ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Tweeds Blad Aarsbesteding* No. 8640. VRIJDAG 6 FEBRUARI 1931. 71e JAARGANG. BIHNEHLAND. BUITEirLAKD FBEDIKBEHSTEH LANDBOUWBEBICHTEN. Feuilleton-vertellingen. Dinsdag 17 Februari 1931, AA3MBESTEDEN Het onderhouden van de werken der gemeentehaven gedurende 1931. BRABANTSCHE BRIEVEN. ummammmmxa ZENSCHE COURANT B-urgerneester en Wethouders van PHILIP PINE, zullen op dee middags 12 uur, Aanwijzing op den dag der aanbesteding v.m. 10 uur. Bestekken verkrijgbaar ten ge- meentehuize tegen betaling van f 1,25, als- mede ibij, den Architect L. DE BRUIJNE te Ter Neuzen, door wien nadere inlichtingen worden verstrekt. P. A. RAMMESLOO, Burgemeester. P. J. L. VAN HOEK, Secretaris Philippine, 5 Februari 1931. VAN SPEYK-HERDENKING TE .AMSTERDAM. De heldentdood van den marine-officier Jan Carel Josephus van Speyk, die Donderdag v66r honderd jaren voor Antwerpen, liever dan eich flan den vijand over te geven, het kruit asm boord van de „kanonneerboot II" tot ont- ploffing bracht en zdo met schip en beman- ning in de lucht vloog, is heden door de Koninklijke marine in de Nieuwe Kerk te Am sterdam, waar het gedeelte der stoffelijke res- ten van dezen doode, dat naderhand is terug- gevonden, ligt begraven, op plechtige wljze herdacht. Van de marine-kazerne op Kattenbung ver- trokken Donderdagmorgen tegen tienen ver schillende tot de marine behoorende corpseu in totaal 350 manschappen in gesloten form a tie naar den Dam, voorafgegaan door tamboers en pijpers, welke marschmuziek ten gehoore brachten. Deze corpsen bestonden uit, afgevaardigden der matrozen te Vlissingen, der mariniers te Rotterdam en der opleiding te Amsterdam, voorts maroheerden, onder lei- cBng van veruehilLende officieren, mede tal van opvarenden der in de hoofdstad ligplaats bebbende oorlogsvaartuigen n.l. de pantser- boot ,,Brindo' de torpedoboot Z 8 en de on- derzeeboot O 10. Een tweetal niet ontplooide vaandels werden meegedragen. Tussohen half elf en elf uur was het bij den ingang van de kerk een voortdurend aan- koanenvan auto's met militaire en burgerlijke autoriteiten, alsmede andere genoodigden, van wie velen ook te voet kwamen. In de kerk. In het schip van de kerk bevond zich dan ook tegen elven een zeer groote 3chare be- langstellenden voor de plechtigheidvoor zoo- ver mogelijk hadden de autoriteiten in de groote luifelbanken plaats genomen. Onder hen bevonden zioh de adjudant van Prins Hen- drik luit.-ter-zee le klasse Termijtelen, de commandant der marine, vice-admiraal L. J. Quant, de commissarits der Koningin in Noord- Holland, jhr. mr. dr. W. Roell, de burgemees ter van de hoofdstad, de heer Wde VTugt. Aaniwezig waren ook deputaties van de ver- •enigingen ,,Onze Vloot" en ,,Ons Leger', de Vereeniging tot beheer van het „Fonds Rid- derdagen", het bestuur der Burgerwacht te Amsterdam, de ridders van de Militaire Wil- lemsorde beneden den rang van officier, de senaat van het Amsterdamstih Studentencorps, afgevaardigden van de vereeniging „Het Mobi- llsatiekruis", van de vereeniging van oud- officieren bij den Marinestoomvaartdienst, het Verbond van Nationalteten, den bond voor menschlievend hulpbetoon Prins Hendrik", den bond van gepensionneerde