ALGEMEEN NIEUWS- C.N APVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. R0SSEM I mm: Eerste Blad. HetBevoIklngsvraagstukln West-Europa De Purperen Schaduw E No. 8631 VRIJDAG 16 JANUARI 1931 71© Jaargang. FEnil,X.gTO!r. BINNEJTLAND. mmm PER PAKJE I I. UZENSCHE ABONNEMENTSPRMS: Binnen Ter Neuzen 1,40 per 3 maanden Buiten Ter Neuzen fr. per post /1,80 per 3 maanden Bij voor uitbetaling fr. per post 6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika /2,25, overige lan den f 2,60 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: Fimta P. J. VAN DE SANDE. GIRO 38150 TELEFOON No. 25 ADVERTENTI8NVan 1 tot 4 regels /0,80 Voor elken regel meer /0,20. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst 66n dag voor de uitgave. DIT BT.AD VERSCHIJNT IEDEREN MAA NDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Het bevolkingsvraagstuk staat over de geheele wereld, en wel zeer speciaal in West-Europa in het middelpunt van de belangstelling. In een zeventigtal jaren is de bevolking van Engeland van 16 millioen menschen gestegen tot maar eventjes 35 millioen, wat dus een toename beteekent met 119 de bevolkingstoename in Dene- marken bedraagt over het zelfde tijdperk {18401910 106 en in Finland even- eens 106 Daarop volgt dan Neder- land met een vermeerdering van 99 en onmiddelliik daarna Duitschland met 92 Nogal hoog boven aan de lijst staan dan ook Noorwegen, Belgie, Zwe- den en Oostenrijk; de toename in Italie is veel minder groot, en bedraagt daar slechts 40 in Spanje is het nog minder (22 en het allerlaagst staat Frankrijk met 18 Dat Engeland bovenaan staat, behoeft om allerlei redenen niet te ver- fcazen, het is een land, dat gezeaend is met uitgebreide kolenbeddingen, al zullen die misschien op den duur ook niet onuit- Cuttelijk blijken te zijn, en al leveren het estaan dezer mijnen en de regeling der arbeidsvoorwaarden een zeer groot aan- tal, haast onoverkomelijke, moeilijkheden op. Engeland met zijn groot aantal goede zeehavens bood bovendien een bij- zonder gunstige gelegenheid voor een snelle ontwikkeling van industrie en scheepvaart. Het is zeker wel zeer betreurenswaar- diq. zooals Frankrijk bij dergelijke landen afsteekt. en dit valt niet zoo gemakkelijk te verklaren. Gold het hier een achterlijk land, dan zou dit misschien een afdoende verklaring kunnen hebben, maar, verge- leken bij het cijfer van Spanje, is de ge- ringe bevolkingstoename in Frankrijk nog raadselachtiger. Wat Malthus indertijd heeft beweerd (dat een bevolking steeds groeit tot de uiterste grens, die door de beschikbare hoeveelheid bestaansmiddelen wordt gesteld), mag door het voorbeeld van Engeland wel in bijzondere mate worden bevestigd, Frankrijk kan evenzeer en met even groot recht worden genoemd als bewijs van de onjuistheid dezer be- wering. Trouwens, men is nog niet gereed, als men op niets anders zou willen letten dan op de bloote cijfers der bevolkingstoe name. Wil men deze zaken beter na- gaan, dan behoort men de gegevens nog verder te analyseeren, en heeft men ook na te gaan, welke de loop is geweest van de geboorte- en sterftecijfers, uit welk verschil het toenemingspercentage hoofd- zakelijk ontstaat. Ook de landverhuizing is wel eenigszins van invloed op de toe- en afneming der bevolking, maar toch kunnen deze cijfers met gerustheid wor den terzijde gelaten. Sommigen hebben gemeend een meer door EDMUND SNELL. 