GEMEENTERAAD VAN HOEK.
»aai aanleiding van het resultaat van dat
onderzoek stellen zij voor een bedrag van 20;
dat is voldoende.
De VOORZITTER: Bl'ijikens het ingestelde
omderzoek, komen de kosten overeen met het
Items voorgestelde bedrag.
Het voorstel wordt met algemeene stem-
xaea aangenomen.
IS. Behandeiing reclames schoolgelden
dienst 1930.
Naar aanleiding van ingekomen reclames
jsrtellen Burgemeester en Wethouders voor:
den aan A. Cornelissen opgelegden aanslag
te verminderen met 5,40 wegens foutieven
aanslag;
den aan J. Scheele opgelegden aanslag te
vermmderen met f 11,60 eveneens wegens
fonljeven aanslag;
<*p het verzoek van M. Seheele, D 125, af-
asfjzend te besohikken, vermits deze is aange
slagen overeenkomstig zijnen aanslag in de
JRiptsinkomstenbelasting an de 2de klasse;
op het verzoek van C. de Feijter, welke ont-
toeffing vraagt over de maaniden Maart en
April waarin zijn dochtertje de school wegens
ziefkte niet heeft bezocht, eveneens afwijizend
te beschikken, aangezien het kind ook tijdens
de ziekte als leerling der school was inge
schreven de belasting moet worden betaald
over het tijdvak waarin het kind als leerling
eener school staat ingeschreven;
den aan W. Dees te Boschkapelle, opge
legden aanslag te verminderen met f 7,20 ver
mits zijn aanslag in de Rijiksinkomstenbelas-
tmg op reclame is teruggebracht, waardoor
liig valt onder de 5de klasse.
De heer JANSEN deelt mede, dat hij den
beer Scbeele heeft gesproken, en dat deze hem
vesrkiaarde in het vorige jaar slechts f 976
vercBend te hebben, zoodat hij overeenkomstig
de eerste klasse zou moeten aangeslagen wor
den, doch nu folijft hij nog aangeslagen vol-
gens de 2e klasse. Hij heeft bij den inspec
ted der Rijksbelastingen gereclajmeerd en ze
bebben hem ook gelijk gegeven.
De SECRET ARTS deelt mede, dat Scheele
js aangeslagen overeenkomstig zijn laatst be-
taende aanslag in de inkomstenbelasting in
overeenstemming met de verordening op de
huffing van schoolgeld en dat was die over
1928/29; daarop heeft hij niet gereclameerd,
wwdat de raad niet anders doen kan dan hem
in de tweede klasse plaatsen. Eerst het vol-
gtxud jaar kan daarin verandering worden ge-
baracht.
De VOORZITTER deelt ook nog mede, naar
Aanleiding van het geval van C. de Feijter,
dat voor een kind schoolgeld moet betaald
worden over den geheelen tijid dat het als
leerling staat ingeschreven. Als een kind ziek
is en dit eenigen tijd zal duren, zou men het
moeten laten afschrijven. Dan kon ook af-
.arhrijving van schoolgeld worden verleend.
De heer JANSEN merkt op, dat, als een
Kind ziek wordt, men toch in de meeste ge-
wallen niet weet of dit lang zal duren. Dat
is this niet uit te voeren.
De VOORZITTER: De bepalingen der ver-
®rdening zijn nu eenmaal zoo.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen
asmgenomen.
IB. Voorslel van Bnrgemeester en Wethou
ders tot remaindering van den verkoop-
prijs van het perceeltje bouwland ge-
legen in de Axelschestraat.
IZooals uw college bekend is, is de gemeente
nog steeds eigenares van een perceeltje bouw-
terrein gelegen in de Axelschestraat kadas-
traaJ bekend gemeente Zaamslag, Sectie F
2815.
Dit perceeltje is groot 5 Are 14 c.A. en ge-
schikt om daarop hoogstens een tweetal
woningen te bouwen.
Het laatst werd- een stuikje grond verkocht
nar> den heer C. Dieleman alhier, terwijl
sedert dien geen enkele aanvrage om verkoop
van bouwterrein meer binnenkwam.
Inmiddels wordt het strookje land telken
jare verhuurd en brengt dit slechts gemiddeld
flO voor den hoop op. 1
Het is naar aanleiding daarvan, dat-wij uwe
-vergadering voorstellen den Verkoopprijs terug
te brengen op f 2,per meter, waardoor den
verkoopprijs van een jstrook grond bestemd
voor eene woning wordt bepaald op 514.
De heer D. DEES: Zijn Burgemeester en
"Wethouders van meening, dat er dan gelegen-
beid zal zijn om den grond te verkoopem?