onder-officieren mi de vereeniging van oud-burgerweezen „Haesje Claes", naar bekend, is van Speyk in het Burgerweeshuis te Amsterdam opgevoed. De plechtigheid. De herdenking ving aan met het spelen van het „Wilhelmus" op bet orgel door den beer A. W. Rijp, waama mevrouw VetterHen- driks, sopraan-zangeres, het oude lied ,,Neder- iand let op U saeck", ten gehoore bracht. Buiver en vol klonk de fraaie stem door de niimte. Rede vice-admiraal Quant. Vervolgens besteeg vice-admiraal Quant bet «preekge;toelte, waar bij op verzoek van den minister van Defensie en als oudste vlag- officier der actieve marine de herdenkings- rede uitsprak. Aan boord van alle Neder- landscbe oorlogsschepen, ook in Oast- en West-Indie of waar ter wereld zij ook mogen zijn, zullen, naar bij mededeelde, voordrach- ten voor de opvarenden worden gehouden over dezen onvengetelijken jongen held. Na een welkomstwoord aan de aanwezigen berinnerde spreker er vervolgens aan, dat het faeden juist 100 jaar geleden is, dat de luite- nant-ter-zee der 2e klasse J. C. J. van Speyk toonde de eer van zijn vlag hooger te stellen dan zijn eigen leven en dat der aan zijn zor- gen toevertrouwde opvarenden. Spreker wilde er echter met nadruk op wjjzen, dat dit feit op zichzelf niet allddn, doch de omstandigheden waaronder en het moment waarop het plaats vond, oorzaak geweest zijn, dat zijn tijdgenooten, zelfs van buiten onze landsgrenzen, hem reeds hebben geeerd als een bijzonderen held, een voorbeeld, dat voor het nageslacht moest bewaard blijven. En de Koning gaf, naar aanleiding daarvan, toe- stemming, om zijn stoffelijk overschot, voor eoover dit teruggevonden was en uit Antwer pen kon worden overgebracht, in de Nieuwe Kerk te Amsterdam, waar ook de Ruyter en van Galen hun rustpiaats vinden, bij te zetten. Spreker releveerde vervolgens de verschijning van verschillende werken over van Speyk. Aan den heer J. C. Koopman, den lateren vice-admiraal, danken wij, aldus spreker, een goede beschrijving van wat zich op de rivier i voor Antwerpen afspeelde. Aan de hand van j deze beschrijving deed spreker uitkomen, dat j de daad van van Speyk niet uit een spontane opiwelling gescbied is, dooh een gevolg was i van een plechtige gelofte, door Koopman en zijn officieren toen afgelegd, om liever op elk der voor Antwerpen liggende Nederlandsche marineschepen, zoo dit door den vijand dreigde te worden overmeesterd, de lont in het kruit te steken, dan zich aan den vijand over te geven. Den 5en Februari 1831 viel aan van Speyk het lot te beurt, te moeten toonen, dat hun onafgedwongen vrijwillig gegeven woord geen grootspraak was, dat men het ernstig en op- recht gemeend had, toen men verklaarde, dat men nimmer zou dulden, dat onze dierbare driekleur zou worden besmeurd en beleedigd. Spreker memoreerde nog eems den loop der gebeurtenissen, zooals die reeds genoegzaam bekend zijn. Getrouw aan eed en plicht, vervolgde spre ker, getrouw aan zijn plechtig te voren vrij willig gezworen belofte, had van Speyk niet geaarzeld, op het juiste oogenblik niet te vroeg en niet te laat het hoogste offer te hrengen aan de eer van zijn vlag. Zijn daad was geheel in overeenstemming met den geest die in de marine leefde en geheel