GXHIVGSE BEBICHTEB.
■*1
V A R I A,
i'l
H
GEVRAAGD: EEN ENGELSCH
ECHTGENOOT
S
EEN DAPPERE JOFFER.
Tn den nacht van Zaterdag op Zondag om-
streeks een uur werd de 28jarige mej. Marie
van Hal, wonende De Wittenikade 51 te Am
sterdam uit haar slaap gewekt, door hulpge-
roep. Zij ging in nachtgewaad naar buiten,
waar baar bleek, dat er iemand in het water
van de Kostverlorenkade was gevailen. Aan-
stonds sprong de vrouiw, die lid is van de
Amsterdamsche reddingsbrigade, in bet water
en na een keer te hebben gedoken slaagde zij
er in, den drenkeling te grijpen en op het
droge te brengen.
Onmiddellijk stelde zij pogingen in het werk
om bij bet slachtoffer, een man, die, naar later
bleek, onder den invloed van sterken drank
verkeerde en wellicht hierdoor te water was
geraakt, de levensgeesten op te wekken. Na
geruimen tijd werden deze pogingen met suc-
:es bekroond. Per auto van den geneeskun-
digen dienst is de drenkeling daarop naar het
Binnengasthuis vervoerd. Ook mej. Van Hal
beeft zicb daarheen begeven, ten einde een
wonde aan het been te laten verbinden, die
zij bij het reddingswerk had opgeloopen.
TWEE ARBEIDERS DOOR ELECTRISCHEN
STROOM GETROFFEN.
In het electrische onderstation van de
Nederlandsche Spoorwegen aan de Zaan-
.'traat te Amsterdam, is Zaterdagmorgen te
ongeveer half negen een vrij emstig ongeluk
gefbeurd. Op de tweede etage van dit station
waren twee monteurs, de 24jarige J. Schrie-
- ver, en de 25jarige J. Kamp, bezig met het
verrichten van werkzaamheden aan ter plaat-
se aanwezige electrische installaties. Toen
een der beide mannen wilde controleeren, of
stroom was uitgeschakeld, sloeg plotseling
uit een schaketbord een enorme vlam, waar-
door beiden werden getroffen. J. Kamp, die
brandwonden opgeloopen had aan het hoofd
en beide handen, terwijl ook zijn kleeren
i.ren geschroeid snelde naar beneden,
onderwijl zijn makker, die minder ernstig
was gekwetst, angstig toeroepend, wat hij
doen moest.
Spring in de sloot!" riep deze. Kamp rende
daarop naar een achter het station loopende
sloot, waar hij pardoes insprong. Onderwijl
was de brandweer gewaarschuwd.
Aangezien er op de tweede dtage van het
station geen brand was ontstaan, kon deze
•x zich toe bepalen, de beide gewonden voor-
ioopig te verbinden, waama de beide mannen
-per auto naar het Binnengasthuis werden ver
voerd.
Kamp werd daar in verband met zijn em-
stige brandwonden opgenomen. Schriever kon
zich weer in den loop van den morgen aan
den arbeid begeven.
Door de ontstane kortsluiting werd de
stroom van het onderstation uitgeschakeld,
Het gevolg hiervan was, dat er stroom ge-
leverd moest worden door het station te
Haarlem. Gedurende een half uur echter
was van het Centraal Station tot de Singel-
graoht te Amsterdam de beschikbare stroom
voor het gewone electrische verkeer niet
toereikend, met het gevolg, dat de binnen-
komende electrische treinen van de Singel-
gracht af naar het Centraal Station werden
gasleept, terwijl omgekeerd de uitgaande
treinen naar de Singelgracht werden ge-
trokken, van welk punt zij op eigen kracht
konden doorrijden. Te kwart voor elf was
lie* treinverkeer echter weer normaal.
EEN MUUR VAN EEN TORENHUIS
INGESTORT.
Maandagmiddag is de groote muua van een
in opbouw zijnd torenhuis aan de Notelaar-
straat in de Cinquantenairewijk te Brussel in-
gestort, met het gevolg, dat een aantal arbei-
ders onder de steAmassa bedolven werden.
Twee arbeiders uit het dorp Zantvliet in de
provincie Antwerpen, een 43jarige vader en
zijn 17jarige zoon, werden letterlijk vermor-
zeld onder het puin opgehaald. Vijf andere
arbeiders liepen ernstige verwondingen op.
DE BANDIETEN-TERREUR.
Sinds eenigen tijd bevonden zich twee Duit-
sche zendelingen Fischle en Walther die tot
de Bazelsche zending behooren, in de macht
(van Ohineesche roavers. Zij zijn tihans be-
Wijd en kwamen geheel uitgeput te Hon'kong
an. Zij zijn half verhongerd en lijden aan
aalaria. Maanden lang moesten zij barre-
oets en slecht geklead van plaats tot plaats
trekken, waarbij zij voor het geval, dat ziji een
poging tot ontvluchten waagden, met den
dood werden bedreigd. 's Nachts werden de
- beide zendelingen aan hals en voeten samen
gebonden. Zij ovemachtten in een hoi of op
het openveld, voortdurend bewaakt door drie
gewapende bandieten. Hun ontvluchting werd
mogelijk gemaakt, doordat de bewakers waren
omgekocht.
