Voor Zelfscheerders Hoests Keeipijn I MUjnhardt's Hoesttabletten. Doos 80 ct. MijnhardtY, Keelpyntablettcn, 60 en 30 ct. Bij Apoth. en Droglsten. Ingez. Med.) saBrantHHTnaawi afzonderiijke commissie wenscht. Wanneer die toezegging met gedaan was, wats hot iets anders. Hij gelooft, dat het in het belang der zaak is, als de heer Colsen zijn voorstel in- trekt. Wei zou spreker het wenschelijk ach- ten, dat de heer Colsen, die te Sluiskil goed bekend is, bij het bezoek tegenwoordig was en in de gelegenheid werd gesteld de aan- dacht te vestigen op hetgeen hij noodig acht. i Hij kan dan hetgeen hij wenschelijk acht naar vnpoti hrpn con voren brengen. De heer COLSEN zegt, te gevoelen dat de wethouder er geen snars van af weet, de weg die door Stoppeldijk zal gemaakt worden be- i hoort met aan die gemeente, dodh staat onder j beheer van een soort vereeniging. De heer GEELHOEDT. Ik heb daarom ge- zegd: ik veronderstel! De heer COLSEN geeft verder te kennen, dat de heer Geelhoedt toch evengoed als spre ker weet, dat de Benedenweg te Sluiskil aan de gemeente behoort, en dat de april moet veranderd worden, terwijl aan den slachter Leijs een tweede april moet worden gemaakt. De heer GEELHOEDT: Bij Bleijenberg is het rijksweg. i De heer COLSENAan de bovenzijde, maar we moeten beneden zijn,. die april moet plat ter gemaakt worden. Daar aan Leys is het ook gemeenteweg. Zooals ik reeds te kennen gaf, zou de rijkswaterstaat het brugje van Lijbaart willen verbreeden, en dan kon, aan- gezien het arrestantenlokaal nu vervallen is, dit worden afgebroken en den daar bestaan- den voor het verkeer gevaarlijken hoek wor den opgeruimd. En wat de bewering betreft, dat de mod- der vanwege het bestuur van den Pierssens polder van den weg zou weggevoerd zijn, men heeft de modder van het bovenste deel van den weg laten afkrabben en dit op de zijkanten laten liggen. Daama heeft de Pierssenspolder op het midden van den weg ook macadam laten strooien. Later is men toen van de ge- I meente gekomen en heeft macadam gestrooid I in den modder op de zijkanten. De modder j was niet weggevoerd. j De heer HAMELINK: Dat is dan de fout j van het bestuur van den Pierssenspolder. De heer COLSEN is van oordeel, dat de wethouder van publieke werken zoo iets niet van hooren zeggen behoort te weten, maar dat deze zelf een onderzoek behoort in te stellen, men ziet hem er eohter nooit. De heer GEELHOEDT: Zeker om te waoh- ten tot ze gaan krabben. De heer COLSENNiemandsland hebben we van den polder kunnen krijgen; dat kon dus worden opgeknapt. De heer DE BRUIJNE: Als er macadam wordt gebracht, is dat toch een verbetering, maar als het polderbestuur het er dan weer af laat krabben De heer COLSEN: Neen, z66 is het niet, het heeft den modder van de kruin van den weg laten krabben, maar niet laten weg- voeren. De heer SCHEELE meent, dat het tijd is, dat men hderover voorloopig het zwijgen toe doet, er is gezegd: we gaan er eens kljken, Wat nut hebben dan nu deze besprekingen. Eerst als er plannen zijn, valt er over te praten. De heer GEELHOEDT stemt hiermede in; hij wijst er op, dat het wel heel gemakkelijk is over die Pierssenspolderstraat een grooten boom op te zetten, maar dat de gemeente er niets over te vertellen heeft. De VOORZITTER merkt op, dat de heer Colsen door zijn vasthouden aan zijn voorstel de zaak moeilijker maakt. Hij noodzaakt daardoor de leden, die Suislkil niet ongezind die feitelijk over- lofte is voldaan, men is er althans met een kar macadam gekomenMaar wat heeft dat voor verbetering van den weg gebaat? Men heeft die macadam zonder meer in den modder geworpen, waarin ze terstond verzonken is, zoodat men er nu al niets meer van kan vin- den. Spreker neemt dat niet kwalijk aan de menschen die dat gedaan hebben, maar wel aan dagenen die daartoe de opdracht hebben gegeven. Uit de wijze waarop dat