GEMEENTERAAD VAN AXEL. De heer VAN 't HOFF: Het is toch, Van Aiten en Stoffel zijn toch ook werkloos. Het is in de bouwvakken niet druk in dien tijd en nu heb ik Stoffel voorgesteld en Pladdet heeft Van Alten genoemd. Stoffel is al een twintig jaar bij me en nu kan toch niemand mij kwa- J#k nemen dat ik hem daarmee heb geholpen. Wie kan dat nu kwalijk nemen! Ik begrijp Meertens niet, hij komt met fouten van de volkstelling, maar die hebben de tellers niet gemaakt, die zijn zoo verzonden, die kaarten die Feijter heeft klaargemaakt De heer A. MEERTENS: Ik zal het je sens zeggen, Feijter heeft zoo goed als geen fouten gemaakt en van de rest deugt totaal niks, zoo staat het! Maar het is gewoon jullie eigen schuld, je hebben menschen aangewezen, tegen het advies van den burgemeester in en anders waren er geen fouten geweest. De heer VAN't HOFF: Je moet er niet van yraten Meertens, het is anders niets dan tegenwerking door het personeel van de se- cretarie, dat moet met die volkstelling opzette- j(jk lang duren en het wordt voorgesteld of er niks deugt. De VOORZITTER moet den heer Van 1 Hoff doen opmerken dat er beslist veel fou ten- door de tellers zijn gemaakt. De heer VAN 't HOFF herhaalt dat er op- aettelijk tegen gewerkt wordt. De heer A. MEERTENS: Nu moet je niet Kwaad worden en zeggen dat die fouten door Feijter gemaakt zijn, maar noem er dan eens •en, 6dn fout maar, maar dat kun je niet. Maar het is eigenlijk z66 geweest: jullie had den als wethouders zelf die volksstelling wil len doen en om dat dat niet mocht hebben je jullie kop tegen den burgemeester gezet en er een paar andere voor aangewezen die er geen steek van begrijpen. Ze hebben overal de kaarten moeten terugbrengen en dan deugde ♦r nog niks van, het trekt gewoonweg ner- gens op. De heer VAN 't HOFF: Het is met die be- drgfsnummers ook zoo. Jan Kiel heeft alle- maal de nummers van de Landbouwonderlinge ep een lijstje op de secretarie gegeven en dan werden ze er nog mee teruggestuurd, het is niets dan tegenwerken. De SECRETARIS krijgt op verzoek toe- stemming van den Voorzitter om de kwestie aader toe te lichten. Hij verklaart dat de kaar ten waarop de bedrrjfsnumimers van de Land bouwonderlinge moesten worden geplaatst niet terug zijn gezonden, maar van Gouda en van den Raad van Arbeid was geen lijst en die zijn teruggegaan. En wat De Feijter betreft, hij keeft 2700 kaarten gereed gemaakt en in totaal 6 foutjes gemaakt. Spreker vindt het niet in orde dat men de slechte invulling op rekening van De Feijter tracht te schuiven. Het werk dat Feijter heeft gedaan mag be- keken worden maar van de rest is er totaal niets dat deugt. Wanneer men denkt, dat wij er zoo op gesteld zijn om daar overuren te nitten maken dan is men verkeerd want wij waren er liever vanaf om dat knoeiwerk op te knappen en als de raad mij vrijheid wil geven om het z<56 weg te zenden dan zal ik het doen maar dan geef ik de verzekering, dat de ge heele boel teruggezonden wordt. Het is ook wel gebeurd, dat de menschen zelf op de kaar- lem de datums van geboorte verkeerd wijzig- den, maar over het algemeen is het een hope- iooze warboel. De tellers hebben bovendien verschillende personen dubbel geteld, b.v. dienstboden bij hun ouders en in hun dienst en er zijn personen in de telling opgenomen, rfie er niet waren. De heer A. MEERTENS: Dat is wat anders hd? De heer PLADDET geeft gaame toe, dat die letter Van Alten die door hem is aangewezen niet voor zijn taak berekend was en dat hij hem ontzettend is tegengevallen. Hiji wil gaame erkennen, dat hij zich in den persoon s«hromelijk heeft vergist en dat zijn werk n*et deugt. De heer A. MEERTENS vindt het eerlijk dat de heer Pladdet daarvoor wenscht uit te komen. De VOORZITTER deelt mede, dat er door «e tellers voor den godsdienst gewoon protestant werd ingevuld De SECRET ARIS: Neen mijnheer de Voorzitter, waar de menschen zelf het goed kadden ingevuld hebben de tellers er pro tectant voor in de plaats gezet, De heeren A. MEERTENS en J. D. DE FEIJTER adviseeren om overuren te betalen. De VOORZITTER zal dan een opgave van overuren overleggen in de volgende vergade ring. Niets meer te behandelen zijnde en niemand n&eer het woord verlangende sluit de VOOR- SUTTER de vergadering. Vergadering van Dinsdag 3 Februari 1931, des voormiddags 10 uur. (Vervolg uit het Eerste Blad.) Alsnu komt aan de orde: 1. Notulen. De notulen der vergadering van 13 Novem ber en 30 December 1,1. worden met algemeene siemmen vastgesteld zooals zij aan de leden m druk zijn toegezonden. 