Voor Zelfscheerders
Hoests Keeipijn
I
MUjnhardt's Hoesttabletten. Doos 80 ct.
MijnhardtY, Keelpyntablettcn, 60 en 30 ct.
Bij Apoth. en Droglsten.
Ingez. Med.)
saBrantHHTnaawi
afzonderiijke commissie wenscht. Wanneer die
toezegging met gedaan was, wats hot iets
anders. Hij gelooft, dat het in het belang der
zaak is, als de heer Colsen zijn voorstel in-
trekt. Wei zou spreker het wenschelijk ach-
ten, dat de heer Colsen, die te Sluiskil goed
bekend is, bij het bezoek tegenwoordig was
en in de gelegenheid werd gesteld de aan-
dacht te vestigen op hetgeen hij noodig acht.
i Hij kan dan hetgeen hij wenschelijk acht naar
vnpoti hrpn con
voren brengen.
De heer COLSEN zegt, te gevoelen dat de
wethouder er geen snars van af weet, de weg
die door Stoppeldijk zal gemaakt worden be-
i hoort met aan die gemeente, dodh staat onder
j beheer van een soort vereeniging.
De heer GEELHOEDT. Ik heb daarom ge-
zegd: ik veronderstel!
De heer COLSEN geeft verder te kennen,
dat de heer Geelhoedt toch evengoed als spre
ker weet, dat de Benedenweg te Sluiskil aan
de gemeente behoort, en dat de april moet
veranderd worden, terwijl aan den slachter
Leijs een tweede april moet worden gemaakt.
De heer GEELHOEDT: Bij Bleijenberg is
het rijksweg.
i De heer COLSENAan de bovenzijde, maar
we moeten beneden zijn,. die april moet plat
ter gemaakt worden. Daar aan Leys is het
ook gemeenteweg. Zooals ik reeds te kennen
gaf, zou de rijkswaterstaat het brugje van
Lijbaart willen verbreeden, en dan kon, aan-
gezien het arrestantenlokaal nu vervallen is,
dit worden afgebroken en den daar bestaan-
den voor het verkeer gevaarlijken hoek wor
den opgeruimd.
En wat de bewering betreft, dat de mod-
der vanwege het bestuur van den Pierssens
polder van den weg zou weggevoerd zijn, men
heeft de modder van het bovenste deel van den
weg laten afkrabben en dit op de zijkanten
laten liggen. Daama heeft de Pierssenspolder
op het midden van den weg ook macadam
laten strooien. Later is men toen van de ge-
I meente gekomen en heeft macadam gestrooid
I in den modder op de zijkanten. De modder
j was niet weggevoerd.
j De heer HAMELINK: Dat is dan de fout
j van het bestuur van den Pierssenspolder.
De heer COLSEN is van oordeel, dat de
wethouder van publieke werken zoo iets niet
van hooren zeggen behoort te weten, maar
dat deze zelf een onderzoek behoort in te
stellen, men ziet hem er eohter nooit.
De heer GEELHOEDT: Zeker om te waoh-
ten tot ze gaan krabben.
De heer COLSENNiemandsland hebben
we van den polder kunnen krijgen; dat kon
dus worden opgeknapt.
De heer DE BRUIJNE: Als er macadam
wordt gebracht, is dat toch een verbetering,
maar als het polderbestuur het er dan weer
af laat krabben
De heer COLSEN: Neen, z66 is het niet,
het heeft den modder van de kruin van den
weg laten krabben, maar niet laten weg-
voeren.
De heer SCHEELE meent, dat het tijd is,
dat men hderover voorloopig het zwijgen toe
doet, er is gezegd: we gaan er eens kljken,
Wat nut hebben dan nu deze besprekingen.
Eerst als er plannen zijn, valt er over te
praten.
De heer GEELHOEDT stemt hiermede in;
hij wijst er op, dat het wel heel gemakkelijk
is over die Pierssenspolderstraat een grooten
boom op te zetten, maar dat de gemeente er
niets over te vertellen heeft.
De VOORZITTER merkt op, dat de heer
Colsen door zijn vasthouden aan zijn voorstel
de zaak moeilijker maakt. Hij noodzaakt
daardoor de leden, die Suislkil niet ongezind
die feitelijk over-
lofte is voldaan, men is er althans met een
kar macadam gekomenMaar wat heeft dat
voor verbetering van den weg gebaat? Men
heeft die macadam zonder meer in den modder
geworpen, waarin ze terstond verzonken is,
zoodat men er nu al niets meer van kan vin-
den. Spreker neemt dat niet kwalijk aan de
menschen die dat gedaan hebben, maar wel
aan dagenen die daartoe de opdracht hebben
gegeven. Uit de wijze waarop dat behandeld
is blijkt, dat er geen leiding bij geweest is.