behandeld is blijkt, dat er geen leiding bij geweest is. Hij vergelijikt Sluiskil ten opzichte van de kom der gemeente met een arme, aan wien door een rijke een aalmoes wordt gegeven. De rijike voedt en tooit zichzelf stevig en werpt aan een arme ook een stuk brood toe, dat dan ook wel eens in den modder terecht komt. Indien het niet te doen was de straat over te nemen, dan zou men er van gemeente- wege bij: een klein beetje goeden wdl toch wel een pad kunnen leggen Die macadam is nu vermorst, men had er dan eerst den modder weg moeten scheppen. Hier in de kom treft men mooie straten, pleinen en trottoirs aan, en daar is niets tegen maar dan moet men niet op Sluiskil volstaan met wat maca dam in de modder te komen gooien. Spreker geeft burgemeester en wethouders in overweging zijn voorstel aan te nemen, opdat men dan zoodra mogelijk aan het werk zal kunnen gaan. Er is veel grondwerk aan en dat kan nu door werkloozen gedaan wor den. Burgemeester en wethouders zijn in deze achterlijk. Men moet niet foeweren, dat onze gemeente in Zeeuwsch-Vlaanderen toonaan- gevend is, we komen achteraan. Dezer dagen las spreker in een raadsverslag van Stoppel dijk. dat men daar reeds een besluit had ge- nomen om een wegsverbetering als werkver- schaffing uit te voeren, en in de laatste dagen vemam hij van een raadslid dier gemeente, dat dit al in orde was en de toestemming van den minister was verkregen. We zijn hier dus niet vooraanstaand. De technisch opzich- ter van den rijkswaterstaat heeft aan spreker venzekerd, dat, indien de gemeente zulks vraagt, het rijk er aanstonds toe zal overgaan om het brugje bij den mulder te verbreeden. Er kan daar een stuk van een dijk worden afgegraven en de oprit worden veranderd. De werken zijin er wel, maar burgemeester en wethouders wiillen blijkbaar niet. Spreker zal er verder niet in het breede over uitweiden, maar wenscht stemming over zijn voorstel. De heer GEELHOEDT geeft te kennen, dat, zooals daarstraks reeds door den voorzitter is gezegd, de belangen van Sluiskil en de voor- zieningen die daar noodig zijn, de voile aan- dacht van burgemeester en wethouders heb ben. Maar daarom kan men dat heeft de ervaring geleerd nog niet altijd verkrijgen wat men gaame zou willen. Er zijn thans weer verschillende plannen geopperd en er is thans een dag vastgesteld waarop spreker met de commissie van bijstand een bezoek zal brengen aan Sluiskil, om ter iplaatse een en ander nader onder de oogen te zien en te ibespreken. Spreker heeft over een en ander reeds uitvoerige besprekingen met den gemeentebouwmeester gehad en dan zal nader moeten blijken wat van gemeente- j zijn, tot een uitspraak wege zal kunnen gedaan worden. j bodig is. Door den heer Colsen is daar Stoppeldijk aangehaald, als zou men daar reeds gereed zijn voor een werk tot wegsverbetering; dat is best mogelijk, maar daar heeft dat gemeen- tebestuur zeer vermoedelijk zeggingschap over den weg, terwijl het in Sluiskil geen gemeente- wegen zijn, en zonder toestemming van anderen dus niets kan gedaan worden. De gemeente kan toch ook maar moeilijk aan de Regeering om een bijslag gaan vragen voor het maken van wegen ten behoeve van derden. En wat het strooien van de macadam be treft, toevallig heeft hij daarover met iemand gesproken, die hem mededeelde, dat het be- stuiir van den Pierssenspolder de modder van den weg had laten wegbrengen. Dat .is dus aan hem meegedeeld. Werkelijk, indien er iets gebeuren kan, zal het ook geschieden. Het is volkomen juist, dat in den aanvang van bet vorig jaar van de zijde van burgemeester en wethouders ook reeds toezeggingen zijn gedaan voor het uit- voeren van verbeteringen aan de wegen te jjhiiakii, maar als de heer Colsen dat aan- haalt, moet hij er dan ook hij vertellen, dat burgemeester en wethouders verschillende werken wilden uitvoeren, doch dat die