2. Ingekomen stukken. a. De raadsbesluiten van 30 December 1930, tot verkoop van grond aan A. de Zeeuw en F. Dieleman, voorzien van het be wij s der jsoedkeuring door Gedeputeerde Staten. Aangenomen voor kennisgeving. b. Het raadsbesluit van 30 December 1930 *>t wijziging der begrooting voor den dienst 1930, voorzien van het bewjjs der goedkeu- ring door Gedeputeerde Staten. Aangenomen voor kennisgeving. c. Een kennisgeving van Gedeputeerde Staten van Zeeland, d.d. 30 December 1930, dat zij hunne beslissing op de gemeentebe- grooting voor 1931 hebben verdaagd tot 1 April a.®, en het gemeentebestuur gemaehtigd wordt om te beschikken over de helft van de •p die begrooting voor gewone uitgaven ge- brachte sommen, voor zoover die uitgaven •ok op de begrooting voor het loopende jaar voorkomen, alsmede om te ontvangen de goed- gekeurde belastingen en heffingen, toegeken- de subsidien en inkomsten uit bezittingen. Aangenomen voor kennisgeving. d. Een schrijven van Gedeputeerde Staten van Zeeland, d.d. 9 Januari 1931, waarbij zij machtiging verleenen om uit den betrokken begrootingspost steun te verleenen aan werk- loozen. Aangenomen voor kennisgeving. e. Een schrijven van Gedeputeerde Staten van Zeeland, waarbij van het bewijs der koninklijke goedkeuring voorzien wordt terug gezonden een exemplaar der: I. Verordening op de heffing van opcenten op de gemeentefondsbelasting, tot 1 Mei 1932; n. Verordening op de heffing van opcenten op de hoofdsom der Grondbelasting; III. Verordening betreffende de classificatie Hij stelt voor, de motie te renvoyeeren naar van de gemeente Axel voor de heffing Burgemeester en Wethouders en de Commissie der Pemoneele Belasting; j voor steunverleening. Verordening op de heffing der Personeele 'Je heer GILDE viaagt, of er naar aan- leidmg van de behandeling der werkloozen door de steun-commissie een klacht is inge komen. Hoe wordt de regeling toegepast en welke uitzonderingen worden er gemaakt? De VOORZITTER: De steunregeling werkt op dezelfde wijze als vroeger. De heer OGGEL: Er wordt alleen steun ver- leend aan hoofden van gezinnen en kostwin- ners. De VOORZITTER: En daarbij hebben wij, zooals ik reeds zeide, 40 menschen in dienst der gemeente. Maar niet alien kunnen van De bijdrage der kringgemeenten is uitgetrok- wo?"d?? vooirien. Burgemeester en Wet- f °a ma houders hebben zich in verbmding gesteld met IV. Belastmg. Aangenomen voor kennisgeving. f. Van het gemeentebestuur van Goes de rekening, dienst 1929, van den Keuringsdienst van waren. De ontvangsten hebben bedragen 72.737,42%, de uitgaven 68.910,28%, goed j slot 3827,17. Aangenomen voor kennisgeving. i g. Van het gemeentebestuur van Goes de begrooting van den Keuringsdienst van waren, dienst 1931, op een eindcijfer van 73.500. ken op 34.650. Aangenomen voor kennisgeving. h. Een bericht van J. C. Bom, dat hij zijn herbenoeming tot lid der Commissie van Toe- zicht op het Lager Onderwijs aanneemt. Aangenomen voor kennisgeving. i. Bericht van L. de Putter, dat hij zijn herbenoeming tot lid van het Burgerlijk Arm- bestuur aanneemt. Aangenomen voor kennisgeving. j. Bericht van A. E. C. Kruijsse, D. A. van Houte, A. Esselbrugge, J. L. J. Maris, A. van 't Hoff, A. J. Hoi, P. P. M. de Kort, C. F. Kesbeke en F. Coumou, dat zij hunne herbe noeming tot lid der commissie tot wering van schoolverzuim aannemen. Aangenomen voor kennisgeving. Gedeputeerde Staten, en met den adjunct-in- specteur voor de werkverruiming en voorts met den Minister van Binnenlanasche Zaken en Landbouw voor het ontvangen van rijks- steun. Verder kunnen Burgemeester en Wet houders thans niets doen. De heer't GILDE stemit toe, dat het is zoo als de Voorzitter zegt. Er