Hij vergelijikt Sluiskil ten opzichte van de
kom der gemeente met een arme, aan wien
door een rijke een aalmoes wordt gegeven.
De rijike voedt en tooit zichzelf stevig en
werpt aan een arme ook een stuk brood toe,
dat dan ook wel eens in den modder terecht
komt. Indien het niet te doen was de straat
over te nemen, dan zou men er van gemeente-
wege bij: een klein beetje goeden wdl toch wel
een pad kunnen leggen Die macadam is nu
vermorst, men had er dan eerst den modder
weg moeten scheppen. Hier in de kom treft
men mooie straten, pleinen en trottoirs aan,
en daar is niets tegen maar dan moet
men niet op Sluiskil volstaan met wat maca
dam in de modder te komen gooien.
Spreker geeft burgemeester en wethouders
in overweging zijn voorstel aan te nemen,
opdat men dan zoodra mogelijk aan het werk
zal kunnen gaan. Er is veel grondwerk aan
en dat kan nu door werkloozen gedaan wor
den. Burgemeester en wethouders zijn in deze
achterlijk. Men moet niet foeweren, dat onze
gemeente in Zeeuwsch-Vlaanderen toonaan-
gevend is, we komen achteraan. Dezer dagen
las spreker in een raadsverslag van Stoppel
dijk. dat men daar reeds een besluit had ge-
nomen om een wegsverbetering als werkver-
schaffing uit te voeren, en in de laatste dagen
vemam hij van een raadslid dier gemeente,
dat dit al in orde was en de toestemming van
den minister was verkregen. We zijn hier
dus niet vooraanstaand. De technisch opzich-
ter van den rijkswaterstaat heeft aan spreker
venzekerd, dat, indien de gemeente zulks
vraagt, het rijk er aanstonds toe zal overgaan
om het brugje bij den mulder te verbreeden.
Er kan daar een stuk van een dijk worden
afgegraven en de oprit worden veranderd.
De werken zijin er wel, maar burgemeester en
wethouders wiillen blijkbaar niet.
Spreker zal er verder niet in het breede
over uitweiden, maar wenscht stemming over
zijn voorstel.
De heer GEELHOEDT geeft te kennen, dat,
zooals daarstraks reeds door den voorzitter
is gezegd, de belangen van Sluiskil en de voor-
zieningen die daar noodig zijn, de voile aan-
dacht van burgemeester en wethouders heb
ben. Maar daarom kan men dat heeft de
ervaring geleerd nog niet altijd verkrijgen
wat men gaame zou willen.
Er zijn thans weer verschillende plannen
geopperd en er is thans een dag vastgesteld
waarop spreker met de commissie van bijstand
een bezoek zal brengen aan Sluiskil, om ter
iplaatse een en ander nader onder de oogen
te zien en te ibespreken. Spreker heeft over
een en ander reeds uitvoerige besprekingen
met den gemeentebouwmeester gehad en dan
zal nader moeten blijken wat van gemeente- j zijn, tot een uitspraak
wege zal kunnen gedaan worden. j bodig is.
Door den heer Colsen is daar Stoppeldijk
aangehaald, als zou men daar reeds gereed
zijn voor een werk tot wegsverbetering; dat
is best mogelijk, maar daar heeft dat gemeen-
tebestuur zeer vermoedelijk zeggingschap over
den weg, terwijl het in Sluiskil geen gemeente-
wegen zijn, en zonder toestemming van
anderen dus niets kan gedaan worden. De
gemeente kan toch ook maar moeilijk aan de
Regeering om een bijslag gaan vragen voor
het maken van wegen ten behoeve van derden.
En wat het strooien van de macadam be
treft, toevallig heeft hij daarover met iemand
gesproken, die hem mededeelde, dat het be-
stuiir van den Pierssenspolder de modder van
den weg had laten wegbrengen. Dat .is dus
aan hem meegedeeld.
Werkelijk, indien er iets gebeuren kan, zal
het ook geschieden. Het is volkomen juist,
dat in den aanvang van bet vorig jaar van de
zijde van burgemeester en wethouders ook
reeds toezeggingen zijn gedaan voor het uit-
voeren van verbeteringen aan de wegen te
jjhiiakii, maar als de heer Colsen dat aan-
haalt, moet hij er dan ook hij vertellen, dat
burgemeester en wethouders verschillende
werken wilden uitvoeren, doch dat die zijn
af?egtuit op onwil van de betrokkenen om
mee te werken, juist ook op den onwil van het
bestuur van den Pierssenspolder, dat den boel
dwars zit. Van een en ander is in het afge-
loopen jaar ook duidelijik genoeg mededeelmg
aan den gemeenteraad gedaan.