zijn af?egtuit op onwil van de betrokkenen om mee te werken, juist ook op den onwil van het bestuur van den Pierssenspolder, dat den boel dwars zit. Van een en ander is in het afge- loopen jaar ook duidelijik genoeg mededeelmg aan den gemeenteraad gedaan. Waar de gemeente daar zelf geen zegging schap heeft en burgemeester en wethouders in het uitvoeren van verheteringswerken zyn gedwarsboomd door hen die het daar te ver tellen hebben, gaan burgemeester en wethou ders vrij uit. De heer BEDET herinnert in de vorige ver- sadering te hebben meegedeeld, dat hij^aan- gaande oplossing van enkele kwesties te Sluis kil ook zijn gedachten had laten gaan en het zijn voomemen was daarover met den wet,- houder van publieke werken te spreken. Dat is ook gebeurd en daarna heeft spreker aan den wethouder nog schriftelijk zijn voorstellen doen toekomen. Dat is dus onder het oog gebracht. Waar nu wordt meegedeeld, dat de wethouder met de commissie van bystand ■eerstdaags te Sluiskil zullen komen om een onderzoek in te stellen wil spreker aan den heer Colsen vragen, of het nu niet het beste is, dat hij zijn voorstel tot het instellen eener commissie* intrekt, doch zijn voorstellen om trent te Sluiskil aan te brengen verbeteringen ten spoedigste schriftelijk inizendt, opdat die dan ook tegelijk door de commissie van by- stand kunnen worden behandeld. De heer DE BRUIJNE is ook van oordeel dat de voorzieningen ten bate van Sluiskil wel wat te langdradig behandelt worden; dat er zich daarbij moeilijkheden voordoen weten we alien. Hij wijst er eohter op, reeds meer- malen te hebben gevraagd naar het aanhren- gen van rioleering te Driewegen, maar daar- aan is tot heden ook nog niets gedaan Hy hoopt. dat dit ook eens terecht komt. De groote moeilijkheid te Sluiskil is, dat de weg door den Pierssenspolder in onderhoud is by den polder en daar heeft de gemeente af te toliiven, of het polderbestuur moet zyn toe stemming geven. Indien er iets op t®..v"lden is om een oplossing te krygen, zal hy daar- aan graag meewerken. De heer HAMELINK wijst er op, dat de heer Colsen voorstelt een commissie te be- noemen, doch aangezien uit de mededeelmg van den voorzitter en den heer Geelhoedt blijkt, dat de commissie van bijstancl er de volgende week heengaat, heeft hij practisch bereikt hetgeen hij voorstelt. Spreker be- grijpt niet, waarom de heer Colsen nog een Hij maakt er de zaak De heer SCHEELE: slechter door. De VOORZITER: U kunt er zeker van zijn, voor uw doel de medewerking der leden te he- houden. De heer HAMELINK acht de kans ook niet Ibuitengesloten dat, gezien de gedane toezeg- ging, niemand der leden zich zou willen be- j sohikhaar stellen om in de commissie zitting te nemen. De heer COLSEN wenscht stemming over zijn voorstel. De VOORZITTER vraagt of het voorstel gesteund wordt. De heer DE BRUIJNE antwoordt bevesti- gend. Aangezien een voorstel om een punt van beraadslaging uit te maken door nog minstens twee leden moet worden ondersteund, en zulks niet het geval is, blijft het verder buiten behandeling en wordt het voorstel van burge meester en wethouders, om het schrijven van den heer Colsen voor kennisgeving aan te nemen met algemeene stemmen aangenomen. r. De VOORZITTER deelt mede, dat de beerschuit der gemeente, die dateert van 1907 i in gebruik is, thans door de inwerking der beerstoffen voor een groot deel versleten is. I' Het wordt noodzakelyk geaeht een nieuwe aan te schaffen. Burgemeester en wethouders vragen nu machtiging om prijsopgave te vragen voor het leveren van een nieuwe I schuit. Met algemeene stemmen wordt die mach- j tiging verleend. 