De VOORZITTER: We kunnen het in elk
geval probeeren.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen
■wangenomen,
J7. Opheffing openbare lagere school in
den Grooten Huijssenspolder.
"Wij hebben de eer uwe vergadering mede
te deelen, dat de tegen het door Gedeputeer
de Staten van Zeeland goedgekeurde besluit
van den gemeenteraad ingestelde beroepen bij
Koninklijk besluit van 19 December 1930, No.
37 zijn ongegrond verklaard.
De opheffing van gemelde school is dus hier
mede een feit geworden.
Wij stellen u daarom voor het onderwijs
met inigang van 31 Januari te doen ophouden
en het hoofd der school door het nemem
van het hiema vermelde besluit op wachtgeld
te stellen.
De raad der gemeente Zaamslag,
Gelet op zijn besluit van 31 Aug. 1928 zoo-
aJs dit nader is gewijzigd bij zijn besluit van
26 April 1929 tot opheffing van de openbare
lagere school in den Grooten Huijssenspolder
met ingang van den datum waarop gemeld
besluit in kracht van gewijsde is gegaan;
dat gemeld besluit door Gedeputeerde Sta
ten van Zeeland bij: besluit van 18 Juli 1930,
No. 248, lste afdeeling, is goedgekeurd en de
tegen dat besluit ingestelde beroepen bij
Koninklijk besluit van 19 December 1930, No.
37 zijn ongegrond verklaard;
Op voorstel van Burgemeester en Wethou
ders;
gelet op de Lager Onderwijsiwet 1920,
Besluit
•met ingang van 1 Februari 1931 eervol ont-
alag te verleenen wegens opheffing der be-
trekking aan Jacobus Jansen, hoofd der open-
bare lagere school in den Grooten Huijssens
polder.
Waar het voorts gewenscht is en de woning
■en het schoolgebouw van de hand te doen,
verzoeken wij uwe vergadering machtiging
een en ander in het openbaar te verkoopen.
De heer JANSEN vraagt, of Burgemeester
en Wethouders al eens hebben gedacht, hoe
net nu met de leerlingen dier school zal moe
ten gaan. Hrj heeft van ter zijde al eens
-vemornen, dat de ouders voomemens zijn htm
kinderen naar Othene te zenden. Hebben
Burgemeester en Wethouders al eens over-
wogen, of daarvoor van gemeentewege ver-
goeding kan gegeven worden?
De VOORZITTER antwoordt, dat Burge
meester en Wethouders hierover nog niet heb
ben gedacht; men weet dat dit een zeer lang-
durige kwestie is geworden, die in de pericles
gekomen is, juist omdat Burgemeester en
Wethouders indertijd een tegemoetkomend
-voorstel hadden gedaan. dat in het raadsbe
sluit was opgenomen. Toen er van de zijde
der ouders verzet tegen het raadsbesluit is
gekomen, is dat vemietigd op grond dat er
een bepaling in opgenomen was, dat voor het
vervoer der leerlingen zou worden gezorgd.
Daarom is die bepaling er later uit verwijderd,
maar nu stellen Burgemeester en Wethouders
zich op het standpunt, dat de betrokken
ouders. indien ze iets wenschen, daarvoor zelf
naar Burgemeester en Wethouders of den ge
meenteraad moeten komen met een verzoek.
De heer JANSEN krijgt den iindruk, dat
Burgemeester en Wethouders dus een verzoek
van die menschen inwachten, en dat zij dan
wel bereid zijn, vergoeding voor te stellen.
Naar hij heeft vemomen, zou het de bedoeling
zijn, de kinderen te laten fietsen, doch zijn
een paar ouders niet bij machte om een fiets
aan te schaffen. Zouden Burgemeester en
Wethouders bereid zijn, voor te stellen hen
daarvoor een voorschot te verleenen De
vraag is misschien wel voorbarig, maar hij
zou graag het gevoelen van Burgemeester en
Wethouders weten.
De VOORZITTER wijst er op, dat Burge
meester en Wethouders op dit gebied niet
kremterig zijn, en dat zij vermoedelijk nog wel
op* hetzelfde standpunt van vroeger zullen
staan.
De heer JANSENDus, ze kunnen op een
gunstig onthaal rekenen?
De heer DE FEIJTER: We kunnen niet
anders zeggen, dan dat, als er een verzoek
bij Burgemeester en Wethouders inkomt, dit
zal worden behandeld.
De heer JANSEN: Ja, maar ik zou graag
een lichtje willen opsteken.
De heer DE FEIJTER: Indertijd hebben
Burgemeester en Wethouders de ouders eens
uitgenoodigd, om eens te komen praten, in
verband met de voorgenomen opheffing der
school. Burgemeester en Wethouders hebben
de ouders toen te vergeefs gewaoht. Ze moe
ten nu zelf maar eerst eens komen om hun
belangen voor te dragen.