overeenkom- stig den wensch van den commandeerenden vlootvoogd. De vlag van een door den Koning (Koningin) aan een zee-officier toevertrouwd oorlogsschip was en is heilig; die vlag mocht niet en mag nimmer geschonden worden; zij was en is een kleinood, dat men onder geen omistandigfheden afstond of afstaat, voor welks onbesmet behoud men zijn leven veil had en heeft, waarvan men zich alleen door den dood liet of laat sdheiden. In het adelborstenlied, besloot spreker, dat wij marine-offioieren en oud-marine-officieren zoo rmenigmaal uit voile borst en met groote overtuiging hebben gezongen, komen de woor- den voor: „'t Voorbeeld, door van Speyk gegeven, Volgen wij met hart en hand", waar dan weder vender volgt: ,,Die gelofte schenden wij nooit." „Dat deze gelofte even ernstig en oprecht gemeend is als die, welke honderd jaar ge leden afgelegd werd op de Schelde en be- zegeld door de daad van van Speyk, hoop en vertrouiw ik van ganscher harte", eindigde vice-admiraal Quant. Kranslegging. Na deze rede, welke met groote aandacht werd aangehoord, had de kranslegging voor het graf van van Speyk, dat zich in een hoek der kerk, ter linkerzrjde van het orgel, be- vindt, plaats. Zij werd verricht namens de Koningin door luitenant ter zee le klasse N. A. Rost van Tonningen, haar adjudant, die echter niet als vertegenwoordiger der Ko ningin de plechtigheid brjwoonde. Deze daad van pieteit werd gevolgd door meer kramsleggingen en wel door deputaties van de Koninklijke Marine, den senaat van het corps adelborsten, de Koninklijke Ver eeniging „Onze Vloot", de vereeniging „Haasje Claes" van de Amsterdamsche oud-burger weezen, de ridders der Militaire Willemsorde, het Verbond van Nationalisten en de vereeni ging voor menschlievend hulpbetoon ,,Prins Hendrik". 't Lint van den krans der Marine vermeldde: „Nederlandsche Marine van 1931 aan haren onvergetelijken kameraad J. C. J. van Speyk". De plechtigheid. welke van indrukwekkend karakter was, werd besloten met zang van mevrouw VetterHendriks, die ,,Bede voor het Vaderland" (Valerius' Gedenok-Clanck) ten gehoore bracht en door orgelspel van den heer Rrjp, die het ..Hallelujah" ispeelde. HET AANTAL RA DIOTOESTELLEN. Op 1 Jan. j.l. bedroeg het aantal aangiften van radiotoestellen 253.527, op dien datum waren 173.703 aangesloteuen aan radio-distri- butiecentralen ingeschreven. In totaal komt dit aantal neer op 55 radio- luisteraars per duizend inwoners. TER NEUZEN, 6 Februari 1931. BESMETTELIJKE ZIEKTEN. Het aantal aangegeven gevallen van be- smettelijke ziekten over de week van 25 tot en met" 31 Januari in de provincie Zeeland bedroeg: Febris typho'idea: St. Maartensdijk 1, Roodvonk: Kruiningen 1, O. en W. Souburg 1, Vlissingen 1. Diphtherie: Heinkenszand 1, Hontenisse 1, Sluis 1. ZAAMSLAG. De vereeniging ,,Onderlinge Hulp" alhier, heeft haar algemeene vergadering gehouden op 31 Januari 1931, bij den heer C. P. de Regt. Na door den voorzitter de vergade ring geopend te hebben, werden de notulen voorgelezen, en daarna rekeming en verant- woording gedaan, waaruit bleek dat uitge- geven was 906,28; ontvangen 872,77; der- halve een nadeelig slot van f 33,51. Het zuiver bezit op 31 Dec. 1930 was f 901,07. Het zuiver bezit op 31 December 