zijn door den ge meenteraad 4000 gevoteerd voor het verlee nen van steunuitkeering aan werkloozen, ter- wijl werk in uitzicht wordt gesteld. Hij weet wel, er blijven altijd menschen, die van steun uitgesloten blijven, dat is moeilijk te onder- vangen, maar het zenden der motie was z.i. niet noodig. Wanneer er klachten waren, dan zou men die moeten bekend maken, maar het zenden van een motie, die feitelijk niets zegt, heeft geen beteekenis. Er blijkt niets uit, van k. Een schrijven van de Commissie tot j eenige klacht, de motie heeft dus geen reden ^ririip* van sr.hr»f»lvp.rzi]im waarin wordt be- van ViPQtnnn "Hat «/nmit dnnrinf- vrvrvrt rlnt wering van schoolverzuim waarin wordt be richt dat de Commissie voor het jaar 1931 tot haren Voorzitter en Secretaris hebben be- noemd respectievelijk de heeren D. A. van Houte en J. L. J. Maris. Tevens zend zij hierbij het verslag van hare werkzaamheden over het vorig jaar luidende als volgt: In den loop van het jaar 1930 zijn geen veranderingen voorgekomen in de samenstel- ling der Commissie. In de eerste vergadering van 1930 werden de heeren D. A. van Houte en J. L. J. Maris respectieveljjk tot Voorzitter en Secretaris herbenoemd. De werkzaamheden der Commissie waren in 1930 een weinig minder dan het vorige jaar. Thans waren er 61 gevallen te behandelen en in 1929 76 verzuimen. Deze verzuimen hadden betrekking op de leerlingen van de volgende scholen: Openbare Lagere School 16 leerlingen, waar- van 7 verschoonbaar en 9 onwettig. Bijzondere School Nieuwstraat 37 leerlingen, waarvan 19 verschoonbaar en 18 onwettig. R.K. School Walstraat 4 leerlingen, waar van 4 onwettig. Bijzondere School Spui 3 leerlingen, waar van 2 verschoonbaar en 1 onwettig. Bijz. School Polderstr. Zaamslag 1 leerling, onwettig. Een verzuim, dat een leerling van de Bijz. School Nieuwstraat betrof, werd na toelich- ting aan de beslissing van den heer Inspec- teur van het L. O. overgelaten. Van de onwettig verklaarde verzuimen zijn er respectievelijk 8, 9, 2, geen en 1 in deze ru- briek ingedeeld, wegens niet verschijning. De verzuimen waren hoofdzakelijk een ge- volg van de slechte uitkomsten van de land bouw v.n.l. bij de klein-landbouwers, die ten- van bestaan. Het spruit daaruit voort, dat de verschillende bonden bezig zijn samen te werken en nu den een boven de ander naar voren wil springen, om te doen uitkomen dat zij vooral het recht willen. Indien er werke- lijk reden tot klagen was, zou spreker de eer- ste zijn, die hier voor de menschen opkomt, maar de motie zegt niets. In de groote steden worden dergelijke moties juist aan het adres der S. D. A. P. bestuurders gericht. hij wjjst o.m. op Leeuwarden. Hoe komt men er toch bij zoo'n motie te zenden? Htj beschouwt de j stukken die hier inkomen, naar hun inhoud, Izonder zich af te vragen van wie ze komen. Maar deze beteekent niets; er is naar zijn zin al veel te veel moeite en tijd aan besteed. Hij zou Burgemeester en Wethouders in overweging willen geven, op den ingeslagen jj weg voort te gaan en te doen wat hun hand vindt te doen. Hij heeft het voile vertrouwen dat er zal gewerkt wordeh in het belang der werkloozen en dit is ook noodig, want de nood is inderdaad groot. Met algemeene stemmen wordt besloten de i motie te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders en de Commissie voor de steun regeling. g. Een schrijven van de plaatselijke Raad der S. D. A. P. en den Axelschen Besturen Bond, waarin wordt medegedeeld dat zij in hare vergadering van 12 Januari 1931 onder de aandacht van den Raad wilde brengen, dat zij met verontwaardiging hebben kennis ge- nomen van het raadsbesluit van 23 December 1930, betreffende de benoeming van leden in de Commissie van advies inzake steunverlee ning aan werkloozen; dat zij afkeuren de eenzijdige samenstelling van genoemde Commissie, waardoor de Chr. Besturen Bond met 150 leden 2 vertegenwoor- digers heeft gekregen en dat de Axelsche foTef kTden Sd?n ^"et^errichtfn Besturen Bond haar 300 leden dus 100 loonen konden besteden voor het vernchten mser dan dg Chr Besturen Bond maar £en van hun werkzaamheden. Overigens is in het afgeloopen jaar geble- ken, dat de ouders hun kinderen niet anders dan hoogstnoodzakelijk de school laten ver zuimen, een streven dat ons tot tevredenheid stemt. Aangenomen voor kennisgeving. 