De heer JANSEN: Het was mijn bedoeling,
om de meening van Burgemeester en Wethou
ders hierover eens te hooren.
De heer D. DEES wijst er op, dat Burge
meester en Wethouders machtiging vragen
om de school enz. in het openbaar te verkoo
pen. Daarover valt te praten, maar hrj
vraagt, of er geen andere weg is, om de ge-
bouwen van de hand te doen.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge
meester en Wethouders ook nog een ander
voornemen bestaat, om het n.l. te probeeren
met inschrijving, in 3 afzonderlijke perceelen,
het huis, het complex grond en dan de school.
Dan zullen ze evenwel bij den raad machti
ging vragen om den koop te gunnen.
De heer D. DEES had ook inschrijving op
't oog; men moet zien er zooveel mogelijk
voor te krijgen.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
De VOORZITTER sluit de vergadering, door
het uitspreken van het dankgebed.
•v
Op 30 Jan. j.l., des namiddags twee uur,
hield de raad dezer gemeente eene openbare
spoedvergadering.
Voorzitter Mr. J. A. van Tienhoven, burge
meester. Secretaris. de heer Dregmans.
Aanwezig de heeren H. Pladdet, J. van
't Hoff, M. de Feijter, J. D. de Feijter, A.
Meertens, D. J. Jansen en J. A. Meertens.
De VOORZITTER opent de vergadering met
het uitspreken van den gebruikelijken Nieuw-
jaarswensch, waarbij de heer J. D. DE FEIJ
TER als oudste raadslid zich aansluit.
De notulen der vorige vergadering worden
zonder hoofdelijke stemming onveranderd
vastgesteld.
Ingekomen stukken.
Een adres van de verschillende in deze ge
meente op het gebied der werkloosheidsver-
zekering zich bewegende lichamen, met ver
zoek met het oog op de zeer groote werk-
loosheid in deze gemeente, te willen besluiten
tot werkverschaffing, en bij gebreke daarvan
tot extra-steun van de eventueel uitgetrokken
leden.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burg, en
Weth. van oordeel waren dat de kwestie
waarop dit verzoek betrekking heeft zeer ur
gent is en dat er van gemeentewege iets moet
worden gedaan in het belang der werklooza
gezinnen. Burg, en Weth. staan op het stand
punt, dat het beter is zoo mogelijk tot werk
verschaffing over te gaan om het geld dat de
gemeente ten slotte zal geven eenigszins pro-
ductief te maken, en aan de andere zijde de
menschen zelf liever er voor werken dan dat
wij het z<56 zouden geven. Misschien is het
ook mogelijk om voor bepaalde werken van
Rijkswege een bijdrage be krijgen, waardoor
de last voor de gemeente lichter wordt. Burg,
en Weth. hebben enkele kleinere werken op
het oog voor directe uitvoering terwijl gedu-
rende den tijd dat die worden uitgevoerd er
naar meer omvangrijk werk kan worden uit-
gezien. Als de heeren soms nog andere ideeen
hebben dan willen Burg, en Weth. dat gaame
vememen. Ten eerste hebben Burg, en Weth.
zich voorgesteld het oude gedeelte van het
kerkhof te laten egaliseeren, aangezien daar
in zeer groote kuilen liggen.
Ten tweede zou het aanbe^eling verdienen
om het riool in de Tramstraat te doen ont-
graven en opnieuw leggen aangezien de uit-
watering veel te wenschen overlaat.
Ten derde ligt daar de sloot in de St. Hu-
brechtstraat die zeer verontreinigd is en wat
een goed werk zou zijn om die te zuiveren,
opdat daar een meer aanzienlijke toestand
zal ontstaan.
Ten vierde is het aanbevelenswaardig den
Binnendijk te egaliseeren en de bermen af te
steken wat ook langs andere wegen zou kun
nen geschieden.
En verder is het misschien met geldelijke
bijdrage van de Gemeente wel mogelijk om bij
particulieren tuinen te doen spitten.
Ik zeide U reeds dat dit slechts kleine wer
ken zijn en dat het in de bedoeling ligt, meer
grootere werken te laten uitvoeren die echter
meer voorbereiding eischen.
Ik zou gaame vememen hoe de heeren
tegenover deze dingen staan.
De heer M. DE FEIJTER zou ook de sloot
aan de Langestraat tusschen Dieleman en An-
driessen willen doen rioleeren dan wordt de
straat daar ook breeder.