1929 was 900,21; zoo- dat de vereeniging vooruit is gegaan met f 0,86. Er werden 16 uitkeeringen verleend voor onteigende varkens ten bedrage van 466,85. De aftredende bestuursleden n.l. de heeren J. Kaijser, J. Verhelst en C. Herrebout werden met "een groote meerderheid van stemmen herkozen. De prijs voor uitkeering per kilogram werd vastgesteld over een vol jaar op 45 cent de K.G.,. de kleine beneden 3 maanden op f 12 per stuk. Het entrdegeld op f 1,50 en de con- tributie op 2,50. Het boetestelsel werd ge- handhaafd, evenals de inenting. Het aantal contribueerende leden bedraagt 175 in getal, en dat der honoraire leden 47 in getal. En daar overigens niets meer te behandelen viel, sloot de voorzitter deze gezellige bijeenkomst, onder dankzeggimg voor de trouwe opkomst. -9 AXEL. Dinsdagavond werd op de bovenzaal van „Het Gulden Vlies" het 5-jarig bestaan ge- vierd van de vereeniging V. V. V. alhier. Het bestuur hood daartoe den leden en donateurs, een gezelligen avond, waartoe was j uitgenoodigd de bekende familie Speenhoff. j De voorzitter opende de byoenkomst met een. overzicht te geven van hetgeen zijn ver- i eeniging in de 5 jaren van haar bestaan tot stand had gebracht en spoorde ieder aan de vereeniging te blijven steunen. Daarna was de beurt aan den heer Speen hoff, welke ter inleiding een verhaal over zijn reis naar Indie gaf, verlucht met vele anec- doten. Nadat hij de aanwezigen nog op een paar liedjes had vergast, traden resp. op zijn dochter Cesarina en zijne echtgenoote. Het trio wist met zijn samenzangen en grappen weldra de juiste stemming in de zaal te hrengen, welke zoo den geheelen avond bleef. Het Jbestuur der V. V. V. is er dan ook vol- komen in geslaagd hare leden en donateurs een genoeglijken avond te bezorgen. I VLISSINGEN. Daar dit jaar de oprichting van de N.V. Haven van Vlissingen niet gereed zal kunnen komen, heeft het centrale comite voor feesten hij de op-ening van de haven besloten, deze feesten niet in 1931, doch eerst eind Augustus 1932 te doen plaats hebben. ZONDAG 8 FEBRUARI 1931. Ned. Herv. Kerk. Ter Neuzen. 9y2 en 2. u., Dr. L. J. Cazemier. Sluiskil. 9V2 en 2 u., de heer L. Dek. Hoek. 9 u. en 2 u., Ds. E. Raams. Zaamslag. 9% u. en 2 u., Ds. G. van Dis. SS3 van Gent. 9% u., Ds. H. Akersloot vac Houten R003. rhilippine. 2 u., Ds. H. Akersloot van Kouten Roos. Gereformeerde Kerk. Hoek. 9y2 en 2 u., Ds. J. B. Vanhaelen. Zaamslag. 9% u. en 2 u., Ds. A. Kok. Chr. Gereformeerde Kerb. Zaamslag. 9% u. en 2 u., Ds. Tolsma. Gereformeerde Gemeente. Ter Neuzen. 9 u., 2 u. en 5V2 u., Ds. B. van Neerbos. Axel. 9 u. en 2 u., leesdienst. Oud-Gereformeerde Gemeente. Ter Neuzen. 9 u., 2 u. en 5% u., leesdienst. Lokaal „Eben-Haezer". Kerkhoflaan, Ter Nsuzen. Nam. 5% u., Dr. L. J. Cazemier. U.K. Kerltdiensten te Ter Neuzen. Zondag zijn de H.H. Diensten om 7, 8(4 ei 10 uur a Namiddags om 2% uur Lof. ACHTERUITGANG DER ANTWE1RPSCHE HAVEN. In het jaarverslag der Kamer van Koop- handel van Antwerpen staat o.a., dat de Bel- gische handel wellicht nooit een crisis heeft gehad als de tegenwoordige. Voor de eerste maal sedert 60 jaren de oorlogsjaren uit- gezonderd is de tonmenmaat der Antwerp- sche haven achteruit gegaan. De oorzaken der crisis