3. Verkoop van gemeentegrond. De VOORZITTER deelt mede, dat burge meester en wethouders aanvankelijk hebben voorgesteld, om het verzoek van F. J. de Bakker tot aankoop van gemeentegrond aan te houden. Dit had tot oorzaak, dat zij wenschten af te wachten of nog meerdere verzoeken zouden komen, opdat, in verband met de gevraagde breedte, de gemeente niet met een onvoordeelig of onverkoopbaar stuk zou blijiven zitten. Er zijn nu 4 aanvragen om daar aan de Westzijde der Burgemeester Geillstraat bouwgrond te koopen. Burgemees ter en wethouders hebben met de verzoekers onderhandeld en het resultaat is geweest, dat zij alien genoegen nemen met een breedte van 6,33 M. In verband hiermede stellen zrj voor onder de gewone voorwaarden te verkoopen een perceel bouwgrond, ter breedte van 6,33 M. en ter gezamenlijke oppervlakte van pl.m. 127 M., h f per M2. aan a. P. A. Leunis, bet perceel grenzende aan dat van A. A. Eekman; b. E. J. Weemaer, het perceel ten Westen van het voorgaande; c. J. A. van den Broeke, het perceel gren zende aan het vorige; d. F. J. de Bakker, het overblyvende per ceel op den hoek der straat. Met algemeene stemmen wordt aldus he- sloten. Verzoek tot maken van een, beerput in gemeentegrond. Door W. Naeije, winkelier aan de Noord- straat te Ter Neuzen, is een adres ingediend waarin hij te kennen heeft, dat hij wegens plaatsgebrek genoodzaakt is zijn winkel te vergrooten en wel zoodanig, dat het geheele erf moet worden volgebouwd, Hij verzoekt in verhand daarmede onder te stellen voor waarden een beerput en een zinkput te mogen aanbrengen in gemeentegrond aan het Brug- pad. S 4. Burgemeestei- en wethouders, overwegende, dat het niet wenschelijk is genoemde putten aldaar in een openibaren weg te plaatsen, en bovendien deze zaak zoodanig kan worden opgelost, dat die putten bimnen het gebouw kunnen worden geplaatst, stellen voor, op het verzoek afwijzenid te beschikken. Met algemeene stemmen wordt aldus toe- i sloten. i 5. Straatverlicliting voor de buurtsehap Koedyk. In verband met aan den Koedijk aan te brengen electrische straatverlichting, stellen i burgemeester en wethouders voor, vast te stellen de navolgende OVEREENKOMST tussohen de gemeente Ter Neuzen en de Naamlooze Vennootsehap .Provinciate Zeeuwsche Electrlcitelts-Maatschappij" hetreffende de exploitatie van de straatverlichting voor de wijk „Koedijk". Tussehen de gemeente Ter Neuzen te dezen j vertegenwoordigd door haar college van bur- j gemeester en wethouders, handelende ter uit- I voering van het besluit van haren raad van 28 Januari 1931, no. hiema aangeduid als I „de gemeente" en de Naamlooze Vennootsehap ,,Provinciale Zeeuwsche Electrieiteits-Maat- echappij", gevestigd te Middelburg, te dezen vertegenwoordigd door haren Raad van be stuur, hiema aangeduid als de „P.Z.E.M.", is het volgende overeengekomen Artikel 1. De P.Z.E.M. verhindt zich op aanwyzing van de gemeente de straatverlichting in te richten. Veranderingen en uithreidingen komen ten laste van de ge-meente; zij worden door de P.Z.E.M. uitgevoerd. Het straatverlichtings- net is eigendom van de P.Z.E.M. Artikel 2. De gemeente verbindt zich de straatverlich ting, voorzoover deze geelectrificeerd is, min stens gedurende achthonderd uren per jaar te gebruiken. De ontsteking en blussching der verliohting zal door een schakelklok plaats vinden. Het verzetten van den ontstekingstijd ge- beurt eenmaal per veertien dagen en zal ge- regeld worden naar den gemiddelden ontste- kingstyd gedurende die veertien dagen volgens door Samson jaarlyks uit te geven brand- kalender. Vaststelling van den ontstekingstijd in de zomermaanden en van de blusschings- tijdstippen geschiedt in overleg met de ge meente. De P.Z.E.M. beheert, controleert en onder- houdt de straatverlichting op haar kosten. Artikel 3. De verbruikte stroom zal op een centrale, in onderling overleg vast te stellen plaats in bet net door een kilowatturenmeter gemeten wor den. Op deze plaats zal eveneens de schakel klok geplaatst worden. Deze plaats of, indien volgens het oordeel van de P.Z.E.M. meerdere meet- of