De VOORZITTER merkt op dat daarvoor
dan ook rioolbuizen moeten worden gekocbt
en dat het te betwijfelen is of de toestand in
haar geheel daarmee zou verbeteren, aange
zien dan wordt aangesloten op het geheele
riool van de Langestraat dat verre van goed
ligt. Eerder zou men de afwatering achter-
uit brengen.
De heer M. DE FEIJTER hecht. meer waarde
aan het dempen van den door hem genoemden
sloot dan aan het verbeteren van de Tram
straat, al was dat ook een goede verbetering.
Maar daar bij Dieleman is de straat zeer smal
en heeft men de kans dat wanneer men met
een zwaargeladen voertuig elkander passee-
ren moet men met slootkant en al wegzakt.
De VOORZITTER beaamt de doelmatigheid
van dat gedeelte wel maar wijst er op dat dit
eenige voorbereiding eischt en men thans voor
directe hulp zorgen moet.
De heer A. MEERTENS veriwondert er zich
over dat de voorzitter van tijd van voorberei
ding spreekt. Hij is van oordeel dat Burg, en
Weth. nu toch werkelijk voor sommige wer
ken tijd genoeg hebben gehad. In April heeft
de raad al belot en om het riool vanaf den
Secretaris door te trekken en er is nog niets
gebeurd. Men heeft daarvoor nu toch al wel
tijd genoeg gehad.
De VOORZITTER betwijfelt of dat al zoo-
lang is geleden.
De heer A. MEERTENS antwoordt dat het
toch zoo is. En nu komen Burg, en Weth.
bij den raad voor verschillende werken en het
is goed dat de menschen worden geholpen
maar men zou toch eenigszins de kosten daar
van dienen te weten.
De VOORZITTER antwoordt dat de begroo-
ting daarvoor nog niet is opgemaakt, en dat
daarvoor de tijd heeft ontbroken,
De heer A. MEERTENS had toch van Burg,
en Weth. mogen verwachten, dat zij bij be-
nadering eenige kosten zouden kunnen opge-
ven.
De VOORZITTER antwoordt, dat het in de
bedoeling ligt thans door den heer De Bruijne
de begrooting te doen opmaken en dat deze
vergadering gehouden is om den raad te vra
gen aan Burg, en Weth. een zeker bedrag als
crediet te willen toestaan voor het uitvoeren
der verschillende werken.
De heer A. MEERTENS vindt het goed al
begonnen de menschen een Maandag al te
werken, maar als Burg, en Weth. nu gisteren
toch een geheelen dag hebben vergaderd, dan
is er toch wel tijd geweest om een kleine glo-
bale begrooting te maken. Burg, en Weth.
dienen toch met berekende en beredeneerde
voorstellen bij den raad te komen.
De VOORZITTER antwoordt dat ten spoe-
digste zal worden gezorgd voor een begroo
ting.
De heer A. MEERTENS verzoekt, nu er
een belegging is van ongeveer f 18000 kasgeld,
waarbij nu het goed slot van 1930 nog komt
dat men dan niet te karig is met het ver-
schaffen van werk. Deze kleine werkjes heb
ben niet veel te beteekenen en wanneer men
laat werken laat men dan een fatsoenlijk loon
betalen naar omstandigheden.
De VOORZITTER antwoordt dat het in de
bedoeling ligt in de eerste plaats de uitge
trokken menschen aan het werk te zetten.
De heer A. MEERTENS merkt op, dat het
niet aangaat om die werkloozen, die niet zijn
georganiseerd niet te helpen, die moeten toch
ook leven.
De VOORZITTER antwoordt dat daarmee
ook rekening zal worden gehouden.
De heer A. MEERTENS vindt dat goed,
maar wat zal er gebeuren als de overige men
schen allemaal zijn uitgetrokken?
De VOORZITTER hoopt in dien tijd meer
omvangrijk werk te vinden.
De heer A. MEERTENS merkt op dat on
der het regime van den vorigen burgemeester
pogingen zijn aangewend om in samenwerking
met de polderbesturen werk te verschaffen,
zou men dat nu niet weer eens probeeren?
En als de gemeente dap eens een paar dui-
zend gulden liet verwerken.
De VOORZITTER antwoordt dat het ook
zijne bedoeling was een crediet van 2000
aan den raad te vragen.
De heer A. MEERTENS: De landbouwers
zullen toch ook begrijpen dat wanneer men
geen werk verschaft men minder belasting
ontvangt door de mindere inkomens.
De VOORZITTER dankt den heer Meer
tens voor zijn inlichtingen en zei reeds aan
het begin der vergadering dat hij zich daar
voor aanibevolen hield.
De heer A. MEERTENS zegt dat destijds
ook getracht is met den heer W. de Feijter
overeen te komen om bij wijze van werkver
schaffing dien put in de Van Wijekhuizen-
polder te dempen met grond uit den Braak-
man, misschien zou men nu meer kails van
slagen hebben.