1, Een dankbetuiging van C. Dijkwel, voor de wijze waarop hem eervol ontslag is ver- leend als onderwijzer aan de Openbare Lagere school. Aangenomen voor kennisgeving. m. Een adres van P. Huijssen en 24 ande- ren, bewoners van den Oudenweg, die daarin verzoeken maatregelen te treffen tot dem- ping van de sloot, die achter hun erf is ge- legen, in verband met den toestand waarin deze verkeert. Voomamelijk in de zomer- maanden is deze sloot een verzamelplaats van al wat voor de gezondheid nadeelig is. De' VOORZITTER stelt voor, dat pas inge komen adres te stellen in handen van Burge meester en Wethouders om bericht en raad. De heer OGGEL zou de aandacht der Ge- zondheidscomimissie daarop willen vestigen; die sloot ligt buiten het gebied waarover Bur gemeester en Wethouders het beheer hebben. De VOORZITTER: Door het adres te stel len in handen van Burgemeester en Wethou ders, wordt een voorstel daaromtrent tegen de volgende vergadering voorbereid. Dan zal worden overwogen wat er mee gebeuren moet. Misschien wordt dan voorgesteld te doen, het- geen de heer Oggel nu in overweging geeft. De heer KRUIJSSE: Die zaak is al bij de Gezondheidscommissie besproken; de sloot dient voor afvoer van hemelwater van den polder, en is daarvoor ook voldoende. Sinds daar huizen zijn gebouwd, wordt zij echter ook gebruikt voor afvoer van spoelwater, en is daardoor in verontreinigden toestand geko- men. Het was natuurlijk beter, dat zij gerio- leerd werd. Met algemeene stemmen wordt overeenkom- stig het voorstel van den Voorzitter besloten. n. Een motie, luidende als volgt: De werkloozen van Axel, in vergadering bij- een op 2 Februari 1931 te Axel; gehoord de inleiding over de werkloosheid en de verwachtingen voor de naaste toekomst; gehoord de onvoldoende schadeloosstelling der getroffen gezinnen ook in deze gemeente; overwegende voorts de noodlottige gevolgen, die daaruit noodwendig moeten voortvloeien spreken als hun meening uit, dat alleen een veel krachtiger steun dan tot nu toe de be- volking voor nog grooter ramp kan behoeden; dringen er met klem bij het Gemeentebe stuur op aan om zuiver en algemeener steun te verleenen aan de werkloozen, daartoe des- noods geholpen door Rijk en Provincie. De heer OGGEL merkt op, dat men een Commissie voor steunverleening aan de werk loozen heeft en dat de motie in handen dier commissie zou behooren te worden gesteld. De VOORZITTER: Zooals bekend, bestaat er in deze gemeente een commissie voor het verleenen van steun aan de werkloozen, ter- wijl ik ook kan meedeelen dat Burgemeester en Wethouders, in verband met de buitenge- wone afmetingen die de werkloosheid heeft aangenomen, Burgemeester en Wethouders overwogen hebben een of ander werk onder- handen te nemen, dat aan een beduidend aan- tal menschen werk kan verschaffen. Een des- betreffend voorstel zal in deze vergadering worden behandeld. Het zou ontijdig zijn, de motie in deze ver gadering te behandelen, de motie kan worden gezonden aan de Commissie voor steunverlee ning aan werkloozen. Uit de mededeelingen kan men zien, dat er met betrekking tot den nood der werkloozen plannen worden beraamd om daarin te voorzien, en spreker kan hier- aan nog toevoegen, dat de gemeente op het oogenblik een 40-tal werkloozen in dienst heeft. vertegenwoordiger heeft gekregen en verzoe ken den Raad dringend genoemd Raadsbe sluit te herroepen en alsnog de Axelsche Be- stuurdersbond twee vertegenwoordigers te doen aanwijzen. Burgemeester en Wethouders deelen naar aanleiding hiervan mede, dat zij onlangs voor het felt stonden, dat er moest voorzien wor den in 3 vacatures der commissie, zander dat er aanleiding was, deze commissie te reorga- niseeren. Op grond dat elk der organisaties een plaats in de commissie vroegen, hebben zij gemeend den raad het voorstel te moeten doen, om aan elk een plaats beschikbaar te stellen, waaraan alien hebben voldaan. Thans