22) Vervolg. Ver weg in het Oosten rees de jonge maan, een zilveren sikkel, boven de top- pen der boomen. De sterrenhemel was nu zacht violet getint. Hij hoorde de blade- ren in den wind ritselen, het doordringen- de gesjirp van de krekels en in de verte werd er geroepen. De koksjongen leunde over de balus trade en tuurde naar het gloeiende eindje van de sigaar van den resident, die in het donker langzaam heen en weer liep. Op- eens grinnikte hij heesch en schuifelde naar de bijgebouwen. „En al die soesah", fluisterde hij tegen de ratten, die achter het atap ritselden, ,,komt doordat Alimah bij Toewan Simo- nis in huis gekomen is." Hij schudde we- tend zijn hoofd en de glasscherven rin- kelden in het petroleumblik, waarin hij ze neergooide. ,,Het was hier ruslig, eer zij kwam." iln zeker opzicht was hij fatalist en het onverwachte einde van Kota deed hem niet aan. Hargreaves bleef heen en weer loopen onder den sterrenhemel. Het was buitengewoon vredig hier bui ten, zoo stil, en rustig, dat het ongeloofe- lijk scheen, dat een monster met het scha- duwbeeld van een aap kon gaan en komen en een tragedie verwekken. dan gewonen invloed te moeten toeschrij- ven aan de graanprijzen. Een bekwaam man als Cauderlier is (in 1899) tot de conclusie gekomen, dat tot 1816 de varia- tie's in de graanprijzen zich getrouw weerspiegelen in de huwelijksfrequentie. Zoodra er een groote oogst komt, worden de prijzen laag en wordt tegelijk de werk- gelegenheid verruimd; dit geeft dan tevens een goede gelegenheid om in het huwe- lijksbootje te stappen; maar een kleinere of kleine oogst veroorzaakt juist het tegendeel. Eigenaardig is echter, dat na 1866 deze wisselwerkina is opgehouden en zelfs hier en daar in naar tegendeel is verkeerd; men heeft dit toegeschreven aan den vrijen invoer der Amerikaansche granen; zoo beteekent een overvloedige oogst in Amerika voor hier veel invoer met lage prijzen, en het resultaat daarvan is dan weer nadeel voor de bevolking dezer landen: nadeel voor de landbouwers, soms gepaard gaande met voordeelen voor de industrie-bevolking. Omstreeks 1875 is er een keerpunt ge komen in den loop der geboortecijfers. In geheel West-Europa, met uitzondering alleen van Zweden en Frankrijk, waren tusschen 1875 en 1879 de geboortecijfers hooger dan in '41'45. En daarnaast is thans wel klaarlijk bewezen een zeer sterke achteruitgang van de geboorte cijfers, vooral in de industrielanden. Wel was er in Duitschland nog wel steeds een ferme aanwas, maar dit kwam niet door een prachtig geboortecijfer, neen, het was slechts te danken aan het feit, dat de sterftecijfers ook zoo sterk gedaald waren. Een wonderlijk verschijnsel mag heeten (wat thans met zekerheid is geconsta- teerd), dat juist op hetzelfde tijdstip, dat de fenomenale rijzing in het steenkolen- verbruik en daarmede een geweldige uit- breiding der productie aanving, de bevol- kingen daarop reageerden met een streven tot vermindering van het kindertal. Nemen wij hierbij in aanmerking, dat de prijzen van de levensmiddelen omstreeks 1896 hun laagste punt bereikt hadden, dan blijkt wel ten duidelijkste, dat Malthu's stelling niet meer opging en er dus andere wetten moeten zijn, die den groei der bevolking beheerschen. Voor de daling van de sterftecijfers meende men geen andere oorzaken te hoeven zoeken; dit verschijnsel meende men afdoende ver- klaard door den invloed der zoo zeer ver- beterde hygienische toestanden. Voor de daling der geboorten gaf men daarentegen vele oorzaken aan, zooals: het nieuw- Malthusianisme, de toenemende weelde en gemakzucht, het verlangen naar rijk- dom en het zedenverval, de afneming van de vruchtbaarheid bij de vrouw, de ver mindering van de zuigelingensterfte, qe- slachtsziekten, alcoholmisbruik, enz. Van de daling van het sterftecijfer werd tot nu toe