De VOORZITTER wist niet dat dit reeds
vroeger was besproken, maar had toevallig
ook zelf daaraan gedacht en er met den heer
De Bruijne over gesproken.
De heer A. MEERTENS antrwoordt, dat dit
werken zijn, die iets beteekenen en werk ver
schaffen.
De VOORZITTER hoopt dat van de Domei-
nen gedaan zal worden gekregen dat men uit
de oude kaai slijk mag weghalen gratis, daar
men er in alle andere gevallen f 0,50 per
kubieken meter voor vraagt en het peil in de
kade is toch veel hooger dan er buiten.
De heer A. MEERTENS meent toch te heb
ben verstaan dat het de bedoeling is voor zulk
soort werkverschaffing steun aan het Rijk te
vragen.
De VOORZITTER antwoordt bevestigend en
wijst in dit verband op de gemeente Biervliet
waar men een voetbalveld laat egaliseeren
bij gebrek aan ander werk.
De heer A. MEERTENS merkt op, dat wij
hier geen voetbalveld hebben.
De VOORZITTER haalde dit maar aan als
voorbeeld.
De heer J. A. MEERTENS hoorde de heer
A. Meertens een opmerking maken dat de uit
voering van het riool in de Langestraat nog
niet was geschied ondanks de raad hiertoe
reeds in April het besluit nam, maar wil even
toelicbten dat de uitvoering daarvan is afge-
stuit op de tegenwerking van de zijde der
eigenaars van den grond, waarover de afwa
tering zou worden gelegd. En wat de kwes
tie van het dichtgooien van dien sloot van
Dieleman tot aan Andriessen betreft, wanneer
men er een stuk tusschen gaat steken dan
betwerkt men een grootere verstopping. Het
is beter een goede sloot te leggen tot aan den
polderwatergang achter den boomgaard van de
Kraker. Maar om op dat riool ierug te komen,
zouden die eigenaren daarvoor nu nog niet
zijn te vinden wanneer de gemeente voor het
onderhoud daarvan de verplichting op zich
neemt Dan was de oplossing voor die slechte
afwatering gevonden.
De VOORZITTER zou dat ook beter vin
den.
De heer J. A. MEERTENS adviseert om
eens met den Dijkgraaf van den Koudenpolder
te spreken om die sloot desnoods 25 c.M. bree
der te maken. En verzoekt dan aan den
Minister om vergunning om het kapitaal van
de werkloozenkas tot 50 te mogen ver
minderen en daar ook voor te gebruiken, in
verband met den crisissteun.
De VOORZITTER durft niet te zeggen of
de menschen door den Minister als crisiswerk-
loozen zullen worden beschouwd, te meer waar
het hier een telken jare terugke<"-»nde werk-
loosheid is. Het zou misschien aanbeveling
verdienen als proef voor een paar landarbei-
ders eens een aanvrage te doen.
De heer J. A. MEERTENS meent dat men
toch een krachtig motief heeft dat de vlasin-
dustrie thans geheel stii ligt waarin verschil
lende menschen ook jaren te voren hier werk-
ten. En wat nut heeft ten slotte die kapi-
taalvorming in de werkloozenkas? Men mag
nog zelfs de rente niet gebruiken. Per slot
van rekening wordt de werkloozenkas rijker
dan de gemeente zelf die er steeds aan moet
betalen.
De VOORZITTER antwoordt dat er verleden
aar in deze gemeente door de werken te
Sluiskil weinig werkloozen zijn geweest maar
als U daarv66r ziet dan was er toch altijd
en groote werkloosheid. Misschien dat er
-®1<~ zflii die onder ae crisisbepalingen val-
3n, maar velen mogelijk ook niet. Wij zul-
n enkele van de door U genoemde personen
lis proef nemen.
De heer J. A. MEERTENS is van oordeel,
at wanneer de leden van d-e werkloozenkas
dulbbel konden trekken men al een heel stuk
/oorui't was en voor de rest kon men dan
verk verschaffen.
De heer PLADDET (wijst er op, dat de
verklooasnkas ,,Ons Belang" en uitkeering
twee afzonderlijke zaken zijn. Br zyn hier nu
n de gemeente vier verschillende lichamen die
de werkloosheidsverzekering verzorgen, maar
het is jammer dat er zijn die maar vier weken
steiun betalen. Nu is het de vraag of die
menschen kunnen vallen onder de uitgetrok-
kc-nen. Het is jammer dat de gemeente dat
moet uitzoeken en niet de organisatie zelf.
