AL6EMEEN HIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
heeren-bmi
Tweede Blad.
11® VOLKSTELLING
r
GRETA GARBO in
No. 8622
WOENSDAG 24 DECEMBER 1930.
70e JAARGANG.
BINHENLAND.
Gecn Wo/.
^aarWybe/.f/
J
31 December 1930
1 Januari 1931
IN DE OOGEN VAN DE WERELD WAS ZIJ SCHULDIG
CONRAD NAGEL
EN
HOLMES HERBERT
REGIE
JACQUES FEYDER
GRETA GARBO STAAT VOOR DE JURY
OORDEELT ZELF
WAS ZIJ SCHULDIG
RANT
Wet van 22 April 1879, S. 63, gewijzigd bij wet van 26 April 1918;
S. 270, Kon. Besl. van 18 December 1929, S. 535.
Burgemeester en Wethouders
brengen ter algemeene kennis, dat dit jaar zal worden gehouden de lie Alge-
meene 10-jaarlijksche Volkstelling met daaraan verbonden Beroeps- en Bedrijfs-
telling. De Volkstelling heeft o.a. ten doel de telling van alien, die zich te midder-
nacht tusschen 31 December 1930 en 1 Januari 1931 in Nederland bevinden of, buiten
Nederland vertoevend, tot de werkelijke bevolking van Nederland behooren. De
noodige kaarten en andere stiikken zullen voor 31 December bij de ingezetenen
worden thuisbezorgd en enkele dagen later worden teruggehaald. Burgemeester en
Wethouders wekken de bevolking op, door nauwkeurige en volledige beantwoor-
ding der op de kaarten gestelde vragen, tot het welslagen der Volkstelling mede te
werken: overtreding der voorschriften wordt gestraft met hechtenis van ten hoogstc
14 dagen of geldboete van ten hoogste 100 gulden (art. 20 van de Wet van 15 April
1886, S. 64).
Ter Neuzen, 3 December 1930.
Burgemeester en Wethouders van Ter Neuzen,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
Bimnen enkele dagen zal op de geheele be
volking van Nederland een beroap worden
gedaan om mee te werken aan de elfde Volks
telling. Het Centraal Bureau voor de Statis-
tiek doet ons daaromtrent onderstaan.de mede-
deeilingen. Wanneer men ze bewaart en de
volgende week naast de in te vullen kaarten
legt, dan zullen ze het werk gemakkelijker
kunnen maken.
Het ondeellbare moment, waarop bet jaar
1931 zijn voorganger opvolgt, is bet tijdstip
der elfde volkstelling. Dat wil zeggen, dat
deze telling beoogt, een overzioht te krijgen
van de bevolking, zooais zij op dat midder-
nachtelijk tijdstip is samengesteld.
Het bevolkingscijfer, dat bij benadering wel
bekend is, zoo namvkeurig mogelijk vast te
stellen, is noodzakelijk, omdat bet den wette-
lrjken grondslag vormt voor de berekening
van de bijdragen van het Rijk in de kosten
der gemeentelijke huishoudiingen.
De bevolkingsregisters vormen een niet ge-
noeg te waardeeren bron voor de kennis van
dit steeds veranderlijke eijfer, maar geen
menscbenwerk is onfeilbaar en de bevolkings
registers zijn afhankelijk van de nauiwgezet-
beid, waarmee de bevolking de voorgeschreyen
aangiften doet. Een contrdle eens in de tien
jaren is niet te veel.
Maar bovendien heeft de nauwkeiurige vast-
stelling van bet bevolkingscijfer nog ander
practisch en ook wetenschappelijk belang, en
wordt in alle landen de Volkstelling be-
nut om enkele gegevens te verzamelen over
de samenstelling der bevolking, bare samen-
woning, de beroepen, welke hare leden uitoe-
fenem en zoo meer. Voor bet verkrijgen van
gegevens voor belastingaanslagen dient de
Volkstelling niet.