zijn, volgens den samensteller van dit document, van verschillende aard; de voor- naamste is, dat zich sedert den oorlog over de gansche wereld een algmeene productie- koorts heeft vertoond, teneinde het tekort aan levensbehoeften aan te vullen. De middelen voor ,productie worden op verbazende wijze verbeterd en uitgebredd. Op landbouwgebied werden de laatste jaren gekenmerkt door bui- tengewoon gunstige oogsten, voortspruitend J uit de toenemende kracht der middelen. Toen kwam plots het crisistijdperk voortspruitende uit het feit, dat de gansche wereld opgepropt zit met producten, waarvoor men geen uit- wegen, geen afzetgelbied vond. Voegt men daarhij de omstandigheid, dat de verbruiker nog slechts tegen lage prijzen wil koopen... De Handelskamer is echter overtuigd, dat de crisis ten slotte zal eindigen. Men mag er dan ook niet aan denken de werken der Ant- werpsche havenuitbreiding te vertragen. WAAR DE VROEGERE OFFICIEREN TERECHT GEKOMEN ZIJN. Het Beiersdhe bureau voor de istatistiek heeft gegevens verzameld over het lot der nog levende vroegere officieren van het Duitsche leger Daaruit blijkt, dat niet minder dan 40 percent uitsluitend van pensioen leeft. Zij noemen zich „rente-ontvangers zonder be- roep". 1 Percent heeft geen beroep en ook geen penidoen, 10.6 percent zijn nog actief bij de Rijksweer en de marine, en 4.2 percent hebben een betrekking bij de politie gevonden. Slechts 44 percent der vroegere officieren heeft in burgerlijke betrekkingen een bestaan kunnen vinden. PAARDENFOKKERIJ IN ZEELAND. Op de verplichte voorjaaiskeurmg 1931 van de Prov. Regelingscommissie voor de paarden- I fokkerij in Zeeland, werden de volgende goed- gekeurd: Dinsdag 3 Februari te Kattendijke: Wilson, i eig. Gebr. Vogelaar, Anna Jacobap.; Graat, opgenomen in boek B, eig. ,,De Wilhelmina- I polder", Wilhelminadorp; Bombo. eig. Hu- I brecht Vermue Jz., Heinkenszand; Robert, eig. A. Lurjk, Biezelinge; Mon Gras de Neufke (ondanks comage), „De Wilhelminapolder Simplon (ondanks comage), H.V. „Walche- ren", Koudekerke; Demon, eig. J. Aamoutse. Hoedekenskerke; Gaillard d'Ahea, eig. Jac. Langebeke, Heinkeniszand; Sterling, eig. H. A. Suij, Kruiningen; Joubert de Laboureur, eig. L. Job. Kooman, Zierikzee; Louis, eig. L. Pad- mos, Zierikzee. Woensdag 4 Februari te Hulst: Davidszoon, eig. A. D. H. Verschuerem, Henigstdijk; David de Zandberg, eig. P. S. d'Haens, Graauw; Karel, eig. A. Ferket, Boschkapelle; Prince Charles, eig. P. Roels, Kleldrecht (B.); Piston de Lang Pont, eig. A. Boenne, Graauw; Artiste, eig. wed. Eld. Verschueren, Hengstdijk; Marmiton du Pachy, eig. W. P. J. Staal, Stoppeldijk; Hubert, D. I Ferket, Stoppeldijik. Woensdag 4 Februari te Axel: Bruto, eig. Gebrs. Daelman, Westdorpe; I Dal ton van Luntershoek, eig. C. de Fester, j Boschkapelle; Lou Bandy, eig. J. den Hamer Jzn., Axel; Ferdinand d'Albonaxos, eig. A. B. W. Kindt, Philippine; Fafnir, eig. J. W. Scheele, Boschkapelle; Hans de Laboureur, eig. L. G. Wauters, Assenede (B.); Camaval d'Ahea, eig. H.V. „De Toekomst", Axel; Orange de Zuiddorpe (voor 3 jaar), eig. H. P. Puylaert, Zuiddorpe; Saxon, eig. P. B. v. Hoeve, Axel; Ajax, eig. P. L. Mangnus, Bier- vliet; Moustic de Merveille, eig. Gebrs. Dael man, Westdorpe. I