In Engelsche bladen wordt verteld, dat een
Nederlandsche, die om een man en vooral om
een Engelschman verlegen is, een brief heeft
geschreven aan den burgemeester van Wigan,
met verzoek zijn bemiddeling te verleenen
om haar aan een geschikte wederhelft van
Engelschen bloede te helpen. De vraag rijst,
niet zonder verontwaardiging, of een man van
Nederlandschen stam niet goed genoeg voor
haar is. Maar bp nader inzien is zulke veront
waardiging wellicht geheel overbodig. Dan
vraagt men zich met recht af of die brief
aan dien burgemeester een feit is, een onom-
stootelijk feit in alle omstandigheden. Heeft
een Nederlandsche meisjeshand dien brief ge
schreven? „I won der", zegt men in Enge-
land, wanneer twijfel opkomt. Waarom moet
men twijfelen aan de juistheid van de mede-
deeling, die het waarmerk der echtheid schijnt
te dragen. De naam van het stadje wekt den
twijfel.
Wigan is een mijn-plaats in het Westen
van Engeland. Om redenen, die niemand kent,
is dat stadje sinds eeuwen het mikpunt ge-
1 weest voor den spotzucht van het Engelsche
volk. Wanneer men bespottelijke toestanden
wil kenschetsen, doen zij zich voor in Wigan.
De grootste ezels en de onnoozelste menschen
wonen in Wigan. Wat heeft Wigan gedaan
dat het zulk een onvleiende ruchtbaarheid
heeft verdiend? Niets voor zoover men weet,
Het is een van de naargeestigste steden van
Engeland. Men behoeft er maar eens in zijn
leven op een Zondagmiddag gestrand te zijn
om de stranding nooit meer te vergeten en het
oard voor zijn verdere leven te schuwen. Geen
droger stadsatmosfeer, geen zielloozer straten
en huizen en verkeer (het laatste uiterst
schaarsch) kan men zich indenken.
En naar dat stadje zou een Nederlandsch
meisje een brief hebben geschreven in de
hoop er den held van haar hart te vinden?
Ondenkbaar. Een spotter heeft weer eens aan
Wigan gedacht en gemeend, dat de stad weer
eens in de krant moest komen. Want het ver-
haal is nog niet compleet. De burgemeester
heeft brieven van gegadigden naar de positie
van echtgenoot van een Hollandsche ontvan-
gen uit verschillende omliggende plaatsen,
maar niet uit Wigan. Onze landgenoote zal
wel niet te plaatskennig zijn en haar keuze
kunnen doen uit burgers van Manchester,
Leeds enz. Maar tenslotte kreeg de burge
meester ook een brief van een vrouw, die ,,de
optie" vroeg op die Nederlandsche mannen
van aannemelijk karakter, die de Hollandsche
wellicht van de hand had gewezen.
DE EERSTE BRIEF UIT AMERIKA NAAR
EUROPA.
De eerste brief die uit Amerika naar
Europa werd gezonden was een schrijven van
Diego Columbus een zoon van den ontdek-
ker der Nieuwe Wereld aan den aartsbis-
schop van Toledo. Het werd op 12 Januari
1912 verzonden en is het belangwekkendste
der drie brieven, die men van Diego Colum
bus heeft. Hierin beschrijft hij zijn weder-
warigheden tijdens de eerste jaren van zijn
verblijf in de Nieuwe Wereld en de eerste
expeditie naar Cuba. Den aartsbisschop van
Toledo verzoekt hij, nieuwe bekwame mis-
sionarissen te zenden. Diego Columbus stierf
in 1526 op 52jarigen leeftijd.
Voor het bedoelde schrijven werd indertijd
op een veiling niet minder dan 147-000 mark
betaald.
EEN ONGEWOON VERGIFTIGINGS-
GEVAL.
Een ongewoon vergiftigingsgeval heeft
te Jitsjin in Bohemen acht menschen
levens gekost. In het herstellingspaviljoen van
het districtsziekenhuis, dat voor het grootste
deel door oude mannen en vrouwen wordt be-
woond, werd hevig geklaagd over ongedierte,
zoodat men het door een firma uit Praag liet
zuiveren. Daarbij werd gebruik gemaakt van
cyaamwaterstof. Ofschoon men de lokalen
daama dertig uren liet luchten, schijnt dit
voor de bejaarde menschen onvoldoende ge-
weest te zijn. Nadat zij weer in de zalen wa
ren gebracht, overleden in den nacht acht
menschen. Tien verkeerden in levensgevaar
Allen op een na waren boven de 80 jaar.