schakelplaatsen noodig zijn, plaatsen zullen te alien tijde voor het personeel van de P.Z.E.M. toegankelijk zijn. De gemeente stelt voornoemde plaatsen gratis ter beschikking. De prijs per K.W.U. bedraagt: voor lampen van 40 Watt met een brandduur tot en met 800 uren 's jaars 0,45 -met een brandduur tot en met 900 uren 's jaans 0,43 met een brandduur tot en met 1000 uren '-s jaars 0,41 met een brandduur tot en met 1300 uren 's jaars /0,40; met een brandduur tot en met 1600 uren 's jaars /0,39; met een brandduur tot en met 2100 uren 's jaars /0,38; daarboven f 0,37. voor lampen van 60 Watt: met een brandduur tot en met 800 uren 's jaars /0,40; met een brandduur tot en met 900 uren 's jaars i 0,39; met een brandduur tot en met 1100 uren 's jaars 0,37 met een brandduur tot en met 1400 uren 's jaars 0,35; met een brandduur tot en met 1800 uren 's jaars /0,34; met een brandduur tot en met 2300 uren 's jaars /0,33; daarboven f 0,32 voor lampen van 75 Watt: met een brandduur tot en met 800 uren 's jaars /0,38; met een brandduur tot en met 900 uren 's jaars 0,37 met een brandduur tot en met 1100 uren 's jaars /0,35; met een brandduur tot en met 1300 uren 's jaars /0,34; met een brandduur tot en met 1500 uren 's jaars /0,33; met een brandduur tot en met 1800 uren 's jaars /0,32; daarboven f 0,31. Voor de berekening van het jaarlijkische aantal bran-duren wordt een eenwattlamp van 32 N.K. op 40 Watt en van 50 N.K. op 60 Watt gesteld, terwyl voor de halfwattlampen de verbruiken gelden, die daarop zijn aange- geven. Als minimum lichtsterkte per straatlamp wordt gerekend met 32 N.K. of 40 Watt. Het tarief voor 40, 60 of 75 Watt geld-t zoodra en zoolang 55 van alle lampen van resp. 40, 60 of 75 Watt zijn. De brandduur wordt na afloop van elk jaar berekend door deeling van het ge'installeerde vermogen op het in het jaar afgenomen aan tal K.W.U. Maandelijks wordt een voorloopige rekening ingediend en binnen 14 dagen door de gemeente betaald. Indien de gemiddelde prijs van de steen kolen van 7200 cal. in een kalenderjaar stijgt, boven f 20 per 1000 K.G. vrij aan de centrale, dan wordt voor elke vijf gulden, die de kolen meer dan f 20 kosten, telkens 1 cent per kilo- wattuur meer betaald op vorengenoemde pryzen, Indien de brandduur in eemg jaar mmder is geweest dan 800 uren, zal de gemeente na afloop van dat jaar het te weinig verbruikte tegen den tariefsprys bybetalen. Artikel 4. De overeenkomst wordt door partijen voor den tyd van tien achtereenvolgende jaren aangegaan. Indien niet een half jaar v66r afloop van dezen termijn of van den verlengden termijn een van beide partijen deze overeenkomst op- zegt, dan zal deze telkens weder met <5<§n jaar verlengd zijn. Artikel 5. De datum van aanvang der stroomlevering zal door de P.Z.E.M. per aangeteekenden brief aan de gemeente worden medegedeeld Van dien datum af wordt geacht, dat dit contract in werking is getreden. Artikel 6. In alle gevallen waarin verschil van gevoe len omtrent de uitlegging der voorwaarden van deze overeenkomst mocht bestaan, wordt de beslissing opgedragen aan drie scheids- m-annen, elk der partijen benoemt een dezer j drie; de derde wordt Ibenoemd door den Kan- tonreohter te Middelburg. Mocht een der partijen tot de aanwijzing van haren scheidstman niet overgaan, dan zal de meest gereede partij bevoegd zijn den Kan- f tonreohter te Middelburg te verzoeken, ook dien sctheidsman te benoemen, nadat zij vooraf j aan de wederpartij bij deurwaardersexploit zal hebben aangezegd, dat zij dit verzoek zal in- I dienen. De scheidsmannen zullen als goede mannen naar billykheid in hoogste ressort uitspraak doen en bepalen, wie de kosten zal dragen. Artikel 7. De kosten dezer overeenkomst worden door elk der partijen voor de helft gedragen. In geval registratie van deze overeenkomst wordt geeischt, worden de kosten daarvan