De heer JANSEN is het er niet mee eens,
dat de werkloozen hier niet onder de crisis
zouden vallen, aangezien er een zeer groot
aantal arbeiders daardoor wel degelijk zonder
werk is. Spreker wil dit bewijzen door het
feit dat er verschillende landbouwers met vlas
zitten dat zij niet kunnen laten verwerken,
omdat er geen handel is. Daar moet geld bij.
Enkede jaren terug hadden daar veel men
schen werk in.
De SECRETARIS is het met den heer Jan
sen eens speciaal ten opzichte van de leden
van ,,Ons Belang", omdat daarin werklieden
van allerlei aard zitten wat niet het geval is
met de organisatie voor to.v. de fabrieks-
arbeiders.
De Christelijke vereeniging van Landarbei-
ders heeft wel een vereeniging maar geen
werkloozenkas.
De heer JANSEN vraagt of die menschen
dan op een houtje moeten bijten.
De SECRETARIS merkt op, dat dit in be-
werking is en dat die later zullen kunnen uit-
keeren.
De heer PLADDET verwacht, dat er Maan
dag a.s. 25 tot 30 werkloozen zijn die geen
steun meer hebben en daarvoor moet gezorgd
worden.
De heer A. MEERTENS adviseert nog-
maals te onderhandelen met de,personen over
wier terrein die rioolaansluiting zou worden
gelegd. Hij is van meening dat men eens per-
soonlijk met die menschen moet spreken en
niet per brief en dan gelooft hij niet dat den
heer De Putter er tegen zal zijn. Men dient
voor zoo iets persoonlijk naar de menschen
toe te gaan om er over te spreken ter toe-
lichting.
De VOORZITTER wil gaarne den wenk van
den heer Meertens accepteeren eh een bezoek
bij die menschen brengen.
Ook de heer J. D. DE FEIJER gelooft niet,
dat men het dan nog zal tegenhouden.
De heer J. A. MEERTENS is van oordeel,
dat de menschen bang zijn dat er een vervui-
ling zou ontstaan maar de gemeente moet het
onderhoud op zich nemen.
De heer A. MEERTENS wijst er op, dat de
straatjes in de Hoeksche weide altijd onder
water staan waarover in September hier al is
gesproken, maar laat Burgemeester en Wet
houders trachten te komen tot verbetering
van den polderwatergang, desnoods op kosten
van de gemeente.
De VOORZITTER wil dat onderzoeken en
als de heeren na deze zitting nog voorstellen
mochten hebben, dat zij dan naar de secreta-
rie komen.
De heer A. MEERTENS vraagt of het niet
mogelijk is het terrein te verhoogen waar het
tehuis voor ouden van dagen zal worden
gebouwd.
De heer J. D. DE FEIJTER ziet daarvan
ook de mogelijkheid in met het oog op den
bouw.
De VOORZITTER deelt mede, dat bij voor
zich buiten om de wethouders ook heeft ge
dacht aan de mogelijkheid om daar aan De
Ridder op de Knol dien put te dempen en den
weg te verbreeden en rechter te maken. Dit
is vroeger ook al eens in Burgemeester en
Wethouders ter sprake geweest.
De heer J. D. DE FEIJTER zou het beter
vinden de weg langs de trambaan door te
trekken.
De VOORZITTER merkt op, dat dit mis
schien een 70.000 tot 80.000 gulden kosten
zou. Maar men zou het fietspad aan de
andere zijde van den Molendijk ook breeder
kunnen laten maken, en den grond die daar
van komt in dat gat brengen. Dit zijn echter
dingen waarvoor het nu al wat laat is om er
nog iets aan te hebben in dit seizoen.
De heer A. MEERTENS vindt dat het te
probeeren is, men zal overal iets vlugger tot
medewerking te vinden zijn dan vroeger, zie
maar overal in ons land.
ril VOORZITTER antwoordt dat wanneer
dit op bezwaren van de betrokken eigenaars
mocht afstuiten men misschien wel vergun
ning zou kunnen krijgen tot het afsteken van
slootkanten bij verschillende personen.
De heer J. A. MEERTENS gelooft niet, dat
men vergunning zal krijgen om den tragel
van den Molendijk af te steken aangezien dit
de tweede zeedijk is en men voor peilveria-
ging daarvan vergunning moet hebben van
Gedep. Staten. Bovendien zou dan de daaraf
komemden grond eigendom blijven van de
eigenaars van dien dijk, ofschoon misschien in
dit geval de eigenaars daartegen geen be-
zwaar zouden hebben. Wat dien put betreft
aan De Ridder die is puur eigendom van de
familie Wolfert.
De VOORZITTER zal deze kwestie gaarne
onderzoeken.