Waar de gemeente daar zelf geen zegging
schap heeft en burgemeester en wethouders
in het uitvoeren van verheteringswerken zyn
gedwarsboomd door hen die het daar te ver
tellen hebben, gaan burgemeester en wethou
ders vrij uit.
De heer BEDET herinnert in de vorige ver-
sadering te hebben meegedeeld, dat hij^aan-
gaande oplossing van enkele kwesties te Sluis
kil ook zijn gedachten had laten gaan en het
zijn voomemen was daarover met den wet,-
houder van publieke werken te spreken. Dat
is ook gebeurd en daarna heeft spreker aan
den wethouder nog schriftelijk zijn voorstellen
doen toekomen. Dat is dus onder het oog
gebracht. Waar nu wordt meegedeeld, dat de
wethouder met de commissie van bystand
■eerstdaags te Sluiskil zullen komen om een
onderzoek in te stellen wil spreker aan den
heer Colsen vragen, of het nu niet het beste is,
dat hij zijn voorstel tot het instellen eener
commissie* intrekt, doch zijn voorstellen om
trent te Sluiskil aan te brengen verbeteringen
ten spoedigste schriftelijk inizendt, opdat die
dan ook tegelijk door de commissie van by-
stand kunnen worden behandeld.
De heer DE BRUIJNE is ook van oordeel
dat de voorzieningen ten bate van Sluiskil
wel wat te langdradig behandelt worden; dat
er zich daarbij moeilijkheden voordoen weten
we alien. Hij wijst er eohter op, reeds meer-
malen te hebben gevraagd naar het aanhren-
gen van rioleering te Driewegen, maar daar-
aan is tot heden ook nog niets gedaan Hy
hoopt. dat dit ook eens terecht komt. De
groote moeilijkheid te Sluiskil is, dat de weg
door den Pierssenspolder in onderhoud is by
den polder en daar heeft de gemeente af te
toliiven, of het polderbestuur moet zyn toe
stemming geven. Indien er iets op t®..v"lden
is om een oplossing te krygen, zal hy daar-
aan graag meewerken.
De heer HAMELINK wijst er op, dat de
heer Colsen voorstelt een commissie te be-
noemen, doch aangezien uit de mededeelmg
van den voorzitter en den heer Geelhoedt
blijkt, dat de commissie van bijstancl er de
volgende week heengaat, heeft hij practisch
bereikt hetgeen hij voorstelt. Spreker be-
grijpt niet, waarom de heer Colsen nog een
Hij maakt er de zaak
De heer SCHEELE:
slechter door.
De VOORZITER: U kunt er zeker van zijn,
voor uw doel de medewerking der leden te he-
houden.
De heer HAMELINK acht de kans ook niet
Ibuitengesloten dat, gezien de gedane toezeg-
ging, niemand der leden zich zou willen be-
j sohikhaar stellen om in de commissie zitting
te nemen.
De heer COLSEN wenscht stemming over
zijn voorstel.
De VOORZITTER vraagt of het voorstel
gesteund wordt.
De heer DE BRUIJNE antwoordt bevesti-
gend.
Aangezien een voorstel om een punt van
beraadslaging uit te maken door nog minstens
twee leden moet worden ondersteund, en
zulks niet het geval is, blijft het verder buiten
behandeling en wordt het voorstel van burge
meester en wethouders, om het schrijven van
den heer Colsen voor kennisgeving aan te
nemen met algemeene stemmen aangenomen.
r. De VOORZITTER deelt mede, dat de
beerschuit der gemeente, die dateert van 1907
i in gebruik is, thans door de inwerking der
beerstoffen voor een groot deel versleten is.
I' Het wordt noodzakelyk geaeht een nieuwe
aan te schaffen. Burgemeester en wethouders
vragen nu machtiging om prijsopgave te
vragen voor het leveren van een nieuwe
I schuit.
Met algemeene stemmen wordt die mach-
j tiging verleend.
3. Verkoop van gemeentegrond.
De VOORZITTER deelt mede, dat burge
meester en wethouders aanvankelijk hebben
voorgesteld, om het verzoek van F. J. de
Bakker tot aankoop van gemeentegrond aan
te houden. Dit had tot oorzaak, dat zij
wenschten af te wachten of nog meerdere
verzoeken zouden komen, opdat, in verband
met de gevraagde breedte, de gemeente niet
met een onvoordeelig of onverkoopbaar stuk
zou blijiven zitten. Er zijn nu 4 aanvragen
om daar aan de Westzijde der Burgemeester
Geillstraat bouwgrond te koopen. Burgemees
ter en wethouders hebben met de verzoekers
onderhandeld en het resultaat is geweest, dat
zij alien genoegen nemen met een breedte
van 6,33 M.