ge dragen door de partijen, die dit contract of haar handteekening ontkennende, registratie noodig maakt. De VOORZITTER, dit voorstel toelichtende, geeft te kennen, dat toen vroeger met de P.Z.E.M. een overeenkomst werd getroffen voor aanbrengen van straatverlichting, de kosten der installatie in den stroomprijs, die toen 45 cent was, was begre-pen. Bij het slui- ten van een contract voor de -kom -der ge meente werd bepaald, evenals dit bij de In-dustrieele Maatschappy was, dat de instal- latiekosten voor rekening der gemeente zou den komen, in verband met -den lageren stroomprijs. Daarin deelden toen ook de buiten-buurten, zoodat de overeenkomst voor de kosten der installatie voor straatverlich ting dan ook voor rekening der gemeente kwamen, doch er is indertijd verzuimd, die wijziging in het contract op te nemen. Dat wordt nu door het sluiten van dit contract ondervangen. De heer COLSEN vraagt, hoe het staat met de verlichting van den weg naar de l'Azote te Sluiskil. De VOORZITTER deelt mede, dat dit in orde kan komen, mede door -het aannemen van dit voorstel. De heer VAN DRIEL wijst nog op de be- paling van artikel 6, waarin gesproken wordt van scheidsmannen; hij vraagt of het niet ge- wenscht zou zii|n, dat te vervangen door soheidslieden, aangezien het toch ook zou kun nen voorkomen, dat een vrouwelij-ke advocaat benoemd werd. De VOORZITTER vermeent, dat de voor- gestelde redactie geen bezwaar daarvoor is. Het voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. 6. Benoemen van een g-emeentegeneesheer. De VOORZITTER noodigt den raad uit, over te gaan tot het benoemen van een ge- meentegeneesheer. Sollicitanten zijn de heeren P. C. Pols en W. V/. Stevens, beiden arts alhier. Hij noodigt de heeren Van Aken en Bedet uit, met hem het stembureau te vormen. Met 7 stemmen wordt benoemd de heer Stevens. De datum van indiensttreding wordt bepaald op 1 Maart a,s. 7. Benoemen leden der commlssies tot wering van schoolverzuim. De VOORZITTER verzoekt over te gaan tot het benoemen van: a. Leden der commissie tot wering van schoolverzuim in de kory. Hiervoor worden aanlbevolen de volgende dubbeltallen: 1. L. J. van Driel (aftr.), en H. A. Harte; 2. P. F. de Bakker (aftr.) en Aug. Acke; 3. C. Leunis (aftr.) en H. Doetjes; 4. W. D. de Vries en A. de Kraker; 5. G. W. Versloot (aftr.) en C. Meyer (onderwijzer school Jozinastraat)6. P. M. Geelhoedt (aftr.) en A. L. de Witte; 7. F. Elve (aftr.) en W. Elve Fzn. Hierbij valt op te merken, dat het aftredend lid de heer L. J. de Vries voor de categorie waarvoor hij zitting heeft niet meer in aan- menking kan komen omdat hij geen functie meer bij het openbaar onderwijs bekleed. Benoemd worden de heeren De Bakker, W. D. de Vries, Versloot, Geelhoedt en Elve met 11 stemmen en de heeren VarfDriel en Leunis met 10 stemmen; 1 stem is uitgebracht op -den heer H. A. Harte, terwijl 1 briefje van onwaarde is. b. Leden der commissie tot wering van schoolverzuim te Sluiskil, waarvoor worden aanbevolen de volgende dubbeltallen: 1. A. J. Platteeuw (aftr.) en F. Clemminck; 2. C. J. Notoels (aftr.) en mej. M. J. Schram; 3. W. Oostdijik (aftr.) en G. H. Kooman; 4. Jac. P. van Doeselaar (aftr.) en A. Brakman; 5. P. Cortvriendt (aftr.) en A. J. de Krijger. De aftredende leden worden met algemeene stemmen herbenoemd. 8. Wijziging gemeentebegrooting, dlenst 1930. Burgemeester en wethouders stellen voor de begrooting der inkomsten en uitgaven van de gemeente voor het dienstjaar 1931 te wijzi- gen als volgt: Inkomsten. Gewone dienst. Volgno. 38. Verhaal van Ibijdragen voor eigen en weduwen en weezenpensioen inge- volge art. 36 der Pensioenwet 1922, S. 240 ten bate van hoofdstuk II te vermeerderen met 61. Uitgaven Volgno. 9. Jaarwedde van den burgemeester te vermeerderen /300; volgno. 10. Jaarwedde van de wethouders te vermeerderen f 267; volgno. 