In de laatste dagen van December worden
de Volkstellingkaarten huis aan huis afge-
geven ,in omslagen, welke er e6n bevatten
voor afzonderlijk levende personen, een aantal
voor gezinnen. Aan de gezinsboofden in
dit laatste geval de taak om ze in te vullen.
Is een lid van het gezin afwezig, dan vult het
gezinshoofd niettemin diens kaart in. Heeft
hij gasten of tijdelijk inwonenden, dan worden
hem, behalve de gele en witte kaarten (man-
nen en vrouwen), ook oranje en (of) rose
kaarten voor tijdelijk aanwezigen uitgereikt.
Is het geheele geizin afwezig en treft de teller
dus als bij de kaarten wil afigeven niemand
aan, dan zorgt bet Gemeentebestuur voor de
verdere afwerking.
Begin Januari worden de kaarten weer op-
gehaald. De iiwuller heeft dus een paar
dagen tijd om te doen, wat van hem verlangd
wordt. Zoo dikwijls bij zich voor een vraag
gesteld ziet, waarop het antwoord niet eens
voor al vaststaat, moet bij nagaan: hoe is de
toestand op 31 December te middemacht; wie
maiken op dat moment deel uit van mijn ge
zin; wat zijn op dat moment de beroepen van
mij en van mijn gezinsleden en zoo verder.
Ziehier de beteekenis van het tijdstip der
telling", bet nul uur nul tusschen oud en
nieuiw.
De kaarten bevatten drieerlei.
Op de voorzijde, heel bovenaan, staan vra
gen, welke reeds door het Gemeentebestuur
zijn beantiwoordmen moet ze nazien en, waar
noodig, duidelijk zichtbaar verbeteren. Alleen
de leeftijd moet er nog worden bijgezet. Het
..onderdeel" der Gemeente, waar men geboren
is, heeft in hoofdzaak belang voor de Friesche
g-emeenten.
Aan denzelfden kant is, onder de dubbele
streep, een reeks vragen gesteld, waarop ant
woord moet worden gegeven. Vragen beant-
woorden is lastlg, maar vragen stellen niet
minder. Om een en ander te vergemakkelij-
ken, zijn aan de achterzijde der kaarten toe-
lichtingen gegeven.
De eerste vragen betreffen bet geizin. Uit
de toelichting blijkt, dat gezin is op te vat-
ten als ,,huishoudiing". Met „imwonend" dienst-
personeel wordt bedoeld personeel dat nacht-
verblijf heeft in het huis van het gezinshoofd.
Bestaat dit personeel uit een gehuwd paar,
dan vormt dit paar (al of niet met kinderen)
een afzonderlijk geizin. Hun kaarten behoo
ren in een afzonderlijken omslag te liggen en
door het hoofd van dit gezin te worden inge-
vuld. Voor inwonende familieleden wordt
door het gezinshoofd opgegeven in welke
betrekkdng ze tot hem staan (moeder, schoon-
zuster, enz.)
Bij den burgerlijken staat moeten gehuw-
den, ook als ze niet in dezelfde waning wonen,
irrvullen gehuwd". Zijn ze krachtens rechter-
lijike uitspraak ,,gescheiden van tafel en bed",
<ten vullen ze dit laatste in.
Bij. de vraag naar de kerkelijke gezindten
is een reeks officieel bekende kerkgenoot-
schappen en zelfstandige kerkelijke gemeen-
ten in de toelichting opgegeven. Daaraan
moet nog worden toegevoegd het, na het af-
drukken van de kaarten bekend geworden,
kerkgenootschap „Gereformeerde Kerken in
hersteld verband". In geval van twijfel om-
trent den juisten naam van het kerkgenoot
schap, waartoe men behoort, kan men op-
geven, bij wien men ter kerke gaat of welke
kerk men bezoekt; de Gemeentesecretarie zal
er dan den juisten naam bij kunnen zetten.
Wie niet tot een kerkgenootschap gerekend
wil worden, geeft op: „geen kerkgenoot
schap". Beantwoording met „onverschillig"
kan tot misverstand aanleiding geven, invul-
ling met een streepje tot twijfel. Het een
noch het ander is geoorloofd.
