'n ononderbroken Fransch-Belgisch front.
NATIONAAL CONGRES VOOR VAK-
OPLEIDIN GS VR A AGSTUKKEN
De voorbereidingen voor het nationaal con-
gres voor vakopleidingsvraagstukken, dat ge-
organiseerd wordt door de Vereeniging tot
bevordering van de vakopleiding voor hand-
werkslieden in Nederland en dat in Augustus
a.s. te 's Gravenhage zal gehouden worden,
vorderen reeds belangrijk.
De Grafelijke zalen op het Binnenhof zijn
voor het congres beschikbaar gesteld, aan
rijk, provincie en gemeenten is subsldie ge
vraagd, een aantal vereenigingen verklaarden
zich bereid medewerking, ook financieel, te
verleenen. Verschillende studiecommissies zijn
ingesteld en een speciale commissie van voor-
bereiding, ook van de persaangelegenheden,
bestaande uit de heeren ir. J. M. Steffelaar,
J. de Kanter en G. E. E. Kuijntjes, is in drukke
actie. Aan tal van vereenigingen en personen
is gevraagd zitting te willen nemen in sub-
commissies ten einde te beslissen over de
keuze van prae-adviseurs. De in studie ge
nomen punten zijn: bekwaamheidseischen
voor leerkrachten bij de vakopleiding; inrich-
ting voor het avondnijverheidsonderwijs; in-
vloed van vakorganisaties bij de vakopleiding,
leermiddelencentrale, opleiding van machinis-
ten ter koopvaardij, opleiding bij de binnen-
vaart, onderzoek van beroepsgeschiktheid bij
opleiding in vakschool of bedrijf, resultaten
van de nijverheids-onderwijswet, vakopleiding
aan volwassenen, vakopleiding in het bedrijf
met aanvullend en aanpassend nijverheids-
onderwijs, voorlichting bij de keuze van be-
roep en vakopleiding, vooropleiding in de vak
school met aansluitende opleiding in het be
drijf, vraagpunten van vakopleiding en huis-
houdonderwijs voor meisjes, zeevaart-onder-
wijs.
De conclusies door deze subcommissie ge
nomen, worden door een speciale deikundigc
voorbereidingscommissie behandeld en daama
aan het congresbestuur voorgelegd.
De heer Mathol de Jongh te 's Gravenhage
is secretaris der voorbereidingscommissie en
als bijstand van den algemeenen secretaris van
het congresbestuur G. E. E. Kuijntjes is be
noemd de heer mr. E. P. Uittenbroek te
Leiden.
Reeds is van zooveel zijden medewerking
toegezegd, dat verwacht mag worden, dat het
congres zal slagen.
AANSLAG OP KONING ACHMED ZOGOE
VAN ALBANIe TE WEENEN.
Voor het gebouiw van de staatsopera te
Weenen is Vrijdag op koning Zogoe van Alba-
nie een aanslag gepleegd.
Na de voorstelling der staatsopera loste een
onlbekende man voor het gebouiw talrijke
revolverschoten, welke den sedert eenige
weken te Weenen vertoevenden koning Zogoe
van Albanie zouden hebben gegolden, die de
voorstelling had bijgeiwoond.
Omtrent den aanslag is nog het volgende
bekend geworden: Na afloop der operavoor-
stelling tegen halfelf verllet Zogoe met zijn
gevolg en begeleid door vier recihercheurs het
gebouw.
Terwijl de koning met eenige heeren van
zijn gevolg wegreed, stapten zijn persoonlijke
adjudant en een tweede hofambtenaar in een
auto in een zijstraat naast de opera. Nauwe
lijks waren zij gezeten, toen twee elegant ge-
kleede jonge mannen den wagen naderden en
op de inzittenden talrijke revolverschoten
losten.
De adjudant viel terstond dood op de hank
neer, terwijl de tweede ambtenaar ofschoon
zwaar geiwond, een revolver kon trekken en op
een der daders ettelijke schoten kon lossen,
zonder hem evemwel te treffen.
Deze dader werd door het puibliek terstond
gegrepen en aan de politie overgeleverd. De
tweede dader poogde te vluchten, werd even-
wel ingehaald en eveneens gearresteerd.
Een das yerwent Uw hals. Neem
Wybert. Hei beste afweermiddel
tegen verkoudheid en besmetting.
dcozen
a 25, 45 en to cti-
(Ingez. Med.)
Beiden werden door de politie aan een ver-
hoor onderworpen.
Verder werden nog twee jonge Albaneezen
gearresteerd, die bij den aanslag betrokken
zouden zijji- Hun indentiteit kon nog niet
worden vastgesteld, maar men gelooft met
stelligheid met Alibaneesche emigranten te
doen te hebben.
De aanslag gold koning Zogoe, die evenwel
eerst vemam wat er was geschied, toen hij
reeds in zijn hotel was teruggekeerd.
De Times geeft een andere lezing van het
gebeurde. Volgens dezen correspondent was de
aanslag wel degelijk op koning Zogoe gericht.