ON GE WEN SCHTE GASAANVAL.
Twee jaar geleden had een chemicus in het
College de France een thesis over vergiftigde
gassen te verdedigen. Ten einde zijn uiteen
zetitingen met demonstraties aan te vullen,
was op een binnenplaats een metalen bus met
zestig kilo vloeibaar phosgeen neergezet. Door
middel van een buis ston-d de bus in verbin
ding met het laboratorium, waar de proeven
zouden worden genomen.
Vorige week besloot men de bus, die nutte-
loos was geworden, te verwijderen. Bij de
werkzaamheden vervluchtigde het vloeibaar
gas en verspreidde zich in dikke wolken over
de binnenplaats. Een jong meisje, dat er
werkte, kreeg een lichte vergiftiging.
Door ijlings toegeschoten chemici werd het
gas met ammoniak geneutraliseerd.
DUBBELE MOORD.
Men meldt uit Berlijn:
Een dubbele moord is gepleegd in de Star-
garderstrasse in het noorden van Berlijn. Een
bejaard echtpaar dat aldaar een sigarenwinkel
had, werd aangerand door een onbekende en
met een bijl neergeslagen; daama ging de
moordenaar er van door met het geld dat hij in
de woning vond. Toen buren, die de hulpkre-
ten hadden gehoord, ter plaatse verschenen,
was de vrouw reeds dood. De man werd naar
een ziekenhuis gebracht, zijn toestand is hope-
loos. Van den dader ontbreekt elk spoor. Voor
zijn arrestatie is een belooning van 1000 mark
uitgeloofd. Zijn buit moet vrij aanzienlijk zijn
geweest, daar de sigarenhandelaar ook bedra-
gen in ontvangst nam voor een arbeidersbank,
begrafenisfonds en de Volksbuhne.
EEN NEDERLANDER GEDOOD TE
CHICAGO.
Te Chicago is een zeer goed bekende Neder-
lander, Edward Dhaens, afkomstig uit de
provincie Zeeland, dood gevonden, in omstan
digheden die aan een moord doen denken. Ed
ward Dhaens had omstreeks middemacht Ful-
Jerton Ave verlaten om, zooals hij zeide aan
Fullerton en Western Ave, in een eethuis wat
te gaan eten en zich naar huis te laten voeren
door een taxi. Het is het laatste wat men van
hem levend gehoord heeft. Volgens het ver-
slag der politie werd hij gevonden achter een
kolenmagazijn aan de North Western Ave, en
den spoorweg. Hij was bewusteloos. Men
bracht hem eerst over naar het politiebureau
aan Shakespaere Ave. Hij is gestorven zonder
het bewustzijn terug te krijgen. De dokters
verklaren dat hij een natuurlijken dood is ge
storven. Het feit dat zijn geld, zijn horloge,
tot zelfs zijn pen was gestolen, doen meer
aan een misdaad denken, maar er kunnen
geen bewijzen van gevonden worden.
SMOKKELSCHIP VAN ALLE MODERNE
VINDINGEN VOORZIEN.
Voor de kust van Nieuw-Engeland is de
Canadeesche motorboot „Mackinonge", welke
1600 dozijn flesschen sterke dranken aan
boord had, in beslag genomen.
Het vaartuig bleek te zijn voorzien van
machines ter sterkte van 1080 P.K., een radio-
zend- en ontvang-apparaat en een toestel
voor het ontwikkelen van rookwolken, waar-
achter het zich kon verschuilen. Het zou het
meest modeme smokkelschip zijn, dat ooit is
aangehouden.
De bemanning, negen bewoners van Nieuw
Schotland, werd gearresteerd.
HOE KWAM DIE ROL DAAR?
Bij het uitbaggeren van een vijver te
Berchtesgade werd een kartonnen rol met
belangrijke documenten gevonden. Hierbij was
onder anderen een feestrede, die de toen-
malige kroonprins, de latere keizer Frederik,
naar aanleiding van het 200-jarig bestaan
van het eerste Pommersche regiment grena
diers op 29 Juni 1877, heeft gehouden.
EEN VROOLIJK HOTEL TE SMOLENSK.
Naar de Prawda bericht heeft de stedelijke
Sovjet van Smolensk besloten de oude gevan-
genis aldaar, die tijdens het tsaristisch be-
wind tot verblijfplaats voor politieke gevan-
genen diende, als „eerste klas" hotel in te
richten. Op de benedenverdieping waar de ge-
vangenisbewaarders him vertrekken hadden,
komen nu een eetzaal, een badkamer en een
post- en telegraafkantoor.
De Russen zijn bitter weinig verwend, dat
zij in dit geval van een eerste klas hotel spre-
ken en zich in een vroegere eel als in een
prettige logeerkamer thuis moeten gevoelen.
ZIJ SLOEG EEN BOKSER KNOCK OUT.