De beantwoording der vragen naar de be-
zetting der beschikbare woonruimten vereischt
oplettendheid en juist inzicht.
De eerste van deze vragen is alleen voor
gezinsboofden bestemd; bij de aantallen, in
het antwoord in te vullen, en aangevende de
samenstelling van het gezin, hetoben zij zich-
zelf mee te teilen. De volgende vragen zijn
zoowel voor gezinsboofden als voor alleen
wonenide personen.
Onder de voor bewoning bestemde vertrek-
ken moeten slaapvertrekken wel worden mee-
geteeld, die dan ook nog eens afzonderlijk
worden opgegeven ,doch mogen bijvoorbeeld
bergzolders en -kelders niet worden mee-
gerekend, zelfs al is men door gebrek aan
voidoende woOnruimte gedwongen zao'n berg
zolder of -kelder als wood- of slaapruimte te
gebruiken. Men vinidt in dit geval twee af-
zonderlijke vragen daarvoor aan het slot van
deize ruibriek.
Gangen, portalen, vestibules zrjm evenmin
voor bewoning bestemde vertrekken; dwingt
de krappe behuiizing bijvoorbeeld een portaal-
als nachtverblijf in te richten, dan geldt hier-
voor weer hetzelfde als voor de bergzolders.
Bvenzoo wanneer een hall als wac.itkamer
wordt gebruikt.
Daarentegen moeten een badkamer waarin
geslapen wordt of die als linnenkamer wordt
gebruikt, of een serre die tot slaapvertrek
dient, wel bij de woonvertrekken meegeteld.
Het oniderscheld is hier niet zoo groot als bij
een bergzolder of -kelder.
In het algemeen teilen badkamers mee als
woonvertrek, tenzij ze slechts bestaan in een
afgeschoten ruimte b.v. onder een trap met
douche of waschgelegenheid.
Bedsteden, welke als kast of zoo worden
gebruikt, teilen niet mee.
Een voorbeeld: een gezinshoofd heeft voor
zich en voor zijn gezin beschikking over 3
voor bewoning bestemde vertrekken, waarvan
er 1 dient als slaapvertrek; in zijn woning is
1 bedstede. als zoodanig in gebrulk. Boven
dien heeft hij beschikking over 2 eigenlijk niet
voor bewoning bestemde ruimten, welke ech-
ter noodgedwongen tooh bewoond moeten
worden en wel 1 daarvan als slaapvertrek. De
opvoigende vragen geven gelegenheid al deze
cijfers in de genoemde volgorde in te vullen.
Tot de lastigste vragen behooren die welke
het beroep betreffen, omdat zich op dit gebied
zooveel verscheidenheid voordoet en het te
doen is om een zoo gespecialiseerd mogelijk
overzicht te krijgen van alle beroepen welke
in ons land worden uitgeoefend.
Beoogd wordt bijvoorbeeld ten aanzien van
hen, wier werkzaamheid ligt op het gebied
van zaken, omdememingen, bedrijven of in-
stellingen een splitsing te maken in 4 zoo-
gen aamde beroepsposities
a. personen, die in him beroep als „zelf-
standigen" moeten worden beschouwd; dit
zijn zij, die eigenaar zijn van een zaak, een
ondememing, een bedrijf of een mstelling of
die voor eigen rekening zonder personeel him
beroep uitoefenen;
b. personen, die als bedrijfshoofden zijn te
beschouwen. b.v. Directeuren van Naamlooze
Vennootsohappen of van Codperatieve instel-
lingen, in het algemeen dus personen die aan
het hoofd van zaken enz. staan, zonder dat zij
daarvan eigenaar zijn;
c. personen. die in meer ondergesohikte
positie in een zaak enz. werkzaam zijn en
belast zijn met toezicht over het gewone per
soneel (b.v. bedrijfsleider, opziohter, meester-
knecht, depot- of filiaalhouder, winkelchef
e.d.)
d. personen, die als het gewone personeel
zijn te beschouwen en dus geen der onder a,
b en c beschreven posities innemen (arbeiders,
waaronder ook voormannen, employe's, be-
ambten en dergelijke in een zaak enz. werk
zaam).