nog veel te weinig echt studie ge- maakt. Het mag de verdienste worden genoemd van den ingenieur F. W. ;t Hooft, dat hij er in geslaagd is een onzes inziens afdoende verklaring ook hiervoor gevonden te hebben. Deze schrijver, die thans aan dit vraag- stuk een zeer lezenswaardige studie ge- wijd heeft. heeft de theorie van den transporteur bij de beantwoording van dit Hij stond opeens weer stil en mat het verschil in hoogte tusschen den beganen grond en den vloer van de galerij. Het was ruim drie meter een ongeloofelijke afstand voor menschelijke kracht om zelfs een tenger schepsel 'als Kota te kunnen wegslingeren. Nietteqenstaande de stort- bui van den vorigen avond, had een dag van helderen zonneschijn de aarde droog als gort gemaakt en het diende tot niets om te veronderstellen, dat de indringer misschien sporen had nagelaten, die tot ontdekking van zijn identiteit konden leiden. Hij vouwde zijn armen en tuurde in de verte. De rimpels tusschen zijn oogen werden dieper en harde lijnen teekenden zich om zijn mond. Hij had een theorie gevormd, waarvan hij beweerd had, dat er geen speld tus schen was te krijgen en die theorie bleek nu ineens geen hout te snijden. Het was niet zoo eenvoudig om het kaf van het koren te scheiden en weer opnieuw te beginnen. Hij knipte met zijn vingers en ging op een trede van de galerij-trap zitten. Als de kleine inlandsche oppas maar lang genoeg geleefd had om althans een enkel zinnetje te uiten, dan zou zijn taak niet zoo hulpeloos hebben geschenen. Op de een of andere wijze was Kota dien avond achter een geheim gekomen. Hij was achter de schuilplaats van den koperen aap gekomen en was er mede naar Barnes gesneld. Maar hij was ge- zien-en gevolgd. Een wanhopige, opperste krachtsinspanning en het was hem ge- luikt om het beel'dje voor de voeten van zijn meester te gooien en toen hadden de vingers van een reus hem voorgoed de mogelijkheid benomen om nog een klank te uiten. Zijn inlandsche sluwheid, de i vraagstuk op zeer aannemelijke wijze ter sprake gebracht. Hij laat ons het toestel in werking zien, een eenvoudigen trans- portband, zooals b.v. in graansilo's wordt gebruikt, en die bestaat uit een lange looper, op rollen gespannen, en die ook over die rollen wordt voortbewogen; aan het eene einde wordt het graan er op uit- gestort, de transportband voert het graan dan mede, en aan het andere einde valt dat er weer af. En Ir. 't Hooft zegt dan: „hier gebeurt hetzelfde als in het leven, bij geboorte en dood, doch de transporteur mag niet morsen, er mogen onderweg geen korreltjes afvallen, terwijl in het leven reeds velen sterven nog voor zij den hoogst mogelijken leeftijd hebben be reikt' Veronderstellen wij een oogen- blik, dat alle menschen eens even oud werden, m.a.w. dat alien den gemiddelden leeftijd bereikten, dan zou dit op hun aantal en ook op het sterftecijfer geen in vloed uitoefenen; de lengte van den transportband zou dan overeenkomen met den gemiddelden levensduur. Stellen wij ons nu eens voor, dat er elke seconde 20 graankorrels op den band vallen, en dat deze juist zoo lang is, dat er 50 maal zulk een 20-tal op kan liggen, dan bevinden zich dus steeds 1000 korrels op den transporteur; elke seconde komen er aan het eene einde 20 bij, maar vallen er aan het andere einde ook 20 af; geboorte- en sterftecijfer zijn dan beide 20 per 1000. Om den invloed van het toenemen der geboorten na te gaan, veronderstellen wij nu, dat er plotseling 40 korrels per seconde worden toegevoegd; dit heeft dan toch gedurende 49 seconden nog geen in vloed op de cijfers en berekening van de absolute