Donderdag 5 Februari te Oostburg: Condd van Zuidzande, eig. Iz. Luteijn Leenihous, Zuidzande; Cicero, eig. C. A. Mabe- soone, Aardenburg; Hans U van Breskens, eig. A. Manneke, Breskens; Cesar (in book B), eig. O. Cocquit, Sluis; Maurits van het Veldzicht, eig. P. J. Lannoye. Aardenburg; Hardy van Welgelegen, eig. J. J. van Hoeve, Schoondijke. Ulvenhout, 3 Februari 1931. Menier, 'k Had't gieste- renavond nie ge- docht. Veur me naar bed gongen keek ik nog 's efkens op d'n erft naar de locht en waar 't voile maantje staan moest, daar glom zwakskes 'n blaauiw schijnsel achter zwartewol- kenflarden. Afrjn, 't ouwe resepke. Rengel, rengel en nog 's rengel. Drupkes sprenkelden zochtjes in m'n geizicht en d'n notel&dr boog neer van 't nat, van 't veule nat, dat 'm in z'n stam zat gezogen. Zwaar hong d'n nacht over Ulvenhout. Zwaar en zwart van rengel, dreef ie ievers deur. Maar toen 'k opsting van d'n mergen, 't was nog wel pikkedonker, maar toen sting 'k toch verrast te zien. Waterhelder hlonk't maantje in de dunne locht. 't Huppelde op wolken- golfjes as 'nen glazen bal op zee. D'n horizont in't Oosten kleSrde in properen glaans. Gongen me 6en van de zomersche dagen van Febmari krijgen deuzen dag? 'k Trok m'n flenelleke over m'nen hoofd, liet 'n straal, zoo dik as m'nen pols, pomp- water over m'nen rug en m'n hoofd kledderen en 'k zag as 't ware 't bloed stroomen onder m'n kouwplekkend vel. 't Veurjaar gong er in rondspoken, in de kloppende, tikkende, peerse ajers. „Trui", zee ik, terwijl ik d'n groften doek over m'n henentrok, da'k er werm van wier: ,,Trui, me crijgen deuzen dag zon, wermte en licht; 't zonneke-n-is aan 't rijzen, d'n hemel ga-d-in 't Oosten heelegaar open- breken". ,,'t Zou trjd gaan worren", stelde ze vast, onderwijle ze d'n ketel water in't gat van de plattebuis draaide mee veul law yd: „duuzen- den menschen zijn d'r ziek!" „Mensch, grom nouw nie op d'n vruugen mergen van deuzen schoonen dag", zee ik: ,,ge zult er strak spijt van emmen, klapmuts!" en mee school 'k 't flenelleke weer over m'n hoofd, da-djas 'nen werm en asem m'n vel besloeg. „Ik prijs d'n dag nie veur 't avond is", zee ze toen, vreef mee d'ren pols onder d'r neus, of 'r 'n kraant scheurdewant me krij gen vandaag tdch nog rengel en gin bietje!" 'k Stak sjuust m'n eerste pepke aan en vroeg onderwijle: „stikt oew ekstroog soms?" „Sjuust", zee ze. ,,Mot 'm 's wegbrengen", zee ik: „waant dan lopt ie achter". „Val-d-in m'n kastje" stelde Trui toen veur. Enwa waar is, is waar, de kapmuts hee gelijk gekregen. 't Is van den middag weer danig gaan betrekken in de locht en de bui-kes die gutsten 'r smakelijk uit. „Nouiw?" vroeg ze, toen ze mee d'n leegen voeierketel van de verkens kwam, en de drup- pen in de naaikes van d'r gezicht nalooperke deejen: ,,nouw? is 't 'n goeie of nie, die ekstroog van me?" „'t Is 'nen pracht", riep ik in bewonderink: ,:daar motte zuinig op zijn, Toeteloeris! Ge mot 'm bij testement vermaken aan 't Miete- rologisch Inkstutiet in den Bilt". ,,Krijgt de pip en haalt 's wa blokken uit de schuur, veur't vuur in 't achterhuis!' „Maar' watte eerst?" vroeg ik serieus. ,,Wa watte?" ,,De blokken of de pip?" En mee 'n gezicht of 't ergens stonk, zee ze: „Diedreik .flaauwe Diederik, schiet op veur m'n vuur uitgaat". Ja, amico, daar is d'n lesten tijd mee die kaanten-muts-van-me gin laand te bezeilen. 