De bekende sportieve dame Violette Morris
is thans voor den tweeden keer in een recbts-
zaak betrokken. Eenigen tijd geleden diende de
Dames-Sportfederatie een aanklacht tegen
haar in, omdat zij zich niet slechts tijdens het
beoefenen van sport, maar ook in haar ge
wone doen in mannenkleeren hulde. Ook thans
gaat het om een inbreuk, op hetgeen gewoon-
lijk als een voorrecht van den man wordt be-
schouwd, waarvoor zij zich voor den rechter
aal hebben te verantwooriden. Zij heeft name-
lijik.een bakser knock out geslagen!
De bekende bokser Shapira, populair Ray
mond de Platte genoemd, was bij een vriendin
van Violetta Morris te gast en veroorloofde
-zich daar, volgens Violette's verklaring, een
onhoffelijke opmerking tegenover de gast-
vrouw ,die alile perken te buiten ging. Vio
lette Morris moet hem toen hebben toege-
voegd„Hou je mond als je niet beleefder
kunt zijn!", waarop de bokser een dreigende
houding tegen haar aannam.
Violette,, indachtig aan het gezegde: ,,De
eerste klap is een daalder waard", was hem
voor en sloeg hejn met een paar krachtige
stooten knock out.
De zwaar in zijn bokserseer aangetaste
Shapira haastte zich naar het eerste het
beste politiebureau en diende een aanklacht
in wegens aanranding en mish-andeling. Waar
op door Violetta Morris eveneens een aan
klacht werd ingediend tegen den bokser. Als
de rechter de beide tegenstanders eens tot
een regulairen bokswedstrijd verodrdeelde
(Telegr.)
EEN NACHTELIJKE REVOLUTIE.
Minna, Stina, Liese, Gretel en Frieda waren
kamermeisje in een klein Berlijnsch hotel.
Overdag moesten ze de kamers in orde houden
en geduldig] op elken druk op den belknop
letten, des avonds en des nachts waren ze vrij
en los van alle zorgen. Dat wil zeggen, zoo
heelemaal klopte dat niet. De hotelidre en haar
man waren gewoon, des nachts over alle mo-
gelijke dingen met elkaar te praten en heel
hard nog wel, z6<5 hard, dat ze vaak allerlei
slaande argumenten aanvoerden. De slaap-
kamertjes der meisjes lagen vlak naast de
slaapkamer van h-et kijvend echtpaar en zoo
kwam bet, dat de vijf kamermeisjes beweer-
den, ook 's nachts geen rust te hebben. Toen
op een keer de echtelijke conversatie weer bij-
zonder luiden vorm had aangenomen, smeed-
den Minna, Stina, Liese, Gretel en Frieda een
complot. Ze trokken samen naar de slaap-
kamerdeur van hun werkgevers, klopten heel
hard en eiscbten kracbtig vijfstemmig abso
lute stilte.
Het antwoord was geen stilte, maar een
vemieuwd gescheld, ditmaal echter niet voor
gezinagebruik, doch tegen de revolutioneeren-
de kamermeisjes. Die hielden zich ook niet
stil, het eene woord haalde 't andere uit en
het eind van het lied was, dat de hotelhoud-
ster ifoeriepAls het jullie niet past, maak dan
maar zoo gauw mogelijk dat je weg komt. Ik
wil jullie morgen niet meer zien!
Den morgen, die op dezen stormachtigen
nacht volgde, heerschte er groote opwinding
in het kleine hotel. Br was geen kamermeisje
meer te vinden, dat den meneer op no. 4 zijn
scheerwater kon brengen, de meneer van no.
5 had niet eens waschwater, de reiziger van
no. 6 moest met een onafgeborsteld pak weg-
gaan kort en goed, het waren chaotische
toestanden in het kleine hotel. Voor de hotel-
houdster zat er niets anders op, dan zelf trap
op trap af te loopen en alle gasten te bezwe-
ren. Ze kon echter toch niet beletten, dat drie
gasten onder protest het hotel verlieten en
voor goed.
Na eenige dagen ontmoetten Minna, Stina,
Liese, Gretel en Frieda elkaar weer voor de
arbeidsrecbtbankhun verlaten werkgeefster
was eveneens in hoogsteigen persoon aanwe-
zig. Ze was aangeklaagd om ieder der meisjes
het loon voor een voile maand en schadever-
goeding voor den niet genoten kost en inwo-
ning te betalen. Natuurlijk verdedigde ze zich
met handen en voeten tegen dezen eisch en
beweerde harerzijds nog vorderingen op de
trouwelooze meisjes te hebben, aangezien
door de revolutie der juffertjes ze groote
schade in haar hotelbedrijf had geleden. Doch
het hielp haar allemaal niets. Ze werd tot be-
taling veroordeeld, want de meisjes konden
bewijzen, dat ze door haar werkgeefster uit-
gescbolden waren toen ze beleefd om hun
nachtrust verzochten. Het schelden der hotel-
houdster was strafvrij tegen haar eigen man,
maar voor bet personeel was het een afdoende
reden om den dienst te verlaten. En zoo moest
de hotelhoudster betalen en is de arme
man zeker het meest te beklagen.