nog een wijziging aan te brengen nu de desbetreffende afgevaardigden reeds zit- S ting hebben, achten zij niet mogelijk, weshalve zij voorstellen, het adres aan te nemen voor kennisgeving, en bij een eerstvolgende vaca- ture met den uitgedrukten wensch rekening te houden. De heer 't GILDE heeft het in de vorige raadsvergadering niet noodig geacht over dat verzoek het woord te voeren in het vaste ver trouwen dat door het college zou worden na- gestreefd het principe, dat in de commissie elke strooming zou zijn vertegeniwoordigd en daaraan de hand zou worden gehouden. Im- mers wanneer de belangen der werkelooze ar- beiders goed worden behartigd doet het er weinig toe af, of de R. K., de Christelijke, de socialistische of de vertegenwoordiger der neutrale kas van ,,Zelfstandigheid" zitting in de commissie heeft. Het is zelfs nuttig dat iedere richting zich daarin kan uiten. Niemand moet z.i. het doen voorkomen of hij alleen het weet en of hij alleen de belangen der arbeiders kan behartigen. Dat is volkomen hetzelfde. Het gaat maar om het gevoel voor recht en rechtvaardigheid. Toen echter een paar weken na het raads besluit, dat inhield dat op den ouden voet zou worden gewerkt en elke richting zijn plaats zou behouden, bekend werd, dat inplaats van Zelfstandigheid" de Christelijke richting twee vertegenwoordigers in de commissie zou krij- gen en deze inmiddels waren aangewezen kreeg ik ten mijnen huize van den heer Goos- sen een reprimande aan het adres van den raad te hooren, omdat inplaats van de socia listische beweging die 2 vertegenwoordigers had gevraagd, nu de Christelijke Vakvereeni- ging, die numeriek veel minder sterk is er 2 had gekregen. Dit was in stnijid met letter en geest van het raadsbesluit en in strijd met de tot dusver gevolgde taktiek. Indien ,,Zelf- standigheid" geen vertegenwoordiger meer aan heeft gewezen, om welke reden ook, dan gaat het daarom niet zoomaar 2 Christelijke vertegenwoordigers te doen aanwijzen. Waar halen Burgemeester en Wethouders dit recht vandaan. Daar moet de raad zich toch over kunnen uitspreken. De VOORZITTER: Wat u daar vert eld is niet gebeurd. Als men u dat gezegd heeft, is u verkeerd ingelicht. De heer 't GILDE: Dan heb ik niets ge zegd, maar het staat toch in het adres ook zwart op wit. De VOORZITTER: De kwestie zit zoo: er waren 3 vacatures, waarin moest worden voorzien, en toen hebben Burgemeester en Wethouders, geheel overeenkomstig het raads besluit benoemd iemand die door den Christe- lijken Besturenbond, door de R. K. organisatie en door den modemen bond was aangewezen. Die zijn uitgenoodigd om in de commissie zit ting te nemen en dat is gebeurd. Er is vol daan aan de bepalingen van het raadsbesluit. De heer 't GILDE deelt mede, dat de heer Goossen hem heeft verteld, dat er nu twee menschen van de Christelijke organisatie in de "ommissie zitten. De heer KRUIJSSE: Dat komt omdat de heer Van Driel er nog in zit van vroeger. De VOORZITTER deelt mede, dat de heer Van Driel vroeger benoemd is als vertegen- 1 woordiger van de Christelijke Bouwvakarbei- ders; deze heeft geen ontslag genomen en maakt dus nog decl van de commissie. De heer 't GILDE merkt op, dat zijn in- lichtingen dan toch juist zijn, want dat acht hij toch verkeerd? Nu zitten er dan toch twee van de Christelijke organisaties. Dat is natuurlijk olie op het vuur. De VOORZITTER wijst er op, dat Burge meester en Wethouders daaraan niets konden doen. De heer 't GILDE acht deze samenstelling der commissie dan toch verkeerd, want als de Christelijke bouwvakarbeiders vertegenwoor- digd zijn, waarom dan ook niet de andere richtingen De VOORZITTER: We kunnen dat ook verkeerd achten, maar aangezien de heer Van Driel niet had bedankt, kon men hem toch ook niet wegzenden. De heer 't GILDE vermeent, dat Burge meester en Wethouders dan niet nog iemand van de Christelijke organisaties hadden be- hoeven te benoemen. De VOORZITTER wijst er op, dat in het laatste raadsbesluit wel degelijk is vastge- legd aan welke organisaties het opgeven van een vertegenwoordiger moest gevraagd wor den en daaraan is voldaan. Het was aan het college ook niet bekend, dat de heer Van Driel ook deelmaakte van den Christelijken Bestu renbond. De heer OGGEL: Indien men deze samen stelling der commissie niet juist acht, dan had de raad dat besluit niet moeten nemen. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt aangenomen met 10 stemmen tegen 1. Voor stemmen de heeren Oggel, Kruijsse, Koster, Esselbrugge, Van de Bilt, Wolfert, Olaessens, Dieleman, J. de Feijter en P. de Feijter; tegen de heer 't Gilde. p. Een adres van Hon. Dellaert en 42 an- deren alien bewoners van de woningen van de Vereeniging tot Verbetering der Volkshuis- vesting in de Julianastraat, waarin deze te kennen geven: dat de thans bestaande regeling bij nage- noeg alle bewoners dezer woningen reden tot ontevredenheid verwekt; dat de tijidsomstandigheden van dien aard zijn, dat het aan de meesten der bewoners zwaar valt een dusdanige hooge wekelijksche huishuur op te brengen; dat het niet denkbeeldig is, dat verschillen- den der bewoners dezer woningen op den duur niet meer aan hunne verplichtingen zullen kunnen voldoen; dat het meer dan tijd wordt van gemeente- wege in te grijpen; redenen waarom zij den raad eerbiedig, doch dringend verzoeken een nieuwe regeling der huishuren vast te stellen met een verla- ging over de geheele linie (dus voor elk der drie categorien). Burgemeester en Wethouders stellen voor, dit adres aan te houden tot een volgende ver gadering, daar zij zich terstond na het inko men van het verzoek in verbinding hebben ge steld met het betrokken Departement om den vastgestelden huurprijs te verlagen. De heer 't GILDE zegt, wanneer hij de his toric nagaat hij tot de conclusie komt dat van de zijde van den Minister wel geen medewer- king zal te verkrijgen zijn om den huurprijs te verlagen en dit maar een op de lange baan schuiven wordt van deze hoogst dringende en met het oog op werkloosheid en economische toestand zeer actueele zaak. Hij is daarom voor directe inwilliging van dit adres in dier voege dat de minimum huur op 2,50 per week wordt gesteld en 3 en resp. 3,50 voor de bewoners met betere inkomens. De VOORZITTER: Het is heelemaal niet ons doel, deze zaak op de lange baan te schui ven, daarom hebben we ook terstond aan den Minister geschreven. De heer 't GILDE: Maar wat zal daarvan het gevolg zijn? De VOORZITTER geeft te kennen, dat, aan gezien het dagloon verlaagd is, dit een mo- tief voor Burgemeester en Wethouders is om bij den Minister aan te kloppen om verlaging der huur. Burgemeester en Wethouders zou- den nu met het nemen van een besluit wen- schen te wachten, tot er antwoord van den Minister is. De heer OGGEL: De heer 't Gilde zal zich ook wel herinneren, dat Burgemeester en Wethouders er bij den Minister reeds meer- malen op aangedrongen hebben, om de huur te verminderen, doch zonder succes. De werk loosheid en het terugloopen van het loon was voor Burgemeester en Wethouders aanleiding, met des te sterker aandrang met een ver- nieuwd verzoek tot verlaging der huur aan te komen. De heer DIELEMANHoelang denkt het college dat het zal duren eer er antwoord komt? Dat duurt soms heel laftg! De heer OGGEL: We zouden nog eens op spoed kunnen aandringen, in verband met den critieken toestand. De heer DIELEMANUit alles blijkt wel, dat de gemeenteraad met het opslaan der huur op een slechten tijd is begonnen. Ik heb trouwens daaraan niet meegewerkt. De hee ren zullen nu wel ondervinden, dat ze daar voor niet den juisten tijd hadden gekozen. Het is wel gewenscht, eenigen spoed te be- trachten. De VOORZITTER: Uit onze werkwijze blijkt wel, dat we dit ook willen, want we hebben niet op een besluit van den raad gewacht, doch terstond aan den Minister geschreven. De heer VAN DE BILT meent, dat Burge meester en Wethouders, krachtens het ten deze genomen raadsbesluit toch reeds vermin- dering van huur kunnen toestaan. Ze hebben het recht om een toeslag te geven van hoog- stens f 1,De economische toestand der be woners gaat achteruit. Laat de Minister er op ingaan, dan zal deze toch zeker niet verder gaan. Er zijn er onder de huurders ook, wier economischen toestand niet