In verband hiermede stellen zrj voor onder
de gewone voorwaarden te verkoopen een
perceel bouwgrond, ter breedte van 6,33 M.
en ter gezamenlijke oppervlakte van pl.m. 127
M., h f per M2. aan
a. P. A. Leunis, bet perceel grenzende aan
dat van A. A. Eekman;
b. E. J. Weemaer, het perceel ten Westen
van het voorgaande;
c. J. A. van den Broeke, het perceel gren
zende aan het vorige;
d. F. J. de Bakker, het overblyvende per
ceel op den hoek der straat.
Met algemeene stemmen wordt aldus he-
sloten.
Verzoek tot maken van een, beerput in
gemeentegrond.
Door W. Naeije, winkelier aan de Noord-
straat te Ter Neuzen, is een adres ingediend
waarin hij te kennen heeft, dat hij wegens
plaatsgebrek genoodzaakt is zijn winkel te
vergrooten en wel zoodanig, dat het geheele
erf moet worden volgebouwd, Hij verzoekt
in verhand daarmede onder te stellen voor
waarden een beerput en een zinkput te mogen
aanbrengen in gemeentegrond aan het Brug-
pad.
S 4.
Burgemeestei- en wethouders, overwegende,
dat het niet wenschelijk is genoemde putten
aldaar in een openibaren weg te plaatsen, en
bovendien deze zaak zoodanig kan worden
opgelost, dat die putten bimnen het gebouw
kunnen worden geplaatst, stellen voor, op het
verzoek afwijzenid te beschikken.
Met algemeene stemmen wordt aldus toe-
i sloten.
i 5. Straatverlicliting voor de buurtsehap
Koedyk.
In verband met aan den Koedijk aan te
brengen electrische straatverlichting, stellen
i burgemeester en wethouders voor, vast te
stellen de navolgende
OVEREENKOMST
tussohen de gemeente Ter Neuzen en de
Naamlooze Vennootsehap .Provinciate
Zeeuwsche Electrlcitelts-Maatschappij"
hetreffende de exploitatie van de
straatverlichting voor de wijk
„Koedijk".
Tussehen de gemeente Ter Neuzen te dezen
j vertegenwoordigd door haar college van bur-
j gemeester en wethouders, handelende ter uit-
I voering van het besluit van haren raad van
28 Januari 1931, no. hiema aangeduid als
I „de gemeente" en de Naamlooze Vennootsehap
,,Provinciale Zeeuwsche Electrieiteits-Maat-
echappij", gevestigd te Middelburg, te dezen
vertegenwoordigd door haren Raad van be
stuur, hiema aangeduid als de „P.Z.E.M.", is
het volgende overeengekomen
Artikel 1.
De P.Z.E.M. verhindt zich op aanwyzing van
de gemeente de straatverlichting in te richten.
Veranderingen en uithreidingen komen ten
laste van de ge-meente; zij worden door de
P.Z.E.M. uitgevoerd. Het straatverlichtings-
net is eigendom van de P.Z.E.M.
Artikel 2.
De gemeente verbindt zich de straatverlich
ting, voorzoover deze geelectrificeerd is, min
stens gedurende achthonderd uren per jaar te
gebruiken.
De ontsteking en blussching der verliohting
zal door een schakelklok plaats vinden.
Het verzetten van den ontstekingstijd ge-
beurt eenmaal per veertien dagen en zal ge-
regeld worden naar den gemiddelden ontste-
kingstyd gedurende die veertien dagen volgens
door Samson jaarlyks uit te geven brand-
kalender. Vaststelling van den ontstekingstijd
in de zomermaanden en van de blusschings-
tijdstippen geschiedt in overleg met de ge
meente.
De P.Z.E.M. beheert, controleert en onder-
houdt de straatverlichting op haar kosten.
Artikel 3.
De verbruikte stroom zal op een centrale, in
onderling overleg vast te stellen plaats in bet
net door een kilowatturenmeter gemeten wor
den. Op deze plaats zal eveneens de schakel
klok geplaatst worden. Deze plaats of, indien
volgens het oordeel van de P.Z.E.M. meerdere
meet- of schakelplaatsen noodig zijn, plaatsen
zullen te alien tijde voor het personeel van de
P.Z.E.M. toegankelijk zijn.