WIE TROUWT HET EERST?
De Amerikaansche cinema-artiste Colleen
Moore blijkt belang te stellen 66k in dingen
buiten de filmwereld. Zij heeft namelijk een
studie gemaakt van onze tegenwoordige maat-
schappij, meer in het bijzonder van de plaats,
die de vrouwen daar innemen. Hoewel zij
een sterke voorstandster is van de theorie,
dat ieder meisje in staat moet zijn haar eigen
brood te verdienen vindt zij toch, dat een
vrouw eerst haar natuurlijke bestemming
heeft gevonden als zij (al of niet een beroep
daarbij uitoefende) getrouwd is, en kinderen
heeft.
Pas kort geleden heeft miss Colleen haar
aandacbt gewijd aan de vraag in welk be
roep vrouwen het gemakkelijkst kans hebben
een man te vinden.
De resultaten van dat onderzoek hebben
wel is waar betrekking op Amerika en de
Amerikaansche mannen, maar desniettemin
kunnen ook vrouwen in de Oude Wereld er
wellicht haar voordeel mee doen.
Colleen Moore dan is tot de ontdekking ge-
komen, dat de categorie vrouwen, die het ge
makkelijkst trouwen de... bedienstentjes in
restaurants zijn. Speciaal de houders van
volksrestaurants klagen, dat hun helpstertjes
hun vroeger of later in den steek laten voor...
een klant! En dat is volgens de enquetrice
heel logisch. De man die moe, hongerig en
dorstig van zijn werk komt, ziet een aardig
jong vrouwtje, dat beleefd en zorgzaam
vraagt wat hij drinken wil, en hem dat brengt
met een glimlach op den koop toe! Als van
zelf komt dan de gedachte bij hem op, hoe
prettig het zou zijn, dat vrouwtje thuis te
hebben, zorgend voor hem alleen.
Na bet restaurant-helpstertje komt de tele-
foon-juffrouw. Zij heeft met z66veel men
schen te doen! zegt Colleen Moore, en als zij
maar met een aangenaam, lief stemmetje
zegt: „Niet vrij", kan ze er bijna zeker van
zijn een man te vinden.
Daama komt de verpleegster aan de beurt
Zij is alleen al uit hoofde van haar beroep
zacht, rustig, geposeerd, en vol kleine atten-
ties voor haar zieke. Het is dan ook heel
natuurlijk, dat die, zoodra hq zich wat beter
voelt, met het meisje, dat hem zoo uitstekend
verzorgt over liefde gaat spreken. Dat deze
drie beroepen den beoefenaarsters de beste
huwelijkskansen bieden, staat voor Colleen
Moore vast.
De kansen voor de steno-typiste acht Col
leen Moore minder gunstig. Gewoonlijk wordt
ze beschouwd als een machine, meer niet. Aan
hofmakerijen mag het haar al niet ontbreken,
zrj heeft meestal de grootste moeite om een
man te vinden, die met haar trouwen wil.
DE HUID ALS ORGAAN.
Eenige jaren geleden wilde een circusclown
zijn publiek door een bijzondere sensatie ver-
rassen. Hij verscheen in de manage als
groene kikvorsch, waarvoor hij zijn geheele
huid met groene lak had bestreken. Binnen
24 uur was hij dood. Aangezien bij sommige
dieren, zooals kikvorschen en andere ampbi-
bieen, de huidademhaling een belangrijke rol
speelt, dacht men eerst, dat de clown gestor
ven was, doordat hij zijn porien alle afge-
sloten had, zoodat hij een soort verstikkings-
dood was gestorven. Deze opvatting bleek
echter niet houdbaar, want zijn lijk vertoonde
daar geen kenmerken van, echter wel van
een bevriezingsdood. Bij alle zoogdieren en
ook bij den mensch, is de huidademhaling n.l.
lang niet zoo gewichtig, als men vroeger wel
dacht, en het sterven moet dus aan andere
oorzaken worden toegeschrieven. De huid
heeft een andere veel belangrijker taak: zij
regelt n.l. de lichaamstemperatuur en houdt
ze op een bepaalde hoogte. Door de huid over-
matig te prikkelen; werd ongewoon veel
lichaamswarmte uiitgestraald en was het de
huid onmogelijk, dit warmiteverlies weer goed
te maken.
Ook nu is men nog niet volledig op de
hoogte van de rol, die de huid in ons lichaam
speelt, men is het er echter wel over eens,
dat zij een buitengewoon belangrijk orgaan
is en niet alleen een beschermende laag over
het lichaam vormt. Dit blijkt wel hieruit, dat
verschillende algemeene lichaamsziekten ver-
andering in de huid doen optreden, terwijl ver
schillende schijnbare huidziekten in den grond
der zaak teweeggebracht worden door sto-
ringen in de betrekkingen tusschen de huid
en de organen met inwendige afscheiding.