11. Jaarwedde van den secretaris te vermeelrdereh /300; -volgno. 12. Jaarwedde van den on-tvanger te vermeerderen 1250; volgno. 39. Bydragen voor eigen en weduwen- en weezenpensioen ingevolge art. 36 der Pen sioenwet 1922, S. 240 (ten laste van hoofd stuk H) f 287. Volgno. 59. Toelage aan den oud-gemeente- ontvanger D. Tholens te verminderen met f 1000. Volgno. 327. Onvoorziene uitgaven te ver minderen met f 1343. Als gevolg van de vorenstaan.de wjjzigingen wordt de verzameling aan het slot der be grooting gewijizgd als volgt: het nadeelig slot van afdeeling I, hoofd stuk XVI wordt gebracht op 16.531,60. Memorie van toelichting. Bij besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 12 September 1930, no. 40, 3e afdeeling, goedgekeurd by Koninklijk besluit van 25 November 1930, no. 26, Is de jaar- wedderegeling van den burgemeester, secreta ris en ontvanger met ingang van 1 Januari 1931 en van de wethouders met ingang van 1 September 1931 -gewijzigd. Volgno. 9/11. De jaarwedde van den bur gemeester en secretaris .is met 300 verhoogd. Vol°no. 10. De jaarwedde van de wethou ders fs gebracht van f 600 op f 1000. Voor 1931 moet deze post met V12 X f800 f 266,67 worden verhoogd. Volgno. 12. Door dat volgens de nieuwe jaarwedderegeling de diensttrjd als ambtenaar ter secretarie meetelt voor periodieke verhoo- Eringen, moet de jaarwedde van -den ontvan ger0 thans volgens de oudp regeling op het minimum uitgetrokken, op het maximum der nieuwe regeling worden uitgetrokken. Volgno. 38/39. De in -deze posten aange- Eerst een weinig Purol inwrijven en daarna inzeepen; dan scheert men zich schoon, zacht en pijnloos. (Ingez. Med.) braohte wijzigingen -zyn het gevolg van de wijzigmgen der volgnos. 9, 11 en 12. Volgno. 59. De heer D. Tholens is in No vember 1930 (na vaststelling van de begroo ting 1931) overleden. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 9. Wijziging begrooting woninghedryf, dienst 1930. Burgemeester en wethouders stellen eenige wijzigingen -voor in de begrooting van het gemeentelijk woningbedrijf, -door in verschil lende volgnumrners ..reserve" te vervangen door ,,onderhoudsfonds". Met algemeene stemmen wordt aldus -besloten. 10. Ontheffing schoolgeld, 1930. Naar aanleiiding van een .ingekomen ver zoek, stellen burgemeester en wethouders voor afschryving van den aanslag wegens schoolgeld voor den dienst 1930 te verleenen aan M. de Bruijne voor f 12. Met algemeene stemmen wordt aldus besloten. 11. Ontheffing schoolgeld, dienst 1930. Naar aanlelding van ingekomen verzoeken stellen burgemeester en wethouders voor af schryving te verleenen van den aanslag wegens schoolgeld over den dienst 1930 aan wed. A. Wisse 2,75, H. R. J. van der Veen f 21, M. de Bruijme f 26,40 en G. Doussy 15. Met algemeene stemmen wordt aldus besloten. 12. hondenbelasting, dienst Ontheffing 1930. Naar aanleiding van ingekomen verzoeken stellen burgemeester en wethouders voor af schryving te verleenen van den aanslag wegens hondenibelasting over den dienst 1980 aan M. Nijssen 4. Met algemeene stemmen wordt aldus besloten. 13. Vaststelling eener steunregeling voor valide arbeiders. Burgemeester en wethouders schrijven aan den raad het volgende: De raadscommissie welke in uwe vergade- ring van den 30 October j.l. is benoemd, om in studie te nemen de steunverleening aan valide werklooze arbeiders, is daartoe bijeen- j gekomen op 20 Januari j.l. I Lag het aanvankelijk in de bedoeling, In (verband hiermede het al of niet instellen van eene commissie voor Maatschappelijk Hulp- betoon te overwegen, de tegenwoordige algemeen heerscbende malaise en bestaande crisiswerkloosheid heeft hierin verandering gebracht. Algemeen toch was men van mee- ning dat van gemeentewege spoedig moest worden ingegrepen en omdat eene eventueele omvorming van het burgerlijk armbestuur veel tijd in