De gemeente stelt voornoemde plaatsen
gratis ter beschikking.
De prijs per K.W.U. bedraagt:
voor lampen van 40 Watt
met een brandduur tot en met 800 uren
's jaars 0,45
-met een brandduur tot en met 900 uren
's jaans 0,43
met een brandduur tot en met 1000 uren
'-s jaars 0,41
met een brandduur tot en met 1300 uren
's jaars /0,40;
met een brandduur tot en met 1600 uren
's jaars /0,39;
met een brandduur tot en met 2100 uren
's jaars /0,38;
daarboven f 0,37.
voor lampen van 60 Watt:
met een brandduur tot en met 800 uren
's jaars /0,40;
met een brandduur tot en met 900 uren
's jaars i 0,39;
met een brandduur tot en met 1100 uren
's jaars 0,37
met een brandduur tot en met 1400 uren
's jaars 0,35;
met een brandduur tot en met 1800 uren
's jaars /0,34;
met een brandduur tot en met 2300 uren
's jaars /0,33;
daarboven f 0,32
voor lampen van 75 Watt:
met een brandduur tot en met 800 uren
's jaars /0,38;
met een brandduur tot en met 900 uren
's jaars 0,37
met een brandduur tot en met 1100 uren
's jaars /0,35;
met een brandduur tot en met 1300 uren
's jaars /0,34;
met een brandduur tot en met 1500 uren
's jaars /0,33;
met een brandduur tot en met 1800 uren
's jaars /0,32;
daarboven f 0,31.
Voor de berekening van het jaarlijkische
aantal bran-duren wordt een eenwattlamp van
32 N.K. op 40 Watt en van 50 N.K. op 60
Watt gesteld, terwyl voor de halfwattlampen
de verbruiken gelden, die daarop zijn aange-
geven.
Als minimum lichtsterkte per straatlamp
wordt gerekend met 32 N.K. of 40 Watt. Het
tarief voor 40, 60 of 75 Watt geld-t zoodra en
zoolang 55 van alle lampen van resp. 40,
60 of 75 Watt zijn.
De brandduur wordt na afloop van elk jaar
berekend door deeling van het ge'installeerde
vermogen op het in het jaar afgenomen aan
tal K.W.U. Maandelijks wordt een voorloopige
rekening ingediend en binnen 14 dagen door
de gemeente betaald.
Indien de gemiddelde prijs van de steen
kolen van 7200 cal. in een kalenderjaar stijgt,
boven f 20 per 1000 K.G. vrij aan de centrale,
dan wordt voor elke vijf gulden, die de kolen
meer dan f 20 kosten, telkens 1 cent per kilo-
wattuur meer betaald op vorengenoemde
pryzen,
Indien de brandduur in eemg jaar mmder
is geweest dan 800 uren, zal de gemeente na
afloop van dat jaar het te weinig verbruikte
tegen den tariefsprys bybetalen.
Artikel 4.
De overeenkomst wordt door partijen voor
den tyd van tien achtereenvolgende jaren
aangegaan.
Indien niet een half jaar v66r afloop van
dezen termijn of van den verlengden termijn
een van beide partijen deze overeenkomst op-
zegt, dan zal deze telkens weder met <5<§n jaar
verlengd zijn.
Artikel 5.
De datum van aanvang der stroomlevering
zal door de P.Z.E.M. per aangeteekenden
brief aan de gemeente worden medegedeeld
Van dien datum af wordt geacht, dat dit
contract in werking is getreden.
Artikel 6.
In alle gevallen waarin verschil van gevoe
len omtrent de uitlegging der voorwaarden
van deze overeenkomst mocht bestaan, wordt
de beslissing opgedragen aan drie scheids-
m-annen, elk der partijen benoemt een dezer
j drie; de derde wordt Ibenoemd door den Kan-
tonreohter te Middelburg.
Mocht een der partijen tot de aanwijzing
van haren scheidstman niet overgaan, dan zal
de meest gereede partij bevoegd zijn den Kan-
f tonreohter te Middelburg te verzoeken, ook
dien sctheidsman te benoemen, nadat zij vooraf
j aan de wederpartij bij deurwaardersexploit zal
hebben aangezegd, dat zij dit verzoek zal in-
I dienen.
De scheidsmannen zullen als goede mannen
naar billykheid in hoogste ressort uitspraak
doen en bepalen, wie de kosten zal dragen.
Artikel 7.