Deze betrekkingen zijn soms zoo nauw, dat
de gezondheid van het heele lichaam bedreigd
wordt. Bij sommige huidziekten blijkt het
verband met schildklier, kleine hersenen enz.,
zoodat de gewone middelen tegen huidziek
ten falen, terwijl verbetering en na betrekke-
lijk korten tijd zelfs algeheele genezing, be-
reikt wordt door het gebmik van schildklier-
extract. Tot dezelfde groep behoort het ver-
schijnsel, dat wonden, slecht of in het geheel
niet genezen bij lijders aan suikerziekte, een
kwaal, die ontetaat door storingen in de wer-
king van de alvleeschklier.
In den laatsten tijd wint zelfs meer en meer
de opvatting veld, dat de huid zelf inwendige
afscheidingen van bepaalde stoffen tot taak
heeft. Vooral professor Hoffman te Bonn
heeft den laatsten tijd gewezen op de z.g.
esophylaotische werking der huid; hieronder
verstaat men de funeties die betrekking heb
ben op de bescherming van het lichaam en
waarin de huid een veel voomamer plaats
schijnt te bekleeden dan de overige organen
van het lichaam. Vooral het weerstandsver-
mogen tegen ziekten schijnt van de huid af
te hangen, de door de huid inwendig afgeschei-
den stoffen worden door den bloedsomloop
meegevoerd en verminderen of vemietigen den
invloed der in het lichaam binnengedrongen
ziektekiemen.
Een andere belangrijke functie van de huid
die echter reeds lang bekend was, is het uit-
scheiden naar buiten van verschillende gif-
tige stoffen. Bij de genezing van rachitis is
men in hooge mate van de funeties der huid
afhankelijk; het is n.l. gebleken, dat tenge-
volge van de bestraling met ultra violetlicht
het vet van de huid chemisch veranderd wordt,
waardoor het ,,vitamine D" ontstaat, Juist
zoo bewerkt de door ultra-violette stralen be-
het gebrek daaraan doet reactie ontistaan en
schenen huid de genezing.
ONS GtEZICHTSVERMOGEN.
De oogspecialist heeft alle mogelijke instru-
menten en methoden om onze oogen te on-
derzoeken en daarbij let hij ook op het ge-
zichtsvermogen. Het gezichtsvermogen in
engeren zin heeft niets te maken met het ver-
mogen om kleuren te onderscheiden, zoodat
een kleurenblinde soms een beter gezichts
vermogen heeft dan iemand met normale
oogen. Het gezichtsvermogen kan gestoord
worden door fouten in het zich aanpassen van
het oog bij de sterkte van het omringende
licht. Als wij uit een lichte kamer in een don-
kere komen, kunnen wij in het begin slecht
zien, omdat onze oogen zich eerst bij de
andere lichtsterkte moeten aanpassen. Wij
hebben alien wel opgemerkt, dat dit tamelijk
lang duurt. In het donker wordt het purper
van het netvlies weer in zijn oorspronkelijken
toestand hersteld, nadat het door het felle
licht was verbleekt. Van dit purper hangt nl.
af, hoe veel licht onze oogen kunnen opnemen.
Wanneer dit purper volledig aanwezig is, kun
nen wij zelfs in een tamelijk donkere kamer
nog goed zien. De gevoeligheid van het oog
neemt echter de eerste 10 minuten nog niet
:sterk toe; dit gebeurt pas in de daarop vol-
gende 20 of 30 minuten.
Stellen wij het gezichtsvermogen bij het
binnentreden van de donkere kamer op 1, dan
is het na 10 minuten gestegen tot 100 en na
20 of 30 minuten tot 1000 h 2000.
Deze toeneming van het gezichtsvermogen
gaat bij bepaalde oogziekten langzamer in
zijn werk, n.l. bij de staafvormige oogcellen,
terwijl bij kleurenblindheid de kegelvormige
oogcellen niet goed functionneeren. De kegel
vormige cellen van het netvlies dienen voor-
namelijk voor het zien bij dag; slangen, hage-
dissen en andere dagdieren hebben bijna uit-
sluitend kegelvormige cellen in hun oogen.
Aan den anderen kant bedienen wij ons in het
donker vooral van de staafvormige cellen en
deze komen dan ook bijna uitsluitend voor in
de oogen der nachtdieren, zooals vleermuizen,
uilen en diepzeevisschen. Dieren, die zoowel
's nachts als overdag levendig zijn en over een
goed gezichtsvermogen beschikken, hebben
cellen van beide soorten.
VOCHT- EN RHEUMATIEKBESTRIJDING.