Om het mogelijk te maken de verschiUende
door de bevolking uitgeoefende beroepen in
een aantal groote bedrrjfsklassen en deze
wederom in kleinere bedrijfsgroepen in te
deielen, wordt voorts gevraagd den aard van
de zaak, de ondememing, het bedrijf of de in
stalling op te geven waarin men werkzaam is.
is in vele gevallen onmisbaar om een juiste
kennis van den aard van het opgegeven be
roep te verkrijgen, b.v. in een machinefabriek
de if dealing bankwerkerij. Opgave van de
bijizondere, in gebruik zijnde benaming van de
werkzaamheid strekt al mede om het juiste
inzicht in dsn aard van het beroep te bevor-
deren.
Naam en adres van dc ziak, waar men
werkzaam is. worden gevraagd om gelegen-
heftd te openen tot het vragen van nadere
inliohtingen, ingeval de beantwoording onvol-
doende is voor een juiste rangschikking.
Beantwoording met algemeene bewoordin-
gen als ,,arbeider" of „werkman" is het
blijikt wel uit het bovenstaande geheel
onvoldoende.
Wederom een voorbeeld: een ,,sterker" in
de N.V. Textielmaatschiappij ,,Twente" heeft
op te geven dat hij is „sterker"; in dienst van
een ander? „ja" en /wel bij ,,de N.V. Textiel-
maatschanpij Twente" ti „Hengelo", ,,Tex-
tielfabriek", afdeeling ..WcVerij". Bestuurder,
„neen", belast met toezicht ,,neen".
Personen die meer dan £6n beroep uitoefenen,
vermeldden alleen hun hoofdberoep, namelijk
dat hetwelk de voomaamste dagtaak vormt.
Gepensionneerden geven op: .zonder beroep"
wanneer zij tenminste geen beroepswerkzaam-
ehden meer verricbten. Doen ze dit wel dan
geven ze deze werkzaamheden als beroep op,
ook al vormen ze geen volledige dagtaak.
Wie uitsluitend leeft van rente, uitkeerin-
gen en dergelijke, vermeldt: „zonder beroep".
Wie hoofdzakelijk leeft van huizenbezit (ver-
huren) geeft op: „huizenexploitant"
Bij'zondere moeilijkheden geeft het teilen
van schippers en woonwagenhewoners. Een
afzonderlijke regeling is getroffen voor deze
personen zonder vaste woonplaats. Wanneer
voor hen of door hen telkaarten zijn ingevuld
en ingeleverd, wordt hun daarvoor een ont-
vangbewijs uitgereikt, dat zij gedurende de
maanden Januari, Februari en Maart 1931
moeten toonen aan elken ambtenaar van het
Openhaar Gezag, die daarom vraagt. Het is
van belang, dat zij er op letten dit bewijs
gedurende die maanden goed te bewaren.
In de omslagen bevinden zich ook groene
kaarten. Deze dienen voor de Bedrijfstelltng,
welke gelijktrjdig met de Volkstelling zal
worden gehouden. Hierover wordt een afzon
derlijke mededeeling uitgegeven.
Tenslotte nog een korte mededeeling over
een afzonderlijk onderzoek, dat op 31 Decem
ber in een aantal gemeepten vanwege de
Nederlandsche vereeniging tot bevordering
van den arbeid voor onvolwaardige arbeids-
krachten (A. V. O.) zal worden ingesteld,
doch dat geen deel uitmaakt van de Volks
telling.
De bedoelde vereeniging hecht er terecht
groote waarde aan, zoowel uit wetenschap
pelijk oogpunt als om helpend te kunnen op-
treden, in het bezit te komen van een over
zicht van die inwoners van ons land, die lijden
aan lichamelijke of geestelijke afwijkingen.