sterfte; want gedurende dien tijd (49 seconden) zullen er nog steeds 20 korrels per seconde afvallen. Het aantal korrels op den band neemt toe, voort- durend, het sterftecijfer neemt af, geleide- lijk. Resultaat: bij een stationnaire bevol king behoort bij een bepaalden gemiddel den leeftijd der overledenen ook een be- paald sterftecijfer, dat gelijk is aan 1000 gedeeld door den gemiddelden leeftijd der overledenen. En wij mogen dan ook de volgende conclusie nu wel vaststellen: Het aantal sterftegevallen heeft de neiging om na een menschenleeftijd weer gelijk te worden aan het getal geboorten. Zoo is dus het sterftecijfer wel een zeer onbetrouwbare maatstaf. Het gebruiken van dezen maatstaf is even misleidend als wanneer men het peil van een sterk golvende zee zou willen gaan meten op een punt, waar het oppervlak het aller- hevigst bewogen was. En vooral in dezen tijd, nu de invloed van hygienische invloeden sterk zich laat vallen bij de lengte en verlenging van den levensduur, is deze maatstaf hoogst onbe- trouwbaar, en zou men door de lage sterftecijfers zich allicht veel te optimis- tische voorstellingen kunnen vormen over den toestand der bevolking; want zelfs een absoluut overschot van geboorten boven sterfte is nog in 't geheel geen waarborg, dat de geboorten op den duur voldoende zijn om de sterfte werkelijk aan te vullen; over een aantal jaren zal de invloed der hygienische maatreqelen hebben doorgewerkt in heel de bevolking; geheime wetenschap, die hij bezat, zijn groot plichtsbesef dat alles had tot niets gediend. Hargreaves kreunde hoorbaar. Als er maar een samenhangende zin tot hem was gekomen uit de duisternis. hoe anders zou alles geleken hebben! Er lag iets donkers op een pol gras. Hij ging er heen en raapte een model-ge- weer op met verbrijzelde kolf en de sta- len loop geheel verbogen. Hij staarde er nog naar, toen Jarrett zich bij hem voegde. ,,Ik heb uw orders uitgevoerd, mijn- heer", rapporteerde Jarrett buiten adem, „en ik ben met de speurders meegegaan. We hebben een Chineeschen winkelier, twee inlandsche vrouwen en een gardoe (nachtwacht) van Baniak-Harap inge- ikt. Barnes heeft ze allemaal gezien. Hij eeft de namen opgeschreven en ze weer laten gaan. Dokter Simonis liep tusschen de boomen, die van hier tot aan zijn huis staan, naar zijn hond te zoeken. Barnes en hij komen samen hier heen „Juist", zeide Hargreaves. ,,En de kerel die den aaD heeft gestolen?" „Hij is Barnes ontvlucht. Als hij even- goed loopen, als gooien kan, verbaast het me niets!" Samen liepen ze weer naar boven en eenige oogenblikken later kwamen Simo nis en de controleur samen weer op de voor galerij. Simonis zag heel bleek en moe, hij had diepe, donkere kringen onder zijn oogen en hij knipperde zenuwachtig met de oog- leden, terwijl hij sprak. ,,Goeden avond, Hargreaves. Ik schijn alweer noodig te zijn". De resident vouwde zijn handen achter zijn rug te samen en sperde zijn oogen dan zal de verlenging van den levensduur tot staan komen en kan er best weer een rijzing van de sterfte intreden. Enkele andere merkwaardige resultaten en een vaststelling van gevolgen voor de beoordeeling van heel het bevolkings vraagstuk van West-Europa stellen wij uit tot een volgend artikel. Thans is wel reeds gebleken: heel eenvoudig is deze kwestie niet, en tot overdreven optimisme of pessimisme is allerminst reden aan- wezig. PROTECTIE VAN INLANDSCHE MEEL- FABRIEKEN DOOR DE TARWEWET. Naar aanleiding van het hieromtrent in on3 vorig nummer gepubliceerd schrijven van het lid der Eerste Kamer, den heer Ir. Koster, in de N. Arnh. Crt.", schrijft „Een