De kosten dezer overeenkomst worden door
elk der partijen voor de helft gedragen. In
geval registratie van deze overeenkomst
wordt geeischt, worden de kosten daarvan ge
dragen door de partijen, die dit contract of
haar handteekening ontkennende, registratie
noodig maakt.
De VOORZITTER, dit voorstel toelichtende,
geeft te kennen, dat toen vroeger met de
P.Z.E.M. een overeenkomst werd getroffen
voor aanbrengen van straatverlichting, de
kosten der installatie in den stroomprijs, die
toen 45 cent was, was begre-pen. Bij het slui-
ten van een contract voor de -kom -der ge
meente werd bepaald, evenals dit bij de
In-dustrieele Maatschappy was, dat de instal-
latiekosten voor rekening der gemeente zou
den komen, in verband met -den lageren
stroomprijs. Daarin deelden toen ook de
buiten-buurten, zoodat de overeenkomst voor
de kosten der installatie voor straatverlich
ting dan ook voor rekening der gemeente
kwamen, doch er is indertijd verzuimd, die
wijziging in het contract op te nemen. Dat
wordt nu door het sluiten van dit contract
ondervangen.
De heer COLSEN vraagt, hoe het staat
met de verlichting van den weg naar de
l'Azote te Sluiskil.
De VOORZITTER deelt mede, dat dit in
orde kan komen, mede door -het aannemen
van dit voorstel.
De heer VAN DRIEL wijst nog op de be-
paling van artikel 6, waarin gesproken wordt
van scheidsmannen; hij vraagt of het niet ge-
wenscht zou zii|n, dat te vervangen door
soheidslieden, aangezien het toch ook zou kun
nen voorkomen, dat een vrouwelij-ke advocaat
benoemd werd.
De VOORZITTER vermeent, dat de voor-
gestelde redactie geen bezwaar daarvoor is.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
6. Benoemen van een g-emeentegeneesheer.
De VOORZITTER noodigt den raad uit,
over te gaan tot het benoemen van een ge-
meentegeneesheer. Sollicitanten zijn de heeren
P. C. Pols en W. V/. Stevens, beiden arts
alhier. Hij noodigt de heeren Van Aken en
Bedet uit, met hem het stembureau te vormen.
Met 7 stemmen wordt benoemd de heer
Stevens. De datum van indiensttreding wordt
bepaald op 1 Maart a,s.
7. Benoemen leden der commlssies tot
wering van schoolverzuim.
De VOORZITTER verzoekt over te gaan tot
het benoemen van:
a. Leden der commissie tot wering van
schoolverzuim in de kory.
Hiervoor worden aanlbevolen de volgende
dubbeltallen:
1. L. J. van Driel (aftr.), en H. A. Harte;
2. P. F. de Bakker (aftr.) en Aug. Acke;
3. C. Leunis (aftr.) en H. Doetjes; 4. W. D.
de Vries en A. de Kraker; 5. G. W. Versloot
(aftr.) en C. Meyer (onderwijzer school
Jozinastraat)6. P. M. Geelhoedt (aftr.) en
A. L. de Witte; 7. F. Elve (aftr.) en W.
Elve Fzn.
Hierbij valt op te merken, dat het aftredend
lid de heer L. J. de Vries voor de categorie
waarvoor hij zitting heeft niet meer in aan-
menking kan komen omdat hij geen functie
meer bij het openbaar onderwijs bekleed.
Benoemd worden de heeren De Bakker, W.
D. de Vries, Versloot, Geelhoedt en Elve met
11 stemmen en de heeren VarfDriel en Leunis
met 10 stemmen; 1 stem is uitgebracht op
-den heer H. A. Harte, terwijl 1 briefje van
onwaarde is.
b. Leden der commissie tot wering van
schoolverzuim te Sluiskil, waarvoor worden
aanbevolen de volgende dubbeltallen:
1. A. J. Platteeuw (aftr.) en F. Clemminck;
2. C. J. Notoels (aftr.) en mej. M. J. Schram;
3. W. Oostdijik (aftr.) en G. H. Kooman; 4.
Jac. P. van Doeselaar (aftr.) en A. Brakman;
5. P. Cortvriendt (aftr.) en A. J. de Krijger.
De aftredende leden worden met algemeene
stemmen herbenoemd.
8. Wijziging gemeentebegrooting, dlenst
1930.
Burgemeester en wethouders stellen voor
de begrooting der inkomsten en uitgaven van
de gemeente voor het dienstjaar 1931 te wijzi-
gen als volgt:
Inkomsten. Gewone dienst.
Volgno. 38. Verhaal van Ibijdragen voor
eigen en weduwen en weezenpensioen inge-
volge art. 36 der Pensioenwet 1922, S. 240 ten
bate van hoofdstuk II te vermeerderen met
61.