veranderd is, en laten we hopen, dat die ook niet veranderen zal, maar voor degenen die wel achteruitge- gaan zijn, kunnen Burgemeester en Wethou ders zijns inziens gebruik maken van de hen door den raad gegeven machtiging om een huurverlaging tot 1 per week te geven. De heer OGGEL stemt toe, dat dit zoo is; er is ook aan verschillende menschen een toe- slag verleend. Maar om een algeheele ver laging te krijgen, daarvoor is medewerking van den Minister noodig, anders drukt het ook alleen op de gemeente. Er hebben op het adres ook gemeentewerklieden geteekend. maar die hebben het toch niet zoo noodig. De heer VAN DE BILT weet ook wel, dat er op geteekend hebben, die het niet zoo noodig hebben. Het leven is veel goedkoo- per, en dat is dus voor de menschen met vast inkomen gelrjk met een loonsverhooging. Het is ook heelemaal niet naar den zin van spre ker, dat een gemeentewenkman ook op dat adres teekent, want die wordt niet door de malaise gedrukt, die bederft daardoor de zaak voor anderen. Maar voor hen die het noodig hebben, zou spreker het gewenscht vinden, dat Burgemeester en Wethouders gebruik maken van him recht om korting toe te staan. De heer OGGEL: Dat gebeurt reeds! De heer KRUIJSSE: Ja, maar dat is niet zooals dit thans wordt voorgesteld. Het raads besluit is gebaseerd op het inkomen van de huurders en een verlaging over de geheele linie ligt dus meer in de lijn van het verzoek? De heer VAN DE BILT merkt op, dat deze toeslag wordt verleend met geld, van de ge meente, terwijl eenigen het niet noodig heb ben, en dat kan hij niet verautwoorden. De heer KRUIJSSE merkt op, dat iemand die was aangeslagen naar een inkomen van 15.00 de voile huur moest betalen; die aan- slag betreft zijn verdiensten over het jaar te voren, doch als hij die nu niet meer heeft, dan heeft hij daar niets meer aan en kan hem dit ook niet helpen de voile huur te betalen. De heer VAN DE BILT wist niet, dat Bur gemeester en Wethouders aan een bepaalden norm gebonden zijn, hij meende dat ze dit regelen konden, zonder rekening te houden met de inkomstenbelasting. De VOORZITTER noemt die meening on- juist, er is vastgelegd, dat zij die een week- loon hadden van minstens 24 een huur van f 4 moesten betalen, van f 18 tot 24 een huur van f 3,50 en minder dan f 18 een huur van 3 iper week. Het is echter moeilijk om het inkomen van de menschen te schatten; er zijn echter verschillende adressen om huurrer- mindering bij Burgemeester en Wethouders ingekomen. De heer VAN DE BILT: Maar er is toch gezegd, diat Burgemeester en Wethouders de bepaling soepel kunnen toepassen? De VOORZITTER acht het toch maar beter het antwoord van den Minister af te wach ten; er kan nog eens op spoed worden aan gedrongen. De heer P. DE FEIJTER handhaaft zijn vroeger standpunt; hij stemt toe, dat de huren te hoog zijn, maar hij meent, dat men nu toch maar niet goedschiks bijdragen daarin uit de gemeentekas mag geven, waaraan ook wordt bijgedragen door menschen die niet in een woning van de vereeniging wonen, maar die evengoed voor hooge huishuren of hypotheken zitten. Hij zal het op hoogen prijs stellen, dat de Minister den huurprijs wil verlagen. maar indien het moet geschieden met toeslag uit de gemeentekas, dan heeft hij er bezwaar tegen, omdat dit geld dan moet komen uit de zakken van andere menschen bij wie het evenmin rooskleurig is. De heer DIELEMAN is overtuigd, dat wel de geheele raad zijn meening zal deelen, dat een huishuur van f 4 per week niet aan den lagen kant is. En als men nu gaat redeneeren dat iemand de huur wel kan betalen, op grond van het inkomen dat hij verleden jaar had, dan komt men er niet. In elk geval is toch verwacht, dat de maatregel tot het verleenen van bijslag soepel zou worden toegepast. Men weet dat thans het inkomen lager is dan van 't vorig jaar, of de menschen wellicht werk loos zijn. Als ze betalen moeten voor een jaar dat ze goed verdienden, en ze hebben het nu slecht, dan wordt het voor hen hoe langer hoe moeilijker. Hij is van oordeel, dat Burge meester en Wethouders royaler moesten zijn. De VOORZITTER gaat er persoonlijk mee