Insider" in de Nieuwe Rotterd. Crt.; Ir. J. Koster zegt dan, dat de heer Boon in de Tweede Kamer als kosten voor de impor- teurs heeft opgegeven 1,08. Ik kan u echter mededeelen, dat aan importeurs van buiten- landsch meel offertes zijn verstrekt, voor al deze onkosten tezamen, ad 0.50. Dit is dus nog niet de helft van 1.08. Bovendien is in deze offerte win-t gecalcu- leerd. Importeurs kunnen dus, wanneer zij een gemeenschappelijke menginrichting ex- ploiteeren,, alle kosten tezamen voor hen nog onder de f 0.50 brengen. Dat het meel uit het zeeschip z66 aan de bakkerij kan worden afgeleverd, is niet juist. Ook nu gaat het meel uit zeeschip eerst naar de loods, teneinde de merken te sorteeren en eventueel door assuradeuren de schade te laten bepalen. Importeurs kunnen dus bereiken, dat het meel nu naar een loods gaat waar boven- staande handelingen kunnen worden verricht, doch waar tevens de inlandsche bloem kan worden bijgemengd. Op deze wijze ontstaan er dan geen extra-kosten. De vermenging kan overigens geen moei lijkheden met zich brengen. De crisiscommis- sie heeft zich hwrvan overtuigd en kwam tot de conclusie, dat de inlandsche bloem even vlug in een zak buitenlandsche bloem kan worden bijgemengd alsdat een couvert wordt geopend. Natuurlijk brengt de bijmenging voor impor teurs moeilijkheden met zich mede. Evenzoo ontstaan er, al zijn deze dan veel geringer, extra-on.kosten. Men zou daarom toch tot de conclusie kun nen komen, dat de meelfabrieken in ons land doordat de buitenland ::che bloem duurder wordt, in een bevoorrechte positie komen. De kosten, verbonden aan de uitvoering van het Tarwewetje, zijn voor de meelfabrieken echter ten minste even groot, terwijl de be- zwaren voor hen niet geringer zijn. Immers, de inlandsche meelfabrieken moeten de in landsche tarwe tegelijkertijd met de buiten landsche vermalen. Om de inlandsche tarwe te vermalen, heeft men echter geen inrichtin- gen noodig als waarover de groote meelfabrie ken in ons land beschikken. De inlandsche tarwe kan door kleine, veel eenvoudiger in- gerichte maalderjjen, worden vermalen en daardoor zijn de kosten voor het vermalen van het inlandsche product de helft van die der grootere meelfabrieken. Bijgevolg zullen de importeurs Ue inland sche bloem, die zij moeten bijmengen, aan- merkelijk goedkooper kunnen bekomen dan waarvoor de inlandsche meelfabrieken die zelf moeten fabricearen, daarbij rekening houden- de, dat deze alleen gefabriceerd kan worden wijd-open. ,,Wat mankeert er aan?" vroeq hij kortaf. De aangesprokene leunde tegen een deurpost en lachte wat mat. „Ik? O, wat koorts. Ik heb het al een dag of wat. Telkens een aanval, zie je. Je wordt er ellendg slap van." Hij haalde hetzelfde tubetje te voor- schijn, dat Barnes den nacht van den moord op Kennard gezien had, liet een paar tabletten in zijn hand vallen en slikte ze in. ,,Ik wil wel wat drinken, als je er niets tegen hebt", ging hij voort, ,,en dan zul len we eens zien, wat we voor dat kerel- tje kunnen doen". „Dat kan ik je zoo zeggen", viel Har greaves hem in de rede, terwijl hij den dokter nauwkeurig bleef gadeslaan ,,en dat is heelemaal niets". ,tO?" zeide Smonis en zijn mondhoeken trokken naar beneden. Hij haalde een cigarettenkoker te voor- schijn, scharrelde er wat mee, haalde er een cigaret uit en klopte er zoolang mede op het deksel, dat Jarrett het gevoel kreeg, dat hij er nooit mee zou uitschei- den. Eindelijk stak hij zijn rookertje aan met vingers, die niet meer beefden, een vreemde bios verspreidde zich over zijn wangen en toen hij weer opkeek, was hij weer de oude, vroolijke, innemende