Uitgaven
Volgno. 9. Jaarwedde van den burgemeester
te vermeerderen /300; volgno. 10. Jaarwedde
van de wethouders te vermeerderen f 267;
volgno. 11. Jaarwedde van den secretaris te
vermeelrdereh /300; -volgno. 12. Jaarwedde
van den on-tvanger te vermeerderen 1250;
volgno. 39. Bydragen voor eigen en weduwen-
en weezenpensioen ingevolge art. 36 der Pen
sioenwet 1922, S. 240 (ten laste van hoofd
stuk H) f 287.
Volgno. 59. Toelage aan den oud-gemeente-
ontvanger D. Tholens te verminderen met
f 1000.
Volgno. 327. Onvoorziene uitgaven te ver
minderen met f 1343.
Als gevolg van de vorenstaan.de wjjzigingen
wordt de verzameling aan het slot der be
grooting gewijizgd als volgt:
het nadeelig slot van afdeeling I, hoofd
stuk XVI wordt gebracht op 16.531,60.
Memorie van toelichting.
Bij besluit van gedeputeerde staten van
Zeeland van 12 September 1930, no. 40, 3e
afdeeling, goedgekeurd by Koninklijk besluit
van 25 November 1930, no. 26, Is de jaar-
wedderegeling van den burgemeester, secreta
ris en ontvanger met ingang van 1 Januari
1931 en van de wethouders met ingang van
1 September 1931 -gewijzigd.
Volgno. 9/11. De jaarwedde van den bur
gemeester en secretaris .is met 300 verhoogd.
Vol°no. 10. De jaarwedde van de wethou
ders fs gebracht van f 600 op f 1000. Voor
1931 moet deze post met V12 X f800
f 266,67 worden verhoogd.
Volgno. 12. Door dat volgens de nieuwe
jaarwedderegeling de diensttrjd als ambtenaar
ter secretarie meetelt voor periodieke verhoo-
Eringen, moet de jaarwedde van -den ontvan
ger0 thans volgens de oudp regeling op het
minimum uitgetrokken, op het maximum der
nieuwe regeling worden uitgetrokken.
Volgno. 38/39. De in -deze posten aange-
Eerst een weinig Purol inwrijven
en daarna inzeepen; dan scheert
men zich schoon, zacht en pijnloos.
(Ingez. Med.)
braohte wijzigingen -zyn het gevolg van de
wijzigmgen der volgnos. 9, 11 en 12.
Volgno. 59. De heer D. Tholens is in No
vember 1930 (na vaststelling van de begroo
ting 1931) overleden.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
9. Wijziging begrooting woninghedryf,
dienst 1930.
Burgemeester en wethouders stellen eenige
wijzigingen -voor in de begrooting van het
gemeentelijk woningbedrijf, -door in verschil
lende volgnumrners ..reserve" te vervangen
door ,,onderhoudsfonds".
Met algemeene stemmen wordt aldus
-besloten.
10. Ontheffing schoolgeld, 1930.
Naar aanleiiding van een .ingekomen ver
zoek, stellen burgemeester en wethouders
voor afschryving van den aanslag wegens
schoolgeld voor den dienst 1930 te verleenen
aan M. de Bruijne voor f 12.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
11. Ontheffing schoolgeld, dienst 1930.
Naar aanlelding van ingekomen verzoeken
stellen burgemeester en wethouders voor af
schryving te verleenen van den aanslag
wegens schoolgeld over den dienst 1930 aan
wed. A. Wisse 2,75, H. R. J. van der Veen
f 21, M. de Bruijme f 26,40 en G. Doussy 15.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
12.
hondenbelasting, dienst
Ontheffing
1930.
Naar aanleiding van ingekomen verzoeken
stellen burgemeester en wethouders voor af
schryving te verleenen van den aanslag
wegens hondenibelasting over den dienst 1980
aan M. Nijssen 4.
Met algemeene stemmen wordt aldus
besloten.
13. Vaststelling eener steunregeling voor
valide arbeiders.
Burgemeester en wethouders schrijven aan
den raad het volgende:
De raadscommissie welke in uwe vergade-
ring van den 30 October j.l. is benoemd, om
in studie te nemen de steunverleening aan
valide werklooze arbeiders, is daartoe bijeen-
j gekomen op 20 Januari j.l.