Eer. eerste h(ertoet zal worden gedaan
door de hesturen van een aantal gemeenten,
welke zich op uitnoodiging van de vereeniging
A. V. O. daartoe bereid hebben verlklaard,
en wel door aan de volkstellers, die de volks-
tellingsformulieren rondbrengen en ophalen,
tevens ter uitreiking mee te geven afzonder
lijke vraaglijsten, tot dit doel samengesteld.
Ofschoon de beantwoording van deze vraag
lijsten, welke buiten de volkstelling vallen,
niet verplicht is verdient het wel aanbeveling
door een juiste invulling mee te werken aan
de door de vereeniging A. V. O. ondemomen
poging, welke niet anders beoogt dan het be
lang der bevolking zelve.
ECHTE FRIESCHE
"'I- per ons 4
(Ingez. Med.)
TWEEDE KAMEK.
De Tarwewet.
Maandagnamiddag is de Tweede Kamer
aangevangen met de behandeling van de
tarwewet. Zrj gaf aanleiding tot breedvoerige
bespreking.
De beer Van Hellenberg Hubar (r.k.)
wenschte te worden gerustgesteld, of het
voorgestelde percentage van inlandsch meel
beneden het gestelde maximum van 25 zou
blijven.
Door de heeren Boon en Knottenbelt (v.b.)
werden verschillende bezwaren geopperd.
Door de groote delegatie van bevoegdheid
aan de regeering ontstaat groote onzekerheid
bij de bedrijven. Voorts is een bezwaar de
belemmering van den handel in bloem en
meel waarmee samenhangt de arbeid in onze
havens. De broodprijs en de prijs van bet kip-
penvoer zullen istijgen. Het gaat niet aan
een deel der bevolking te helpen ten koste
van een ander deel.
Bovendien ontbreekt een overzicht van de
te nemen maatregelen.
Hij zou aan de teeltpremie de voorkeur heb
ben gegeven. Het ontwerp geeft dictatoriale
macht aan de regeering en richt het bedrijf
der meelimporteurs te gronde. Een meng-
gebod staat gelijk met een invoerverbod.
Er werd een motie ingediend door den heer
v. d. Sluis (s.d.) de voorkeur uitsprekend aan
een productie premie. En de heer Ebels (v.d.)
wilde liever een vervoerverbod. De heer
Colijn (a.r.) wilde een bevredigende toezeg-
ging dat de eierproductie niet zou worden ge
troffen. De heer Braat (pl.b.) vond het jam
mer dat bet maximum percentage is vastge-
steld. De heer Oud (v.d.) zag er een indireote
belasting op brood in en de heer Kersten (s.g.)
een vermeerdering van het aantal ambtenaren.
Doch anderzijds (v. Voorst tot Voorst,
Hiemstra) werd het ontwerp weer toege-
juicht.
De heer Lockefeer (r.k.) die het waardeer-
de, dat de regeering de tarweverbouwer wil
tegemoet komen, had eveneens ernstlge be-
zwaren met name uit hoofde van de nadeelen,
welke aan importeurs, grossiers en bakkers
zullen worden toegebracht. Hij achtte het
bovendien aan twijfel onderhevig, of door den
voorgestelden maatregel niet in strijd geko-
men wordt met de Internationale bescherming
van handelsmerken.
Bloem is ook een product, waarop de bak
kers staat moeten kunnen maken. Het men-
gen van tarwe door importeurs en fabrieken
zal leiden tot bevoorrechting. De heer Locke
feer verlangde de toezegging, dat dit zou
worden uitgesloten.
De heer Bierema (v.b.) nam een van zijn
fractiegenooten afwijkend standpunt in. Hij
verdedigde het ontwerp. Z.i. dient de land-
bouw eerder geholpen te worden dan de in-
dustrie, omdat een in nood verkeerend indu-
strieel een ander bedrijf kan aanvatten en
een landbouwer niet. Er zit in de naaiste toe-
komst voor den landbouw geen perspectief en
steun is noodig, om te voorkomen dat vele
cultuurgronden braak komen te liggen.
De beer Van Voorst tot Voorst (r.k.) was
der regeering dankbaar voor de indiening van
het ontwerp, en voor 't feit dat zrj bij nota
van wiijziging aan bezwaren is tegemoet ge-
komen.