De heer J. A. MEERTENS merkt op dat dit
duur zou zijn en er veel geld in voermansloon
"zou weggaan.
De VOORZITTER merkt op, dat dien kant
van den dijk toch moet worden afgegraven.
De heer A. MEERTENS antwoordt, dat dit
niet veel beteekent voor werkverschaffing.
De heer J. A. MEERTENS deelt mode, dat
reeds vroeger onder wethouder Kaan is ge
sproken over het dempen van dat gat met
grond van het dijkje dat ligt langs het land
van den Ter Neuzenschen Kerkelijken Armen-
De VOORZITTER antwoordt, dat dit mis
schien nog mogelijk is. Hrj vraagt of de heer
Meertens denkt, dat er kans bestaat dat er
verschillende slootkanten zouden mogen wor
den afgestoken.
De heer J. A. MEERTENS antwoordt dat
dit in elk geval de afwatering bevordert maar
het zou beter zijn meer nabii werk te vinden.
De VOORZITTER antwoordt, dat het hem
zeer geschikt zou voorkomen den weg die
thans om het Mauritsfort loopt, daar recht
doorheen te leggen, maar dat dit voor direct
te veel voorbereiding vergt.
Eep renteloos voorschot daarvoor is van
provinciewege toegezegd.
De heer A. MEERTENS vraagt wat Burge
meester en Wethouders denken noodig te heb
ben voor de verschillende uitvoeringen.
De VOORZITTER antwoordt dat er een cre
diet aan den raad wordt gevraagd van /2000
en mocht dit te weinig blijken dan kan er ver
der worden gezien.
De heer M. DE FEIJTER zou maar een
beetle goed toe willen pakken, liever dan alle
oogenblikken een beetle
De heer A. MEERTENS zegt, dat het hem
tegenvalt dat de wethouders niet uit hun
stroo komen, maar zou willen laten beginnen
in afwachting van de nadere goedkeuring van
Gedeputeerde Staten op het raadsbesluit.
De VOORZITTER wil naar den Commissaris
gaan om bespoediging te vragen in de beslis-
sing.
De heer J. A. MEERTENS merkt op, dat
men met de gewone onderhoudswerken toch
wel kan doorgaan zonder toestemming van
Gedeputeerde Staten, wij mogen toch ons ge
wone werk laten doen!
De VOORZITTER zou den Raad een bedrag
van f 2000 willen vragen.
De heer A. MEERTENS herbaalt dat de
wethouders steeds den burgemeester maar de
zaak laten verdedigen zonder zelf iets te zeg
gen, hij zou toch gaame ook hen eens hooren.
De heer VAN 't HOFF antwoordt, dat het
zijn bedoeling is het kerkhof eens goed te laten
opknappen en is van oordeel dat daarvoor toch
geen begrooting noodig is, men moet toch in
Burgemeester en Wethouders eenig vertrou-
wen stellen en hen niet aan banden willen leg
gen. Het is moeilijk daarvan een begrooting
te geven.
De heer A. MEERTENS dacht, dat Burge
meester en Wethouders niet geheel homogeen
waren in hun voorstel.
De heer VAN 't HOFF antwoordt, dat de
Voorzitter hem dan verkeerd heeft begrepen,
hij was niet tegen de verschillende werkea,
maar beschouwde verschillende uitvoeringen
als toekomstmuziek en wij moeten werk heb
ben waaraan wij direct kunnen beginnen.
De VOORZITTER merkt op, dat ook hij toch
heeft gezegd. dat er verschillende werken ztjn
die voorbereiding behoeven.
De heer J. A. MEERTENS moet den heer
Van 't Hoff wel eenigszins gelijk geven dat
het moeilijk is eene begrooting te geven.
De heer A. MEERTENS antwoordt, dat de
heer Van 't Hoff het moet kunnen plaatsen
dat de leden opmerkingen maken.
De heer VAN 't HOFF antwoordt, dat ook
wel te kunnen toegeven, maar dat het eigen-
lijk de bedoeling van den heer Meertens was
hem uit zijn tent te lokken.
De heer A. MEERTENSNatuurlijk, je
moet hier niet met je armen op een stoel zit
ten en zwijgen en de volgende week op den
Hoek staan kankeren. Ik dacht dat Burge
meester en Wethouders verschillend van 6p-
vattingen waren.
De VOORZITTER antwoordt, dat er van
ernstig verschil geen sprake was en dat er
prettig vergaderd is geworden.
De heer PLADDET heeft er op gewezen dat
het misschien nog beter was daar aan de
Ridder den weg te verleggen achterom de wo
ning van P. Klaassen, anders houdt men nog
een bocht. We hebben destijds al eens gepro-
beerd om den weg aan de achterste kreek te
verbreeden, maar geen medewerking van de
eigenaars en die weg is daar beslist te smal.