I Lag het aanvankelijk in de bedoeling, In
(verband hiermede het al of niet instellen van
eene commissie voor Maatschappelijk Hulp-
betoon te overwegen, de tegenwoordige
algemeen heerscbende malaise en bestaande
crisiswerkloosheid heeft hierin verandering
gebracht. Algemeen toch was men van mee-
ning dat van gemeentewege spoedig moest
worden ingegrepen en omdat eene eventueele
omvorming van het burgerlijk armbestuur
veel tijd in beslag zou nemen, werd met op
6en na algemeene stemmen de wenschelijkheid
uitgesproken, zoo spoedig mogelijk eene
steunregeling te ontwerpen.
De voorzitter van genoemde commissie, de
wethouder van financien heeft deze uitge
sproken wensch in het college aanhangig ge
maakt, in verband waarmede wij U hierby een
ontwerp regeling ter vaststelling doen toe
komen.
Waar de artikel-en geen commentaar be-
hoeven, wenschen wij met de algemeene
opm-erking te volstaan, dat de ontwerp rege
ling geheel is gebaseerd op die welke in 1924
is vastgesteld door den Minister van Binnen
landsche Zaken en Landbouw. Vvy deden dit,
omdat blij-kens de persberich-ten, ook de op
handen zijnde Rijkssteun-regeling daaraan is
ontleend. Wordt ons ontwerp aangenomen,
dan is het vrij zeker dat het vrijwel zal over-
eenstemmen met de eerstdaags te ontvangen
Rijksregeling. lis dit niet het geval, dan zal
zij daarmede in overeenstemming moeten
worden gebracht, wil de gemeente in aan-
merking kunnen komen voor Rijkssteun.
Door den heer HAMELINK zijn, mede
namens zijn fractieleden eenige amendemen-
ten voorgesteld, welke de VOORZITTER
voorstelt te behan-delen toy de artikels.
Hij stelt de gelegenheid open tot het houden
van algemeene beschouwingen.
De heer BEDET veronderstelt, dat het wel
niet zal verwonderen, dat hy als eenling in de
commissie die -tegenstander was van verande
ring van de tegenwoordige steunregeling over
het door burgemeester en wethouders over-
eenkomstig het advies der meerderheid inge-
diende voorstel in het algemeen iets wenscht
te zeggen. Hij vraagt zich af: zijn er redenen
om een steunregeling in het leven te roepen
zooals die welke nu aan ons wordt voorge-
leg-d? En dan moet hij antwoorden: neen!
Hij wenscht even te memoreeren de raads-
besluiten van 22 April en 4 Mei van het jaar
1926 en wat zich in die raadszitting omtrent
de steunregeling heeft afgespeeld. Hij zal wel
niet -behoeven te herinneren aan den toen-
maligen toes-tand, waaronder destyds de be
staande steunregeling werd opgeheven, toen
ook werd aangevoerd, dat het uitkeeren van
steun volgens de toenmalige regeling van
hooger hand niet laager meer zou worden
goedgekeurd, en deze na een verdediging door
de uiterste linkervleugel niet langer werd
bestendigd. Een voorstel tot bestendigtng
werd met 10 tegen 3 stemmen verworpen.
Vervolgens kwam in behandeling een voor
stel van de heeren Geelhoedt en Colsen, die
alleen de transportarbeiders van het jaar
1914 wenschten te ondersteunen in behande
ling en dit werd aangenomen met 8 tegen 4
stemmen. Hoe en op welke wijze die men
schen moesten worden geholpen, daarvan
wordt in het voorstel niet gerept. Men had
het in de Mei-vergadering over werkverschaf-
fing door afgraving van den dyk aan de
Scheldekade, maar er werd niet gesproken
over de menschen die daarby niet konden
worden aangesteld.
In de vergadering van 4 Mei 1926 zijn de
werkloozen, na opheffing van de toen bestaan
de steuncommissie verwezen naar het Burger
lijk Armbestuur. En wat heeft dit °°lle®e
toen gedaan? Die menschen behandeld als
gewone armlastigen? Neen, niets van dat
alles. Het tourgerlijk armbestuur heeft toen
begrepen, dat het daarin een andere taak had
te verrichten. Na een paar lange zittingen,
die op zichzelf reeds aantoonden, dat dit an
der Werk was, werd eene regeling getroffen
gebaseerd op die bestaande bij de vroegere
werkloozencommissie. Er waren geen termen
om die werkloozen te verwijzen naar de voor
de gewone armen bestaande regeling. Die zyn
toen op een nader bepaalden dag alleen be
handeld en er werd een norm volgens welke
ze zouden worden uitgekeerd vastgesteld. Die
regeling bestaat thans nog; spreker zal het
thans niet hebben over den vastgestelden
norm- als men soms zou meenen dat die te
laag is, dan is het ook mogelijk dat die voor