beslag zou nemen, werd met op 6en na algemeene stemmen de wenschelijkheid uitgesproken, zoo spoedig mogelijk eene steunregeling te ontwerpen. De voorzitter van genoemde commissie, de wethouder van financien heeft deze uitge sproken wensch in het college aanhangig ge maakt, in verband waarmede wij U hierby een ontwerp regeling ter vaststelling doen toe komen. Waar de artikel-en geen commentaar be- hoeven, wenschen wij met de algemeene opm-erking te volstaan, dat de ontwerp rege ling geheel is gebaseerd op die welke in 1924 is vastgesteld door den Minister van Binnen landsche Zaken en Landbouw. Vvy deden dit, omdat blij-kens de persberich-ten, ook de op handen zijnde Rijkssteun-regeling daaraan is ontleend. Wordt ons ontwerp aangenomen, dan is het vrij zeker dat het vrijwel zal over- eenstemmen met de eerstdaags te ontvangen Rijksregeling. lis dit niet het geval, dan zal zij daarmede in overeenstemming moeten worden gebracht, wil de gemeente in aan- merking kunnen komen voor Rijkssteun. Door den heer HAMELINK zijn, mede namens zijn fractieleden eenige amendemen- ten voorgesteld, welke de VOORZITTER voorstelt te behan-delen toy de artikels. Hij stelt de gelegenheid open tot het houden van algemeene beschouwingen. De heer BEDET veronderstelt, dat het wel niet zal verwonderen, dat hy als eenling in de commissie die -tegenstander was van verande ring van de tegenwoordige steunregeling over het door burgemeester en wethouders over- eenkomstig het advies der meerderheid inge- diende voorstel in het algemeen iets wenscht te zeggen. Hij vraagt zich af: zijn er redenen om een steunregeling in het leven te roepen zooals die welke nu aan ons wordt voorge- leg-d? En dan moet hij antwoorden: neen! Hij wenscht even te memoreeren de raads- besluiten van 22 April en 4 Mei van het jaar 1926 en wat zich in die raadszitting omtrent de steunregeling heeft afgespeeld. Hij zal wel niet -behoeven te herinneren aan den toen- maligen toes-tand, waaronder destyds de be staande steunregeling werd opgeheven, toen ook werd aangevoerd, dat het uitkeeren van steun volgens de toenmalige regeling van hooger hand niet laager meer zou worden goedgekeurd, en deze na een verdediging door de uiterste linkervleugel niet langer werd bestendigd. Een voorstel tot bestendigtng werd met 10 tegen 3 stemmen verworpen. Vervolgens kwam in behandeling een voor stel van de heeren Geelhoedt en Colsen, die alleen de transportarbeiders van het jaar 1914 wenschten te ondersteunen in behande ling en dit werd aangenomen met 8 tegen 4 stemmen. Hoe en op welke wijze die men schen moesten worden geholpen, daarvan wordt in het voorstel niet gerept. Men had het in de Mei-vergadering over werkverschaf- fing door afgraving van den dyk aan de Scheldekade, maar er werd niet gesproken over de menschen die daarby niet konden worden aangesteld. In de vergadering van 4 Mei 1926 zijn de werkloozen, na opheffing van de toen bestaan de steuncommissie verwezen naar het Burger lijk Armbestuur. En wat heeft dit °°lle®e toen gedaan? Die menschen behandeld als gewone armlastigen? Neen, niets van dat alles. Het tourgerlijk armbestuur heeft toen begrepen, dat het daarin een andere taak had te verrichten. Na een paar lange zittingen, die op zichzelf reeds aantoonden, dat dit an der Werk was, werd eene regeling getroffen gebaseerd op die bestaande bij de vroegere werkloozencommissie. Er waren geen termen om die werkloozen te verwijzen naar de voor de gewone armen bestaande regeling. Die zyn toen op een nader bepaalden dag alleen be handeld en er werd een norm volgens welke ze zouden worden uitgekeerd vastgesteld. Die regeling bestaat thans nog; spreker zal het thans niet hebben over den vastgestelden norm- als men soms zou meenen dat die te laag is, dan is het ook mogelijk dat die voor

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 6