De redactie van het Handelsblad had het
praetische idee, nu de gure natte tijd er weer
is, een deskundige, n.l. dr. J. van Breemen,
direc-teur van 'het instituut voor physische
therapie en secretaris van het internationaal
comite tot bestrijding van rheumatiek, te
vragen, hoe men zich hier het best tegen
rheumatiek kan wapenen.
In de eerste plaats gaf dr. Van Breemen
den raad: Wil men geen rheumatiek krijgen,
trek dan niet in een nieuw, vochtig huis. Is
men verplicht te wonen in een vochtig huis,
dan raadt hij een eenvoudigen vocbtmeter aan
te schaffen om den graad van vocht in de
woning te constateeren. In een nieuw huiis
moet men z.i. in elk geval beginnen de cen-
trale verwarming te stoken, zelfs in den zo-
mer. En dan met deuren en ramen open. Uit
hygienisch oogpunt acht hij centrale verwar
ming ,,de" oplossing in een land als Neder-
land en schrijft dan: het zou goed zijn als
er zooveel mogelijk contact bestond tusschen
architecten en ingenieurs eenerzijds en de
miedische wereld anderzijds, speciaal wat be-
treft het verband tusschen rheumatiek-be-
Btrrjding en huizenbouw!
Hij weet verder uit zijn clinische ervaring
dat personen, die slapen in een vochtig ver-
trek, meer kans op rheumatiek hebben dan
personen die er werken. Het zijn de kille,
voehtige lakens, die in de eerste plaats een
groot gevaar vormen. De lakens trekken in
voehtige huizen het vocht het ergst aan. Men
moet dan ook zijn bed terdege verwarmen of
zonder lakens slapen. Het geheele bed ver
warmen en niet alleen met een kruik aan het
voeteneinde! En dan moet men rheumatische
menschen den raad geven: slaap niet met
open ramen.
Men zorge er verder voor zijn bed nooit te
gen een buitenmuur aan te plaatsen. Kan het
bed niet anders gezet worden, dan zorge men
er voor am met behulp van tegen den muur
aangebrachte matten of wollen dekens direct
contact met den muur te vermijden.
Dames, die in een nieuw huis gaan wonen,
dienen voortis 's nachts lange mouwen te dra
gen. Pyama's verdienen derhalve de voor-
keur boven een hachtjapon en 's winters zijn
flaneUen pyama's zeer aan te bevelen.
Men neme, om zoo paraat mogelijk tegen
over de rheumatiek te staan, veel lichaams-
beweging en volgt tegen zijn vijftigste jaar
een sober dieet, hetgeen inzonderheid voor
vrouwen aanbeveling verdient. En als men
wat ouder wordt en rheumatischen aanleg
heeft, daii vormen jaeger en wol een bij uit-
stek goede kleeding. In elk geval, men ver-
waarlooze de invloeden van tocht en vocht
niet en neme de noodige maatregelen tegen
voehtige huizen!
BLIKSEMAFLEIDERS.
Warme dagen, gevolgd door onweer, heb
ben weer opnieuw de aandacht gevestigd op
den bliksemafleider, die nog steeds vele ram-
pen voorkomt, al hoort men dan wel eens van
sceptici, dat zij aan zijn nut gaan twijfelen.
Een enkele bliksemafleider heeft wel eens niet
aan zijn doel beantwoordt, doch een feit is 't,
dat deze instrumenten toch nog steeds eer
veel nuttig werk verrichten.
Op school hebben we geleerd, dat Benja
min Franklin ons door zijn uitvinding deze
weldaad heeft bewezen. Intusschen is geble
ken, dat de toestellen, die de noodlottige uit-
werking van het onweer van bepaalde plaat
sen willen afleiden, niet pas sedert Benjamin
Franklin bestaan, dochduizenden jaren
bekend zijn.
Reeds de oude Egyptenaren kenden de wet-
ten van den bliksem. De ingang van een
Egyptischen tempel, die meer dan 3000 jaar
oud moet zijn, wordt beschermd door hooge
torens, waarin zich gleuven bevinden. In deze
gleuven zijn geweldige houten masten aange-
bracht, die aan den kop met koper zijn besla-
gen en wimpels dragen.
Het opschrift luidt: „Dit is de hooge Pylon-
bouw van den God Ersu. Mastboomen bevin
den zich paarsgewijze op hun plaats, om het
onweer tegen te houden." Ook op den tempel
van Deudrah bevinden zich hooge bouten, met
koper beslagen en aan den bovenkant toege-
spitst. Op den tempel staat: „Zij zijn bestemd
het onweer te breken". Een dergelijk op
schrift te Medinet Abon vermeldt, dat Je
toppen zijn verguld en de masten door Ram
ses II (1300 j. v. Chr.) zijn opgericht.
Voorts vertelt de geschiedschrijver Flavius
Josephus, dat ook de Joodsche tempel te Je-
ruzalem voorzien was van een voortreffelijken
bliksemafleider. Op het dak bevonden zich
talrijke ijzeren lansen met vergulde toppen.