De heer Ebels (v.d.) verwachtte er niet
veel goeds van voor den akkerbouw, omdat
het ontwerp zal leiden tot uitbreiding van de
tarweteelt.
De heer De Visser (com.) bestreed het ont
werp, terwijl de heer Van den Heuvel (a.r.)
er zeer tevreden over is, en de heer Loer-
akker de geopperde bezwaren overdreven
achtte. Bezwaren had ook de heer Colijn
(a.r.) die bij de toepassing de voorkeur zou
geven aan het Zwitsersche stelsel. Hij wees
Een das verwent Uw hals. Neem
Wybert. Het beste atweermiddel
tegen verkoudheid en besmetting.
In orisrin. doozrn
h 25, 45 en 65 cts.
(Ingez. Med.)
zullen worden ingespannen om de gevolgen
zooveel mogelijk te verzachten. Moge het ge-
voel van saamhoorigheid van alle deelen des
Rijks hierbij tot uiting komen!
Deze redevoeringen werden door de leden
uitgezonderd de communisten, die bleven
zitten in groote stilte staande aangehoord.
Ontwerp-Tarwewet.
De Minister van Binnenlandsche Zaken en
Danidlbouw, de heer Ruys de Beerenbrouok,
was dezen middag aan het woord, ter ver-
dediging van het ontwerp-Tarwerwet. Hij
zeide, dat dit een economische en een teoh-
nisohen kant heeft. Wat den eerste betreft,
diende er voor gewaakt te worden, dat niet
andere bedrijven worden getroffen en dat de
maatregel zijn doel bereikt. Wat den tweede
betreft, had men te maiken met de vermenging
van een hoeveelheid inlandsche bloem en meel
door het buitenlandsch product. Voor de toe-
op de helangrijkheid van de eierenproductie.
Terwijl in 1928 de tarweproductie in ons land
20 millioen bedroeg, was de waarde van den
eierenuitvoer alleen al 70 millioen, waarbij
nog 10 millioen komt voor den uitvoer van
pluimvee. Hij hoopt daarom, dat deze wet
geen aanleiding zal geven tot verhooging van
den prijs van het kippenvoer, waarvoor in
hoofdzaak inheemsche tarwe wordt gebruikt.
De heer Hiemstra (s.d.) verdedigde het
ontwerp, terwijl de heer Braat (pl.b.) hoewel
hij het maal- en menggebod niet zoo mooi
vindt, toch voor zou stemmen.
De heer Oud (v.d.) deed een waarschuwend
woord hooren. Als de tarwebouw hier niet
loonend kan worden uitgeoefend zou deze be
hooren te verdwijnen. Een groot deel van
de voor de landbouwers verwachtte millioenen
zullen naar hij verwacht naar de binnenland
sche meelindustrie en de improductieve uit-
voeringsmaatregelen gaan.
De heer Kersten (s.g.p.) had emstige be
zwaren tegen het ontwerp, al wenscht ook hij
mee te helpen om den landbouw te helpen.
Het amendement-Boon zou aan redelijke be
zwaren kunnen tegemoet komen. Zijn ver-
wachtingen van het ontwerp gaan niet hoog.
Hij pleitte voor z.i. betere hulp, n.l. ontheffing
van drukkende lasten uithoofde sociale ver-
zekeringen.
De heer De Bakker (c.h.) verklaarde te
behooren tot hen, die met huivering hun stem
aan het ontwerp zullen geven. Een voordeel
is het tijdelijke van het ontwerp. Zijn groot-
ste zorg is die van stijging van den broodprijs.
De vergadering werd daarna verdaagd tot
Dinsdag.
Vergadering van Dinsdag.
De vulcaan-ramp op Midden-Java.