Simonis. „Is hij dus dood?" informeerde hij. De resident boog het hoofd. Simonis liep naar de plek tusschen de tafel en een langen stoel, waar het roer- looze lichaam lag. „Juist", riep hij opeens uit en loosde een diepen zucht, ,,weer een naklank uit Wes- termans betooverd woud! Ik hoop, dat die (Ingez. Med.) met de buitenlandsche tarwe tezamen. Ik wil dit met een bewijs staven. De inlandsche tarwe is op het oogenblik duurder dan de buitenlandsche en toch kan men de inlandsche bloem ongeveer f 1.50 per 100 K.G. goedkooper koopen dan de bloem, gemalen van buitenlandsche tarwe. Deze 1.50 per 100 K.G. komt dus den importeurs ten goede. Door de vochtige inlandsche tarwe bij de buitenlandsche te vermalen, zullen bovendien de inlandsche meelfabrieken schade lijden, doordat zij een kleiner rendement bekomen, niet alleen over de inlandsche tarwe, doch over de voile 100 pet. (inlandsche en buiten landsche tarwe tezamen). De meelfabrieken zullen natuurlijk alles doen om hun clienten te behouden en dus geen kosten sparen om dezelfde kwaliteit bloem bijeen te blijven produceeren. Zij moe ten dus, om de minder goede kwaliteit van de inlandsche tarwe op te heffen, andere soor- ten tarwe gaan koopen dan tot heden het ge- val was. Zij zullen meer hardere, buitenland sche tarwe moeten gaan koopen, bijv. Mani- toba-tarwe, die op het oogenblik f 2 per 100 K G. hooger in prijs wordt genoteerd. Doordat de meelfabrieken de inlandsche tarwe tezamen met de buitenlandsche moeten vermalen, kunnen zij de afvallen van de in landsche tarwe niet afzonderlijk houden. Deze afvallen stonden de laatste jaren in prijs f 1.50 per 100 K.G. hooger dan die van afvallen van buitenlandsche tarwe. Den laatsten tijd is dit verschil teruggeloopen tot 75 ct. per 100 K G. De kleine maalderijen, die de inlandsche bloem fabriceeren voor de importeurs en die geen buitenlandsche tarwe verwerken en ook niet kunnen verwerken, kunnen hun product door de hoogere opbreng:t van de afvallen dus goedkooper aan de importeurs leveren. De importeurs hebben ook nog, al spreekt Ir. Koster hier niet over, als motief tegen de wet aangevoerd, dat hun merken worden ver- valscht. Ook dit is echter niet juist. De dingen niet chronisch gaan worden!" ,,Ik zal Alimah laten halen", zeide Har- j greaves koel. ,,Ik vermoed, dat zij wel eenig licht in deze zaak zal kunnen ont- i steken." Simonis nam zijn glas op. ,,Best mogelijk!" stemde hij schouder-op- halend toe. ,,Ze is een wraakzuchtig beestje." De resident ging op de balustrade zit ten. ,,Je bent toch niet gewend aan zeem- leeren handschoenen", informeerde hij. De ander schrok en keek snel op. ,,Zeemleeren handschoenen? Neen. Waarom vraagt u dat?" „Och, nergens om. Ik dacht alleen maar dat als jij ze had, het mogelijk was, dat Alimah ze in haar bezit had gekregen en ze aan een vriend had cadeau gedaan". ,,Nu we het er toch over hebben" bracht Barnes in het midden, met een po- ging tot scherts. „Je hebt toch bijgeval geen koperen aapje in je bezit?" Simonis draaide zich opeens om. „Als dat als een grap bedoeld is", ant- woordde hij, „dan is het al buitengewoon weinig geslaagd! Voor mijn part geloof jullie allemaal, dat ik Kennard vermoord heb en dien armen duivel daar in den hoek erbij geloof wat je wilt, maar ik tart je om het te bewijzen." Hij stopte zijn handen diep in de zak- ken van zijn kort jasje en liep weg, zon- der een woord meer. Hargreaves knipoogde eens. „Je Icrijgt een leuken tijd hier, Barnes" zeide hij. ,,Spreek me er niet van!" antwoordde deze. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1931 | | pagina 1