Ook de dak- en zijvlakken waren sterk ver
guld. De afvoer van het regenwater van het
dak geschiiedde door metalen buizen, die uit-
liepen in reservoirs in den voortuin en dus
een voortreffelijke aardverbinding hadden.
Ook uit de middeleeuwen zijn sporen van
kennis der wetten van den bliksiem aan te
toonen. Desniettemin had Benjamin Franklin
te kampen met grooten tegenstand van zijn
geniale uitvinding. Zijn proefnemingen datee-
ren uit 't jaar 1750, doch eerst tien jaren
later werd de eerste bliksemafleider volgens
zijn voorschrift in gebruik genomen!
ONS KOPJE KOFFIE.
Juist zooals er voor het theezetten verschil
lende kleine wenken zijn, die tezamen de
kwaliteit van ons kopje thee buitengewoon in
smakelijkheid verhoogen, zoo zijn er ook voor
het zetten van koffie talrijke kleine wetens-
waardiigheden, die voor liefhebbens van een
goed kopje koffie van werkelijke beteekenis
zijn. In de eerste plaats wordt wel eens ge-
vraagd, hoe men in de goede koffiehuizen toch
altijd zulke goede koffie krijgt, terwijl het
dikwijls thuis niet wil lukken, diezelfde sterke,
zwarte koffie met zoo'n fijnen geurigen
smaak te zetten. Onze Nederlandsche koffie
huizen zijn anderdaad voor deze ,,kleintjes
koffie beroemd, en is een heele toer om in
het buitenland zulk een goede kop koffie
machtig te worden. Het geheim laat
ik dat bij voorbaat zeggen schuilt voor-
namelijk in den filter. Men gebruikt in plaats
van een porseleinen of metalen filter, een zak,
gemaakt van flanel. En hoe meer deze zak
door veelvuldig gebruik van koffie doortrok-
ken wordt, des te geuriger wordt de koffie.
Bij koffie komt het grootendeels op geur aan.
We moeten daarmee dus zoo zorgvuldig mo
gelijk omgaan en zoo min mogelijk laten ver-
loren gaan. Daarom moet men in de eerste
plaats bij het koffie zetten een propje (wat-
ten, papier, kurk) in de tuit van den koffie-
pot isteken, terwijl na het opgieten van
kokend water in den filter, deze weer gesloten
moet worden. De filter moet met voor de
helft met koffie gevuld worden, zooals veelal
gedaan wordt, doch slechts voor eenderde.
Men drukt de koffie stevig aan en giet een
klein beetje warm water op, dat men goed
erin laat trekken, om de koffie te doen op-
zwellen. De geurige bestanddeelen komen er
dan beter uit. Pas daama giet men den filter
vol kokend water en giet er niet eerder bij,
dan wanneer al het water volk omen is door-
geloopen. Als het water, dat uit den filter
komt, niet meer donkerbruin is, moet men
ophouden. Sommigen kunnen nu de koffie mis-
schien te sterk naar hun smaak vinden en dan
gieten ze nog eens wat water door den fil
ter. Dit nu bederft den smaak van de koffie,
want juist het laatste, dat uit den filter komt,
is onaangenaam van ismaak. Wil men de kof
fie verdunnen, dan giet men heet water bij
de al reeds gefiltreerde koffie. Ten slotte nog
een goede wenk bij het inschenken. Doe eerst
suiker in de kopjes, vervolgens kokende melk,
en ten slotte de koffie. En als u dit alles in
acht genomen heeft, kan het niet anders, of
u heeft een heerlijk kopje ,,troost".
EEN ANTI-LAWAAI-MUSEUM".
Professor Biehle, in Berlijn, heeft een klein
apart museum, een accoustiek-museum, ge-
opend, dat voor het publiek toegankelijk is
gesteld. Het meest interessante gedeelte van
dit kleine museum is wel de afdeeling, waarin
de strijd tegen het zenuwstorend lawaai der
groote stad wordt aangetoond.
Men ziet daar heele reeksen geluiddem-
pende bouwmaterialen.
Hij heeft van de bestrijding van het lawaai
bijna een wetenschap gemaakt.
Verder ziet men in het „anti-lawaai-mu-
seum" mechanismen, waardoor een deur pneu-
matisch geopend wordt, viltdempers, verstel-
bare meubelen, kleine voetstukken voor alle
mogelijke meubels, zoodat men de voorwerpen
onhoorbaar zou kunnen verplaatsen. Er zijn
emmers uit papier-mach6, die niet rinkelen,
en kegelballen en kegels, die met hun gummi-
bekleedsel niet het minste geluid maken De
„stomme" viool en de ,,stomme" piano maken
het den bewoners der modeme stad mogelijk
urenlang te oefenen, zonder hun buren tot
razemrj te brengen.