't Veule kwaje weer zit in d'r gestel. „Som- trjen kan 'k nie op-of-neer", zee ze: „de scher- nierkes gaan verroesten mee al dieen rengel". ,,Mensch", h& 'k 'r aangerajen: „nimt dan's 'nen steuvigen pierenverschrikkert, 'nen klare mee suiker, da smeert de boel; dan pik ik er eentje mee. Veur de gezelligheid!" ,,Gij pik niks", zee ze toen: ,,en ik zal wel smeren mee n' stark bakske troost!" Da zat 'r dus ok weer neffen! Ja, 't is veul kwaai weer. Heel de weareld hee de griep. Maar van den mergen, veur twaaif uren, toen 'k in de stad kruiste mee m'n gruuntenwagel, toen was*'t toch wel zoo schoon, da k allemaal spijt had nie in d'akkera te zitten. 't Zonlicht sprankelde ieveraana teugen. 't Lekte de gevels en daanste op straat. De wegels die glommen lijk pSSrien bonken, zoo schoten de lichtjes in straaltjes d'r af. De veugeltjes zongen en tjilpten as gekskes, in boomen en goten mee leu tig la- wijd. De toren die glom en die ketste-n-'t zonlicht in glazig en spiegelend geglaans. Z'n wit ornament, z'n tiereletijnen, die smolten gaar weg in 't blaauw van de locht. 't Was 'nen dag van gaud en van zuiver van peerlen- glaans en van stralenden pracht; fontijnen van licht bespoten de waereld, 't fiest van de Lente hong ievers in 't rond! 'k Had kunnen daansen, de wagel die sprong van z'n eigen veuruit op de keien en Blek. die blafte van plazier. Maar ja, d'r zijn veel menschen ziek. Nie olleen bij Trui zit't vuile winterke in d'r kor- pus te vroeten. Ge meug vandaag wel van ijzer en staal zijm om zonder kleerenscheuren deur de kardons te komen. As ge 'r vandaag deurhenen komt mee 'n licht kouwke en 'n paar hekstra zakdoeken, dan meugde dankbaar zijn, amico! 't Is 'n kiwaaie maand, deus maand. De maand da van 't heele jaar de meeste menschen doodgaan. In deus maand ik koom er rond veur uit, ben 'k altrj wa veur- zichtiger as aanders. As ik de griep aan vuul komen, as ik 'm as n vat kief biest over m'nen rug vuul kruipen da ge zoo van die nillings over oew vualt trekken, kiepevel om oew henen gaat spaimen, ollee, dan spring ik op uit d'n akker, gaai wa spaaien en ruien da'k 't vverni krijg, en stap dan mee 'n vollen kruiwagel naar huis om wferm en in berweging te blijven. Dan knoop ik m'nen das boog op teugen m'n st'rot, knoop m'nen jas toe en spoei naar huis. En as 't effen kan mee 't werk. dan gaan de deuren potdicht, dan peuter ik de plattebuis onder in z'nen rooster en lot ze daarbuiten dan maar betijen! „Wa-g-aan oew eigen doet. da doe-d-aan. giiinen rotten kool", zee 't sprikword en daar- om: as ik de griep aan vuul komen, dan. gaai ik gere op den loop, Keb 't edns te pakken g'ad twee jaar gelejen op deuzen tijd en n6g, as 'k er aan denk, dan begin ik al te niessen! Waant gezondheid, amico, ollee. t is de schonste gave van d'n hemel en me motten d'r zuinig op zijn! 