acooord, dat deze regeling royaal zou moeten kunnen worden uitgevoerd. In de gemeente is de gemeenteraad echter de hoogste macht, en wanneer deze een besluit neemt, zijn Bur gemeester en Wethouders geroepen, dat be sluit zoo goed mogelijk uit te voeren. En wan neer normen worden aangegeven, dan is er geen kwestie meer van soepele toepassing, dan moeten Burgemeester en Wethouders zich daaraan houden. Als er dus iets aan de regeling hapert, dan is dat de schuld van den raad, die het niet anders vastgesteld heeft. Indien de geheele raad zou zeggen: de huren moeten naar be- neden, dan zouden Burgemeester en Wethou ders zich voor het oogenblik toch nog aan het genomen besluit moeten houden, zoolang dit niet is ingetrokken. Het wordt thans in den geest van den raad zoo soepel moge lijk uitgevoerd. De heer DIELEMAN dacht niet, dat burge meester en wethouders deze z66 aan de nor men vast zaten. De geheele afwikkeling dezer kwestie gaat toch een beetje zonderling, aan gezien de menschen toch de voile huur moe ten betalen, en ze een deel dan later weer terug moeten gaan halen bij den gemeente- ontvanger. Kan de raad nu niet aan Burge meester en Wethouders volmacht geven, om de huur nog wat te verlagen? Men zal het toch wel met hem eens zijn, dat er gezinnen wonen, voor wie de huur veel te hoog is? De VOORZITTER merkt op, dat dit ook wel het geval zal zijn met sommigen die een woning huren van particulieren. En vindt de heer Dieleman het dan billijk, dat de een ge holpen wordt en de ander niet? De heer DIELEMAN: Dddr gaat het niet over; ik heb een landbouwbedrijf, maar ben niet te vergelijken met ambtenaren met f 10.000, f 15.000 inkomen. Dat is nu eenmaal niet te veranderen, dat k&n niet. De heer OGGEL: Maar hier is het toch wel een ander geval; wanneer de bewoners der huizen in de Julianastraat vermindering van huur krijgen, gaat het ten koste van veel be- lastingbetalers, die een eigen woning hebben of er ook een moeten huren en die zouden dan ook wel geholpen moeten worden, want daaronder zijn er ongetwijfeld die het even moeilijk hebben. Dat zijn omstandigheden waarmede men rekening moet houden. De VOORZITTER: U moet toch wel het gevoel hebben, dat we naar beneden willen, maar dat er thans nog geen besluit kan ge nomen worden. Ik denk, dat de beslissing van den Minister niet lang op zich zal laten wachten. De heer DIELEMAN: Ik maak geen ver- wijt aan het college, want dan ligt de schuld aan den raad, die een ontijdig besluit nam. Er zal dan niets anders op zitten, als het ministerieel besluit afwachten. Particulieren zullen naar hij verwacht de hooge huishuren ook niet krijgen. De heer P. DE FEIJTER kan de houding van den heer Dieleman niet begrijpen. Hij moet toch bedenken, dat er honderden men schen buiten de Julianastraat wonen, die ook in moeilijke omstandigheden verkeeren en een te hooge huur moeten betalen. Waarom moe ten dan alleen de menschen uit de Juliana straat geholpen worden? Hij kan er zijn stem niet aan geven. De heer DIELEMAN: De heer De Feijter verliest uit het oog, dat, indien de raad het besluit neemt, de huur op te slaan, dit ver- dere gevolgen heeft en de particuliere ver- huurders aanleiding geeft de huur hunner wo ningen ook op te slaan. Dat raadsbesluit was niet zoo onschuldig als het wel geleek. De heer 't GILDE verklaart, op hetzelfde standpunt te staan als de heer Dieleman. Men bewandelt thans geen goeden weg en het duurt veel te lang. Een weekhuur van 4 is te hoog en voor de menschen die een toe slag krijgen, spaart de gemeente-ontvanger het bedrag van den toeslag gedurende een maand op. Er is ook gewezen op een ge- meentewerkman. Dat zijn van de huurders wel de beste, maar ook de kleinste categorie, hun aantal is miniem. Uit de woorden van den Voorzitter is af te leiden, dat Burgemeester en Wethouders zelf verklaren, dat ze de huis huur te hoog vinden. De ervaring heeft ge- leerd, dat particulieren ook rekening houden met de huurbepaling der woningen van de vereeniging voor Volkshuisvesting, aangezien zij, toen die huur verhoogd werd, dat voor-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 7