Spreker voor zich heeft zich bezig gehouden
met verschillende plannen en hij is ook niet
tegen de voorgestelde werken, maar dat is
tenslotte maar werk voor een 25 tot 30 man
eii we zullen er misschien 200 krijgen. Oas
verschil bestond hierin dat ik a.s. week wou
vergaderen, maar niettemin nu is het ook goed,
maar voor zooveel menschen kunnen wij toch
geen werk vinden.
De heer A. MEERTENS zou dan ook gaame
zien, dat terwijl de kleinere werken worden
uitgevoerd men zal uitzien naar grootere wer
ken.
De VOORZITTER dacht dat men misschien
op het Boeregat ook dien weg onder langs den
dijk zou kunnen verbeteren.
De heer A. MEERTENS antwoordt dat het
daar nooit goed te krijgen is, omdat de onder-
grond niet deugt.
De heer J. A. MEERTENS antwoordt dat
het waterpeil daar gelijk staat met den weg,
waaraan niets is te doen.
De heer PLADDET zou willen trachten van
Provincie en Rijk subsidi# te krijgen om den
weg aan de Knol te verbreeden.
De heer VAN 't HOFF is van oordeel dat
dat veel te lang duurt. Wij moeten tier de be-
schikking krijgen over f 2000.
De VOORZITTER zal als de Raad het be
sluit neemt naar Middelburg gaan om te ver-
zoeken de goedkeuring van het raadsbesluit
te bespoedigen.
De heer JANSEN ziet er geen bezwaar in
direct te beginnen.
De SECRETARIS adviseert de bespreking
te Middelburg af te wachten.
De heer A. MEERTENS zou er voor zijn, om
den officieelen weg te bewandelen. De men
schen moeten ook een beetje geduld hebben
als de Raad hun helpen wil.
De heer M. DE FEIJTER zou toch met het
kerkhof willen beginnen.
De VOORZITTER merkt op, dat ten slotte
toch alles werkverschaffing is.
Met algemeene stemmen wordt aan Burge
meester en Wethouders een crediet van 2000
toegestaan.
De heer JANSEN wou nog even vragen wie
nu door Burgemeester en Wethouders aan die
werkverschaffing zullen worden geplaatst.
De VOORZITTER meent, dat het toch de
bedoeling As, dat die uitgetrokkenen daarvoor
worden aangeiwezen.
De heer JANSEN vraagt hoe het dan gaan
moet wanneer in 66n gezin meerdere werk
loozen zijn.
De VOORZITTER antwoordt dat all een
hoofden van gezinnen in aanmerking komen
met inachtneming van de zwaarte van het
gezin.
De heer J. A. MEERTENS zou dan ook
willen vragen te trachten steunverlenging te
mogen geven uit de werkloozenkas.
De VOORZITTER zal daarvoor pogkigen
aanwenden maar vreest er voor.
De heer A. MEERTENS merkt nog op, dat
alleen het vlas, die werkloosheid niet teweeg
brengt maar over het algemeen de lage prij-
zen van de landbouiwproducten.
Rondvraag.
De heer A. MEERTENS wou gaame eenige
inlichtingen hebben over de gehouden volks-
teliing. Er zijn voor de hulp daarbij twee
personen aangenomen tegen wien ik persoon
lijk niets heb, alhoewel ik liever gezien had,
dat daarvoor werkloozen waren aangenomen.
Doch dat ter zake. Er is voor de geheele volks-
telling een totaal bedrag uitgetrokken, wat
onderling wordt verdeeld door te tellers, maar
nu wil ik dit iwel zeggen, dat het werk van
de tellers Stoffels en Van Alton nergens op
trekt en dat ze op de secretarie de zaak zoo
goed als geheel zonder hen moeten klaar
maken. Het is gewoon een fiasco. Er is veel
meer werk aan dan dat ze er niet aan gehol
pen hadden want er is geen kaart die goed is
en nu heeft men de handen vol, om de fouten
te corrigeeren. Ik zou willen voorstellen, om
de tellers ter secretarie die daardoor vele
overuren moeten maken eene gratificatie uit
te betalen naar gelang van het aantal uren
dat zij extra hebben gewerkt.
De heer J. A. MEERTENS was van gedacht
dat de kosten van de volkstelling door het
Rijk werden betaald.
De VOORZITTER antwoordt dat dit 7%
cent per inwoner is.
De heer VAN 't HOFF: Het spijt me mijn-
heer de Voorzitter, dat Meertens die volks
telling aanhaalt, we mogen
De heer A. MEERTENSDat had ik daarom
wel gedacht!