't Is mee gin muljoene.n te koop. En ge kun veur oew geld 'nen dok- ter, 'nen perfester, tien perfesters, ollee n heele akkedeemiie huren om oew weer zo'n beetje te rippereeren; veul meer as oew tong uit iaten steken, hier en daar 's knijpen, en desnoods oew open pulken en weer mee 'nen slordigen steek toenaaien en 'n rekeningske sehrijven, kunnen ze toch ok al nie. De ge- zondlieid mot van z'n eiges veromkeeren en dan motte zelvers vuulen wa ge doen en laten mot om de Natuur te helpen. Zekers die menschen die gestudeerd emmen in de middel- cijnen weten veul. Heel veul! Ze halen ijskoud oeiw maag veur d'n dag, zooas Trui wel 'nen ouwen kepotten broekzak uit m'n broek keert en ze snijen 't kwaje d'raf net as Trui doet i naaien de bullen weer aan mekaar en sturen oew mee 'n kleiner maagske weer naar huis .zekers da's allegaar heel knap, aiaax ge zij toch heel wa beter af as ge die kleer- makers nie noodig het! Opgelapt is maar opgelapt en 'nen mensch kan heel veul aan z'n eigen doen om da confectiewerk te veur- komen. Nouw 'k 't daar zoo over eb, lest he 'k *n groot stuk gelezen van zo'nen perfester, (die pelrfesters sehrijven al net zoo druk in de kraant as ik), en dieen mensch trok van leer teugen de kwakzalvers. Gelijk had ie! Als was 't olleen maar uit 'n oogpunt van konkerensie, wa gij Daar kan ik van meepraten. Veul klaanten van me zijn d'r in dren vrijen tijd ok boer, bij en da nie alleen...! Dan komen de wefkes mijn nog vragen om raad en daad as de boel b.v. in 't zaad schiet, of de peekes te klein blijven, navenEiant da ze zoo best groeieiy. Nouw en zegt dan maar: lopt n&ar de... gen.vitwel toe! Zooda 'k maar zeggen wil: dieen perfester z'n kwaje bui kon 'k best' begrijpen; veural ok mee da kwaje weer, niewaar! Kek maar naar Trui. En 'n kaanten muts op of hi per- festerbaret, 'nen mensch talijft maar 'nen mensch! Maarzonder nouw as boer zo'nen ge- leerdenmensch 'n leske te willen geven, toch mot ik 'm nog iets vertellen, dat ie heelegaar verge ten is in z'n stukske. Eln da zijn z'n prijzen Ge wit, as d'n perfester bij oew mot komen veur oew ziekte, dan bende al vijfentwintig guldens kwijt as ie oewen pols pa<kt. Afijn, iaat ik de rekeningen van die gasten maar nie uitpluizen. Genog is 't, as ge wit, da ge zelf of oew erfgenamen, da's ok zoo zuur, 't verprutste werk mot evengoed betaald worren maar da ge na 'n operasde nog be- talen mot veur de kamer, waar ge opengedaan wier. Of z'oew op de markt, in de muziek- tent kenuen opereeren! Kek, as d'n perfester 't zaakje nog 's van dieen kaant bekeek, as ie 's nagong da-d-et weghalen van t rottig blindedSrmke nog n honderdveftig gulden kost, dan zou je beter snappen, waarom 'nen ermen sukkel somtijen eerst naar 'nen slapent gaat. Nouw kan ie wel zeggengaat dan mee da d&rmke naar 'men timmerman, maar dan zeg ik: veur 't bouwen van 'n verkenskot kan 'k evenmin bij d'n perfester terechte. Eln toch kost da kot gin duuzenden guldens! Neee, dieen strijd teugen de kwakzalver j zal niks uithalen, zoo- laank as de mannen van de wetenschap ons op twee manieren onder 't mes nemen! 'k Ben d'r nikske nie teugen da-d-nen mensch van wetenschap goed betaald wordt maar hij mot nie 'nen zieken mensch 't mes op z'n keel zetten. En aandersgin stukskes sehrij ven en maar stillekes deur... „snijen". Kom, ik schei d'r af. 'k Ben staampende vol. Amico, veul groeten van Trui en as altij, gin horke minder van oewen toet a voe DRA

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 5