In den aanvang der vergadering nam de
voortzibter het woord naar aanleiding van de
vulkaan-ramp op Mididen-Java. Hij zeide:
Blijkens de tot ons gekomen berichten is
Midden-Java door een emstige natuurramp
getroffen. Honderden ibewoners van den voet
der Merapi zijn door een afschuwelijken dood
verrast, auizenden hebben in wanhaop en ver-
tiwijfeling in wilde vlucht hun have en goed
aan het verzengend vuur moeten prijsgeven.
Ik weet namens u alien te spreken, wan
neer ik getuig, dat dit droeve lot van zoovele
slachtoffers en van het door hen bewoond ge
bied ons vertegenwoordigers van 't Neder-
landsche volik met levendige deemis vervult,
deemis diie niet grooter zou zijn, indien ons
eigen grondgebied en zijn bewoners in zoo
hevige mate zouden zijn geteisterd.
De Minister-president, de heer Ruys de
Beerenbrouck, zeide, dat de Regeering met de
Kamer onder den indruk is van deze natuur
ramp. Hij vertrouwde, dat in bet moederland
en in de overzeesche gewesten alle krachten
passing van de techniek moet de grootst mo-
gelijke vrijheid worden voorbehouden.
De strekking van het ontwerp is, om met
gepaste voorzichtigheid te voorzien in de
moeilijkheden, ontstaan door de daling van
den tarweprijs. De Regeering zal er zich niet
toe laten verleiden alle aaniwezige tarwe in
het brood over te hevelen. Op de hoedanig-
heid zal wel degelijik worden gelet, derhalve
zal in het brood geen ongeschikte tarwe
komen. Hieilbij merkte de Minister op, dat in
tijden van grooten oogst toch reeds 10 a 15
pCt. inlandsche tarwe gebruikt werd, zonder
dat het puibliek het zelf bespeurde.
De meelimporteurs hebben inderdaad te
maken met een verandering in hun bedrijf;
de Regeering kan hun echter zeer veel vrij
heid laten, hetgeen een kwestie van uitvoe-
ring is. Het zou onbillijk zijn als de meel-
im.porteurs ongemengd meel moohten Lnvoe-
ren, terwijl de maalderijen uitsluitend ge-
mengd meel in den handel mogen brengen.
Vaardigt men een aankoopgebod van in
landsch meel voor meelimporteurs uit, dan
zou men de Regeering de bevoegdheid ont-
nemen te verbieden het in voorraad hebben
van ongemengd meel. Bij dit stelsel zouden
de importeurs boven de maalderijen worden
bervoordeeld. Wanneer men de bakikers ver
plicht zelf meel te mengen, zouden de moei
lijkheden met de controle slechts worden ver-
plaatst.
Inidien het inlandsch meel moet dienen als
entrdebiljet voor buitenlandsch meel, zal dit
entreebiljet op de goedkoopste wijze worden
aangeschaft en krrjgt het slechte meel de
voorkeur.
De Regeering zal trachten aan de belangen
der meel-importeurs zooveel mogelijk tege
moet te komen. Zij wil zoo ver gaan, als
haar mogelijk is, door toe te stemmen in een
proef met 't stelsel van bijlevering van in
landsch meel. Doch verder gaan, kan zij niet,
zonder de ziel van het wetsontwerp aan te
tasten.
Komend tot de motie-van der Sluis, wees
de Minister op de ernstige consekwenties,
welke daaruit voortvloeien voor andere tak-
ken van landibouw. Een teeltpremie is even-
goed een kunstmatige hulp. Het is het meest
onbeholpen en grove midd'el, dat kon worden
aangeboden. Zou de Minister haar niet kun
nen uitvoeren. Het aangepreizen accijnsstelsel
zal niet het doel van de Regeering bereiken.
Het Zwitsersche stelsel leidt tot groote
Staatisbemoeiing met het particuliere bedrijf.
Indien blijken mocht, dat de Regeering met
haar voorstel het gestelde doel niet bereikt,
zai zij emstig 't Zwitsersche stelsel over-
wegen.
Ten aanzien van de beschuitfabrikanten
kon de Minister nog geen beslissing nemen,
aangezien de deskundigen hier tegenover el-
kaar staan. Het geldt hier een zuiver tech-
nische kwestie.