Toen hij met zijn minister de opera verliet,
kwam een Albanees op hem toe, die zijn
revolver op den koning richtte. De minister
plaatste zich op hetzelfde oogenblik voor den
koning en ontving het doodelijke schot. De
chauffeur van koning Zogoe is er, naar gezegd
wordt, in geslaagd den moordenaar te grijpen
en aan de politie over te geven. De koning
zelf bleef ongedeerd. De Weensche politie
heeft tot dusver geweigerd een verklaring af
te leggen.
De daders.
Omtrent den aanslag wordt nog aan de
N. R. Crt. gemeld, dat de politie alle te Wee
nen verblijvende Albaneezen een nauwkeurig
verhoor heeft afgenomen, waarna verschillen-
den in arrest gehouden werden.
Er loopt een gerucht, dat een derde dader
ontkomen is.
De gearresteerde daders behooren tot de
partij van den vroegeren Albaneeschen niinis-
ter-president Fannoli, die in 1924 uit Albanie
vluchtte, geruimen tijtd te Weenen woonde,
daama naar Moskou verhuisde en tegenwoor-
dig als orthodox bisschop in Amerika optreedt.
De beide daders vertoefden reeds vrij lang
te Weenen en leefden in besoheiden omstan-
digheden. Gjeloshi is in 1893 te Skoetari ge-
boren. Gedurende den oorlog was hij officier
bij een Oostenrijiksch regiment infanterie;
later werd bij officier bij de Alibaneesche gen
darmerie. In 1925 heeft hij deelgenomen aan
de organisatie van den opstand,- dien de natio-
nalisten tegen Zogoe voortoereidden. De andere
dader. Cami, is Mohammedaan en in 1893 ge-
horen. Hij was onder Fannoli's beiwind kapi-
tein en vluchtte na Fannoli's val naar Italie.
Sedert 1925 woonde hij te Weenen. Wegens
een zenuwziekte is hij reeds een keer in een
inrichting opgenomen.
De toestand van den gewonden hofminister
is gunstig. Van zijn ziekibed heeft hij een
telegram gezonden aan de koningin-moeder
om haar geluk te wensohen met de redding
van haar zoon.
De daders hebben toegegeiven, dat zij den
koning wilden dooden, omdat bij Albanie ge-
knecht en verraden heeft.
Beiden geraakten in vertiwijfeling, toen zij
hoorden, dat de Koning ongedeerd was ge-
bleven.
Van andere zijde meldt men nog:
Gjeloshi heeft aan de politie verklaard, dat
hij Vrijdagavond toevallig langs de opera is
gekomen, waar hij den auto van den Albanee
schen koning zag. Daarop had hij besloten
hem te dooden. Een auto met andere perso
nen had hij niet gezien. Cami verkiaarde
echter, dat men reeds 19 Februari in een ge-
sprek in het cafe Opera besloten had tot den
moordaanslajg. Hiji was met Gjeloshi langs de
opera gekomen, waiar men den auto van
koning Zogoe had gezien. Daarop had hij,
daar hij geen wapen hij zich had, op aandrin-
gen van Gjeloshi snel zijn revolver van huis
gehaald.
Beide aanvallers genoten ondersteuning van
de Albaneesche emigrantengroep der Bastini
Oombatare, die te Genfeve een blad uitgeeft.
De koning heeft den wensoh geuit, dat de
obductie van het lijk van den adjudant, majoor
Topola, zoo snel mogelijk geschieden zal, op-
dat de doode in vaderlandsehen bodem kan
komen te rusten. Ten aanzien van het ver-
trek van den koning is officieel niets bekend.
Aangenomen wordt echter, dat hij zijn verblijf
te Weenen zal bekorten.
Uit het gevolg van den koning blijkt ook
nog de gezantschapsraad Pascal Saraci uit
verweer te heibben geschoten, terwijl verschil
lende personen bovendien verklaarden, dat
Zogoe zelf toen het eerste schot klonk, uit zijn
achterzak een revolver te voorsohijn haalde,
die hij ook nog in de hand zou hebben gehad,
toen hij uit den auto sprong en naar de opera
terug snelde.
FRANKRIJK EN ITALIe EN HET VLOOT-
VRAAGSTUK.
Uit Parijs wordt aan de Daily Telegraph
geseind, dat de hesprekingen tusschen Crai-
gie, den vertegenwoordiiger van het Engelsche
ministerie van buitenlandsohe zaken, en ver-
tegeniwoordigers van de Quai d Orsay en van
het Fransche ministerie van marine, nopens de
beiperking van de Fransche vloot, een beslis-
sende vordering gemaakt heibben.
Craigie is, volgens het Engelsche blad, thans
in staat aan het Engelsche ministerie van
buitenlandsche Zaken en de admiraliteit een
ontwerp van een overeenkomst ter goedkeu-
ring voor te leggen. Deze overeenkomst is
echter noig afhankelijk van de toestemming
van Italie. Het is te verwachten, meent de
correspondent der Telegraph, dat de beslissing